Rectoraats-overdracht aan Leidse
Universiteit
Problemen rond de devaluatie
Vertrouwen en eensgezindheid
moeten overwinnen!
„Tot 1953 vijf milliard in industrie
investeren"
deel aan industriële
ontwikkeling
Regering neemt
Moeilijkheden voor Engeland?
Maar kans op normaler
verhoudingen
Cripps verloor het pleit
Klap van 30 onverwacht hard
Devaluatie van 17 voor
Frankrijk
Morgen regeringsverklaring
over devaluatie
Oratie van
prof. dr C. C. Berg
ZATEiiDAG 17 SEPTEMBER
(Van onze Haagse redacteur)
De verschillende mededelingen van monetaire aard, die de Zondagsrust ver-
ftoorden, hebben in Den Haag een diepe indruk gemaakt. Bij velen kan men van
verslagenheid sprekenDit is slechts gedeeltelijk een gevolg van de
klaarblijkelijke regie-fout van regeringszijde: gistermiddag nog moest er een
kabinetszitting aan het probleem worden gewijd. Het resultaat daarvan luidde,
dat „eenzelfde of soortgelijke stap (als die van Engeland) wordt overwo
gen". Hoewel de verklaringen van minister Lieftinck aan de pers bij zijn ver
trek naar Washington: „de gulden is aardig op weg een harde valuta te wor
den", en bij zijn terugkeer uit Amerika: „dat de dollar en het pond sterling on
derling vrij inwisselbaar moesten wor den" aan duidelijkheid niets te wensen
over lieten, de aarzeling en besluiteloosheid onzer regering kon alleen bedui
den, dat zij zeer grote tegenzin in devaluatie heeft.
Komt millioenennota op
losse schroeven?
VRAGEN EN VRAGEN
Wat zijn de eigenlijke redenen van de
verslagenheid?
Wat moet er bij devaluatie ge
daan worden met de miilioenen-nota
(de begroting voor '49'50), die reeds
is gedrukt en Woensdag zal worden aan
geboden aan de Tweede Kamer? Ge
woon door laten gaan en straks met een
wijziging en aanvulling komen?
Wat moet er nu gebeuren met de fl-
nancieel-economische besprekingen der
R.T.C.?
Wat nu met de besprekingen tussen
regering en Stichting van de Arbeid over
een derde loonronde?
Alle drie moeizaam opgebouwde ra
mingen, sohema's en plannen moeten
van de grond af opnieuw in elkaar wor
den "gezet. En dit kan de eerste maan
den alleen maar op basis van louter gis
singen. Want wat zijn de gevolgen der
devaluatie?
Vast staat alleen, dat het bedrag
aan guldens, dat wij moeten opbrengen
voor onze in goud of aan harde va
luta (dollar, Belgische en Zwitserse
francs), luidende schulden, met bijna
een derde zal worden verhoogd.
De overige gevolgen zijn niet te, be
rekenen. Zeker, ook al onze aankopen
in landen met een harde valuta zullen
ons een derde meer in guldens kosten,
maar die importen zullen drastisch
worden ingeperkt.
_In welke mate?
Kunnen wij bezuinigen op de aankoop
van granen voor brood en veevoer? Of
op wol, katoen, enz.?
En, als wij daarop bezuinigen, wat
zijn dan de gevolgen voor onze pro
ductie van vlees, melk, eieren, textiel?
De voordelen voor onze export zijn al
evenzeer problematisch. Gelijk wij nog
dezer dagen "berichtten, bedroeg onze
export over het jaar 1 Juli '4830
Juni '49 naar de Verenigde Staten
slechts 95 millioen gulden en naar het
hele Westelijke halfrond 214 millioen
gulden.
Dat is nog geen 3% van onze totale
uitvoer! De Engelse uitvoer naar dc
dollarianden komt op 17% van de
totale Britse export! Engeland heeft
dus veel meer belang bij de devalua
tie dan wij.
En in hoeverre zullen wij er in sla
gen door prijsdaling onze uitvoer naar
de dollargebieden (en naar elders) te
vergroten? Dat hangt lang niet alleen
af van onze exportprijzen die trou
wens direct beïnvloed worden door de
duurder geworden grondstoffen en
straks door de noodzakelijk op te vee-
ren lonen maar oak van de buiten
landse bsho?ft°- onze producten.
