Waarom Sint Nicolaas in Amerika op Kerstmis komt Surprises voor het laatste nippertje r 1 De echte Sinterklaas te Door Br W. F. SLEE te J Le Jaargang LE1DSCH DAGBLAD Zaterdag 3 December 1949 Tweede Blad No. 26863 hlflicolaas-ideetjes voor de huisvrouw Huisgenoten mogen dit niet lezen!!! i koortsachtige, opgewonden ge- innigheid beheerst het hele huis. f&uren van de meisjeskamers zyn y.jten en op die van het jongensver- Jbangt een groot plakkaat „Verbo- EjKzang". het bekende artikel-num- fc nn ons strafwetboek zet het ver- 6kracht bij. Je onmuzikale stemban- crcoeten het ontgelden als je nader tr zoekt met de bewoners der di- CJap3rtementen, want als je kloppen d-rodse stilte heeft verstoord of het Kaer overstemd, wordt toch de deur p geopend. p zolder vond je de doos pakpapier .en hopeloze wanorde, de beste stuk- L"er uit ;de touwtjes en de lintjes, die |y ijverig hebt opgespaard, bleken al fezeer met de Noorderzon vertrokken, naaidoos blijkt van alles te missen Ico'sin linnen- en klerenkasten hebben Ipsaido-Sinterklazen aardig gegras- L'j. Zelfs de keuken schijnt tot hun l^-atie-terrein te hebben behoord: je i tevergeefs naar alle mogelijke ge- -«voorwerpen en wanneer je blinde- naar de vleesschaal grijpt, tast je hi in het niet. De werkemmer is ver- kien; spons en zeem zijn hem gevolgd hellicht 111 een andere Zwarte-Pieten- ft terecht gekomen. De leegte, die an- Jscoor de puddingvorm wordt inge- te:., betekent dat je je vandaag geen ten om het nagerecht behoeft te ma- een kuil graaft voor I ie bent verstandig en je moppert niet, kei inconveniënten de voorbereidin- Etoot Sint's verjaardag ook meebren- 1 Het komt alles immers weer te- te inderdaad. Als Maandagavond het ■eeiste belletje van Pieterbaas heeft Itlonken, wordt een bekende emmer tnengebracht; de plas jvater daarin Y je niet gemist, maar het eilandje p spons en zeem zijn oorzaak dat- de ben deze week geen beurt kregen. |L~onderd speur je naar eventuele af- iiingen in de huishoudelijke compo te en als je noch in het heldere wa lt noch in de doorweekte schoonmaak- |nbuten iets vindt dat op de befaamde iheid van de Sint wijst, zie je louter i 1 glunderende gezichten om je l die ten slotte je geringe spitsvon- iiêd met een verborgen aanwijzing pten te verhogen. Je tijgt dus naar keuken, leegt de emmer en ontdekt ce buitenkant van de bodem met. I>?r is overplakt: geen gekkigheidje pier aardigheidje! De ruimte, die de |tee: tussen bodem en grond laat, her- 7 een verrassing. 1b de loop van de avond keert ook de Ktniste vleesschaal weer terug tot de P^-nleving. Een pracht van een rollade Fl-d daar in het midden van een keu- te! opgemaakte schotel. Als het geen pprtse-avond was, zou hij echt kun-' bij nader inzien echter blijkt slager er ook maar enig werkzaam cdeel aan te hebben gehad. Veeleer is i-^el aansprakelijk voor het appetij- gerecht; tien minuten geleden F^een hij immers stilletjes uit de ka- f!.om over het goed verpakte, dik in r, -en gerolde en met touw omwonden rJe(?oeders stooppot leeg te laten lo- (Een karweitje, dat beslist tot het f;;e °2enblik moest worden uitgesteld, X" zou de huishoudstroop als k op de schaal liggen en de rollade daar bovenuit steken! de kleverige rollade van zijn tl?15 ont.daan, vraagt alweer een an ti i^Phse de familie-aandacht. Als .r'erklaasPapier achteloos op de Lrnls, gegleden, waant zich de gra- verzamelende zoon in het -«alhalla: houdt hij daar niet de «Üo aat van Louis Armstrong in ij' De plaat echter is wat licht (n blijkt te