gevaar.
Reddingskans uit dodelijk
geen poort tot extra welvaart
Hoe viiult de Zuidliollandse stedeling
de „vrije natuur"?
BENELUX:
Durf en infofile gevraagd inslede van
gespecialiseerde overweging
Problemen waarvoor wij staan, en
de geest die hun oplossing vergt
TIJDGANG
88ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD Zaterdag 19 November 1949
Derde Blad No. 26851
■lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltlillllllll
„Benelux" is een begrip geworden in onze samenleving. Zoals het zo vaak
gaat in het leven gaat de feitelijke achtergrond van een gedachte verloren,
zodra zich men met de gedachte zelf vertrouwd heeft gemaakt: men rede
neert dan van de gedachte uit en realiseert zich niet meer op welke feiten
deze s'.eunt.
De populariteit van het begrip „Benelux" verdoezelt zodoende veelal de fei
ten en omstandigheden, die aan de groei van het begrip verbonden waren,
en wat erger is de moeilijkheden er aan verbonden, en eisen, er uit
voortvloeiende.
Een gistermiddag in het Indisch Instituut te Amsterdam gehouden bijeen
komst onder auspiciën van het Comité voor BelgischNederlandsLuxem
burgse Samenwerking waarop een tweetal bij uitstek deskundige sprekers
het woord voerde, had de onschatbare verdienste, een eerlijke recapitulatie
te geven van de ontwikkeling welke aan de populariteit der Benelux ten
grondslag lag, een heldere uiteenzetting van de heersende problemen, en een
onomwonden critiek op de wijze, waarop wij tot dusverre aan de eisen, ge
steld door de Benelux, hebben voldaan.
Monetaire perikelen onder
de loupe
Prof. dr G. M. Verrijn Stuart sprak
over het monetaire aspect van de Bene
lux.
Spreker wees er op, dat de partiële
integratie van West-Europa, als hoe
danig de Benelux is bedoeld, thans in
een vergaan stadium van voorberei
ding is gekomen. Het gaat nu echter
om de slotphase en het volbrengen
daarvan hangt voor verreweg het
grootste deel af van de vraag, of de
drie regeringen er in zullen slagen ook
het monetaire Benelux-vraagstuk tot
een bevredigende oplossing te bren
gen. Mogelijk is dit zeker. Indien het
niet binnen de voorgenomen termijn
zou zijn geschied, zou dit een bewijs
van bedenkelijke onmacht zijn.
Bovendien: zou niet op dit ogenblik
de voltooiing van Benelux met kracht
worden volbracht, dan zou dit beteke
nen, dat Nederland zich zou isoleren
of zich op verkeerde wijze zou laten
meeslepen in de richting van een an
dere monetaire politiek dan thans In de
Benelux wordt voorgestaan blijkens het
protocol van Luxemburg van 15 Octo
ber jl.
WAAROM JUIST GELDKWESTIES
MOEILIJK?
De vraag, waarom nu Juist de geld-
Srcestie meer dan de vele andere pro
blemen zo lastig tot oplossing blijkt te
brengen, houdt vele buitenstaanders be
zig. zy vragen zich af, waarom het bijv.
na onze bevrijding in 1945 wel mogelijk
was om op korte termijn het Westen des
lands weer in economisch opzicht te ver
enigen met de andere, reeds eerder be
vrijde provinciën, en waarom dit nu
juist met België-Luxemburg zoveel moei
lijkheden blijkt op te leveren, hoewel
de tegenstellingen in goederenvoorzie
ning en prijspeil na de oorlog ook ten
onzent zeer groot waren.
De eerste reden is deze, dat men na
tionaal bezien één stelsel van economi
sche politiek heeft. Deze moge dan goed
of minder goed zijn, men staat in elk
geval niet voor het conflict tussen di
rigisme en vrijheid, zoals zich dat her
haaldelijk binnen de Benelux heeft
voorgedaan.
Binnen de grenzen van een en het
zelfde land werkt men voorts onder
één fiscaal regime. Dit is daarom van
zoveel belang, omdat op het gebied
van de overheidszorg tal van zaken
worden verricht, waarvoor in feite die
delen des lands, die de grootste fis
cale draagkracht hebben, meer bijdra
gen dan de minder welvarende delen.
