H eerlijk r Een Zoeklicht De Kerk moet met de Bijbel tot het volk gaan 5Iet nieuwe mensen en langs nieuwe wegen In Suriname kan nog iets „groots" verricht! HaHUNTER Tekort aan anthraciet is blijvend OP DE BOEKENMARKT jQste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Vrijdag 10 November 1950 Derde Blad No. 27149 De Kerk aan het werk (Van een onzer redacteuren) Het valt niet te ontkennen, dat d e Ned. Herv. Kerk reeds tijdens de be- Kingsjaren, docli vooral daarna tot een krachtig getuigen is gekomen. Zij is rich ha3r taak opnieuw bewust geworden en heeft begrepen, dat wil zij waarlijk Kerk zijn, zij tot het volk in al zijn geledingen moet gaan. Getrouw baar van Christus'wege gegeven opdracht, is de marsroute bepaald. De nieuwe Kerkorde, welke nog deze maand door de Generale Synode der N. R Kerk zal worden „afgedaan", wa arna zij door het verkrijgen van een Eerderheid van 2/3 der uitgebrachte stemmen als kerkelijke wet van kracht tal worden, en de Stichting „Kerk en Wereld" zijn wel de twee voornaamste aspecten, die er op wijzen, dat de Ned. Herv. Kerk inderdaad tot nieuw leven b gekomen. van apostolische visie en kracht bin nen de Kerk, wervend naar buiten! De Kerk, zo vertelde men ons, moet ge zien worden van haar in-zichzclf-ge- keerd zijn, van haar gebrek aan strijdvaardigheid, haar gebrek aan kennis van de „wereld". „Kerk en Wereld" is echter niet slechts opleidingscentrum, doch ook en vooral evangelisatiecentrum, waartoe vooral het blad „De Opsin Deur" veel bijdraagt. Ten slotte zijn er de regel matige conferenties, welke op „De Horst" worden gehouden. Het in dit verband te noemen beroepsgroepen- werk" bestaat uit conferenties met mensen van een bepaald beroep, zoals economen, juristen, artsen, kunstenaars enz. Deze conferenties beogen: ont moetingspunt te zijn voor het open ge sprek over actuele problemen, waarmede men in zijn beroep wordt geconfron teerd. Thans zijn de eerste 5 jaar voorbij. Jaren van zegen en verdieping. Op 19 en 20 November zullen er plechtighe den worden gehouden, waarbij men ongetwijfeld gelegenheid zal vinden om even achterom te zien. Maar het werk gaat verder. Nieuwe, onbekende jaren tegemoet. Moge „Kerk en We reld", een vrucht van een nieuw ker kelijk beleven, haar apostolische roe ping ook in die tijd verstaan! Nederlandlet op Uw zaak! Maar de West verdraagt ons superioriteitsgevoel niet meer! Dit kostelijk land moet volkomen in ons Koninkrijk (Van een bijzondere medewerker). Suriname is een ongelooflijk rijk land. Alles groeit hier in een tempo en in massa's, die werkelijk adembenemend zijn! Op weg naar een visvijver zijn we de Surinamerivier opgevaren, een majestueuze stroom van verscheidene hon derden meters breed, die rustig stroomt naar de monding, waar grote modder- banken maar juist genoeg ruimte laten voor de vele schepen, die hier binnen lopen om bauxiet te halen. Langs de oevers liggen de plantages. Van de rivier af zien we alleen de planterswoningen en de sluisjes die reeds meer dan 300 jaar hun diensten bewijzen en een levend getuigenis zijn van de degelijkheid, waarmee de Zeeuwen in de 17e en 18e eeuw de waterwolf bedwongen heb ben, om hun plantages aan te leggen. Het stokpaardje van de verstokte roker de Surinamer, die beiden roepen, ieder j in zijn taal: „Nederland let cp uw eeak". Het is de zaak van het Koriink- rijk, die hier op het spel staat! Helaas zijn er nog zove'.en in Holland, die de les