Rectoraats-overdracht aan Leidse Universiteit Problemen rond de devaluatie Vertrouwen en eensgezindheid moeten overwinnen! „Tot 1953 vijf milliard in industrie investeren" deel aan industriële ontwikkeling Regering neemt Moeilijkheden voor Engeland? Maar kans op normaler verhoudingen Cripps verloor het pleit Klap van 30 onverwacht hard Devaluatie van 17 voor Frankrijk Morgen regeringsverklaring over devaluatie Oratie van prof. dr C. C. Berg ZATEiiDAG 17 SEPTEMBER (Van onze Haagse redacteur) De verschillende mededelingen van monetaire aard, die de Zondagsrust ver- ftoorden, hebben in Den Haag een diepe indruk gemaakt. Bij velen kan men van verslagenheid sprekenDit is slechts gedeeltelijk een gevolg van de klaarblijkelijke regie-fout van regeringszijde: gistermiddag nog moest er een kabinetszitting aan het probleem worden gewijd. Het resultaat daarvan luidde, dat „eenzelfde of soortgelijke stap (als die van Engeland) wordt overwo gen". Hoewel de verklaringen van minister Lieftinck aan de pers bij zijn ver trek naar Washington: „de gulden is aardig op weg een harde valuta te wor den", en bij zijn terugkeer uit Amerika: „dat de dollar en het pond sterling on derling vrij inwisselbaar moesten wor den" aan duidelijkheid niets te wensen over lieten, de aarzeling en besluiteloosheid onzer regering kon alleen bedui den, dat zij zeer grote tegenzin in devaluatie heeft. Komt millioenennota op losse schroeven? VRAGEN EN VRAGEN Wat zijn de eigenlijke redenen van de verslagenheid? Wat moet er bij devaluatie ge daan worden met de miilioenen-nota (de begroting voor '49'50), die reeds is gedrukt en Woensdag zal worden aan geboden aan de Tweede Kamer? Ge woon door laten gaan en straks met een wijziging en aanvulling komen? Wat moet er nu gebeuren met de fl- nancieel-economische besprekingen der R.T.C.? Wat nu met de besprekingen tussen regering en Stichting van de Arbeid over een derde loonronde? Alle drie moeizaam opgebouwde ra mingen, sohema's en plannen moeten van de grond af opnieuw in elkaar wor den "gezet. En dit kan de eerste maan den alleen maar op basis van louter gis singen. Want wat zijn de gevolgen der devaluatie? Vast staat alleen, dat het bedrag aan guldens, dat wij moeten opbrengen voor onze in goud of aan harde va luta (dollar, Belgische en Zwitserse francs), luidende schulden, met bijna een derde zal worden verhoogd. De overige gevolgen zijn niet te, be rekenen. Zeker, ook al onze aankopen in landen met een harde valuta zullen ons een derde meer in guldens kosten, maar die importen zullen drastisch worden ingeperkt. _In welke mate? Kunnen wij bezuinigen op de aankoop van granen voor brood en veevoer? Of op wol, katoen, enz.? En, als wij daarop bezuinigen, wat zijn dan de gevolgen voor onze pro ductie van vlees, melk, eieren, textiel? De voordelen voor onze export zijn al evenzeer problematisch. Gelijk wij nog dezer dagen "berichtten, bedroeg onze export over het jaar 1 Juli '4830 Juni '49 naar de Verenigde Staten slechts 95 millioen gulden en naar het hele Westelijke halfrond 214 millioen gulden. Dat is nog geen 3% van onze totale uitvoer! De Engelse uitvoer naar dc dollarianden komt op 17% van de totale Britse export! Engeland heeft dus veel meer belang bij de devalua tie dan wij. En in hoeverre zullen wij er in sla gen door prijsdaling onze uitvoer naar de dollargebieden (en naar elders) te vergroten? Dat hangt lang niet alleen af van onze exportprijzen die trou wens direct beïnvloed worden door de duurder geworden grondstoffen en straks door de noodzakelijk op te vee- ren lonen maar oak van de buiten landse bsho?ft°- onze producten. LEVENSONDERHOUD 5% DUURDER? Aan deskundige zijde schat men dat het levensonderhoud hier te