Met andere woorden, ook al wordt het
niet steeds uitdrukkelijk gezegd, na
tionaal draagt men in belangrijke
maté via de overheidskas elkanders
lasten. Op internationaal niveau ligt
dit geheel anders. Daar wil men el
kander wel helpen. ,maar als het er
op aan zou komen dit monetair te ver
wezenlijken. dan stuit zulks terstond
af op de begrijpelijke overweging, dat
een land, dat zich in internationaal
opzicht in evenwicht kan houden niet
bereid is een telkens wederkerend gat
in de betalingsbalans van een ander
land te stoppen.
Ook op het gebied van de handelspo
litieke protectie levert internationale
unificatie van hst economisch leven be
zwaren op. Bij elke stap, die men verzet,
stuit men op bepaalds nationale belan
gen, die vaak gesteund zijn door de over--
held van het betrokken land en die "bij
een vereniging met een ander land niet
zelden nieuwe concurrentie zien opko
men, welke zij tevoren niet ondervonden.
Als de Unie als zodanig rationeel en
gewenst is, dient aanvaard te worden,
dat bepaalde belangen in het gedrang
komen, zolang het geheel er per saldo
maar beter op wordt. Maar het is begrij
pelijk, dat al deze belangen in de prac-
tijk de verwezenlijking van een vlotte
unificatie enigszins vertragen.
Ten slotte, en dat achtte de spreker
het belangrijkste punt, moet in geval
van unificatie een regeling worden ge
troffen ten aanzien van de tevoren af
zonderlijk beheerde geldstelsels. Deze op
lossing kan zijn het sluiten van een vol
ledigs geldunie, dat ls de vereniging van
de centrale banken onder dezelfde lei
ding. Zo ver wil men. in de Benelux niet
gaan, omdat het wel een zeer grote over
dracht van nationale bevoegdheden aan
een nieuw Unie-Instituut zou betekenen.
Maar wel wil men de beide geldsoorten
interconvertibel maken. Dit is nu een
vraagstuk, dat nationaal geen enkele
moeilijkheid biedt.
Internationaal ligt het gsval anders.
Het is, zo al niet een onmogelijkheid,
dan toch wel hoogst bezwaarlijk om twee
gebieden, in één waarvan monetair
evenwicht bestaat, terwijl dit in het an
dere niet het geval is, op basis van een
vaste koers en van inter-convertibili-
teit in een economische unie te vereni
gen.
TE STERKE DEVALUATIE.
Spr. betreurde, dat de gulden gelij
kelijk met het pond is gedevalueerd.
Een geringere devaluatie had wellicht
voordelen kunnen bieden in het pro
ces van evenwichtsherstel.
Nu het feit der devaluatie, zoals zij
werd voltrokken, aanvaard dient te wor
den, zal de oplossing der situatie gezocht
moeten worden in de coördinatie tussen
de Benelux-landen bij de afsluiting van
handels- en betalingsaccoorden met
derde staten, waarbij het Nederlands
streven gericht zal moeten zijn op enige
verlaging van uitvoer naar het ponden-
gebied en op opvoering van voor België
bruikbare overschotten in andere lan
den. Het schijnt niet uitgesloten, dat
zich op dit gebied mogelijkheden voor
doen in de landen der Fritalux.
Iedere dag nee ieder uur
waarop wij de aloude, sinds jaar
en dag verwenste overweg passe
ren, verandert het atpect.
Iedere minuut brengt ons nieuwe
afbraak, die echter naar nieuwe
opbouw voert.
Eerst gingen de rijwlelloodsen, toen
de trottoirs, daarna het getrouwe
stationsgebouw, dat nu nog hal
verwege treurend staat, alsof het
zeggen wil: „Is.dat mijn loon na
driekwart eeuw werken?"
Enfin: de rubriek „Hoe staat het
er mee?" heeft U al veel over deze
tragedie of dit blijspel al naar
-ge 't beziet verteld en ik zwijg
er dus maar liever over
Er gebeuren ingrijpende dingen
in.deze omgeving.
