Waarom Sint Nicolaas
in Amerika op Kerstmis komt
Surprises voor het laatste nippertje
r
1 De echte Sinterklaas
te
Door
Br W. F. SLEE
te
J
Le Jaargang
LE1DSCH DAGBLAD Zaterdag 3 December 1949
Tweede Blad No. 26863
hlflicolaas-ideetjes voor de huisvrouw
Huisgenoten mogen dit
niet lezen!!!
i koortsachtige, opgewonden ge-
innigheid beheerst het hele huis.
f&uren van de meisjeskamers zyn
y.jten en op die van het jongensver-
Jbangt een groot plakkaat „Verbo-
EjKzang". het bekende artikel-num-
fc nn ons strafwetboek zet het ver-
6kracht bij. Je onmuzikale stemban-
crcoeten het ontgelden als je nader
tr zoekt met de bewoners der di-
CJap3rtementen, want als je kloppen
d-rodse stilte heeft verstoord of het
Kaer overstemd, wordt toch de deur
p geopend.
p zolder vond je de doos pakpapier
.en hopeloze wanorde, de beste stuk-
L"er uit ;de touwtjes en de lintjes, die
|y ijverig hebt opgespaard, bleken al
fezeer met de Noorderzon vertrokken,
naaidoos blijkt van alles te missen
Ico'sin linnen- en klerenkasten hebben
Ipsaido-Sinterklazen aardig gegras-
L'j. Zelfs de keuken schijnt tot hun
l^-atie-terrein te hebben behoord: je
i tevergeefs naar alle mogelijke ge-
-«voorwerpen en wanneer je blinde-
naar de vleesschaal grijpt, tast je
hi in het niet. De werkemmer is ver-
kien; spons en zeem zijn hem gevolgd
hellicht 111 een andere Zwarte-Pieten-
ft terecht gekomen. De leegte, die an-
Jscoor de puddingvorm wordt inge-
te:., betekent dat je je vandaag geen
ten om het nagerecht behoeft te ma-
een kuil graaft voor
I
ie bent verstandig en je moppert niet,
kei inconveniënten de voorbereidin-
Etoot Sint's verjaardag ook meebren-
1 Het komt alles immers weer te-
te inderdaad. Als Maandagavond het
■eeiste belletje van Pieterbaas heeft
Itlonken, wordt een bekende emmer
tnengebracht; de plas jvater daarin
Y je niet gemist, maar het eilandje
p spons en zeem zijn oorzaak dat- de
ben deze week geen beurt kregen.
|L~onderd speur je naar eventuele af-
iiingen in de huishoudelijke compo
te en als je noch in het heldere wa
lt noch in de doorweekte schoonmaak-
|nbuten iets vindt dat op de befaamde
iheid van de Sint wijst, zie je louter
i 1 glunderende gezichten om je
l die ten slotte je geringe spitsvon-
iiêd met een verborgen aanwijzing
pten te verhogen. Je tijgt dus naar
keuken, leegt de emmer en ontdekt
ce buitenkant van de bodem met.
I>?r is overplakt: geen gekkigheidje
pier aardigheidje! De ruimte, die de
|tee: tussen bodem en grond laat, her-
7 een verrassing.
1b de loop van de avond keert ook de
Ktniste vleesschaal weer terug tot de
P^-nleving. Een pracht van een rollade
Fl-d daar in het midden van een keu-
te! opgemaakte schotel. Als het geen
pprtse-avond was, zou hij echt kun-'
bij nader inzien echter blijkt
slager er ook maar enig werkzaam
cdeel aan te hebben gehad. Veeleer is
i-^el aansprakelijk voor het appetij-
gerecht; tien minuten geleden
F^een hij immers stilletjes uit de ka-
f!.om over het goed verpakte, dik in
r, -en gerolde en met touw omwonden
rJe(?oeders stooppot leeg te laten lo-
(Een karweitje, dat beslist tot het
f;;e °2enblik moest worden uitgesteld,
X" zou de huishoudstroop als
k op de schaal liggen en de rollade
daar bovenuit steken!
