Ondanks tegenslag rijdt trein vóór 3 October tocli hoog! Ontlastingsvloeren noodzakelijk door ernstige verzakkingen CLOWNTJE RICK am Mij der Nederlandse Letterkunde hield 185e jaarvergadering te Leiden Lueie B. en C. W. v. d. Hoogt-prijs voor J. W. Seliulte Nordholt I 8V0EXSDAG 18 JUNI Van het Leidse Spoorwegfront Aanzienlijke extra kosten omdat „grond leeft" De treinreiziger, die uit Haarlem of Den Haag het station Leiden nadert en lich even de tijd gunt de blik naar buiten te richten, zal tot de ontdekking komen, dat er in de Leidse spoorwegwerken flink schot zit. Behoudens op enkele plaatsen is de verhoogde baan „dicht", vorderen de diverse kunstwerken ziender-ogen en komt er tekening in de situatie van het tweede en derde perron, waar de wachtkamer met kleine restauratie reeds is opgetrokken. Bijna 31/2 jaar (op 8 Januari 1949 begon men als inleiding tot deze werken met het dempen van de Spoorweghaven) klinkt thans „het lied van de arbeid" langs dit millioenenplan, dat Leiden over enkele maanden (met het rijden op hoog- spoor) uit zijn isolement zal bevrijden, al zal het dan ook nog wel medio 1954 worden voor dat alles gereed is en men o.m. van het viaduct aan de Rijns- burgerweg gebruik zal kunnen maken. Behoudens op enkele plaatsen is verhoogde baan „dicht" Hoewel langs de gehele baan van even voorbij De Vink tot aan de Holle Mare ln hoog tempo wordt gewerkt, concentreert zich momenteel de grootste activiteit rond het Station Leiden en het gecombineerde kunstwerk aan de Haarlemmertrekvaart. Teneinde onze „Kroniek van Leidens Spoorwegwerken", waarmede wij op 19 Juli 1949 een aanvang maakten en waar- /kAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAA Een tegenvaller van plm. 150.000 Veroorzaakt door verzakkingen Hoewel men ons van de zijde der Ned. Spoorwegen geen inlichtingen kon verschaffen over de extra kos ten, welke gemaakt moeten worden als gevolg van de verzakkingen in de omgeving van het gecombineer de kunstwerk aan de Haarlemmer trekvaart, deelt men ons van andere zijde mede. dat deze op ongeveer f 150 000 kunnen worden geschat Alleen het aanbrengen van de ont lastingsvloeren met bijkomende werken wordt op plm. f. 90.000 ge raamd. In het resterende bedrag is o.m. begrepen de levering en het aanvoeren van nog grote hoeveel heden zand. Per fiets langs het millioenenlijntje der N.S. van heden de 33ste aflevering verschijnt, niet aan actualiteit te doen verliezen, bestegen wij één dezer dagen ons „ijzeren ros" en hebben wij al peddelend een deel van dit „millioenenlijntje'' in de dubbele betekenis van het woord van de Ned. Spoorwegen gevolgd Van even vóór Warmond (de Holle Mare) tot aan de omgeving van de Haarlemmertrekvaart ging alles vlot: de baan Is er op hoogte, zelfs ligt er in de richting Den Haag al eén spoor. Zijn wij wel ingelicht, dan begint men m Augustus met de electrificatle van dit gedeelte. Ver, zeer ver, is men hier ook al gevorderd met de aftakking van de Hjn naar de Sted. Fabrieken van Gas en Electriclteit, een „spoor", dat nu eenmaal nauw samenhangt met de Leidse werken en waarlangs tientallen kolentrelnen hun weg zullen vinden, ter voeding van onze licht- en krachtinstal laties. TEGENSLAG BIJ KUNSTWERK HAARLEMMERTREKVAART. Zoals wij op 17 Mei j.l. reeds berlcht- len, hebben de Ned. Spoorwegen in de omgeving van het gecombineerde kunstwerk aan de Haarlemmertrek vaart een ongedachte tegenslag moe ten incasseren. Op deze plaats „leeft" de bodem, hetgeen tot gevolg heeft gehad, dat zich ernstige verzakkin gen hebben voorgedaan. Verzakkin gen. welke de inmiddels verhoogde baan met ruim een halve meter om laag hebben gebracht, een bouwkeet op haar grondvesten hebben doen trillen en waardoor een twee meter brede sloot op een gepaald gedeelte „in-elkaar is geschoven". 