EEN WANDELING DOOR LEIDENS TOEKOMSTIGE STATIONSGEBOUW Doelmatige verwerking van uitgaande en binnenkomende reizigersstroom Treinverkeer wordt „blind*" geregeld Twee tunnels leiden van ruime lial naar de perrons J 69ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Vrijdag 8 September 1950 Tweede Blad No. 27096! Hoe staat het er mee? (XX) Schreven wij gisteren over de voorbereidingen vooi de bouw van het (nieuwe Stationsgebouw in de Sleutelstad over dc uiterlijke gedaante van dit voor deze stad zo belangrijke gebouw en over allerlei daarmede sa menhangende kwesties, ditmail willen wij uw aandaeht vragen voor de in- i richting van het nieuwe gebouw, hoofdzakelijk aan de hand van bijgaan de tekening. Voor goed begrip van de tekening diene, dat zü bestaat uit twee gedeel ten. n.l. het onderste deel. ongeveer driekwart van de tekening tot aan de dubbele horizontale lijn, dat de platte grond van de begane grond weergeeft, en het bovenste kwart van de tekening, boven de dubbele streep, de platte grond van de verdieping, die boven het lange smalle gedeelte van de begane grond komt te liggen, dus half over de beide vleugcis. waarin zich resp. de kapper, kruiers en inlichtingen- en de snelgoed-expresse- en P.T.T.-afde- I lingen bevinden, evenals boven het plaatskaartenkantoor. Deel van het gebouw „ondergronds" Van het gebouw, zoals het op de te kening is weergegeven, is van buiten af jüeen zichtbaar de begane grond van de stoep voor het gebouw tot en met de achterste (op de tekening bovenste) lijn van de zijvleugels en het plaatskaar tenkantoor. benevens de gehele boven verdieping. De rest van het. gebouw, vaarin dus de bagagelift. de controles, ce kiosk en het grootste deel van „ba- pge-" en reizlgerstunnel" liggen, is ulwendig niet zichtbaar, aangezien het zich onder de verhoogde spoorbaan be vindt. van welke baan men links en rechts van de zijvleugels de glooiingen aangegeven ziet. OP TWEEERLEI WIJZE KAN MEN BINNENKOMEN. Laat. ons. om u de inrichting van het, gsbou\v zo helder mogelijk uiteen te zet- ten. het gebouw eens binnentreden, zo- j mettertijd alle treinreizigers zullen j doen. door de ingang gelegen aan het S:ationsplein. Men kan dat op tweeërlei wijze doen. afhankelijk van de vraag of men al of niet voorzien is van een fiets Wil de treinreiziger zijn fiets stallen, dan gaat hU het gebouw binnen langs de trap, waarbij met een grijze pijl ver meld staat „INGANG RIJWIELSTAL LING". Men kamt dan terecht in een kelder, die onder het gehele gebouw door loopt, waarin, zoals gemeld, een flailing voor niet minder dan plm. 2,000 rijwielen is Ingericht! De wielrijder-treinreiziger levert bene den in de kelder zijn fiets af en loopt binnendoor naar een trapje, dat in de .stationshal bij (1) uitkomst midden tus sen „INGANG" en „UITGANG". Hij staat dan in dezelfde hal, waarin de voetganger-treinreiziger, of de per auto of- tram gearriveerde passagier terecht komt, die een stoep van zeven treden onder een luifel is opgeklommen en door de ..INGANG" binnenkwam. Over die stoep van zeven treden is nog heel wat te doen geweest. Er wer den van verschillende zijden bezwaren geopperd, maar men moet nu eenmaal, wanneer men viaducten over de rijwe gen cn dus een verhoogde spoorbaan heeft, een hoogteverschil tussen straat niveaus en perrons overwinnen. Door voor het gebouw reeds een stoep van zeven treden te maken, verkleint men het hoogteverschil tussen Stationshal en perrons zodat deze stoep geen ex tra moeite meebrengt voor ouden van dagen en invaliden. Bovendien zijn er zelfs twee voordelen aan verbonden. Een trap-in-gedeelten lijkt minder erg en is dat vaak ook. omdat minder in- snanning ineens gevraagd wordt. Men heeft een rustperiode tussentijds, en bjj het nieuwe station zelfs twee rust perioden. aangezien .zoals wij straks zullen zien. de resterende trap nog In twee étappes is verdeeld. Bovendien kan de fietsenkelder door het aan brengen van zeven treden vóór de hal hoger worden, zonder dat de funde ringen lager komen, wat aanzienlijk •neer kosten met zich mee zou brengen. Langs de voorwand van de hal. geheel •an glas en daardoor overvloedig