Gaan gekoppelde betonblokken
bonten spoorwegdwarsliggers
vervangen?
Economische ontwikkeling
van Suriname dringend gewenst
Roiid de .Veemarkt
9lste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD Zaterdag 23 Augustus 1952
Tweede Blad No. 27694
Spanbetonin Alphen levert
materiaal voor veelbelovende
proefvakken
Voortzetting van geslaagde experimenten
elders in Europa
(Van een onzer redacteuren]
Iedere techniek en iedere bedrijfstak heeft van het ontstaan af te kampen
met specifieke problemen, die de ideale oplossing steeds meer naderen naar
mate de ervaring meer meespreekt in de vormgeving dier oplossing.
Voor de spoorwegen is een van die problemen de directe fundering van
de spoorstaven, d.w.z. in het algemeen taalgebruik: de rails. Tot voor kort
hebben alle proefnemingen gefaald, om die directe fundering van houten
dwarsliggers door een ander systeem te vervangen.
Recente proefnemingen elders in Europa en nog lopende proeven in ons
land openen de mogelijkheid, de houten dwarsliggers te vervangen door
bepaalde betonconstructies.
In Alphen aan den Rijn worden thans de materialen vervaardigd, waarmee
de N.S. experimenteren om een weg te vinden, die ons land via invoering
van beton-fundering onafhankelijk zou maken van het buitenland (dat het
dwarsliggerhout levert) ten aanzien van een van de essentiële behoeften van
ons spoorwegnet.
Proefvakken tussen Bilthoven
en Pen Dolder
Tussen Bilthoven en Den Dolder op de
spoorlijnen Utrecht naar Amersfoort
worden momenteel enkele proefvakken
gelegd, waarop dwarsliggers van diverse
constructie worden getest. Deze con
structies betreffen betonfunderingen van
verschillende aard.
Elders in Europa, vooral in Frankrijk,
is men reeds eerder tot proefnemingen
en definitieve toepassing in die richting
gekomen. Door de jaren heen, heeft men
ook in Nederland getracht een ver
vanging van de houten dwarsliggers te
vinden, en men heeft daarbij voorname
lijk aan betonconstructies gedacht.
Steeds bleek echter gewapend beton
sneller te scheuren, zodat reeds voor de
oorlog werd afgestapt van het idee, om
SPANBETON OPENT
MOGELIJKHEDEN.
Na de oorlog ontstond ook in ons land,
namelijk in Alphen, de span-beton-
industrie, d.w.z. gewapend beton, waar
in de bewapening vóór het aanbrengen
van het beton aan een sterke lengte
spanning wordt blootgesteld, die opge
heven wordt na storting en verharding
van het beton. Het beton wordt daardoor
als het ware van een inwendige druk-
spanning voorzien, die de draagkracht
verhoogt.
Men kan zich dit voorstellen aan de
hand van een eenvoudig voorbeeld.
Men kan een rü boeken oppakken,
doch heeft grote kans, dat die rij uit
eikaar zakt, dat de „bockenbalk"
breekt. Die kans wordt kleiner, naar
mate men de boeken aan de uiteinden
sterker naar elkaar toedrukt. Houdt
men de rü zeer stevig vastgeklemd, zo
dat er dus een interne spanning in de
bockenbalk aanwezig is, dan kan men
deze zelfs gebruiken, om er iets
op te zetten. Verhoging van deze in
terne spanning vergroot dus de draag
kracht. Zo moet men ook de grotere
draagkracht van spanbeton in verge
lijking met gewoon gewapend beton
BUITENLANDSE ERVARINGEN.
De Ned. Spoorwegen en de Alphense
spanbetonfabriek hebben gezamenlijke
proefnemingen opgezet, die mede steu
nen op buitenlandse ervaringen en onder
zoekingen. Bij de ontwikkeling van de
systemen, die thans worden beproefd,
heeft men1 vooral veel steun ontvangen
van de Franse ingenieur Roger de Son
neville van de Société National des che-
mins de fèr francais, doch tevens werd
een studie gemaakt van het Engelse
dow-mac-systeem en Duitse systemen.
