Van „Moederland'' tot „partner
democratische samenwerking
in
R. T. C. besloten met duidelijke, doch
niet volledige overeenkomst
Nederland waagt de sprong:
Onvoorwaardelijke souvereiniteitsoverdracht,
behoudens Nieuw Guinea, „Verdrags-Unie",
en regeling van economische en
militaire belangen
Ambtenaren-positie geregeld,
ondernemer vrij aan banden,
voor Nederl. strijdkrachten
echter „geen taak" in Indonesië
83ste Jaargang
WOENSDAG 2 NOVEMBER 1949
00 No. 26836
LEIDSCH
DAGBLAD
Directeur: J. W. Henny
Hoofdredactie: B. W. Menkhorst en J. Brouwer
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
f4,15 per kwartaal: 32 cents per week
Telefoon Dir. en Adm.: 25041: Red. 21507
Witte Singel 1, Leiden - Giro no: 57055
(Van een onzer redacteuren).
Hedenmiddag werd in de Ridderzaal te 's-Gravenliage de R.T.C. gesloten tijdens een plenaire zitting, onder
voorzitterschap van Dr W. Drees - de eerste nadat 72 dagen geleden de R.T.C. werd geopend - waarbij
een aantal omvangrijk gedocumenteerde ontwerpbesluiten werd goedgekeurd, dus aanvaard door Neder
land en de diverse groeperingen in Indonesië, in welke documenten o.m. het volgende werd overeen
gekomen.
Ten eerste werd het charter der Souvereiniteits overdracht vastgesteld. Daarin wordt liet volgende bepaald:
Hel Koninkrijk der Nederlanden draagt de voiledige souvereiniteit over Indonesië onvoorwaar
delijk en onherroepelijk over aan de Republiek der Verenigde Staten van Indonesië
1Republik Indonesia Sarikat. R.I.S.. of Verenigde Staten van Indonesië. V.S.I.) en erkent deze mitsdien
als een onafhankelijke en souvereine staat. De Republiek der Verenigde Staten van Indonesië aan
vaardt deze souvereiniteit op de voet van de bepalingen van haar constitutie welke ter kennis is gebracht
van het Koninkrijk der Nederlanden. De overdracht van de souvereiniteit zal plaats hebben uiterlijk
30 December 1949. Ten aanzien van de residentie Nieuw Guinea is overeengekomen, dat de sta
tus quo zal worden gehandhaafd met de bepaling, dat binnen een jaar na de datum van over
dracht van de souvereiniteit aan de R.I.S. de staatkundige status van Nieuw Guinea zal wor
den bepaald door onderhandelingen tussen de R.I.S. en het Koninkrijk der Nederlanden. In een schrijven
van de voorzitters der Rep. en B.F.O.-delegaties ter R.T.C. aan de voorzitter der Nederlandse delegatie
wordt erkend, dat deze beslissing betekent dat de residentie Nieuw Guinea onder de regering van
het Koninkrijk der Nederlanden zal blijven gedurende dit jaar van handhaving van de
status quo.
In het tevens vastgestelde Uniestatuut wordt het volgende vastgesteld.
Hel Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek der Verenigde Staten van Indonesië, besloten hebbende
op basis van vrijwilligheid, gelijkheid en volledige onafhankelijkheid een vriendschappelijke samenwer
king in het leven te roepen door een Nederlands-Indonesische Unie. zijn overeengekomen in een vast
gesteld Uniestatuut de grondslag te leggen van hun onderlinge verhouding als onafhankelijke en souve
reine staten. De Nederlands-Indonesische Unie verwezenlijkt de georganiseerde samen
werking tussen het Koninkrijk der Nederla nden en de Republiek der Verenigde Staten
van Indonesië op basis van vrijwilligheid en gelijkheid in status met gelijke rechten.
Deze samenwerking zal plaats hebben terzake van onderwerpen, in de eerste plaats liggende op het gebied
der buitenlandse betrekkingen en defensie, en voor zover nodig financiën, alsmede ten aan
zien van onderwerpen van ecoomische en culturele aard. Beide deelgenoten verbinden zich hun
staatsbestel te baseren op de beginselen der democratie en te streven naar een onafhankelijke rechtspraak,
cn voorts in een bijlage van het statuut vermelde fundamentele menselijke rechten en vrij
heden te erkennen. Aan het hoofd der Unie staat Hare Majesteit Koningin Juliana. Prinses
van Oranje Nassau, en bij opvolging Hare wettige opvolgers in de Kroon der Nederlanden. Het Hoofd
der Unie verwezenlijkt de idee van vrijwillige en duurzame samenwerking tussen de deelgenoten.
