H eerlijk
r
Een Zoeklicht
De Kerk moet met de Bijbel tot
het volk gaan
5Iet nieuwe mensen en langs nieuwe wegen
In Suriname kan nog iets
„groots" verricht!
HaHUNTER
Tekort aan anthraciet is blijvend
OP DE BOEKENMARKT
jQste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD Vrijdag 10 November 1950
Derde Blad No. 27149
De Kerk aan het werk
(Van een onzer redacteuren)
Het valt niet te ontkennen, dat d e Ned. Herv. Kerk reeds tijdens de be-
Kingsjaren, docli vooral daarna tot een krachtig getuigen is gekomen. Zij is
rich ha3r taak opnieuw bewust geworden en heeft begrepen, dat wil zij
waarlijk Kerk zijn, zij tot het volk in al zijn geledingen moet gaan. Getrouw
baar van Christus'wege gegeven opdracht, is de marsroute bepaald.
De nieuwe Kerkorde, welke nog deze maand door de Generale Synode der
N. R Kerk zal worden „afgedaan", wa arna zij door het verkrijgen van een
Eerderheid van 2/3 der uitgebrachte stemmen als kerkelijke wet van kracht
tal worden, en de Stichting „Kerk en Wereld" zijn wel de twee voornaamste
aspecten, die er op wijzen, dat de Ned. Herv. Kerk inderdaad tot nieuw leven
b gekomen.
van apostolische visie en kracht bin
nen de Kerk, wervend naar buiten! De
Kerk, zo vertelde men ons, moet ge
zien worden van haar in-zichzclf-ge-
keerd zijn, van haar gebrek aan
strijdvaardigheid, haar gebrek aan
kennis van de „wereld".
„Kerk en Wereld" is echter niet
slechts opleidingscentrum, doch ook en
vooral evangelisatiecentrum, waartoe
vooral het blad „De Opsin Deur" veel
bijdraagt. Ten slotte zijn er de regel
matige conferenties, welke op „De
Horst" worden gehouden. Het in dit
verband te noemen beroepsgroepen-
werk" bestaat uit conferenties met
mensen van een bepaald beroep, zoals
economen, juristen, artsen, kunstenaars
enz. Deze conferenties beogen: ont
moetingspunt te zijn voor het open ge
sprek over actuele problemen, waarmede
men in zijn beroep wordt geconfron
teerd.
Thans zijn de eerste 5 jaar voorbij.
Jaren van zegen en verdieping. Op 19
en 20 November zullen er plechtighe
den worden gehouden, waarbij men
ongetwijfeld gelegenheid zal vinden
om even achterom te zien. Maar het
werk gaat verder. Nieuwe, onbekende
jaren tegemoet. Moge „Kerk en We
reld", een vrucht van een nieuw ker
kelijk beleven, haar apostolische roe
ping ook in die tijd verstaan!
Nederlandlet op Uw zaak!
Maar de West verdraagt ons
superioriteitsgevoel niet meer!
Dit kostelijk land moet volkomen in ons Koninkrijk
(Van een bijzondere medewerker).
Suriname is een ongelooflijk rijk land. Alles groeit hier in een tempo en in
massa's, die werkelijk adembenemend zijn! Op weg naar een visvijver zijn we
de Surinamerivier opgevaren, een majestueuze stroom van verscheidene hon
derden meters breed, die rustig stroomt naar de monding, waar grote modder-
banken maar juist genoeg ruimte laten voor de vele schepen, die hier binnen
lopen om bauxiet te halen. Langs de oevers liggen de plantages. Van de rivier
af zien we alleen de planterswoningen en de sluisjes die reeds meer dan 300
jaar hun diensten bewijzen en een levend getuigenis zijn van de degelijkheid,
waarmee de Zeeuwen in de 17e en 18e eeuw de waterwolf bedwongen heb
ben, om hun plantages aan te leggen.