zijn gemaakt Ir. taartcartonnetjes, overplakt I het i glanzend papier; het gaatje LA mldden is natuurgetrouw om- £i-> floor een rood cirkelvlak .waarop naam van solist en uitvoerend or- fcm zÜn aangetekend. De L' 's slechts voor een kortstondig - 1emd> want de gever voegde K ae beide cartonnen schijven geld kfu n voor een echte plaat of een een aanwijzing waar in huis r- PSineel te vinden is. tie werd gemaakt van rode-koolbladeren, getooid met een „pompon" van wortel tjes en een sierlijke „aigrette" van boe renkool. Tussen de opeen genaaide bla deren van de bol is het eigenlijke ca deautje verborgen. Voor hem of haar, die verzot is op detective-verhalen, arriveert een pakje, dat een vijf-stuivers-roman blükt te be vatten. Behalve de eerste pagina's zijn alle verdere bladzijden stuk voor stuk op elkaar geplakt, terwijl het midden van deze bladen werd uitgesneden. De holte in het boek werd natuurlijk opgevuld met een aardigheidje, dat pas wordt ont dekt als de nieuwsgierige eigenaar van Foto L.D.Boomt. Waardering oogst vervolgens KV* - dal °P een hoedenstan- Eer»oK00r de oudste dochter wordt De originaliteit van de pst ls al heel markant; zijn crea- „Sint Niklaas Kapoentjegooi wat in mijn schoentje de roman verholen naar de ontknoping zoekt. Het slot van dit boek het eindigt immers tussen de afval-papieren is nog geenszins het einde van de stroom aardige surprises, die Sint ter camou flage van zijn goede gaven aanwendt. Het zou ons echter te ver voeren in dit bestek alle grapjes te noemen, die ge zamenlijke Pieterbazen uitdenken om de verjaardag van de „Heilig Man" luister bij te zetten.- Daarom alleen nog een toetje. Dat toetje getuigt stom, maar op over- tuigende wijze waarom de puddingvorm j niet te vinden was. Stralend rood, met room bespoten, praalt daar een nage recht van overbekende vorm. Het is een verleidelijke-lekkernij, maar niet om te eten. De ingrediënten waren immers stijfsel, rode Inkt of verf en scheerzeep; de kok, die de pudding bereidde, ging volgens een goedkoop en gemakkelijk recept te werk. Om het pakje van Sint Nicolaas goot hij zijn gekleurd styfsel- brouwsel in de vorm en toen dit, koud geworden op een schaal was omgekeerd, bracht hij het scheerzeep-schuim als laatst-ontbrekende schakel aan. Bij pakjesavond horen nu eenmaal surprises. En al wordt er weken van te voren reeds gepeinsd en zelfs met de uitwerking van originele ideeën begon nen .toch zijn er op het allerlaatste nip pertje altijd nog dingen, die ingepakt en verzorgd moeten worden. Daarom zoch ten we. op speurtocht door. Sint's rom melige atelier, slechts naar surprises, die weinig bewerkelijk zijn en nog te elfder ure kunnen worden gemaakt. J. V. Het rijke leven in de wijde wereld Het -ware Kinderlijke Geluk Onze hoog beminde collega Fantasio beschrijft elders zijn onwrikbaar geloof in de Goed Heilig Man, die trouw ieder Jaar op witte schimmel en verge zeld door Zwarte Piet door donkere nachten snelt. Wie zoet is krijgt lek kers, wie stout is de roe. Men mag bewondering hebben voor zulk een geloof. Alhoewel 'de ijverige Fantasio soms wel eens een pessimisti sche kijk op 't wereldgebeuren heeft, zoals dat b.v. duidelijk - tot uiting kwam uit zijn gedachten over Onveils „1934", leeft diep in hem toch het optimisme. Dat is verheugend; èn voor allen, die hem lezen, èn voer hem zelf. Reiziger heeft een andere geestesge steldheid. Zeker, hij weet zich neg als de dag van gisteren te herinneren, dat Sint hem eens verblijdde met zóveel kostelijke