Tien jaren en tweemaal vijf r Niet tevergeefs Beklemmende vraag van vandaag 89ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Donderdag 4 Mei 1950 Tweede Blad No. 26990 Liefde voor het heden Dankbaarheid voor het verleden Venvachting voor de toekomst graan. Jaren waarin tientallen mil- lioenen werklozen korte tijd later niet voldoende waren om een mensen - kracht-vretende oorlogsproductie te voeden, terwijl elders de oorlogs ten der volkeren, die daarmee openlijk en daadwerkelijk staan aan de zijde van de „vijand", tegen wie het betrokken eigen land zich wapentDe grenzen van de partijen in het conflict lopen inderdaad dwars door de volkeren heen ONSCHATBARE WINST VERPLICHT TOT ERKENNING. Deze verplaatsing van de kern van de conflicten van nationaal materialisme naar bovennationale ideologie is on tegenzeggelijk een winst van de jongste wordt voltooid, zal door de partners een stille hulde worden gebracht aan de helden van 4045, die door hun offer de conferentietafcl tot het wa pen van de toekomst maakten in plaats van de granaat en de torpedo. En een hulde aan de onwankclbaren, die in de pijnlijke jaren van 4550 bleven hopen, bleven proberen, bleven volhouden dat de wereld er niet zou (Van een onzer redacteuren). Oorlogen beginnen niet op het moment, dat de wapenen worden opge komen. Zij beginnen lang voordien in de harten en geesten der mensen. Oor logen beginnen wanneer de wapenen worden gestrekt, zo als de vrede gaat leven in de harten, zodra Mars zich openli/k aan de wereld vertoont. Geen twee weken oud was de tyrannie in ons land, of het eerste verzet, 'de kiem der nieuwe vrijheid, stak de kop op. De eerste slachtoffers von dot veriet, wier bloed ook thans nog de vrijheid voedt, werden gemarteld en afgeslacht voor de zomerzon van 1940 het hoogst aan de hemel stond. Herdenken wij in deze dagen het tweede lustrum" van onze intrede In 'de wereldoorlog en het eerste der bevrijding, dan herdenken wij alleen de bewustwording dier reeds lang voordien wezenlijke gebeurtenissen, niet hun weien zelve. Nimmer zo sterk als in de oorlogsjaren 19401945 heeft de vrijheid in onze harten, haar enige waarlijke voedingsbodem, geleefd. Zelden sterk als in de vredes-jaren 19451950 heeft-de haat, heeft de afgunst, heeft het wantrouwen, kortom heeft de koude of warme oorlog veler geesten bezeten. Deze dagen van herdenking staan in het teken van het contrast ,,toen" en „nu", maar ook van het contrast: vijf jaren van een brandend vrijheidsgevoel bedelde kracht die bergen kon verzetten ondanks, ja juist dank zij onder drukking en tyrannie, tegenover vijf jaren van door haat en afgunst gedra gen onmacht om de vrijheid waardig te zijn, ondanks de duurbevochten „bevrijding" van vijf jaren her. Bij een herdenliing als van deze tien of tweemaal vijf jaren heeft het geen zin, een historisch overzicht der ge beurtenissen te geven. In de eerste plaats liggen die gebeurtenissen te dicht achter ons om ze naar historische waarde te kunnen beoordelen, in de tweede plaats zijn ze over het algemeen hecht genoeg in het persoonlijk erva ringsleven verankerd, om ze deze dagen in herinnering te brengen zonder de droge opsomming van een geschiedenis boekje. De herinneringen, welke deze dagen spreken, zijn de verliezen die geleden zijn, de hongér, angst en pijn die zijn doorstaan, het gemis en de beklemming die ons leven in de dagen na Mei 1940 beheersten. Zijn ook de hardnekkige pogingen die zovelen zjch hebben ge troost om na Mei 1945 „opnieuw" te be ginnen, en het falen dat zo talloze van die pogingen tot resultaat hebben gehad, de