Enquele-rapport brengt vaak boeiende lectuur
Verschil over militaire inzichten
Generaal Winkelman's benoeming
geschiedde op verantwoorde wijze
Met een enkel woord
MAANDAG 21 MAART
Voorstellen Commissie Lager
Nijverheidsonderwijs
voorbereidende cursus aan
de ambachtsschool.
Verschenen Is het rapport van de
Commissie van onderzoek betreffende
het Lager Nijverheidsonderwijs voor
jongens.
De commissie acht het, om de resul
taten van de vakopleiding te verbete
ren. nodig aan de Ambachtsschool 'n
voorbereidende cursus van een jaar
te verbinden, die ten doel heeft: a.
een betere voorbereiding te geven op
de in technische richting georiënteer
de leerstof dan door een van de an
dere scholen van voortgezet onderwijs
binnen het kader van haar leerplan
mogelijk is cn b. grote aandacht te
besteden aan een juiste beroepskeuze.
De toegang tot de voorbereidende
klasse staat open voor alle leerlin
gen, die zes klassen van de lagere
school hebben doorlopen en tenmin
ste 12 jaar oud zijn.
Om de vakopleiding te volgen be
hoort de leerling ln het algemeen de
voorbereidende klasse te hebben door
lopen.
nijverheidsonderwijs
voor schippers.
Ten aanzien van het Nijverheidson
derwijs voor schippers zegt de commis
sie dat te overwegen ware aan de dag
nijverheidsscholen een voorbereidende
klasse in te voeren, teneinde het te
kort aan Lager Onderwijs te kunnen
aanvullen, voordat het vakonderwijs
aanvangt. Er behoort een ruimere ge
legenheid te bestaan om de praktijk te
geven aan boord van een opleidings
schip, Beschikbaarstelling van 'n derde
schip is daartoe nodig. In het belang
van de schippers en de positie van Ne
derland in de binnenvaart is het ver
plicht stellen van een diploma voor de
binnenvaart voor hen, die een leidende
- functie op een binnenvaartuig vervul
len noodzakelijk.
De commissie doet ook voorstellen ten
aanzien van aanvullend onderwijs en
in verband met de opleiding van lera
ren. Deze zal zich moeten richten op
de vorming van een corps van leraren,
dat. naast een gedegen vakkennis, be
schikt over een ruime algemene ont
wikkeling en een goed paedagogisch
inzicht. De opleiding ware te onder
scheiden in drie phasen: een voorop
leiding, een middelbare opleiding en 'n
afsluitende opleiding. Deze afsluitende
opleiding zou zich vooral moeten rich
ten cp de algemene vorming tot leraar.
Minister Stikker
24 Maart naar Amerika
Het ligt in het voornemen van de
minister van Buit. Zaken, mr D. u.
Stikker om, ter ondertekening van het
Atlantisch Pact, op 21 Maait van
Southampton uit met de „Queen Mary"
naar Amerika te vertrekken.
Ernstige fraude van
16 jarige jongen
„jullie maken me niets
- De Anisterdamse kinderpolitie heeft
een merkwaardige diefstal van goederen
»n fournituren opgehelderd.
Bij het opmaken van de voorraad
kwam vast te staan, dat uit het maga
zijn een grote hoeveelheid goederen was
"Verdwenen. Bovendien werd een tekort
tan 25000 textielpunten geconstateerd.
2Pe verdenking viel direct op eqn 16-
jarige bediende, die het beheer oVerhet
magazijn voerde en zelfstandig de ver
koop en verzending van goederen aan
detaillisten verzorgde. Hij was zeer ge
schikt voor zijn werk en genoot het vol
le vertrouwen van de directie. Een on
derzoek in de door hem bijgehouden
voorraadskaarten bracht aan het licht,
dat daarmede geknoeid was, zodat zijn
Echuld vast stond. Bh zijn arrestatie was
de houding van de jongeman echter
weinig schuldbewust. „Jullie maken me
toch niets!", vpegde hij de rechercheurs
toe. Het bleek, dat hij in het bezit was
van twee politieleerboeken, welke hij
ijverig had bestudeerd .waardoor hij „de
knepen van het vak" meende te kennen.
Ten slotte kwam de volledige beken
tenis. Daaruit bleek, dat de morele
schuld van deze diefstal ligt bij een van
de vrouwelijke cliënten van de firma,
die de jongeman er toe over had ge
haald haar te leveren zonder facturen
af te geven. Dit geschiedde reeds sedert
September 1948 en de firma is voor ten
minste f.4000 op deze wijze benadeeld.
De jongeman had in totaal f. 1000 ont
vangen hetgeen hij met uitgaan heeft
opgemaakt. Bij zijn „afneemster" werd
nog een partij goed, van de firma af
komstig. ter waarde van f. 900 achter
haald.
De dader is opgenomen In een Jeugd
kamp te Hulzen.
jaarvergadering vereniging
tot behoud van natuur
monumenten.
Aankoop in Nieuwkoopse plassen.
Op de te Amsterdam gehouden jaar
lijkse algemene ledenvergadering van
de Ver. tot behoud van Natuurmonu
menten werden belangrijke uitbreidin
gen van het bezit der vereniging bekend
gemaakt. Ruim 530 hectare werd in het
afgelopen jaar eigendom der vereniging,
In de Nieuwkoopse plassen, waar de
vereniging reeds enig terrein bezat, is
61 H.A. aangekocht, gelegen in de om
geving van de zuidelijke plas.