van wat eens Neder lands-Indië was, niet hebben begrepen, en die vergeten, dat er toch neg een Koninkrijk over zee is, niet een Lingadjatti-fantcom, maar een reëel kostelijk stuk land, wa terland, Hollands land, dat zijn plaats I opeist in het Koninkrijk der Neder landen, maar volkomen daarin en niet j daarbuiten. Mannen en va-ouwen uit verschillende I oorden der wereld zijn hier samenge komen: Hindoestanen en Moslems. Creolen en Indianen, die er trots cp j zijn als ze Hollands spreken, die de I besten hunner zonen naar Holland 1 j het moederland zenden om te stu- deren, die gaarne raad aanvaarden van Hollandse deskundigen, die als ge- j j lijke willen werken, die weten welke i j onvergelijkelijke waaiden de Hollandse traditie heeft, zó zelfs dat de Engels sprekende Brits-Indiërs hun wereldtaal willen inruilen voor het Nederlands. I waarin zij verpersoonlijkt zien de ver draagzaamheid, die wij heten te bezit- ten. 1 Eerste lustrum van „Kerk en Wereld" Het feit. dat deze Stichting, welke op ,De Horst" te Driebergen haar centrum vindt, op 19 en 20 Nov. haar le lustrum tal herdenken, bracht ons in contact met ds F. J. Pop en de heer E. M.. van Diffelen, resp. vooratter en één der mede-directeuren van „Kerk en We reld", die ons over het ontstaan en de groei van het werk interessante bij zonderheden vertelden, een werk waar aan o.a. mannen als Kraemer, Eykman en Banning hun toegewijde krachten hebben gegeven. IN' BUCHENWALD „GEBOREN". Aan het ontstaan van Kerk en We- Teld, zo vertelde ds Pop ons. zal steeds de liaam van wijlen dr J. Eijkman, in dertijd directeur van de Amsterdamse Maatschappij voor Jonge Mannen (A.M.JV). verbonden blijven. Tijdens zijn verblijf als gijzelaar in Buchen- wald, waar hij verkeerde te midden van christenen en niet-christenen, is deze. al sprekende en luisterende, tot de ont dekking gekomen, dat de Kerk met de Bijbel tot het volk moet gaan. Met nieuwe mensen, langs nieuwe wegen. De uitwerking van deze gedachte viel als vanzelf toe aan de Raad voor Inwen dige Zending. Plannen werden gemaakt, commissies benoemd, als uitvloeisel waarvan de Generale Synode op 28 October 1943 het. besluit nam „om een plan tot stichting van een Instiuut voor te bereiden voor opleiding van manne lijke en vrouwelijke hulpkracht-en voor het vele werk, dat gedaan mpet.wordep, «pdat de Synode zich zo' spoedig moge lijk over de stichting kan uitspreken". Gelijktijdig werd een plenaire en een werkcommlssie benoemd. Een uitvoerige nota van dr Eijkman werd grondslag der bespreking. Op 7 Juli 1944 besloot de Synode het plan-Eijkman te aan vaarden en voor de verwerkelijking daarvan 100.000 gulden te reser veren. Helaas heeft dr Eijkman, die aan dit werk gestalte heeft gegeven, het niet, meer mogen beleven, zijn denkbeelden tot vei-wezenlijking te zien komen. 22 Januari 1945 is hij 'overleden, ooch zijn naam leeft voort in het in op ,De Horst" geopende conferen- te-oord, waaraan de naam van Eijk- manhuis is gegeven. 20 November 1945 is „Kerk en We- re-d" met haar veel omvattende en apostolische arbeid op het daartoe aan gekochte landgoed „De Horst" te Drie- °dr?en gestart. De bijzondere taken van •■Kerk en Wereld" zijn blijkens haar st.chtingsnota viererlei. t.v.