Enquele-rapport brengt vaak boeiende lectuur Verschil over militaire inzichten Generaal Winkelman's benoeming geschiedde op verantwoorde wijze Met een enkel woord MAANDAG 21 MAART Voorstellen Commissie Lager Nijverheidsonderwijs voorbereidende cursus aan de ambachtsschool. Verschenen Is het rapport van de Commissie van onderzoek betreffende het Lager Nijverheidsonderwijs voor jongens. De commissie acht het, om de resul taten van de vakopleiding te verbete ren. nodig aan de Ambachtsschool 'n voorbereidende cursus van een jaar te verbinden, die ten doel heeft: a. een betere voorbereiding te geven op de in technische richting georiënteer de leerstof dan door een van de an dere scholen van voortgezet onderwijs binnen het kader van haar leerplan mogelijk is cn b. grote aandacht te besteden aan een juiste beroepskeuze. De toegang tot de voorbereidende klasse staat open voor alle leerlin gen, die zes klassen van de lagere school hebben doorlopen en tenmin ste 12 jaar oud zijn. Om de vakopleiding te volgen be hoort de leerling ln het algemeen de voorbereidende klasse te hebben door lopen. nijverheidsonderwijs voor schippers. Ten aanzien van het Nijverheidson derwijs voor schippers zegt de commis sie dat te overwegen ware aan de dag nijverheidsscholen een voorbereidende klasse in te voeren, teneinde het te kort aan Lager Onderwijs te kunnen aanvullen, voordat het vakonderwijs aanvangt. Er behoort een ruimere ge legenheid te bestaan om de praktijk te geven aan boord van een opleidings schip, Beschikbaarstelling van 'n derde schip is daartoe nodig. In het belang van de schippers en de positie van Ne derland in de binnenvaart is het ver plicht stellen van een diploma voor de binnenvaart voor hen, die een leidende - functie op een binnenvaartuig vervul len noodzakelijk. De commissie doet ook voorstellen ten aanzien van aanvullend onderwijs en in verband met de opleiding van lera ren. Deze zal zich moeten richten op de vorming van een corps van leraren, dat. naast een gedegen vakkennis, be schikt over een ruime algemene ont wikkeling en een goed paedagogisch inzicht. De opleiding ware te onder scheiden in drie phasen: een voorop leiding, een middelbare opleiding en 'n afsluitende opleiding. Deze afsluitende opleiding zou zich vooral moeten rich ten cp de algemene vorming tot leraar. Minister Stikker 24 Maart naar Amerika Het ligt in het voornemen van de minister van Buit. Zaken, mr D. u. Stikker om, ter ondertekening van het Atlantisch Pact, op 21 Maait van Southampton uit met de „Queen Mary" naar Amerika te vertrekken. Ernstige fraude van 16 jarige jongen „jullie maken me niets - De Anisterdamse kinderpolitie heeft een merkwaardige diefstal van goederen »n fournituren opgehelderd. Bij het opmaken van de voorraad kwam vast te staan, dat uit het maga zijn een grote hoeveelheid goederen was "Verdwenen. Bovendien werd een tekort tan 25000 textielpunten geconstateerd. 2Pe verdenking viel direct op eqn 16- jarige bediende, die het beheer oVerhet magazijn voerde en zelfstandig de ver koop en verzending van goederen aan detaillisten verzorgde. Hij was zeer ge schikt voor zijn werk en genoot het vol le vertrouwen van de directie. Een on derzoek in de door hem bijgehouden voorraadskaarten bracht aan het licht, dat daarmede geknoeid was, zodat zijn Echuld vast stond. Bh zijn arrestatie was de houding van de jongeman echter weinig schuldbewust. „Jullie maken me toch niets!", vpegde hij de rechercheurs toe. Het bleek, dat hij in het bezit was van twee politieleerboeken, welke hij ijverig had bestudeerd .waardoor hij „de knepen van het vak" meende te kennen. Ten slotte kwam de volledige beken tenis. Daaruit bleek, dat de morele schuld van deze diefstal ligt bij een van de vrouwelijke cliënten van de firma, die de jongeman er toe over had ge haald haar te leveren zonder facturen af te geven. Dit geschiedde reeds sedert September 1948 en de