Het stokpaardje
van de
verstokte
roker
de Surinamer, die beiden roepen, ieder j
in zijn taal: „Nederland let cp uw
eeak". Het is de zaak van het Koriink-
rijk, die hier op het spel staat! Helaas
zijn er nog zove'.en in Holland, die de
les van wat eens Neder lands-Indië was,
niet hebben begrepen, en die vergeten,
dat er toch neg een Koninkrijk over
zee is, niet een Lingadjatti-fantcom,
maar een reëel kostelijk stuk land, wa
terland, Hollands land, dat zijn plaats
I opeist in het Koninkrijk der Neder
landen, maar volkomen daarin en niet
j daarbuiten.
Mannen en va-ouwen uit verschillende
I oorden der wereld zijn hier samenge
komen: Hindoestanen en Moslems.
Creolen en Indianen, die er trots cp j
zijn als ze Hollands spreken, die de
I besten hunner zonen naar Holland 1
j het moederland zenden om te stu-
deren, die gaarne raad aanvaarden
van Hollandse deskundigen, die als ge- j
j lijke willen werken, die weten welke i
j onvergelijkelijke waaiden de Hollandse
traditie heeft, zó zelfs dat de Engels
sprekende Brits-Indiërs hun wereldtaal
willen inruilen voor het Nederlands. I
waarin zij verpersoonlijkt zien de ver
draagzaamheid, die wij heten te bezit-
ten. 1
Eerste lustrum van
„Kerk en Wereld"
Het feit. dat deze Stichting, welke op
,De Horst" te Driebergen haar centrum
vindt, op 19 en 20 Nov. haar le lustrum
tal herdenken, bracht ons in contact
met ds F. J. Pop en de heer E. M.. van
Diffelen, resp. vooratter en één der
mede-directeuren van „Kerk en We
reld", die ons over het ontstaan en de
groei van het werk interessante bij
zonderheden vertelden, een werk waar
aan o.a. mannen als Kraemer, Eykman
en Banning hun toegewijde krachten
hebben gegeven.
IN' BUCHENWALD „GEBOREN".
Aan het ontstaan van Kerk en We-
Teld, zo vertelde ds Pop ons. zal steeds
de liaam van wijlen dr J. Eijkman, in
dertijd directeur van de Amsterdamse
Maatschappij voor Jonge Mannen
(A.M.JV). verbonden blijven. Tijdens
zijn verblijf als gijzelaar in Buchen-
wald, waar hij verkeerde te midden van
christenen en niet-christenen, is deze.
al sprekende en luisterende, tot de ont
dekking gekomen, dat de Kerk met de
Bijbel tot het volk moet gaan. Met
nieuwe mensen, langs nieuwe wegen. De
uitwerking van deze gedachte viel als
vanzelf toe aan de Raad voor Inwen
dige Zending. Plannen werden gemaakt,
commissies benoemd, als uitvloeisel
waarvan de Generale Synode op 28
October 1943 het. besluit nam „om een
plan tot stichting van een Instiuut voor
te bereiden voor opleiding van manne
lijke en vrouwelijke hulpkracht-en voor
het vele werk, dat gedaan mpet.wordep,
«pdat de Synode zich zo' spoedig moge
lijk over de stichting kan uitspreken".
Gelijktijdig werd een plenaire en een
werkcommlssie benoemd. Een uitvoerige
nota van dr Eijkman werd grondslag
der bespreking. Op 7 Juli 1944 besloot
de Synode het plan-Eijkman te aan
vaarden en voor de verwerkelijking
daarvan 100.000 gulden te reser
veren. Helaas heeft dr Eijkman, die
aan dit werk gestalte heeft gegeven,
het niet, meer mogen beleven, zijn
denkbeelden tot vei-wezenlijking te zien
komen. 22 Januari 1945 is hij 'overleden,
ooch zijn naam leeft voort in het in
op ,De Horst" geopende conferen-
te-oord, waaraan de naam van Eijk-
manhuis is gegeven.
20 November 1945 is „Kerk en We-
re-d" met haar veel omvattende en
apostolische arbeid op het daartoe aan
gekochte landgoed „De Horst" te Drie-
°dr?en gestart. De bijzondere taken van
•■Kerk en Wereld" zijn blijkens haar
st.chtingsnota viererlei. t.v.\: 1. het her
stellingswerk van Kerk en gemeen
ten leiden en stimuleren; 2. opleiding
van werkers aan de Kerk en Wereld-
academie; 3. het houden van conferen-
rii' 4' hefc Sociologisch Instituut, In
oe loop van de afgelopen vijf jaar bleef
"jt grondpatroon gehandhaafd, al
het Sociologisch Instituut in de
«erkorde een nadere relatie met ,.Kerk
l"Treld"- Dit ha Utrecht gevestigde
sociologisch Instituut dient voor een
sfondige studie van de te bewerken
itrremeri en van de vraagstukken van
werkloosheid en industrialisatie.