Tijdens de vergadering werd bijzon
dere aandacht geschonken aan de af
graving van de St. Pietersberg. De door
de regering verleende concessie tot af
graving gedurende een periode van 60
jaar, werd in hoge mate betreurd. Be
sloten werd een brief, welke tevens is
bedoeld als adhaesiebetulging met het
request van de Ned. Ver. van Natuur
vrienden te zenden aan de minister
president, waarin wordt aangedrongen
op het blijvende behoud van de Oost
oever van het Maasdal, die thans nog
ongerept is. Ook werden in deze brief
maatregelen bepleit, opdat het buiten de
concessie vallende gedeelte van de St,
Pietersberg, met de daarin gelegen gan
genstelsels, behouden zal blijven.
ovationeel succes voor rott.
philïi. orkest te kopenhagen.
Het Rotterdams Philharmonlsch Or
kest onder leiding van Eduard Flipse,
gaf Zaterdagavond zijn eerste concert
in Kopenhagen. Onder de aanwezigen
bevonden zich leden van de Koninklijke
familie, de Nederlandse gezant en Jhr
Van Lennep en diens echtgenote, als
mede vele vertegenwoordigers uit het
Deense muziekleven.
Het concert werd geopend met de
ouverture van de Deense componist
Kn-ud Aage Riisager op het vrijheids-
spel van Kai Munk „Niels Ebbesen",
Daarna volgden composities van Die
pen breek en Pijper en het vioolconcert
in D dur van Tsjaikofsky, vertolkt dooi
de Deense musicus Wandy Tworek. Het
e meert werd besloten met ae tweede
symphonie van Brahms in D dur. Het
hartelijk applaus groeide tenslotte aan
tot een ovatie voor dirigent en orkest.
(Van onze Parlementaire Redacteur:).
De aard der lectuur, in het rapport
der Enquête-Commissie aangeboden,
wisselt natuurlijk met het karakter der
onderwerpen. Daar zfjn er bij, die van
speciaal belang zijn voor speciale groe
pen. b.v. de verhandelingen over het
militair beleid. Dan de politieke be
leidskwesties, die wel algemeen belang
stelling zullen vinden. En tenslotte is
er bepaald boeiende lectuur, vooral in
de nog komende publicaties, ais over
het England-Spiel, de behandeling van
Nederlanders door onze vertegenwoor
digers in het buitenland, de hulp aan
de Ned. gevangenen in - Duitsland.
Soms is zelfs de manier, waarop de
Commissie a-an de gegevens kwam, op
zichzelf al Interessant, Men denke maar
eens aan het feit, dat de militaire dos
siers en archieven voor de komst der
Duitsers werden verbrand. En toch was
de commissie neg wel in staat iets bij
elkaar te krijgen: stukken, die van de
partementen en Gen. Staf waren uit
gegaan en docr entvangers met list en
moed bewaard zijn. Evenals de door
slagen van stukken aan departemen
ten en staf, die met hetzelfde risico
door afzenders werden beveiligd.
Maar enkele hiaten zullen er wel ge
bleven zijn.
Voorts rijzen er steeds weer nieuwe
vragen en ongetwijfeld zullen er nog
mededelingen en getuigen loskomen
juist naar aanleiding van hetgeen ge
publiceerd is. Misschien dat de com
missie daarin aanleiding vindt cm later
nog met een supplement te komen.
In leder geval behoeft men niet voor
partijdigheid te vrezen. De commissie
is zo veelzijdig mogelijk samengesteld,
n.l. uit alle in de Kamer vertegen
woordigde partijen (voor de verkiezin
gen van '48)Katholieken 2 leden en
2 plaatsvervangers, Arbeid 2 leden en
2 pl.verv., A.R, 1 lid en 2 pl.verv., C.H.
1 lid en 1 pl.verv., V.V.D. 1 lid en 1
pl.verv., Communisten 1 lid en 1 pl.
verv. en St. Geref. 1 lid.
Des te opvallender is het dat de con
clusies der commissie nagenoeg alle
eenstemmig zijn genomen. Bij het lezen
zal men vooral dienen te onderscheiden
tussen de samenvatting der getuigenis
sen en de gevolgtrekkingen der com
missie.
DE WISSELING VAN OPPER
BEVEL EN PEEL-RAAMSTEL-
LING.
De hoofdzaak van het onderzoek der
Commissie naar het militaire beleid
19391940 is de geschiedenis van de
wisseling in het opperbevel.
Uitvoerig wordt stilgestaan bij de
staatsrechtelijke positie van de Opper
bevelhebber van Land- en Zeemacht,
Voor de commissie staat vast, dat de
raad van ministers bevoegd is, aan de
O.L.Z, aanwijzingen te geven, daar de
opperbevelhebber inzake de uitoefening
van zijn taak verantwoordelijk is aan
de Ministerraad en aan deze onderge
schikt is. Deze ondergeschiktheid is van
hiërarchischeen niet van constitutio
nele aard.