\: 1. het her stellingswerk van Kerk en gemeen ten leiden en stimuleren; 2. opleiding van werkers aan de Kerk en Wereld- academie; 3. het houden van conferen- rii' 4' hefc Sociologisch Instituut, In oe loop van de afgelopen vijf jaar bleef "jt grondpatroon gehandhaafd, al het Sociologisch Instituut in de «erkorde een nadere relatie met ,.Kerk l"Treld"- Dit ha Utrecht gevestigde sociologisch Instituut dient voor een sfondige studie van de te bewerken itrremeri en van de vraagstukken van werkloosheid en industrialisatie. ACADEMISCHE ARBEID. Voorts omvat „Kerk en Wereld" een cademie voor de opleiding van kerke- 'J*e en mede-arbeiders. De opleiding 111 Kerkelijk Verband w-lk.a.'s) wil jonge vrouwen en man nen een gedegen en veelzijdige vorming om dienende te midden van de hw i?n tal van andere groepen van V volk, te arbeiden in het sociale werk p"J'erder om de boodschap van het. rtaf e bekend te maken. Vandaar J}:a,naast <3e theologische vakken de nw uP Pvact-isohe vakken een grote Wikv de s^udie Innemen. Deze tm-Ls«n0rden gerecruteerd uit leken orwoi tj en jaar en op de academie PsC'cid voor evangelisatorisch werk. onJr1^ specialiseren zich in arbeid aer Jongeren, anderen in werk in de Het prachtige landgoed ,,De Horst" te Driebergen, apostolisch centrum van ,,Kerk en Wereld". gezinnen. In de afgelopen 5. jaar heb ben 140 leerlingen op „De -Horst" ge studeerd. In totaal ontvingen er 99 een diploma, t.w. 32 als evangelist, 56 als jeugdwerkleider, 7 als jeugdonderwij- zer en 4 als sociaal werker. Het seminarium van „Kerk en We reld", brug tussen universiteit en ambt, dat ook voor toekomstige predikanten 4 maanden verplichtend wordt gesteld, is geen instituut, waar men achter boe ken zit als studenten op hun eenzame kamers. Op „De Horst" is een leefge meenschap De vorming ls geen zaak van boeken alleen. Ook en vooral van samenzijn. Van samen sporten en samen afwassen, samen de krant lezen en discussies houden- Samen luisteren naar concerten en toneelstukken. Dit samen zijn wordt geaccentueerd door de dage lijkse morgenwijdingen en dagsluitingen. HET APOSTOLAAT. Oogmerk van al dit vormingswerk is het de Kerk duidelijk maken, dat zij naar haar wezen zendingskerk is. „Kerk en Wereld" wil het apostolaat In zjjn volle omvang dienen. Wekken „ZORG EN HOOP". De Hollander wordt hier momenteel niet alleen geluld, maar zelfs in brede kringen der bevolking vriendelijk en voorkomend ontvangen. Onze voorouders hebben het hier ech ter niet altijd gemakkelijk gehad. Ve len vcei*den een moeilijke strijd om het bestaan. De opschriften „Zorg en hoop", „Meer zorg", „Nijd en spijt", „Al verloren" enz., zijn evenzovele ge- tuigemssen van een weinig optlmlsti- sche levenskijk. En dan weer zien we de overweldigende plantengroei en de vraag rijst waarom de laatste 100 jaren zulk een lijdensgeschiedenis zijn gewor- j den. Om daar meer over te vernemen, leggen wij aan bij een van de steigers van een plantage. Vriendelijk is de ontvangst door een Javaanse vrouw, j die voor haar huisje staat. Onmiddel- lijk biedt ze aan ons naar het huis van „mijnheer" te brengen en ock deze, j hoewel pas wakker uit zijn middagdut- i je. heeft al een glas sinaasappelsap in- geschonken, voor hij zijn slippers aan doet. Hij is niet jong meer. Op de rook tafel ligt een boek, dat handelt cover de problemen van de mens, die 50 is ge worden. Maar hij is nog levendig en vol energie. AAN ONZE LAKSHEID KAPOT? Zijn verhaal is kort en critlsch. Het komt er op neer, dat Suriname naar zijn mening .kapot zou zijn gegaan aan de laksheid van de Hol landers. Dat ze er niet uit worden gesmeten, net als in Indië, danken ze