EEN MODERNE MEDICIJNMAN Engeland's snelste jagers E EN uiterst nauwkeurig onderzoek, met de modernste middelen uitgevoerd door deskundigen van het bekende Vezelinstituut T.N.O. te Delft heeft thans onomstotelijk aangetoond, dat een Rotterdamse gemeente-ambtenaar in een stil atelier met enkele flesjes, veel slapeloze nachten en een vonk genie resul taten heeft bereikt, die tot dusver door de geleerden voor onmogelijk werden gehouden. Hij verlengt met eeuwen de levensduur van manuscripten, onver vangbare meesterwerken en andere papieren kostbaarheden, welker onafwend baar geachte vergankelijkheid tot nu toe verzamelaars en museumdirecties in en buiten Nederland, met grote zorg vervulde. Dit doet hij, de heer J. A. van Harskamp, in het Maritiem Museum Prins Hendrik volgens methoden, welke hij zelf ontwikkelt en waarvan alleen hij het geheim bezit. het Maritiem Museum aan het Bur gemeester "s Jacobplein en vroeg zijn advies voor het eventuele Inrichten van een restauratie-atelier. Bi; de bouw van het museum was daar niet In voorzien. Een gedeelte va. de ex positieruimte werd afgeschoten en Ingericht. Daar vonden wij dezer dagen de lieer Van Harskamp, thans restau rateur en hoofdcommies, temidden van oude folianten en tekeningen, aan zijn microscoop. Monnikenwerk HIJ wees ons op een kolossaal oud boek in een prachtige leren band, dat een grote waarde vertegenwoor digt. Zulke erfenissen uit vroeger eeuwen zij licht beschadigbaar en zij worden niet altijd met de nodige zorg behandeld He' boek had op een vochtige plaats ge legen en waterschade opgelopen Tot wanhoop van de eigena ir waren de met monnikengeduld met de hand gekleurde platen overgedrukt op de tegenoverlig gende bladzijden en ieder blad was ont sierd door grote, bruine vochtvlekken, vaak dwars over de tere platen heen Op enkele pagina's was het nog te zien. maar de meeste van de honderden boek bladen waren alweer in hun luister her steld. Met hetzelfde monnikengeduld dat de verluchter moet hebben bezeten heeft de restaurateur blad voor blad vijftien maal behandeld, zonder het uit de band te nemen. Wij zouden graag het gezicht van de gelukkige eigenaar zien. als hij het straks terugkrijgt. Tot de patiënten van de heer Van Harskamp behoren niet alleen oude te keningen en boeken. Hij heeft waaiers gerestaureerd, waarvan het ivoor was gebroken en het papier was gescheurd. Nauwelijks meer leesbare globes heeft hij als nieuw gemaakt: een bijzonder moeilijke taak. Oude brieven, die een laatste herinnering waren aan ver van huis gestorvenen, heeft hij voor vergaan behoed en in foto's heeft hij de schade hersteld, die veroorzaakt was door de zuren in het karton van de passepar touts. Maar nu hem de laatste Jaren grote kostbaarheden worden toever trouwd. die voor heel d beschaafde wereld van waarde zijn, zoals etsen van Rembrandt, tekeningen van Van Gogh e..a, kan hij zijn tijd niet meer geven aan dingen, die maar voor enkele men sen van waarde zijn. Het onmogelijke slaagde ONVERVANGBARE meesterwerken en documenten behoren niet zo als gewone gebruiksvoorwerpen alleen aan hun eigenaar, ook al heeft deze zich een groot financieel offer ge troost om zijn schilderij of tekening te verwerven. Mèt de eigendom neemt hij een gTOte morele v rzntwoordelijkheid op zich tegenover geheel de culturele wereld Een eigenaar, die zich daarvan bewust is zal zij kunstschatten niet lichtvaardig uit handen geven. Toen professor dr Vorekamp van het Oud heidkundig Museum te Groningen en kele jaren geleden dan ook van het werk van de heer Van Harskamp hoorde, stelde hij hem voor een krachtproef. Hij ga. hem een opdracht, waar hij zelf niet aan geloofde: een tekening waarvan op het totaal