ACADEMISCHE ARBEID.
Voorts omvat „Kerk en Wereld" een
cademie voor de opleiding van kerke-
'J*e en mede-arbeiders. De opleiding
111 Kerkelijk Verband
w-lk.a.'s) wil jonge vrouwen en man
nen een gedegen en veelzijdige vorming
om dienende te midden van de
hw i?n tal van andere groepen van
V volk, te arbeiden in het sociale werk
p"J'erder om de boodschap van het.
rtaf e bekend te maken. Vandaar
J}:a,naast <3e theologische vakken de
nw uP Pvact-isohe vakken een grote
Wikv de s^udie Innemen. Deze
tm-Ls«n0rden gerecruteerd uit leken
orwoi tj en jaar en op de academie
PsC'cid voor evangelisatorisch werk.
onJr1^ specialiseren zich in arbeid
aer Jongeren, anderen in werk in de
Het prachtige landgoed ,,De Horst"
te Driebergen, apostolisch centrum
van ,,Kerk en Wereld".
gezinnen. In de afgelopen 5. jaar heb
ben 140 leerlingen op „De -Horst" ge
studeerd. In totaal ontvingen er 99 een
diploma, t.w. 32 als evangelist, 56 als
jeugdwerkleider, 7 als jeugdonderwij-
zer en 4 als sociaal werker.
Het seminarium van „Kerk en We
reld", brug tussen universiteit en ambt,
dat ook voor toekomstige predikanten
4 maanden verplichtend wordt gesteld,
is geen instituut, waar men achter boe
ken zit als studenten op hun eenzame
kamers. Op „De Horst" is een leefge
meenschap De vorming ls geen zaak
van boeken alleen. Ook en vooral van
samenzijn. Van samen sporten en samen
afwassen, samen de krant lezen en
discussies houden- Samen luisteren naar
concerten en toneelstukken. Dit samen
zijn wordt geaccentueerd door de dage
lijkse morgenwijdingen en dagsluitingen.
HET APOSTOLAAT.
Oogmerk van al dit vormingswerk
is het de Kerk duidelijk maken, dat
zij naar haar wezen zendingskerk is.
„Kerk en Wereld" wil het apostolaat
In zjjn volle omvang dienen. Wekken
„ZORG EN HOOP".
De Hollander wordt hier momenteel
niet alleen geluld, maar zelfs in brede
kringen der bevolking vriendelijk en
voorkomend ontvangen.
Onze voorouders hebben het hier ech
ter niet altijd gemakkelijk gehad. Ve
len vcei*den een moeilijke strijd om het
bestaan. De opschriften „Zorg en
hoop", „Meer zorg", „Nijd en spijt",
„Al verloren" enz., zijn evenzovele ge-
tuigemssen van een weinig optlmlsti-
sche levenskijk. En dan weer zien we
de overweldigende plantengroei en de
vraag rijst waarom de laatste 100 jaren
zulk een lijdensgeschiedenis zijn gewor- j
den.
Om daar meer over te vernemen,
leggen wij aan bij een van de steigers
van een plantage. Vriendelijk is de
ontvangst door een Javaanse vrouw, j
die voor haar huisje staat. Onmiddel-
lijk biedt ze aan ons naar het huis van
„mijnheer" te brengen en ock deze, j
hoewel pas wakker uit zijn middagdut- i
je. heeft al een glas sinaasappelsap in-
geschonken, voor hij zijn slippers aan
doet.
Hij is niet jong meer. Op de rook
tafel ligt een boek, dat handelt cover de
problemen van de mens, die 50 is ge
worden. Maar hij is nog levendig en
vol energie.
AAN ONZE LAKSHEID KAPOT?
