Geen bewaking of afsluiting op riDe Eikenhorsf' „Project-onderwijs" boekt prachtige resultaten Grootmoeder en Kleinkind Laat het Licht Uw Leidsman blijven Allo wol is geen SCHEEPJESWOL 88ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Zaterdag 31 December 1949 Derde Blad No. 26886 gebruik genomen en omdat de jongens er als regel 8 a 9 maanden blyvtn, zijn er nog niet zo heel veel vertrokken. Over het gedrag van de tot dusver ontslagenen heeft men echter niets dan voldoening. De Jongens zijn nog heel jon$. Som migen gingen terug naar de lagere school, andere naar de ambachtsschool of in een betrekking, en zij houden zich prachtig. Nazorg voor dit van Rijkswege be taalde „vormingswerk buiten schoolver band" is er niet, maar de commandant en zijn groepsleiders blijven gewoonlijk toch wel met de jongens zelf of hun onderwijzers of hun baas in contact en dat is van betekenis om er de waarde van dit werk naar te kunnen afmeten. VOLLE MEDEWERKING DER OUDERS. In het kamp barakken van de Arbeidsdienst, die thans geleidelijk wor den opgeknapt is plaats voor 60 jon gens. Zij kunnen er alleen worden heen gezonden met volle medewerking van de ouders, die trouwens dt kosten moeten betalen indien blijkt dat zij daartoe ln staat zyn. In het andere eeval zorgen zij uitsluitend voor de kleding. Dc jongens worden In vier groe pen verdeeld over vier afzonderlijke barakken Zij hebben hun eigen ver blijf, hun eieen slaapzaal en hun eieen leider, die vrijwel dag en nacht bü hen is Het uitvoerige dagprogram ma bpgint met hijsen van de vader landje driekleur op df d^or hen zelf aangelegde apnèl-nlaats. Het omvat verder: Nederlandse taal en rekenen sDori. tuinwerk, handenarbeid, vryc tildsbested'ng en ..project-onderwijs!". Vooral dat laatste is buitengewoon pnmilalr. In een volgend artikel meer daarover. sportiever en vooral veel gevarieerder geworden. Als lk alleen maar denk aan de verschillende silhouetten, die nu te gelijkertijd het modebeeld bepalen, als ik denk aan de uitgebreide, kleurige en originele accessoires, aan de enorme vlucht die alle mogelijke make-up arti kelen hebben genomenNee, kind, dat bestond in mijn Jonge jaren niet. Blanketten was toen eigenlijk heel ver foeilijk, al deden, speciaal ln grote ste den, zelfs vrouwen „van goede naam" het wel. Onze laarsjes gaven wel enige variatie te zien, maar ln rood of groen of welke voyante kleur dan ook, konden we ons niet schoeien. Die gemakkelijke sportschoenen, zoals JU die nu draagt.... nee, hoor! Geen sprake van. En al die verschillende tassen? Wij hadden ons reticuultje of de grote beugeltas. Zon der hoed op straat verschijnen was een onbetamelijkheid, waar Je eenvoudig niet over dacht Ja, kindje, er is ln de afgelopen vijftig Jaar bijzonder veel veranderd. En niet alleen ln de kleding. Want die paste zich Immers aan bij de eisen, die het snel veranderende leven stelde bij de sport en de daardoor volkomen herziene le venswijze en omgangsvormen, de sociale rechten, die de vrouw zich heeft weten te veroveren, de werkkring, die ze zich heeft gezocht, terwijl ze vroeger thuis zat te wachten totdat de man van haar leven aanklopte, kortom de hele enancl- patle, die deze halve eeuw kenmerkt. J V. Spiegeltje, spiegeltje aan de wand *jUe van de mode, de lijn. Trouwens, al- zijn zij de slaaf van Vrouw Mode gew-eest en ze zullen het wel altijd biy- Ten ook! Terwille van die verafgode Torstin doen zij de gekste dingen en v_aak ook heel onverstandige dingen. De «echte voeding en het meer dan fatale •etercorset van de negentiger