gevaar. Reddingskans uit dodelijk geen poort tot extra welvaart Hoe viiult de Zuidliollandse stedeling de „vrije natuur"? BENELUX: Durf en infofile gevraagd inslede van gespecialiseerde overweging Problemen waarvoor wij staan, en de geest die hun oplossing vergt TIJDGANG 88ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Zaterdag 19 November 1949 Derde Blad No. 26851 ■lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltlillllllll „Benelux" is een begrip geworden in onze samenleving. Zoals het zo vaak gaat in het leven gaat de feitelijke achtergrond van een gedachte verloren, zodra zich men met de gedachte zelf vertrouwd heeft gemaakt: men rede neert dan van de gedachte uit en realiseert zich niet meer op welke feiten deze s'.eunt. De populariteit van het begrip „Benelux" verdoezelt zodoende veelal de fei ten en omstandigheden, die aan de groei van het begrip verbonden waren, en wat erger is de moeilijkheden er aan verbonden, en eisen, er uit voortvloeiende. Een gistermiddag in het Indisch Instituut te Amsterdam gehouden bijeen komst onder auspiciën van het Comité voor BelgischNederlandsLuxem burgse Samenwerking waarop een tweetal bij uitstek deskundige sprekers het woord voerde, had de onschatbare verdienste, een eerlijke recapitulatie te geven van de ontwikkeling welke aan de populariteit der Benelux ten grondslag lag, een heldere uiteenzetting van de heersende problemen, en een onomwonden critiek op de wijze, waarop wij tot dusverre aan de eisen, ge steld door de Benelux, hebben voldaan. Monetaire perikelen onder de loupe Prof. dr G. M. Verrijn Stuart sprak over het monetaire aspect van de Bene lux. Spreker wees er op, dat de partiële integratie van West-Europa, als hoe danig de Benelux is bedoeld, thans in een vergaan stadium van voorberei ding is gekomen. Het gaat nu echter om de slotphase en het volbrengen daarvan hangt voor verreweg het grootste deel af van de vraag, of de drie regeringen er in zullen slagen ook het monetaire Benelux-vraagstuk tot een bevredigende oplossing te bren gen. Mogelijk is dit zeker. Indien het niet binnen de voorgenomen termijn zou zijn geschied, zou dit een bewijs van bedenkelijke onmacht zijn. Bovendien: zou niet op dit ogenblik de voltooiing van Benelux met kracht worden volbracht, dan zou dit beteke nen, dat Nederland zich zou isoleren of zich op verkeerde wijze zou laten meeslepen in de richting van een an dere monetaire politiek dan thans In de Benelux wordt voorgestaan blijkens het protocol van Luxemburg van 15 Octo ber jl. WAAROM JUIST GELDKWESTIES MOEILIJK? De vraag, waarom nu Juist de geld- Srcestie meer dan de vele andere pro blemen zo lastig tot oplossing blijkt te brengen, houdt vele buitenstaanders be zig. zy vragen zich af, waarom het bijv. na onze bevrijding in 1945 wel mogelijk was om op korte termijn het Westen des lands weer in economisch opzicht te ver enigen met de andere, reeds eerder be vrijde provinciën, en waarom dit nu juist met België-Luxemburg zoveel moei lijkheden blijkt op te leveren, hoewel de tegenstellingen in goederenvoorzie ning en prijspeil na de oorlog ook ten onzent zeer groot waren. De eerste reden is deze, dat men na tionaal bezien één stelsel van economi sche politiek heeft. Deze moge dan goed of minder goed zijn, men staat in elk geval niet voor het conflict tussen di rigisme en vrijheid, zoals zich dat her haaldelijk binnen de Benelux heeft voorgedaan. Binnen de grenzen van een en het zelfde land werkt men voorts onder één fiscaal regime. Dit is daarom van