Daar zie ik bijv. dat half afge
broken van-ouds geliefde „Zomer-
zorg", zonder welk het echte Leiden
sinds jaar en dag niet scheen te
kunnen leven
Ik zie het „Zomerzorg", zoals het
op 19de eeuwse gravures staat af
gebeeld, in gedachten nog voor mij
en bedenk hoe alle glorie eenmaal
vergaat.
Later, ln die vrolijke tijd, toe
heer Batenburg daar de scepter
zwaaide, heeft ook menig Leide-
naar er zijn koffie gedronken.
Want het was een .koffyhuls",
dat tot in het ganse land een
roemvolle naam genoot en waar
men wist bij Hongaarse muziek zijn
zorgen te mogen vergeten.
Wéér later veranderde het aspect
opnieuw: het oude koffyhuis kreeg
na de zware brand een sup
plement in de vorm ener moderne
„Savoy"-bar, waar het in diepe
leunstoelen goed rusten was en de
weelderige namen „apéritif' en
„cocktail" de provinciale Leidenaar
de illusie gaven, voor, een kostelijk
en kostbaar ogenblik in een mon
daine wereldstad te vertoeven.
Nu is dit alles bezig te verdwij
nen
De verkeersmoloch van het heden
slurpt geleidelijk aan è.lles op.
Er gaat een stukje „oud-Leiden"
aan kant.
Dat stemt toch even weemoedig,
hoewel ik Jan en alleman ten snel
ste een onbelemmerde tocht door
Leidens modernste viaducten toe
wens.
Ik kan my nog niet precies in
denken, hoe dat allemaal zal zijn
en worden, ondanks alle platte
gronden, die mijn actieve collega's
ervan opsnorden en publiceerden.
Het zal stellig prachtig worden
en juichend trekken wij allen bin
nenkort gezamenlijk over de brede
baan!
Maar even zullen wij dan toch
terugdenken aan onze geliefde
trekbaantjes op de dan verdwenen
Leidse ijsbaan, aan het gezicht dier
heerlijke vrijages onder een vrie
zende maan of aan het ook buiten
Leiden overbekende tuinconcert in
„Zomerzorg", dat onze zorgen als
sneeuw voor de zon verdwijnen
liet
En zelfs denken wy dan even
terug aan het eindeloze spannend
en zuchtend staan voor een over
weg, welks bomen gehanteerd wer
den door een bedienaar, die géén
pardon kende, evenmin als de on
verbiddelijke agent, die ons ik
weet niet hoeveel keer op de bon
zotte.
Omdat wij Altijd sneller wilden
zijn. dan een ordelijke overheid
het wilde
FANTASIO.
„Noem het kind bij zijn naam"
Prof. G. A. Ph Weyer sprak over dc
huidige situatie wat ds Benelux betreft.
Naar aanleiding van het feit, dat de
volledige Unie nog steeds niet is tof
stand gekomen, wilde spr. enige feiten
naar vo.en brengen waarop naar zijn
smaak te weinig word: gewezen en die
naar zyn mening van doorslaggevende
be ekenis zijn voor de vertraging.
Wy hebben in de eerste plaats te
maken met het feit dat de toestanden,
in he: bijzonder die waarin ons land
verkeerde, bij het einde van de oorlog
aanmerkelijk slechter bleken te zijn dan
men indertijd in Londen had aangeno
men Bovendien: in Indonesië werden
wij aanstonds gewikkeld in een adem
benemend conflict, dat al onze goede
voornemens ten aanzien van het her
stel van hst zwaar gekwets.e Indone
sische economische en sociale leven
verstoorde.
Dit alles vomt echter geen geldige
verklaring voor de opgetreden vertra
ging.
M-t zekerheid kon worden voorspeld
dat het Nederlandse vo'k een zware
stryd om het bestaan zou wachten.
Deze strijd zou extra zwaar zijn als
gevolg van de Indonesische debacle
welke zich waariyk niet eerst bij de
slotzitting van R.T.C. heeft gemani
festeerd maar waarmede wij reeds
jaren lang op grond van onze eigen
inwendige politiek en van een ver
bijsterende buitenlandse interventie
r°kêning hadden moeten houden. Dit
ai'cen cccds had ons tot groter spoed
wat de verwezenlijking van Benelux
betreft moeten aanmanen.