jaren zijn <bar heus niet het enige voorbeeld van, öenk maar eens aan de beruchte „slanke '"in" en de modieuze vermageringskuren. ö'e menige vrouw een 25 jaar later ver fden en nachtmerries bezorgden. Maar hoe dan ook, op actie volgde re actie. En nadat de vrouwen zich. koste Tal het kost, zo zo grondig mogelijk had- ®cn ingesnoerd, wortelde langzamerhand °e idee. het begrip van de physiek ca- Ustrophale gevolgen, die dit- al bijna een ]an„ ha(1 gehad. En zo vond, via j)el toneel, de Reformmode ingang. Wie *aar ln het begin aan meedeed, verviel 'gelijk van het ene uiterste In het 'Mere, schafte het corset volkomen af 'iep ln hobbezakkerige. stijlloze om- pels rond, die ze waarlijk nog japon ourrde noemen ook. Wat waren die eer- pe Reformmodellen lelijk en ongracieus, gelukkig maar dat ze hier in ons land Rechts weinig werden gecopieerd al ■erd ook hier metterdaad de wespen- «ule afgezworen, het corset bleef be- {*an. Het zogenaamde droit-devant •erd ai gauw algcv^n cn als je. dit P-aatje bekijkt, weet je wat dat zeggen - het was een heel revolutionnair cor- dat de maag volkomen vrijliet cn1 (Speciale reportage) In het Rijkskamp voor sociale jeugdzorg „Dc Eikenhorst" te Diever- brug in Drente, dragen alle jongens een grote stoffen knoop: rood, geel, groen of oranje, naar gelang van de groep, waarbij zij zijn ingedeeld. Die knoop heeft z'n betekenis cn wordt door de meesten bepaald als een on derscheiding beschouwd. Nieuw aangekomenen moeten ge woonlijk vijf a zes weken in het kamp zijn geweest voordat zij door hun prestaties recht op zo'n knoop kunnen doen gelden. Zij treden dan toe tot het gilde van de „manschap pen". Manschappen? Ja, men heeft man schappen. vrienden, dclvers en goud zoekers in dit kamp, waarin men het karakter van sociaal-labiele jeugd van 1214 jaar op de juiste wijze en volgens de meest moderne methoden poogt te kneden. „GEEN VERLOREN JAREN". Die benamingen zijn stellig niet zon der zin. Iedere keer als er een nieuweling op ,.De Eikenhorst" arriveert, wordt hem het verhaal gedaan van twee mannen, die er op uit trokken om goud te zoe ken De reis naar de goudvelden was ver, zwaar en Inspannend. Zij troffen andere mannen, die er met hetzelfde doel op uit waren gegaan en in deze krmg van „manschappen" maakten zij zich allengs „vrienden", die niet te egoïstisch waren om anderen van dienst te zijn en in die hulpvaardigheid een zekere voldoening vonden. Zo kwam men op de plaats van bestemming, waar allen gingen graven naar goud. Meer dere van deze „delvers" hadden succes, ook de- twee mannen, die in het begin van ons verhaal werden genoemd. Schatrijk gingen zij met vele ande ren na jaren van eindeloos zwoegen op de terugreis, een leven van mets doen en weelde in het verschiet.... Een bende zwaar bewapende bandie ten overviel op een nacht echter het kamp van onze reizigers, nam alles mee wat enige waarde had en liet sommige slachtoffers nauwelijks voldoende kle ding cm zich tegen de kou te bescher men, zodat de sterkere aan de zwak kere dekking moest afstaan. In de bewoonde wereld schudden de mensen het hoofd: „een eindeloos ver- moelende reis, gevaren en trieste avon turen, enige verloren jaren, en nog even arm als toen men vertrok. Welk een teleurstelling!" „Verloren iaren?", zei toen een van onze twee mannen „Ge vetedst u Wii glneen uit om goud te zoeken en wij vonden twee v°rcevtili»>nde soorten Het éne (het pards°> heeft men ons afge nomen en wij 7iin er nauwelijks armer van geworden Want wij behielden het andere goud. dar Is- de vriendschap