verbruinde en beschimmelde papier weinig meer te onderschelden viel. De tekening kwam terug als een waardig tentoonstelllngsstuk en de spor- Maar al te dikwijls moeten wij de kolommen van ons blad vullen met nieuws over vindingen van het men selijk vernuft, die meer verderf dan heil beloven. Het Is ons dan ook een grote voldoening, dat wij thans het werk in het licht kunnen stellen van een Rotterdammer, die ten koste van veel hoofdbrekens en nachtrust verrassende resultaten heeft bereikt die alleen maar vreug de kunnen geven. WEKELIJKS BIJVOEGSEL van het LEI DSC H DAGBLAD ZATERDAG 17 JANUARI 1953 Pagina 1 Woord van Bezinning Kan een worm lachen? Neen. dat is je reinste dwaas heid; stel je voor: een worm. diep weggedoken in de duistere aarde, zou kunnen lachen! Het kost vaak nog moeite zyn kop van zijn staart te onderscheiden En dan lachen' Dat zou het armzalige beest niet eens gelukken in het Voorjaar, wanneer hij door het omspitten van de tuin naar boven wordt ge jaagd en het milde, verkwikkende zonlicht zijn kale. kronkelende lijf doet glinsteren Laat staan in de winter, nu de grimmige koude het leven in de natuur doet verstijven. Misschien moet je ook Charley Chaplin heten om op de dwaze ge dachte te komen, dat een worm zou kunnen lachen Of hebt U „Limelight" nog niet gezien'' Zoek hiervoor ten spoedigste ge legenheid. want het is de moeite waard deze film te zien en het is ook de moeite waard zich reken schap te geven van de speelse, maar diepzinnige opmerkingen, die daarin worden gepresenteerd De dwaasheid, dat wormen zou den lachen Is slechts één van dc vele voorbeelden. Bij het zien van ..Limelight" komt zelfs op een gegeven moment de vraag bü je op: „Aan welke cant zitten nu eigenlijk de toneel spelers? Op het doek, of in de zaal? Het is pijnlijk maar gezondma- kend te mogen ontdekken: „de be roepsspelers zitten in de zaal en Jij bent er ook één. Een type. als Charley Chaplin, is de uitzonde ring op deze regel. Hij „speelt" niet Hfj doet en spreekt, zoals hij in werkelijkheid is en zoals wU al len in de grond van de zaak zijn, wanneer dc gebruikelijke camou flage wegvalt Charley droomt, dat het Voor jaar is. Uitdagend en vol levens lust staat hu te zingen. Het is of de bomen en struiken, op de ach tergrond. wakker worden en luis teren. Alles leeft, alles lacht „Zelfs de wonnen, diep in dc giond, zwie- pen met hun staarten en lachen". En Charley laat zich niet ont moedigen. Dat blUkt uit zUn goed moedige. ietwat medelijdende glim lach. als het danseresje Terry, die ondertussen ten tonele verschenen is. spottend opmerkt: „Och wat, een worm kan niet lachen". Wie van beiden heeft gclUk? Nog altijd spreken dwazen en kinderen de waarheid. De ver doorgevoerde dwaasheid, het absurde, ontmaskert. En niet zo weinig. Kan een worm lachen? Kun jij lachen, kleine, eenzatnc mens, die het liefst als een worm wegduikt in je eigen wereld en al leen in uiterste nood met Je kale. wroetende leven tegenover anderen te voorschUn komt? Kun jij lachen. Christen, die zegt te willen leven in het stra lende licht van Christus en van ZUn RUk? Is het niet beschamend, dat Charley Chaplin met zUn „Lime light" langs een omweg je moet leren wat je regelrecht uit het Evangelie mag ontvangen: de onweerstaanbare moed om te leven, de moed om eerlijk te zUn tegen over anderen, tegenover jezelf en tegenover God? Daarom neem ik de dwaasheid, dat een worm kan lachen, rustig voor mgn rekening. Want God wil al Zijn seliepselen. niet één uitgezonderd, hel werke lijke Leven en de werkelijke Vreug de van Christus geven! P. L. SCHOONHEIM, Predikant voor het Bijzondere Kerkewerk van de Hervormde Gemeente Leiden. (Hoge Rijndijk 14ai. t t t t t t t