geschénken, dat hij er be duusd en moe van werd. Zfjn Vader zette zich toen aan 't spelen Deze herinnering ls voor hem een gelukkige. ^iiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiniiiiiiiiliiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniuiiiiniiiiuiiiik Soms ben ik er trots op aarts conservatief te zijn! Niet in politiek opzicht (mis schien), maar wèl wanneer het er om gaat, het geloof aan eeuwen oude sprookjes glansrijk te bewa ren tot in hoge ouderdom. Ik ben vast van plan dat te doen, want zonder deze uitlaat naar het onwezenlijke, het fantasierijke, het romanMsche, zou het leven-van -alle-dag voor de meesten van ons, bepaald ondragelijk worden. Vooral in deze door atoombom men en andere drukkende werke lijkheden bezwangerde tijd. welke naar een toekomst snelt, waarvan de onmogelijkste mogelijkheden nog niet te overzien zijn Aartsconservatief als ik op be paalde gebieden ben, houd ik dus onverbiddelijk vast aan dat onver woestbare sprookje van die op een schimmel over witte daken rond rijdende Sinterklaas in gezelschap van zijn in schoorstenen „poe- hoeënde" Zwarte Piet. De realiteit van dat lieflijke sprookje heeft zelfs zulke nadruk kelijke en scherpe vormen aange nomen. dat ik op de avond van 5 December steeds weer naar boven kijk. om de hemel af te speuren of ik die baardige Sinjeur niet als een hemelbestormer op ziin witte paard langs de wolken zie flitsen. Een gewoonte uit mijn prille kinderjaren, die me sindsdien niet losgelaten heeft en onweerstaan baar op komt duiken, wanneer mannen en vrouwen, jongens en meisjes zich huistoe spoeden, om in de uren vóór het Sinterklaasfes tijn nog hun laatste pakjes klaar te stomen en hun allerlaatste rij men neer te krullen. Straks gaat dat eeuwenoude Sin- terklaasspel weer beginnen: de kin deren zitten te popelen, de geheim zinnigheid rond de wasmand, waarin zich de cadeutjes opstape len neemt gToteske vormen aan, want de een wil voor de ander niet weten, dat hij en niet Sinter klaas er een pakje in doet. Daarom staat iedereen voor die wasmand maar zo'n beetje myste rieus kiekeboe te spelen. Ge hoort dat luide, enerverende klingelende bellen aan de huis deur: er ligt een pakje op de stoep en niemand weet, van wie dat komt. De goede Heilige uit Spanje is alweer voorbljgerend en ik kijk ter sluiks naar boven, of Ik nog een laatste tip van zijn tabberd kan ontdekken. Maar de oude man is sneller dan de wind: hij galoppeert reeds in een andere wijk, onvermoeid en nooit gebroken, met een daverende hartslag, die èlle mensen in alle wijken tot naïeve opgewondenheid brengt. Sinterklaas over de daken: een lofzang breng ik hem opnieuw! Sinterklaas op zijn schimmel: zó hoort dat onveranderlijk tot in alle eeuwigheid en nietSinter klaas op een scooter, in een auto, op een motorfiets of in een vlieg tuig: aartsconservatief als ik ben, kan ik hem daarop niet volgen. Ik weet zelfs zeker, dat zón Sin terklaas de échte nooit kan 2ajn: de ware keek altijd en zal altijd kijken vanaf dat hoge dak aan de overzij, met een breedgrijnzende Piet aan zijn zij en een hinneken- de schimmel aan de teugel. Tot in een verre toekomst zal het beeld van de échte Sinterklaas zich zó en niet anders voor mijn kinderlijk oog vertonen, hóe die toekomst ook ziin zal en wat zij ook brengen moge! FANTASIO. ^llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll|lllllllll"llll,lllllllllll,llllll,lllllllllllll,llllll,llllllllll,,l,IIIIIIlllllllllllllll,llllllrH Maar tóch viert hij de laatste jaren eeen Sint