lande door devaluatie ongeveer 5% duurder zal worden, zodat een gelijke loons verhoging met 5% wordt verwacht Maar daarbij is dan niet begrepen de schaarste aan bepaalde goederen, met andere woorden: daarin is niet gecalculeerd de te verwachten con sumptie-daling. Voor een juiste vergelijking kan men niet volstaan met een prijslijst van de levensbehoeften en zelfs niet met een omrekening van -die prijzen in arbeids uren, dus: hoelang moet een arbeider werken voor een brood, een pond vlees, een paar schoenen, een pak, zijn huishuur?Er moet ook worden nagegaan hoeveel hij van die goederen kopen kan. Dit is voor textiel bijvoor beeld van veel belang, GEEN VLUCHT IN GOEDEREN! En hier knoopt zich een ander pro bleem aan het devaluatie-vraagstuk. Van winkelierszijde vernamen wij, dat menig fabrikant en grossier de laatste tijden de orders niet of schaars uitvoerde. Orders voor wol en wollen goederen b.v. werden slechts voor 2 10% uitgevoerd met het oog op de dreigende devaluatie. De regering zal billijkheidshalve maatregelen dienen te treffen dat niet bepaalde groepen of personen van de devaluatie profiteren. Dus geen „vlucht in de goederen", geen hamsteren, niet door particulieren, maar ook niet door fabrikanten en handelaren. Alles bijeen staan onze gehele maat schappij, ons volk en onze regering voor problemen, die ter oplossing de medewerking en de offers vragen van allen zonder uitzondering. Men kan er zeker van zijn, dat dc belangen van ons hele volk en van de werkers In het bijzonder het uit sluitende richtsnoer zijn van rege ring en volksvertegenwoordiging, achter wie wij ons Ln vertrouwen en eensgezindheid moeten scharen. Prof. v. d. Brink Deviezen voorziening wordt minder kwellend Door de minister van Econ. Zaken, prof. dr J. R. H, v. d. Brink, is vandaag de hoofdcommissie voor industrialisatie geïnstalleerd. De minister noemde als eerste van de factoren, welke het vraag stuk der industrialisatie stempelen tot een integrerend onderdeel van het eco nomische beleid, de snel toenemende be roepsbevolking. Voor het opnemen van de bevolkings groei biedt de landbouw vrijwel geen vooruitzichten, terwijl ook de opname capaciteit van het handels- en ver- keersapparaat beperkt is. Helaas toonde aldus spr. het buiten land tot dusver een bstrekkehjk geringe belangstelling voor investeringen in de Nederlandse industrie. Uiterlijk 1952 moet Nederland we derom op eigen benen kunnen staan. Teneinde hiertoe in staat te zijn zal in de periode 19481949 tot 1952 1953, naar ramingen hebben uitgewe zen, een bedrag van meer dan 5 mil liard gulden in de industrie moeten worden geïnvesteerd. Van dit bedrag zal ruim 1 milliard guldig nodig zijn voor gebouwen en grond, terwijl ruim 4 milliard zou moeten worden be steed voor de aankoop van kapitaal goederen, waarvan bijna de helft in het buitenland. Dit laatste zal slechts mogelijk blij ken, indien Nederland er in slaagt de export ook in de komende jaren aan zienlijk te vergroten. Nederland heeft waarschijnlijk de re latief grootste exporttaak van West- Europa. Slechts Indien wij goedkoper zijn dan de concurrente kunnen wij deze vervullen. Hoewel ten aanzien van de toekomst tal van onzekerheden bestaan is het mogeliik gebleken in ruimere mate bui tenlandse betaalmiddelen voor inves teringsdoeleinden ter beschikking te stellen dan vorig jaar het geval was. De deviezenvoorziening zal derhalve in mindere mate dan in het vorige jaar een knelpunt voor de industriële ontwikkeling vormen. In overleg met de Minister van Financiën worden maatregelen be raamd om de transformatie van liet risico-mij den de kapitaal in risicodra gend kapitaal in voldoende mate te doen plaats vinden. Ten aanzien van het uiterst