de kleverige rollade van zijn
tl?15 ont.daan, vraagt alweer een an
ti i^Phse de familie-aandacht. Als
.r'erklaasPapier achteloos op de
Lrnls, gegleden, waant zich de gra-
verzamelende zoon in het
-«alhalla: houdt hij daar niet de
«Üo aat van Louis Armstrong in
ij' De plaat echter is wat licht
(n blijkt te zijn gemaakt
Ir. taartcartonnetjes, overplakt
I het i glanzend papier; het gaatje
LA mldden is natuurgetrouw om-
£i-> floor een rood cirkelvlak .waarop
naam van solist en uitvoerend or-
fcm zÜn aangetekend. De
L' 's slechts voor een kortstondig
- 1emd> want de gever voegde
K ae beide cartonnen schijven geld
kfu n voor een echte plaat of een
een aanwijzing waar in huis
r- PSineel te vinden is.
tie werd gemaakt van rode-koolbladeren,
getooid met een „pompon" van wortel
tjes en een sierlijke „aigrette" van boe
renkool. Tussen de opeen genaaide bla
deren van de bol is het eigenlijke ca
deautje verborgen.
Voor hem of haar, die verzot is op
detective-verhalen, arriveert een pakje,
dat een vijf-stuivers-roman blükt te be
vatten. Behalve de eerste pagina's zijn
alle verdere bladzijden stuk voor stuk op
elkaar geplakt, terwijl het midden van
deze bladen werd uitgesneden. De holte
in het boek werd natuurlijk opgevuld
met een aardigheidje, dat pas wordt ont
dekt als de nieuwsgierige eigenaar van
Foto L.D.Boomt.
Waardering oogst vervolgens
KV*
- dal °P een hoedenstan-
Eer»oK00r de oudste dochter wordt
De originaliteit van de
pst ls al heel markant; zijn crea-
„Sint Niklaas Kapoentjegooi wat in mijn schoentje
de roman verholen naar de ontknoping
zoekt.
Het slot van dit boek het eindigt
immers tussen de afval-papieren is
nog geenszins het einde van de stroom
aardige surprises, die Sint ter camou
flage van zijn goede gaven aanwendt.
Het zou ons echter te ver voeren in dit
bestek alle grapjes te noemen, die ge
zamenlijke Pieterbazen uitdenken om de
verjaardag van de „Heilig Man" luister
bij te zetten.- Daarom alleen nog een
toetje.
Dat toetje getuigt stom, maar op over-
tuigende wijze waarom de puddingvorm
j niet te vinden was. Stralend rood, met
room bespoten, praalt daar een nage
recht van overbekende vorm. Het is een
verleidelijke-lekkernij, maar niet om te
eten. De ingrediënten waren immers
stijfsel, rode Inkt of verf en scheerzeep;
de kok, die de pudding bereidde, ging
volgens een goedkoop en gemakkelijk
recept te werk. Om het pakje van Sint
Nicolaas goot hij zijn gekleurd styfsel-
brouwsel in de vorm en toen dit, koud
geworden op een schaal was omgekeerd,
bracht hij het scheerzeep-schuim als
laatst-ontbrekende schakel aan.
Bij pakjesavond horen nu eenmaal
surprises. En al wordt er weken van te
voren reeds gepeinsd en zelfs met de
uitwerking van originele ideeën begon
nen .toch zijn er op het allerlaatste nip
pertje altijd nog dingen, die ingepakt en
verzorgd moeten worden. Daarom zoch
ten we. op speurtocht door. Sint's rom
melige atelier, slechts naar surprises, die
weinig bewerkelijk zijn en nog te elfder
ure kunnen worden gemaakt.
J. V.
Het rijke leven
in de wijde wereld
Het -ware Kinderlijke
Geluk
Onze hoog beminde collega Fantasio
beschrijft elders zijn onwrikbaar geloof
in de Goed Heilig Man, die trouw
ieder Jaar op witte schimmel en verge
zeld door Zwarte Piet door donkere
nachten snelt. Wie zoet is krijgt lek
kers, wie stout is de roe.
Men mag bewondering hebben voor
zulk een geloof. Alhoewel 'de ijverige
Fantasio soms wel eens een pessimisti
sche kijk op 't wereldgebeuren heeft,
zoals dat b.v. duidelijk - tot uiting kwam
uit zijn gedachten over Onveils „1934",
leeft diep in hem toch het optimisme.
Dat is verheugend; èn voor allen, die
hem lezen, èn voer hem zelf.