zoveel belang, omdat op het gebied van de overheidszorg tal van zaken worden verricht, waarvoor in feite die delen des lands, die de grootste fis cale draagkracht hebben, meer bijdra gen dan de minder welvarende delen. Met andere woorden, ook al wordt het niet steeds uitdrukkelijk gezegd, na tionaal draagt men in belangrijke maté via de overheidskas elkanders lasten. Op internationaal niveau ligt dit geheel anders. Daar wil men el kander wel helpen. ,maar als het er op aan zou komen dit monetair te ver wezenlijken. dan stuit zulks terstond af op de begrijpelijke overweging, dat een land, dat zich in internationaal opzicht in evenwicht kan houden niet bereid is een telkens wederkerend gat in de betalingsbalans van een ander land te stoppen. Ook op het gebied van de handelspo litieke protectie levert internationale unificatie van hst economisch leven be zwaren op. Bij elke stap, die men verzet, stuit men op bepaalds nationale belan gen, die vaak gesteund zijn door de over-- held van het betrokken land en die "bij een vereniging met een ander land niet zelden nieuwe concurrentie zien opko men, welke zij tevoren niet ondervonden. Als de Unie als zodanig rationeel en gewenst is, dient aanvaard te worden, dat bepaalde belangen in het gedrang komen, zolang het geheel er per saldo maar beter op wordt. Maar het is begrij pelijk, dat al deze belangen in de prac- tijk de verwezenlijking van een vlotte unificatie enigszins vertragen. Ten slotte, en dat achtte de spreker het belangrijkste punt, moet in geval van unificatie een regeling worden ge troffen ten aanzien van de tevoren af zonderlijk beheerde geldstelsels. Deze op lossing kan zijn het sluiten van een vol ledigs geldunie, dat ls de vereniging van de centrale banken onder dezelfde lei ding. Zo ver wil men. in de Benelux niet gaan, omdat het wel een zeer grote over dracht van nationale bevoegdheden aan een nieuw Unie-Instituut zou betekenen. Maar wel wil men de beide geldsoorten interconvertibel maken. Dit is nu een vraagstuk, dat nationaal geen enkele moeilijkheid biedt. Internationaal ligt het gsval anders. Het is, zo al niet een onmogelijkheid, dan toch wel hoogst bezwaarlijk om twee gebieden, in één waarvan monetair evenwicht bestaat, terwijl dit in het an dere niet het geval is, op basis van een vaste koers en van inter-convertibili- teit in een economische unie te vereni gen. TE STERKE DEVALUATIE. Spr. betreurde, dat de gulden gelij kelijk met het pond is gedevalueerd. Een geringere devaluatie had wellicht voordelen kunnen bieden in het pro ces van evenwichtsherstel. Nu het feit der devaluatie, zoals zij werd voltrokken, aanvaard dient te wor den, zal de oplossing der situatie gezocht moeten worden in de coördinatie tussen de Benelux-landen bij de afsluiting van handels- en betalingsaccoorden met derde staten, waarbij het Nederlands streven gericht zal moeten zijn op enige verlaging van uitvoer naar het ponden- gebied en op opvoering van voor België bruikbare overschotten in andere lan den. Het schijnt niet uitgesloten, dat zich op dit gebied mogelijkheden voor doen in de landen der Fritalux. Iedere dag nee ieder uur waarop wij de aloude, sinds jaar en dag verwenste overweg passe ren, verandert het atpect. Iedere minuut brengt ons nieuwe afbraak, die echter naar nieuwe opbouw voert. Eerst gingen de rijwlelloodsen, toen de trottoirs, daarna het getrouwe stationsgebouw, dat nu nog hal verwege treurend staat, alsof het zeggen wil: „Is.dat mijn loon na driekwart eeuw werken?" Enfin: de rubriek „Hoe staat het er mee?" heeft U al veel over deze tragedie of dit blijspel al naar -ge 't beziet verteld en ik zwijg er dus maar liever over Er gebeuren ingrijpende dingen in.deze omgeving. Daar zie ik bijv. dat half afge broken van-ouds geliefde „Zomer- zorg", zonder welk het echte Leiden sinds jaar en dag niet scheen te kunnen leven Ik zie het „Zomerzorg", zoals het op 19de eeuwse gravures staat af gebeeld, in gedachten nog voor mij en bedenk hoe alle glorie eenmaal vergaat. Later, ln die vrolijke tijd, toe heer Batenburg daar de scepter zwaaide, heeft ook menig Leide- naar er zijn koffie gedronken. Want het was een .koffyhuls", dat tot in het ganse land een roemvolle naam genoot en waar men wist bij Hongaarse muziek zijn zorgen te mogen vergeten. Wéér later veranderde het aspect opnieuw: het oude koffyhuis kreeg na de zware brand een sup plement in de vorm ener moderne „Savoy"-bar, waar het in diepe leunstoelen goed rusten was en de weelderige namen „apéritif' en „cocktail" de provinciale Leidenaar de illusie gaven, voor, een kostelijk en kostbaar ogenblik in een mon daine wereldstad te vertoeven. Nu is dit alles bezig te verdwij nen De verkeersmoloch van het heden slurpt geleidelijk aan è.lles op. Er gaat een stukje „oud-Leiden" aan kant. Dat stemt toch even weemoedig, hoewel ik Jan en alleman ten snel ste een onbelemmerde tocht door Leidens modernste viaducten toe wens. Ik kan my nog niet precies in denken, hoe dat allemaal zal zijn en worden, ondanks alle platte gronden, die mijn actieve collega's ervan opsnorden en publiceerden. Het zal stellig prachtig worden en juichend trekken wij allen bin nenkort gezamenlijk over de brede baan! Maar even zullen wij dan toch terugdenken aan onze geliefde trekbaantjes op de dan verdwenen Leidse ijsbaan, aan het gezicht dier heerlijke vrijages onder een vrie zende maan of aan het ook buiten Leiden overbekende tuinconcert in „Zomerzorg", dat onze zorgen als sneeuw voor de zon verdwijnen liet En zelfs denken wy dan even terug aan het eindeloze spannend en zuchtend staan voor een over weg, welks bomen gehanteerd wer den door een bedienaar, die géén pardon kende, evenmin als de on verbiddelijke agent, die ons ik weet niet hoeveel keer op de bon zotte. Omdat wij Altijd sneller wilden zijn. dan een ordelijke overheid het wilde FANTASIO. „Noem het kind bij zijn naam" Prof. G. A. Ph Weyer sprak over dc huidige situatie wat ds Benelux betreft. Naar aanleiding van het feit, dat de volledige Unie nog steeds niet is tof stand gekomen, wilde spr. enige feiten naar vo.en brengen waarop naar zijn smaak te weinig word: gewezen en die naar zyn mening van doorslaggevende be ekenis zijn voor de vertraging. Wy hebben in de eerste plaats te maken met het feit dat de toestanden, in he: bijzonder die waarin ons land verkeerde, bij het einde van de oorlog aanmerkelijk slechter bleken te zijn dan men indertijd in Londen had aangeno men Bovendien: in Indonesië werden wij aanstonds gewikkeld in een adem benemend conflict, dat al onze goede voornemens ten aanzien van het her stel van hst zwaar gekwets.e Indone sische economische en sociale leven verstoorde. Dit alles vomt echter geen geldige verklaring voor de opgetreden vertra ging. M-t zekerheid kon worden voorspeld dat het Nederlandse vo'k een zware stryd om het bestaan zou wachten. Deze strijd zou extra zwaar zijn als gevolg van de Indonesische debacle welke zich waariyk niet eerst bij de slotzitting van R.T.C. heeft gemani festeerd maar waarmede wij reeds jaren lang op