zeide hij alleen aan het feit, dat de Surinamer zelf Hollands denkt. We schuiven even heen en weer op onze stoel. Et is geen woord .Spaans" bij. Onze gastheer merkt de reactie en zegt plotseling gemoedelijk glim lachend: „Meneer, ik ben opgegroeid in Amsterdam en het- Gooi en mijn jeugd is niet "gemakkelijk geweest. Na een lanabouwopleiding kwam ik terecht in Suriname en werd opzichter op een i plantage, waarvan de eigenaars in Hel-, j land de idee hadden, dat het een I melkkoe was en dan nog een, die geen voer nodig had. Als er winst was, merk ten we, dat er bazen in Holland zaten, 1 maar zedra er investeringen nodig wa ren, bleken de heren West-Indisch doof Een zoontje of neefje, dat zelfs niet meer naar Indië kon, was nog goed genoeg voor een directeurschap in Su riname. Er was dus niet. eens een crisis meer nodig om ens aan de grond te zetten. In de slechtste tijd, 1936, kwam het dan zo ver, dat ik na een menings verschil met een van de „deskundigen" mijn ontslag nam en voor mezelf be gonnen ben. De tegenwerking, die ik ondervond, was enorm. Tot in de hoog ste regionen was men immers overtuigd, dat Suriname een land zonder toe komst was en deze theorie móest en zoü gehandhaafd blijven. Maar ik heb gewérkt, meneer, en met succes!; Dit jaar ben ik voor de tweede maal na de ocrlog naar Holland geweest, maar ze houden me er niet meer. Ik verbouw citrus en exporteer zelf naar mijn eigen handelaar in Holland. En al het ge jammer over onverkocpbaarheld en hoge rottlngspercentages, kunnen niet beletten dat m(jn 40 mensen en iü hier een goed bestaan hebben. Toen zei hjj: „Holland wil zich niet genoeg opoffering getroosten en is schijnbaar niet tevreden, voor we ook hier weggejaagd worden door de dol lar of door een ongeduldig geworden volk.*' Ons afscheid was stiller en minder vlot dan de aankomst, Beiden waren we vol gedachte», maar toen we elkaar dc hand schud den, sprak daaruit van zjjn kant toch nog de hoop, dat Holland te elfder ure zal ontwaken en van onze kant de bewondering voor wat hier werd gewrocht door een Hollander, die zün werk en zjjn mensen liefhad en. ook zjjn land, waarvan hij de naam vaak met bitterheid uitsprak. EEN LES VOOR ONS VOLK! De gouden haan is een zilveren geworden. Dc waterkant licht op tegen de horizon. In „Het Park'' speelt een band, auto lichten flitsen op in de lucht als de wagens het Paleisplein opdraaien van het Fort Zcelandia af. De walbaas informeert naar onze vangst. Achttien vissen en een les voor ons volk! Een les, welke wij moeten leren op korte termijn. En grondig. Het spel moet uit zijn. Ambtenarenbaantjes „met verlof cn pensioen" zullen uit dc markt moeteu verdwijnen, hard werken cn grondig bouwen zullen in in de plaats moeten komen van een superioriteitsgevoel dat de wereld, zeker deze wereld, niet meer ver draagt, cn allen, die hier „tropen kolder" willen spelen ze zijn he laas nog maar al te talrijk moe ten plaats maken voor de besten van de besten! Het land is het waard, ons Konink rijk is het dubbel waard! Nederland let op uw 7aak. Er kan hier nög iets groots worden verricht! Er is voldoende huisbrand Men moet zich aanpassen i De adviescommissie voor huisbrancl- voorziening cieelt mee, dat gedurende 1 het tijdvak MeiSeptember 1950 in o.is i land uit eigen productie en inivoer van I voor hu.sbrand geschikte vaste branu- stoffen 351.000 ton méér ter beschi':- j king kwamen dan in de overeenkemsti- j ge periode