Nicolaas meerHet scho ne geloof in de Brenger van Gescnenx- ie-s heeft hi) verloren. Soms treurt hij daar wel eens om als hij om zich heen al die vrolijltc en ge lukkige gezichten ziet.... -Reiziger is echter in tegenstelling tot Fantasio pessimist. Hij ziet vaak het donkere, de schaduwzijde. Hij is ook wel eens een fatalist En kan zulk een somber mens met stralende ogen naar de Sint opblikken, kan zulk een mens met angstige ogen staren naar die Zwarte Piet? Neen, dat kan niet meer. Sint Nicolaas is voor hem een bridge avondje Zo kan de mens een gelukzalige dag te grabbel gooien omdat hij geen ge loof meer heeft. Reiziger zegt: „Ach, wat een onzin, wat héb je nu aan de Sint. Opge schroefde vreugde, dat is alles", cynisc-h als hh is. Nu de 5de December nadert is Relzi- ger weer eens bij zichzelf te raden ge gaan. Wie valt te betreuren? De in Sint gelovende Fantasio of de Sint niet erkennende Reiziger? Hij is tot het re sultaat gekomen, dat Fantasio een veel gelukkiger mens is dan hij zelf. Het geloof ls echter niet terug te vinden.... sombere Reiziger,blijde Fantasio... REIZIGER HET was Mei in het jaar 1662. Een groot zeilschip (de Eenhoorn) maakte zich los van de Amster damse wal. Mannen, vrouwen en kin deren verdrongen zich op het dek en wuifden met bont gekleurde zakdoe ken naar de achterblijvenden. De reizigers stonden op het punt de grote tocht te ondernemen naar Nieuw Amsterdam, een vestiging van de West-Indische Compagnie in Amerika. Bij de achterspiegel stonden Pieter en Jansje de Pauw met hun vader en moeder en zagen hoe langzaam de hulzen en torens van Amsterdam uit het gezicht verdwenen. „Daar is de toren van de Sint Ni- colaaskerk" wees moeder De Pauw „Vader", vroeg Jansje, „komt Sint Nicolaas ook by ons in Amerika". „Ik weet het niet kind", zei vader, „het is een verre r°is voor de be jaarde Bisschop en December is niet zo'n goede tijd om de Oceaan over te steken". Hij nam zijn kinderen' bij de hand en het hele De Pauw-gezin begaf zich in de richting van d-> ka in it cm ken nis te maken met de overige passa- giers. Het Compagnieschip „De Eenhoorn" had een goede reis en na enkele we ken kwam de Amerikaanse kust In zicht. De gedachte aan het Sint Nicolaas- feest had Jansje de Pauw niet los ge laten Ze had er met Pieter en de an dere kinderen aan boord over gespro ken en ze waren tot het besluit geko men om de goede Bisschop een brief te schreven. De kapitein van „de Eenhoorn had zich gaarne bereid verklaard om de brief mee terug naar Amsterdam te namen om hem vandaar pov oostkoets naar Spanje te laten brengen. Op een goede dag in September stopte een postkoets voor het paleis van St. Nicolaas in Spanje. Van de bok sP' one een koetsier die aan zwarte Piet, die meteen naar de voordeur ge lopen was een brief overhandigde. Piet keek eensnaar de poststempels en mompelde: „Nou die komt van e°n heel eind weg. gauw maar aan mijn mp°ster brengen. Sint Nicolaas was Juist bezig in zyn werkkamer met het doorlezen van de lijsten, waarop de namen van alle copde kin^pj-pn ctnnAon. H'o on D°- cember een geschenk zouden ontvan gen. „Wat ls er Piet" zei hij. „Hm, Nieuw Amsterdam" bromde hij in riin baard, toen hij de stemnels zag. Dat is onk niet naast de deur". En toen las hij: Lieve Sint Nicolaas Deze brief komt van 31 kinde ren die dit jaar van Nederland zijn verhuisd naar Amerika. Onze ouders wisten niet of U op 6 December ook in Nieuw Amsterdam komt en daarom schrijven wij IJ deze brief. Toe. lieve Sinl Nicolaas. wij beloven U