grond van onze eigen inwendige politiek en van een ver bijsterende buitenlandse interventie r°kêning hadden moeten houden. Dit ai'cen cccds had ons tot groter spoed wat de verwezenlijking van Benelux betreft moeten aanmanen. NIET OP ZIJSPOREN DER SPECIALISTEN! Wjj Nederlanders zijn gewend onze zaken nauwgezet t~ verrichten. Wij hebben dat zelf altijd beschouwd als een goede trek in ons volkskarakter, en wij la'en ons daarop gaarne voor- s'aan. Deze goede trek is evenwel, aldus spreker ontaard en wel in zo verre, dat wij, uit pure zucht om toch vooral geen enkele fout te ma ken, ieder probleem dat ons wordt voorgelegd in fragmenten in handen plegen te geven van specialisten. Het is misschien ook niet alleen een te grote verering voor de specialisten; het is vermoedelijk ook gebrek aan intuïtie, dat aan de wortel ligt van hri kwaad, een tekort van intuïtief aanvoelen waarom het in de eerste plaats gaat. Spreker is er van over tuigd dat wij slechts dan tot doortas tend optreden zullen geraken als wy ons niet op zijsporen laten lokken, hoezeer de specialist ons lonkt naar het voor hem zo interessante terrein, maar als wij voortdurend voor ogen houden voor welke opgave wfj staan. Die opgave is de opvoering van onze nationale productie tot een zodanig peil er. de aanwending van die productie op zodanige wijze dat daaruit bestreden kan worden het levenspeil waaraan wJj gehecht zijn geraakt. En. hoe wonder lijk het ook schijnt, hierover heersen diverse fatale misvers:anden, misver standen welke spreker meent te moeten toeschrijven aan het feit dat wij ver leerd zijn ons duidelijk uit te drukken, dat wij ons bedienen van "uitdrukkingen welke versluie en datgene-waar het om gaat. Bij voorkeur spreken wij bv. van in het jaar 2000 Antivoord op die vraagj moet nu gegeven worden De „randstad. Holland" herbergt ontelbare problemen. Een van de meest dringende vraagstukken, waarvan het antwoord de oplossing van velerlei problemen verlichten zal, is de vraag waar de inwoner van die millioe- nen-randstad - reeds nu, maar zeker mettertijd - de ontspanning zal vinden die nodig is om de druk van de dagelijkse arbeid met succes te kunnen weerstaan. Langzamerhand is het algemeen besef doorgedrongen, dat ont spanning, recreatie, geen weelde is maar een onbetwistbare voorwaarde, om de inspanning te geven die de hedendaagse maatschappij dagelijks van ons vergt. Zuid-Holland, die randstad-Holland, is wel uiterst schaars bedeeld met mogelijkheden tot ontspanning voor een millioenen-bevolking. Reeds voor de oorlog had dit vraagstuk de aandacht van de provinciale en landelijke overheid, doch de verwezenlijking van verdienstelijke plannen werd door de oorlog stopgezet. Thans doet zich het vraagstuk in versterkte mate voor, vooral omdat het besef is gegroeid dat men reeds thans het antwoord moet voorbereiden op de vraag in het jaar 2000: „Waar moet ik heen, als ik een dagje vrije natuur wil vinden?" Onlangs meldden wy reeds, dat provinciale instanties zich met dit probleem bezig hielden en enkele richtlijnen had den opgesteld. Thans Is een belangwekkend rapport verschenen van de provinciale stedebouwkundige dienst, waaraan wij de volgende bijzonder heden ontlenen. Recreatie-mogelijkheden van strand, duin, polder en plas Het zwaartepunt van het probleem, aldus het rapport, ligt in het Westen van de provincie, waar binnen afzien bare tijd 2 millioen stadsbewoners te verwachten zijn. Voor dit gebied wordt in 1980 een bevolkingsdichtheid van 2730 verwacht tegen een treeds