teleurstellingen en ook de zware ver liezen waarmee die pogingen zijn be taald of waarop de schaarse positieve resultaten van veler streven zijn ge bouwd. Het is dit contrast tussen het vele dat geleden is bjj de geboorte van wat wjj hoopten en gelukkig nog hopen een nieuwe wereld te zijn, tegen over de schijnbaar geringe innerlijke waarde en hechtheid van die nieuwe „vrije wereld", dat deze herdenking tot zulk een beklemmende vraag waakt: zijn de offers van millloenen levens en van de materiële welvaart der wereld vergeefs gebracht? Staan de volkeren der aarde nu, vijf Jaren w het strekken der wapenen, niet nog scherper tegenover elkaar dan voor tien jaren, toen de wapenen voor het rampzaligste wereldconflict wer den opgenomen? Zijn de mede aan die oorlog schuldige economische om standigheden thans stabieler en vor men zjj een hechtere basis voor har monieuze welvaart dan toen, tien jaar geleden? NIET OPWELLING MAAR ZIN TEGEN ACHTERGROND DER WIJZIGING. sen eerste opwelling zou men ge neigd zijn deze vragen zo te beantwoor- dat het lijden en het strijden van oorlog als tijdens de vijf jaren verbe ten worsteling omhoog. Een periode van slechts tien jaren, waarin bijkans geen landsgrens in het oude wereld deel ongeschonden bleef, waarin mil lloenen over de aarde werden afge slacht, van La Plata in Zuid Amerika tot Narvik in het hoge Noorwegen, van Hollandia op Nieuw Guinea tot Oran in West Afrika, van Hirosjima en Wladiwostok tot de Krim en Scapa Flow, over alle wereldzeeën en door alle continenten. Tien jaren waarin vorsten als Leopold van België en Wllhelmlna van Nederland successie velijk tezamen als souvereine heersers over meer dan 100 milliocn mensen een vredesoproep tot de wereld richt ten, enkele jaren nadien te vinden zijn als krijgsgevangene en als balling, weer enkele jaren later ais collabora teur-landverrader voor 40 procent van zijn volk en als afgetreden Lands vrouwe. wier dochter als Koningin slechts dc scepter zwaait over een tiende van de onderdanen barer eert de gevallenenHaagse bchouw Mei 1945. de wereld in de afgelopen tien jaar een zinloze inspanning schijnt te zijn ge weest. Maar een oordeel dient dieper gegrondvest te zijn dan de gedachte van het ogenblik, dieper dan de per soonlijke angst voor een nieuwe ramp, de persoonlijke nood van welhaast iedere mens in het door oorlog vijf jaar gele den gegeeselde gebied, dieper dan de begrijpelijke afkeer van de ondragelijke hoogte der belastingaanslagen en de tegenzin tegen aardappelmeel in witte brood. De wereld heeft een revolutie achter de rug, zowel tijdens de vijf jaren Intocht der beschermers: Rotterdam Mei 1940. moeder. Jaren waarin eten naar de mestvaalt ging, om slechts enkele Ja ren nadien zo schaars te zijn, dat mil- lioenen die eerst in weelde leefden tulpenbollen consumeerden en auto's ruilden voor een armzalige zak met moloch zich tot het uiterste inspande millloenen levens te vernietigen. De gebeurtenissen en verschijnselen van de geheel vgrsohillende werelden i voor en na zulk een periode mogen niet met dezelfde maatstaf worden gemeten. Tegen zo verschillende décors beduiden overeenkomstige beelden op het toneel niet hetzelfde. ANDER OORDEEL. Gaat men met dit voor ogen, het j eerst-opwellend oordeel over de periode die achter ons ligt voorbij, dan wacht een hechter, een waardevoller oordeel dat tevens de zware verliezen en het onmetelijke leed, die dwongen tot de angstige vraag naar het nut dezer pe riode. rechtvaardigt althans recht vaardigen kan, zo de mens de dankbaar- j heid voor wat door zovelen omderwille van vrijheid