t t t t t t t t t t t t t t t t t ■"»B tieve professor hing er een foto naast, die de toestand van „vóór het gebruik" toonde. De pers in het Noorden was enthousiast Hopeloze gevallen waren ook enkele bijzonder mooie 18de eeuwse pastel - portretten van artistieke en histori sche waarde. Hel materiaal was krijt op perkament en hel perkament was gebarsten. Nu gol hel welhaast als een axioma, dal perltaieni niet op wa, dan ook kan worden geplakt. Het is een moeilijk materiaal, fan ouder dom wordt het hard en onhandelbaar als een vergelen oude schoen. Hel kan geweekt worden, maar dan wordt het slap als zeemleer. Elke nieuwe laak, waar de restaurateur aan begint, heeft iets van een avon uur. En dit a<ontuur had wel een heel onaangename ver rassing voor hem in petto. Torn hij het glas van de portretten verwijderde bleek het krij' zo los op het perka ment te liggen, dat hel opstoof door zijn ademhaling. De tekening was zo weg te blazen! Het perkament is op linnet geplakt met lijm zonder schadelijke bestand delen en strak gespannen als een trommel, zonder dat aan de voorkant van de tekening druk is uitgeoefend. En bovendien heeft zich nu het krijt ste viger gehecht zodat de portretten weer veilig zijn De heer Van Harskamp lijkt ln zijn witte laborantenjas op een arts, als hij ons droogjes v :rslag doet van deze prachtige operatie, maar voor ons leken heeft zUn werk iets van magu. In alle grote Europese musea probeert men tevergeefs dergelijke dingen te doen. Zelfs wat men in het beroemde Britse Museum op dit gebied presteert hAalt, naar men zelf erkent, niet bij de resul taten, waar het museum in Rotterdam zich op kan beroemen. In Amerika zou men deze kunst ook graag leren. Artistiek inzicht MAAR een kunst kan men zich niet door leren alléén eigen maken. De heer Van Harskamp heeft heel wat moeten blokken, ook thuis, hij in de ene kamer, zijn zoon met zijn huis werk in de andere. Hij heeft moeten leren, een ontmoedigende verscheiden heid van papiersoorten en schimmels te herkennen „Neem bijvoorbeeld een krant" zegt hij en uit een flesje laat hij een druppel vallen op de krant die voor ons ligt en ook op een stukje „Oudhollands" papier. Op de krant ontstaat een diep purperen vlek. op het andere papier een gele. Het Is de houtstof in het krantenpapier die purper kleurt. Zo heeft hij ook inktsoor ten en de eigenschappen van alle moge lijke kleurstoffen moeten bestuderen en het effect van zün methoden op al deze stoffen. Wie dat alles onder de knie heeft, ls nog niet verder dan de technische kant van de zaak Niemand kan hem vertel len. hoe ver hU moet gaan met het lich ter maken van het papier van een teke ning. Niemand kan hem het eindeloze gedulc geven en de sterke zenuwen, die onmisbaar zijn bU dit avontuurlijke pre cisiewerk. Dit is heel ander werk dan bijvoorbeeld het massaal ontwikkelen van fotonegatieven. Er is artistieke zin voor nodig, werklust en uithoudings vermogen. DikwUls mag de heer Van Harskamp pas na zeven uren ophouden als hij aan een bewerking ls begonnen, ook al is het dan allang nacht: zou hU het halverwege laten liggen, dan zou het kostbare stuk reddeloos verloren zUn. En dit soms zenuwsloj ende werk moet hij doen in een geïmproviseerd atelier, waar vaak de lucht bedorven is door de giftige chemicaliën, die hu ge bruikt. Als wij ijjn atelier verlaten, neemt hij een kostbaar boek ter hand. dat door wonnen geperforeerd Ls. Blad voor blad zal hü de gaatjes bügietcn met een papierpap. die hü heeft bereid uit hetzelfde zeventiende eeuwse papier als dat, waarva.i het boek is gemaakt; tot dat het weer gaaf is. Zo heeft hij zeldzame postzegels wel schoonge maakt en er ontbrekende tandjes aan bijgegoten. De