van 1949. De totale hjn- brandvoorziening is dus beter dan vo rig jaar. Er zü evenwel op gewezen, dat de hoeveelheid anthraciet niet op over eenkomstige wijze is verruimd. Inte gendeel. reeds thans staat vast, dat de totale anthracietaanvoer niet toe reikend zal zün om de ook dit jaar wederom toegenomen vraag naar deze kolcnsoort te bevredigen. Dit tekort aan anthraciet draagt een blijvend karakter, omdat de productie van an thraciet zowel in Limburg als in de landen, waaruit Nederland deze ko lcnsoort importeert, dalend is. Het is noodzakelijk, dat men zich aan deze blijvende situatie aanpast. Bij aan schaffing van een nieuw stookapparaat verdient het derhalve, aanbeveling, al dus de adviescommissie, zich er van te vergewissen of hierin naast anthraciet WAT OP HET SPEL STAAT! Sprak deze man niet uit, wat ook een politicus ons hier trachtte duide lijk te maken, n.L dat we hier nog een toekomst hebben en graag geziene gas ten zijn, maar dat we er moeten komen als „werkers", die door technische ont wikkeling en practische ervaring stu wend kunnen werken op de ontwikke ling van dit land,.dat in zijn onmete lijke kunst/vlakten zulk een grote na tuurlijke rykaom bergt? Twee figuren tekenen zich af in de verbeelding: de gerimpelde stoere Hol lander en de bruine, Hollands spreken- Tragische dood van kindje MET HOOFD ONDER AUTO. Tengevolge van een noodlottig onge val te Vollenhovc, verloor het 5-jarig zoontje van de familie De Leeuw het leven. De moeder, mevrouw E. de Leeuw, reed met het kind achterop de fiets huiswaarts, na de gehele dag bij familie te hebben doorgebracht. Voor een auto. die haar achterop kwam, week de moe- der te veel uit, zodat zij tegen de trot- I toirband terechtkwam en haar even wicht verloor. Het kind kwam met het hoofdje onder de wagen terecht en werd op slag gedood. De moeder werd i zwaar gewond in het ziekenhuis te Vol- lenhove opgenomen. ook andere kolen en cokes kunnen wor den 'gestookt. Tenslotte zij vermeld, dat de voor het slookseizoen 1950/1951 beschikbaar komende hoeveelheid huisbrand, die van 1949/1950 met ten minste 400.000 ton zal overtreffen. Derhalve mag worden verwacht, dat zich bü oen normale winter geen bijzondere moei lijkheden met betrekking tot dc voor ziening met huisbrandstoffen zullen voordoen. Voorwaarde blijft evenwel, dat men zich er van bewust is, dat onder geen beding uitsluitend anthraciet kan wor den geleverd. Men zal er veeleer reke ning mede moeten houden. <3at in het gunstigste geval slechts ten hoogste de helft van zijn totale bestelling in an thraciet kan worden uitgevoerd. ADVERTENTIE Dat zuurbranden op Uw maag kunt ge blussen in enkele minuten met één of twee Rennies. Laat ze ge woon smelten op de tong. zonder water of wat ook en die brandende pijn wordt sneller gestild dan ze gekomen is. Iedere Rennte ls apart verpakt en zo kunt ge ze bij U steken om dadelijk Uw pijn te blussen, bij iedere vooiko- mende gelegenheid overal en altijd. Vraag Rennies bij Uw Apotheker of Drogist. Nicol Smith: „Naar de Voorhof van Tibet" (Het Wereldvenster, Amsterdam) Al is de tijd van de grote ontdekkings reizen voorbij, er zijn nog altijd mensen in wie de zucht naar avontuur en onbe kende gebieden zich niet laat verdringen door de wetenschap dat er heden ten dage weinig meer te ontdekken valt In de zin van hele werelddelen ontsluiten. De moderne ontdekkingsreiziger beperkt zich tot een kleiner gebied, maar dit leert