Wetsontwerp opheffing handelingsonbekwaamheid gehuwde vrouw MAPLE LEAF j Alma's dubbele taak PANDA EN DE MEESTER-GIDS Huidige wet onverenigbaar met haar persoonlijkheid Haar vermogen onbeperkt aansprakelijk voor haar schulden Jkauwpom, f!) Oorlogsgetroffenen in verzet Wetsontwerp vergoeding materiële oorlogsschade onaanvaardbaar Radio-programma 58ste Jaargang LEIDSCIi DAGBLAD Dinsdag 18 October 1949 Tweede Blad No. 26823 Bu de Tweede Kamer is ingediend een ontwerp van wet tot ophef fing van de handelingsonbekwaamheid van de gehuwde vrouw. Aan de Memorie van Toelichting ontlenen wij: De bestaande wet beschouwt de gehuwde vrouw als in beginsel hande lingsonbekwaam, stelt haar voor het verrichten van rechtshandeling af hankelijk van de machtiging van haar man. Dit beginsel van handelings onbekwaamheid is niet in overeenstemming met de waarde, die de huidige tijd toekent aan de persoonlijkheid van de vrouw en moet voor het tegen deel plaats maken. De opheffing van de handelingsonbekwaamheid van de gehuwde vrouw zal de meest ruime werking hebben in de gevallen, waarin de goederen der echtgenoten gescheiden zijn. Alsdan zal de handelingsbekwame vrouw de volledige zeggenschap hebben over haar vermogen. Haar vermogen zal onbeperkt voor haar schulden aansprakelijk zijn. Zij zal met andere woorden uit een oogpunt van handelingsbekwaamheid geheel met een ongehuwde handelingsbekwame vrouw gelijk staan. Dit zal zich voordoen In geval aan de gehuwde vrouw goederen zijn opgeno men, welke buiten de wettelijke gemeenschap van goederen zijn gevallen, ingeval van huwelijksvoorwaarden en in geval van scheiding van goederen. Intussen bepaalt het wettelijk systeem van algehele gemeenschap van goederen voor ongeveer 95% der echtparen de onderlinge vermogénsposltie. Aan deze wettelijke gemeenschap is inhaerent het beheer van de man over die gemeen schap. Tengevolge van deze beheersfunc tie van de man ten opzichte van de wet telijke gemeenschap van goederen kan het gemeenschapsvermogen in het alge meen niet aansprakelijk zijn voor de ver bintenissen door de vrouw aangegaan. Voor dergelijke verbintenissen zal slechts verhaal mogelijk zijn op eventueel buiten de wettelijke gemeenschap vallende goe deren van de vrouw. Practisch zal daarom de handelings bekwaamheid der vrouw, die in alge hele gemeenschap van goederen ge huwd is, niet tot gevolg kunnen heb ben, dat de vrouw met haar rechts handelingen de goederen der gemeen schap bindt, zolang die gemeenschap bestaat en zolang de man het beheer over de gemeenschap voert. DESIDERATA Het is thans niet de tijd om te over wegen, of het huwelijks-goederenrecht in zijn beginselen gewijzigd moeten worden. Een bevredigende oplossing lijkt be reikt. te worden, indien de volgende de siderata vervuld worden: a. handelingen van de vrouw die de ge- gewone huishouding betreffen, moeten mede de man binden, behoudens de bevoegdheid van de man om langs de weg van rechten wegens deugdelijke reden dit gevolg van het optreden dei- vrouw te beëindigen. Deze regel moet gelden ongeacht of en zo ja welke ge meenschap van goederen tussen de echtgenoten bestaat. b. de vrouw moet, wanneer de man on voldoende gelden voor de huishouding ter beschikking van de vrouw stelt, langs de weg van rechten de moge lijkheid verkrijgen zich deze gelden uit de inkomsten van de man te ver schaffen, met name door een beslag op het loon van de man. Ook de uit oefening van dit recht moet onafhan kelijk zijn van het al dan niet bestaan van enige gemeenschap van goederen tussen de echtgenoten. c. aan de vrouw moet de bevoegdheid toekomen tot uitoefening van een be roep en het verrichten van