NIET OP ZIJSPOREN DER
SPECIALISTEN!
Wjj Nederlanders zijn gewend onze
zaken nauwgezet t~ verrichten. Wij
hebben dat zelf altijd beschouwd als
een goede trek in ons volkskarakter,
en wij la'en ons daarop gaarne voor-
s'aan. Deze goede trek is evenwel,
aldus spreker ontaard en wel in zo
verre, dat wij, uit pure zucht om
toch vooral geen enkele fout te ma
ken, ieder probleem dat ons wordt
voorgelegd in fragmenten in handen
plegen te geven van specialisten. Het
is misschien ook niet alleen een te
grote verering voor de specialisten;
het is vermoedelijk ook gebrek aan
intuïtie, dat aan de wortel ligt van
hri kwaad, een tekort van intuïtief
aanvoelen waarom het in de eerste
plaats gaat. Spreker is er van over
tuigd dat wij slechts dan tot doortas
tend optreden zullen geraken als wy
ons niet op zijsporen laten lokken,
hoezeer de specialist ons lonkt naar
het voor hem zo interessante terrein,
maar als wij voortdurend voor ogen
houden voor welke opgave wfj staan.
Die opgave is de opvoering van onze
nationale productie tot een zodanig peil
er. de aanwending van die productie op
zodanige wijze dat daaruit bestreden
kan worden het levenspeil waaraan wJj
gehecht zijn geraakt. En. hoe wonder
lijk het ook schijnt, hierover heersen
diverse fatale misvers:anden, misver
standen welke spreker meent te moeten
toeschrijven aan het feit dat wij ver
leerd zijn ons duidelijk uit te drukken,
dat wij ons bedienen van "uitdrukkingen
welke versluie en datgene-waar het om
gaat. Bij voorkeur spreken wij bv. van
in het jaar 2000
Antivoord op die vraagj
moet nu gegeven worden
De „randstad. Holland" herbergt ontelbare problemen. Een van de meest
dringende vraagstukken, waarvan het antwoord de oplossing van velerlei
problemen verlichten zal, is de vraag waar de inwoner van die millioe-
nen-randstad - reeds nu, maar zeker mettertijd - de ontspanning zal vinden
die nodig is om de druk van de dagelijkse arbeid met succes te kunnen
weerstaan. Langzamerhand is het algemeen besef doorgedrongen, dat ont
spanning, recreatie, geen weelde is maar een onbetwistbare voorwaarde,
om de inspanning te geven die de hedendaagse maatschappij dagelijks
van ons vergt.
Zuid-Holland, die randstad-Holland, is wel uiterst schaars bedeeld met
mogelijkheden tot ontspanning voor een millioenen-bevolking. Reeds voor
de oorlog had dit vraagstuk de aandacht van de provinciale en landelijke
overheid, doch de verwezenlijking van verdienstelijke plannen werd door
de oorlog stopgezet. Thans doet zich het vraagstuk in versterkte mate voor,
vooral omdat het besef is gegroeid dat men reeds thans het antwoord moet
voorbereiden op de vraag in het jaar 2000: „Waar moet ik heen, als ik een
dagje vrije natuur wil vinden?" Onlangs meldden wy reeds, dat provinciale
instanties zich met dit probleem bezig hielden en enkele richtlijnen had
den opgesteld. Thans Is een belangwekkend rapport verschenen van de
provinciale stedebouwkundige dienst, waaraan wij de volgende bijzonder
heden ontlenen.
Recreatie-mogelijkheden van
strand, duin, polder en plas
Het zwaartepunt van het probleem,
aldus het rapport, ligt in het Westen
van de provincie, waar binnen afzien
bare tijd 2 millioen stadsbewoners te
verwachten zijn. Voor dit gebied wordt
in 1980 een bevolkingsdichtheid van
2730 verwacht tegen een treeds uitzon
derlijk hoge) gemiddelde bevolkings
dichtheid van Nederland van 350 in
woners per vierkante kilometer. Naar
deskundige ramingen zullen op zomerse
dagen van deze mensen ruim 500.000
personen „naar buiten" trekken voor
dag-recreatie, dus binnen een beperkt
rayon, d.w.z. binnen dit zo dicht bevolk
te gebied. Welke mogelijkheden zijn er
voor deze mensen weggelegd, en welke
maatregelen moeten er worden geno
men, om een bevredigend antwoord te
vinden op hun vraag naar recreatie?