LEVENSONDERHOUD
5% DUURDER?
Aan deskundige zijde schat men dat
het levensonderhoud hier te lande
door devaluatie ongeveer 5% duurder
zal worden, zodat een gelijke loons
verhoging met 5% wordt verwacht
Maar daarbij is dan niet begrepen
de schaarste aan bepaalde goederen,
met andere woorden: daarin is niet
gecalculeerd de te verwachten con
sumptie-daling.
Voor een juiste vergelijking kan men
niet volstaan met een prijslijst van de
levensbehoeften en zelfs niet met een
omrekening van -die prijzen in arbeids
uren, dus: hoelang moet een arbeider
werken voor een brood, een pond
vlees, een paar schoenen, een pak, zijn
huishuur?Er moet ook worden
nagegaan hoeveel hij van die goederen
kopen kan. Dit is voor textiel bijvoor
beeld van veel belang,
GEEN VLUCHT IN
GOEDEREN!
En hier knoopt zich een ander pro
bleem aan het devaluatie-vraagstuk.
Van winkelierszijde vernamen wij,
dat menig fabrikant en grossier de
laatste tijden de orders niet of schaars
uitvoerde. Orders voor wol en wollen
goederen b.v. werden slechts voor 2
10% uitgevoerd met het oog op de
dreigende devaluatie.
De regering zal billijkheidshalve
maatregelen dienen te treffen dat
niet bepaalde groepen of personen
van de devaluatie profiteren. Dus
geen „vlucht in de goederen", geen
hamsteren, niet door particulieren,
maar ook niet door fabrikanten en
handelaren.
Alles bijeen staan onze gehele maat
schappij, ons volk en onze regering
voor problemen, die ter oplossing de
medewerking en de offers vragen
van allen zonder uitzondering.
Men kan er zeker van zijn, dat dc
belangen van ons hele volk en van
de werkers In het bijzonder het uit
sluitende richtsnoer zijn van rege
ring en volksvertegenwoordiging,
achter wie wij ons Ln vertrouwen en
eensgezindheid moeten scharen.
Prof. v. d. Brink
Deviezen voorziening wordt
minder kwellend
Door de minister van Econ. Zaken,
prof. dr J. R. H, v. d. Brink, is vandaag
de hoofdcommissie voor industrialisatie
geïnstalleerd. De minister noemde als
eerste van de factoren, welke het vraag
stuk der industrialisatie stempelen tot
een integrerend onderdeel van het eco
nomische beleid, de snel toenemende be
roepsbevolking.
Voor het opnemen van de bevolkings
groei biedt de landbouw vrijwel geen
vooruitzichten, terwijl ook de opname
capaciteit van het handels- en ver-
keersapparaat beperkt is.
Helaas toonde aldus spr. het buiten
land tot dusver een bstrekkehjk geringe
belangstelling voor investeringen in de
Nederlandse industrie.
Uiterlijk 1952 moet Nederland we
derom op eigen benen kunnen staan.
Teneinde hiertoe in staat te zijn zal
in de periode 19481949 tot 1952
1953, naar ramingen hebben uitgewe
zen, een bedrag van meer dan 5 mil
liard gulden in de industrie moeten
worden geïnvesteerd. Van dit bedrag
zal ruim 1 milliard guldig nodig zijn
voor gebouwen en grond, terwijl ruim
4 milliard zou moeten worden be
steed voor de aankoop van kapitaal
goederen, waarvan bijna de helft in
het buitenland.
Dit laatste zal slechts mogelijk blij
ken, indien Nederland er in slaagt de
export ook in de komende jaren aan
zienlijk te vergroten.
Nederland heeft waarschijnlijk de re
latief grootste exporttaak van West-
Europa. Slechts Indien wij goedkoper
zijn dan de concurrente kunnen wij deze
vervullen.
Hoewel ten aanzien van de toekomst
tal van onzekerheden bestaan is het
mogeliik gebleken in ruimere mate bui
tenlandse betaalmiddelen voor inves
teringsdoeleinden ter beschikking te
stellen dan vorig jaar het geval was.
De deviezenvoorziening zal derhalve
in mindere mate dan in het vorige
jaar een knelpunt voor de industriële
ontwikkeling vormen.
In overleg met de Minister van
Financiën worden maatregelen be
raamd om de transformatie van liet
risico-mij den de kapitaal in risicodra
gend kapitaal in voldoende mate te
doen plaats vinden.
