EEN MODERNE MEDICIJNMAN
Engeland's snelste jagers
E EN uiterst nauwkeurig onderzoek, met de modernste middelen uitgevoerd
door deskundigen van het bekende Vezelinstituut T.N.O. te Delft heeft thans
onomstotelijk aangetoond, dat een Rotterdamse gemeente-ambtenaar in een
stil atelier met enkele flesjes, veel slapeloze nachten en een vonk genie resul
taten heeft bereikt, die tot dusver door de geleerden voor onmogelijk werden
gehouden. Hij verlengt met eeuwen de levensduur van manuscripten, onver
vangbare meesterwerken en andere papieren kostbaarheden, welker onafwend
baar geachte vergankelijkheid tot nu toe verzamelaars en museumdirecties in
en buiten Nederland, met grote zorg vervulde. Dit doet hij, de heer J. A. van
Harskamp, in het Maritiem Museum Prins Hendrik volgens methoden, welke hij
zelf ontwikkelt en waarvan alleen hij het geheim bezit.
het Maritiem Museum aan het Bur
gemeester "s Jacobplein en vroeg zijn
advies voor het eventuele Inrichten
van een restauratie-atelier. Bi; de
bouw van het museum was daar niet
In voorzien. Een gedeelte va. de ex
positieruimte werd afgeschoten en
Ingericht. Daar vonden wij dezer dagen
de lieer Van Harskamp, thans restau
rateur en hoofdcommies, temidden
van oude folianten en tekeningen, aan
zijn microscoop.
Monnikenwerk
HIJ wees ons op een kolossaal oud
boek in een prachtige leren band,
dat een grote waarde vertegenwoor
digt. Zulke erfenissen uit vroeger eeuwen
zij licht beschadigbaar en zij worden
niet altijd met de nodige zorg behandeld
He' boek had op een vochtige plaats ge
legen en waterschade opgelopen Tot
wanhoop van de eigena ir waren de met
monnikengeduld met de hand gekleurde
platen overgedrukt op de tegenoverlig
gende bladzijden en ieder blad was ont
sierd door grote, bruine vochtvlekken,
vaak dwars over de tere platen heen
Op enkele pagina's was het nog te zien.
maar de meeste van de honderden boek
bladen waren alweer in hun luister her
steld. Met hetzelfde monnikengeduld
dat de verluchter moet hebben bezeten
heeft de restaurateur blad voor blad
vijftien maal behandeld, zonder het uit
de band te nemen. Wij zouden graag het
gezicht van de gelukkige eigenaar zien.
als hij het straks terugkrijgt.
Tot de patiënten van de heer Van
Harskamp behoren niet alleen oude te
keningen en boeken. Hij heeft waaiers
gerestaureerd, waarvan het ivoor was
gebroken en het papier was gescheurd.
Nauwelijks meer leesbare globes heeft
hij als nieuw gemaakt: een bijzonder
moeilijke taak. Oude brieven, die een
laatste herinnering waren aan ver van
huis gestorvenen, heeft hij voor vergaan
behoed en in foto's heeft hij de schade
hersteld, die veroorzaakt was door de
zuren in het karton van de passepar
touts. Maar nu hem de laatste Jaren
grote kostbaarheden worden toever
trouwd. die voor heel d beschaafde
wereld van waarde zijn, zoals etsen van
Rembrandt, tekeningen van Van Gogh
e..a, kan hij zijn tijd niet meer geven
aan dingen, die maar voor enkele men
sen van waarde zijn.
Het onmogelijke slaagde
ONVERVANGBARE meesterwerken
en documenten behoren niet zo
als gewone gebruiksvoorwerpen
alleen aan hun eigenaar, ook al heeft
deze zich een groot financieel offer ge
troost om zijn schilderij of tekening te
verwerven. Mèt de eigendom neemt hij
een gTOte morele v rzntwoordelijkheid
op zich tegenover geheel de culturele
wereld Een eigenaar, die zich daarvan
bewust is zal zij kunstschatten niet
lichtvaardig uit handen geven. Toen
professor dr Vorekamp van het Oud
heidkundig Museum te Groningen en
kele jaren geleden dan ook van het werk
van de heer Van Harskamp hoorde,
stelde hij hem voor een krachtproef. Hij
ga. hem een opdracht, waar hij zelf niet
aan geloofde: een tekening waarvan op
het totaal verbruinde en beschimmelde
papier weinig meer te onderschelden
viel. De tekening kwam terug als een
waardig tentoonstelllngsstuk en de spor-
Maar al te dikwijls moeten wij de
kolommen van ons blad vullen met
nieuws over vindingen van het men
selijk vernuft, die meer verderf dan
heil beloven. Het Is ons dan ook
een grote voldoening, dat wij thans
het werk in het licht kunnen stellen
van een Rotterdammer, die ten
koste van veel hoofdbrekens en
nachtrust verrassende resultaten
heeft bereikt die alleen maar vreug
de kunnen geven.