uitzon derlijk hoge) gemiddelde bevolkings dichtheid van Nederland van 350 in woners per vierkante kilometer. Naar deskundige ramingen zullen op zomerse dagen van deze mensen ruim 500.000 personen „naar buiten" trekken voor dag-recreatie, dus binnen een beperkt rayon, d.w.z. binnen dit zo dicht bevolk te gebied. Welke mogelijkheden zijn er voor deze mensen weggelegd, en welke maatregelen moeten er worden geno men, om een bevredigend antwoord te vinden op hun vraag naar recreatie? ONTSLUIT HET STRAND! Het overgrote deel van de stadsbevol king trekt naar het strand. De oplos sing van de vraagstukken zou eenvou dig zijn, indien ons klimaat iedere dag eon aangenaam verblijf op het strand [Hogelijk maakte. Zulks is echter he laas slechts enkele dagen gedurende het seizoen het geval. Een en ander ver oorzaakt echter, dat op gunstige dagen hst strandbezoek ontstellende afmetin gen aanneemt, tot de verwerking waar van thans reeds nauwelijks, in de toe komst zeker niet voldoende plaats ge boden wordt in de huidige badplaatsen. f60 gelijkmatige verdeling langs de kust «waar nu -cenhopingen van dag jesmensen en betrekkelijk verlaten de- ien tussen de kustplaatsen worden ge- Vonden; zou bereikbaar zijn door de aanleg van meer toegangswegen tot het strand, speciaal naar de thans minder toegankelijke gedeelten. Daarby is o.a. gedacht aan een toe gangsweg naar het strand ter hoogte van Meyendel, een tussen Wassenaar- se Slag en Katwijk, een tussen Kyk- duin èn Ter Heijdc en een tussen Oost- voorne en Rockanje. In de omgeving van dergelijke toegangswegen zouden faciliteiten voor de gasten moeten worden geschapen in de vorm van rij wielstallingen, klcrenbergplaatsen, toiletinrichlingen en theeschenkeryen. Zonder dergelijke faciliteiten kan men van de „ontsluiting" der thans min der toegankelijke strandgedeeltcn wei nig nut verwachten. DUINEN GEEN MASSA-VERBLIJF. Voor de oplossing van het recreatie probleem in volle omgang biedt het strand echter onder geen voorwaarde de gelegenheid. By koeler weer immers zal het steeds even verlaten blijven lig gen als thans, zodat ook elders naar ontspanningsmogelijkheden moet worden gezocht. Direct langs het strand vinden wij de bekoorlijkheden van de duinrand. Over de recreatiemogelijkheden in dit gebied zegt het rapport het volgende. Deze zijn van minder betekenis, dan men soms wel aanneemt. De beplan ting, op zichzelf reeds kwetsbaar, is ten gevolge van de drinkwateronttrekking niet bestand tegen intensief bezoek met daaruit voortvloeiende gevolgen. Zowel in de Amsterdamse waterleidingduinen als in het gebied van het Staatsbosbe heer nabij Noordwijkerhout zyn de ont spanningsmogelijkheden beperkt tot in dividueel genot, zodat zy voor massale recreatie zyn uitgeschakeld. De flora tussen Noordwijk en Katwyk dwingt er toe, ook deze strook te ontzien. Tussen Katwijk en Scheveningen ligt het be langrijkste duingebied. De Leidse. Was- senaarse en Haagse duinwatervoorziening hebben hier echter hun vangarmen naar uitgestrekt. Meyendel en Duinrell vormen gunstige uitzonderingen in de beperkte mogelijkheden van dit duin massief. Voorts is er een aantrekkelijk fietspad door de duinen. Slechts direct bezuiden Scheveningen bestaan moge lijkheden om ruimer recreatiegebied te scheppen, doch ook hier is geen sprake van mogelijkheden tot massale recreatie. bied als recreatieoord slechts ontsloten worden door de mogelijkheid van fiets tochten te scheppen, dus een ruime aan leg van fietspaden. Daarby moeten ech ter complexen van enige