Ten aanzien van het uiterst gewich
tige vraagstuk der industrie financie
ring mag de overheid niet slechts een
passieve rol spelen.
In het bijzonder met betrekking tot
de vestiging van de, voor een voort
gaande industrialisatie zo belangrijke,
basisindustrieën mag de regering niet
aarzelen, indien de mogelijkheden in
de particuliere sfeer te kort schieten
of andere overwegingen dit gewenst
maken, rechtstreeks aan de industriële
ontwikekeling deel te nemen, aldus
minister v. d. Brink.
Buitenlandse reacties
Onze Lon dense correspondent tele
foneerde hedenmorgen:
Engeland heeft de devaluatie van
het pond verwelkomd als een realis
tische stap, welke in de tegenwoordige
omstandigheden onvermijdelijk was.
De devaluatie betekent de eerste po
ging om het internationale handels
verkeer op een natuurlijker basis te
brengen. Zij betekent vooral, dat het
Engelse volk i.hans de handschoen is
toegeworpen. A'les zal er op moeten
werden gozet om de export naar Ame
rika op te voeren. Het lijkt een schier
bovenmenselijke taak!
De eerste reactie is, dat men het
besluit niet al te tragisch opvat, om
dat dc devaluatie van het pond niet
alleen staat. Het kan echter niet
worden ontkend, dat er thans in
Engeland ernstige bezorgdheid heerst
over de verwachte stijging van de
kosten van 't levensonderhoud. Dat
het brood reeds meteen duurder
wordt is voor de grote massa een
schok. Door de duurdere import uit
de dollargebieden zullen andere
prijsstijgingen moeilijk kunnen wor
den tegengegaan, met name voor
vlees en benzine, al zal het nog eni
ge maanden duren voor dit alles
voelbaar is.
Theoretisch zal de devaluatie slechts
een totale prijsstijging van 5% met
zich meebrengen; omdat slechts een
gering deel van de kosten van het
levensonderhoud afhankelijk is van
de prijs van dollargoederen.
Toeneming van de export en ver
mindering van de import zal ook tot
grotere schaarste op de binnenlandse
markt leiden. Voor de Engelsen zal
het leven neg grimmiger worden dan
het reeds is, maar de regering recht
vaardigt de actie niet alleen omdat
zij meent, dat de voordelen van deva
luatie zullen opwegen tegen de na
delen, maar ook omdat het alternatief
zou zijn geweekt loonsverlaging en
massawerkloosheid
Tenzij de oppositie er cp aandringt,
zal het reces van 't Britse parlement,
lat tot 18 October duurt, niet worden
erkort. Er zijn momenteel ook geen
tot vervroegde algemene verkiezingen.
Daarvan zal pas sprake zijn, indien
de binnenlandse spanningen abnor
male afmetingen zouden aannemen.
Het ziet er overigens, wat dat be
treft, reeds lelijk genoeg uit. Het
verzet van de arbeiders tegen de
loonpolitiek van de regering neemt
dagelijks toe. De devaluatie zal de
dingen er niet beter op maken. Het
grote gevaar is, dat het hele plan
een illusie wordt, indien de arbeiders
door onrust en stakingen een spaak
in het wiel van de exportproductie
steken.
(Van onze financiële medewerker)
Sir Stafford Cripps heeft het pleit
verloren en de slag voor het Engelse
pond is nog harder aangekomen dan
dc meest zwartgallige pessimist had
verwacht. Geen 20 procent, zoals wij
op gezag van Londense Informaties
waarschijnlijk achtten, maar niet
minder dan 30%.
Het Engelse pond, tot dusver 4.03 dol
lar waard, zal voortaan niet meer dan
2.80 waard zijn. En wat dat voor En
geland betekent, heeft de Engelse
kanselier Zondagavond in zijn diep
ernstige radiorede aan de bevolking
duidelijk gemaakt.
„Wij zullen voor eenzelfde bedrag
dollars meer goederen moeten verkopen.
Wij zullen voor eenzelfde hoeveelheid
Amerikaanse goederen meer ponden
moeten betalen," zo heeft hij gezegd.
Wat dus betekent, dat de Amerikaan
Zal Parijs de leiding nemen?