der mensen, zoals wy die nooit hebben ge kend in haar opoffering, haar hulp vaardigheid, haar morele steun en haar waardering. Ons ganse leven ls er ryk door geworden „FLINKE KERELS", Er zyn manschappen, vrienden, del vers en goudzoekers op „De Eiken horst". Als de jongens promotie maken tot „vriend" krygen zij een sterretje op hun knoop, de delver" krijgt er twee en de goudzoeker", die na een maand of acht klaar is om het leven met al zyn problemen tegemoet te treden, mag een fraai insigne dragen, waarvoor hy dc kosten echter zelf moet betalen. Hy zal er dus voor moeten sparen en daar beginnen de jongens gewoon lijk al mee zodra zy na ongeveer vier en een halve maand als delver worden geïnstalleerd. Zij haasten zich met het bijeen bren gen van dat geld zeker niet, omdat zij zo graag uit dit kamp weg willen (meer dere reeds „geslaagde" jongens hebben aangekondigd, dat zij stellig van plan zijn er in hun vacantie enkele dagen terug te komen), maar zij beschouwen het als een groot voorrecht dat insigne te mogen dragen. Wie dat verworven heeft, kan er zich namelijk op laten voorstaan, dat hij niet alleen alle stoornissen heeft overwonnen (luiheid, balsturigheid. ongezeegelijk- licid. kleine delicten), zodat er niet de minste vrees behoeft te bestaan, dat hij eens met de kinderrechter in aanmer king zal komen. Hij mag er bovendien prat on gaan iets te kennen on te kun nen. Hii is ..een flinke kerel" geworden. Hil heeft bewezen veel voor anderen te willen doen en....veei voor anderen te kunnen laten! De erva ringen met het werk op „De Eikenhorst", waar de heer L W. Frens commandant is. zijn van zeer recente datum. Het kamp werd in Januari in Ket j&ar 1949 sterft al? Mozes weleer op de hoogten van Pisga, met een hunkerende blik naar het be loofde land, doch ln de vlakten van Moab. Er zullen er zijn, die liefde- lijke herinneringen uit dit jaar meedragen, voor de meesten echter is het een bittere teleurstelling ge worden. Het is begonnen met aller lei beloften, doch met een infernale genialiteit heeft het die in hun te gendeel verkeerd; het heeft heel wat lichten uitgedraaid en laat ons in het donker achter. Er is rumoer in de anders stille sterfkamer. Ik zie er met verwrongen gelaat en met gebalde vuisten rondlopen; van hen krijgt 1949 het kruis na en ik hoor herhalen wat Jeremia inder- tijd van koning Jojakim zeide: „Zij zullen hem niet beklagen; met een ezelsbegrafenis zal hij begraven worden; men zal hem slepen en daarheen werpen verre weg van de poorten van Jeruzalem" Edoch, wy doen alsof wy niets zijn dan toeschouwers, die huive rend toezien hoe de tijd. ons voor speelt de droeve ondergang van wat wij hadden bereikt of gshoopf. Maar wat onder mensen gebeurt, is maar een ordeloos en zinneloos voortbuitelen van verschijnselen Het heeft al zijn logisohe verkla ring en wel in die mensen zelf. Wij zelf, al is het dat wij slechts als figuranten meespelen, wy zijn be trokken in de tragische ontwikke ling der dingen; wij zijn mede schuldig aan al die wrangheid en somberheid, die er over ons kwam. Wy hebben ons lang met de stille film tevreden gesteld. De projectie van het tuimelende leven heeft steeds de massa getrokken en ge boeid. Toch, de techniek rustte niet vóór de sprekende film er was. Om het leven te verstaan moeten wij niet alleen de deining van het le ven zien, doch ook horen het woord, dat die deining voor ons logisch maakt, verklaart in zyn zin en noodzakelijkheid. Welnu, St Silves ter draait een sprekende film. Wij moeten de moed hebben om niet alleen