Zijn verhaal is kort en critlsch. Het
komt er op neer, dat Suriname
naar zijn mening .kapot zou zijn
gegaan aan de laksheid van de Hol
landers. Dat ze er niet uit worden
gesmeten, net als in Indië, danken ze
zeide hij alleen aan het feit,
dat de Surinamer zelf Hollands denkt.
We schuiven even heen en weer op
onze stoel.
Et is geen woord .Spaans" bij.
Onze gastheer merkt de reactie en
zegt plotseling gemoedelijk glim
lachend: „Meneer, ik ben opgegroeid in
Amsterdam en het- Gooi en mijn jeugd
is niet "gemakkelijk geweest. Na een
lanabouwopleiding kwam ik terecht in
Suriname en werd opzichter op een
i plantage, waarvan de eigenaars in Hel-,
j land de idee hadden, dat het een
I melkkoe was en dan nog een, die geen
voer nodig had. Als er winst was, merk
ten we, dat er bazen in Holland zaten,
1 maar zedra er investeringen nodig wa
ren, bleken de heren West-Indisch doof
Een zoontje of neefje, dat zelfs niet
meer naar Indië kon, was nog goed
genoeg voor een directeurschap in Su
riname. Er was dus niet. eens een crisis
meer nodig om ens aan de grond te
zetten. In de slechtste tijd, 1936, kwam
het dan zo ver, dat ik na een menings
verschil met een van de „deskundigen"
mijn ontslag nam en voor mezelf be
gonnen ben. De tegenwerking, die ik
ondervond, was enorm. Tot in de hoog
ste regionen was men immers overtuigd,
dat Suriname een land zonder toe
komst was en deze theorie móest en
zoü gehandhaafd blijven. Maar ik heb
gewérkt, meneer, en met succes!; Dit
jaar ben ik voor de tweede maal na de
ocrlog naar Holland geweest, maar ze
houden me er niet meer. Ik verbouw
citrus en exporteer zelf naar mijn eigen
handelaar in Holland. En al het ge
jammer over onverkocpbaarheld en
hoge rottlngspercentages, kunnen niet
beletten dat m(jn 40 mensen en iü hier
een goed bestaan hebben.
Toen zei hjj: „Holland wil zich niet
genoeg opoffering getroosten en is
schijnbaar niet tevreden, voor we ook
hier weggejaagd worden door de dol
lar of door een ongeduldig geworden
volk.*'
Ons afscheid was stiller en minder
vlot dan de aankomst,
Beiden waren we vol gedachte»,
maar toen we elkaar dc hand schud
den, sprak daaruit van zjjn kant toch
nog de hoop, dat Holland te elfder
ure zal ontwaken en van onze kant
de bewondering voor wat hier werd
gewrocht door een Hollander, die zün
werk en zjjn mensen liefhad en.
ook zjjn land, waarvan hij de naam
vaak met bitterheid uitsprak.
EEN LES VOOR ONS VOLK!
De gouden haan is een zilveren
geworden.
Dc waterkant licht op tegen de
horizon.
In „Het Park'' speelt een band, auto
lichten flitsen op in de lucht als de
wagens het Paleisplein opdraaien van
het Fort Zcelandia af. De walbaas
informeert naar onze vangst.
Achttien vissen en een les voor ons
volk!
Een les, welke wij moeten leren op
korte termijn. En grondig. Het spel
moet uit zijn. Ambtenarenbaantjes
„met verlof cn pensioen" zullen uit
dc markt moeteu verdwijnen, hard
werken cn grondig bouwen zullen in
in de plaats moeten komen van een
superioriteitsgevoel dat de wereld,
zeker deze wereld, niet meer ver
draagt, cn allen, die hier „tropen
kolder" willen spelen ze zijn he
laas nog maar al te talrijk moe
ten plaats maken voor de besten
van de besten!
Het land is het waard, ons Konink
rijk is het dubbel waard!
Nederland let op uw 7aak.
Er kan hier nög iets groots
worden verricht!