2'i MAAND ACHTERSTAND INLOPEN. De Ned. Spoorwegen, welke nog altijd vasthouden aan het tijdschema: voor 3 October op de verhoogde baan. zet ten thans alles op alles om ook deze tegenslag op te vangen. Naar men ons mededeelt, denkt men aan deze verzakkingen paal en perk te stellen door het aanbrengen van een ontlastingsvloer, welke zowel aan het noordelijke als aan het zuidelijke ge deelte van dit gecombineerde kunstwerk moet worden aangebracht. In totaal zul len hiervoor plm. 130 palen extra geheid moeten worden. De eerste voorbereiden de werkzaamheden worden hiertoe op dit moment reeds getroffen. Bovendien geeft het een extra-belasting, dat in de toekomst wederom duizenden kubieke meters zand moeten worden aangevoerd. Ondanks deze tegenslag, welke op plm 2'j maand geschat wordt, om dan nog niet te spreken van de verhoogde kos ten, koestert men de verwachting, dat dit geen Invloed zal hebben op het een maal vastgestelde tijdschema. Koersen wij verder in de richting stad. dan gaat het vanaf de Haarlemmertrek vaart „hoog" weer goed tot even vóór het tijdelijk viaduct aan de Rijnsburger- weg. waar aan weerszijden nog een diepe afgrond gaapt. Dit gedeelte is echter nog niet voorzien van rails, het geen niet lang meer op zich zal laten wachten, aangezien het in de bedoeling (Foto L.D.—Van Vliet) Oud en nieuw. Leiden „Hoog en Laag". Rechts het oude Stations gebouw met daarvoor de huidige baan. Links de verhoogde baan met op dc achtergrond de Stationsover kapping van het tweede perron. Terwijl de trein in de richting Amsterdam straks, zij het gedeelte lijk. onder de kap zal binnenlopen, passeren dc treinen in dc richting Den Haag deze overkapping aan de buitenzijde (links op dc foto). 163-164 - Nou zullen we eerst de boot in veiligheid brengen! stelde Rick voor. We sturen 'm zo dicht mogelijk bij ons huis en leggen 'm daar stevig vast aan een touw. dat hij niet kan wegdrijven! Dat was een verstandig plan. Ze duwden dc boot weg van de bruggcpaal. en toen kwam de wind in de zeilen. Rick nam het roer en stuurde dc boot netjes in de richting van hun huis. - Hij luistert goed naar het roer! vond Rick. De boot gleed lekker over de golfjes, voor het windje. Dicht bij huis was een inham in het land: dat was een mooie haven, om de boot op te leggen. Rick stuurde 'm dat haventje netjes in. en toen legden ze 'm tegen dc wal en maakten 'm stevig vast met een eindje touw. - Ziezo, zei Rick tevreden. Nou kan hij niet meer wegdrijven! En hier. onder het lange gras, ligt hij goed verborgen ook! (Foto L.D./Van Vliet) I Duidelijk is op deze foto dc ver- verhoogde baan. waarvan de kruin \tingsvloer worden aangebracht. Ook zakking zichtbaar, welke zich aan ongeveer tot aan het dak van dc aan de andere zijde van dit kunst deze zijde van het gecombineerde j houten loods op dc voorgrond werk zal men een dergelijke vloer kunstwerk aan dc Haarlcmmcrtrek- reikte. Als voorzorgsmaatregel zalaanbrengen, vaart heeft voorgedaan. Rechts dc I thans op deze plaats een ontlas-1 Bovendien zal men deze week. wat be treft het zuidelijk gedeelte (richting Den Haag), ook