WEKELIJKS BIJVOEGSEL van het LEI DSC H DAGBLAD ZATERDAG 17 JANUARI 1953 Pagina 1
Woord van Bezinning
Kan een worm lachen?
Neen. dat is je reinste dwaas
heid; stel je voor: een worm. diep
weggedoken in de duistere aarde,
zou kunnen lachen! Het kost vaak
nog moeite zyn kop van zijn staart
te onderscheiden En dan lachen'
Dat zou het armzalige beest niet
eens gelukken in het Voorjaar,
wanneer hij door het omspitten
van de tuin naar boven wordt ge
jaagd en het milde, verkwikkende
zonlicht zijn kale. kronkelende lijf
doet glinsteren Laat staan in de
winter, nu de grimmige koude het
leven in de natuur doet verstijven.
Misschien moet je ook Charley
Chaplin heten om op de dwaze ge
dachte te komen, dat een worm
zou kunnen lachen
Of hebt U „Limelight" nog niet
gezien''
Zoek hiervoor ten spoedigste ge
legenheid. want het is de moeite
waard deze film te zien en het is
ook de moeite waard zich reken
schap te geven van de speelse,
maar diepzinnige opmerkingen, die
daarin worden gepresenteerd
De dwaasheid, dat wormen zou
den lachen Is slechts één van dc
vele voorbeelden.
Bij het zien van ..Limelight"
komt zelfs op een gegeven moment
de vraag bü je op: „Aan welke
cant zitten nu eigenlijk de toneel
spelers? Op het doek, of in de
zaal?
Het is pijnlijk maar gezondma-
kend te mogen ontdekken: „de be
roepsspelers zitten in de zaal en Jij
bent er ook één. Een type. als
Charley Chaplin, is de uitzonde
ring op deze regel. Hij „speelt"
niet Hfj doet en spreekt, zoals hij
in werkelijkheid is en zoals wU al
len in de grond van de zaak zijn,
wanneer dc gebruikelijke camou
flage wegvalt
Charley droomt, dat het Voor
jaar is. Uitdagend en vol levens
lust staat hu te zingen. Het is of
de bomen en struiken, op de ach
tergrond. wakker worden en luis
teren. Alles leeft, alles lacht „Zelfs
de wonnen, diep in dc giond, zwie-
pen met hun staarten en lachen".
En Charley laat zich niet ont
moedigen. Dat blUkt uit zUn goed
moedige. ietwat medelijdende glim
lach. als het danseresje Terry, die
ondertussen ten tonele verschenen
is. spottend opmerkt: „Och wat,
een worm kan niet lachen".
Wie van beiden heeft gclUk?
Nog altijd spreken dwazen en
kinderen de waarheid.
De ver doorgevoerde dwaasheid,
het absurde, ontmaskert.
En niet zo weinig.
Kan een worm lachen?
Kun jij lachen, kleine, eenzatnc
mens, die het liefst als een worm
wegduikt in je eigen wereld en al
leen in uiterste nood met Je kale.
wroetende leven tegenover anderen
te voorschUn komt?
Kun jij lachen. Christen, die
zegt te willen leven in het stra
lende licht van Christus en van
ZUn RUk?
Is het niet beschamend, dat
Charley Chaplin met zUn „Lime
light" langs een omweg je
moet leren wat je regelrecht uit
het Evangelie mag ontvangen: de
onweerstaanbare moed om te leven,
de moed om eerlijk te zUn tegen
over anderen, tegenover jezelf en
tegenover God?
Daarom neem ik de dwaasheid,
dat een worm kan lachen, rustig
voor mgn rekening.
Want God wil al Zijn seliepselen.
niet één uitgezonderd, hel werke
lijke Leven en de werkelijke Vreug
de van Christus geven!
P. L. SCHOONHEIM,
Predikant voor het Bijzondere
Kerkewerk van de Hervormde
Gemeente Leiden.