arbeid. Zij zal evenwel de bewilliging van de man behoeven, wanneer zij met het beroep of de arbeid de gemeenschap wil bin den. De vrouw zal de tussenkomst van de rechter moeten kunnen inroepen indien de man de bewilliging weigert. De vrouw moet de inkomsten uit be roep of arbeid zelf kunnen beheren en daarover zelfstandig ten bate van het gezin kunnen beschikken. d. voor het overige zal de vrouw de ge meenschap alleen kunnen binden met bewilliging van de man. e. de man zal het beheersrecht van de gemeenschap niet kunnen prijsgeven. Wel zal hij zijn vrouw volmacht kun nen geven. f. indien enige gemeenschap van goede ren tussen de echtgenoten bestaat, zal de man de medewerking van de vrouw behoeven, zodat alsdan slechts beide echtgenoten tezamen kunnen beschik ken, voorzover het betreft de van de zijde van de vrouw in de gemeenschap gevallen onroerende goederen, sche pen en niet aan toonder luidende rechten en voorzover het betreft de Inboedel. g. de man zal de vrouw moeten inlich ten betreffende het beheer over de gemeenschap. h. de vrouw moet het beheer over de gemeenschap kunnen verkrijgen in dien de man afwezig is of in de on mogelijkheid verkeert zijn wil te ver klaren. i. de vrouw moet het beheer over de ge meenschap of scheiding van goederen kunnen verkrijgen indien de man zijn inlichtingsplicht tegenover de vrouw niet behoorlijk nakomt of zijn ver plichtingen ten aanzien van het be heer der gemeenschap verwaarloost. j. een faallisemenjt van de niet-behe- rende echtgenoot zal de gemeenschap niet omvatten, opdat niet het faillis sement van de niet-beherende echt genoot uitgelokt wordt om de behe rende echtgenoot te dwingen de schul den te honoreren, waarin hij niet be willigd heeft, k. de bijdrage van de vrouw in de kosten van de huishouding moet geregeld worden indien de gemeenschap van goederen uitgesloten of beperkt is, dus ook bij scheiding van goederen. 1. indien een echtgenoot feitelijk beheer voert voor de andere echtgenoot, moet hij bij het einde van het beheer re kening en verantwoording afleggen en eventuele schade vergoeden. Regelingen in vorenstaande zin van de verhoudingen tussen echtgenoten treden zonder twijfel op het terrein van het hu welijks-goederenrecht. Die regelingen zijn het onvermijdelijke gevolg van de opheffing van de handelingsonbekwaam- i held van de gehuwde vrouw, wil ten- I minste de opheffing dier onbekwaam- heid op bevredigende wijze regeling vin den. Intussen wordt alleen in dit laatste opzicht aan het huwelijksgoederenrecht geraakt, dus slechts op indirecte wijze, en wordt noch aan het stelsel van hu welijksgoederenrecht noch aan het sy steem van huwelijksvoorwaarden ge tornd. De regelingen in vorenstaande zin zijn voor een deel bestaand recht en zijn overigens voor een deel ontleend aan het ontwerp huwelijksvermogenrecht, dat op 5 Mei 1948 is ingetrokken. De wetswijzigingen bestrijken in hoofd zaak het Burgerlijk Wetboek, voorts faillissementswet, het Wetboek van Bur- g?-lijke Rechtsvordering en een aantal afzonderlijke wetten. GEEN GEHOORZAAMHEID VERSCHULDIGD. I)e regel van de bestaande wet dat de vrouw 3an haar man gehoorzaamheid verschuldigd is, verklaart geen ande re bepalingen der wet en leidt niet tot rechtsgevolgen. De regel is daar om geschrapt. De verplichting van de echtgenoten tot samenwoning dient wederkerig te zijn, met dien verstande, dat de man de plaats van samenwoning bepaalt. De verzorgingsplicht van de echtge noten moet evenzo wederkerig zijn. Handelingen van de vrouw, die de gewone huishouding betreffen, zie boven moeten ook de man binden. De man moet de bevoegdheid hetiben de tussenkomst van de Arrondisse