beginnen met het aanbren gen van de masten voor de electrificatie In Juli volgt dan het „draadtrekken waarop in Augustus het noordelijke ge deelte onder handen wordt genomen Inmiddels wordt ook voortgang betracht met het inrichten van de tijdelijke seinhuizen langs het gehele traject, wel ke eerst in het begin van 1954 zullen TIJDELIJK HULPVIADUCT WORDT NIET GESLOOPT. Nu het tijdelijk hulpviaduct aan de Rijnsburgerweg zijn voltooiing nadert en het verkeer hier reeds onderdoor gaat zeer binnenkort zal men be ginnen met de aansluiting op de ver hoogde baan, waarvoor plm. 4000 ku bieke meter zand moet worden aan gereden vragen velen zich af of dit viaduct straks weer zal worden ge sloopt. Ook wij hebben deze vraag aan de Spoorwegdirectie gesteld, die ons echter mededeelde, dat het in de be doeling ligt om dit viaduct straks ,Jn de verhoogde baan te doen verdwij nen". Tol medio 1954 zal het echter als hulpviaduct dienst blijven doen. Na die tijd wordt het volgestort en verdwijnen de pijlers etc. in de „aar den" dam. Slechts de ijzeren boven bouw zal deze „ondergang" overleven! Foto L.D.Van Vliet. Uiteraard hebben wij onze inspectie- i tocht ook voortgezet op de perrons en I in de reizigerstunnel, waar doorheen zich over enkele maanden de reizigers langs een imposante zuilencolonnade naar het tweede en derde perron zullen begeven. Staande op het tweede perron, verbinding op de huidige baan. Het zal dan ook niet lang meer duren, dat een „proeftrein" Lelden-hoog binnenrijdt. Zoals wij reeds eerder meldden, ligt het in de bedoeling van de Spoorweg directie om tegelijk met het rijden op Hoe staal het er mee? XXXIII vanwaar in de toekomst de treinen in de richting Amsterdam zullen vertrek ken, viel het ons op. dat wtf reeds stonden onder de overkap ping. welke daar juist over een lengte van plm. 60 meter was aange bracht. Een lengte, welke met het oog op de bezuinigingen, die in dit plan zjjn aangebracht, reeds nu haar defini tieve lengte heeft gekregen. Een bezui niging. welke overigens niet pleit voor een tocht- en vooral regenvrij perron.. Op deze tocht zijn wij voorts even bin nengewipt in de wachtkamer op het tweede perron, een vriendelijk glazen gebouwtje, waarin ook een eenvoudige restauratie zal worden ondergebracht, maar dat ons bij regenachtig weer spoedig te klein lijkt. Een tegenstelling met dit tweede vormt het derde perron, vanwaar in de eerste jaren de treinen in de lich ting Den Haag zullen vertrekken. Hier geen overkapping en geen wacht kamer; de toekomstige reizigers wacht hier een verblijf in de openlucht. Richten wij van deze perrons onze blik in de richting Den Haag, dan zien wij. dat zowel het spoor in als uit de Richting van dc Residentie reeds is aangelegd tot het Station Lelden met ter hoogte van de Hoge Morsweg een Dc rcizigerstunnel aan dc Oegst- geester zijde, waardoor men in October het tweede en derde perron kan bereiken. de werkzaamheden aan dit gebouw be treft het exterieur is vrijwel gereed acht men dit alleszins mogelijk. Zo lang echter nog de „middenmoot" daar waar thans de huidige baan ligt ontbreekt, zal het niet mogelijk zijn om het tweede en derde perron in een rechte lijn, dus via de tunnel, te berei ken. De Spoorwegdirectie heeft echter gestreefd naar een zo min mogelijk ver moeiende oplossing, welke als volgt is gevonden: zodra het Stationsgebouw in bedrijf is gesteld, voorziet men zich hier van een plaatsbewijs om via de tunnel