firma is voor ten minste f.4000 op deze wijze benadeeld. De jongeman had in totaal f. 1000 ont vangen hetgeen hij met uitgaan heeft opgemaakt. Bij zijn „afneemster" werd nog een partij goed, van de firma af komstig. ter waarde van f. 900 achter haald. De dader is opgenomen In een Jeugd kamp te Hulzen. jaarvergadering vereniging tot behoud van natuur monumenten. Aankoop in Nieuwkoopse plassen. Op de te Amsterdam gehouden jaar lijkse algemene ledenvergadering van de Ver. tot behoud van Natuurmonu menten werden belangrijke uitbreidin gen van het bezit der vereniging bekend gemaakt. Ruim 530 hectare werd in het afgelopen jaar eigendom der vereniging, In de Nieuwkoopse plassen, waar de vereniging reeds enig terrein bezat, is 61 H.A. aangekocht, gelegen in de om geving van de zuidelijke plas. Tijdens de vergadering werd bijzon dere aandacht geschonken aan de af graving van de St. Pietersberg. De door de regering verleende concessie tot af graving gedurende een periode van 60 jaar, werd in hoge mate betreurd. Be sloten werd een brief, welke tevens is bedoeld als adhaesiebetulging met het request van de Ned. Ver. van Natuur vrienden te zenden aan de minister president, waarin wordt aangedrongen op het blijvende behoud van de Oost oever van het Maasdal, die thans nog ongerept is. Ook werden in deze brief maatregelen bepleit, opdat het buiten de concessie vallende gedeelte van de St, Pietersberg, met de daarin gelegen gan genstelsels, behouden zal blijven. ovationeel succes voor rott. philïi. orkest te kopenhagen. Het Rotterdams Philharmonlsch Or kest onder leiding van Eduard Flipse, gaf Zaterdagavond zijn eerste concert in Kopenhagen. Onder de aanwezigen bevonden zich leden van de Koninklijke familie, de Nederlandse gezant en Jhr Van Lennep en diens echtgenote, als mede vele vertegenwoordigers uit het Deense muziekleven. Het concert werd geopend met de ouverture van de Deense componist Kn-ud Aage Riisager op het vrijheids- spel van Kai Munk „Niels Ebbesen", Daarna volgden composities van Die pen breek en Pijper en het vioolconcert in D dur van Tsjaikofsky, vertolkt dooi de Deense musicus Wandy Tworek. Het e meert werd besloten met ae tweede symphonie van Brahms in D dur. Het hartelijk applaus groeide tenslotte aan tot een ovatie voor dirigent en orkest. (Van onze Parlementaire Redacteur:). De aard der lectuur, in het rapport der Enquête-Commissie aangeboden, wisselt natuurlijk met het karakter der onderwerpen. Daar zfjn er bij, die van speciaal belang zijn voor speciale groe pen. b.v. de verhandelingen over het militair beleid. Dan de politieke be leidskwesties, die wel algemeen belang stelling zullen vinden. En tenslotte is er bepaald boeiende lectuur, vooral in de nog komende publicaties, ais over het England-Spiel, de behandeling van Nederlanders door onze vertegenwoor digers in het buitenland, de hulp aan de Ned. gevangenen in - Duitsland. Soms is zelfs de manier, waarop de Commissie a-an de gegevens kwam, op zichzelf al Interessant, Men denke maar eens aan het feit, dat de militaire dos siers en archieven voor de komst der Duitsers werden verbrand. En toch was de commissie neg wel in staat iets bij elkaar te krijgen: stukken, die van de partementen en Gen. Staf waren uit gegaan en docr entvangers met list en moed bewaard zijn. Evenals de door slagen van stukken aan departemen ten en staf, die met hetzelfde risico door afzenders werden beveiligd. Maar enkele hiaten zullen er wel ge bleven zijn. Voorts rijzen er steeds weer nieuwe vragen en ongetwijfeld zullen er nog mededelingen en getuigen loskomen juist naar aanleiding van hetgeen ge publiceerd is. Misschien dat de com missie daarin aanleiding vindt cm later nog met een supplement te komen. In leder geval behoeft men niet voor partijdigheid te vrezen. De commissie is zo veelzijdig mogelijk samengesteld, n.l. uit alle in de Kamer vertegen woordigde partijen (voor de verkiezin gen van '48)Katholieken 2 leden en 2 plaatsvervangers, Arbeid 2 leden en 2 pl.verv., A.R, 1 lid en 2 pl.verv., C.H. 1 lid en 1 pl.verv., V.V.D. 1 lid en 1 pl.verv., Communisten 1 lid en 1 pl. verv. en St. Geref. 