mogclükheden, die zijn vindingen bicden, zün nog maar nau welijks te overzien. Wij kunnen er als Nederlanders trols op zün, dat dit werk in ons land voor het eerst wordt gedaan door een Rotterdamse gemeen te-ambtenaar. die ondanks zijn succes een sympathieke, eenvoudige man is gebleven. Zowel de Huil ter als de Swift zijn met terugwykendc vleuzels en staartvlakken uitgerust, wat direct al op een hoge snelheid duidt, waarvoor deze machines on two-pen zün. Beide zün voorzien van een RoHs-Royce Avon straalmotor, die In de seriemach nes met een zg. na-brandcr zal worden uitgerust Er wordt dan ir de- gassen, die dc straalpijp verlaten nogmaals brandstof gespoten, waardooi nogmaals een explosie optreedt en de stuwkracht met ongeveer 30% verhoogd diende bü het Maritiem Museum, dat toen nog in het gebouw aan de Wil- Irmskade was ondergebracht. Hier werd hü eigcnlyk pas „ontdekt". Op een goede dag in 1947 nam prof. dr s. Hofstra hem mee om eens een kijkje te nemen in het nieuwe gebouw van waarschünlijk ook in ons luchtruim de herrie van de na-branders kunnen ho ren. De Swift is nl. bestemd om de Gloster Meteor-straaljagers van onze luchtmacht te vervangen. Fokker zal waarschynlijk de Swift in licentie gaan bouwen, zodra de Meteor-productie. eind 1953. a floept. Voorlopige berichten spreken zelfs van 500 stuks, waarvan een deel bestemd is voor de Belgische luchtmacht- Waarschijniyk had onze luchtmacht liever dc snellere Hunter ge had. maar Engeland wil d t jachtvlieg tuig exclusief voor de RAF houden. De juiste snelhe:d van de Sw.'ft wordt nog geheim gehouden. Zij wordt geschat op ongeveer 1100 km per uur. D? Hunter heeft de luchtinlaten voor haar straalmotor in de vleugel wortels de Swift heeft ze in „kieuwen 1 ter weerszijden van de romp naast de cock pit Deze luchtinlaten voimen een ty pisch kenmerk van de Swift. D- bewa pening van beide straaljagers bestaat uit vier kanonnen van 30 mm. die onder ln de rompneus zijn ingebouwd. Nu er in de luchtvaartwereld een tendenz merkbaar is. de vaste kanenbewapening tc vervangen door raketbewapening, ls het wel mc,>e!i|k. dat ook bii dc Hunter en de Swift de kanonbewapening in de toekomst plaats zal maken voor al of met geleide .air-to-air" raketten. De Swift heeft in het uiterste puntje van haar neus een radar-knobbeltje, dat waarschynlijk dienst zal doen om de vlieger te helpen bij het opsporen van de vijand Met het blote oog is dat tegenwoordig bijna niet meer mogelijk als gevolg van de grote snelheden. Want als een straaljager vliegt met een snel heid van 100 km per uur en hy ontmoet een vyand. die ook 1000 km per uur vliegt, dan ontmoeten zij elkaar met een snelheid van 2000 km per uur en op grote hoogte, waar het zicht slecht is, Is het opsporen van een vijand met het blote ooj dan ook wel uiterst moeilijk. De luchtverdediging van Engeland en die van een groot deel van het vaste land van West-Europa zal straks,in han den van de Hunters en de Swifts gelegd worden Laat ons hopen, dat zy in de geschiedenis de roem van de Hurricane en de Spitfire zullen weten te evenaren! De yickers-Supermarine Swift stiaaljagcr. die de Gloster Meteors in onze luchtmacht zal vervangen. Verrassende prestaties van Rotterdammer maakt oude meesters jong De Hunter en de Snift Duizenden ziekten veel kwakzalvers PAPIER leeft en gaat dood, vroeger of later, zoals alles wat leeft. Het papier van deze krant heeft maar een korte levensduur. Wie een kran tenknipsel na enkele jaren weer in handen krijgt, ziet, dat het papier vergeeld is en voelt, dat het bros is geworden en zwak. Het is ziek, of al büna dood. Bijna elk papier draagt de kiemen van bederf ln zich; vocht, bacillen en schimmels bedreigen het