te zien maar ook te luiste ren. Er zijn allerlei stemmen, die zeggen waarom het ging zoals het ging. Er zit logica achter de dingen. Wij moeten het aandurven het le ven te zien als een akker. W\j maaien wat wij gezaaid hebben;. Er klinken uit de dagen van 1949 stemmen na, vriendelijke en wee moedige, die wij zouden willen vast houden. Echter, de tijd jaagt en raapt ze mee. Maar er zijn ook stemmen, die wij maar liever niet zouden horen en juist die zijn het, die steeds klaarder gaan spreken en zij zeggen ons dat wij, een ieder, door ons verzet tegen Gods wil, door ons eigendunkelijk gaan op eigen wegen, door ongebruikte ge legenheden en verwaarloosde kan sen en door zoveel, meer, meebouw den aan de ellende rondom, wy zyn medeschuldig aan dit al. Schuld is een sterke onsterfelyk- heidtemidden van wat vergaat; schuld wordt niet door de stroom van de tijd meegevoerd. Maar wat zullen wij dan met onze schuld? Haar ontvluchten? Onmogeiyk. Overal komen wy die demon tegen. Een nieuw begin maken alsof het oude er niet was? Maar nieuwbouw kan toch niet rusten op een rot fundament? Wegdenken dan? Een voudig loochenen? Maar zy spreekt vooral ln stille ogenblikken te na- drukkeiyk aan. Er biyft slechts één mogelykheid. Wy kunnen van onze schuld niet afkomen tenzij zy ver geven wordt. Maar dat zou het in- grypen van genade zyn, dat zou het wonder wezen. Goddank, die genade is er. God spreekt: „Komt, laat ons tezamen richten; al waren uwe zonden als scharlaken, zy zullen worden als sneeuw". En het wonder is er ook: Wij zagen in Bethlehems stal din gen gebeuren, die wy zonder toe lichting niet zouden verstaan, maar de Engelen Jiebben hun commen taar gegeven, wy zouden met dat al geen weg weten als de Engel niet gezegd had: „Gy zult zyn naam noemen Jezus, want Hij zal zyn volk zalig maken van de zonde. Kerstfeest was de doorbraak van het hemelse heden door een door schuld bevlekt verleden. Zo behoeft dit jaar niet onder te gaan in verlegenheid en wanhoop. Door de ruïnen, door onze schuld gemaakt, wandelt nog de ontfer ming, die roept: „Komt allen tot My. die beladen zyt en Ik zal u rust geven." M. J. PUNSELIE Em. Predt. Ned. Herv. Gem. Lelden. iiiiiiiiiiiiiiiitiimiuiriiiiii1fi^iiijiii|)ilniiiiiiiiiiiii|j^rHiiiinniini)iiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiicniiiiiiiiiniiiiiiiminimumimmuun zyden hoëd met de zwarte veren; een beetje zwleberig was hy wel: hy had im mers geen andere houvast dan drie hoe denpennen. Van plaatjes herinner je nog wel de volles, die we om ons hoofddeksel bon den als we eens gingen autoryden. Die hoed was dan hyper-sportief en het ritje een heel evenement. Toen de auto zyn carrière begon, was hij alleen voor heren, die in onze bewonderende ogen natuur- lyk helden waren. Het gevaar was trou wens allesbehalve denkbeeldig: een vriend van jouw grootvader., die heel sportlef was en een eigen auto had. kreeg op weg van Amsterdam naar. Den Haag wel een vreemde panne. Dat was 1907. Ja kind. nu lachen we er om. toen was het heel tragisch. Toen hy by het vallen der duisternis zyn lampen wou opsteken, gebeurde het onverwachte: de hele wagen vatte vlam en ze hebben nog slechts een uitgebrand wrak van de ver keersweg kunnen opruimen. Dat was nog eens een illuminatie! ROKKEN EN HAREN WORDEN KORTER! Maar, om weer op de kleren terug te komen: ryk en druk versierd waren die toen de oorlog van '14'18 begon. Mis schien heeft er zelden een dergeiyk smaakvolle mode bestaan als ln die ele gante jaren van toen. De oorlog echter hsd een versoberende invloed. En