Reiziger heeft een andere geestesge
steldheid. Zeker, hij weet zich neg als
de dag van gisteren te herinneren, dat
Sint hem eens verblijdde met zóveel
kostelijke geschénken, dat hij er be
duusd en moe van werd. Zfjn Vader
zette zich toen aan 't spelen
Deze herinnering ls voor hem een
gelukkige.
^iiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiniiiiiiiiliiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniuiiiiniiiiuiiiik
Soms ben ik er trots op aarts
conservatief te zijn!
Niet in politiek opzicht (mis
schien), maar wèl wanneer het er
om gaat, het geloof aan eeuwen
oude sprookjes glansrijk te bewa
ren tot in hoge ouderdom.
Ik ben vast van plan dat te
doen, want zonder deze uitlaat naar
het onwezenlijke, het fantasierijke,
het romanMsche, zou het leven-van
-alle-dag voor de meesten van ons,
bepaald ondragelijk worden.
Vooral in deze door atoombom
men en andere drukkende werke
lijkheden bezwangerde tijd. welke
naar een toekomst snelt, waarvan
de onmogelijkste mogelijkheden nog
niet te overzien zijn
Aartsconservatief als ik op be
paalde gebieden ben, houd ik dus
onverbiddelijk vast aan dat onver
woestbare sprookje van die op een
schimmel over witte daken rond
rijdende Sinterklaas in gezelschap
van zijn in schoorstenen „poe-
hoeënde" Zwarte Piet.
De realiteit van dat lieflijke
sprookje heeft zelfs zulke nadruk
kelijke en scherpe vormen aange
nomen. dat ik op de avond van 5
December steeds weer naar boven
kijk. om de hemel af te speuren of
ik die baardige Sinjeur niet als een
hemelbestormer op ziin witte paard
langs de wolken zie flitsen.
Een gewoonte uit mijn prille
kinderjaren, die me sindsdien niet
losgelaten heeft en onweerstaan
baar op komt duiken, wanneer
mannen en vrouwen, jongens en
meisjes zich huistoe spoeden, om in
de uren vóór het Sinterklaasfes
tijn nog hun laatste pakjes klaar
te stomen en hun allerlaatste rij
men neer te krullen.
Straks gaat dat eeuwenoude Sin-
terklaasspel weer beginnen: de kin
deren zitten te popelen, de geheim
zinnigheid rond de wasmand,
waarin zich de cadeutjes opstape
len neemt gToteske vormen aan,
want de een wil voor de ander niet
weten, dat hij en niet Sinter
klaas er een pakje in doet.
Daarom staat iedereen voor die
wasmand maar zo'n beetje myste
rieus kiekeboe te spelen.
Ge hoort dat luide, enerverende
klingelende bellen aan de huis
deur: er ligt een pakje op de stoep
en niemand weet, van wie dat
komt.
De goede Heilige uit Spanje is
alweer voorbljgerend en ik kijk ter
sluiks naar boven, of Ik nog een
laatste tip van zijn tabberd kan
ontdekken.
Maar de oude man is sneller dan
de wind: hij galoppeert reeds in
een andere wijk, onvermoeid en
nooit gebroken, met een daverende
hartslag, die èlle mensen in alle
wijken tot naïeve opgewondenheid
brengt.
Sinterklaas over de daken: een
lofzang breng ik hem opnieuw!
Sinterklaas op zijn schimmel: zó
hoort dat onveranderlijk tot in
alle eeuwigheid en nietSinter
klaas op een scooter, in een auto,
op een motorfiets of in een vlieg
tuig: aartsconservatief als ik ben,
kan ik hem daarop niet volgen.
Ik weet zelfs zeker, dat zón Sin
terklaas de échte nooit kan 2ajn:
de ware keek altijd en zal altijd
kijken vanaf dat hoge dak aan de
overzij, met een breedgrijnzende
Piet aan zijn zij en een hinneken-
de schimmel aan de teugel.
Tot in een verre toekomst zal
het beeld van de échte Sinterklaas
zich zó en niet anders voor mijn
kinderlijk oog vertonen, hóe die
toekomst ook ziin zal en wat zij
ook brengen moge!
FANTASIO.
^llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll|lllllllll"llll,lllllllllll,llllll,lllllllllllll,llllll,llllllllll,,l,IIIIIIlllllllllllllll,llllllrH
Maar tóch viert hij de laatste jaren
eeen Sint Nicolaas meerHet scho
ne geloof in de Brenger van Gescnenx-
ie-s heeft hi) verloren.