gewich tige vraagstuk der industrie financie ring mag de overheid niet slechts een passieve rol spelen. In het bijzonder met betrekking tot de vestiging van de, voor een voort gaande industrialisatie zo belangrijke, basisindustrieën mag de regering niet aarzelen, indien de mogelijkheden in de particuliere sfeer te kort schieten of andere overwegingen dit gewenst maken, rechtstreeks aan de industriële ontwikekeling deel te nemen, aldus minister v. d. Brink. Buitenlandse reacties Onze Lon dense correspondent tele foneerde hedenmorgen: Engeland heeft de devaluatie van het pond verwelkomd als een realis tische stap, welke in de tegenwoordige omstandigheden onvermijdelijk was. De devaluatie betekent de eerste po ging om het internationale handels verkeer op een natuurlijker basis te brengen. Zij betekent vooral, dat het Engelse volk i.hans de handschoen is toegeworpen. A'les zal er op moeten werden gozet om de export naar Ame rika op te voeren. Het lijkt een schier bovenmenselijke taak! De eerste reactie is, dat men het besluit niet al te tragisch opvat, om dat dc devaluatie van het pond niet alleen staat. Het kan echter niet worden ontkend, dat er thans in Engeland ernstige bezorgdheid heerst over de verwachte stijging van de kosten van 't levensonderhoud. Dat het brood reeds meteen duurder wordt is voor de grote massa een schok. Door de duurdere import uit de dollargebieden zullen andere prijsstijgingen moeilijk kunnen wor den tegengegaan, met name voor vlees en benzine, al zal het nog eni ge maanden duren voor dit alles voelbaar is. Theoretisch zal de devaluatie slechts een totale prijsstijging van 5% met zich meebrengen; omdat slechts een gering deel van de kosten van het levensonderhoud afhankelijk is van de prijs van dollargoederen. Toeneming van de export en ver mindering van de import zal ook tot grotere schaarste op de binnenlandse markt leiden. Voor de Engelsen zal het leven neg grimmiger worden dan het reeds is, maar de regering recht vaardigt de actie niet alleen omdat zij meent, dat de voordelen van deva luatie zullen opwegen tegen de na delen, maar ook omdat het alternatief zou zijn geweekt loonsverlaging en massawerkloosheid Tenzij de oppositie er cp aandringt, zal het reces van 't Britse parlement, lat tot 18 October duurt, niet worden erkort. Er zijn momenteel ook geen tot vervroegde algemene verkiezingen. Daarvan zal pas sprake zijn, indien de binnenlandse spanningen abnor male afmetingen zouden aannemen. Het ziet er overigens, wat dat be treft, reeds lelijk genoeg uit. Het verzet van de arbeiders tegen de loonpolitiek van de regering neemt dagelijks toe. De devaluatie zal de dingen er niet beter op maken. Het grote gevaar is, dat het hele plan een illusie wordt, indien de arbeiders door onrust en stakingen een spaak in het wiel van de exportproductie steken. (Van onze financiële medewerker) Sir Stafford Cripps heeft het pleit verloren en de slag voor het Engelse pond is nog harder aangekomen dan dc meest zwartgallige pessimist had verwacht. Geen 20 procent, zoals wij op gezag van Londense Informaties waarschijnlijk achtten, maar niet minder dan 30%. Het Engelse pond, tot dusver 4.03 dol lar waard, zal voortaan niet meer dan 2.80 waard zijn. En wat dat voor En geland betekent, heeft de Engelse kanselier Zondagavond in zijn diep ernstige radiorede aan de bevolking duidelijk gemaakt. „Wij zullen voor eenzelfde bedrag dollars meer goederen moeten verkopen. Wij zullen voor eenzelfde hoeveelheid Amerikaanse goederen meer ponden moeten betalen," zo heeft hij gezegd. Wat dus betekent, dat de Amerikaan Zal Parijs de leiding nemen? Onze Paryse correspondent meldt: In Parijs is men van oordeel dat En geland het laatste