Er is voldoende huisbrand
Men moet zich aanpassen
i De adviescommissie voor huisbrancl-
voorziening cieelt mee, dat gedurende
1 het tijdvak MeiSeptember 1950 in o.is
i land uit eigen productie en inivoer van
I voor hu.sbrand geschikte vaste branu-
stoffen 351.000 ton méér ter beschi':-
j king kwamen dan in de overeenkemsti-
j ge periode van 1949. De totale hjn-
brandvoorziening is dus beter dan vo
rig jaar.
Er zü evenwel op gewezen, dat de
hoeveelheid anthraciet niet op over
eenkomstige wijze is verruimd. Inte
gendeel. reeds thans staat vast, dat
de totale anthracietaanvoer niet toe
reikend zal zün om de ook dit jaar
wederom toegenomen vraag naar deze
kolcnsoort te bevredigen. Dit tekort
aan anthraciet draagt een blijvend
karakter, omdat de productie van an
thraciet zowel in Limburg als in de
landen, waaruit Nederland deze ko
lcnsoort importeert, dalend is.
Het is noodzakelijk, dat men zich aan
deze blijvende situatie aanpast. Bij aan
schaffing van een nieuw stookapparaat
verdient het derhalve, aanbeveling, al
dus de adviescommissie, zich er van te
vergewissen of hierin naast anthraciet
WAT OP HET SPEL STAAT!
Sprak deze man niet uit, wat ook
een politicus ons hier trachtte duide
lijk te maken, n.L dat we hier nog een
toekomst hebben en graag geziene gas
ten zijn, maar dat we er moeten komen
als „werkers", die door technische ont
wikkeling en practische ervaring stu
wend kunnen werken op de ontwikke
ling van dit land,.dat in zijn onmete
lijke kunst/vlakten zulk een grote na
tuurlijke rykaom bergt?
Twee figuren tekenen zich af in de
verbeelding: de gerimpelde stoere Hol
lander en de bruine, Hollands spreken-
Tragische dood van kindje
MET HOOFD ONDER AUTO.
Tengevolge van een noodlottig onge
val te Vollenhovc, verloor het 5-jarig
zoontje van de familie De Leeuw het
leven.
De moeder, mevrouw E. de Leeuw,
reed met het kind achterop de fiets
huiswaarts, na de gehele dag bij familie
te hebben doorgebracht. Voor een auto.
die haar achterop kwam, week de moe-
der te veel uit, zodat zij tegen de trot-
I toirband terechtkwam en haar even
wicht verloor. Het kind kwam met het
hoofdje onder de wagen terecht en
werd op slag gedood. De moeder werd
i zwaar gewond in het ziekenhuis te Vol-
lenhove opgenomen.
ook andere kolen en cokes kunnen wor
den 'gestookt.
Tenslotte zij vermeld, dat de voor het
slookseizoen 1950/1951 beschikbaar
komende hoeveelheid huisbrand, die
van 1949/1950 met ten minste 400.000
ton zal overtreffen. Derhalve mag
worden verwacht, dat zich bü oen
normale winter geen bijzondere moei
lijkheden met betrekking tot dc voor
ziening met huisbrandstoffen zullen
voordoen.
Voorwaarde blijft evenwel, dat men
zich er van bewust is, dat onder geen
beding uitsluitend anthraciet kan wor
den geleverd. Men zal er veeleer reke
ning mede moeten houden. <3at in het
gunstigste geval slechts ten hoogste de
helft van zijn totale bestelling in an
thraciet kan worden uitgevoerd.
ADVERTENTIE
Dat zuurbranden op Uw maag
kunt ge blussen in enkele minuten
met één of twee Rennies. Laat ze ge
woon smelten op de tong. zonder water
of wat ook en die brandende pijn
wordt sneller gestild dan ze gekomen
is. Iedere Rennte ls apart verpakt en
zo kunt ge ze bij U steken om dadelijk
Uw pijn te blussen, bij iedere vooiko-
mende gelegenheid overal en altijd.
Vraag Rennies bij Uw Apotheker of
Drogist.
Nicol Smith: „Naar de Voorhof
van Tibet" (Het Wereldvenster,
Amsterdam)
Al is de tijd van de grote ontdekkings
reizen voorbij, er zijn nog altijd mensen
in wie de zucht naar avontuur en onbe
kende gebieden zich niet laat verdringen
door de wetenschap dat er heden ten
dage weinig meer te ontdekken valt In
de zin van hele werelddelen ontsluiten.