Soms treurt hij daar wel eens om als
hij om zich heen al die vrolijltc en ge
lukkige gezichten ziet....
-Reiziger is echter in tegenstelling tot
Fantasio pessimist. Hij ziet vaak het
donkere, de schaduwzijde. Hij is ook wel
eens een fatalist
En kan zulk een somber mens met
stralende ogen naar de Sint opblikken,
kan zulk een mens met angstige ogen
staren naar die Zwarte Piet?
Neen, dat kan niet meer.
Sint Nicolaas is voor hem een bridge
avondje
Zo kan de mens een gelukzalige dag
te grabbel gooien omdat hij geen ge
loof meer heeft.
Reiziger zegt: „Ach, wat een onzin,
wat héb je nu aan de Sint. Opge
schroefde vreugde, dat is alles", cynisc-h
als hh is.
Nu de 5de December nadert is Relzi-
ger weer eens bij zichzelf te raden ge
gaan. Wie valt te betreuren? De in
Sint gelovende Fantasio of de Sint niet
erkennende Reiziger? Hij is tot het re
sultaat gekomen, dat Fantasio een veel
gelukkiger mens is dan hij zelf. Het
geloof ls echter niet terug te vinden....
sombere Reiziger,blijde Fantasio...
REIZIGER
HET was Mei in het jaar 1662. Een
groot zeilschip (de Eenhoorn)
maakte zich los van de Amster
damse wal. Mannen, vrouwen en kin
deren verdrongen zich op het dek en
wuifden met bont gekleurde zakdoe
ken naar de achterblijvenden.
De reizigers stonden op het punt de
grote tocht te ondernemen naar Nieuw
Amsterdam, een vestiging van de
West-Indische Compagnie in Amerika.
Bij de achterspiegel stonden Pieter en
Jansje de Pauw met hun vader en
moeder en zagen hoe langzaam de
hulzen en torens van Amsterdam uit
het gezicht verdwenen.
„Daar is de toren van de Sint Ni-
colaaskerk" wees moeder De Pauw
„Vader", vroeg Jansje, „komt Sint
Nicolaas ook by ons in Amerika".
„Ik weet het niet kind", zei vader,
„het is een verre r°is voor de be
jaarde Bisschop en December is niet
zo'n goede tijd om de Oceaan over
te steken".
Hij nam zijn kinderen' bij de hand
en het hele De Pauw-gezin begaf zich
in de richting van d-> ka in it cm ken
nis te maken met de overige passa-
giers.
Het Compagnieschip „De Eenhoorn"
had een goede reis en na enkele we
ken kwam de Amerikaanse kust In
zicht.
De gedachte aan het Sint Nicolaas-
feest had Jansje de Pauw niet los ge
laten Ze had er met Pieter en de an
dere kinderen aan boord over gespro
ken en ze waren tot het besluit geko
men om de goede Bisschop een brief
te schreven.
De kapitein van „de Eenhoorn had
zich gaarne bereid verklaard om de
brief mee terug naar Amsterdam te
namen om hem vandaar pov oostkoets
naar Spanje te laten brengen.
Op een goede dag in September
stopte een postkoets voor het paleis
van St. Nicolaas in Spanje. Van de
bok sP' one een koetsier die aan zwarte
Piet, die meteen naar de voordeur ge
lopen was een brief overhandigde.
Piet keek eensnaar de poststempels
en mompelde: „Nou die komt van e°n
heel eind weg. gauw maar aan mijn
mp°ster brengen.
Sint Nicolaas was Juist bezig in zyn
werkkamer met het doorlezen van de
lijsten, waarop de namen van alle
copde kin^pj-pn ctnnAon. H'o on D°-
cember een geschenk zouden ontvan
gen.
„Wat ls er Piet" zei hij. „Hm, Nieuw
Amsterdam" bromde hij in riin baard,
toen hij de stemnels zag. Dat is onk
niet naast de deur". En toen las hij:
Lieve Sint Nicolaas
Deze brief komt van 31 kinde
ren die dit jaar van Nederland
zijn verhuisd naar Amerika.
Onze ouders wisten niet of U
op 6 December ook in Nieuw
Amsterdam komt en daarom
schrijven wij IJ deze brief.