aan de stadszijde de huidige spoorbaan, welke dan practisch bulten gebruik is gesteld, te bereiken. Na deze baan overgestoken te hebben, kan men zijn weg via het tweede gedeelte tunnel vervolgen naar het tweede of derde perron. Een oplossing weliswaar niet ideaal, doch dan ook slechts tijdelijk. OFFICIËLE INGEBRUIKNEMING EERST IN 1954. Tot zover het nieuws van het Leidse Spoorweglront, waanin letterlijk en figuurlijk „enkele grendels" zijn afge sloten. Naar wij tenslotte vernemen, ligt het niet in de bedoeling van de Spoorwegdirectie om het rijden op hoog-spoor weliswaar voor Leiden uiterst belangrijk met enige festivi teit gepaard te doen gaan. Eerst bij de oplevering van het gehele werk medio 1954 zal hiervan waarschijn lijk sprake zijn. Een ogenblik, dat ongetwijfeld ook aan Leiden gelegen heid zal bieden van zijn vreugde te doen blijken. Voor zijn bundel „Levend Landschap" De traditie getrouw hield de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde vandaag hier ter stede haar jaarvergadering, ditmaal in het oude Acade miegebouw aan het Rapenburg. De voorzitter, mr A. Mout. herdacht in zjjn openingsrede de in het afgelopen Jaar overleden leden, gaf een opsom ming van de door het Bestuur benoemde leden en gewaagde van de moeilijke fi nanciële toestand, welke het schrilste wordt getekend door het feit. dat jaar lijks slechts f 600 beschikbaar is voor de aankoop van nieuwe boeken. Sprekende over HET ONVATBARE IN DE LITTERAIRE KUNST, zeide spreker deze uitdrukking te ont lenen aan Kloos' omschrijving van de poezie als „schakering van woorden en klanken en het onvatbare daarachter". Dit onvatbare is dan de essentie, die de dichter met de schakering van woorden en klanken tot uitdrukking brengt, zon der nochtans dat onvatbare voor ratio nele doordenking vatbaar te maken. Want Kloos' bedoeling is. dat de dichter dat onvatbare doet gevoelen, zodat wil daarvan wel geen begrip maar een door het gevoel gevoed min of meer vaag besef krijgen, dat wij dan weer elk naar onze aard min of meer vrijelijk vermo gen aan te duiden en wel meestentijds als iets „anders", als iets dat dieper en verder ligt dan de wereld der verschij ningen. In zijn inleiding tot de brieven van D H. Lawrence schrijft Aldous Huxley, dat Lawrence zich intens bewust was van het wereldmysterie, en dat hij de donkere aanwezigheid van het „andere", dat buiten de grenzen van het gewone bewustzijn ligt, nooit kon vergeten. Daarenboven aldus Huxley be schikte hij over een wonderlijke kracht om zijn ervaringen aangaande dit „an dere" onmiddellijk in en als litteraire kunst weer te geven. Het critlsch bewustzijn, dat altijd op de loer ligt, heeft van huls uit met deze „onvatbaarheid* geen vrede gehad. Geen wonder! Want wijsgerig is tegen deze quallficatie zo het een en ander in te brengen. Kunst en Rede hebben elkaar nooit geheel vertrouwd en onprettige dingen over er. weer gewisseld De rede aanvaardt niet. dat iets voor haar „onvatbaar" zou zijn. Wat te beginnen met iets. waarvan tevoren al vaststaat dat het „onvatbaar" Ir Als het onvatbaar is dus niet ge duid kan worden en daarom geen voor werp van weten is hoe weet men dan dat het onvatbaar ls. Het gevaar dreigt immers, dat Indien het onvatbare het essentiële is en niemand weet wat het onvatbare is. dan ook niemand kan zeggen dat het onvatbare er is. Met het gevolg, dat het kritisch oordeel eigen onmacht zou moeten erkennen om ooit vast te stellen