Voor de uitvoering van de doelstellingen van de Unie houden door de deelgenoten aangewezen ministers
tweemaal per jaar en zo dikwijls als nodig wordt geoordeeld conferenties. De ministers blijven ver
antwoordelijk aan de eigen organen der deel genoten. Beide deelgenoten zullen een goed con
tact en een geregelde samenwerking tussen de wederzijdse parlementen bewerkstellingen.
De Unie beschikt over een permanent secreta riaat. Besluiten op de ministeriële conferenties wor
den genomen bij eenparigheid van stemmen. Zij behoeven de goedkeuring der parlementen. Er is een Unie-
bof van arbitrage, recht sprekende in naam van het Hoofd der Unie, welk hof kennis neemt van
onderlinge geschillen der deelgenoten. Dit arbitragehof bestaat uit drie door het Koninkrijk en drie door
de Rep. der V.S.I. voor tien jaar te benoemen leden, die ten overstaan van het Hoofd der Unie de eed of
gelofte afleggen. Dit Uniehof beslist bij meerderheid van stemmen.
Dij staking van stemmen wordt een door het Hof aan te wijzen vertegenwoordiger van
een internationale rechtsinstantie, toegevoegd aan het Hof om een beslissing te ver-
krijgen. In geval van strijdigheid tussen de bepalingen van de Unie en daaruit voortvloeiende gemeen
schappelijke regelingen met bepalingen door de deelgenoten hebben eerstgenoemde de voorrang. De
nationaliteit van staatsburgers van de ene deelgenoot zal geen bezwaar zijn voor het bekleden van ambten
"i het rechtsgebied van de andere deelgenoot, behoudens ten aanzien van ambten met verantwoordelijkheid
tegenover een vertegenwoordigend lichaam en ambten met politieke, gezagdragende rechterlijke en leidende
betekenis, door de wet aangewezen. Ter behartiging der wederzijdse belangen worden hoge commis
sarissen benoemd met de rang van ambassadeur.
Met
kinn
vooropstelling van het beginsel, dat ieder der deelgenoten zijn eigen buitenlandse betrek
gen onderhoudt en zijn eigen buitenlandse politiek bepaalt., zullen zij er naar streven hun
buitenlands beleid zoveel mogelijk te coördineren en dienaangaande overeg te plegen.
LATEN wy, ondanks de vele en
velerlei redenen en omstandigheden,
welke in het hedendaagse bestaan
aanleiding geven tot pessimisme, voor
dit ogenblik eens enige minuten opti
mistisch zijn en dankbaar gedenken,
dat wij staan aan de vooravond van de
opheffing der distributie.
En daarbij, vanwege onze optimisti
sche stemming, welbewust over het
hoofd zien, dat ook na het einde dezer
week nog enkele artikelen zoals koffie,
brandstoffen, gas en electriclteit voor
alsnog aan rantsoeneringsbepalingen
onderhevig blijven.
De middelbare en oudere jaarklassen
onder onze lezerskring herinneren zich
het begrip „distributie" niet alleen uit
de laatste wereldoorlog, maar ook uit de
Jaren 19-141918. Maar wat betekende de
distributie van de zgn. „mobilisatieja
ren" in vergelijking tot de recente, wer
kelijke oorlogsjaren! Hoe ellendig de
levensmiddelenvoorziening de generatie
anno 1916 ook toescheen, zij was weel
derig vergeleken bij de situatie gedu
rende het tijdvak 1940'45.
Het is een verblijdend verschijnsel dat
de mens de diepste indrukken van het
doorstane leed betrekkelijk spoedig ver
geet. Maai juist daarom is het ook dub
bel nuttig het geheugen eens even op
te frissen en te herinneren aan hoe het
was om daarna dankbaar te consta
teren hoe het is.
DG distributie begon in ons land kort
na het uitbreken van de wereldoor
log in Polen (Augustus '39) met de
•rantsoenering van suiker (October *39).