Tussen de toenmalige regering en de
O.L.Z., generaal Reynders, heerste ver
schil van mening omtrent diens staats
rechtelijke positie. En de commissie
laakt het dat, terwijl de benoeming van
generaal Reynders op 28 Augustus '39
was geschied, eerst op 9 September
d.a.v. tussen hem en de regering diens
krijgsplan werd besproken. Zulks had
tevoren dienen te geschieden, want bij
die besprekingen bleek direct het ver
schil van opvatting over de staatsrech
telijke positie van de O.L.Z. Daarna
volgde een voortdurende reeks van
moeilijkheden: over de richtlijnen aan
de pers, het aanleggen van versterkin
gen en het beschikbaar stellen van gel
den daarvoor, de paraatheid van de
luchtafweer, het verstrekken van in
lichtingen aan de regering, de positie
van de militaire attaché te Berlijn, de
mobilisatie-clubs.
Maar bovenal ging het om het krijgs
plan, waarbij generaal Reynders wil
de vasthouden aan de Peel-raam-
stelling teneinde de verbinding met
de toekomstige geallieerden open te
houden, terwijl er ook verschil van
mening was over de strategie benoor
den de grote rivieren.
Het gevolg was het ontslag van ge
neraal Reynders en de benoeming
van generaal Winkelman tot O.L.Z.
in Februari 1946. Deze had direct het
volle vertrouwen der regering, wijl hij
haar Inzichten onderschreef cn e
hadden geen moeilijkheden mee
plaats.
GEEN DECORATIE AAN
GENERAAL REYNDERS.
In die dagen, met name bij de be
handeling der defensie-begroting ii
December 1939, werd er ook in de .pers
druk geschreven over de positie van de
opperbevelhebber. Velen huldigden de
opvatting, dat de verantwoordelijkheid
bij de regering berustte, doch dat de
Minister van Defensie meer de Indruk
maakte van sSechts de bood schappen-
te
De 15.000 ER UIT.
In de 5e klasse der Staatsloterij eer
ste lijst, is op 'nr. 5449 de f. 15.000 ge
vallen.
ZIEKENKAS-BIJDRAGEN VOOR
MIJNWERKERS VERHOOGD.
Het Algemeen Mijnwerkersfonds heeft
zich genoodzaakt gezien de zlekenkas-
bijdragen met Vz tot 2 van het
loon te verhogen. De ondememersbij-
dragen werden van 4!£ op 6 ge
bracht. De bijdragen voor het zieken
fonds van het A.M.F. werden met VK
verhoogd tot 1.75 van het loon. Ook
na deze verhoging zal men echter niet
in staat zijn het tekort te dekken, dat
bij de verzekering tegen genees- en heel
kundige behandeling (met inbegrip van
de ziekenhuisverzekering) voor de ge-
pensionneerden, weduwen en wezen
reeds f. 400.000.— bedraagt.
zijn van de O.L.Z.
Daartegenover trokken anderen de
partij van de opperbevelhebber Na het
lezen van de bevindingen ci-r commis
sie kunnen wij ons niet a?.n de lrdruk
onttrekken, dat de fout niet primair
lag in het verschil van inzicht m de
staatsrechtelijke positie, waarna j.as 'i
vei lies van veruouwen in de O.L.Z. be
steed, doch dat Integendeel begonnen
werd met geen voldoende vertrouwen
te stellen in de man, die men toch tot
zulk een hoge verantwoordelijkheid had
geroepen, en dat daarna in zijn ver
weer de O.L.Z. zich op zijn positie be
riep.
Hier hadden wij het cp zijn plaats
gevonden, als de commissie een verge
lijking had getrokken met de exhorbi-
tante macht van generaal Kruis en zijn
militair gezag, na de bevrijding, teen
er lang niet zulk een gevaar bestond
als onder generaal Reynders.
Een eenvoudige vergelijking tussen de
schriftelijke ontslagaanbiedingen van
generaal Snijders in 1918 en van gene
raal Reynders in 1940 (beide in het
rapport opgenomen) toont de veel hof
felijker en onbaatzuohtiger gesteldheid
van laatstgenoemde.
De commissie uit haar bevreemding
over het onthouden van de gebruike
lijke decoratie aan generaal Reynders.
En zij voegt daaraan toe, dat hier
door aan het ontslag een onnodig
pijnlijk accent werd gegeven.
Maar wij menen, dat hierdoor zelfs
het hele ontslag als zodanig in een
ander licht komt te staan.
De commissie concludeert dat de re
gering de uiteindelijke verantwoorde
lijkhcid droeg en dus de O.L.Z. kon
ontslaan. Maar dit impliceert, dat zij
ook verantwoordelijk is voor de uit
eindelijke gevolgen van het be
volen strategisch beleid en de snelle
ineenstorting van onze verdediging.
Op dit punt missen wij enig oordeel
van de oommissie, ace gi*
Gelijk trouwens alle conclusies der
commissie zeer gewijzigd zijn.
ONZE VERDEDIGING BENOOR
DEN DE GROTE RIVIEREN.
Een van de grote geschilpunten tus
sen regering en opperbevelhebber, die
leidden tot het ontslag van deze in
Februari 1940, betrof de verdediging
benoorden de grote rivieren. Hierin
zijn vier fazen te onderscheiden: eerst
hield men de Grebbelinie aan, toen
de Hollandse Waterlinie, vervolgens
beide'linies, en daarna weer de Greb
belinie.