ONTSLUIT HET STRAND!
Het overgrote deel van de stadsbevol
king trekt naar het strand. De oplos
sing van de vraagstukken zou eenvou
dig zijn, indien ons klimaat iedere dag
eon aangenaam verblijf op het strand
[Hogelijk maakte. Zulks is echter he
laas slechts enkele dagen gedurende
het seizoen het geval. Een en ander ver
oorzaakt echter, dat op gunstige dagen
hst strandbezoek ontstellende afmetin
gen aanneemt, tot de verwerking waar
van thans reeds nauwelijks, in de toe
komst zeker niet voldoende plaats ge
boden wordt in de huidige badplaatsen.
f60 gelijkmatige verdeling langs de
kust «waar nu -cenhopingen van dag
jesmensen en betrekkelijk verlaten de-
ien tussen de kustplaatsen worden ge-
Vonden; zou bereikbaar zijn door de
aanleg van meer toegangswegen tot het
strand, speciaal naar de thans minder
toegankelijke gedeelten.
Daarby is o.a. gedacht aan een toe
gangsweg naar het strand ter hoogte
van Meyendel, een tussen Wassenaar-
se Slag en Katwijk, een tussen Kyk-
duin èn Ter Heijdc en een tussen Oost-
voorne en Rockanje. In de omgeving
van dergelijke toegangswegen zouden
faciliteiten voor de gasten moeten
worden geschapen in de vorm van rij
wielstallingen, klcrenbergplaatsen,
toiletinrichlingen en theeschenkeryen.
Zonder dergelijke faciliteiten kan men
van de „ontsluiting" der thans min
der toegankelijke strandgedeeltcn wei
nig nut verwachten.
DUINEN GEEN MASSA-VERBLIJF.
Voor de oplossing van het recreatie
probleem in volle omgang biedt het
strand echter onder geen voorwaarde
de gelegenheid. By koeler weer immers
zal het steeds even verlaten blijven lig
gen als thans, zodat ook elders naar
ontspanningsmogelijkheden moet worden
gezocht.
Direct langs het strand vinden wij
de bekoorlijkheden van de duinrand.
Over de recreatiemogelijkheden in dit
gebied zegt het rapport het volgende.
Deze zijn van minder betekenis, dan
men soms wel aanneemt. De beplan
ting, op zichzelf reeds kwetsbaar, is ten
gevolge van de drinkwateronttrekking
niet bestand tegen intensief bezoek met
daaruit voortvloeiende gevolgen. Zowel
in de Amsterdamse waterleidingduinen
als in het gebied van het Staatsbosbe
heer nabij Noordwijkerhout zyn de ont
spanningsmogelijkheden beperkt tot in
dividueel genot, zodat zy voor massale
recreatie zyn uitgeschakeld. De flora
tussen Noordwijk en Katwyk dwingt er
toe, ook deze strook te ontzien. Tussen
Katwijk en Scheveningen ligt het be
langrijkste duingebied. De Leidse. Was-
senaarse en Haagse duinwatervoorziening
hebben hier echter hun vangarmen
naar uitgestrekt. Meyendel en Duinrell
vormen gunstige uitzonderingen in de
beperkte mogelijkheden van dit duin
massief. Voorts is er een aantrekkelijk
fietspad door de duinen. Slechts direct
bezuiden Scheveningen bestaan moge
lijkheden om ruimer recreatiegebied te
scheppen, doch ook hier is geen sprake
van mogelijkheden tot massale recreatie.
bied als recreatieoord slechts ontsloten
worden door de mogelijkheid van fiets
tochten te scheppen, dus een ruime aan
leg van fietspaden. Daarby moeten ech
ter complexen van enige honderden hec
taren elk als „recreatieterrein" worden
ontsloten, omdat de toerist een rust
punt in de vrije natuur kan vinden.dat
hem langs de fietspaden door hoog
waardige cultuurgronden niet kan wor
den geboden.