en recht gegeven is mag I blijven opbrengen. VERPLAATSING VAN NATIO NAAL TOT IDEOLOGISCH NIVEAU. Het wil ons voorkomen, dat de con flicten, die de wereld thans weer zo beangstigend bedreigen, wezenlijk van andere aard zijn dan de conflicten, die tot de wereldramp van 19401945 heb- ben geleid, i De jongste oorlog was er nog een van nationaal-egoistisch materieel imperia lisme. De nationaal-socialistisch-ideolo- gische saus waarmee de explosie van dit egoistische nationalisme was overgoten, was niet meer d,an een bindmiddel voor intern gebruik der Duitsers, Italianen en Quislings aller landen. Japan had zelfs dit bindmiddel niet. en trad onver bloemd als imperialistisch veroveraar op. In de jaren 1940—1945 stonden volke ren tegenover elkaar. Wel zeer duidelijk bleek dit uit de wijze, waarop de talloze deelnemers aan de wereldstrijd in het conflict werden betrokken: de verdedi ging tegen het schenden van de eigen nationale grens. Slechts Engeland en Frankrijk, in zeker opzicht ook Neder- lands-Indië, bonden de strijd aan vóór aan deze staten de strijd in uiterste Instantie was opgedrongen. De koude oorlog van onze dagen ligt op een ander niveau. De scheiding der geesten loopt niet meer langs de landsgrenzen, maar dwars door de volksgemeenschappen heen, zoals deze door het Nederlandse en het Indone sische volk liep bij het onderlinge conflict der beide gemeenschappen. Als leuze in de dagelijkse politieke strjjd moge het communisme worden oorlog, waarin de volkeren van talloze landen zij aan .zij gestreden hebben, hun zonen voor elkaar hebben zien val len. hun idealen voor de toekomst on derling hebben gebouwd. De winst daarvan is wel in de eerste plaats, dat de geestelijke wapenen de eerste rang hebben verkregen vóór de materiële wapenen als atoombom en raket, die slechts materiële onderdrukking, niet geestelijke overwinning kunnen bewerk stelligen. Men moet het erkennen van de ideo logische achtergrond en daarmee het Intocht der bevrijders: Leiden Mei 1945. Hoogtij der dwingelandij, dieptepunt der vrijheid: Parijs Juni 1940. i gedoodverfd als Russisch imperialis- j me en de niet-Russischc communisten j als Quislings van het Kremlin, zien J wjj bjj een herdenking als thans eens eerlijk dieper (omdat het geen stel- Hngname in een actueel probleem, maar een oordeel over het verleden, geldt), dan moeten wij erkennen dat een ideologie, die zich zo vele honder den millioencn aanhangers buiten het moederland heeft verworven als het communisme buiten Rusland, niet ge typeerd kan worden door een „natio naal imperialisme" met enige aanhang onder andere volkeren. Het conflict dat thans in de vorm van een koude oorlog de wereld beroert, ligt niet op het materiële niveau, doch op het ideologische, het geestelijke. Een typische uiting daarvan kan men vin den in de militaire verhouding Amerika- Europa. In de eerste oorlogsmaanden, nu circa tien jaar geleden, beperkte Amerika de wapenexport naar het strij dend Engeland op wanhopig-drastische wijze uit angst voor het schenden van de aangenomen neutraliteit. Thans, nu geen warme, doch „pas" een koude oor- log woedt, zendt Amerika op eigen ini tiatief grote scheepsladingen met mili taire uitrusting naar Europa, waar zij eerst na het overwinnen van grote weer stonden kunnen worden gelost. Weer standen die niet voortvloeien uit angst voor schending der neutraliteit in de koude oorlog, doch uit het reeds partij j gekozen hebben door belangrijke gedeel- erkennen van het communisme als wer kelijk geestelijke ideologie niet zien als een onderschrijven van het communis me. doch als