licht toelatend, bevinden zich aan de uitein den bij de nummers (2) twee telefoon cellen ten gerieve van de reizigers. Aan de andere zijden van in- en uitgang, bij de nummers (3) worden reclamevitrines aangebracht, terwijl tussen deze en de •eeds genoemde trap van en naar de fietsenkelder bii de nummers (4) bor den komen te staan met de voor dit sta tion van belang zijnde dienstregelingen tan de treinen. DE REIZIGERSSTROMEN. Om in grote lijnen de belangrijkste reizigersstromen aan te geven hebben 'ii deze met grijze stroken aangeduid, «aarin pijlen de richting aangeven, daaraan zien wij reeds, dat er na het binnenkomen verschillende mogelijkhe den zjjn. Men is b.v. al of niet van een kaartje •oorzien. en al of niet van bagage, die niet in de coupé wil meenemen, men bagage aangeven, dan vindt ^n recht vóór de ingang een lange bank. waar dit kan geschieden, aange ven met .BAGAGE" Is dat gebeurd, óri vindt men naast zich de „LOKETT EN". door cirkeltjes in de voorwand het ..PLAATSKAARTENKAN TOOR" aangegeven. Andere reizigers, die geen bagage hadden, zijn daar di- op af gestevend wij komen er na J*n onze bagage te zijn verlost. Na een •-aartje genomen te hebben anderen :jan ook dat over begeven de reizi- jjs zich naar de „REIZIGERSTUN- •EL", die rechtsom naar de perrons Toert, eerst langs de ..KIOSK" waar zich van tre'nlectuur kan voor in daarna door één van de drie .CON SOLES INGANG". 3 IN- EN 5 UITGANGCONTROLES Hier valt direct op. dat er slechts 5 'ngangcontröles, en daarnaast 5 uit- ringcontróles zijn. Dit verschil veroor zaakt geen oneerlijke doch juist een •"iciënte bediening: druppelsgewijs immers komen de reizigers binnen, met treinladingen tegelijk willen zij naar de uitgang. De verhouding 3 tegen 5 is naar berekening de juiste voor een station als Leiden, terwijl uiteraard in bijzondere gevallen mogelijkerwijs wel eens van deze verdeling zal worden af geweken. zoals b.v. in het hoogseizoen van de bollcntijd. wanneer in de late namiddag drommen passagiers zich melden en aanzienlijk minder het sta tion verlaten zullen. ONDER DE SPOORBAAN. Is men de controle gepasseerd bij de controle bevnden wij ons al onder de spoorbaan die aan de 9tadsz\jde van het eerste perron langs loopt, vandaar de talrijke steunpunten, die wy in dit, ge deelte van de tunnel vinden) dan ko men wij al spoedig bij de ..TRAP NAAR le PERRON". Hier zien wij. dat de over winning van het nog resterende deel van het hoogteverschil met de spoorbaan in derdaad in twee étappes is verdeeld, n.l. tweemaal 12 treden, gescheiden dooreen platvorm van 3 meter lang. Wij kunnen deze ti^ap opgaan naar het eerste per ron. doch ook de tunnel verder door lopen doch dit verlengde van de tunnel is niet op de plattegrond weergegeven) naar soortgelijke trappen naar het twee de of (tijdelijke) derde perron. Op deze perrons vinden de reizigers ruime wacht kamers. restauraties toiletten etc. Wij zullen de treinreiziger-in spé voorlopig op zijn eerste, tweede of derde perron met rust laten, want een binnen komende trein heeft juist een lading passagiers afgeleverd. d;e nu langs de ..TRAP VAN le PERRON" naar bene den dromt. Die stroom slaat rechtsaf de reizigerstunnel in. komt door de 5 con- tróles en vindt dan langs zijn weg ver schillende faciliteiten, die hem van pas kunnen komen. KAPPER, KRUIER. INLICHTINGEN. Eerst een .KAPPER", voor de lieden, die te laat zijn opgestaan en zich niet meer konden scheren zonder hun trein te missen. Een waardevolle aanwinst voor het Leidse station! Daarnaast is een afdeling voor de kruier, ten dienste van de zwaar beladen reizigers. Even verder voert de stroom langs het lnlich- tingenkantoor. Uiteraard zal dit kan toor niet alleen door uitgaande reizigers, doch evenzeer door binnenkomende rei zigers worden gebruikt. De stroom ste vent verder op de uitgang af. een deel echter splitst zich af naar de ingang van de fietsenkelder (1) om deze even later voorz en van rijwiel bij de „UITGANG RIJWIELSTALLING" weer te verlaten en Leiden binnen te trekken. De rest van de stroom is inmiddels door de .UITGANG" reeds buiten beland. UITERMATE EFFICIËNTE