van buiten af en soms vreet zich zelfs de inkt door het papier dat hem draagt. Wie zal zich om dat alles be kommeren. als het om een krant gaat? Elke dag heeft zün eigen krant. Maar anders wordt het, als een brief van Johan de Witt of een tekening van Rembrandt langzaam maar zeker ligt te sterven, te vergaan. Specialisten overal ter wereld hebben zich het hoofd gebroken over dit probleem. Middelen om vergeeld papier weer hel der te maken en vochtplekken en roest vlekken te verwijderen zUn wel bekend, maar juist de gewetensvolste restaura teurs moesten tot dusver dikwijls erken nen. dat zU minder konden bereiken dan van hen werd verwacht. Helaas waren er ook wel kwakzalvers, die het papier keurig bleekten met middelen, welke het papierweefsel aantasten, zodat de schade la'.er groter bleek dan vóór de behande ling. Met chloor en zuren in verbindin gen met allerlei mooie namen is veel onherstelbare schade aangericht. Restau rateurs met verautwoordelUkheidsgevoel bleven zoeken en ook de heer Van Harskamp, die gevónden heeft, zal met zijn onderzoek altud voortgaan, want het gaat met om middelen tegen enkele kwalen, maar tegen wel duizenden ziek ten van een grote verscheidenheid van papiersoorten. Geheime recepten Museumdirecteuren zijn zéér bedachtzaam. Dr c. Nooteboom begreep onze belangstelling, maar hij heeft toch wel even geaarzeld, voor hij ons toestemming gaf tot een bezoek aan de propere kleine werkplaats in h°t Maritiem Museum, waar zün moderne medicynman dat wonderlüke werk ver richt. En mej. dra J. B. v. Overeem, eerste conservatrice van het museum zei ons onomwonden: „Wij zyn helemaal niet zo gebrand op publiciteit". Niet. dat men het licht van de heer Van Hars kamp onder de korenmaat wil stellen: de dankbare brieven die men van grote musea en bekende verzamelaars heeft ontvangen spreken allemaal van de hoogste waardering voor deze beschei den werker. Maar ln museumkringen stemt alles wat op dit gebied op pro paganda lukt tot behoedzaamheid, want men heeft met sommige aanbevolen methoden slechte ervaringen opgedaan. De talrijke proeven, die het critisehe Vezelinstituut met door dc heer Van Harskamp bewerkt papier heeft ge nomen, zün cohter volkomen overtui gend. Men heeft dat papier langdurig blootgesteld aan een temperatuur van 100 graden om he kunstmatig te ver ouderen en het doorstond deze zware proef in ieder opzicht beter in plaats van slechter dan nietbehandeld pa pier. Dit resultaat is sensationeel, aan gezien bü alle andere tot nu toe be kende restauratiemelhoden hel papier in meerdere of mindere mate tc lijden had. Chemisohe proeven wezen uit, dat de behandeling aan het papier geen schadelijke bestanddelen had toegevoegd, maar integendeel kiemen van bederf has' verwüderd of gedood. Uit dubbelvouwnroeven bleek, dat het papier door een geheimzinnig bad ver jongd was. De elasticiteit was toege nomen en bovendien was de kleur in zijn oorspronkelijke frisheid hersteld. Voor hel eerst hebben na deze proe ven restauratiemethoden de officiële zegen van een wetenschappelük Insti tuut gekregen, na zulke grondige proefnemingen. De heer Nooteboom heeft ons toege zegd. dat wij tot in bUzonderheden ken nis zullen mogen nemen van de door het Instituut uitgebrachte rapporten, maar wa' wij er reeds in ronde woorden van vernomen hebben spreekt voor ons een duidelijker taal dan technische détails en bovendien hebben wU de prachtige resultaten gezien, in het atelier en in Museum Boymans. Het geheim van zijn methoden staat ook in die rapporten niet, dat berust uitsluitend bij de heer Van Harskamp. Hoe hü he. precies doet. weet men zelfs in Deli. niet! Het is ook meer dan een kwestie van recepten. M eesterwerken