Toe. lieve Sinl Nicolaas. wij
beloven U dot wij lief zullen
zijn. Alstublieft, vergeet ons
niet. Wij zullen U ook niet
vergelen.
De kinderen van Nieuw
Amsterdam
SINT NICOLAAS was diep ontroerd en veegde een traan
uit zijn oog weg
„Piet. haal de landkaart eens" zei hij. Piet slofte
weg en kwam na enkele ogenblikken terug met een grote
wereldkaart. „Duizend taai-taai poppen" zei Sint, „dat is me
een reisje, maar ik kan eenvoudig die kinderen niet teleur
stellen" en toen ..Piet, maak een speciale zak klaar voor
de kinderen van Nieuw Amsterdam en informeer wanneer
er een boot gaat".
Piet mompelde dat dat- nu toch wel al te gek was, maar
omdat hij de Sint. toch niet durfde tegenspreken ging hy
maar naar het pakhuis en zocht mooie geschenken uit, die
hy in kleurige papieren verpakte.
TOEN het half October geworden was liet de Sint zyn
mooiste schimmel zadelen, deed zijn nieuwe rode
mantel aan en gaf het sein voor het vertrek. Piet
sloeg de zak met geschenken over zyn schouder en zo werd
de reis naar Amsterdam aanvaard, waar scheep gegaan
zou worden naar Amerika.
De reis naar Amsterdam verliep vlot. Sint Nicolaas werd
met alle eerbetoon aan boord ontvangen en kreeg de mooi
ste kajuit op het schip Gedurende, de eerste dagen was
de vaart voorspoedig, maar toen begon er een vervaarlijke
November storm te blazen, die het schip hoe langer hoe
meer in de richting van de Noordpool dreef. Piet. die in
het warme Noord-Afrika geboren was, zat te bibberen als
een riet en vertoonde zich niet meer op het dek. „Wat is
de Sint toch begonnen" jammerde hij. „Ik overleef het
niet".
Wekenlang hield de storm aan en men naderde gevaarlijk
dicht de Noordpool. Toen klonk op een nacht een vreselijk
gekraak en sloeg het schip op een ijsberg te pletter. De
reddingsboot werd uitgebracht. Piet greep nog gauw de
zak met speelgoed en toen dobberde hij op de wilde baren
van de Poolzee.
Het was een verschrikkelijke nacht, de golven sloegen
over het bootje heen en iedereen werd doornat. Tegen de
morgen strandden zij op een onbekende kust Vreemde
gedaanten liepen armzwaaiend langs de wal. Zij hadden
dierenhuiden om zich heen. om zich tegen de koude te
beschermen, hun huizen waren gebouwd van ijsblokken.
„Eskimo's" zei de Sint.
De Eskimo's begroetten de schip
breukelingen heel vriendelijk. Zij bo
den aan iedereen pakken van beren
huid aan en stopten de schipbreuke
lingen toen gauw in bed. Sinterklaas,
die doodmoe was van alle ontberin
gen, viel al gauw in diepe slaap.
Bijna 24 uur aan een stuk sliep hij.
Toen hy wakker werd en buiten de hut ging kyken. zag hij
dat de vriendelijke Eskimo's zijn statiegewaad in de wind
gedroogd hadden. Maar och, vat zag dat er uit. De mooie
rode mantel was gekrompen, de staf was gebroken en de
prachtige hoge mijter was onherstelbaar verkreukt.
Een brok schoot de goede Sint in de keel toen hij aan
de lieve kinderen van Nieuw Amsterdam dacht, die nu
tevprgeefs op hem zouden wachten.
Want hoe moest hij immers de reis volbrengen nu hij
hier aan de Noordpool z~f en zijn schio vergaan was.
Sint Nicolaas besloot eens met de Eskimo-hoofdman, die
de naam „IJskoning" droeg, te gaan praten IJskoning
luisterde geduldig naar de Sint en zei toen: „Weest u maar
nie^ ongerust, ik zal dat zaakje wel voor u in orde maken".
Hij klapte in zijn handen en daar kwamen twee Eskimo
vrouwen aansnellen. IJskoning wees op Sinterklaas' ge
krompen mantel en zei tegen de vrouwen: „Vlug. maak
daar voor ds Bisschop een piactisch costuum van". De
vrouwen namen de rode mantel van de lijn en verdwenen
ermee in een iishut.