dot wij lief zullen zijn. Alstublieft, vergeet ons niet. Wij zullen U ook niet vergelen. De kinderen van Nieuw Amsterdam SINT NICOLAAS was diep ontroerd en veegde een traan uit zijn oog weg „Piet. haal de landkaart eens" zei hij. Piet slofte weg en kwam na enkele ogenblikken terug met een grote wereldkaart. „Duizend taai-taai poppen" zei Sint, „dat is me een reisje, maar ik kan eenvoudig die kinderen niet teleur stellen" en toen ..Piet, maak een speciale zak klaar voor de kinderen van Nieuw Amsterdam en informeer wanneer er een boot gaat". Piet mompelde dat dat- nu toch wel al te gek was, maar omdat hij de Sint. toch niet durfde tegenspreken ging hy maar naar het pakhuis en zocht mooie geschenken uit, die hy in kleurige papieren verpakte. TOEN het half October geworden was liet de Sint zyn mooiste schimmel zadelen, deed zijn nieuwe rode mantel aan en gaf het sein voor het vertrek. Piet sloeg de zak met geschenken over zyn schouder en zo werd de reis naar Amsterdam aanvaard, waar scheep gegaan zou worden naar Amerika. De reis naar Amsterdam verliep vlot. Sint Nicolaas werd met alle eerbetoon aan boord ontvangen en kreeg de mooi ste kajuit op het schip Gedurende, de eerste dagen was de vaart voorspoedig, maar toen begon er een vervaarlijke November storm te blazen, die het schip hoe langer hoe meer in de richting van de Noordpool dreef. Piet. die in het warme Noord-Afrika geboren was, zat te bibberen als een riet en vertoonde zich niet meer op het dek. „Wat is de Sint toch begonnen" jammerde hij. „Ik overleef het niet". Wekenlang hield de storm aan en men naderde gevaarlijk dicht de Noordpool. Toen klonk op een nacht een vreselijk gekraak en sloeg het schip op een ijsberg te pletter. De reddingsboot werd uitgebracht. Piet greep nog gauw de zak met speelgoed en toen dobberde hij op de wilde baren van de Poolzee. Het was een verschrikkelijke nacht, de golven sloegen over het bootje heen en iedereen werd doornat. Tegen de morgen strandden zij op een onbekende kust Vreemde gedaanten liepen armzwaaiend langs de wal. Zij hadden dierenhuiden om zich heen. om zich tegen de koude te beschermen, hun huizen waren gebouwd van ijsblokken. „Eskimo's" zei de Sint. De Eskimo's begroetten de schip breukelingen heel vriendelijk. Zij bo den aan iedereen pakken van beren huid aan en stopten de schipbreuke lingen toen gauw in bed. Sinterklaas, die doodmoe was van alle ontberin gen, viel al gauw in diepe slaap. Bijna 24 uur aan een stuk sliep hij. Toen hy wakker werd en buiten de hut ging kyken. zag hij dat de vriendelijke Eskimo's zijn statiegewaad in de wind gedroogd hadden. Maar och, vat zag dat er uit. De mooie rode mantel was gekrompen, de staf was gebroken en de prachtige hoge mijter was onherstelbaar verkreukt. Een brok schoot de goede Sint in de keel toen hij aan de lieve kinderen van Nieuw Amsterdam dacht, die nu tevprgeefs op hem zouden wachten. Want hoe moest hij immers de reis volbrengen nu hij hier aan de Noordpool z~f en zijn schio vergaan was. Sint Nicolaas besloot eens met de Eskimo-hoofdman, die de naam „IJskoning" droeg, te gaan praten IJskoning luisterde geduldig naar de Sint en zei toen: „Weest u maar nie^ ongerust, ik zal dat zaakje wel voor u in orde maken". Hij klapte in zijn handen en daar kwamen twee Eskimo vrouwen aansnellen. IJskoning wees op Sinterklaas' ge krompen mantel en zei tegen de vrouwen: „Vlug. maak daar voor ds Bisschop een piactisch costuum van". De vrouwen namen de rode mantel van de lijn en verdwenen ermee in