De commandant van het veldleger
verklaarde bij de verhoren o.m „Ik
heb mfj er wel over verwonderd dat op
September 1939, nadat het veldleger
al lang ln de Grebbelinie was en de oor-
los in West-Europa juist was uitgebro
ken, dat toen nog moest worden behan
deld, wat met het veldleger moest wor
den gedaan. Het tornen aan de reeds
ingenomen concentratie zou het vertrou
wen in het opperbevel en in de regering
zeker geen goed hebben gedaan .indien
het zover ware gekomen, dat het veld
leger na de concentratie was terugge-
marcheerd van de Grebbe naar de Ves
ting Holland."
En verder zegt generaal Van Voorst
Sr.: „Althans generaal Reynders ver
meldt, dat minister Dyxhoorn het terug
nemen van minstens één legerkorps
voorstend".
.,Maar dit is een pertinente leugen, ik
kan niet anders zeggen", antwoordt
hierop de toenmalige minister van De
fensie bij zijn verhoor. „Dit is weer het
geroddel om er rich uit te draaien. Maar
het gaat hier om de kern van de zaak.
Het is best mogelijk, dat in September,
toen dus de Waterlinie hoofdverdedi
gingslinie zou worden en toen wij als
deskundigen samen gesproken hebben,
ik gezegd heb: Wel, laat u dan sterke
achterhoeden in de Grebbelinie, waar
nu gegraven wordt ,en met de rest moet
u gaan ritten achter de Hollandse wa
terlinie".
En verder zegt de minister: „Het was
met generaal Reynders zo, dat hij in die
gesprekken de minister van Defensie
uit zijn tent lokte. Dat heeft hij meer
gedaan o.a. toen tijdens de bespreking
ln begin September 1939 de Hollandse
Waterlinie ter sprake kwam. Ik - was
toen van oordeel, dat hij achter de Hol
landse Waterlinie moest gaan zitten.
Generaal Reynders heeft my bij die ge
legenheid gewoon uit miln tent gelokt.
Op dat moment, begin September dus,
was er nergens iets van betekenis. Toen
was er in de Grebbelinie niets en in de
Hollandse Waterlinie weinig. Het ge
sprek liep zo, dat de generaal moest
kiezen, waar hij met het veldleger ging
zitten.
Hij vroeg mij toen: „Wel wat zoudt u
doen? In feite was dat geen vraag aan
een minister van Defensie door een
opperbevelhebber. Ik ben echter zo
dom geweest (dat wil ik achteraf wel
bekennen) om te zeggen: „Ja, als ik
op het ogenblik moest kiezen, dan
koos ik de Hollandse Waterlinie.
Daar zijn tenminste nog de onderko
mens van de vorige mobilisatie en men
kan het terrein direct onder water
zetten". Generaal Reynders heeft mÜ
dit antwoord later verweten. Hetgeen
ik weinig fraai vind, omdat hij het
antwoord had uitgelokt."
DE WATERLINIE.
Op 7 Januari 1940 werd bij opdracht
aan generaal Reynders bepaald, dat zo
wel in het Oostfront van de vesting Hol
land als ln de Grebbelinie weerstand
moest worden geboden, terwijl aan de
O.L.Z. werd overgelaten, hoeveel troe
pen voor de verdediging voor elk der
fronten zou worden bestemd. Bovendien
was hierbij nog aangegeven, dat de ope
raties niet mochten worden gebaseerd
op het slagen van de terugtocht van de
troepen, die opgesteld waren achter de
Grebbelinie. De nieuwe opperbevelheb
ber generaal Winkelman, kreeg weereen
andere, althans ruimere opdracht. Die
stelde nagenoee het hele veldleger in de
Grebbelinie op en slechts een kleine
veillgheidsbezetting in het Oostfront
van de Vesting Holland. Hij ging er
principieel van uit, alle, krachten welke
gebruikt konden worden voor de verde
diging van het hart. des lands, in een
stelling, de Grebbelinie. te concentreren.
Dit viermaal wijzigen van het stra
tegisch plan binnen een half jaar tlids
(van Augustus 1939 tot Februari '40)
mag vrijelijk funest worden genoemd.
En als men daarbij voegt, dat in de
Hollandse Waterlinie niet geinundeerd
mocht worden ,en dat voor de Greb
belinie het terrein niet gezuiverd
mocht worden voor een boomgaard
vroeg men ook de kapitale som van
f.400. zodat de artillerie geen vrij
schootsveld had en de Duitsers later
bij hun aanval een prachtige dekking
vonden in de bloeiende bongerds, dan
begrijpt men, dat er van een doeltref
fende verdediging geen sprake kon
zijn.
„Het wonderlijke van de hele zaak is",
aldus merkte voorzitter Ruys de Bee-
renbrouck b(j de ondervraging van mi
nister Dyxhoorn op, „dat voor de oorlog
alle plannen, b.v. om iets te zeggen de
kwestie van de drooglegging van de Zui
derzee, met de. betreffende berekeningen
en bepaalde afgravingen, helemaal ge
baseerd zijn geweest juist op de gedach
te. dat de eigenlijke verdedigingslinie de
Waterlinie zou zijn".
„Dan had de opperbevelhebber ter
stond na de mobilisatie alle hens aan
dek moeten zetten om die Hollandse
Waterlinie in staat van tegenweer te
brengen. Maar het veldleger stond nu
met 2 legerkorpsen te graven en inun
daties voor te bereiden in de Grebbe
stelling", aldus minister Dyxhoorn.