Op het baanvak tussen Bilthoven en
Den Dolder liggen in de proefvakken
thans diverse soorten span-beton-
dwarsHggcrs, die in de Alphense fa
briek zijn vervaardigd, alsmede een
proefvak met uit Duitsland geïmpor
teerde dwarsliggers. Niet alleen de
constructie van de dwarsligger zelve
wordt hier beproefd, ook verschillende
methoden t.a.v. de zeer belangrijke
bevestiging van spoorstaaf op dwars
ligger. De verwachting is, dat een deel
dier proeven slaagt, en met name ver
wacht men veel van het systeem van
twee betonblokken, verbonden door
een niet voor-gespannen ijzeren staaf,
de zogenaamde „R.S. betonblokdwars-
liggers".
ECONOMISCH EN TECHNISCH
VAN BELANG.
In tweeërlei opzicht zijn deze experi
menten van grote betekenis. De kosten
van betonnen dwarsliggers liggen onge
veer op hetzelfde niveau als die van de
gebruikelijke houten. De levensduur van
de betonnen dwarsliggers moet nog be
proefd' worden, (van een houten bedraagt
deze 15 jaar). Belangrijk is echter in
economisch opzicht, dat ons land alle
dwarsliggers-hout moet importeren, ter
wijl wij ten aanzien van betonnen dwars
liggers niet op het buitenland zijn aan
gewezen. Er kunnen tijden komen, waar
in dit op grond van economische of poli
tieke omstandigheden van zeer groot
belang is.
Er is echter ook een technisch voor
deel aan betonnen dwarsliggers. Slechts
die dwarsliggers en slechts door toepas
sing daarvan mogelijke bevestigings
methoden- van de spoorstaven zullen het
op den duur mogelijk maken, over zeer
lange afstanden de spoorstaven aan
elkaar te, lassen, en zo te komen tot het
voegloze spoor. Dit veraangenaamt niet
alleen het reizen, doch het voorkomen
van het voortdurende stoten van de wie
len op de spoorstaaf-afscheidingen be
perkt in sterke mate de slijtage zowel
van het rijdend als het vaste materiaal.
In Frankrijk en Duitsland heeft men
reeds grote baanvakken, waar op een
dergelijke manier spoorstaven over een
lengte van kilometers aan elkaar zijn
gelast. De energie-besparing die daaruit
voortvloeit is ook zeker niet te veron
achtzamen.
Slagen de proeven, en besluiten de
spoorwegen in het groot tot toepassing
van betondwarsliggers over te gaan,
dan zal hiervoor waarschijnlijk een
aparte fabriek moeten worden opge
richt. Over de vorm en plaats van die
industrie staat echter nog niets vast
De spoorwegen voeren bij de ontwik
keling van dit project een zeer voor
zichtige politiek, zodat in de naaste
toekomst ook nog geen stappen in die
richting te verwachten zjjn.
Algemene vervanging van de houten
dwarsliggers door betonnen zou een om
vangrijk werk zijn. Dat kan men zich
voorstellen, wanneer men weet, dat er
1600 dwarsliggers per kilometer gebruikt
moeten worden, en dat het spoornet
meer dan 3000 kilometer lang is. waar
van het grootste deel bovendien-nog dub
bel spoor is, terwijl ook de emplacemen
ten nog vele honderden kilometers
spoorbaan tellen.
De productie van blokken voor de R.S.-
dwarsliggers geschiedt bij Spanbeton in
Alphen thans in een tempo van 100 per
acnt uur. Zij worden vervaardigd in een
machine, die al direct de „kip" gedoopt
is. Deze machine „legt" in een regelma
tig tempo als het ware de betonblokken.
In grote hoeveelheden liggen de
gekoppelde blokken op een terrein
bij Alphens station op transport
naar de proefvakken te wachten.
CENTRALE OPSLAG NODIG.
Het voltooide product ligt thans voor
het vervoer naar de proefvakken op
geslagen bü het Alphense station. Bü
productie in het groot, zou naar een
ander opslagterrein moeten worden
uitgekeken. In Boskoop is een geschikt
terrein voorhanden, waar niet minder
dan 75.000 stuks zouden kunnen wor
den opgeslagen, hetgeen overigens nog
niet voldoende is voor een luttele 50
kilometer.
Ir Roger Sonneville, zal op 2 Septem
ber a.s. op de Rubber-stichting te Delft
een inleiding houden over zijn ervarin
gen met de door de S N.C F. in samen
werking met het „Institut Frangais du
Caoutchouc" te Parijs ontwikkelde spoor
wegonderleggers. Deze zijn speciaal be
stemd voor gebruik bij betonnen-dwars
liggers.