De Duitse horden waren hier nauwe
lijks neergestreken of het proces voltrok
zich in snel tempo: in Juni 1940 gingen
brood, boter, vlees, eieren en rijst op de
bon en daarna volgde het ene artikel
na het andere. Twee essentiële voe
dingsmiddelen van het Nederlandse volk:
melk en aardappelen, verdwenen het vol
gende jaar van de vrije markt en sinds
dien ging het steeds sneller bergaf
waarts.
Het heeft geen zin al deze stadia in
de dalende Hjn te volgen. Slechts willen
wij herinneren aan het diepste punt In
onze levensmiddelenvoorziening in het
voorjaar van 1945, toen dit begrip reeds
lang tot een hoon was geworden.
Het was de tijd van de noodkachels-
onzaliger nagedachtenis! van de
bloembollen voor inwendig gebruik; de
periode waarin arm en' rijk in gelijke
mate honger en kou leed en waarin
kost- en dierbare familiestukken grif
werden ingeruild voor een handvol eten.
De strijd om het materiële bestaan in
een vorm, zoals ons volk zelden tevoren
in zijn geschiedenis had meegemaakt.
In April '45 kwamen op de bonnenlfjst
als weekrantsoen nog slechts voor 400
gram brood, 1 kg aardappleen en 3 kg
suikerbieten, waarbij dient aangetekend,
dat de voor aardappelen en bicten aan
gewezen bonnen reeds 14 dagen tevoren
waren bekendgemaakt, zodat iedereen
ze allang had gehonoreerd.
Hoeveel meer Wereldoorlog nr II de
economische verhoudingen over de ge
hele wereld heeft ontwricht dan zijn
voorganger, moge ook blijken uit het feit,
dat ondanks de veelvuldig versnelde
transportmogelijkheden in onze tijden
de distributie van vele artikelen thans
veel later werd opgeheven dan na 1918.
Brood ^bijvoorbeeld ging in 1921 van
de bon; terwijl dit na Wereldoorlog II
eerst na vier jaar het geval was.
EN zo staan wij dan thans op het
punt afscheid te nemen van de bon
kaart, die gedurende tien lange Ja
ren het leven van honderdduizenden
huisvrouwen onnoemelijk heeft ver
zwaard. Het is het juiste moment om
haar nog eens openlijk hulde en dank
te betuigen voor de wijze, waarop zij on
der de moeilijkst denkbare omstandig
heden met de karige middelen heeft we
ten te woekeren.
Maar óók om met een pijnlijke herinne
ring aan wat was, dankbaar te consta
teren hoe het nu weer Is.
Juist in onze gecompliceerde tijden
verèist de ware levenskunst, dat wij de
lichtpunten van vandaag niet laten ver
duisteren door de eventuele schaduwen
van morgen
In een bijlage wordt o.m. het volgende gezegd:
Op het tijdstip der souvereiniteitsoverdracht neemt
de regering van de Republiek der V.S.I. in haar
dienst over alle alsdan bij de regering van Indonesië
in vaste, tijdelijke dienst of in dienstverband op
kort verband werkzame burgerlijke overheidsdie
naren. Gedurende een periode van 2 jaar zullen
geen wijzigingen in de geldende rechtspositiebepa
lingen worden gebracht. De regering der V.S.I.
heeft het recht, deze overheidsdienaren te herschik
ken en te selecteren. De dienstbeëindiging gaat ge
paard met een op wachtgeldstelling van ten hoogste
vijf jaar. Het wachtgeld bedraagt gedurende de
eerste twee jaar 60 procent van de eerste f. 500 en
40 procent van het restant der laatstelijk genoten
jaarwedde, tot een maximum van f. 750.— per
maand. Een pensioen wordt volgens de bestaande
pensioenbepalingen uitgekeerd.
Het cultureel accoord, met name genoemd in een
tweede bijlage van het Uniestatuut, maakt melding
van een wederzijds verlangen tot culturele samen
werking, nader in diverse artikelen omschreven.