(Hoge Rijndijk 14ai.
t
t
t
t
t
t
t
t
t
t
t
t
t
t
t
t
t
t
t
t
t
t
t
t
■"»B
tieve professor hing er een foto naast,
die de toestand van „vóór het gebruik"
toonde. De pers in het Noorden was
enthousiast
Hopeloze gevallen waren ook enkele
bijzonder mooie 18de eeuwse pastel -
portretten van artistieke en histori
sche waarde. Hel materiaal was krijt
op perkament en hel perkament was
gebarsten. Nu gol hel welhaast als
een axioma, dal perltaieni niet op
wa, dan ook kan worden geplakt. Het
is een moeilijk materiaal, fan ouder
dom wordt het hard en onhandelbaar
als een vergelen oude schoen. Hel kan
geweekt worden, maar dan wordt het
slap als zeemleer. Elke nieuwe laak,
waar de restaurateur aan begint, heeft
iets van een avon uur. En dit a<ontuur
had wel een heel onaangename ver
rassing voor hem in petto. Torn hij
het glas van de portretten verwijderde
bleek het krij' zo los op het perka
ment te liggen, dat hel opstoof door
zijn ademhaling. De tekening was zo
weg te blazen!
Het perkament is op linnet geplakt
met lijm zonder schadelijke bestand
delen en strak gespannen als een
trommel, zonder dat aan de voorkant
van de tekening druk is uitgeoefend. En
bovendien heeft zich nu het krijt ste
viger gehecht zodat de portretten weer
veilig zijn De heer Van Harskamp lijkt
ln zijn witte laborantenjas op een arts,
als hij ons droogjes v :rslag doet van
deze prachtige operatie, maar voor ons
leken heeft zUn werk iets van magu. In
alle grote Europese musea probeert men
tevergeefs dergelijke dingen te doen.
Zelfs wat men in het beroemde Britse
Museum op dit gebied presteert hAalt,
naar men zelf erkent, niet bij de resul
taten, waar het museum in Rotterdam
zich op kan beroemen. In Amerika zou
men deze kunst ook graag leren.
Artistiek inzicht
MAAR een kunst kan men zich niet
door leren alléén eigen maken.
De heer Van Harskamp heeft
heel wat moeten blokken, ook thuis, hij
in de ene kamer, zijn zoon met zijn huis
werk in de andere. Hij heeft moeten
leren, een ontmoedigende verscheiden
heid van papiersoorten en schimmels te
herkennen
„Neem bijvoorbeeld een krant" zegt hij
en uit een flesje laat hij een druppel
vallen op de krant die voor ons ligt en
ook op een stukje „Oudhollands" papier.
Op de krant ontstaat een diep purperen
vlek. op het andere papier een gele. Het
Is de houtstof in het krantenpapier die
purper kleurt. Zo heeft hij ook inktsoor
ten en de eigenschappen van alle moge
lijke kleurstoffen moeten bestuderen en
het effect van zün methoden op al deze
stoffen.
Wie dat alles onder de knie heeft, ls
nog niet verder dan de technische kant
van de zaak Niemand kan hem vertel
len. hoe ver hU moet gaan met het lich
ter maken van het papier van een teke
ning. Niemand kan hem het eindeloze
gedulc geven en de sterke zenuwen, die
onmisbaar zijn bU dit avontuurlijke pre
cisiewerk. Dit is heel ander werk dan
bijvoorbeeld het massaal ontwikkelen
van fotonegatieven. Er is artistieke zin
voor nodig, werklust en uithoudings
vermogen. DikwUls mag de heer Van
Harskamp pas na zeven uren ophouden
als hij aan een bewerking ls begonnen,
ook al is het dan allang nacht: zou hU
het halverwege laten liggen, dan zou
het kostbare stuk reddeloos verloren
zUn. En dit soms zenuwsloj ende werk
moet hij doen in een geïmproviseerd
atelier, waar vaak de lucht bedorven is
door de giftige chemicaliën, die hu ge
bruikt.