Indien men volgens een weloverwo
gen plan te werk gaat, dat enerzijds
met de geboden zuinigheid rekening
houdt en anderzijds met de grote nood
op het gebied van recreatie, zal in
betrekkelijk korte tijd een aanmerke
lijke verbetering kunnen worden be
reikt ten aanzien van de verdeling
van de mensendrommen die er een
dagje op de fiets op uit trekken. Een
nauwkeurig onderzoek leert, dat er op
dit gebied uitgebreide mogelijkheden
in Zuid-Holland liggen, dat er zelfs
yele aantrekkelijke routes zijn, die
strand
1 Inin
De consequentie van deze inventari
satie van ons duingebied luidt: voor
onze generatie zyn de duinen niet
geschikt te maken voor recreatie op
grote schaal.
SCHEPT RUIMTE VOOR DE FIETS.
Trekken wij werder van de kust het
land in, dan vinden wij achter de dui
nen de polder. Laat ons zien, wat het
rapport daarover te vertellen heeft.
De polders, hoe schoon ook, lenen zich
met hun hekken en sloten op de hui
dige dag slecht -voor ontspanning van
de stedeling. Voor hem is er geen plaats
in de in cultuurgebrachte landerijen. In
sterker mate dan tot dusver kan dit ge-
polder
slechts op ontsluiting wachten in de
vorm van tocgangs- en verbindings
paden.
GROTE PLANNEN VOOR DE
WATERSPORT.
Van grote betekenis hoewel be
scheiden ten opzichte van het strand
bezoek acht het rapport de recreatie
op het water van Hollands watersport
paradijs. De watersport in Zuid-Holland
concentreert zich op enkele brandpun
ten, namelijk het complex KaagBraas-
semWesteinder, de Nleuwkoopse Plas
sen, de Reeuwijkse Plassen, de wateren
rond Rotterdam en het beschikbare wa
ter naby Vlaardlngen,
Vooral de Kaag, echter ook de West
einder, geniet voorkeur bij de zeilers bo
ven de Braassem door de grilliger oevers.
Door het scheppen van goedbezeilbare
verbindingen tussen de drie meren van
het eerstgenoemde complex is echter
een betere verdeling van de zeilsport te
verkrijgen.
Met gebruikmaking van de heslaan-
de wateren is een stelsel van zeilroutcs
ontworpen met de volgende functies.
Vorming van een nieuw watersport-
centrum naby Leiderdorp, waarby de
Does tot zeiiwater zou worden verbreed
tot de Wyde Aa. Hiermede zou de
Braassemermcer als het ware verlengd
worden tot de Oude Rijn. Een verbin
dingsvaart tussen Zevenhuizen en
Hoogmade, waarlangs dus de overbe
lasting van de Kaag op Wyde Aa,
Braassem en Does zou kunnen worden
gespuid. Iloogmade, op de driesprong,
zou dan als watersportcentrum van
betekenis kunnen worden. Aanleg van
een „achterstraat" van de Grote Sloot,
over het Vennemecr en de Zomer-
sloot, naar de Koppoel. Hieraan zou
een aantal voorzieningen kunnen wor
den ingericht, waaraan de watersport
nog behoefte heeft. Verruiming van
de Ringvaart tussen het dom De'Kaag
en de Ilanepoel en tussen Oude We
tering en Leimuiden ter verbetering
van de verbinding tussen Braassem en
Westeinder. Verbreding van de Leede,
waardoor Warmond meer dan tot nu
toe in de zeilroutes zal worden opge
nomen. Dit veelomvattende nlan is
inmiddels al weer aangevuld door het
zoemaamde Leidse Merenplan (in
verband waarmee dezer dagen in de
Warmondsc raad heftig werd gedis
cussieerd), behelzende het denkbeeld
om, voor zandwinning ten behoeve
van wegen-aanleg en spoonvegwerken,
tussen de Leede en de zyi een twee
tal meren te graven, die tevens aan
de watersport dienstbaar kunnen wor
den gemaakt.