wat wel en wat geen lit teraire kunst ls. Men is dan alleen aan gewezen op gevoel van Intuïtie, die het sfeervolle als criterium stelt. Het gevaar is al werkelijk bij de be- beoordellng van de kunstuitingen, die reeds in de vorm de onvatbaarheid be wust hebben geïntroduceerd als bijv. in de abstracte schilderkunst of de expe rimentele litteratuur. Intuïtie en gevoel zijn echter als stromende en vloeiende elementen op zich zelve onvoldoende voor iedere artistieke waardebepaling, zolang zij niet door het ordenende den ken zo al niet geheel gezuiverd dan toch geleld en ingedamd zijn. BENOEMING VAN ERELEDEN Op voorstel van het Bestuur werden benoemd tot ereleden wegens een halve eeuw lidmaatschap en bijzon dere verdiensten, mevrouw A. van RhynNaeff (lid sinds 1902), prof. dr C. G. N. de Vooys (1902). dr Frank Lateur (Stijn Streuvels) (1901), dr Herman Teirlinck (1917) en Alfons dc Ridder (Willem Elschot) (1935). Vervolgehs werd de uitslag bekend ge maakt van de stemming over NIEUWE LEDEN. Dit zijn: Binnenland: dr H. Berkhof. W. J. van der Molen. Manuel van Loggem, W. Ph. Pos. mej. A. M. P. Mol le ma, dr R. van Brakell Buys. W. A. Braasem, Max Croiset. mevr. J. M. Telleger—Elout, dr A. C F. Koch, dr K. Wiersma, dr G. J. de Vries, Reinold Kuipers, mr B. de Gaay Fortman, dr A. Kuypers, dr J. W. Schulte Nordholt. dr D. Grosheide, dr A. van der Boom. M Mok. H Hazelhoff. dr H. G. Beven, Ton Koot. P. J Reisseeuw, B G. F. Brinkcl, C. J. Stip. dr A. N. J. Thomassen Thuuessink van der Hoop. mevr. W. FruinMees. dr P. Voorhoeve, mevr dr Hèléne Nolthenius. mevr. A H Nijhoff—Wind, P G. Jansen, J. A. Re- deker en Paul Rodenko. Buitenland: dr C. C. van Essen (Rome), Ludwig Bate (Osnabrück), Hu- bert Léon Lampo (Antwerpen). Piet van Aken (Antwerpen), dr Léon Voet (Ant werpen). dr Luc. Debaene (Antwerpen), en dr Luc. Indestege (Antwerpen). Het bestuur benoemde bovendien tot Zuid-Afrikaanse leden de heren: dr Er- nest George Jansen, Gouverneur-Gene raal van de Union 2A, prof. dr M. S. B Kritzinger, hoogleraar te Pretoria, prof. dr W. J. de Plooy Eilank, hoog leraar te Stellenbosch en dr S. J. du Toit. oud-hoogdinspecteur van Onder wijs in de Oranje-Vrijstaat. VAN DER HOOGT-AANMOE- DIGINGSPRIJS VOOR J. W. SCHULTE NORDHOLT. Overeenkomstig dc aanb!»-:ing van het Bestuur cn het advies van de com missie voor Schone Letteren, besloot dc vergadering de prijs van aanmoedi ging, genaamd Lucy B cn C. W. van der Hoogt-prijs, voor de periode 1951/ '52 toe te kennnen aan de dichter J. W. Schulte Nordholt voor zijn verzen bundel „Levend Landschap". De Commissie voor Schone Letteren, aldus de toelichting, stond bij de voor dracht van een dichteres of dichter voor de Van der Hoogt-prijs dit jaar voor een moeilijke taak Zit heeft voor opgesteld. dat de nadrukkelijke formu lering „prijs van aanmoediging" de keus behoorde te beperken tot jongeren, die met recente uitgaven goede verwachtin gen hebben gewekt. De figuur onder deze jongeren, die, na onderling beraad der Commissieleden met aller instemming voor bekroning kan worden voorgedra gen, is J. W. Schulte Nordholt, schrijver van de bundel „Levend Landschap", uit gegeven in de serie .De Windroos" door de U. M. Holland, de dichter die reeds tijdens de bezetting met het clandestien uitgegeven bundeltje „Het Bloeiende Steen" i onder het pseudoniem Noord hout) bewonderende belangstelling had gewekt. Vanzelfsprekend is overwogen, of niet een dichter uit