hij dan ook terdege kennen. Azië en Afrika, en ook de grote oceanen, ber gen nog genoeg geheimen die het ont dekken waard zijn en de mensen die deze streken opzoeken zijn al even ver schelden: er zijn er die alleen maar nieuwe indrukken willen opdoen, zonder hun heimwee naar de .beschaafde we reld" te verliezen, er zijn reizende cor respondenten van dagbladen en de on afhankelijke journalisten, wier avontuur tevens een broodwinning is, er zijn de wetenschapsmensen, die van oerwoud of bergmassief hun studieterrein maken, en er is het uitstervende ras van de ontdekkingsreizigers pur sang", voor wie het rondtrekken door onbekende streken een opwindende sport is. De Amerikaan Nicol Smith heeft ie's van deze laatste categorie maar ook Js hij een geroutineerd journalist, die reeds verscheidene reisverhalen op zijn naam heeft staan, zoals .Burma Road" en „Golden Doorway to Tibet", dat thans onder de titel' .Naar de Voorhof van Tibet" in vertaling Is verschenen. Tibet is wel bij uitstek het land dat door alle eeuwen heen ondernemende reizigers, wan avonturier tat geleerden, heeft, aan getrokken; niet alleen door de grootse natuur van dit enorme onherbergzame I gebied, maar ook door de volken die het bew.onen. hun eeuwenoude zeden en I riten, de oosterse mysteriën, de tempel schatten. de kloosters en de merkwaar dige leerstellingen der Lama's. Het aan- 1 tal boeken dat over Tibet is geschreven, vormt alleen al een hele bibliotheek, en nu dit veelzijdige land onlangs ook weer van grote politieke betekenis is gewor den, zullen er nog wel ettelijke publica ties aan worden toegevoegd. Het boeK van Nicol Smith evenwel is in de eer ste plaats een reisverhaal waarin alle hierboven genoemde aspecten van Tibet ter sprake komen zonder dat er dieper op wordt- ingegaan. Waarheidsgetrouw als zijn relaas uiteraard is, geeft het een interessant beeld van land en bevolking, dat de lezer boeit en hem, mede dank zij de fraaie foto's van Loren Tutell, enigszins vertrouwd maakt met die fas cinerende wereld, die Tibet heet en waarover hü nu dagelijks in zijn krant leest. Maar een groot schrijver is Nicol Smith niet. Hij bewandelt de traditio nele paden van de reisbeschrijver die nauwkeurig vertelt wat hem is overko men. Hij doet dit bovendien met een nogal jongensachtig enthousiasme, dat zijn houding ten opzichte van de men sen en-dingen die hij ontmoet iets naïefs geeft, en dat soms bepaald irriteert. Dit laatste kan evenwel ook de schuld zijn van de vertaalster, mevrouw M. H. Szé- kely—Lulofs. die er nergens in is ge slaagd de mannelijke toon te treffen welke een boek als dit behoort te heb ben en welke het in het origineel mis schien ook wel heeft; haar overmatig gebruik van uitroeptekens dikwijls ge combineerd met vraagtekens, is even hinderlijk als kinderlijk. Als verslag van een interessante karavaanreis door een uitermate boelend land is dit boek een aanwinst voor de liefhebber, maar het boek over Tibet is het niet geworden Graham Greene: „Reis zonder Kaarten" (Contact, Amsterdam Antwerpen) Van geheel andere aard is de reisbe schrijving ..Journey without Maps", die de Engelse schrijver Graham Greene veertien jaar geleden publiceerde na een j tocht- door West-Afrika, en' waarvan on- I langs de Nederlandse vertaling ver scheen onder de titel „Reis zonder Kaarten". Greene behoort tot de belang rijkste hedendaagse schrijvers en boven dien is hij iemand die het nut van verre