mentsrechtbank in te rcepen, indien redenen aanwezig zijn om het evenfoe- doelde rechtsgevolg aan de handelin gen van de vrouw te ontnemen. Eigen machtig zal de man zich niet kunnen bevrijden van zijn aansprakelijkheid voor de huishoudelijke uitgaven door de vrouw gedaan. Het zal onder de nieuwe wet nog vaker dan thans voorkomen dat de ene echtgenoot goederen van de an dere echtgenoot beheert, zonder dat hü daartoe rechtstreeks de bevoegd heid aan de wet ontleent. Dergelijk beheer is volkomen geoorloofd en zal moeten worden beschouwd als een beheer uit uitdrukkelijke of stilzwij gende lastgeving. De overeenkomst van lastgeving is tussen echtgeno ten bestaanbaar evenals elke andere overeenkomst, behoudens voor zover de wet een beletsel oplevert tegen het sluiten van overeenkomsten tussen echtgenoten, hetgeen het geval is bij koopovereenkomsten, schenkingen en arbeidsovereenkomsten. Het lijkt als regel van nieuw recht redelijk, dat, wanneer een erflater of schenker bepaalt dat de goederen waar op de beschikking betrekking heeft, niet in de gemeenschap van goederen vallen, waarin de erfgenaam, legataris of begiftigde gehuwd is, de andere echtgenoot niet bevcegd zal zijn de nietigheid van de beschikking in te rcepen uit hoofde dat zij in strijd zou zijn met het wettelijk erfdeel van de bevoordeelde echtgenoot. Nu de gehuwde vrouw bekwaam wordt zelfstandig rechtshandelingen te ver richten, moet vastgesteld worden welke schulden van de man en welke schul den van de vrouw de gemeenschap binden. Vooreerst zullen tot de schulden der gemeenschap moeten behoren de sehulden ten laste van ieder der echtgenoten vóór het huwelijk ge maakt. De schulden door de man tijdens het huwelijk gemaakt, zullen uit hoofde van zijn beheer van de gemeenschap als algemeen gelden. De schulden door de vrouw tijdens het huwelijk gemaakt, zullen daarentegen slechts gemeen zijn indien de man zijn uit drukkelijke of stilzwijgende bewilli ging heeft gegeven. Door het uitoefenen van een beroep of bedrijf of het verrichten van arbeid zal de vrouw de gemeenschap niet zon der meer behoren te binden De vrouw zal om daaruit een aansprakelijkheid van de gemeenschap te vestigen, de be williging van de man moeten verkrij gen. Aan de vrouw zal een beroep op de Arrondissementsrechtbank moeten openstaan indien de man deze bewilli ging weigert, omdat anders de man het de vrouw Indirect onmogelijk zou kun nen maken een bepaald bercep of be drijf uit te oefenen of bepaalde arbeid te verrichten. Voor de huishoudelijke schulden be hoort de gemeenschap aansprakelijk te zijn in zover als de man voor die schul den verbonden is. Ten slotte behoren de schulden voor beide echtgenoten uit de wet ontstaan, deel uit te maken van de gemeen schap. BEHEER DER GEMEEN SCHAP. Omdat de vrouw als algemene regel de gemeenschap niet kan binden, zal zij ook door rechtsvorderingen de ge meenschap niet kunnen binden dan met uitdrukkelijke of stilzwijgende be williging van de man. Het lijkt ge wenst dat de gemeenschap steeds door rechtsvorderingen die de vrouw betref fen, verbonden zal zijn indien de rechtsvorderingen betrekking hebben op het bedrijf, het bercep, of de arbeid van de vrouw en de schuld een ge meenschapsschuld is. De man heeft het beheer ran de ge meenschap in dien zin, dat hem het beheer van en de beschikking over de gemeenschap toekomen. Van dit recht zal de man geen afstand kunnen doen. Het beheersrecht van de man staat er niet aan in de weg dat hij zün vrouw volmacht geeft. De vrouw kan met het beheer belast worden: indien de man afwezig is of in de onmogelijkheid is zijn wil te verklaren of indien er naar het oordeel van de rechter