honderden hec taren elk als „recreatieterrein" worden ontsloten, omdat de toerist een rust punt in de vrije natuur kan vinden.dat hem langs de fietspaden door hoog waardige cultuurgronden niet kan wor den geboden. Indien men volgens een weloverwo gen plan te werk gaat, dat enerzijds met de geboden zuinigheid rekening houdt en anderzijds met de grote nood op het gebied van recreatie, zal in betrekkelijk korte tijd een aanmerke lijke verbetering kunnen worden be reikt ten aanzien van de verdeling van de mensendrommen die er een dagje op de fiets op uit trekken. Een nauwkeurig onderzoek leert, dat er op dit gebied uitgebreide mogelijkheden in Zuid-Holland liggen, dat er zelfs yele aantrekkelijke routes zijn, die strand 1 Inin De consequentie van deze inventari satie van ons duingebied luidt: voor onze generatie zyn de duinen niet geschikt te maken voor recreatie op grote schaal. SCHEPT RUIMTE VOOR DE FIETS. Trekken wij werder van de kust het land in, dan vinden wij achter de dui nen de polder. Laat ons zien, wat het rapport daarover te vertellen heeft. De polders, hoe schoon ook, lenen zich met hun hekken en sloten op de hui dige dag slecht -voor ontspanning van de stedeling. Voor hem is er geen plaats in de in cultuurgebrachte landerijen. In sterker mate dan tot dusver kan dit ge- polder slechts op ontsluiting wachten in de vorm van tocgangs- en verbindings paden. GROTE PLANNEN VOOR DE WATERSPORT. Van grote betekenis hoewel be scheiden ten opzichte van het strand bezoek acht het rapport de recreatie op het water van Hollands watersport paradijs. De watersport in Zuid-Holland concentreert zich op enkele brandpun ten, namelijk het complex KaagBraas- semWesteinder, de Nleuwkoopse Plas sen, de Reeuwijkse Plassen, de wateren rond Rotterdam en het beschikbare wa ter naby Vlaardlngen, Vooral de Kaag, echter ook de West einder, geniet voorkeur bij de zeilers bo ven de Braassem door de grilliger oevers. Door het scheppen van goedbezeilbare verbindingen tussen de drie meren van het eerstgenoemde complex is echter een betere verdeling van de zeilsport te verkrijgen. Met gebruikmaking van de heslaan- de wateren is een stelsel van zeilroutcs ontworpen met de volgende functies. Vorming van een nieuw watersport- centrum naby Leiderdorp, waarby de Does tot zeiiwater zou worden verbreed tot de Wyde Aa. Hiermede zou de Braassemermcer als het ware verlengd worden tot de Oude Rijn. Een verbin dingsvaart tussen Zevenhuizen en Hoogmade, waarlangs dus de overbe lasting van de Kaag op Wyde Aa, Braassem en Does zou kunnen worden gespuid. Iloogmade, op de driesprong, zou dan als watersportcentrum van betekenis kunnen worden. Aanleg van een „achterstraat" van de Grote Sloot, over het Vennemecr en de Zomer- sloot, naar de Koppoel. Hieraan zou een aantal voorzieningen kunnen wor den ingericht, waaraan de watersport nog behoefte heeft. Verruiming van de Ringvaart tussen het dom De'Kaag en de Ilanepoel en tussen Oude We tering en Leimuiden ter verbetering van de verbinding tussen Braassem en Westeinder. Verbreding van de Leede, waardoor Warmond meer dan tot nu toe in de zeilroutes zal worden opge nomen. Dit veelomvattende nlan is inmiddels al weer aangevuld door het zoemaamde Leidse Merenplan (in verband waarmee dezer dagen in de Warmondsc raad heftig werd gedis cussieerd), behelzende het denkbeeld om, voor zandwinning ten behoeve van wegen-aanleg en spoonvegwerken, tussen de Leede en de zyi een twee tal meren te graven, die tevens aan de watersport dienstbaar kunnen wor den