elgen- ïyk is er weinig interessants tevertellen vftn de toen volgende tien jaren. De snit werd eenvoudiger en losser, de japonnen voor alles practlscher, door plooi- en klokrokken, diede enkel vryiieten! de eerste stap op weg naar de haus ses en baisses, die de rok sindsdien heeft gekend. De crepé, het haaropvulsel, ver dween en de hoeden werden simpeler en kleiner, om tegen het einde van de oorlog al dan niet met een rand het gehele hoofd te omsluiten. Nadat de vrede was getekend en de soberheid alweer begon te vervelen, de nouveaux riches met hun geld en hun smaak geen raad wisten, verviel men ln de meest dwaze en smakeloze excessen. Maar ook dat moest de natuurwetten volgend in een revolutionnair tegen overgestelde ondergaan. Van jaar tot jaar werden de rokken korter en toen Chanel In 1925 met haar bekende „Gen. re Pauvre" kwam. lieten ze het hele been zien. Japonnen en mantels waren simplistisch eenvoudig, recht toe, recht aan in '26, met een lang ïyf en een mi niatuurrokje, dat de knie vry liet, in '27. In dat jaar waren de rokken wel het allerkortst en door die kortte kwamen de vleeskleurige, tricotkousen in de mode, die nu in fragiele nylons hun opvolgers hebben gevonden. De haren gingen er af. Oh, wat was grootvader kwaad toen ook de myne waren gevallen onder de kappersschaar en ik hem met een des- Illusie verraste. Op dat minimum van haar droeg je omgekeerde bloempotjes, die ongeveer 3/4 van het hoofd bedek ten, 's winters ging dan bovendien nog de helft van de hoed in de hoge kraag der mantel schuil. Oorspronkelijk droeg je het korte haar in het midden ge scheiden, met golven over de oren, later kwam het pagekopje in de mode. dat maar heel weinigen goed stond. By de korte middagjapon en het vrywel Iden tieke avondtoilet ontbrak zelden de lange sigarettenpyp want ook die was mode evenmin als geëpileerde en ge tekende wenkbrauwen, schril opgemaak te ogen en bandschoentjes met lange neuzen en kromme hakken. Na 1930 zakten weer de rokken, kwa men ceintuur en taillelljn weer op de normale plaats te zitten, en waar ln de twintiger jaren het accent werd gelegd op de horizontale iyn, daar vierde ge durende het volgende decennium de ver ticale hoogty. MAKE UP WAS UIT DEN BOZE! .Gaandeweg ls de mode heel wat vlotter, Een praatje over mode tussen twee generaties Of vroeger de mode niet zo snel vér anderde als tegenwoordig? Och, kindje, misschien is dat wel zo. Maar dan was dat in ieder geval toch lang voor deze eeuw. Ook ik heb ln myn jeugd dezelfde mode-veranderingen gekend als jij nu al gingen wel is waar onze kleren lan ger mee dan die flodderjurkjes van jou. Ze waren van degelijker stof en solie- dere makeiy; ze waren gevoerd en had den vaak een stevig binnenwerk van ba leintjes, die japonnen uit myn tyd. Als jij over vyftig jaar aan je kinde ren of kleinkinderen vertelt welke mo des jij in Je jonge leven hebt gekend, daardoor die grappige, uit het lood ge slagen houding aan de figuur gaf. Jouw overgrootmoeder volgde, als zo vele anderen, die Reformmode slechts op een eerbiedige afstand. Zelf heeft ze nooit die „zakken" met het korte, bole roachtige lijfje en de nauwelyks aange geven taille gedragen, maar wel koos ze voor 's avonds de Robe Princesse. het prinsessemodel. met uitsluitend lengte naden. dat zich sindsdien ondanks vele modes heeft weten te handhaven. En ook schepmouwen, de Tellerschlepper, of wijde, op een polsboord ineen gerim pelde mouwen droeg ze als modieuze dernier cri. Aan het exotische nieuwtje: haar omlaag en zonder opvulsel deed