een iishut. ..Dat is wel heel vriendelijk van u" zei de Sint. „Maar ik h-b «een vervoe-middel mee- Hoe m ik hier weg?" IJsVrn'ng lachte geruc'ctellcnd Hü wenkte Sint Nicolaas -m mee te gaan naar dp cfaP«r> Hü schoof een paar ijs blokken weg en toen zag Sint Nicolaas tientallen van de prachtigste rendieren en een grote geriefelijke arreslee. „Ik zal u mijn acht beste hardlopers geven" zei IJsko ning „en-mijn slee, en daarmede kunt u nu over de be vroren wateren en over de sneeuw de reis naar Nieuw Am sterdam voortzetten". Hij riep een staljongen en zei: „Vlug, maak Dasher, Dancer, Prancer, Vixen, Comet, Cupid, Don der en Blitzen gereed voor het vertrek" De staljongen riep de acht namen af en daar kwamen acht prachtige rendie ren al naar hem toe. IJskoning keek eens naar Sint Nicolaas' voeten en zei: „Dat zijn wel prachtige muilen voor een warmer klimaat maar hier aan de Noordpool moet u wat warmers hebben." Hij nam de Sint mee naar zijn eigen hut en gaf hem daar een paar prachtige laarzen met bont gevoerd, ook gaf hij hem een paar heerlijke wanten gemaakt van dierenhuid. De twee Eskimovrouwen hadden intussen de gekrompen Bisschopsmantel vermaakt tot een practisch reiscostuum, beslaande uit een jas en broek, met wit bont afgezet. De mijter hadden zij veranderd in een warme bontgevoerde muts. die de Sint goed over zijn oren kon trekken. Toen de Sint zich verkleed had en zich zelf in de spiegel zag, moest hij hartelijk lachen. INTUSSEN lag die arme Piet met hoge koortsen te woe len in zijn bed van ijsberenhuiden De nacht op de storm achtige ijskoude zee had hem ziek gemaakt en hij kon onmogelijk de verdere reis met de Sint meemaken. „Vertrekt u maar gerust" zei IJskoning, „Wij zullen wel goed op Piet passen en hem beter mak-en". Sint Nicolaas bedankte de vriendelijke Eskimo's voor al hun hulp, nam de zak met speelgoed en zette zich in de slede. Hij klakte met de tong en de acht rendieren vlogen al over het besneeuwde landschap, terwijl de belletjes aan hun tuig vrolijk rinkelden. Door de storm en de schipbreuk had Sinterklaas natuur lijk veel tijd verloren. Het was nu al begin December en hij moest nog duizenden kilometers afleggen, voordat hij van de Noordpool In Nieuw Amsterdam zou zijn. Pieter en Jansje de Pauw en de andere kinderen van Nieuw Amsterdam zaten inmiddels met ongeduld de avond van 5 December af te wachten Het werd middae. het werd schemer, het werd avond en nog steeds had niemand in Nieuw Amsterdam gehoord of gezien dat er een schip in aantocht was. Het werd nacht en eindelijk moes ten de vaders en moeders wel aan hun diep teleurgestelde kinderen vertellen dat zij naar bed moesten. „Bidt maar goed. misschien komt de Sint morgen nog", zei moeder De Pauw tegen Pieter en Jansje. Met roodgehuilde oogjes vielen de kinderen eindelijk in slaap. 's Morgens stonden zy al vroeg te kyken aan de „batte rij", waar het grote kanon stond dat een schot afvuurde als een schip uit Holland in zicht was. of de Sint soms gedurende de nacht was aangekomen. Maar de Hudson- rivier was leeg. geen schip was te zien. Een paar brutale belhamels begonnen te spotten tegen Jansje en Pieter: „Ha. Ha er bestaat helemaal geen Sinterklaas, zie je wel". „Wel waar", zei Jansje ..je zult het zien. Sint Nicolaas besteal wèl. en ik weet zeker dat hij komen zal" Maar dag na dag en week na week verstreek en nog steeds was Sint Nicolaa* niet gearrivee-d. Elke morgen gingen Jansie en Pieter naar de battery, maar elke morgen tevergeefs GEDURENDE al die