Als wij ijjn atelier verlaten, neemt hij
een kostbaar boek ter hand. dat door
wonnen geperforeerd Ls. Blad voor
blad zal hü de gaatjes bügietcn met
een papierpap. die hü heeft bereid uit
hetzelfde zeventiende eeuwse papier
als dat, waarva.i het boek is gemaakt;
tot dat het weer gaaf is. Zo heeft hij
zeldzame postzegels wel schoonge
maakt en er ontbrekende tandjes aan
bijgegoten. De mogclükheden, die zijn
vindingen bicden, zün nog maar nau
welijks te overzien. Wij kunnen er als
Nederlanders trols op zün, dat dit
werk in ons land voor het eerst wordt
gedaan door een Rotterdamse gemeen
te-ambtenaar. die ondanks zijn succes
een sympathieke, eenvoudige man is
gebleven.
Zowel de Huil ter als de Swift zijn met
terugwykendc vleuzels en staartvlakken
uitgerust, wat direct al op een hoge
snelheid duidt, waarvoor deze machines
on two-pen zün. Beide zün voorzien van
een RoHs-Royce Avon straalmotor, die In
de seriemach nes met een zg. na-brandcr
zal worden uitgerust Er wordt dan ir
de- gassen, die dc straalpijp verlaten
nogmaals brandstof gespoten, waardooi
nogmaals een explosie optreedt en de
stuwkracht met ongeveer 30% verhoogd
diende bü het Maritiem Museum, dat
toen nog in het gebouw aan de Wil-
Irmskade was ondergebracht. Hier
werd hü eigcnlyk pas „ontdekt". Op
een goede dag in 1947 nam prof. dr s.
Hofstra hem mee om eens een kijkje
te nemen in het nieuwe gebouw van
waarschünlijk ook in ons luchtruim de
herrie van de na-branders kunnen ho
ren. De Swift is nl. bestemd om de
Gloster Meteor-straaljagers van onze
luchtmacht te vervangen. Fokker zal
waarschynlijk de Swift in licentie gaan
bouwen, zodra de Meteor-productie. eind
1953. a floept. Voorlopige berichten
spreken zelfs van 500 stuks, waarvan
een deel bestemd is voor de Belgische
luchtmacht- Waarschijniyk had onze
luchtmacht liever dc snellere Hunter ge
had. maar Engeland wil d t jachtvlieg
tuig exclusief voor de RAF houden. De
juiste snelhe:d van de Sw.'ft wordt nog
geheim gehouden. Zij wordt geschat op
ongeveer 1100 km per uur.
D? Hunter heeft de luchtinlaten voor
haar straalmotor in de vleugel wortels
de Swift heeft ze in „kieuwen 1 ter
weerszijden van de romp naast de cock
pit Deze luchtinlaten voimen een ty
pisch kenmerk van de Swift. D- bewa
pening van beide straaljagers bestaat
uit vier kanonnen van 30 mm. die onder
ln de rompneus zijn ingebouwd. Nu er
in de luchtvaartwereld een tendenz
merkbaar is. de vaste kanenbewapening
tc vervangen door raketbewapening, ls
het wel mc,>e!i|k. dat ook bii dc Hunter
en de Swift de kanonbewapening in de
toekomst plaats zal maken voor al of
met geleide .air-to-air" raketten. De
Swift heeft in het uiterste puntje van
haar neus een radar-knobbeltje, dat
waarschynlijk dienst zal doen om de
vlieger te helpen bij het opsporen van
de vijand Met het blote oog is dat
tegenwoordig bijna niet meer mogelijk
als gevolg van de grote snelheden. Want
als een straaljager vliegt met een snel
heid van 100 km per uur en hy ontmoet
een vyand. die ook 1000 km per uur
vliegt, dan ontmoeten zij elkaar met een
snelheid van 2000 km per uur en op
grote hoogte, waar het zicht slecht is,
Is het opsporen van een vijand met het
blote ooj dan ook wel uiterst moeilijk.
De luchtverdediging van Engeland en
die van een groot deel van het vaste
land van West-Europa zal straks,in han
den van de Hunters en de Swifts gelegd
worden Laat ons hopen, dat zy in de
geschiedenis de roem van de Hurricane
en de Spitfire zullen weten te evenaren!
De yickers-Supermarine Swift
stiaaljagcr. die de Gloster Meteors
in onze luchtmacht zal vervangen.
Verrassende prestaties van
Rotterdammer maakt oude
meesters jong
De Hunter en de Snift
Duizenden ziekten
veel kwakzalvers
PAPIER leeft en gaat dood, vroeger
of later, zoals alles wat leeft. Het
papier van deze krant heeft maar
een korte levensduur. Wie een kran
tenknipsel na enkele jaren weer in
handen krijgt, ziet, dat het papier
vergeeld is en voelt, dat het bros is
geworden en zwak. Het is ziek, of al
büna dood. Bijna elk papier draagt
de kiemen van bederf ln zich; vocht,
bacillen en schimmels bedreigen het
van buiten af en soms vreet zich zelfs
de inkt door het papier dat hem
draagt. Wie zal zich om dat alles be
kommeren. als het om een krant gaat?