redenen zijn om de man het beheer te ontnemen. Aan de beherende echtgenoot worden handelingen om niet ten aanzien van goederen van de gemeenschap niet toe gestaan. tenzij met medewerking van de andere echtgenoot. Handelingen, welke uit deze hoofde aan de beheren de echtgenoot slechts met die mede werking zjjn toegestaan, zijn: ver vreemding cm niet en kwijtschelding. Toegestaan wordt schenking van an dere dan onroerende goederen, waar van de waarde, in aanmerking genomen de gegoedheid der echtgenoten, niet bo venmatig is. SCHEIDING VAN GOEDEREN. In geval van gemeenschap van goe deren moet de vrouw het recht heb ben scheiding van goederen te vra gen, indien de man in ernstige mate zijn verplichtingen omtrent het be heer overtreedt. Gelijk recht moet de vrouw toekomen, indien de man het huisgezin in gevaar brengt door wan gedrag of verkwisting, waardoor het actief van de gemeenschap aangetast wordt, of indien de man door slecht beheer van eigen goederen de ge meenschap aantast. Bovendien moet de vrouw het recht hebben om schelding van goederen te vragen, indien de man zijn plicht niet nakomt om de vrouw de nodige inlich tingen te geven over de stand der ge meenschap en het beheer. FAILLISSEMENT. j Ofschoon de gemeenschap voor schul- den van de handelingsbekwaam gewer den vrouw niet zonder meer aanspra- I keiyk zal zijn, zouden schuldeisers van de vrouw het in hun macht hebben de man indirect tot betaling van de schul den der vrouw te dwingen, indien de schuldeisers van de vrouw het faillisse ment van de vrouw zouden kunnen verkrijgen met het gevolg, dat de ge- meenschap in het faillissement zcu vallen. Dit gevolg moet dus aan het faillissement de vrouw ontnomen wor den. Hetzelfde motief geldt als de vrouw beheer heeft; ook zij meet dan niet door faillissement van de man indirect kunnen worden gedwongen zijn buiten de gemeenschap vallende schulden te betalen. Alleen-verkoop voor Nederland E.G. BOUWER's Handelsvereniging N.V.- Amsterdam-Z. (Adv.) FEUILLETON door MARY BURCHELL. Vertaald uit het Engels. 1) HOOFDSTUK I. Tot op de dag, dat haar broer Theo- door plotseling aan een hartverlam ming overleed, had mevrouw Brendall zich altijd als een zeer fortuinlijke vrouw beschouwd. Ze zou nooit openlijk zeggen, dat de welgezindheid van Vrouwe Fortuna eigenlijk iets was, dat haar min of meer toekwam. Maar hoe dan ook, ce voorzienigheid had het goed met haar voor gehad door haar steeds te vrij waren voor werkelijk grote narigheden. Tenslotte dce je ook altijd je plicht, placht ze zelfvoldaan te zeggen, en help je andere mensen, zoveel als mogelijk is, en dus Ze gebruikte het woordje „je" in plaats van „ik", wat ze eigenlijk be deelde. en wist hierdoor de overdadige zelfvoldaanheid van een dergelijke op merking wat te verzachten. En de con clusie, die aan het eind van haar op merking te trekken viel, liet ze aan de toehoorders over. Eens in haar leven was mevrouw Brendall werkelijk 'n grote ramp over komen: ze was namelijk op betrekke lijk jonge leeftijd weduwe geworden. Dooh haar broer een zwijgzame vrij gezel bleek een zeer bijzonder begrip te hebben van familieplichten, en hij had geen ogenblik geaarzeld zijn grote, rommelige huis aan zijn zuster en haar kinderen ter beschikking te stellen. Dat is meer dan je van de door snee ongetrouwde oom kunt verwach ten, had Alma. de tweede dochter van mevrouw Brendall, op een keer vol har telijke warmte verklaard, in de me ning dat haar moeder een en ander wel wat al te veel als normaal accep teerde. Van de vier kinderen Brendall was Alma zioh waarschijnlijk het meest be wust, dat ze oom Theodoor bijzonder dankbaar moesten zijn. En hoewel