weken, dat Jansje en Pieter te vergeefs op de Sint wachtten, reisde deze met dui zelingwekkende snelheid over de sneeuw- en Ijsvlak ten van Groenland en Canada. Onvermoeibaar trokken de vriendelijke rendieren Sin terklaas in ziin slee voo t. De buitenlucht had -ode blossen getoverd op zyn wangen en de Sint h*d zich in geen jaren zo gezond gevoeld. Af en toe liet hij de ren^ren ev-°n rusten of wat mos eten. maar dan klakte hij opnieuw met z^n tong en voort ging het weer. Nadat hij zo ruim drie weken gereisd had, zag hij in de verte rookwolkjes opstijgen. ,.Ha" dacht de Sint „het einde van de reis is in zicht, daar ligt Nieuw Amsterdam". Jansje en Pieter hadden Intussen, ondanks het dagelijks geplaag van de opgeschoten bengels, de hoop niet op gegeven dat de Sint toch nog zou ko men. Öfndat zij hun klompjes elke dag naar school aanmoesten, had moeder goed gevonden dat zij het stroo voor Sinterklaas' paard (Jansje en Pieter wisten natuurlijk niet wat de- Sint allemaal was overkomen) daaruit haalden. Inplaats daarvan hadden zij hun Zondagse kousen aan de schoor steenmantel mogen hangen. Maar de kousjes waren nog steeds niet door Sinterklaas met snoepgoed gevuld Morgen zou het Kerstmis zijn cn Jansje en Pieter waren vroeg naar bed gestuurd om goed uitgerust te zijn om het Kerstfeest te kunnen vieren. Het was doodstil in huis, niets be woog zich. Juist waren Jansje en Pieter in slaap gevallen, toen de stilte plots klaps werd verbroken door een hevig gesuis en een vrolijk getinkel van bellen. Met een schok vlogen Jansje en Pieter overeind en hun bed uit. Opzij schoven zij de gordijnen en toen barsten zij uit in een luid ge- Juich. Want wat zagen zij?.... VOOR de deur stond een arreslee, getrokken door acht rendieren. En in die slee zat.... ja. zagen ze het goednee. het kon niet andersdie vriendelijke oude mijn heer met dat blozende gezichtdat moest Sinterklaas zijn. De vriendelij ke mijnheer stapte uit en haalde een grote zak vol met het prachtigste speelgoed uit de slede. Toen belde hü aan. Jansje en Pieter snelden naar bene den, waar vader en moeder De Pauw •de deur al geopend hadden. „Sinter klaas. Sinterklaas" juichten Pieter en Jansje. „Ja ik ben Sint Nicolaas" zeide de vriendelijke gast „en ik zie dat jullie het geloof In my niet verloren heb ben, ondanks het feit dat ik bijna drie weken te laat ben" „Nee Sinterklaas" zelden Jansje en Pieter „wy hebben elke avond gebeden dat u toch nog komen zou". Moeder De Pauw had Intussen een heerlijke kop warme chocolademelk voor de Sint gemaakt en hem oliebol len gepresenteerd. En toen haalde Sint voor Jansje en Pieter de mooiste ge schenken uit zyn zak en vulde hun kousjes met het fynste snoepgoed. Vervolgens vertelde de Sint al zijn wederwaardigheden en van zijn reis vanaf de Noordpool in een rendier- slede. „En hef is mij goed bevallen ook" besloot hij, terwijl hy over zijn ge zonde rode wangen streek. ..Volgend jaar doe ik het weer zo en aLs ik dan geen schipbreuk lijdt, kan ik op 3 December eerst de kinderen ln Hol land bezoeken en daarna de reis naar Amerika maken". En zo gebeurde het En dat is de ve-klaring dat tot op de huidige dag Sinte-klaas. of Santa-Claus, zoals de Amerikaanse kinderen hem noemen, zonder Zwarte Piet elk jaar op Kerst avond met een door acht rendieren getrokken slede van de Noordpool komt om aan alle goede kinderen mooie geschenken te b-engen en hun kousjes te vullen met het heeriykstc snoepgoed.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1949 | | pagina 3