..Dat is wel heel vriendelijk van u" zei de Sint. „Maar ik
h-b «een vervoe-middel mee- Hoe m ik hier weg?"
IJsVrn'ng lachte geruc'ctellcnd Hü wenkte Sint Nicolaas
-m mee te gaan naar dp cfaP«r> Hü schoof een paar ijs
blokken weg en toen zag Sint Nicolaas tientallen van de
prachtigste rendieren en een grote geriefelijke arreslee.
„Ik zal u mijn acht beste hardlopers geven" zei IJsko
ning „en-mijn slee, en daarmede kunt u nu over de be
vroren wateren en over de sneeuw de reis naar Nieuw Am
sterdam voortzetten". Hij riep een staljongen en zei: „Vlug,
maak Dasher, Dancer, Prancer, Vixen, Comet, Cupid, Don
der en Blitzen gereed voor het vertrek" De staljongen riep
de acht namen af en daar kwamen acht prachtige rendie
ren al naar hem toe.
IJskoning keek eens naar Sint Nicolaas' voeten en zei:
„Dat zijn wel prachtige muilen voor een warmer klimaat
maar hier aan de Noordpool moet u wat warmers hebben."
Hij nam de Sint mee naar zijn eigen hut en gaf hem daar
een paar prachtige laarzen met bont gevoerd, ook gaf hij
hem een paar heerlijke wanten gemaakt van dierenhuid.
De twee Eskimovrouwen hadden intussen de gekrompen
Bisschopsmantel vermaakt tot een practisch reiscostuum,
beslaande uit een jas en broek, met wit bont afgezet. De
mijter hadden zij veranderd in een warme bontgevoerde
muts. die de Sint goed over zijn oren kon trekken. Toen
de Sint zich verkleed had en zich zelf in de spiegel zag,
moest hij hartelijk lachen.
INTUSSEN lag die arme Piet met hoge koortsen te woe
len in zijn bed van ijsberenhuiden De nacht op de storm
achtige ijskoude zee had hem ziek gemaakt en hij kon
onmogelijk de verdere reis met de Sint meemaken.
„Vertrekt u maar gerust" zei IJskoning, „Wij zullen wel
goed op Piet passen en hem beter mak-en".
Sint Nicolaas bedankte de vriendelijke Eskimo's voor al
hun hulp, nam de zak met speelgoed en zette zich in de
slede. Hij klakte met de tong en de acht rendieren vlogen
al over het besneeuwde landschap, terwijl de belletjes aan
hun tuig vrolijk rinkelden.
Door de storm en de schipbreuk had Sinterklaas natuur
lijk veel tijd verloren. Het was nu al begin December en
hij moest nog duizenden kilometers afleggen, voordat hij
van de Noordpool In Nieuw Amsterdam zou zijn.
Pieter en Jansje de Pauw en de andere kinderen van
Nieuw Amsterdam zaten inmiddels met ongeduld de avond
van 5 December af te wachten Het werd middae. het werd
schemer, het werd avond en nog steeds had niemand in
Nieuw Amsterdam gehoord of gezien dat er een schip in
aantocht was.
Het werd nacht en eindelijk moes
ten de vaders en moeders wel aan hun
diep teleurgestelde kinderen vertellen
dat zij naar bed moesten.
„Bidt maar goed. misschien komt
de Sint morgen nog", zei moeder De
Pauw tegen Pieter en Jansje.
Met roodgehuilde oogjes vielen de
kinderen eindelijk in slaap.
's Morgens stonden zy al vroeg te kyken aan de „batte
rij", waar het grote kanon stond dat een schot afvuurde
als een schip uit Holland in zicht was. of de Sint soms
gedurende de nacht was aangekomen. Maar de Hudson-
rivier was leeg. geen schip was te zien. Een paar brutale
belhamels begonnen te spotten tegen Jansje en Pieter:
„Ha. Ha er bestaat helemaal geen Sinterklaas, zie je wel".
„Wel waar", zei Jansje ..je zult het zien. Sint Nicolaas
besteal wèl. en ik weet zeker dat hij komen zal"
Maar dag na dag en week na week verstreek en nog
steeds was Sint Nicolaa* niet gearrivee-d.