in een gootsteen DAT begrepen wij, toen wij de restau rateur opzochten in zün laborato rium. In langwerpige spoelbakken, een soort gootsteen, lagen daar in 'n heldere vloeistof oude en zeer kostbare tekeningen, welke hy hanteerde met een chirurgische vaardigheid. „Mün vader werkte met regenwater", vertelde hij. ZUn vader, die chef was van de boek binderij van de Gemeentebibliotheek, verrichtte destyds restauraties voor de Stichting Atlas van Stolk en van hem leerde de heer Van Harskamp als jongen de beginselen van het vak. Als bibliofheelobediende besteedde hij zijn vrUe avonden aan het restaureren van oude boekbanden en het schoon maken van prenten en door prlvélcssen deed hU de nodige scheikundige kennis op. Toen vertrouwde ook hem de Atlas van Stolk oude tekeningen toe en proef- ondervindelyk ontwikkelde hy nieuwe methoden van restauratie. I.'a dc oorlog kwam hij als kanloorbe- (Van onze luchtvaartmedewerker) De befaamde „Battle of Britain" in 1940 werd gewonnen door twee typen jachtvliegtuigen, die zich een onsterfelijke naam in de geschiedenis hebben weten te veroveren: de Hawker Hurricane en de Vickers-Supermarine Spitfire. Een toekomstige „Battle of Britain" zal waarschijnlijk, zo hij ooit mocht uitbre ken, opnieuw door een dergelijk tweetal beslist worden, n.l. door de Hawker Hunter en de Vickers-Supermarine Swift. Deze beide straaljagers zijn de snelste die ooit in Engeland door de vliegtuigindustrie werden ontwikkeld en beide bevinden zich nu in seriebouw voor de Royal Air Force. Van beide straaljagers is de Hunter het snelst. Bestuurd door de bekende testvlieger Neville Duke heeft de Hunter reeds tal van malen in duikvlucht de supersonische grens doorbroken en ook in horizontale vlucht heeft Neville Duke in zijn Hunter de geluidssnelheid waarschijnlijk dicht benaderd. ISfn Bijna drie eeuwen later ruimde de lieer Van Hars kamp deze sneeuw en gaf ons de tekening in oude glorie terug. Na het schitterend resultaat van liet Dclflsc onderzoek verleende de r - Rotterdamse gemeenteraad een -• extra crediet voor dc restauratie van 30 bladen met tekeningen van de zeeschilders Van der Velde. Te zijner tijd zal men op een speciale tentoonstelling liet resultaat kunnen zien. c.— I 'nnr Det sneeuwde nictMocn de tekenaar (vermoede lijk Pictcr Sacnredam) in 1662 deze binnenplaats in Aken in frisse kleuren op liet blanke papier zette. Maar dc tijd vrat het papier aan. Het vergeelde en kwam vol „roest" - vlekken. Al in 1951. op dc grote lucht vaart- ■show in Fariiborough. verwekte Neville Duke sensat e door op enkele meers •hoogte over de hoofden van het publiek te razen met een snelheid. die het su- perc-om chc dicht moet hebben bena derd. Wc hoorden het toestel met aan komen. Plots was er een donderklap van .geluidsgolven toen de Hunter over- flitste en terwyl we haar al wentelend cm haar as in het luchtruim zagen .verdwijnen, hoorden we een langgerekt E rommel als van een onweer en nog -uge tijd bleef de lucht boven cm ruisen, alsof een wind woei door hoge populieren vol ritselende blaadjes In 1952 was Neville Duke op Fariibo rough al even sensationeel. In duik vlucht overschreed hij tal van malen de geluidssnelheid, waarby de supersoni sche „bangs" (knallem goed te horen iwaren Moedig was zün optreden, toen hij in zün Hunter opsteeg om superso nisch tc vliegen, een halfuur nadat John Derry, bü een soortgelüke poging niet dc DH-110 was neergestort Neville Duke werd voor die moedige daad persoonlijk door Churchill gecom plimenteerd wordt. Het geluld van die na-branders ts oorverdovend en het brandstofver- biuik enorm hoos Toch zullen w° straks

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1953 | | pagina 5