de jongerengroep, die zich „Experimentelen" noemt, voor de aanmoediging, die de Van der Hoogt- prijs beoogt, in aanmerking kwam. In de ogen van de meerderheid der Commissie is de poëtische en menselijke waarde van het werk dezer groep (wanneer afgezien wordt van de reeds overleden dichter Lodeizen en de reeds een vorig maal be kroonde Vroman) nog te zeer problema tisch om aan een dezer dichters de voor rang te geven boven de thans voorge stelde candidaat. I- de gedichten van Schulte Nordholt treft telkens weer de zuiverheid en gaaf heid. Landschappen van het Hollandse polderland, op persoonlijke wijze gezien en dikwijls met bewonderenswaardige plastiek uitgebeeld, worden er de spiegel van het eigen bewogen hart. Een reeks van gestalten, ontleend aan de littera tuur met name de Odyssee en aan sprookjes, of die een visie geven op fi guren, met wie de dichter in de geest een persoonlijke ontmoeting had, ge lijk Blumhardt groeiden niet alleen tot originele herscheppingen, maar kre gen de waarde van visionnaire beelden, waaraan de dichter zijn eigen leven meet. Hoewel de problematiek en de angst van de tijd en van de eigen ziel zeker ln deze gedichten niet ontbreken, zijn de overwegende en wonderlijk har moniërende eigenschappen van deze poëzie een diep en Innig drinken van de goedheid van het leven en een heim wee, daarachter en daar bovenuit, naar een volkomen vervulling achter tijd en dood. De geestelijke hartstocht, die dat laatste kenmerkt, smelt wonderwel sa men met de biyde mildheid van het eerste in de zang. waarin dit tegelijk vurige en droomverzonken leven zich uitspreekt, vallen sterke traditionele ele menten op, maar onmiskenbaar is de echtheid van de eigen toon. De bewijzen van een Innerlijk groei end, zuiver dichterschap, die deze ge dichten tot een sterke belofte maken, geven aan de Commissie de volle vrij moedigheid hun dichter voor de Van der Hoogt-aanmoedingsprijs voor te dragen. Na een gezamenlijk noenmaal ln „Het Gulden Vlies" gaf dr P. H. Ritter Jr een psychologische beschouwing ten beste over „Litteratuur en Landschap". Ten slotte hadden de verkiezingen paats. Prof. dr P. Minderaa te Leiden werd op voorstel van het Bestuur als voor zitter gekozen. Op de resultaten der an dere verkiezingen komen wij morgen na der terug. Eind Mei 130.627 werkzoekenden Blijkens opgave van het CBS bedroeg het aantal ingesohreven werkzoekenden in ons land eind Mei 130.627 (van wie 86 643 geheel werklozen). Hiervan waren 120.325 80 869) mannen en 10.302 (5774) vrouwen. In de DUW werkten 31 814 mannen, in de Rijkssteunregeling waren opgeno men 51.269 geheel werklozen, van wie 837 vrouwen. Nederlands-Philippijns luchtvaart-accoord De Raad voor de Burgerluchtvaart heeft de KLM toestemming gegeven tot landen op de Phllippijnse vliegvelden. Het na langdurige onderhandelingen ge sloten accoord voorziet in een wederke rig recht voor de Philippijnsc lucht vaartmaatschappijen ten aanzien van Nederland en zijn overzeese gebieden. Het accoord geldt voor zes maanden en kan daarna verlengd worden. Weer sterke stijging devieze nvoorraad Nog steeds blijft onze devlezenpositie zich versterken, waarbij de netto-devie zenvoorraad deze week met niet minder dan f68 millioen gestegen is tot f1326 millicen De goudvoorraad handhaafde zich op f 1303 min, zodat goud en devie zen tezamen f2629 min een nieuw re cord vormen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1952 | | pagina 14