De moderne ontdekkingsreiziger beperkt
zich tot een kleiner gebied, maar dit
leert hij dan ook terdege kennen. Azië
en Afrika, en ook de grote oceanen, ber
gen nog genoeg geheimen die het ont
dekken waard zijn en de mensen die
deze streken opzoeken zijn al even ver
schelden: er zijn er die alleen maar
nieuwe indrukken willen opdoen, zonder
hun heimwee naar de .beschaafde we
reld" te verliezen, er zijn reizende cor
respondenten van dagbladen en de on
afhankelijke journalisten, wier avontuur
tevens een broodwinning is, er zijn de
wetenschapsmensen, die van oerwoud of
bergmassief hun studieterrein maken,
en er is het uitstervende ras van de
ontdekkingsreizigers pur sang", voor
wie het rondtrekken door onbekende
streken een opwindende sport is.
De Amerikaan Nicol Smith heeft ie's
van deze laatste categorie maar ook Js
hij een geroutineerd journalist, die reeds
verscheidene reisverhalen op zijn naam
heeft staan, zoals .Burma Road" en
„Golden Doorway to Tibet", dat thans
onder de titel' .Naar de Voorhof van
Tibet" in vertaling Is verschenen. Tibet
is wel bij uitstek het land dat door alle
eeuwen heen ondernemende reizigers,
wan avonturier tat geleerden, heeft, aan
getrokken; niet alleen door de grootse
natuur van dit enorme onherbergzame
I gebied, maar ook door de volken die het
bew.onen. hun eeuwenoude zeden en
I riten, de oosterse mysteriën, de tempel
schatten. de kloosters en de merkwaar
dige leerstellingen der Lama's. Het aan-
1 tal boeken dat over Tibet is geschreven,
vormt alleen al een hele bibliotheek, en
nu dit veelzijdige land onlangs ook weer
van grote politieke betekenis is gewor
den, zullen er nog wel ettelijke publica
ties aan worden toegevoegd. Het boeK
van Nicol Smith evenwel is in de eer
ste plaats een reisverhaal waarin alle
hierboven genoemde aspecten van Tibet
ter sprake komen zonder dat er dieper
op wordt- ingegaan. Waarheidsgetrouw
als zijn relaas uiteraard is, geeft het een
interessant beeld van land en bevolking,
dat de lezer boeit en hem, mede dank
zij de fraaie foto's van Loren Tutell,
enigszins vertrouwd maakt met die fas
cinerende wereld, die Tibet heet en
waarover hü nu dagelijks in zijn krant
leest. Maar een groot schrijver is Nicol
Smith niet. Hij bewandelt de traditio
nele paden van de reisbeschrijver die
nauwkeurig vertelt wat hem is overko
men. Hij doet dit bovendien met een
nogal jongensachtig enthousiasme, dat
zijn houding ten opzichte van de men
sen en-dingen die hij ontmoet iets naïefs
geeft, en dat soms bepaald irriteert. Dit
laatste kan evenwel ook de schuld zijn
van de vertaalster, mevrouw M. H. Szé-
kely—Lulofs. die er nergens in is ge
slaagd de mannelijke toon te treffen
welke een boek als dit behoort te heb
ben en welke het in het origineel mis
schien ook wel heeft; haar overmatig
gebruik van uitroeptekens dikwijls ge
combineerd met vraagtekens, is even
hinderlijk als kinderlijk. Als verslag van
een interessante karavaanreis door een
uitermate boelend land is dit boek een
aanwinst voor de liefhebber, maar het
boek over Tibet is het niet geworden
Graham Greene: „Reis zonder
Kaarten" (Contact, Amsterdam
Antwerpen)
Van geheel andere aard is de reisbe
schrijving ..Journey without Maps", die
de Engelse schrijver Graham Greene
veertien jaar geleden publiceerde na een
j tocht- door West-Afrika, en' waarvan on-
I langs de Nederlandse vertaling ver
scheen onder de titel „Reis zonder
Kaarten". Greene behoort tot de belang
rijkste hedendaagse schrijvers en boven
dien is hij iemand die het nut van verre
reizen inziet niet alleen om veel te
kunnen verhalen maar vooral om zich
door nieuwe indrukken te verdiepen in
de problemen die hem bezighouden cn
aldus zijn schrijverschap tot volledige
ontwikkeling te brengen Zo is een van
zijn beste boeken. „The Power and the
Glory" (Het geschonden Geweten), te
danken aan een tocht door Mexico,
waarover hij ook nog een afzonderlijk
reisverhaal publiceerde („The Lawless
Roads"). Greene is natuurlijk geen ont
dekkingsreiziger in die zin, dat hij reist
om; onbetreden gebieden in kaart te
brengen; zijn reizen zijn ontdekkingen
van de meens. en vooral van zichzelf.