Na de inleiding van de heer Sonneville
zal ir Deenik. hoofd van de bovenbouw
der Nederlandse Spoorwegen, een over
zicht geven van de verschillende proef
nemingen, die reeds met rubberplaatjes
door de Nederlandse Spoorwegen zijn
genomen op de proefvakken met beton
dwarsliggers.
Betekenis van het bankbedrijf
van groot belang
Surinaamse gulden doet agio ten opzichte van Nederlandse
OVan onze financiële medewerker)
De jaarverslagen ran onze grote
banken zijn niet alleen interessant
voor dc aandeelhouders om te weten
hoe de resultaten zijn geweest en op
welk dividend mag worden gerekend,
ook voor hen, die niet rechtstreeks bü
die instellingen zij betrokken, trekken,
verdienen althans, de jaarverslagen de
aandacht zowel wegens de deskundige
beschouwingen over dc economische
en financiële vraagstukken van dc
dag, als de statistische gegevens, welke
zjj bevatten.
Verslagen als die van de Nederlandse
Bank en de Javasche Bank, de centrale
instellingen voor Nederland en Indone
sië. bieden elk jaar weer een duidelijk
beeld van de financiële, economische en
monetaire ontwikkeling in genoemde
landen en dienen als een betrouwbare
bron van statistisch materiaal, waaruit
ten aanzien van de vele aspecten van
het economisch leven kan worden geput.
Zo vindt men bijv. in het verslag van ae
Hollandse Bank voor Z.-Amerika, welke
zich vooral in de laatste jaren krachtig
heeft ontwikkeld belangwekkende over
zichten van de toestand in Argentinië,
Brazilië, Chili, Palestina en andere lan
den, waarheen zich de belangensfeer van
de betrokken instelling heeft uitgestrekt
en gelijksoortige beschouwingen over In
donesië, Suriname, De Nederlandse An
tillen, pe Maleise Federatie en Singa
pore, India, Pakistan, Birma, Hongkong,
•lopan,. Saoedi-Arabië, Kenia en Tan-
Sanjlka treft men aan in de jaarversla
gen van de Nederlandse Handel Mij.
Men geeft zich er doorgaans te wei-
Pi? rekenschap van hoe uitgestrekt het
arbeidsveld en hoe wijdvertakt de wer
kingssfeer van het bankbedrijf is en
*elke onschatbare diensten het aan de
opbouw en uitbreiding van de interna
tionale handel bewijst. Vooral in deze
tild met zijn talloze problemen en com-
P,beatles op het gebied van de finan
ciële en monetaire verhoudingen tussen
oe verschillende landen is een goed ge-
eiö en goed functionnerend bankbedrijf
aen absolute voorwaarde van de com
merciële en industriële ontwikkeling van
*en land.
Bovenstaande regelen werden ons in
de pen gegeven bij het lezen van wat
in het jongste jaarverslag van de Ne
derlandse Handel Mij over Suriname
wordt medegedeeld en waaruit blijkt
welke een belangrijke plaats deze in
stelling in het economisch bestel van
dat land inneemt. Suriname is voor de
oorlog wel eens het stiefkind van Ne
derland genoemd, maar na de tweede
wereldoorlog is van Nederlandse züde
een toenemende belangstelling voor dit
overzeesche gebiedsdeel aan de dag
gelegd. Niet alleen de staatkundige
positie van Suriname als één van de
weinige ons overgebleven „koloniën" is
sindsdien een onderwerp van diep
gaande bespreking, ook de economi
sche toestand van Suriname is meer
onder de aandacht gekomen.
Met name is dit gebleken uit het in
stellen van het Welvaartsfonds Surina
me bij de wet van 1 Aug. 1947. waaraan
door de Nederlandse regering een bedrag
van f. 40 millioen werd beschikbaar ge
steld. In het verslag van de Ned. Handel
Mjj wordt medegedeeld dat, hoewel het
beschikbare kapitaal op zich zelf onvol
doende is om Suriname volledige eco
nomisch op te bouwen en slechts de
grondslager? kunnen worden gelegd voor
het inhalen van de achterstand op ve
lerlei gebied .tooti sinds het moment van
oprichting grote activiteit werd ont
plooid, zowel op het gebied van de eco
nomische ontwikkeling, als ten aanzien
van de verbetering van sociale toestan
den.