Onze Paryse correspondent meldt:
In Parijs is men van oordeel dat En
geland het laatste restje bewegings
vrijheid tengevolge van de devaluatie
heeft verloren. De capitulatie op het
monetaire front wordt door velen in
Parijs gezien als 't einde der Engelse
on af han kelij kheid.
Frankrijk staat voor een moeilijke
beslissing.
Dat een aantal Europese munten
door het pond zouden worden meege
sleurd, was zonder meer duidelijk.
Frankrijk weegt nu de consequenties
tegen elkaar af. De Franse minister
van Financiën is qua karakter) voor
komen en overtuiging een man, die de
Amerikanen wel moet „liggen".
Hü redeneert als volgt:
Over een paar jaar valt de Marsh
all-hulp weg. Dan zal Europa haar
huishouding weer met de eigen in
komsten moeten kunnen dekken. Het
is nu al duidelijk dat dit op de oude
voet/ niet zal lukken. Het is dus zaak
reeds nu de Amerikaanse kapitalisten
voor onze landen en bezittingen te in
teresseren. Wallstreet zal bij ons grote
kapitalen moeten 'beleggen, cmdat de
dat de devaluatie zal leiden latente rijkdommen der vroegere Eu
ropese koloniën, ten bate van de oude
en de nieuwe wereld, met vrucht ont
gonnen zullen kunnen worden. Na
tuurlijk zal Amerika dan om „garan
ties" vragen. Maar Petsche ziet er
niets geen been in om Wallstreet te
verzekeren dat de periode der natio
nalisaties, onteigeningen en andere so
cialistische maatregelen definitief tot-
het verleden behoort.
Velen menen, dat Parijs thans moeite
doet, de leiding te nemen van de alge
mene herwaardering op Europese
grondslag. Zulk een initiatief zou in
ieder geval in de logische lijn liggen
van de Franse internationale politiek
van dit moment, die steeds sterker in
principieel federatieve richting koerst.
In financiële kringen te Parijs geloofde
men niet, dat het noodzakelijk zou 2ijn
dat de franc een oven diepe duik
maakt als het pond.
In tegenstelling met Engeland heeft
Frankrijk na de oorlog namelijk al
een drietal van dergelijke operaties
ondergaan. Daarom hoopt men, dat
thans een devaluatie van de franc
tot ongeveer 17 wel voldoende zal
blijken. Ten opzichte van het pond,
dat met 30 devalueert, zal de franc
dan aan kracht winnen.
voor de Engelse goederen minder dol
lars zal behoeven te betalen en meer
goederen voor zijn dollars zal kunnen
kopen. En daar gaat het om. Wy schre
ven Zaterdagavond, dat de Engelse
handelsbalans de vorige maanden weer
een ongunstig beeld toonde. Van 44.7
millioen pond in Juli steeg het tekort
tot 62.8 millioen pond in Augustus en
September zal ongetwijfeld opnieuw
groter tekort aanwijzen. Niet alleen om
dat de Engelse goedererr te duur zijn,
maar ook omdat de buitenlandse han
del van Engeland, in afwachting van de
devaluatie, stagneerde. Is het wonder,
dat de Amerikanen hun aankopen uit
stelden en de Amerikaanse debiteuren
de voldoening van hun verplichtingen
opschortten, naar mate de kans groter
werd, dat zij straks voor het pond geen
4 dollar maar 3 of minder zouden moe
ten betalen?
Daarom schreven wy destijds, dat de
vrees voor (de hoop op) devaluatie niet
minder erg is, dan de devaluatie zelve.
Zowel in de goederenhandel als op
de geld- en cffectenmarkten begon de
speculatie lioogty te vieren. Hèt werd
langzamerhand een hazardspel, black
of white.
Stafford Oripps heeft tenslotte voor
de aandrang van Amerika en de inter
nationale druk op het Engelse pond
moeten zwichten. De „dollargap" werd
zó groot, dat de Engelse dollarreserves
na verloop van betrekkelijk korte tijd
zouden zijn uitgeput. Engeland stond
derhalve voor een „ijzeren noodzaak",
want het alternatief van de devaluatie
is, gelijk wij Zaterdag vreesden, - een
binnenlandse aanpassing, d.w.z. verla
ging van lonen en prijzen. En dit bleek
ook voor de „ijzeren kanselier" een te
zware opgave.