Zijn .Reis zonder Kaarten" was een
voettocht door het binnenland van Li
beria naar Monrovia aan de kust. Daar
bij week Greene af van de officiële rou
tes en meed opzettelijk de Europese pos
ten; hij zooht 'zijn eigen weg afgaande
op aanwijzingen van de inlandse bevol
king en de primitieve aardrijkskundige
kennis van zijn dragers Het verslag van
deze avontuurlijke tocht is op zichzelf
al boeiend genoeg men krijgt een. voor
treffelijke indruk van het leven in de
negerrepubliek Liberia ook op politiek
en economisch terrein. Maar het ls
vooral Greene's persoonlijkheid als
schrijver, zijn visie op mensen en toe
standen en het autobiografische element
in het relaas van zijn Afrikaanse erva
ringen, waardoor dit boek iets bijzonders
is geworden. Het is niet alleen een
knappe reisbeschrijving met uitvoerig
j gedocumenteerde bijzonderheden over
lïand en volk, maar ook een sybolisch
I werk. waarin Greene zichzelf en de ziel
van de mensheid peilt. Het volgende ci
taat geeft een duidelijk antwoord op de
vraag waarom. Greene deze reis heeft
ondernomen: wanneer men ziet
welk een ellen-de en welk een gevaar
voor vernietiging eeuwen van cerebrale
ontwikkeling ons hebben gebracht, dan
ontwaakt een nieuwsgierigheid in ons
om. indien mogelijk, na te gaan wat wij
j zijn geweest en het pünt te ontdekken
I waar wij het eerst een verkeerde weg
zijn ingeslagen". Dit is het geestelijk
uitgangsDunt. van deze „Reis zonder
Kaarten", die méér onthult dan de ver-
I borgenheden van een donker werelddeel
—namelijk het onderbewustzijn van ce
I moderne mens en de corruptie van zijn
beschaving. Daarenboven geeft dit boek
een belangwekkend beeld van de schrij
ver; wie Greene reeds uit zün Romans
heeft Ieren kennen, vindt hem hierin
ten voeten uit terug, ook al komen zijn
indringende stijl en zijn feilloos woord
gebruik niet geheel tot hun recht in de.
overigens bevredigende, vertaling /an
mejuffrouw M. Th. Paanakker.
Captain John Voss: ,In een zeil-
kano de Wereld rond" (Elsevier,
AmsterdamBrussel)
Ten slotte een boek van avontuur op
zee: „The Venturesome Voyages of Capt.