het zeer moeilijk was in nader contact met ae zwijgzame vrijgezel te komen, was Z9 toch innig aan haar oom gehecht geweest en geschokt en bedroefd, bij diens plotselinge dood. Eva, de oudste dochter, bekeek de dood van oom Theodoor enkel en al leen vanuit de materiële gezichtshoek: welke zouden nl. de gevolgen van dit sterfgeval voor haar en de andere fa milieleden zijn? Eva was een mooi, stralend wezentje, dat alles altijd mee moest lopen. Ze had rossig gouden krulhaar, donkerblauwe ogen en een figuurtje, dat een uitverkoop jurk je er uit deed zien als een exclusief model. Ze was betoverend, als alles voor de %-ind ging, maar niet iemand zoals Alma heel duidelijk inzag op wie je aan kon, als de zaken verkeerd liepen. Met haar 24 jaren was Eva een ge- j slaagde secretaresse van Murray Far- raday, de meest vooraanstaande man in de stad. Ze werkte in deze baan on geveer een jaar op het moment, dat oom Theodoor stierf. Ze had de ge woonte haar familie te vermaken en soms ook tot verontwaardiging te brengen met haar verhalen over de wijze, waarop ze met haar moeilijke baas omsprong. Als het hoofd van de grote ijzer- en staalbedrijven, die aan een derde van de bevolking der stad werk verschaften, meende deze, volgens Eva, dat hij het heelal bezat. Ik schok zijn zelfvoldaanheid zo nu en dan herig, verklaarde Eva luch tig. Maar ik ben zó'n goede scretaresse, dat hij dat wel van me moet nemen. Het is allemaal een kwestie van iemand weten aan te pakken, en het juiste moment te kiezen. Als ik me weer eens buitengewoon onmisbaar heb gemaakt, benut ik de gelegenheid om hem dui delijk aan te tonen, dat hij toch eigen lijk niet zo geweldig is, als hij denkt te zijn. Alma had bij dergelijke verhalen al tijd even een volkomen overbodig gevoel van medelijden met de grote Murray Farraday. Maar ze troostte zich met de gedachte, dat Eva's opmerkin gen tegenover hem wel niet zo scherp zouden zijn, als ze liet voorkomen. Alma was slechts twee jaar jonger dan Eva, maar in Eva's gevoel lagen er vele jaren tussen hen wat betreft algemene wereldwijsheid en levensbe schouwing. Alma was volgens mevrouw Brendall haar „huismusje". Ze legde op deze liefderijke benamLng vooral de nadruk, als ze het een of ander ver velende kanveltje van zich af wilde schuiven. Maar het w&s inderdaad een feit, dat Alma het liefst thuis was. Hoewel ze meer liefde en interesse voor haar me demensen had dan Eva ooit op zou kunnen brengen, was ze erg verlegen en vond ze het mceilijk de vriendelijk heid, die ze ten opzichte van de men sen voelde, ln daden of woorden om te zetten. Het betekende daarom geen te leurstelling voor haar, maar integen deel een grote vreugde, toen mevrouw Brendall haar op haar achttiende ver jaardag de leiding van oom Theodoors huishouding overdroeg, onder het voor wendsel, dat haar gezondheid nie-, meer zo goed was. Richard volgde op Alma en was een knappe, zwijgzame jongen. Op het mo ment van z{jn ooms dood was hi) 17 jaar. Hij bezat een geweldig flair om examens te doen en mevrouw Brendall was er vast van overtuigd, dat hij een genie was en een grote carrière zou maken. Zo nu en dan zag ze zichzelf al (ze zag altijd zichzélf en nooit Ri chard) als de moeder van een toekom stige Premier, of een groot financier, of professor van wereldreputatie. Maar als ze dergelijke grootse verwachtingen soms in woorden uitdrukte, was de eni ge reactie van het toekomstige genie een geïrriteerd: O moeder, schel uit met die onzin! En dus hield mevrouw Brendall haar fantasieën meestal voor zich en schepte er een heimelijk be- hagen in. De familie werd gecompleteerd door de 14 jaar oude Pansy (betekent in het