restje bewegings vrijheid tengevolge van de devaluatie heeft verloren. De capitulatie op het monetaire front wordt door velen in Parijs gezien als 't einde der Engelse on af han kelij kheid. Frankrijk staat voor een moeilijke beslissing. Dat een aantal Europese munten door het pond zouden worden meege sleurd, was zonder meer duidelijk. Frankrijk weegt nu de consequenties tegen elkaar af. De Franse minister van Financiën is qua karakter) voor komen en overtuiging een man, die de Amerikanen wel moet „liggen". Hü redeneert als volgt: Over een paar jaar valt de Marsh all-hulp weg. Dan zal Europa haar huishouding weer met de eigen in komsten moeten kunnen dekken. Het is nu al duidelijk dat dit op de oude voet/ niet zal lukken. Het is dus zaak reeds nu de Amerikaanse kapitalisten voor onze landen en bezittingen te in teresseren. Wallstreet zal bij ons grote kapitalen moeten 'beleggen, cmdat de dat de devaluatie zal leiden latente rijkdommen der vroegere Eu ropese koloniën, ten bate van de oude en de nieuwe wereld, met vrucht ont gonnen zullen kunnen worden. Na tuurlijk zal Amerika dan om „garan ties" vragen. Maar Petsche ziet er niets geen been in om Wallstreet te verzekeren dat de periode der natio nalisaties, onteigeningen en andere so cialistische maatregelen definitief tot- het verleden behoort. Velen menen, dat Parijs thans moeite doet, de leiding te nemen van de alge mene herwaardering op Europese grondslag. Zulk een initiatief zou in ieder geval in de logische lijn liggen van de Franse internationale politiek van dit moment, die steeds sterker in principieel federatieve richting koerst. In financiële kringen te Parijs geloofde men niet, dat het noodzakelijk zou 2ijn dat de franc een oven diepe duik maakt als het pond. In tegenstelling met Engeland heeft Frankrijk na de oorlog namelijk al een drietal van dergelijke operaties ondergaan. Daarom hoopt men, dat thans een devaluatie van de franc tot ongeveer 17 wel voldoende zal blijken. Ten opzichte van het pond, dat met 30 devalueert, zal de franc dan aan kracht winnen. voor de Engelse goederen minder dol lars zal behoeven te betalen en meer goederen voor zijn dollars zal kunnen kopen. En daar gaat het om. Wy schre ven Zaterdagavond, dat de Engelse handelsbalans de vorige maanden weer een ongunstig beeld toonde. Van 44.7 millioen pond in Juli steeg het tekort tot 62.8 millioen pond in Augustus en September zal ongetwijfeld opnieuw groter tekort aanwijzen. Niet alleen om dat de Engelse goedererr te duur zijn, maar ook omdat de buitenlandse han del van Engeland, in afwachting van de devaluatie, stagneerde. Is het wonder, dat de Amerikanen hun aankopen uit stelden en de Amerikaanse debiteuren de voldoening van hun verplichtingen opschortten, naar mate de kans groter werd, dat zij straks voor het pond geen 4 dollar maar 3 of minder zouden moe ten betalen? Daarom schreven wy destijds, dat de vrees voor (de hoop op) devaluatie niet minder erg is, dan de devaluatie zelve. Zowel in de goederenhandel als op de geld- en cffectenmarkten begon de speculatie lioogty te vieren. Hèt werd langzamerhand een hazardspel, black of white. Stafford Oripps heeft tenslotte voor de aandrang van Amerika en de inter nationale druk op het Engelse pond moeten zwichten. De „dollargap" werd zó groot, dat de Engelse dollarreserves na verloop van betrekkelijk korte tijd zouden zijn uitgeput. Engeland stond derhalve voor een „ijzeren noodzaak", want het alternatief van de devaluatie is, gelijk wij Zaterdag vreesden, - een binnenlandse aanpassing, d.w.z. verla ging van lonen en prijzen. En dit bleek ook voor de „ijzeren kanselier" een te zware opgave. Echterwat nu? Door de deva luatie wordt de export goedkoper ge