INDELING. Bekijken wij de inrichting van de rei zigerstunnel. de weg waarlangs de trein reizigers van en naar de perrons komen, 1 dan valt een uitermate efficiënte inde ling op De binnenkomende reiziger vindt bjj j het betreden van het Station eigen- j lijk „z'n bedje gespreid". Hij immers l vindt direct langs zijn weg dc bagage- i afdeling, de plaatskaartenloketten en I de kiosk voor reislectuur. Een kruier heeft hij niet meer nodig, een kapper meestal ook niet. veel minder in ieder geval dan reizigers, die de trein net I verlieten, alleen het inlichtingenkan toor ligt niet direct op „zijn" weg. Maar ja, dat moet of langs de ene. of langs de andere weg liggen, men kan er bezwaarlijk twee maken De per trein gearriveerde reiziger vindt langs zijn weg naar de uitgang een kapper, een kruier en inlichtingen, doch geen kiosk, die hij in veel min dere mate nodig heeft zün reis is immerj geheel of goeddeels voorbij dan zjjn tegenligger". Bagage komt hij meestal niet direct bij het verla ten van de trein afhalen. Dat komt later nog wel eens. en dan vindt hij de bagage-afdeling weer direct voor zich bij het binnenkomen van het ge bouw. De plaatsing van de dicnstrcgelings- borden (4) en de telefooncellen (2) is bijzonder gelukkig, direct bij de in- en uitgangen, waar iedere treinreiziger langs komt. In het eigenlijke gebouw hebben wij nu zo goed als alles aangegeven, waar mede de gewone treinreiziger te maken heeft. Rest nog het loket aan de achter zijde van het plaatskaartenkantoor. naast de comptabel (5). waar reizigers bijzondere gevallen met plaatskaarten e d behandelen kunnen, b.v. voor door gaande reizigers, mensen die een on juist kaartje kregen etc. VRACHTGOED. De rest van het gebouw is hoofdzake lijk voor dienstgebruik, behalve de rech tervleugel. waar post en goederenafde lingen gevestigd zijn. Het gedeelte van deze vleugel, het dichtst bij het midden gebouw. is ingericht voor „SNELGOED en EXPRESSEGOED", dat aan de bank kan worden afgeleverd Deze bank is het verlengde van de (door een doorloop onderbroken) bank van de bagageafde ling, waarover wij reeds schreven. Door een hek is dit gedeelte van deze vleu gel. waar dus ook publiek komt. afge scheiden van de afdeling ..PTT", wear- in zich nog een kantoortje bevindt (6). Buiten lnags deze vleugel is een „OPRIT" aangebracht, die voor de post afdeling eindigt voor de dubbele deuren in de zijkant van 't gebouw op zodanige hoogte, dat de postauto's met de achter zijde tegen de deuren kunnen rijden en dan het grondvlak van hun bergruimte op gelijke hoogte met de vloer van de afdeling „P.T.T." vinden. Snelheid van afgifte en in ontvangstneming wordt daarmede aanzienlijk vergroot. Langs de voorzijde van de vleugel zet de helft van de oprit zich voort. Wagens met expresse- en snelgoederen kunnen hier hun vrachten lossen of laden. TEMPO SERVICE. De snel- en expressëgoed-afdeling is ruim ingericht en in het bijzonder ge schikt gemaakt voor dat soort snclgoed. dat in Leiden nu eenmaal 't meest wordt verwerkt, n.l. bloemen. Aflevering en behandeling van deze goederen eisen zo groot mogelijke snelheid en uiterste zorg. en bij de inrichting van deze af- deling is met die eisen in het bijzonder rekening gehouden. De snel-, expresse- en postgocdcren vinden na aanbieding hun weg door dc ..BAGAGETUNNEL", die evenwijdig aan de reizigerstunnel loopt en evenals laatstgenoemde onder de 3 perrons door. i Trappen naar de perrons heeft deze j tunnel niet. wel voor ieder perron een I lift, waarvan dc lift van het eerste per ron ook doorloopt tot beneden in de kelder, voor het vervoer van dc per trein aangevoerde rijwielen. Naast de bagagetunnel, lussen de kan toorruimte achter het plaatskaarten kantoor en de trap van de reizigers naar het eerste perron, bevindt zich nog een stalling voor perron- en postkarren, in gebruik bij het personeel (7>. De linkervleugel van het hoofdge bouw is. behalve de lokalen voor kap per, kruier en inlichtingenbureau, vol ledig bestemd voor de interne dienst. Hierin bevinden zich een werkplaats (8), een hoogspanningsruimte (9) met daartussen een laagspanningsruimte en een