Met behulp van het Welvaartsfonds
zijn o.m. vier polders aangelegd, waar
van een, de Prins Bernhardpolder voor
al bedoeld is als proefstation voor de
toekomstige landbouwbedrijven. Ook op
het gebied van de bosbouw en het cre-
dietwgzen 'Volkscredietbank) heeft het
Welvaartsfonds reeds goed werk ver
richt. Voorts is er de Stichting voor de
Ontwikkeling van de Machinale Land
bouw in Suriname, welke de nieuwe
polders in cultuur zal brengen en de
Stichting Planbureau Suriname, die voor
de Interbank een rapport heeft opge
steld dat een uitvoerige ontleding om
vat van de economische structuur en
dat als grondslag voor een uitgebreid
ontwikkelingplan heeft ingediend. Het
voorstel van de Interbank is dat de fi
nanciering van het z.g. minimum-plan
voor f. 40 millioen door de regering van
Suriname zal geschieden, voor f. 40 mil
lioen door een lening van Nederland en
voor f. 20 millioen door het buitenland.
Dat de economische ontwikkeling
van Suriname dringend nodig is om
de bevolking van ca. 215.000 zielen,
w.o. slechts 2300 Europeanen, tot gro
tere welvaart te brengen, blükt wel
uit het feit dat ondanks een waarde-
stijging van de export met f. 8 mil
lioen, de Surinaamse handelsbalans,
die in 1937/39 nagenoeg evenwichtig
was, in 1951 nog een passief van f. 6
millioen aanwees. Daar ook van de z.g.
onzichtbare export (diensten enz) nau
welijks sprake is en de kapitaalsover
drachten naar Suriname uiterst ge
ring zijn, moet heiaas naar beperking
van de invoer worden gestreefd zolang
de hiervoor genoemde ontwikkelings
plannen nog niet tot een grotere pro
ductie hebben geleid.
De agrarische en industriële betekenis
van Suriname is zeer klein. De voor
naamste bron van inkomsten levert nog
altijd de bauxietwinning, dat in steeds
toenemende hoeveelheden door de Su
rinaamse Bauxiet Mij en Billiton Mjj
wordt verkregen. Na bauxiet is houtvoor
Suriname het belangrijkste exportarti
kel
De verdere ontsluiting van economi
sche hulpbronnen is voor Suriname
uitermate gewenst en het mag verblij
dend worden genoemd dal! zich ook in
het afgelopen jaar in de vestiging van
nieuwe industrieën (Bruinzeel Suriname
Houtmij), de uitbreiding van de woning
bouw en de oprichting van de Volkscre
dietbank en de Surinaamse Hypotheek
bank een nieuwe economische activiteit
heeft ontwikkeld, waarin ook het gewo
ne bankbedrijf een belangrijk aandeel
had.
Dit blijkt wel uit de grotere vraag
naar credlet aan de ene kant en de ster
ke toeneming van de rekeningcourant-
saldi aan de Sndere kant. Het feit dat
de "vnloon. hoewel uiteraard zpcr
belangrijk groter dan voor de oorlog,
gedurende de laatste jaren niet is geste
gen en uit, 1951 zelfs lager was dan in
1946, wijst op een gezonde monetaire si
tuatie, welke ook wordt geïllustreerd
door het agio van de Surinaamse gulden
ten opzichte van de Nederlandse.
Congres Genootschap
voor Reclame
(Speciale berichtgeving).
Het Genootschap voor Reclame zal op
11 en 12 September a.s. in Krasnapolsky
te Amsterdam haar 15e Reclamecongres
houden. Het congres, dat door Prins
Bernhard geopend wordt, komt dit
maal in het teken van de reclame van
Nederland in het buitenland te staan.
De eerste congres-dag staat ln het
teken van de reclame voor goederen,
terwijl de tweede dag de propaganda
voor Nederlandse dienstverlening ter
sprake zal komen.
Zo zal het programma van de eerste
dag de volgende sprekers en onderwer
pen omvatten: mr W. H. Fockema
Andreae (president Kon. Ned. Jaar
beurs): „Onder Nederlandse vlag". De
heer Walter Roozen directeur afd.
Centraal Bloembollen-Comité: „Collec
tieve reclame in de vreemde", mr B. J.