maakt en de invoer duurder en der halve geremd. Zowel door grotere export als door verminderde invoer zal het binnenlands verbruik worden beperkt. Op de Engelse markt zullen de goederen nog schaarser worden cn dus, naar het zich laat aanzien, duur der. Cripps heeft gezegd, dat door de opheffing van de kunstmatige subsi dies op het broodgraan voorlopig al leen de broodprijs zal worden ver hoogd. Maar zoals hij eerder had opgemerkt Engeland voor tal van essentiële goederen op Amerika is aangewezen en nu voor goederen ter waarde van 100 dollar 36 in plaats van 25 pond moet worden betaald, kan een algemene stijging nauwelijks uit blijven. Het is nu maar de vraag, hoe de Engelse bevolking op deze nood maatregel reageert. Wordt de prijs stijging aanvaard, Is men bereid de buikriem nog nauwer toe te snoeren, en tevens harder te werken om de export 'te kunnen doen stijgen, dan kan de drastische amputatie van het pond sterling inderdaad een doeltref fend hulpmiddel zijn. Maar zo niet... Het woord is thans dus aan de Engelse bevolking, met name de Engelse arbeider, op wie Stafford Cripps aan het slot van zijn toespraak dan ook een dringend beroep deed om de handen ineen te slaan teneinde de moeilijkheden, waarvoor de regering zich geplaatst ziet, te ovenvinnen. „Walt and see", zei de oude Asquith.,.. De R.V.D. deelt mede: De Ministerraad heeft vanmorgen zijn standpunt bepaald inzake de devaluatie. Het voorgeschreven overleg met het Internationale Monetaire Fonds te Washington zal thans terstond worden geopend. Morgenmiddag onmiddellijk na de indiening van de Rijksbegroting, zal de Minister van Financiën in de Tweede K-amer van de Staten-Oeneraal een verklaring afleggen. Morgenavond om 20.05 uur zal minister Lieftinck zich over beide Nederlandse radiozenders met een toespraak tot het Nederlandse volk richten. De aftredende rector-magnificus. prof. dr C. C. Berg. In tegenwoordigheid .van het college van curatoren, bestuur van de Acade-v. mlsche Senaat, hoogleraren, andere do centen en studenten, heeft hedenmiddag in het groot-auditorium der Leidse Uni versiteit, de rector-magnificus, prof. dr C. C. Berg zijn waardigheid overgedra gen aan prof. dr B. A. van Groningen met het uitspreken van een rede, waar in hij allereerst de mutaties in het do centen-corps releveerde. Deze Hjst over ziende kwam spr. tot de conclusie, dat de groei van het docentencorps niet in overeenstemming is met de expansie van de wetenschap en het aantal stu denten. Dit in aanmerking nemend, ware in plaats van een aantal docenten van 200, een totaal van naar schatting 500 gerechtvaardigd. In aansluiting hierop verdiepte spre ker zich in de waarde van het persoon lijk contact tussen studenten en docent, waarop voor een greet cl.el cc waarde berust van de academische sttTdie. Het is de vraag, of er niet reeds voldoende studenten zyn, doch deze vraag leidt tot de wedervraag, of het huidige aan tal der studenten in verhouding tot de docenten wel goed onderwijs mogelijk maakt. In sommige faculteiten leidt deze vraag omtrent de kwaliteit van het on derwijs in verband met het persoonlijk contact tussen student en docent tot een scherpe ontkenning. Speciaal ver meldde spreker ln dit verband de me dische faculteit. Sprekende over de outillage, bepleitte spr. verbetering van de administratieve inrichting der faculteiten, uitbreiding van de mogelijkheid tot Afrikaanse stu diën en uitbouw van het Slavisch Insti tuut. Het aantal promoties bedroeg dit jaar 47: terwijl twee ere-doctoraten werden verleend n.l. aan prof. dr W. M. Hailey en aan dr H. J. L. Struycken. Het aantal ingeschreven studenteh bedroeg dit jaar 4026, d.i. ruim 11 m^er dan het voriee laar. Prof Berg herinnerde