Voorts wordt gedacht aan een zee
verbinding tussen de Oude Rijn en de
Rottemeren. Ten aanzien van de Nieuw-
koopse Plassen domineert het karakter
van natuurreservaat boven de mogelijk
heden van recreatie.
De recreatie in bosterrein, waaraan
Zuid-Holland zeer arm is, moet van
geringe betekenis worden geacht. Land
bouwbelangen verzetten zich uiteraard
tegen uitbreiding dezer mogelijkheden.
Slechts aan de binnen-duinrand zou een
bebost recreatie-oord te scheppen zyn,
een soort nationaal park waarin de nog
bestaande boscomplexen in deze omge
ving een plaats zouden vinden.
INGRIJPENDE MAATREGELEN
Het rapport besluit met de gedocumen
teerde conclusie, dat zelfs by de voor
gestelde verbeteringen het tekort aan
recreatie-ruimte over een kwart eeuw
gelyk zal zijn aan het huidige. Buiten
plaatseiyke verbeteringen zal dus naar
wezeniyke veranderingen op grote schaal
moeten worden gestreefd. Slechts ingry-
pende maatregelen in het Zuiden van
de provincie, waarop wy nader hopen
terug te komen, scheppen een redelijke
recreatie-ruimte voor de millioenen-
randstand Zuid-Holland, zodat over
enige decennia een bevredigend ant
woord gegeven kan worden op de vraag:
„Waar vind ik de natuur?"
het dollar-tekort, waaronder wy gebukt
gaan.
GEEN „DOLLAR-TEKORT MAAR
TE GERINGE PRESTATIE VOOR
LEVENSSTIJL.
Wy schynen er tegenop te zien het
kind by de naam te noemen en het
wordt hoog tijd dat wy deze voorlich
ting ten behoeve van onze werkers van
wie de redding moet komen, radicaal
wyzigen. Dat dollar-tekort is immers
niet oorzaak maar gevolg. Onze natio
nale inspanning levert niet genoeg op
tot behoud van onze oude levensstijl,
en indien wij niettemin die levensstijl
zo goed mogeiyk willen handhaven,
komen wy tekort.
Dat tpkort kan slechts worden aan
gevuld óf door van naties welke er in
dit opzicht beter voorstaan dan wy de
goede en welke wy te kort komen te
lenen, onder belofte van latere restitu
tie in de een of andere vorm, óf door
geschenken te aanvaarden. Beide mid
delen hebben wy toegepast.
Was dit niet mogelijk gcwe:st> dan
zou er. merkwaardigerwijs, nooit
sprake zyn geweest van een dollar-
tekort. zomin als wij zouden hebben
gesproken van een tekort aan de
ruilmiddelen van de maan! Onze
levensstijl zou zich noodgedwongen
prompt hebben moeten aanpasten
aan ons ontoereikend nationaal in
komen. Dat is ons werkeiy'k tekort,
dat en niet anders. En wat dat be
talingsbalans-tekort be'reft, merkte
sprek?r op, dat dit betalings-balans-
lekort, wat men nu zo vaak voorstelt
als de oorzaak van onze perikelen,
niet anders is dan wat wij nu aan
Marshall-hulp cadeau krijgen en wat
men, schoon niet van ganser harte,
aan ons leent.
Het wil spr voorkomen dat zo, en
niet anders, de toestand is waarin wy
ons bevinden, en het is een schrale
troost dat. het met vele landen even erg
of erger is gesteld en hy huivert by de
gedachte aan wat zal gaan gebeuren
als de Marshall-hulp ophoudt vóórdat
wy de oorzaak van het kwaad hebben
weggenomen. Spreker wilde zelfs zover
gaan met te beweren, dat hierby het
levensgeluk van alle volkeren welke nog
tot het oude Europa gerekend mogen
worden, ja dat onze Westerse Chrlste-
lyke beschaving op het spel staat.
PEILERS VAN ONS KUNNEN.
Door de overheid dient alles te wor
den gedaan om ons intellect, onze durf,
onze ondernemerszin, onze vindingryk-
neid en onze vlijt te bevorderen, zy zal
alles moeten nalaten wat aan het ont
plooien van deze eigenschappen hin
derpalen in de weg legt, omdat slechts
deze eigenschappen ons een groter na
tionaal product kunnen verschaffen.