1 lid. Des te opvallender is het dat de con clusies der commissie nagenoeg alle eenstemmig zijn genomen. Bij het lezen zal men vooral dienen te onderscheiden tussen de samenvatting der getuigenis sen en de gevolgtrekkingen der com missie. DE WISSELING VAN OPPER BEVEL EN PEEL-RAAMSTEL- LING. De hoofdzaak van het onderzoek der Commissie naar het militaire beleid 19391940 is de geschiedenis van de wisseling in het opperbevel. Uitvoerig wordt stilgestaan bij de staatsrechtelijke positie van de Opper bevelhebber van Land- en Zeemacht, Voor de commissie staat vast, dat de raad van ministers bevoegd is, aan de O.L.Z, aanwijzingen te geven, daar de opperbevelhebber inzake de uitoefening van zijn taak verantwoordelijk is aan de Ministerraad en aan deze onderge schikt is. Deze ondergeschiktheid is van hiërarchischeen niet van constitutio nele aard. Tussen de toenmalige regering en de O.L.Z., generaal Reynders, heerste ver schil van mening omtrent diens staats rechtelijke positie. En de commissie laakt het dat, terwijl de benoeming van generaal Reynders op 28 Augustus '39 was geschied, eerst op 9 September d.a.v. tussen hem en de regering diens krijgsplan werd besproken. Zulks had tevoren dienen te geschieden, want bij die besprekingen bleek direct het ver schil van opvatting over de staatsrech telijke positie van de O.L.Z. Daarna volgde een voortdurende reeks van moeilijkheden: over de richtlijnen aan de pers, het aanleggen van versterkin gen en het beschikbaar stellen van gel den daarvoor, de paraatheid van de luchtafweer, het verstrekken van in lichtingen aan de regering, de positie van de militaire attaché te Berlijn, de mobilisatie-clubs. Maar bovenal ging het om het krijgs plan, waarbij generaal Reynders wil de vasthouden aan de Peel-raam- stelling teneinde de verbinding met de toekomstige geallieerden open te houden, terwijl er ook verschil van mening was over de strategie benoor den de grote rivieren. Het gevolg was het ontslag van ge neraal Reynders en de benoeming van generaal Winkelman tot O.L.Z. in Februari 1946. Deze had direct het volle vertrouwen der regering, wijl hij haar Inzichten onderschreef cn e hadden geen moeilijkheden mee plaats. GEEN DECORATIE AAN GENERAAL REYNDERS. In die dagen, met name bij de be handeling der defensie-begroting ii December 1939, werd er ook in de .pers druk geschreven over de positie van de opperbevelhebber. Velen huldigden de opvatting, dat de verantwoordelijkheid bij de regering berustte, doch dat de Minister van Defensie meer de Indruk maakte van sSechts de bood schappen- te De 15.000 ER UIT. In de 5e klasse der Staatsloterij eer ste lijst, is op 'nr. 5449 de f. 15.000 ge vallen. ZIEKENKAS-BIJDRAGEN VOOR MIJNWERKERS VERHOOGD. Het Algemeen Mijnwerkersfonds heeft zich genoodzaakt gezien de zlekenkas- bijdragen met Vz tot 2 van het loon te verhogen. De ondememersbij- dragen werden van 4!£ op 6 ge bracht. De bijdragen voor het zieken fonds van het A.M.F. werden met VK verhoogd tot 1.75 van het loon. Ook na deze verhoging zal men echter niet in staat zijn het tekort te dekken, dat bij de verzekering tegen genees- en heel kundige behandeling (met inbegrip van de ziekenhuisverzekering) voor de ge- pensionneerden, weduwen en wezen reeds f. 400.000.