Echterwat nu? Door de deva
luatie wordt de export goedkoper ge
maakt en de invoer duurder en der
halve geremd. Zowel door grotere
export als door verminderde invoer
zal het binnenlands verbruik worden
beperkt. Op de Engelse markt zullen
de goederen nog schaarser worden cn
dus, naar het zich laat aanzien, duur
der. Cripps heeft gezegd, dat door de
opheffing van de kunstmatige subsi
dies op het broodgraan voorlopig al
leen de broodprijs zal worden ver
hoogd. Maar zoals hij eerder had
opgemerkt Engeland voor tal van
essentiële goederen op Amerika is
aangewezen en nu voor goederen ter
waarde van 100 dollar 36 in plaats van
25 pond moet worden betaald, kan
een algemene stijging nauwelijks uit
blijven. Het is nu maar de vraag, hoe
de Engelse bevolking op deze nood
maatregel reageert. Wordt de prijs
stijging aanvaard, Is men bereid de
buikriem nog nauwer toe te snoeren,
en tevens harder te werken om de
export 'te kunnen doen stijgen, dan
kan de drastische amputatie van het
pond sterling inderdaad een doeltref
fend hulpmiddel zijn. Maar zo niet...
Het woord is thans dus aan de
Engelse bevolking, met name de
Engelse arbeider, op wie Stafford Cripps
aan het slot van zijn toespraak dan
ook een dringend beroep deed om de
handen ineen te slaan teneinde de
moeilijkheden, waarvoor de regering
zich geplaatst ziet, te ovenvinnen.
„Walt and see", zei de oude Asquith.,..
De R.V.D. deelt mede:
De Ministerraad heeft vanmorgen zijn standpunt bepaald inzake de
devaluatie.
Het voorgeschreven overleg met het Internationale Monetaire Fonds te
Washington zal thans terstond worden geopend.
Morgenmiddag onmiddellijk na de indiening van de Rijksbegroting, zal
de Minister van Financiën in de Tweede K-amer van de Staten-Oeneraal
een verklaring afleggen.
Morgenavond om 20.05 uur zal minister Lieftinck zich over beide
Nederlandse radiozenders met een toespraak tot het Nederlandse volk
richten.
De aftredende rector-magnificus. prof.
dr C. C. Berg.
In tegenwoordigheid .van het college
van curatoren, bestuur van de Acade-v.
mlsche Senaat, hoogleraren, andere do
centen en studenten, heeft hedenmiddag
in het groot-auditorium der Leidse Uni
versiteit, de rector-magnificus, prof. dr
C. C. Berg zijn waardigheid overgedra
gen aan prof. dr B. A. van Groningen
met het uitspreken van een rede, waar
in hij allereerst de mutaties in het do
centen-corps releveerde. Deze Hjst over
ziende kwam spr. tot de conclusie, dat
de groei van het docentencorps niet in
overeenstemming is met de expansie
van de wetenschap en het aantal stu
denten. Dit in aanmerking nemend, ware
in plaats van een aantal docenten van
200, een totaal van naar schatting 500
gerechtvaardigd.
In aansluiting hierop verdiepte spre
ker zich in de waarde van het persoon
lijk contact tussen studenten en docent,
waarop voor een greet cl.el cc waarde
berust van de academische sttTdie. Het
is de vraag, of er niet reeds voldoende
studenten zyn, doch deze vraag leidt
tot de wedervraag, of het huidige aan
tal der studenten in verhouding tot de
docenten wel goed onderwijs mogelijk
maakt. In sommige faculteiten leidt deze
vraag omtrent de kwaliteit van het on
derwijs in verband met het persoonlijk
contact tussen student en docent tot
een scherpe ontkenning. Speciaal ver
meldde spreker ln dit verband de me
dische faculteit.
Sprekende over de outillage, bepleitte
spr. verbetering van de administratieve
inrichting der faculteiten, uitbreiding
van de mogelijkheid tot Afrikaanse stu
diën en uitbouw van het Slavisch Insti
tuut.
Het aantal promoties bedroeg dit jaar
47: terwijl twee ere-doctoraten werden
verleend n.l. aan prof. dr W. M. Hailey
en aan dr H. J. L. Struycken.
Het aantal ingeschreven studenteh
bedroeg dit jaar 4026, d.i. ruim 11
m^er dan het voriee laar.