vervolgens aan de geslaagde Diësviering op 5, 6, 7 en 8 Februari j.l. om daarna te wijzen op het voortreffelijke werk van de Stich ting ,-Pro Civitate Academica' en de commissie voor universitaire gezond heidszorg. Met leedwezen moest spr. evenwel constateren, dat de universi taire ^ortbeoefeninv. die dank zii steun van de overheid biina twee iaar onder deskundiee leidin» heeft, kunnn geschie den, door het intrekken der subsidie weer lamgeslagen is. BEZORGDHEID OVER MEDISCH ONDERWIJS. Bepaald ernstig noemde spr. het, dat er dit jaar twee adressen tot de Tweede Kamer gericht moesten wor den om haar leden te whzen on het gevaar, dat heel Nederland loopt door de vermindering der kwaliteit, uit verschillende oorzaken, van het me dische onderwiis. Het is te honen, dat Nederland luistert. De actie eaat om meer professoren en meer geld voor vernieuwing van de apparatuur. Ons land is arm, zegt men. Maar even goed kan men volhouden, dat het, vergeleken met andere landen, een voudig nog niet weet, wat armoe is; vóór men ten koste van de gezond heid, waar 's lands energie op steunt, zich od collectieve arrunojP» ir»ae bf- roepen, kan de individuele luxe in Nederland uoc we' ee»i x'eertic laten, want behalve staat is Nederland ten slotte ook toch nog gemeenschap. Uiteraard is het de taak van de se naat en zijn organen om in zaken, die het werk der universiteit raken, bij dreigend gevaar een waarschuwend De nieuwe rector-magnificus. prof dr B. A. van Groningen woord te laten horen. Gelukkig ont breekt het in zulke gevallen niet aan medewerking van de pers. In dit ver band maakte spr, met erkentelijkheid gewag van de vele opstellen betreffende het werk der universiteit, die ook dit iaar weer in dag- en weekbladen ver schenen zijn. Een bijzonder nuttig in terview met mr K. Wiersma verscheen in het Leidsch Dagblad van 4 Juni. Na te hebben medegedeeld, dat tebe- voegder plaatse momenteel de financi ële mogelijkheid wordt overwogen van selectie der studenten op grond van psychotechnisch onderzoek, stond spr. uitvoerig stil bij de activiteit der Leidse Universiteit buiten de muren der aca demische gebouwen tot in het verre bui tenland en op zeer verbreid wetenschap pelijk gebied. In dit verband maakte spr. ook melding van diverse buiten- en binnenlandse onderscheidingen en van de schenking door H.K.H. Prinses Wil- helmina van een Gobelin, dat een ere plaats vond ln het groot-auditorium. Sprekend over de meest nijpende UNIVERSITAIRE PROBLEMEN bepleitte spr. in de eerste plaats een blijvende vorm van inter-acadsmiale uitwisseling van ervaring, zoals dit in het afgelopen jaar in het rsctorencol- lege plaats vond. Nu West-Europa zich tot een eenheid begint te ontwikkelen, is het zeer te hopen, aldus spr., dat de geregelde gedachtenwisseling over ge- meenschappelijke vraagstukken, zich niet tot de Nederlandse universiteiten zal beperken. In dit verband betoogde spr. de wen selijkheid om bijv. de werkzaamheid der Harvard-gast-hoogleraren in 'n authen tiek rapport vast te leggen, zulks te meer nu de toekomst van de bijzondere Harvard-Leiden samenwerking enigszins onzeker is. Aan de overzijde van de oce aan is namelijk wel het principe van samenwerking en uitwisseling aanvaard, doch voor de Verenigde Staten en Ne derland als geheel, niet voor Leiden en Harvard University in het bijzonder. Het principe. Dat wil dus zeggen, dat de uitwerking der plannen en daarna de uitvoering nog wel wat moeilijkheden met zich mee zullen brengen. Het be zwaar, dat sprekers ambtsvoorganger voor Nederland geformuleerd heeft, dat van de aanpassing van het werk van de gasthoogleraar aan het eigen universi- Staten in eerste aanloop een belemme- taire schema, blijkt ook in