Voss" dat m het Nederlands de nogal
slappe titel kreeg „In een Zeikano de
Wereld rond". John Voss was een Cana
dees koopvaardij-kapitein. die in het be
gin van deze eeuw een drietal avontuur
lijke oceaantochten maakte met kleine
zeilschepen. De ervaringen die hij daar
bij opdeed, zün van onschatbare waarde
voor ieder die. hetzü uit hoofde van zijn
beroep, hetzü als sportzeiler. de grote
zeeën bevaart. Zün boek is dan ook in
zekere zin een wetenschappelijk werk,
dat elke serieuze zeiler behoort- te be
zitten en waarin ook de leek wiens hart
naar zee uitgaat, zich met vreugde zal
verdiepen. De avonturen zelf zijn merk
waardige staaltjes van een zeldzaam
zeemanschap, vooral de grote tocht met
de Tilikum", een verbouwde Indiaanse
kano waarmee kapitein Voss alle zeeën
en winden trotseert op een wijze die hem
ongetwijfeld tot de moedigste en tevens
bekwaamste zeezeller ter wereld stem-
oelt. Zonder enige grootdoenerij vertelt
hij van zijn reizen: zijn beschavingen
zün zelfs meer flegmatiek dan opwin
dend, zij missen de hartstocht van het
J grote avontuur en hun toon is wat vlak,
de stül geenszins briljant Maar al be-
I hoort Voss dan niet tot de grote schrü-
vers van de zee. zijn boek is een opmer-
keliik document van een man die zoals
J de Engelse zeiler Weston Martyr in zijn
inleiding schrüft. zijn liefhebberü vond
in „een intense studie van zee en gol-
j ven en van de manier, waarop een schip
zich daaroo gedraagt". De vertaling be-
'rüstts bij G. Staalman Azn in zeer des
kundigs handen. Paul Hendriks zorgde
J voor vlotte illustraties en de uitgever
droeg het züne bij om kapitein Voss'
reisverhalen tot een begeerd bezit te
j maken voor zeilers en alle avontuur-
lüken van geest.
H. J. S.
De heer A. J. Schrikker
gezant in Iran
Bij K. B. Ls de heer A. J. Schrikker
benoemd tot Hr Ms buitengewoon ge
zant en gevolmachtigd minister bij het
Iraanse hof. De heer Schrikker was
laatstelük consul-generaal te Hamburg.
.iGOEDE VANGST, KOSTER!"
Dat een koster zich op een inbreker
werpt en hem eigenhandig naar het
politiebureau transporteert, komt niet
cikwij'ls voor. De koster van de R.K.
kerk te Etten heeft dit echter ge
presteerd
Hü hield een man ln de gaten, van
me hij vermoedde, dat hü het op de
offerblokken in de kerk had gemunt.
Toen één van deze offerblokken inder
daad gelicht bleek te zün, spurtte hij
de boosdoener achterna, reed hem met
zün motor niet al te hardhandig van
ae sokken, sleepte hem naar het midden
van de weg, hield een bestelwagentje
aan en bracht de man naar het politie
bureau.
„Goede vangst, koster", zei men daar.
Want de man bleek nog meer diefstal
len op zijn geweten te hebben.
GEDENKTEKEN OP GRAF VAN
JAN OUDEGEEST.
De besturen van de P. ,v. d. A. en
van het N.V.V. hebben instemmend ge
antwoord op een voorstel van de Ned.
Ver. van Spoor- en Tramwegpersoneel,
om overleg te plegen over de oprich
ting van een gedenkteken op het graf
van wijlen Jan Oudegeest, die enigp
weken geleden in de ouderdom van 30
jaar is overleden.
HIJ KAN GEEN KOE MEER
RUIKEN
Het s.s. „Drente" van de Kon. Rotter-
damsche Lloyd vervoerde deaer dagen
uit Calcutta naar de Philippijnen niet
minder dan 287 koeien en 75 geiten, in
lange rüen hokken aan dek opgesteld.
16 Brits-Indische verzorgers begeleidden
dit veetransport.
„Ik kan voorlopig geen koe meer ho
ren en geen geit meer ruiken", ver
klaarde na de lossing de gezagvoerder,
kapitein W. Bubberman.
INBRAAK BIJ JUWELIER
TE ROERMOND.
Voor een waarde van f. 12.000 gestolen.
Toen de Roermondse juwelier O. gis
termorgen vroeg beneden kwam, ont
dekte hü dat dieven zich 's nachts toe
gang hadden versohaft tot zijn werk
plaats en alles wat daar aan reparatie
en sieraden aanwezig was, hadden mee
genomen. De juwelier bemerkte, dat ook
de vitrines en toonbankladen in de win
kel overhoop gehaald en geplunderd
waren. Een groot aantal gouden en zil
veren horloges, goüden ringen, djamari-
ten en briljanten waren verdwenen tot
een gezamenlüke waarde van f 10
f 12.000.
Het polibie-onderzoek leidde tot een
aanhouding. Het onderzoek wordt nog
voortgezet. De juwelier was niet togea
diefstal reraekerd.