Prof Berg herinnerde vervolgens aan
de geslaagde Diësviering op 5, 6, 7 en
8 Februari j.l. om daarna te wijzen op
het voortreffelijke werk van de Stich
ting ,-Pro Civitate Academica' en de
commissie voor universitaire gezond
heidszorg. Met leedwezen moest spr.
evenwel constateren, dat de universi
taire ^ortbeoefeninv. die dank zii steun
van de overheid biina twee iaar onder
deskundiee leidin» heeft, kunnn geschie
den, door het intrekken der subsidie
weer lamgeslagen is.
BEZORGDHEID OVER
MEDISCH ONDERWIJS.
Bepaald ernstig noemde spr. het,
dat er dit jaar twee adressen tot de
Tweede Kamer gericht moesten wor
den om haar leden te whzen on het
gevaar, dat heel Nederland loopt door
de vermindering der kwaliteit, uit
verschillende oorzaken, van het me
dische onderwiis. Het is te honen, dat
Nederland luistert. De actie eaat om
meer professoren en meer geld voor
vernieuwing van de apparatuur. Ons
land is arm, zegt men. Maar even
goed kan men volhouden, dat het,
vergeleken met andere landen, een
voudig nog niet weet, wat armoe is;
vóór men ten koste van de gezond
heid, waar 's lands energie op steunt,
zich od collectieve arrunojP» ir»ae bf-
roepen, kan de individuele luxe in
Nederland uoc we' ee»i x'eertic laten,
want behalve staat is Nederland ten
slotte ook toch nog gemeenschap.
Uiteraard is het de taak van de se
naat en zijn organen om in zaken, die
het werk der universiteit raken, bij
dreigend gevaar een waarschuwend
De nieuwe rector-magnificus. prof dr
B. A. van Groningen
woord te laten horen. Gelukkig ont
breekt het in zulke gevallen niet aan
medewerking van de pers. In dit ver
band maakte spr, met erkentelijkheid
gewag van de vele opstellen betreffende
het werk der universiteit, die ook dit
iaar weer in dag- en weekbladen ver
schenen zijn. Een bijzonder nuttig in
terview met mr K. Wiersma verscheen
in het Leidsch Dagblad van 4 Juni.
Na te hebben medegedeeld, dat tebe-
voegder plaatse momenteel de financi
ële mogelijkheid wordt overwogen van
selectie der studenten op grond van
psychotechnisch onderzoek, stond spr.
uitvoerig stil bij de activiteit der Leidse
Universiteit buiten de muren der aca
demische gebouwen tot in het verre bui
tenland en op zeer verbreid wetenschap
pelijk gebied. In dit verband maakte
spr. ook melding van diverse buiten- en
binnenlandse onderscheidingen en van
de schenking door H.K.H. Prinses Wil-
helmina van een Gobelin, dat een ere
plaats vond ln het groot-auditorium.
Sprekend over de meest nijpende
UNIVERSITAIRE PROBLEMEN
bepleitte spr. in de eerste plaats een
blijvende vorm van inter-acadsmiale
uitwisseling van ervaring, zoals dit in
het afgelopen jaar in het rsctorencol-
lege plaats vond. Nu West-Europa zich
tot een eenheid begint te ontwikkelen,
is het zeer te hopen, aldus spr., dat de
geregelde gedachtenwisseling over ge-
meenschappelijke vraagstukken, zich
niet tot de Nederlandse universiteiten
zal beperken.
In dit verband betoogde spr. de wen
selijkheid om bijv. de werkzaamheid der
Harvard-gast-hoogleraren in 'n authen
tiek rapport vast te leggen, zulks te
meer nu de toekomst van de bijzondere
Harvard-Leiden samenwerking enigszins
onzeker is. Aan de overzijde van de oce
aan is namelijk wel het principe van
samenwerking en uitwisseling aanvaard,
doch voor de Verenigde Staten en Ne
derland als geheel, niet voor Leiden en
Harvard University in het bijzonder. Het
principe. Dat wil dus zeggen, dat de
uitwerking der plannen en daarna de
uitvoering nog wel wat moeilijkheden
met zich mee zullen brengen. Het be
zwaar, dat sprekers ambtsvoorganger
voor Nederland geformuleerd heeft, dat
van de aanpassing van het werk van de
gasthoogleraar aan het eigen universi-
Staten in eerste aanloop een belemme-
taire schema, blijkt ook in de Verenigde
ring te zijn geweest, en af te wachten
valt. of er voldoende geestdrift opge
bracht zal kunnen worden om voor het
ideële resultaat, waar men op hoopt,
het ongerief, dat men verwacht, een
bagatel te achten.