gemaakt. Voorts wordt gedacht aan een zee verbinding tussen de Oude Rijn en de Rottemeren. Ten aanzien van de Nieuw- koopse Plassen domineert het karakter van natuurreservaat boven de mogelijk heden van recreatie. De recreatie in bosterrein, waaraan Zuid-Holland zeer arm is, moet van geringe betekenis worden geacht. Land bouwbelangen verzetten zich uiteraard tegen uitbreiding dezer mogelijkheden. Slechts aan de binnen-duinrand zou een bebost recreatie-oord te scheppen zyn, een soort nationaal park waarin de nog bestaande boscomplexen in deze omge ving een plaats zouden vinden. INGRIJPENDE MAATREGELEN Het rapport besluit met de gedocumen teerde conclusie, dat zelfs by de voor gestelde verbeteringen het tekort aan recreatie-ruimte over een kwart eeuw gelyk zal zijn aan het huidige. Buiten plaatseiyke verbeteringen zal dus naar wezeniyke veranderingen op grote schaal moeten worden gestreefd. Slechts ingry- pende maatregelen in het Zuiden van de provincie, waarop wy nader hopen terug te komen, scheppen een redelijke recreatie-ruimte voor de millioenen- randstand Zuid-Holland, zodat over enige decennia een bevredigend ant woord gegeven kan worden op de vraag: „Waar vind ik de natuur?" het dollar-tekort, waaronder wy gebukt gaan. GEEN „DOLLAR-TEKORT MAAR TE GERINGE PRESTATIE VOOR LEVENSSTIJL. Wy schynen er tegenop te zien het kind by de naam te noemen en het wordt hoog tijd dat wy deze voorlich ting ten behoeve van onze werkers van wie de redding moet komen, radicaal wyzigen. Dat dollar-tekort is immers niet oorzaak maar gevolg. Onze natio nale inspanning levert niet genoeg op tot behoud van onze oude levensstijl, en indien wij niettemin die levensstijl zo goed mogeiyk willen handhaven, komen wy tekort. Dat tpkort kan slechts worden aan gevuld óf door van naties welke er in dit opzicht beter voorstaan dan wy de goede en welke wy te kort komen te lenen, onder belofte van latere restitu tie in de een of andere vorm, óf door geschenken te aanvaarden. Beide mid delen hebben wy toegepast. Was dit niet mogelijk gcwe:st> dan zou er. merkwaardigerwijs, nooit sprake zyn geweest van een dollar- tekort. zomin als wij zouden hebben gesproken van een tekort aan de ruilmiddelen van de maan! Onze levensstijl zou zich noodgedwongen prompt hebben moeten aanpasten aan ons ontoereikend nationaal in komen. Dat is ons werkeiy'k tekort, dat en niet anders. En wat dat be talingsbalans-tekort be'reft, merkte sprek?r op, dat dit betalings-balans- lekort, wat men nu zo vaak voorstelt als de oorzaak van onze perikelen, niet anders is dan wat wij nu aan Marshall-hulp cadeau krijgen en wat men, schoon niet van ganser harte, aan ons leent. Het wil spr voorkomen dat zo, en niet anders, de toestand is waarin wy ons bevinden, en het is een schrale troost dat. het met vele landen even erg of erger is gesteld en hy huivert by de gedachte aan wat zal gaan gebeuren als de Marshall-hulp ophoudt vóórdat wy de oorzaak van het kwaad hebben weggenomen. Spreker wilde zelfs zover gaan met te beweren, dat hierby het levensgeluk van alle volkeren welke nog tot het oude Europa gerekend mogen worden, ja dat onze Westerse Chrlste- lyke beschaving op het spel staat. PEILERS VAN ONS KUNNEN. Door de overheid dient alles te wor den gedaan om ons intellect, onze durf, onze ondernemerszin, onze vindingryk- neid en onze vlijt te bevorderen, zy zal alles moeten nalaten wat aan het ont plooien van deze eigenschappen hin derpalen in de weg legt, omdat slechts deze eigenschappen ons een groter na tionaal