Engels: viooltje), die erg veel be zwaar tegen haar voornaam had en hierover de familie eindeloos onder hield. Waarom noemden jullie me Pan sy? klaagde ze bij herhaling tegen haar moeder. De meest bespottelijke naam die je een arme. hulpeloze baby kunt geven! (Wordt vervolgd) HET CONFLICT AAN HET LEEUWARDER GYMNASIUM. Aanwijzing commissie van onderzoek. Zoals bekend is een conflict ontstaan lussen curatoren en leraren van het S.;edeUJk Gymnasium te Leeuwarden. Het college van Curatoren had tegen het advies van de leraren in, een aantal leerlingen van de vierde naar de vijfde klas bevorderd. O.a. werd een zoon van een der curatoren, die vier onvoldoen den had, alsnog bevorderd. B en W. delen thans aan de Raad mede, dat zij voor het vellen van een oordeel het college van curatoren, de reccor en de leraren hebben verzocht schriftelijk hun lezing te willen geven omtrent de aanleiding tot, alsmede om trent het verloop van het geschil. Het college stelt thans de Raad voor alle hierop betrekking hebbende stuk ken in handen te stellen van een com missie, bestaande uit 5 leden en een voorzitter. De Wethouder van Onder wijs zou als voorzitter moeten fungeren. Deze commissie zal dan de opdracht moeten ontvangen de raad nader te rapporteren. B. en W. stellen voor de betrokken commissie in de vergadering van Woensdag a.s. aan te wijzen. AUTO IN AMSTERDAMSE GRACHT. Radeloze bestuurder bevryd. Door een verkeerde manoeuvre bij 't starten reed gistermiddag de 33-j. Am sterdamse vertegenwoordiger C. Bouqet met zijn wagen, die geparkeerd stond aan de walkant, de Keizersgracht in, De 25—jschipper P. Geisel, sprong ge kleed te water en slaagde er in de ver tegenwoordiger door het raampje in de deur achter de chauffeursplaats uit de auto te halen. In zijn radeloosheid had de vertegenwoordiger eerst gepoogd het portier te openen, doch toen hij hierin niet slaagde, het portierraam achter zijn zitplaats verbrijzeld. De brandweer haalde met de kraanwagen de auto op het droge. yy 4). Ja nu had Joris Goedbloed grond onder de voeten. Panda kon ge woon zijn mond wel houden. „Dit schil derij," zo ging Joris opgetogen voort, voorstellende „Liggende Kikvors" is van een meesterhand, u zonder twijfel welbekend. Manuel Paradesole was het, die dit het aanschijn schonk. Een heer lijk stukje. Sir! Doch volg mij naar dit verrukkelijk aardewerk dit ceramiek mag ik wel zeggen vol ontroerend lijnenspel. Hoe teder uit zich hier de grote geest van onze onvergetelijke Di- I passol ..Interessant! Interessant!" sprak William T. Bobberbroek. „Blijf zo staan, ouwe jongen Dan kom je ook op de kiek. Dat zullen de lui thuis aardig vin den!" „Zonder twijfel zullen de luitjes thuis een goede fotografie op prijs weten te stellen", knikte Joris bescheiden. „Doch volg mij naar de galerij der Experimen- tallstabstrahiste iscumenterialisten"! „Tjonge! Dat allemaal?" vroeg Wil liam T. Bobberbroek. „Zeg, jij hebt heel wat onder de pet, Pietersen! Moeilijke baan, gids?" „Niet voor een ruim-ontwikkeld per soon met brede kennis", zei Joris een voudig en zo ging die rondleiding voort, zonder dat Panda nog één woord kon zeggen. En bij de uitgangtja, dat was echt naar voor Panda; toen was William T. Bobberbroek helemaal ver geten dat Panda bestond en hij drukte Joris Goedbloed een ruime beloning in de hand. „Nou dat heb Je bést ge daan, Pietersen!" sprak hij tot Joris. Bedankt en tot kijkl" „Het genoegen was aan mijn zijde", deelde Joris minzaam mede. En Pan da kwam er helemaal niet aan te pas... Getroffenen diep teleurgesteld (Speciale berichtgeving) Na vier jaar lang te hebben geüverd voor ccn redciykc wctteiyke regeling van vergoeding