Daarbij wordt o.a. geconstateerd, dat het vraagstuk
van de bevoegdheden, die over en weer aan getuig
schriften en graden worden verbonden, een onder
werp van verdere studie door een gemengde com
missie vormt. Voorts zullen objecten van culturele
waarde, die afkomstig zijn uit Indonesië en die an
ders dan door privaatrechtelijke wijze van eigen-
domsverkrijging in het bezit gekomen zijn van de
Nederlandse regering of de voormalige Neder
lands-Indische regering worden overgedragen aan
de regering der V.S.I.
Het militaire accoord. eveneens bijlage van het
Unie statuut, behelst o.m., als grote lijn, de over
eenkomst dat ieder der deelgenoten de volledige
verantwoordelijkheid draagt voor de defensie van
eigen grondgebied. Militaire samenwerking zal
kunnen bestaan in opleiding voor elkaar van kader
en gespecialiseerde troepen, beschikbaarstelling
van materieel en personeel, en het bieden van hulp
bij reparaties en onderhoud. De kosten daarvan
komen ten laste van degene, die om steun heeft
verzocht. De algemene bepalingen omtrent de mili
taire overeenkomst worden aangevuld door een
nauwkeuriger regeling ten aanzien van algemene
vraagstukken en problemen betreffende de diverse
weermachtsonderdelen. Als criterium voor de geest
der militaire accoorden kan gelden het tweede arti
kel van de overeenkomst inzake de Nederlandse
marine in Indonesië, luidende: „Voor de Koninklijke
Marine als Nederlands apparaat zal geen Neder
landse taak in Indonesië bestaan, weshalve de Ko
ninklijke Marine uit Indonesië zal worden terug
getrokken". De Nederlandse regering is bereid, op
verzoek van de regering der Rep. van de V.S.I.,
steun te verlenen bij de uitoefening van haar taken
ter zee. Deze is van aflopend karakter. De termijn,
waarbinnen de Nederlandse zeestrijdkrachten uit
Indonesië zullen worden teruggetrokken wordt op
één jaar gesteld, tenzij de souvereine regeringen in
onderling overleg anders overeenkomen. Voorts
zijn overeenkomsten bereikt over de overdracht
van materiaal en het beschikbaar stellen van man
schappen.
Ten aanzien van de marinebasis Surabaja werd de
volgende overeenkomst bereikt. Deze marinebasis
wordt het eigendom van de V.S.I. ten tijde van de
souvereiniteitsoverdracht. Op dat moment wordt
een door de V.S.I. uit een door Nederland opge
steld drietal een beheerder aangewezen, die recht
streeks verantwoordelijk zal zijn aan de minister
van defensie van de V.S.I. Deze beheerder is ver
antwoordelijk voor orde en veiligheid, voor de
handhaving waarvan de V.S.I. politietroepen ter
beschikking stellen. Zowel V.S.I. als Nederland
kunnen van deze basis gebruik maken.
Ten aanzien van de landmacht wordt o.m bepaald,
dat de onder Nederlands bevel staande landstrijd
krachten zo spoedig mogelijk uit Indonesië zullen
worden teruggetrokken.
Uiteraard werd gesproken over de repatriëring der
Nederlandse troepen, ten aanzien waarvan tot een
overeenstemming werd gekomen op grond van de
volgende fundamentele beginselen. De verscheping
zal binnen zo kort mogelijke tijd geschieden. De
regeringen van beide landen zullen tot verwezen
lijking daarvan samenwerken. Mocht scheepsge-
brek zulks binnen zes maanden verhinderen, dan
zal door Nederland kennis gegeven worden van de
mogelijkheden en maatregelen tot verwezenlijking
van zo snel mogelijke repatriëring. Aan de leden
van de Nederlandse strijdkrachten wordt gelegen
heid gegeven zich te voegen bij de strijdkrachten
van de V.S.I. Zulk een overgang is ook onderdeels-
gewijze mogelijk. Indiensttreding bij het leger der
V.S.I. betekent tevens handhaving van de dienst
jaren bij het KNIL. als basis voor positie bij het
leger der V.S.I. Voor een dergelijke dienstneming
wordt echter staatsburgerschap van de V.S.I. ver
eist. Voorts werden regelingen getroffen voor over
name van of vergoeding voor materiële uitrustingen
van de Nederlandse troepen. Een en ander zal in
gelijke geest toepasselijk zijn op de luchtstrijdkrach
ten, die geen afzonderlijk onderdeel uitmaken.