ze niet mee. Dat was het privilege van de vrygevochten vrouwen van die tyd. Zij droeg de crepé en het omhoog gekamde haar omiystte met een kroezig randje poney het gezicht. En ik zelf? Ik herinner me nog die zware, massieve kinderjurken met inge wikkelde versieringen, tameiyk lange ïyven, volants om de schouders en ge compliceerde figuren van soutache. En, oh ja, natuurlyk zwarte, wollen kousen en hoge laarsjes. Het haar lang afhan gend. Het was zo heel anders dan tegen woordig, lang zo gemakkelyk niet en vlot. Maar toch voelden we er ons niet onbehaaglyk in; we wisten niet beter! Toen ik achttien was en groot dus. stak ik voor het eerst myn haar op. Ik zal het nooit vergeten: myn eerste gala japon met vesl stroken van kant, mijn eerste bal. mijn eerste echte festyn on der vader's en moeder's geleide Over het algemeen waren de rokken lang, tot op de grond. Een eenvoudig ontvangtoilet had zelfs vaak een sleep, doch het trotteur, het mantelpak dat omstreeks 1905 in de mode kwam en lang favoriet bleef, liet de voet vry. Het HOEDEN ALS WAGENWIELEN! Wat echter het meest flatteuze en in het oog vallende onderdeel was van de mode voor de eerste wereldoorlog, dat waren de hoeden! Ze maakten als het ware je toilet; soms waren ze enorm groot. Kleine matelotjes waren echter eveneens in tel. Daarnaast verschenen turbans, die zo exotisch en modieus wa ren. en byzonder grote en hoge toques van zyde. met een overdaad van aigret tes. Maór wel het meest karakteristiek was toch de grote, geklede hoed, die bo ven op het hoge kapsel werd vastgesto- ken en waarvan de vlakke bol, boven een smalle, met aigrettes of struisveren be legde rand, wel twee of driemaal de door snee had van het hoofd. Hoe verrukt was ik niet over die elegante, zwart taft- J *>ii\ f\>n dan zul je ook niet al die kleine détails opsommen, die voor een of twee sei zoenen kenmerkend zy'n, je zult de grote lijnen aangeven, de New* Look noemen met het jaartal 1948 er by. En die mode van vandaag, die „Milieu du siècle", je bent het misschien allang weer vergeten, Je weet alleen nog dat hy de inleiding was tot iets frappants dat we nu nog niet kennen. MAXIMUM-TAILLEWIJDTE VAN 53 cIYL Ongeëvenaard in kwaliteit laag in prijs II Vijftien jaar was ik, kind, toen deze eeuw begon zo oud als jy nu. Myn moeder herinner ik me nog vagelijk met haar tournure, de queue de Paris, die toen, bij het begin der negentiger jaren, werd afgeschaft. Daarna droeg ze ja ponnen met de grote manche gigot, de enorme, wyde mouw, waarvan de onder ste helft nauw om de arm sloot. Altijd waren-de vrouwen gecorseteerd geweest, maar voordat 1900 zyn intrede deed, was het corset in zijn engste vorm onmis baar voor ieder die modieus wilde zijn en de ideale wespentaille 53 cm, denk je dat eens in! trachtte te bereiken Als moeder uit moest, begon ze al van te voren weinig of helemaal niets te eten, het rijgcorset werd gedurende de dag ettelijke malen strakker aangetrokken, totdat het eindeiyk beslist niet nauwer kon. Ja, kindlief, zo verstandig waren de vrouwen toen. Enkel en alleen om der was maar wat coquet, dat pak met zyn soms zeer nauwe rok! Later droegen we er witte jabots in en de populaire sto la's van bont completeerden zowel het mantelpak als de driekwart mantels, die toen mode waren. In de japonnen maak ten de hoge. nauwe halsboorden geleide lik aan plaats voor de guimp, het met laiton verstevigde halscorsetje van witte of zwarte tule, dat los onder de japon werd gedragen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1949 | | pagina 11