voor materiële oorlogs schade, heeft de landeiykc Federatie, welke de grote meerderheid van de hierby betrokken oorlogsgetroffenen omvat, thans meegedeeld dat zy de door de regering voorbereide maatre gelen onbevredigend cn volkomen on aanvaardbaar acht. In verband met de behandeling van het wetsontwerp in de Tweede Kamer, welke op 25 October een aanvang zal nemen, heeft zij dat in een adres ook aan de Kamerleden bekend gemaakt. De heer J. A. Koops, voorzitter van de Federatie, verzekerde ln een te Den Haag gehouden byeenkomst, dat men na de vele besprekingen van de laatste tyd heel wat anders had verwacht, dan dat waarmede de regering nu voor de dag is gekomen. De oorlogsgetroffe nen zyn diep teleurgesteld en er gaan talloze stemmen op die thans van de politieke partijen willen eisen dat deze hun in verkiezingstijd gelanceerde beloften nu waar zullen gaan maken, d.w.z. dat zy thans voor de gedupeer den zullen opkomen en in het parle ment de regering duidelijk zullen ma ken dat het huidige voorstel onvol doende Is. De Federatie heeft haar voornaamste bezwaren ln een negental punten vast gelegd, alle minder belangrijke kwesties eenvoudig onbesproken latende, omdat zij weet, dat die wensen tach niet ver vuld zullen worden. In principe staat de Federatie nog op het standpunt dat de vergoeding voor schade aan woningen, bedryfspanden, bedrijfsuitrustingen, enz. volledigmoet zijn en dat het gehele Nederlandse volk die last behoort te dragen, maar op practlsche gronden is men bereid van die els af te stappen. Wat het thans aanhangige wetsont werp betreft, meent men vooral met klem te moeten opkomen tegen het gehand haafde systeem van de ambtelijke vast stelling der vergoeding. De betrokkenen komen er nooit achter volgens welke objectieve richtlijnen die vaststelling ge schiedt. Men heeft bij voortduring de Indruk dat aftrek voor verschillende posten her haaldelijk de wetteiyk toelaatbare maxi ma overschrijdt, maar een beroepsmoge- lijkheld is er in feite niet, omdat men alleen in beroep kan gaan bij dezelfde personen, die genoemde vaststelling heb ben bepaald. Een onafhankelijk beroepsorgaan, waarin ook personen buiten de ambte- ïyke sfeer zitting hebben, Is absoluut noodzakelijk voor het scheppen van rechtszekerheid. Vroegere verklaringen van de minis ter hebben de indruk gewekt dat alles nog maar voorlopig was en dat alles later bij de wet definitief zou worden geregeld. Vele gedupeerden zijn daar zoet mee gehouden. Nu zegt de minister ech ter dat „aan de primaire uitkeringen niet meer valt te tornen, omdat anders oude zaken op losse schroeven zouden worden gezet." De regeling van de schade-vaststelling is gebaseerd op de verkoopwaarde Mei 1940. In de practljk zijn er echter, vol gens de Federatie, vele schadeloosstel lingen geweest, welke 20 tot 50% onder die verkoopwaarde lagen De afschrijving voor bedryfsuitrus- tingen is verder zo hoog dat niet zel den de waardevaststelling slechts 10 tot 15% van de vroeger bestede aan- kooppryzen bedraagt. Van Federatie-z-dc wordt op dit laatste punt vooral gewezen omdat het wetsontwerp by de credietrcgcling, de regeling van de uitgestelde bydragen cn andere bepalingen, welke tot doel hebben een uiteindelijk herstel moge lijk te maken, steeds deze waardc- vaststellingen als uitgangspunt noemt. Is die basis onjuist dan wordt daar mede het gehele herstel illusoir. Inzake de financiering van de herbouw verschillen de betrokkenen met de mi nister van .mening over het begrip „ren dabel". ZIJ menen dat van een redeiyk herstel dan pas sprake kan zijn wanneer de herstelde getroffene ten slotte in de zelfde positie komt te verkerenals de