reizen inziet niet alleen om veel te kunnen verhalen maar vooral om zich door nieuwe indrukken te verdiepen in de problemen die hem bezighouden cn aldus zijn schrijverschap tot volledige ontwikkeling te brengen Zo is een van zijn beste boeken. „The Power and the Glory" (Het geschonden Geweten), te danken aan een tocht door Mexico, waarover hij ook nog een afzonderlijk reisverhaal publiceerde („The Lawless Roads"). Greene is natuurlijk geen ont dekkingsreiziger in die zin, dat hij reist om; onbetreden gebieden in kaart te brengen; zijn reizen zijn ontdekkingen van de meens. en vooral van zichzelf. Zijn .Reis zonder Kaarten" was een voettocht door het binnenland van Li beria naar Monrovia aan de kust. Daar bij week Greene af van de officiële rou tes en meed opzettelijk de Europese pos ten; hij zooht 'zijn eigen weg afgaande op aanwijzingen van de inlandse bevol king en de primitieve aardrijkskundige kennis van zijn dragers Het verslag van deze avontuurlijke tocht is op zichzelf al boeiend genoeg men krijgt een. voor treffelijke indruk van het leven in de negerrepubliek Liberia ook op politiek en economisch terrein. Maar het ls vooral Greene's persoonlijkheid als schrijver, zijn visie op mensen en toe standen en het autobiografische element in het relaas van zijn Afrikaanse erva ringen, waardoor dit boek iets bijzonders is geworden. Het is niet alleen een knappe reisbeschrijving met uitvoerig j gedocumenteerde bijzonderheden over lïand en volk, maar ook een sybolisch I werk. waarin Greene zichzelf en de ziel van de mensheid peilt. Het volgende ci taat geeft een duidelijk antwoord op de vraag waarom. Greene deze reis heeft ondernomen: wanneer men ziet welk een ellen-de en welk een gevaar voor vernietiging eeuwen van cerebrale ontwikkeling ons hebben gebracht, dan ontwaakt een nieuwsgierigheid in ons om. indien mogelijk, na te gaan wat wij j zijn geweest en het pünt te ontdekken I waar wij het eerst een verkeerde weg zijn ingeslagen". Dit is het geestelijk uitgangsDunt. van deze „Reis zonder Kaarten", die méér onthult dan de ver- I borgenheden van een donker werelddeel —namelijk het onderbewustzijn van ce I moderne mens en de corruptie van zijn beschaving. Daarenboven geeft dit boek een belangwekkend beeld van de schrij ver; wie Greene reeds uit zün Romans heeft Ieren kennen, vindt hem hierin ten voeten uit terug, ook al komen zijn indringende stijl en zijn feilloos woord gebruik niet geheel tot hun recht in de. overigens bevredigende, vertaling /an mejuffrouw M. Th. Paanakker. Captain John Voss: ,In een zeil- kano de Wereld rond" (Elsevier, AmsterdamBrussel) Ten slotte een boek van avontuur op zee: „The Venturesome Voyages of Capt. Voss" dat m het Nederlands de nogal slappe titel kreeg „In een Zeikano de Wereld rond". John Voss was een Cana dees koopvaardij-kapitein. die in het be gin van deze eeuw een drietal avontuur lijke oceaantochten maakte met kleine zeilschepen. De ervaringen die hij daar bij opdeed, zün van onschatbare waarde voor ieder die. hetzü uit hoofde van zijn beroep, hetzü als sportzeiler. de grote zeeën bevaart. Zün boek is dan ook in zekere zin een wetenschappelijk werk, dat elke serieuze zeiler behoort- te be zitten en waarin ook de leek wiens hart naar zee uitgaat, zich met vreugde zal verdiepen. De avonturen zelf zijn merk waardige staaltjes van een zeldzaam zeemanschap, vooral de grote tocht met de Tilikum", een verbouwde Indiaanse kano