Zij moet dan ook inzien dat, indien
wy er Inderdaad als gevolg van Bene
lux en van een extra krachtinspanning
in .slagen opze productie te verhogen,
dit niet een extra verhoging betekent
van een reeds bevredigende welvaar\
maaT een begin van het Inhalen van
een achterstand in onze welvaart, van
een achterstand, die tydelyk aan ons
oog onttrokken werd.
Zy moet, alles wat zy doet, ook op
fiscaal gebied, zowel ten aanzien van
de arbeiders als van de ondernemer,
projecteren tegen de achtergrond van
het dodelyke gevaar waarin wy ver
keren.
KIND VAN DE VRIJHEIDS
GEDACHTE.
En dit moet zy ook doen met Benelux.
Benelux aldus spreker is een kind
van de vryheidsgedachte, altyd door
onze volkeren gekoesterd, vóór de oor
log wat ingedommeld, en in de be
klemmende oorlogsjaren opnieuw viru
lent geworden.
Dit betekent, dat zjj ook ondenkbaar
is zondor de grootst mogelyke in
wendige vryheid.
Het is zo gelopen dat die inwendige
vryheid by onze zuideiyke buren gro
ter is dan by ons en spreker gelooft dat
deze laatste zich daar opperbest by
bevinden en wy zouden dus bij hen
ook in dit opzicht ter schole kunnen
gaan!
Uit de grabbelton
van het wereldnieuws
IETS VOOR DE N.S.f
Lpnden In de eerbiedwaardige
„Times" verscheen onlangs een foto
van een gebrilde heer, die een spik-
splinter nieuw koffertje in een gloed
nieuw kluisje, gemerkt „M 9", depo
neerde. Nu is dit op zichzelf niets by-
zonders. Er zijn steeds gebrilde heren,
die koffertjes in grotere of kleinere
kluizen plaatsen. Opmerkeiyk was dit
feit, omdat die heer de plechtige han
deling („plechtig", omdat anders de
foto niet in de „Times" was versche
nen) verrichtte op het Euston Station.
Voor zes psnnles kan men voor 24 uur
een kluisje in gebruik nemen. Geen ge
wacht dus meer bij een loket „Depot
bagage" als het druk is, geen mogelijk
heid van verwisseling van koffers, niets
van dat alles; slechts een vlot „Be
dien U zelf". Voor de Londenaren is
dit iets geheel nieuws, voor de Neder
landers nog geheel onbekend. Zouden
de mensen van „Vlug. Veilig en Voor
delig" in deze kluisjes niet een goed
voórbeeld kunnen vinden? Laat men
dus een studie-commissie benoemen,
en deze uitzenden niet naar Londen,
maar naar San Paolo in Mexico.
Uit Robert Montgomery's film .Hin
derlaag". onlangs hier in Lelden ver
toond, bleek namelijk, dat die kluisjes
daar allang zyn. Een reis naar Me
xico is toch aanbevelenswaardiger (ea
gezelliger) dan één naar Engeland!
EEN BOVENGEBIT VIEL....
Palmers ton Wijd en eenzaam ls
het landschap van Ontario (U.S.A.) ten
Noorden van de grote meren. Nu en
dan wordt de stilte verstoord door het
gedonder van een voorby snellende
trein. Een dezer dagen ging die don
der echter onverwachts over in een
gierend geknarsde trein ging lang
zamer rijden en stond ten slotte stil.
Plotseling kwam weer beweging in het
gevaarte, doch de trein reed achteruit.
De tientallen reizigers waren wel zeer
verbaasd, en vroegen de machinist,
toen de trein voor de tweede maal
stopte, wat dit geharrewar wel te be
tekenen had. De verklaring was zeer
eenvoudig. De machinist had op een
gegeven ogenblik moeten niezen en
daarby was zyn vals bovengebit uit
zijn mond gevallen en terecht gekomen
naast de spoorbaanZonder al zym
tanden kon de man toch niet verder
ryden! De trein moest toen dus maar
even achteruit om het verloren schaap
op te halenNa een (vrolijk) fluit
signaal vertrok de trein weermet
bet gebit op de goede plaat»....