nlet-getroffene. Er is tevens grote vrees dat de renda bele waarde later veel te hoog zal wor den gesteld. Deze vrees wordt gemoti veerd door de omstandigheid dat ln de practyk is gebleken dat ook nu reeds by de herbouw van verwoeste panden een veel hogere huurwaarde wordt vastge steld dan de oude woning bezat. In het wetsontwerp Is geen regeling opgenomen voor gedwongen bedrijfsstll- stand ten gevolge van verwoesting. Een extra-vergoeding daarvoor wordt biliyk geacht. Als voorbeeld verwijst men naar de regeling voor de landbouwbedryven. Waarom by de een wel en by de an der niet? Van Federatie-zy de wenst men er ten slotte deaandacht op te vestigen, dat de regering een aanzieniyke by- drage levert tot de bouw van woning wet-woningen. De oorlogsgetroffenen vragen zich af waarom het ryk niet eenzelfde bydrage kan leveren tot de herbouw van woningen cn bedryfspan den van die groep landgenoten, die behalve wat hun huisvesting betreft ook in velerlei ander opzicht (meubi lair, bedryf cn bedrijfsuitrusting) toch al zo ontzettend zwaar zyn beiast. WOENSDAG 19 OCTOBER. Hilversum II (301.5 M.) VARA 7.00: nieuws; 7.15: ochtendgymnastiek; 7.30: gram.muziek; 7.33: oog ln al; 7 38: gra- mofoonmuzlek: 8.00: nieuws en weer berichten; 8.18: oog ln al; 8.23: gram. muzlek; 8.50: voor de vrouw; 9.00: gra- mofoonmuzlek; VPRO: 10.00: „Kinde ren", causerie: 10.05: morgenwydlng; VARA 10.20: voor de vrouw: 1100: gra- mofoonmuzlek; 12.00 orgelspel; 12.30: mededelingen; 12.33. voor het platte land; 12.38: gram.muziek; 12.55: kalen der; 13.00: nieuws; 13.15' promenade orkest; 14.00: „Gesproken portretten"; 14.15: Jeugdconcert; 15.00: kinderkoor; 15.20: voor de Jeugd; 15.50: planovoor dracht: 16.00: voor de Jeugd: 16.30: voor de zieken; 17.00: voor de Jeugd; 17.30: dansmuziek; 18.00: nieuws; 18.15: Vara- varla; 18.20: gram.muzlek; 18.30: voor de Nederlandse strijdkrachten; 19.00: parlementair overzicht; 19.15: kwartet VPRO; 19.30: voor de Jeugd; VARA 20.00 nieuws; 20.05: actualiteiten; 20.15: so cialistisch nieuws; 20.20- „Der Ober- steiger", operette: 21.35: „Mercadet", hoorspel; 22.20: kwartet; 22.45: populair wetenschappeiyke causerie; 23.00 nieuws; 23.1524.00 gram.muzlek. Hilversum II (41fi M.) NCRV 7.00: nieuws; 7.15: gewijde muziek; 7.45: een woord voor de dag; 8.00: nieuws en weerberichten; 8.15: gram.muzlek; 9.00: voor de zieken; 9.30: waterstanden; 9.35: gram.muzlek; 10.30: morgendienst; 11.00 gram.muzlek: 11.10. „Het proces Harry Lange", hoorspel; 12.00: populaire mu ziek; 12.30: mededelingen; 12.33: volks melodieën; 13.00: nieuws; 13.15: orgel concert; 14.00: koor en solisten; 14.30: lichte muziek; 15.00: kamermuziekge zelschap: 16.00: gram.muzlek; 16.15: voor de kinderen; 17.30: volksmelodieën; 17.45 het Rijk overzee; 18.00: dameskoor, 18.30 voor de kinderen; 18.45: gram.muzlek; 19,00. nieuws; 19.15: nieuws uit Indone sië: 19.30: sportcommentaar en gram - muziek; 19.40: radiokrant: 20.00 nieuws; 20.05* commentaar famlllecompetltle; 20.15: Concertgebouworkest en solisten; 20.45: gram.muzlek; 21.15: ,.de anti- Christ ln zijn persoon en werk", cause rie; 21.35: zang en plano; 22.00: popu laire muziek; 22.30. vocaal kwartet; 22.45: avondoverdenking; 23.00: nieuws; 23.1524.00; gram.muzlek. AGENDA Rapenburg 50: Lozing Joh. Waeger over Anthroposophle. 8,15 uur nam. DONDERDAG. Rapenburg 50: Lezing Joh. Waeger over Anthroposophle. 8,15 uur nam. Stadszaal- L.K.K. ..Voor Allen". Chopln- herdenklng Theo van der Pas. 8 u. nam. Gerecht 10 Splr. Ver. Harmonla. 8 u. nam. VRIJDAG: StadszaalResldentle-orkcst. Geza Anda, 8 uur &*o&. Sol lat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1949 | | pagina 3