Intussen is het overleg, hetwelk tussen
verschillende instanties hieromtrent ge
pleegd is. door een nieuwe ontwikkeling
doorkruist. Door de aanvaarding in de
Verenigde Staten van de Fulbright-Act
en de ondertekening van een daaruit
voortvloeiende AmerikaansNederland
se overeenkomst op 17 Mei zullen in de
naaste toekomst Nederlandse schulden
aan de Verenigde Staten gedelgd kun
nen worden door uitgaven in guldens
ten behoeve van de uitwisseling van
wetenschappelijke werkers tussen beide
landen. Thans wordt nagegaan, hoe de
Harvard-Leiden-idee harmonisch te
paren zal zijn aan de mogelijkheden,
die de Fulbright-Act opent. Wellicht,
aldus spr., zal myn opvolger op 18 Sep
tember 1950 kunnen vermelden, dat er
een bruikbare regeling bereikt is. Mogen
dan spoedig Nederlandse hoogleraren
en andere beoefenaars der wetenschap
op ruime schaal en gemakkelijke voor
waarden onze kennis gaan verdiepen
van Amerikaanse universitaire zeden en
gewoonten; er zijn er, dunkt mij, die
wij tot ons voordeel zuden kunnen over
nemen.
Uitvoerig stond spr. vervolgens stil
bij het vraagstuk van de militaire
dienstplicht voor studenten en bij de
sociale problemen, waarvoor de univer
sitaire gemeenschap wordt gesteld, als
daar zijn: de verminderde welvaart, de
voor sommige groepen verhoogde col
legegeldheffing, de hoge disc tatiekos-
ten, hetgeen het aantal pro ties na
delig beïnvloedt, de bestrijding van het
negativisme en nihilisme (stadium ge-
ner°)e en civitas-werk) en ten slotte
DE VERHOUDING TOT DE
STUDENTEN VAN OVERZEE.
Spr. heeft onlangs een rapport ge
lezen van de functionaris voor studen
tenzaken van de stichting voor de cul
turele samenwerking tussen Nederland,
Indonesië, Suriname en de Nederlandse
Antillen betreffende het samengaan in
Nederland van Nederlandse en over
zeese studenten. Dit rapport noopt tot
herhaling van een vorige opmerking:
het verbaast niet en behoeft niet te
ontmoedigen, maar geeft ook weinig
reden tot tevredenheid. Ten behoeve
van de opneming van studenten van
overzee in onze universitaire gemeen
schap blijkt er loffelijk werk verricht te
worden door de N.C.S.V., door de spe
ciale studentenpredikanten, door som
mige hoogleraren en door enige studen-
tencomité's, maar overigens klaagt het
rapport over groot gebrek aan belang
stelling. Bfj een mondelinge toelichting
werd bovendien de opmerking gemaakt,
dat de sfeer in de studenten-sociëteiten
bepaald niet zo is, dat overzeese stu
denten haar opvoedend en verfrissend
kunnen vinden. Spr. heeft voor het ge
val deze opmerking juist is, recht noch
reden om party te kiezen. Maar wel
mag hy zeggen, dat, indien het voor
Nederland een belang is kweekschool
van intellect te biyven voor Nederlands
kennende overzeese gebieden, het voor
ons allen een plicht, is om voor de over
zeese studenten die plaats in onder-
wys en cl vitas in te ruimen, die met
dat belang in overeenstemming is.
Ten slotte stond spr. stil by de ver
houding tussen rector, faculteiten en
college van curatoren. Beide schetste
prof. Berg als wederzyds welwillend en
hoffeiyk, doch niet gericht op efficiënte
samenweiking. Er is over en weer te
weinig contact. Om deze reden ontken
de spr. ook, dat het rectoraat ten aan
zien van de lotgevallen der Leidse
Universiteit een goede waarnemingspost
zou zyn. De behoefte daaraan bestaat
zeer zeker, zelfs in die mate, dat spr.
de vraag opportuun acht of daarvan
niet een landeiyke aangelegenheid ware
te maken.