Elke morgen gingen Jansie en Pieter naar de battery,
maar elke morgen tevergeefs
GEDURENDE al die weken, dat Jansje en Pieter te
vergeefs op de Sint wachtten, reisde deze met dui
zelingwekkende snelheid over de sneeuw- en Ijsvlak
ten van Groenland en Canada.
Onvermoeibaar trokken de vriendelijke rendieren Sin
terklaas in ziin slee voo t. De buitenlucht had -ode blossen
getoverd op zyn wangen en de Sint h*d zich in geen jaren
zo gezond gevoeld. Af en toe liet hij de ren^ren ev-°n
rusten of wat mos eten. maar dan klakte hij opnieuw
met z^n tong en voort ging het weer.
Nadat hij zo ruim drie weken gereisd had, zag hij in
de verte rookwolkjes opstijgen.
,.Ha" dacht de Sint „het einde van de reis is in zicht,
daar ligt Nieuw Amsterdam".
Jansje en Pieter hadden Intussen,
ondanks het dagelijks geplaag van de
opgeschoten bengels, de hoop niet op
gegeven dat de Sint toch nog zou ko
men. Öfndat zij hun klompjes elke dag
naar school aanmoesten, had moeder
goed gevonden dat zij het stroo voor
Sinterklaas' paard (Jansje en Pieter
wisten natuurlijk niet wat de- Sint
allemaal was overkomen) daaruit
haalden. Inplaats daarvan hadden zij
hun Zondagse kousen aan de schoor
steenmantel mogen hangen. Maar de
kousjes waren nog steeds niet door
Sinterklaas met snoepgoed gevuld
Morgen zou het Kerstmis zijn cn
Jansje en Pieter waren vroeg naar
bed gestuurd om goed uitgerust te
zijn om het Kerstfeest te kunnen
vieren.
Het was doodstil in huis, niets be
woog zich.
Juist waren Jansje en Pieter in
slaap gevallen, toen de stilte plots
klaps werd verbroken door een hevig
gesuis en een vrolijk getinkel van
bellen.
Met een schok vlogen Jansje en
Pieter overeind en hun bed uit.
Opzij schoven zij de gordijnen en
toen barsten zij uit in een luid ge-
Juich. Want wat zagen zij?....
VOOR de deur stond een arreslee,
getrokken door acht rendieren.
En in die slee zat.... ja. zagen
ze het goednee. het kon niet
andersdie vriendelijke oude mijn
heer met dat blozende gezichtdat
moest Sinterklaas zijn. De vriendelij
ke mijnheer stapte uit en haalde een
grote zak vol met het prachtigste
speelgoed uit de slede. Toen belde hü
aan.
Jansje en Pieter snelden naar bene
den, waar vader en moeder De Pauw
•de deur al geopend hadden. „Sinter
klaas. Sinterklaas" juichten Pieter en
Jansje.
„Ja ik ben Sint Nicolaas" zeide de
vriendelijke gast „en ik zie dat jullie
het geloof In my niet verloren heb
ben, ondanks het feit dat ik bijna drie
weken te laat ben" „Nee Sinterklaas"
zelden Jansje en Pieter „wy hebben
elke avond gebeden dat u toch nog
komen zou".
Moeder De Pauw had Intussen een
heerlijke kop warme chocolademelk
voor de Sint gemaakt en hem oliebol
len gepresenteerd. En toen haalde Sint
voor Jansje en Pieter de mooiste ge
schenken uit zyn zak en vulde hun
kousjes met het fynste snoepgoed.
Vervolgens vertelde de Sint al zijn
wederwaardigheden en van zijn reis
vanaf de Noordpool in een rendier-
slede.
„En hef is mij goed bevallen ook"
besloot hij, terwijl hy over zijn ge
zonde rode wangen streek. ..Volgend
jaar doe ik het weer zo en aLs ik dan
geen schipbreuk lijdt, kan ik op 3
December eerst de kinderen ln Hol
land bezoeken en daarna de reis naar
Amerika maken".
En zo gebeurde het En dat is de
ve-klaring dat tot op de huidige dag
Sinte-klaas. of Santa-Claus, zoals de
Amerikaanse kinderen hem noemen,
zonder Zwarte Piet elk jaar op Kerst
avond met een door acht rendieren
getrokken slede van de Noordpool
komt om aan alle goede kinderen
mooie geschenken te b-engen en hun
kousjes te vullen met het heeriykstc
snoepgoed.