Geveke (directeur Economische Voor
lichting en Exportbevordering): „Re
clame als middel tot exportvergroting"
en de Amerikaan E. Stoetzner, de di
recteur der buitenlandse advertentie-
afdeling der New York Times, over
„Public relations and public relations
advertising".
Op de tweede dag zullen o.m. het
woord voeren mr L. H. Slotemaker, di
recteur buitenlandse betrekkingen der
K.L.M., over „Nederlands verkeer in de
vreemde", en de heer Bouwman (direc
teur Lissone Lindeman) over: „Indus
trieel Tourisme".
De belangstelling voor het komende
congres is thans al reeds vrij goed.
Dodelijke val van 8 meter
Tijdens herstelwerkzaamheden aan het
dak van de Montessorischool „Kastanje
hof aan de St. Jozefstraat te Tilburg, is
de 63-jarige koperslager-loodgieter H.
Willekens van een hoogte van 8 meter
naar beneden gevallen. De man kwam
met het hoofd op de stenen terecht en
was op slag dood.
RIJKSPLUIMVEETEELTCONSULENT
VERDRONKEN
Bij het baden in zee is gistermiddag
te Scheveningen verdronken ir. J. J.
Janssen uit Venlo, Rijkspluimveeteelt-
consulent voor Limburg. De heer Jans
sen, die de zwemkunst niet machtig was,
was te ver in zee gegaan. Kunstmatige
ademhaling werd nog toegepast, doch
vergeefs. Ir Janssen bereikte de leeftijd
van 55 jaar.
Wanneer het mogelyk blükt de no
dige gelden voor dc ontwikkeling van
Suriname bijeen te brengen, kan dit
land na verloop van tijd ook voor Ne
derland een groter afzetgebied vor
men. Tot dusver heeft de invoer uit
Nederland nog niet weer het procen
tuele peil van voor de oorlog bereikt.
In 1937/39 was dit 37 pet., in 1951
28.4 pet., terwül dat van de V.S. 38
heeft bedragen.
In 1953: 80.000 immigranten
naar Australië
De Australische minister van Arbeid
en Immigratie de heer Harold Holt,
bracht een bezoek aan minister Joekes
en had een conferentie met dc Com
missaris voor Emigratie mr Haveman.
Tüdcns een persconferentie verklaarde
hü, dat Australië van plan is in 1953
slechts 80.000 immigranten op te ne
men, in plaats van 150.000. In hoeverre
deze inkrimping effect zal hebben op
het totaal der toe te laten Nederlan
ders kon hü nog niet zeggen.
In het algemeen zullen in de naaste
toekomst metaalbewerkers en geschool-
Een kijkje op het werk aan een
proefvak tussen Bilthoven en Den
Dolder. Op speciaal geconstru-
eerde wagens worden de dwars-
liggers aangevoerd. Op de voor-
grond zijn zij duidelijk onder de
rails te zien. De sporen links heb
ben nog houten dwarsliggers*
de landarbeiders de beste kansen heb
ben om in Australië t« worden toege
laten.
Het inkrimpen van het aantal immi
granten ziet de minister als van tijde
lijke aard. Het is niet zozeer het gevolg
van de lichte werkloosheid, die op het
ogenblik te bespeuren is of van de eco
nomische omstandigheden, dan wel van
het feit, dat de immigratie van de staat
zelve op het ogenblik te hoge investe
ringen eist.
Van de Internationale Herstelbank is
100 millioen dollar geleend en men hoopt
in de komende jaren per jaar 50 millioen
te kunnen lenen. Deze dollars dekken
echter de behoefte aan geld1 bij lange na
niet. Nu de prijzen, al zijn ze goed. van.
wol, tarwe, suiker en zuivelproducten
tot een normaal niveau gezakt zijn, hoe
wel de afzet prima ls, wordt minder be
lasting opgebracht, zodat ook minder
geïnvesteerd kan worden in openbare
werken. Het Australische Ministerie van
Financiën verwacht, dat de tijdelijke
inzinking op de arbeidsmarkt in Sep
tember of October zal verdwijnen. Dan
zullen de geïmporteerde voorraden uit
de tijd van de hoge wolprijzen ongeveer
op zijn, waardoor de eigen textiel
industrie weer werkkrachten zal kunnen
aantrekken. Het Australische invoer
programma is verkleind, mede om werk
loosheid uit het land t« houden.