product kunnen verschaffen. Zij moet dan ook inzien dat, indien wy er Inderdaad als gevolg van Bene lux en van een extra krachtinspanning in .slagen opze productie te verhogen, dit niet een extra verhoging betekent van een reeds bevredigende welvaar\ maaT een begin van het Inhalen van een achterstand in onze welvaart, van een achterstand, die tydelyk aan ons oog onttrokken werd. Zy moet, alles wat zy doet, ook op fiscaal gebied, zowel ten aanzien van de arbeiders als van de ondernemer, projecteren tegen de achtergrond van het dodelyke gevaar waarin wy ver keren. KIND VAN DE VRIJHEIDS GEDACHTE. En dit moet zy ook doen met Benelux. Benelux aldus spreker is een kind van de vryheidsgedachte, altyd door onze volkeren gekoesterd, vóór de oor log wat ingedommeld, en in de be klemmende oorlogsjaren opnieuw viru lent geworden. Dit betekent, dat zjj ook ondenkbaar is zondor de grootst mogelyke in wendige vryheid. Het is zo gelopen dat die inwendige vryheid by onze zuideiyke buren gro ter is dan by ons en spreker gelooft dat deze laatste zich daar opperbest by bevinden en wy zouden dus bij hen ook in dit opzicht ter schole kunnen gaan! Uit de grabbelton van het wereldnieuws IETS VOOR DE N.S.f Lpnden In de eerbiedwaardige „Times" verscheen onlangs een foto van een gebrilde heer, die een spik- splinter nieuw koffertje in een gloed nieuw kluisje, gemerkt „M 9", depo neerde. Nu is dit op zichzelf niets by- zonders. Er zijn steeds gebrilde heren, die koffertjes in grotere of kleinere kluizen plaatsen. Opmerkeiyk was dit feit, omdat die heer de plechtige han deling („plechtig", omdat anders de foto niet in de „Times" was versche nen) verrichtte op het Euston Station. Voor zes psnnles kan men voor 24 uur een kluisje in gebruik nemen. Geen ge wacht dus meer bij een loket „Depot bagage" als het druk is, geen mogelijk heid van verwisseling van koffers, niets van dat alles; slechts een vlot „Be dien U zelf". Voor de Londenaren is dit iets geheel nieuws, voor de Neder landers nog geheel onbekend. Zouden de mensen van „Vlug. Veilig en Voor delig" in deze kluisjes niet een goed voórbeeld kunnen vinden? Laat men dus een studie-commissie benoemen, en deze uitzenden niet naar Londen, maar naar San Paolo in Mexico. Uit Robert Montgomery's film .Hin derlaag". onlangs hier in Lelden ver toond, bleek namelijk, dat die kluisjes daar allang zyn. Een reis naar Me xico is toch aanbevelenswaardiger (ea gezelliger) dan één naar Engeland! EEN BOVENGEBIT VIEL.... Palmers ton Wijd en eenzaam ls het landschap van Ontario (U.S.A.) ten Noorden van de grote meren. Nu en dan wordt de stilte verstoord door het gedonder van een voorby snellende trein. Een dezer dagen ging die don der echter onverwachts over in een gierend geknarsde trein ging lang zamer rijden en stond ten slotte stil. Plotseling kwam weer beweging in het gevaarte, doch de trein reed achteruit. De tientallen reizigers waren wel zeer verbaasd, en vroegen de machinist, toen de trein voor de tweede maal stopte, wat dit geharrewar wel te be tekenen had. De verklaring was zeer eenvoudig. De machinist had op een gegeven ogenblik moeten niezen en daarby was zyn vals bovengebit uit zijn mond gevallen en terecht gekomen naast de spoorbaanZonder al zym tanden kon de man toch niet verder ryden! De trein moest toen dus maar even achteruit om het verloren schaap op te halenNa een (vrolijk) fluit signaal vertrok de trein weermet bet gebit op de goede plaat»....

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1949 | | pagina 7