een erkenning van het be staan van een beweging die meer is dan een Russisch nationaal imperialisme. Het feit is er. En wij hebben er rekening mee te houden. Niet alleen door ons van een stalen pantser en een afdoende hoeveelheid waterstofbommen te voor zien.' want de oorlogsjaren hebben ons geleerd dat onderdrukking, letterlijke uithongering en afslachting van volks groepen de idealen niet kunnen doden, of deze nu goed of fout zijn. De erken- ning-de-facto van de ideologische kracht en basis van het communisme dwingt ons tot een geestelijke strijd, die zowel gericht moet zijn op versterking der eigen ideologie als op het vinden van een huis, waarin beide ideologieën uiteraard ontdaan van de afbrekend strijdvaardige geest tezamen kunnen wonen. Noch een overwinning in een hete oorlog en de onderdrukking van de tegenstander, noch een voortdurend doorhamerende propaganda van eigen idealen zullen de andere Ideologie kun nen doden. Dat is een wezenlijk feit. dat men betreuren kan hoewel wij gelo ven dat dit niet juist is doch nimmer negéren. Deze overwegingen dwingen ons tot het tweegesprek. Duizend en één maal is dit gesprek reeds begonnen of uit- Telokt, het heeft nog niet tot resultaat Teleid. Toch zal dat eens moeten ge beuren, wil de wereld niet terugvallen tot het stadium, waarin de nationale materiële belangen op de voorgrond stonden. En wanneer dan het gesprek Mei 1945 komen zonder telkenmale weer de ander te zoeken in plaats van vernie tiging van de ander voor te bereiden. Het stoffelijke laat zich vernietigen, de geest niet. Daardoor zijn dc tegen standers van vandaag niet te vernieti gen. Dat dit zo is, is in de jaren 4045 bewerkstelligd. Wanneer dit begrepen wordt en daarnaar wordt gehandeld zou dit het vruchtbare resultaat zijn van de worsteling der laatste vijf ja ren. GEEN VOORMANNEN EN DATA MAAR DE SFEER. In het licht van deze overweging zijn de "offers van de oorlogsjaren niet ver geefs geweest, integendeel. Ook het lij den in die tijd heeft dan zin gehad. Natuurlijk zullen bij de herdenking dezer jaren ook de voormannen van de geschiedenis telkenmale in de gedachten van tallozen terugkeren, en wij kunnen één dier voormannen citeren door over die leiders van de mensheid naar een betere toekomst te zeggen: „Nimmer zijn in enig conflict der mensheid zo velen zoveel verschuldigd geweest aan zo weinigen." Laat ons bij de herdenking echter niet voornamelijk het werk zien van onze Leidsvrouwe Wilhelmina, de tot bulldog Churchill gepersonifieerde hardnekkig heid. de belichaming onzer idealen Roosevelt. Laat ons bij deze herdenking ook niet opsommen de hoogte- en dieptepunten van tien jaren wereld- strijd. Mei 1940, December 1941, Octo ber 1942, Juni 1944. Mei 1945. Septem ber 1948 of December 1949. Wij laten het aan de memorie van de lezer over, wat. deze dato voor ons allen hebben betekend. De enige waardige herdenking van tien jaren en tweemaal vijf, waarin het contrast van dwingelandij en vrijheid, van kracht en onmacht zo sterk sprak, is een stemming van dankbaarheid, dat het lijden cn dc offers gebracht zijn voor de toekomst van dc mens, ongenoemd, ondanks het vele ontsierende, evenmin met name genoemd, dat de angstige vraag ge boren deed worden: „Heeft het alles zin gehad". Deze herdenking zij een antwoord van twee letters: „J A". Dan is het een herdenking, die recht doet aan haar elementen: liefde voor het heden, dankbaarheid voor het verle den, cn bovenal verwachting voor de toekomst. Berouw komt steeds te laat: Berlijn

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1950 | | pagina 5