Elke dag heeft zün eigen krant. Maar
anders wordt het, als een brief van
Johan de Witt of een tekening van
Rembrandt langzaam maar zeker ligt
te sterven, te vergaan. Specialisten
overal ter wereld hebben zich het
hoofd gebroken over dit probleem.
Middelen om vergeeld papier weer hel
der te maken en vochtplekken en roest
vlekken te verwijderen zUn wel bekend,
maar juist de gewetensvolste restaura
teurs moesten tot dusver dikwijls erken
nen. dat zU minder konden bereiken dan
van hen werd verwacht. Helaas waren er
ook wel kwakzalvers, die het papier
keurig bleekten met middelen, welke het
papierweefsel aantasten, zodat de schade
la'.er groter bleek dan vóór de behande
ling. Met chloor en zuren in verbindin
gen met allerlei mooie namen is veel
onherstelbare schade aangericht. Restau
rateurs met verautwoordelUkheidsgevoel
bleven zoeken en ook de heer Van
Harskamp, die gevónden heeft, zal met
zijn onderzoek altud voortgaan, want het
gaat met om middelen tegen enkele
kwalen, maar tegen wel duizenden ziek
ten van een grote verscheidenheid van
papiersoorten.
Geheime recepten
Museumdirecteuren zijn zéér
bedachtzaam. Dr c. Nooteboom
begreep onze belangstelling, maar
hij heeft toch wel even geaarzeld, voor
hij ons toestemming gaf tot een bezoek
aan de propere kleine werkplaats in h°t
Maritiem Museum, waar zün moderne
medicynman dat wonderlüke werk ver
richt. En mej. dra J. B. v. Overeem,
eerste conservatrice van het museum
zei ons onomwonden: „Wij zyn helemaal
niet zo gebrand op publiciteit". Niet. dat
men het licht van de heer Van Hars
kamp onder de korenmaat wil stellen:
de dankbare brieven die men van grote
musea en bekende verzamelaars heeft
ontvangen spreken allemaal van de
hoogste waardering voor deze beschei
den werker. Maar ln museumkringen
stemt alles wat op dit gebied op pro
paganda lukt tot behoedzaamheid, want
men heeft met sommige aanbevolen
methoden slechte ervaringen opgedaan.
De talrijke proeven, die het critisehe
Vezelinstituut met door dc heer Van
Harskamp bewerkt papier heeft ge
nomen, zün cohter volkomen overtui
gend. Men heeft dat papier langdurig
blootgesteld aan een temperatuur van
100 graden om he kunstmatig te ver
ouderen en het doorstond deze zware
proef in ieder opzicht beter in plaats
van slechter dan nietbehandeld pa
pier. Dit resultaat is sensationeel, aan
gezien bü alle andere tot nu toe be
kende restauratiemelhoden hel papier
in meerdere of mindere mate tc lijden
had. Chemisohe proeven wezen uit,
dat de behandeling aan het papier
geen schadelijke bestanddelen had
toegevoegd, maar integendeel kiemen
van bederf has' verwüderd of gedood.
Uit dubbelvouwnroeven bleek, dat het
papier door een geheimzinnig bad ver
jongd was. De elasticiteit was toege
nomen en bovendien was de kleur in
zijn oorspronkelijke frisheid hersteld.
Voor hel eerst hebben na deze proe
ven restauratiemethoden de officiële
zegen van een wetenschappelük Insti
tuut gekregen, na zulke grondige
proefnemingen.
De heer Nooteboom heeft ons toege
zegd. dat wij tot in bUzonderheden ken
nis zullen mogen nemen van de door het
Instituut uitgebrachte rapporten, maar
wa' wij er reeds in ronde woorden van
vernomen hebben spreekt voor ons een
duidelijker taal dan technische détails
en bovendien hebben wU de prachtige
resultaten gezien, in het atelier en in
Museum Boymans. Het geheim van zijn
methoden staat ook in die rapporten
niet, dat berust uitsluitend bij de heer
Van Harskamp. Hoe hü he. precies doet.
weet men zelfs in Deli. niet! Het is ook
meer dan een kwestie van recepten.