waarmee kapitein Voss alle zeeën en winden trotseert op een wijze die hem ongetwijfeld tot de moedigste en tevens bekwaamste zeezeller ter wereld stem- oelt. Zonder enige grootdoenerij vertelt hij van zijn reizen: zijn beschavingen zün zelfs meer flegmatiek dan opwin dend, zij missen de hartstocht van het J grote avontuur en hun toon is wat vlak, de stül geenszins briljant Maar al be- I hoort Voss dan niet tot de grote schrü- vers van de zee. zijn boek is een opmer- keliik document van een man die zoals J de Engelse zeiler Weston Martyr in zijn inleiding schrüft. zijn liefhebberü vond in „een intense studie van zee en gol- j ven en van de manier, waarop een schip zich daaroo gedraagt". De vertaling be- 'rüstts bij G. Staalman Azn in zeer des kundigs handen. Paul Hendriks zorgde J voor vlotte illustraties en de uitgever droeg het züne bij om kapitein Voss' reisverhalen tot een begeerd bezit te j maken voor zeilers en alle avontuur- lüken van geest. H. J. S. De heer A. J. Schrikker gezant in Iran Bij K. B. Ls de heer A. J. Schrikker benoemd tot Hr Ms buitengewoon ge zant en gevolmachtigd minister bij het Iraanse hof. De heer Schrikker was laatstelük consul-generaal te Hamburg. .iGOEDE VANGST, KOSTER!" Dat een koster zich op een inbreker werpt en hem eigenhandig naar het politiebureau transporteert, komt niet cikwij'ls voor. De koster van de R.K. kerk te Etten heeft dit echter ge presteerd Hü hield een man ln de gaten, van me hij vermoedde, dat hü het op de offerblokken in de kerk had gemunt. Toen één van deze offerblokken inder daad gelicht bleek te zün, spurtte hij de boosdoener achterna, reed hem met zün motor niet al te hardhandig van ae sokken, sleepte hem naar het midden van de weg, hield een bestelwagentje aan en bracht de man naar het politie bureau. „Goede vangst, koster", zei men daar. Want de man bleek nog meer diefstal len op zijn geweten te hebben. GEDENKTEKEN OP GRAF VAN JAN OUDEGEEST. De besturen van de P. ,v. d. A. en van het N.V.V. hebben instemmend ge antwoord op een voorstel van de Ned. Ver. van Spoor- en Tramwegpersoneel, om overleg te plegen over de oprich ting van een gedenkteken op het graf van wijlen Jan Oudegeest, die enigp weken geleden in de ouderdom van 30 jaar is overleden. HIJ KAN GEEN KOE MEER RUIKEN Het s.s. „Drente" van de Kon. Rotter- damsche Lloyd vervoerde deaer dagen uit Calcutta naar de Philippijnen niet minder dan 287 koeien en 75 geiten, in lange rüen hokken aan dek opgesteld. 16 Brits-Indische verzorgers begeleidden dit veetransport. „Ik kan voorlopig geen koe meer ho ren en geen geit meer ruiken", ver klaarde na de lossing de gezagvoerder, kapitein W. Bubberman. INBRAAK BIJ JUWELIER TE ROERMOND. Voor een waarde van f. 12.000 gestolen. Toen de Roermondse juwelier O. gis termorgen vroeg beneden kwam, ont dekte hü dat dieven zich 's nachts toe gang hadden versohaft tot zijn werk plaats en alles wat daar aan reparatie en sieraden aanwezig was, hadden mee genomen. De juwelier bemerkte, dat ook de vitrines en toonbankladen in de win kel overhoop gehaald en geplunderd waren. Een groot aantal gouden en zil veren horloges, goüden ringen, djamari- ten en briljanten waren verdwenen tot een gezamenlüke waarde van f 10 f 12.000. Het polibie-onderzoek leidde tot een aanhouding. Het onderzoek wordt nog voortgezet. De juwelier was niet togea diefstal reraekerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1950 | | pagina 9