Een op inter-universitair overleg ge
baseerd jaarverslag zou alsdan op het
terrein van wetenschapsbeoefening en
hoger onderwijs hetzelfde gezag kunnen
krijgen als bijvoorbeeld het jaarverslag
van de Nederlandse Bank op het hare
Wanneer de in het algemeen weinig
zeggende Diësoratie en het locale jaar
verslag eat art. 115 der Hoger Onder-
wyswet afgeschaft zouden worden, zou
den er kostbare maanden vrij komen
voor intensiever bemoeienis met het
werk van senaat en consilium, dat in
belang de hele rest volgens spr. ver te
boven gaat. Van dit werk zou veel meer
te maken zyn, en de hele academische
gemeenschap zou by vervolmaking ge
baat zyn. Verondersteld, dat er een
senaat zou zijn van veertig of vyftig
leden, gekozen vanwege reële belang
stelling voor de algemeen-wetenschan-
psliike zyde van het universitaire be-
drflf. en dat er naast dc senaat een
consilium stond van dezelfde standing
en dezelfde omvang, gevormd uit com
petente verzorgers van de culturele en
sociale belangen van de civitas; veron
dersteld, dat de rector, vry van tydro-
vende oraties, ambtshalve het werk der
beide kamers zou mogen leiden en coör
dineren, zich intensief zou mogen be
zighouden met het voorbereiden en het
uitbrengen van door senaat en consi
lium gevormd advies, hoeveel vrucht
baarder zou dan de schat van universi
tair intellect en van universitair ver-
antwoordeiykheidsgevoel voor volk en
civitas kunnen zyn. Maar ook en dat
is thans nog een bezwaar hoe node
zou dan de rector scheiden van zyn
taak op elke derde Maandag van Sep
tember
Dit is er tegen critiek op dit moment
te zeggen, dat de staatscommissie tot
reorganisatie van het hoger onderwys
intussen met haar rapport gereed ge
komen is. zonder twijfel een rype
vrucht van intensief deskundig overleg.
Toch gelooft spr. van zyn recht tot
spreken gebruik te moeten maken, om
dat, voor zover hij vernomen heeft, dit
rapport de rector wel een plaats wil ge
ven in het bestuur der universiteit en
aldus zyn positie tegenover burger- en
regeringselementen wil versterken,
maar geen concrete plannen inhoudt
tot verheffing van de senaat uit zyn
lethargie, noch voorstellen tot het ver
hogen van het niveau van het consi
lium, Ook zonder overmatig optimisme
te koesteren stelt spr. zich toch voor
dat de gedachtenwisseling, die nu spoe
dig zal kunnen beginnen, van enige
aanvullende suggesties wel gebruik zal
kunnen maken.
DE OVERDRACHT.
Spr. besloot aldus:
U. Van Groningen, aan wie ik thans,
allen erkenteiyk, die my dit laar ter
wille zyn geweest, krachtens het Ko-
nmkiyk Besluit van 21 Juni No. 16 met
deze woorden het rectoraat der Ryks-
universiteit te Leiden overdraag, is nog
niet beschoren het bestuur van een
autonome universiteit, onder bepalin
gen, die aan de eisen van deze tyd zijn
aangepast. Gy kunt dat niet anders dan
jammer vinden, omdat ge van het ver
nieuwde streven naar autonomie, naar
ik meen, een van de inspirators zyt.
Daar, Indien de voortekenen niet bedrie
gen, van de nieuwe hoger-onderwijswet
een rectoraat van aanzieniyk grotere
verantwoordelijkheid te verwachten
valt, kan ik dus in ongebruikelyke for
mulering zeggen, dat ik gaarne een
zwaardere last op uw schouders had
gelegd, een zwaardere last, die ge stel
lig licht en waardig zoudt hebben ge
dragen. Ik leg u echter te dragen op:
het verouderde rectoraat. In myn be
toog van hedenmiddag ligt opgesloten,
dat my dat spijt, in zekere zin. Aan de
andere kant. staat echter, dat wy het
zilveren feest zijn ingegaan van het 375-
'arig bestaan van de Leidse universi
teit, waardoor elk rectoraat luisterrijk
kan zijn. Gegund zii u een iaar van
1ub°l en glorie Maar boven alles: mo?ê
het u. rector magnificus, en onze uni
versiteit foed gaan dit jaar.