De voorzitter: „Ja, maar er waren
wel andere krachten te vinden om ook
dit werk (in de Waterlinie) te doen, is
natuurlijk de redenering van generaal
Reynders".
Minister: „Door wie?"
Voorzitter: „Door burgerwerkkrach
ten en desnoods met burgeraannemers".
Minister: „Men kan toch geen mili
taire stelling in korte tijd inrichten met
burgerwerkkrachten als daar geen mili-
MUSSERT WERD NIET
GEARRESTEERD.
Hij was te „onbelangrijk".
Door de gedragslijn, welke de re
gering heeft gevolgd, heeft men
tot 19 April 1940 de bevoegdheden
uit de Oorlogswet niet integraal
kunnen toepassen ter bestrijding
van staatsgevaarlijke Nederlan
ders. De wijze waarop het mili
taire gezag na 19 April 1940 van
zijn bevoegdheden ten aanzien
van staatsgevaarlijke elementen
gebruik heeft gemaakt, kan de
commissie niet bevredigen. Op
last van de opperbevelhebber zijn
na het afkondigen van de staat
van beleg slechts 21 personen als
staatsgevaarlijk geïnterneerd.
Deze gedragslijn werd gevolgd
niettegenstaande het departement
van Justitie, dat lijsten van deze
lieden had aangelegd, had voorge
steld er enige honderden te ar
resteren.
Men achtte bijv. Mussert niet be
langrijk genoeg om te arresteren.
tairen zijn, die aanwijzingen geven en
hun eigen versterkingen mee helpen
maken, alsmede weten welk terrein ze
verdedigen moeten".
Voorzitter: „Dat kan natuurlijk onder
leiding van officieren gebeuren. Boven
dien was de zaak voor de oorlog al voor
bereid. Maar achteraf blijkt misschien
niet in voldoende mate. Verschillende
personen, die wij verhoord hebben,
spraken van een geheime kist, waar bij
zonderheden in zaten".
En verder: „Ik kan mij toch theore
tisch voorstellen, dat men een fortenli
nie gaat aanleggen zonder dat de troe
pen, die deze later moeten bezetten,
aanwezig zijn".
Minister: Niet in korte tijd. En daar
gipg het hier om. Dat kan, als men een
half jaar of meer de tijd heeft, presi
dent, en nauwkeurige verkenningen heeft
verricht omtrent de plaats der te maken
versterkingen".
De parlementaire Enquête-commis
sie meent, dat de benoeming van de
heer Winkelman tot opperbevelheb
ber op verantwoordelijke wijze is ge
schied en dat de regering, gezien de
persoonlijkheid en de antecedenten
van generaal Winkelman, deze in het
volste vertrouwen met het opperbevel
kón belasten.
De commissie meerit te moeten op
merken, zoals ook generaal Winkelman
dit voor de commissie gedaan heeft.dat
wij bezwaarlijk een andere strategie
hadden kunnen volgen, daar ons toen
malige neutraliteitsstelsel ons verhin
derde contaot op te nemen met het bui
tenland. De grootst mogelijke meerder
heid der commissie trekt de conclusie
dat bij een eventuele nieuwe oorlog het
optreden van de Nederlandse strijd
krachten zo nodig en zo mogelijk ge
richt moet zijn op samenwerking in
bondgenootschappelijk verband.
VÓÓR DE INVAL.
Door de berichtgeving van de mili
taire attaché was het algemeen Hoofd
kwartier op de laatste avond voor de
inval voldoende gewaarschuwd. Ook
reeds in de loop van de voorafgaande
maanden had de militaire attaché
verschillende berichten naar Neder
land doorgezonden, o.a, heeft hij, naar
hij mededeelt, een dag of veertien
voor de aanval het bericht doorge
zonden. dat er een pantserdivisie ge
reed stond om op te rukken in de
richting 's-HertogenboschLangstraat
MoerdijkRotterdam. Deze mede
deling is uiteraard slechts in grote lij
nen gegeven. De pantserdivisie was
gelegen in het rayon TheineMun
sterOsnabrück.
Het is de commissie gebleken, dat deze
waarschuwing bij de Inlichtingendienst
is aangekomen, daar enige subalterne
officieren aldaar zich dit nog herinne
ren. Hoewel de datum van deze mede
deling uit de verschillende verklaringen
niet geheel is komen vast te staan,
meent de commissie toch als zeker te
kunnen aannemen, dat althans korte
tijd voor de inval deze mededeling het
Algemeen Hoofdkwartier heeft bereikt.
Het merkwaardige is echter, dat dit be
richt, dat uit de aard der zaak van het
hoogste belang was in verband met de
verdediging van de Moerdijkbrug, niet
ter kennis van de opperbevelhebber is
gekomen.
Het is de commissie niet mogen ge
lukken uit te maken aan wiens schuld
de omissie te wijten zou zijn. Dat hier
echter op het algemeen hoofdkwar
tier een emstigo nalatigheid is ge
pleegd, meent de commissie wel te
mogen aannemen.
GEEN WAARSCHUWING.