Gistermiddag ls een 4-Jarig jongetje
In de Naaldwijksestraat te Den Haag,
waar, hij woonde, door een zes wiel Ige
vrachtauto uit Zwijndrecht aangereden.
Het slachtoffer overleed ter plaatse. Hat
ventje was bezig de straat over te steken,
doch had niet op het naderend verkeer
gelet.
Duur varkensvlees een
stimulans voor de prijzen
van slachtvee
Het gaat met de ruiming van het
slachtvee uit de weiden dit zomerseizoen
zeer gelijkmatig. De aanvoeren zijn van
week tot week vrij stabiel en hoewel er
door de slagers zeer geklaagd wordt over
geringe omzetten in de slagerijen, zien
we toch de markten geregeld schoon
geruimd en vallen de noteringen op
door een constante gelijkmatigheid. De
afgelopen week maakte hierop ook niet
veel uitzondering. Alleen waren de aan
voeren hier en daar even ruimer, doch
desondanks had de verkoop toch een be
vredigend verloop. Alles kon worden ge
plaatst.
De hoge pryzen van het varkensvlees
zijn hierop wel van invloed en deze zal
zeer zeker ook in de komende maanden
van invloed blijven, want slachtrijpe
varkens liggen er op het moment niet
veel. Stemmen gaan er reeds op om de
export van varkensvlees, zoals hammen
en schouders, die nogal beduidend is,
tijdelijk stop te zetten.
Wij betwijfelen echter sterk of de re
gering hiertoe zal overgaan, want men
zal niet graag het risico lopen een ver
overde markt te verliezen.
De gebruiksveehandel vertoonde deze
week een tamelük vaste lijn. Hier waren
de aanvoeren ongeveer dezelfde als de
week tevoren. Beste kwaliteiten, vooral
geschikte kalfkoeien voor export waren
zeer gezocht, doch hiervan zijn de aan
voeren Juist niet zo groot. Het gevolg
is, dat de prijzen weer hoog waren, doch
in de midden en mindere kwaliteiten,
zowel kalf- als melkvee, waren de prij
zen met hoger en had de handel een
kalm verloop. Jong fokvee vrijwel on
veranderd; kalme handel met dezelfde
prijzen.
Prima guste koeien zijn ln alle ver
houdingen wel het meest hoog in prijs.
We zien daar niet veel verandering in
komen en de stalmesters krijgen dus
dure beesten op stal! Voor de slager,
maar in het bijzonder ook voor de con
sument, geen prettige vooruitzichten
voor de komende winter.
Wat de huidige prijzen betreft, no
teerden we voor slachtvee, als meest ge
middelde prijs f. 2.80—2.90, extra kwali
teit f.3; misschien een enkele hier nog
even boven. Voor de 2e en 3de soorten
werd van f. 2.60—2.75 besteed. Magere
slachtkoeien f. 2.402.50; stieren f. 2.60
f. 2.85. Alles per kg geslacht gewicht.
Kalf- en melkkoeien f.7001100. Ex
tra beste exportkoeien tot f. 1200. Vaar
zen f.600900. Pinken f.400550. Gras
kalveren f. 250—375. Guste koeien f 550—
850; extra beste nog wel iets meer. Vette
kalveren werden vlotter verkocht met
veel vraag voor export, waren de prijzen
even hoger. F. 1.902.40 per kg levend
gewicht.
Nuchtere kalveren waren overal weer
schaars aangeboden en vlot verkocht
met hoge prijzen: f. 1.551.65 per kg
levend. Het wolvee ging even beter dan
de week tevoren. Lammeren wat duur
der. Vette lammeren f. 8085. Voor ex
tra beste werd nog tot aan f.100 toa
besteed.
De varkens waren zeer goed te ver
kopen en beduidend duurder, nl. f.2.68
—2.72 per kg sohoon gewicht; zware
vette soorten f.2.642.66. Fijne zeugen
f.2.52—2.55 per kg geslacht. Zouters
gingen mede wat ln prijs opwaarts. Spek
en reuzel blijven nog slecht te plaatsen.
Ook de export, wil nog niet vlotten.
De paardenmarkt was voor jonge
paarden goed prijshoudend.
Oudere paarden kalm en evenals de
slachtpaarden vrijwel prijshoudend. Er
worden ncgal wat slachtpaarden inge
voerd uit Polen, Denemarken en Duits
land, terwijl de uitvoer niet veel bete
kent.