de Verenigde ring te zijn geweest, en af te wachten valt. of er voldoende geestdrift opge bracht zal kunnen worden om voor het ideële resultaat, waar men op hoopt, het ongerief, dat men verwacht, een bagatel te achten. Intussen is het overleg, hetwelk tussen verschillende instanties hieromtrent ge pleegd is. door een nieuwe ontwikkeling doorkruist. Door de aanvaarding in de Verenigde Staten van de Fulbright-Act en de ondertekening van een daaruit voortvloeiende AmerikaansNederland se overeenkomst op 17 Mei zullen in de naaste toekomst Nederlandse schulden aan de Verenigde Staten gedelgd kun nen worden door uitgaven in guldens ten behoeve van de uitwisseling van wetenschappelijke werkers tussen beide landen. Thans wordt nagegaan, hoe de Harvard-Leiden-idee harmonisch te paren zal zijn aan de mogelijkheden, die de Fulbright-Act opent. Wellicht, aldus spr., zal myn opvolger op 18 Sep tember 1950 kunnen vermelden, dat er een bruikbare regeling bereikt is. Mogen dan spoedig Nederlandse hoogleraren en andere beoefenaars der wetenschap op ruime schaal en gemakkelijke voor waarden onze kennis gaan verdiepen van Amerikaanse universitaire zeden en gewoonten; er zijn er, dunkt mij, die wij tot ons voordeel zuden kunnen over nemen. Uitvoerig stond spr. vervolgens stil bij het vraagstuk van de militaire dienstplicht voor studenten en bij de sociale problemen, waarvoor de univer sitaire gemeenschap wordt gesteld, als daar zijn: de verminderde welvaart, de voor sommige groepen verhoogde col legegeldheffing, de hoge disc tatiekos- ten, hetgeen het aantal pro ties na delig beïnvloedt, de bestrijding van het negativisme en nihilisme (stadium ge- ner°)e en civitas-werk) en ten slotte DE VERHOUDING TOT DE STUDENTEN VAN OVERZEE. Spr. heeft onlangs een rapport ge lezen van de functionaris voor studen tenzaken van de stichting voor de cul turele samenwerking tussen Nederland, Indonesië, Suriname en de Nederlandse Antillen betreffende het samengaan in Nederland van Nederlandse en over zeese studenten. Dit rapport noopt tot herhaling van een vorige opmerking: het verbaast niet en behoeft niet te ontmoedigen, maar geeft ook weinig reden tot tevredenheid. Ten behoeve van de opneming van studenten van overzee in onze universitaire gemeen schap blijkt er loffelijk werk verricht te worden door de N.C.S.V., door de spe ciale studentenpredikanten, door som mige hoogleraren en door enige studen- tencomité's, maar overigens klaagt het rapport over groot gebrek aan belang stelling. Bfj een mondelinge toelichting werd bovendien de opmerking gemaakt, dat de sfeer in de studenten-sociëteiten bepaald niet zo is, dat overzeese stu denten haar opvoedend en verfrissend kunnen vinden. Spr. heeft voor het ge val deze opmerking juist is, recht noch reden om party te kiezen. Maar wel mag hy zeggen, dat, indien het voor Nederland een belang is kweekschool van intellect te biyven voor Nederlands kennende overzeese gebieden, het voor ons allen een plicht, is om voor de over zeese studenten die plaats in onder- wys en cl vitas in te ruimen, die met dat belang in overeenstemming is. Ten slotte stond spr. stil by de ver houding tussen rector, faculteiten en college van curatoren. Beide schetste prof. Berg als wederzyds welwillend en hoffeiyk, doch niet gericht op efficiënte samenweiking. Er is over en weer te weinig contact. Om deze reden ontken de spr. ook, dat het rectoraat ten aan zien van de lotgevallen der Leidse Universiteit een goede waarnemingspost zou zyn. De behoefte daaraan bestaat zeer zeker, zelfs in die mate, dat spr. de vraag opportuun acht of daarvan niet een landeiyke aangelegenheid ware te maken. Een op inter-universitair overleg ge baseerd jaarverslag zou