De commissie meent te moeten aan
nemen, dat noch het Algemeen Hoofd
kwartier noch de commandant van de
Vesting Holland gerekend hebben op
een aanval uit de lucht in zulk een om-
binnenland
Bij kllometerpaal 15 op het strand
van Schiermonnikoog ls in verregaande
staat van ontbinding aangetroffen het
stoffelijk overschot van een onbekende
man. Vermoedelijk betreft het het
lichaam van een vlieger, die deel uit
maakte van de bemanning van de Hall
fax bommenwerper, die op 12 Januari 1943
bij Schiermonnikoog ls neergestort. Het
stoffelijk overschot zal begraven worden
op de begraafplaats Vredenhof.
Zaterdagavond hebben ongeveer 60
Jonge mannen en -vrouwen voor het Huls
van Bewaring te Den Haag, communis
tische strijdliederen gedemonstreerd en
gezongen. Daar voor het houden van deze
optocht geen vergunning was verleend,
heeft de politie de demonstranten uiteen
doen gaan. Enkele onwillige demonstran
ten kregen klappen met de gummistok.
In het Huls van Bewaring zijn slnd6 enige
tijd twee bestuursleden van het Alg.
Ned. Jeugdverbond. een militair en een
burger, opgesloten.
De directeur-generaal voor het Nij
verheidsfonds ln Slam, de heer Charya-
vlbhat en de Inspecteur van het Onder
wijs ln Slam, de heer Horatanachl. die
een studiereis door Europa maken en op
het ogenblik ln ons land vertoeven, heb
ben Zaterdagmorgen een bezoek gebracht
aan het opleidingsschip „Koningin Wll-
helmlna" van het Kon. Onderwijsfohds
voor de Scheepvaart te Amsterdam.
Zij waren voor het onderwijs, dat daar
wordt gegeven, vol bewondering. De heer
Charyavlbhat zelde, dat mocht ae Siamese
regering er toe over gaan een opleidings
instituut op scheepvaartgebied te stich
ten, hij er voor zou ijveren, dat dit In
stituut naar voorbeeld van de „Koningin
Wllhelmlna" Ingericht zou worden.
Morgen vertrekken 25 asthma-
patlëntles naar Zwitserland, waar zf) ge
durende zes maanden op kosten van het
Zwitserse Rode Kruis in een kindertehuis
te Gstaad zullen worden verpleegd.
Op 2 en 3 April komen ln Amster
dam de mooiste honden van het conti
nent te zamen. Dan organiseert de Neder
landse Kennel Club „Cynophllla", onder
beschermheerschap van Z.K.H. Prins Bern-
hard der Nederlanden, zijn traditionele
tentoonstelling voor honden van alle
rasser*.
In Arnhem brandde gisteren, waar
schijnlijk door het springen van een fles
Buta-gas, het enige ln ons land bestaande
Clre Perdue bedrijf, dit ls het bronsgieten
naar wasmodellen, vrywel geheel uit.
Door het snelle Ingrijpen van de brand
weer kon een gedeelte van de kunstvoor
werpen en een goed deel van het mate
riaal gered worden.
In het perceel Prinsengracht 580 te
Amsterdam werd het ontzielde lichaam
gevonden van de 55-Jarlge vrouw E. J. die
door gasverstlkklng om het leven ls ge
komen, die vergeten had de gaskraan te
sluiten. Omdat de vrouw een gebrek aan
haar reukorgaan had, zal zij de gaslucht
niet hebben gemerkt voor het te laat was
Einde Maart zullen 32 zoons van
Nederlandse boeren voor de duur van een
half Jaar naar Amerika vertrekken, om
daar kennis te nemen van de Ameri
kaanse landbouwmethoden. Voor dit doel
zullen zij worden geplaatst op bedrijven
van verschillend karakter.
Vier Nederlanders, die per autobus
Uit Duitsland terugkeerden zijn alhier,
toen ze uit de bus stapten, aangehouden.
Zij bleken grote partijen auto-contact
sloten, instrumenten, honderden zakmes
sen en autolnstrumenten ln hun bezit te
hebben.
Het Centraal Laboratorium van de
Bloedtransfusiedienst van het Ned. Rode
Kruis ls Zaterdagmiddag, geheel gemoder
niseerd, te Amsterdam officieel geopend,
Dr J. Spaender. directeur van het labo
ratorium en ir F. C. C. baron van Tuyll
van Serooskerken van Zuylen, voorzitter
van het Rode Kruis, voerden bij deze
plechtigheid het woord.
buitenland
De beroemde Russische roman
schrijver Fedor Dostojewsky ls door de
Sovjet-literaire Gazet als „een verdorven
aartsvijand van de revolutie en de revolu-
tlonnalre democraten" bestempeld.
Canadese burgers zullen ln het ver
volg een redelijk bedrag aan Canadese
dollars kunnen verkrijgen om hun reis
kosten ln Frankryk, België, Luxemburg,
Nederland en Noorwegen te betalen. Deze
maatregel zal de ontwikkeling van het
vreemdelingenverkeer in deze landen be
vorderen.
De regering van Israël ls van plan
de Israëlische bevolking een zo groot
mogelijke belasting-druk op te leggen De
regering zal een politiek van grote sober
heid toepassen teneinde Immigratie en
agrarische en Industriële expansie op
grote schaal mogeiyk te maken.
De Poolse regering heeft een offi
ciële verklaring over de betrekkingen tus
sen de kerk en de staat uitgegeven, waarin
er de nadruk op wordt gelegd, dat een
wijziging ln de houding van de bisschop
pelijke hiërarchie en het staken van elke
onvrleudschappeiyke actie tegen de staat
de grondslag moeten zyn om de betrek
kingen tussen kerk en staat te regelen.