M eesterwerken
in een gootsteen
DAT begrepen wij, toen wij de restau
rateur opzochten in zün laborato
rium. In langwerpige spoelbakken,
een soort gootsteen, lagen daar in 'n
heldere vloeistof oude en zeer kostbare
tekeningen, welke hy hanteerde met een
chirurgische vaardigheid. „Mün vader
werkte met regenwater", vertelde hij.
ZUn vader, die chef was van de boek
binderij van de Gemeentebibliotheek,
verrichtte destyds restauraties voor de
Stichting Atlas van Stolk en van hem
leerde de heer Van Harskamp als jongen
de beginselen van het vak.
Als bibliofheelobediende besteedde hij
zijn vrUe avonden aan het restaureren
van oude boekbanden en het schoon
maken van prenten en door prlvélcssen
deed hU de nodige scheikundige kennis
op. Toen vertrouwde ook hem de Atlas
van Stolk oude tekeningen toe en proef-
ondervindelyk ontwikkelde hy nieuwe
methoden van restauratie.
I.'a dc oorlog kwam hij als kanloorbe-
(Van onze luchtvaartmedewerker)
De befaamde „Battle of Britain" in 1940 werd gewonnen door twee typen
jachtvliegtuigen, die zich een onsterfelijke naam in de geschiedenis hebben
weten te veroveren: de Hawker Hurricane en de Vickers-Supermarine Spitfire.
Een toekomstige „Battle of Britain" zal waarschijnlijk, zo hij ooit mocht uitbre
ken, opnieuw door een dergelijk tweetal beslist worden, n.l. door de Hawker
Hunter en de Vickers-Supermarine Swift. Deze beide straaljagers zijn de snelste
die ooit in Engeland door de vliegtuigindustrie werden ontwikkeld en beide
bevinden zich nu in seriebouw voor de Royal Air Force. Van beide straaljagers
is de Hunter het snelst. Bestuurd door de bekende testvlieger Neville Duke
heeft de Hunter reeds tal van malen in duikvlucht de supersonische grens
doorbroken en ook in horizontale vlucht heeft Neville Duke in zijn Hunter de
geluidssnelheid waarschijnlijk dicht benaderd.
ISfn Bijna drie eeuwen later
ruimde de lieer Van Hars
kamp deze sneeuw en gaf ons de
tekening in oude glorie terug. Na
het schitterend resultaat van liet
Dclflsc onderzoek verleende de r -
Rotterdamse gemeenteraad een -•
extra crediet voor dc restauratie van
30 bladen met tekeningen van de
zeeschilders Van der Velde. Te
zijner tijd zal men op een speciale
tentoonstelling liet resultaat kunnen
zien. c.—
I 'nnr Det sneeuwde nictMocn
de tekenaar (vermoede
lijk Pictcr Sacnredam) in 1662
deze binnenplaats in Aken in frisse
kleuren op liet blanke papier zette.
Maar dc tijd vrat het papier aan.
Het vergeelde en kwam vol „roest" -
vlekken.
Al in 1951. op dc grote lucht vaart-
■show in Fariiborough. verwekte Neville
Duke sensat e door op enkele meers
•hoogte over de hoofden van het publiek
te razen met een snelheid. die het su-
perc-om chc dicht moet hebben bena
derd. Wc hoorden het toestel met aan
komen. Plots was er een donderklap van
.geluidsgolven toen de Hunter over-
flitste en terwyl we haar al wentelend
cm haar as in het luchtruim zagen
.verdwijnen, hoorden we een langgerekt
E rommel als van een onweer en nog
-uge tijd bleef de lucht boven cm
ruisen, alsof een wind woei door hoge
populieren vol ritselende blaadjes
In 1952 was Neville Duke op Fariibo
rough al even sensationeel. In duik
vlucht overschreed hij tal van malen de
geluidssnelheid, waarby de supersoni
sche „bangs" (knallem goed te horen
iwaren Moedig was zün optreden, toen
hij in zün Hunter opsteeg om superso
nisch tc vliegen, een halfuur nadat
John Derry, bü een soortgelüke poging
niet dc DH-110 was neergestort
Neville Duke werd voor die moedige
daad persoonlijk door Churchill gecom
plimenteerd
wordt. Het geluld van die na-branders
ts oorverdovend en het brandstofver-
biuik enorm hoos Toch zullen w° straks