alsdan op het terrein van wetenschapsbeoefening en hoger onderwijs hetzelfde gezag kunnen krijgen als bijvoorbeeld het jaarverslag van de Nederlandse Bank op het hare Wanneer de in het algemeen weinig zeggende Diësoratie en het locale jaar verslag eat art. 115 der Hoger Onder- wyswet afgeschaft zouden worden, zou den er kostbare maanden vrij komen voor intensiever bemoeienis met het werk van senaat en consilium, dat in belang de hele rest volgens spr. ver te boven gaat. Van dit werk zou veel meer te maken zyn, en de hele academische gemeenschap zou by vervolmaking ge baat zyn. Verondersteld, dat er een senaat zou zijn van veertig of vyftig leden, gekozen vanwege reële belang stelling voor de algemeen-wetenschan- psliike zyde van het universitaire be- drflf. en dat er naast dc senaat een consilium stond van dezelfde standing en dezelfde omvang, gevormd uit com petente verzorgers van de culturele en sociale belangen van de civitas; veron dersteld, dat de rector, vry van tydro- vende oraties, ambtshalve het werk der beide kamers zou mogen leiden en coör dineren, zich intensief zou mogen be zighouden met het voorbereiden en het uitbrengen van door senaat en consi lium gevormd advies, hoeveel vrucht baarder zou dan de schat van universi tair intellect en van universitair ver- antwoordeiykheidsgevoel voor volk en civitas kunnen zyn. Maar ook en dat is thans nog een bezwaar hoe node zou dan de rector scheiden van zyn taak op elke derde Maandag van Sep tember Dit is er tegen critiek op dit moment te zeggen, dat de staatscommissie tot reorganisatie van het hoger onderwys intussen met haar rapport gereed ge komen is. zonder twijfel een rype vrucht van intensief deskundig overleg. Toch gelooft spr. van zyn recht tot spreken gebruik te moeten maken, om dat, voor zover hij vernomen heeft, dit rapport de rector wel een plaats wil ge ven in het bestuur der universiteit en aldus zyn positie tegenover burger- en regeringselementen wil versterken, maar geen concrete plannen inhoudt tot verheffing van de senaat uit zyn lethargie, noch voorstellen tot het ver hogen van het niveau van het consi lium, Ook zonder overmatig optimisme te koesteren stelt spr. zich toch voor dat de gedachtenwisseling, die nu spoe dig zal kunnen beginnen, van enige aanvullende suggesties wel gebruik zal kunnen maken. DE OVERDRACHT. Spr. besloot aldus: U. Van Groningen, aan wie ik thans, allen erkenteiyk, die my dit laar ter wille zyn geweest, krachtens het Ko- nmkiyk Besluit van 21 Juni No. 16 met deze woorden het rectoraat der Ryks- universiteit te Leiden overdraag, is nog niet beschoren het bestuur van een autonome universiteit, onder bepalin gen, die aan de eisen van deze tyd zijn aangepast. Gy kunt dat niet anders dan jammer vinden, omdat ge van het ver nieuwde streven naar autonomie, naar ik meen, een van de inspirators zyt. Daar, Indien de voortekenen niet bedrie gen, van de nieuwe hoger-onderwijswet een rectoraat van aanzieniyk grotere verantwoordelijkheid te verwachten valt, kan ik dus in ongebruikelyke for mulering zeggen, dat ik gaarne een zwaardere last op uw schouders had gelegd, een zwaardere last, die ge stel lig licht en waardig zoudt hebben ge dragen. Ik leg u echter te dragen op: het verouderde rectoraat. In myn be toog van hedenmiddag ligt opgesloten, dat my dat spijt, in zekere zin. Aan de andere kant. staat echter, dat wy het zilveren feest zijn ingegaan van het 375- 'arig bestaan van de Leidse universi teit, waardoor elk rectoraat luisterrijk kan zijn. Gegund zii u een iaar van 1ub°l en glorie Maar boven alles: mo?ê het u. rector magnificus, en onze uni versiteit foed gaan dit jaar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1949 | | pagina 8