Het Amerikaanse ministerie van
buitenlandse zaken overweegt een Pools
verzoek om terugroeping van Chester
Opal, Amerikaans persattaché te Warschau
die beschuldigd wordt van het verspreiden
van bulletins, waarin Polen beschreven
wordt als „ene Sovjet satelliet".
Admiraal sir James Somerville, een
van Engeland's bekendste admiraals tij
dens de oorlog. Is op 66-jarige leeftyd te
Wells ln Somerset overleden.
Israël en Libanon zijn tot volledige
overeenstemming over een wapenstilstand
gekomen De reeds opgestelde overeen
komst zal Woensdag door de leiders van
de delegaties ondertekend worden.
vang als heeft plaats gevonden. Hoe dit
echter zij, de commissie is van oordeel,
dat de commandant van de Vesting Hol
land ongeacht de verwachtingen, die hij
met betrekking tot parachutistenlan
dingen mooht koesteren, in ieder geval
een telex-bericht van het Algemeen
Hoofdkwartier, waaruit bleek, dat de
toestand aan de grens ernstig was, aan
zijn ondergeschikte troepencommandan
ten had moeten doorgeven. Ook al zou
men aannemen, dat inderdaad de Ves
ting Holland in de tweede linie lag en
derhalve niet onmiddellijk blootgesteld
zou worden aan een grootscheepse aan
val van vijandelijke troepen, dan nog
was het duidelijk, dat men in elk geval
kleinere aanvallen van parachutisten op
bepaalde punten, b.v. de Moerdijkbrug,
kon verwachten.
Het mag dan ook niet verantwoord
genoemd worden, dat de commandant
van de Vesting Holland de troepen,
welke onder hem stonden, niet heeft
gewaarschuwd en medegedeeld, dat de
volgende ochtend de inval kon worden
verwacht.
BOVENMATIG ZWARE TAAK.
Ten slotte wil de commissie niet na
laten als haar mening uit to spreken,
dat generaal Winkelman zich met zijn
volle persoon heeft ingezet voor do
taak, welke hem was opgedragen. On
danks de grote achterstand op defen
sie-irebied hier te lande heeft hij ge
tracht met de beschikbare middelen
het uiterste te bereiken, dat bereikt
kon worden. In het bijzonder heeft de
commissie grote waardering voor de
beheerste cn beleidvolle wiize, waar
op hij in de oorlogsdagen zijn boven
matig zware taak heeft vervuld.
TELEURSTELLEND VERLOOP
BIJ MOERDIJK.
De commissie is van oordeel, dat
het verloop der gebeurtenissen om
cn bij de Moerdijkbruggen bijzonder
teleurstellend is geweest.
Dat de Moerdijkbruggen op wel
zeer snelle wijze in handen van de
Duitsers gevallen zijn, vindt zijn oor
zaak vooral hierin, dat men de troe
pen bij deze bruggen niet gealar
meerd had, zodat zij op de avond van
de 9de Mei geheel onbekend waren
met het feit, dat de volgende dag met
aan zekerheid grenzende waarschijn
lijkheid de oorlog zou uitbreken.
De overweging van de commandant
van de Vesting Holland, die 't desbe
treffende bericht niet heeft doorgege
ven, dat de Moerdijkbruggen in de
tweede of derde linie lagen en derhalve
geen onmiddellijk gevaar liepen, acht
de commissie in tegenspraak met zijn
opdracht op de grote betonweg tus
sen de Moerdijkbruggen en Dordrecht
zware mitrailleurs tegen luchtlandingen
te plaatsen. Biykens deze maatregel
hesft hij toch wel de mogelijkheid on
der ogen gezien, dat de Duitse legerlei
ding met luchtlandingstroepen aan
vallen zou doen uitvoeren.
De commissie is wel van oordeel, dat
de opperbevelhebber zijnerzijds niet
meer maatregelen had kunnen nemen
om deze bruggen te heroveren.
VIJANDELIJKHEDEN BEGONNEN
VOOR ULTIMATUM.
Gebleken is, dat de Duitsers reeds
met de vijandelijkheden waren be
gonnen, voordat een ultimatum was
overhandigd. Ook uit andere gegevens
blijkt, dat de Duitsers reeds oorlogs
handelingen tegen Nederland hadden
gepleegd voordat de oorlog aan Ne
derland was verklaard.
Het ls de commissie bij haar verho
ren over de krijgsverrichtingen, hoewel
zij deze slechts zeer summier heeft on
derzocht, gebleken, dat de Duitsers zich
ook verder in verschillende gevallen
niet hebben gehouden aan ds regels,-
welke tussen oorlogvoerenden gelden.
Vooral bij de eerste grensoverschrij din
gen heeft de vijand op vele plaatsen
getracht belangrijke stratetlsche pun
ten bij verrassing door gebruikmaking
van unfaire middelen in handen te
krijgen. Een van deze overvallen, welke
helaas maar al te goed is geslaagd,
heeft plaats gevonden by de spoorbrug
by Gennep.
Uit alles is duidelijk, dat op vele
wyzen is getracht, en somtijds met
succes, door ongeoorloofde middeuu
de Nederlandse troepen buiten ge
vecht te stellen.