portaal, een kolenbergplaats (10) en een vertrek voor de vcrwarmings- installatie (11). In dit laatste vertrek begint de schoorsteen (12). die boven het dak verbreed wordt tot de toren, waarin 3 verlichte klokken zullen wor den aangebracht. Rest van de begane grond nog de voor intern gebruik in dienst zijnde ruimte achter het plaatskaartenkantoor. Daar bevinden zich de comptabel (5). de kluis (13), een verblijf voor dc contro leurs (14). een kleedruimte <15), een arbeidersverblijf (16), een bagage-depót (17), het archief (18), de dienstgarde- robe (19). een recreatieruimte (20) en toiletten (.21). DE BOVENVERDIEPING. Wij zijn nu zover gevorderd, dat wij de verdieping, het bovenste deel van de tekening, eens kunnen gaan bekijken. Deze verdieping is eveneens geheel in geruimd voor dienstgebruik. Dit niveau kan bereikt worden door middel van de trap bij (22) tussen kruier- cn inlich tingenbureau (tekening begane grond), welke trap op de verdieping (tekening verdieping) uitkomt bij (23'. Alvorens wij de lange gang in de lengte van deze verdieping doorwandelen, letten wij eerst achter ons. bij (24) nog even op het langs de verdieping lopende onder ste deel van de klokketoren, waarin de schoorsteen is opgetrokken als verleng stuk van het begin daarvan, dat wij op de begane grond bij 12 aantroffen. Links in de gang zien wij eerst bij (25) het vertrek van de stationschef, daartegenover rechts in de gang toilet ten voor dienstgebruik (26). Naast de kamer van de stationschef liggen de telexkamer (27) en de uitbetalingska mer (28). daarnaast weer het stations kantoor (29) en de kamer van de on derstationschef (30). Tegenover deze vertrekken liggen een spreekkamer (31) j cn een opzichtersvertrek (32). Het ge- I deelte, aangegeven als (33) is het over I twee verdiepingen doorgetrokken voor ste deel van het plaatskaartenkantoor van de begane grond, dat dus van de voorrand tot de middenpilarcn extra hoog wordt en door het grote raamvlak in het gedeelte, dat op de tweede ver dieping is gelegen, licht en lucht ont vangt. Daartegenover vinden wij links in de bovengang bij (34) een deur naar bui ten. via een trapje toegang gevend tot de spoorbaan. Hier is geen perron, doch het personeel kan via deze trap desge wenst snel het emplacement bereiken. Men ziet aan de tekening, die wij gis teren gaven van het uiterlijk van het gebouw, dat de sporen ongeveer op de hoogte liggen van de vloer van deze verdieping. Slechts 5 treden zijn nodig om het geringe hoogteverschil te over bruggen. Naast dit trapje vinden wij nog de stationsrecherche 35) en een maga zijn (36). DE „VERKEERSAGENT". De „verkeersagent" van het treinver keer op het emplacement zetelt in de „centrale post N.X." <37), zoals de tech nische term luidt. Hier worden wissels en seinen bediend, worden de treinen naar de juiste perrons geleid, kortom wordt aan iedere trein het- zijne gege ven en wordt gecontroleerd of alles naar wens verloopt. Deze post N.X. (een Amerikaanse afkorting voor „entrance-cxit", d.w.z. ingang-uitgang, waarvan de eerste letters echter gelijk zijn, zodat voor de afkorting maar de tweede letters genomen werden) is een nieuwigheid. De chef van deze post beschikt wel over een raam, dat uitzicht op de baan geeft, maar heeft toch niet het over zicht. dat wij van centrale seinhuizen gewend zijn. Dat is ook niet nodig, want de gehele controle verloopt door middel van lichtseinen op grote bor den in de centraalpost, waar dc stand van alle wissels cn seinen cn de plaats van treinen op het emplacement kan worden gecontroleerd. Dit systeem van „blinde" regeling is dezer dagen voor het eerst in gebruik genomen op het station in Den Bosch; Lelden zal het tweede station zijn met een der gelijke sein-inrichting, die volgens de ervaringen beter voldoet dan de thans in gebruik zijnde contröle-door-zicht. Van de bovenverdieping resten nog de ruimten 38. 39 en 40, waarin resp. de telefooncentrale, de batterijen en de relaiskamer zijn ondergebracht, waar mede onze wandeling door het eigenlijke stationsgebouw is geëindigd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1950 | | pagina 5