Houding van de troep
was behoorlijk
Met betrekking tot de verschillende
krijgsverrichtingen op de vliegvelden
en de maatregelen, welke genomen
zijn tegen een aanval uit de lucht, is
de commissie van oordeel, dat naar
haar indruk de houding van de troep
over het algemeen behoorlijk is ge
weest. Hoewel men niet gerekend had
op parachuttstenaanvallen en lucht
landingen op zo grote schaal, heeft
men met betrekkelijk weinig geoefen
de troepen, die voor een gedeelte zelfs
uit depót-troepen bestonden, kans ge
zien de drie vliegvelden rondom Den
Haag weer in handen te krijgen, de
parachutisten te isoleren of te ver
spreiden. zodoende het regeringscen
trum veilig te stellen. Hierdoor is in
derdaad slechts een gedeelte van het
krijgsplan van de Duitsers ten uitvoer
gebracht.
Het ls uiteraard in hoge mate te be
treuren, dat men hetzelfde resultaat
niet heeft kunnen bereiken met het
vliegveld Waalhaven by Rotterdam. Ds
overmacht, waarmede de vijand hier
gedaald ls. was van alen aard, dat de
sterkte van onze troepen hier niet te
gen opwoog. Blijkbaar heeft het op
perbevel niet gerekend op een dergelijk
groots opgezette aanval op dit vliegveld.
DE PRESTATIES AAN DE
GREBBE-LINTE.
De beoordelingen van de prestaties
van de troepen aan de Grebbe-linie
lopen nogal uiteen. Het is inderdaad
moeilijk over deze prestaties en over
de tekortkomingen van de leiding en
de troepen een gefundeerd en billijk
oordeel te geven. Zoals gebleken is,
had de Nederlandse legerleiding met
grote moeilijkheden te kampen.
Mede doordat de troepen in de Greb-
bestelling, die reeds enige dagen voor
de oorlog weinig rust hadden gehad, ge
durende de oorlogsdagen in het geheel,
niet konden rusten, moet de invloed
van aanhoudende artilleriebeschieting,
gevolgd door een Stuka-aanval, niet
onderschat worden.
Onze troepen waren op deze artille
rie-aanvallen en ook op de aanvallen
uit de lucht met bommen en mitrail
leurs in het geheel, niet voorbereid. De
commissie meent derhalve, dat by de
beoordeling van de vraag, hop het Ne
derlandse leger zich gehouden heeft in
de Grebbestelling, aan deze factoien
aandacht moet worden geschonken.
CAPIT ULATIE ROTTERDAM
AFGEDWONGEN.
De commissie heeit van de krijgsver
richtingen in Rotterdam de indruk ge
kregen, dat, hoewel het commando van
deze geheel onvoorbereid was op de
verdediging, men kans heeft gezien
deze op een uitstekende wijze te voeren.
Rekening houdende met het feit, dat
over het algemeen de troepen van Rot
terdam niet gevechtsvaardig waren,
hebben deze, naar de indruk van de
commissie, gegeven wat zy konden en
hebben binnen het raam van het mo-
geiyke behoorlijke successen behaald.
De vüand heeft de capitulatie van
Rotterdam dan ook slechts kunnen
afdwingen door het uitvoeren van het
bekende bombardement van de 14e
Mei.
HOUDING DER OFFICIEREN.
Ten aanzien van de houding van
officieren en troepen merkt de com
missie op: de vredesorganisatie van
het Nederlandse leger liet niet toe
met groie troepeneenheden te ma
noeuvreren, zodat niet duidelijk kon
blijken of de hogere commandanten
inderdaad geschikt waren om derge
lijke eenheden te leiden. Tevens was
de beoordeling van de Nederlandse
officier in vredestijd niet zodanig, dat
het officierenkorps door bevorderin
gen op de juiste wjjze geselecteerd
werd.
Een ander bezwaar, dat zich in de
oorlogsdagen gewroken heeft, was, daü
de militaire tucht in vredestyd op te
gemoedelijke wijze werd gehandhaaia.
Het is duidelijk, dat de Nederlandse
troepen, op deze wijze opgeleid en
somtijds onder commandanten gesteia,
die in oorlogstijd bleken te falen, niet
tegen de moderne oorlogvoering be
stand waren. Het valt dan ook niet te
verwonderen, dat verschillende troepen-
onderdelen en commandanten niet heb
ben voldaan aan tal van opdrachten en
dat de weerstand van de troep op vele
plaatsen sneller is ineengestort dan
men had gedacht. De troep was vooral
gedurende de eerste dagen geestelijk ui
het geheel niet op oorlog ingesteld en
zeer labiel.
Wanneer de troepen na de eerste
stoot niet tot zich zelf konden ko
men of door uitstekende comman
danten werden aangevoerd, zagen z»J
geen kans zich te herstellen, doch
plantte de paniekstemming zich op
andere onderdelen over.
Het is helaas niet mogelijk gebleken
het leger, hetwelk gedurende lange ja
ren onvoldoende was uitgerust en op
geleid, de laatste jaren en meer in het
byzender de laatste maanden voor de
oorlog op een zodanig peil te brengen,
dat het geschikt was om op redelijke
wyze stand te houden tegen een krach
tige vyand. Met des te meer voldoe»
ning heeft de commissie in de vorig«
hoofdstukken kunnen wyzen op ver
schillende voorbeelden van zeer goede
plichtsbetrachting.