— bedraagt. zijn van de O.L.Z. Daartegenover trokken anderen de partij van de opperbevelhebber Na het lezen van de bevindingen ci-r commis sie kunnen wij ons niet a?.n de lrdruk onttrekken, dat de fout niet primair lag in het verschil van inzicht m de staatsrechtelijke positie, waarna j.as 'i vei lies van veruouwen in de O.L.Z. be steed, doch dat Integendeel begonnen werd met geen voldoende vertrouwen te stellen in de man, die men toch tot zulk een hoge verantwoordelijkheid had geroepen, en dat daarna in zijn ver weer de O.L.Z. zich op zijn positie be riep. Hier hadden wij het cp zijn plaats gevonden, als de commissie een verge lijking had getrokken met de exhorbi- tante macht van generaal Kruis en zijn militair gezag, na de bevrijding, teen er lang niet zulk een gevaar bestond als onder generaal Reynders. Een eenvoudige vergelijking tussen de schriftelijke ontslagaanbiedingen van generaal Snijders in 1918 en van gene raal Reynders in 1940 (beide in het rapport opgenomen) toont de veel hof felijker en onbaatzuohtiger gesteldheid van laatstgenoemde. De commissie uit haar bevreemding over het onthouden van de gebruike lijke decoratie aan generaal Reynders. En zij voegt daaraan toe, dat hier door aan het ontslag een onnodig pijnlijk accent werd gegeven. Maar wij menen, dat hierdoor zelfs het hele ontslag als zodanig in een ander licht komt te staan. De commissie concludeert dat de re gering de uiteindelijke verantwoorde lijkhcid droeg en dus de O.L.Z. kon ontslaan. Maar dit impliceert, dat zij ook verantwoordelijk is voor de uit eindelijke gevolgen van het be volen strategisch beleid en de snelle ineenstorting van onze verdediging. Op dit punt missen wij enig oordeel van de oommissie, ace gi* Gelijk trouwens alle conclusies der commissie zeer gewijzigd zijn. ONZE VERDEDIGING BENOOR DEN DE GROTE RIVIEREN. Een van de grote geschilpunten tus sen regering en opperbevelhebber, die leidden tot het ontslag van deze in Februari 1940, betrof de verdediging benoorden de grote rivieren. Hierin zijn vier fazen te onderscheiden: eerst hield men de Grebbelinie aan, toen de Hollandse Waterlinie, vervolgens beide'linies, en daarna weer de Greb belinie. De commandant van het veldleger verklaarde bij de verhoren o.m „Ik heb mfj er wel over verwonderd dat op September 1939, nadat het veldleger al lang ln de Grebbelinie was en de oor- los in West-Europa juist was uitgebro ken, dat toen nog moest worden behan deld, wat met het veldleger moest wor den gedaan. Het tornen aan de reeds ingenomen concentratie zou het vertrou wen in het opperbevel en in de regering zeker geen goed hebben gedaan .indien het zover ware gekomen, dat het veld leger na de concentratie was terugge- marcheerd van de Grebbe naar de Ves ting Holland." En verder zegt generaal Van Voorst Sr.: „Althans generaal Reynders ver meldt, dat minister Dyxhoorn het terug nemen van minstens één legerkorps voorstend". .,Maar dit is een pertinente leugen, ik kan niet anders zeggen", antwoordt hierop de toenmalige minister van De fensie bij zijn verhoor. „Dit is weer het geroddel om er rich uit te draaien. Maar het gaat hier om de kern van de zaak. Het is best mogelijk, dat in September, toen dus de Waterlinie hoofdverdedi gingslinie zou worden en toen wij als deskundigen samen gesproken hebben, ik gezegd heb: Wel, laat u dan sterke achterhoeden in de Grebbelinie, waar nu gegraven wordt ,en met de rest moet u gaan ritten achter de Hollandse wa terlinie". En verder zegt de minister: „Het was met generaal Reynders zo, dat hij in die gesprekken de minister van Defensie uit zijn tent lokte. Dat heeft hij meer gedaan o.a. toen tijdens de bespreking ln begin September 1939 de Hollandse Waterlinie ter sprake kwam. Ik - was toen van oordeel, dat hij achter de Hol landse Waterlinie moest gaan zitten. Generaal Reynders heeft my bij die ge legenheid gewoon uit miln tent gelokt. Op dat moment, begin September dus, was er nergens iets van betekenis. Toen was er in de Grebbelinie niets en in de Hollandse Waterlinie weinig. Het ge sprek liep zo, dat de generaal moest kiezen, waar hij met het veldleger ging zitten. Hij vroeg mij toen: „Wel wat zoudt u doen? In feite was dat geen vraag aan een minister van Defensie door een opperbevelhebber. Ik ben echter zo dom geweest (dat wil ik achteraf wel bekennen) om te zeggen: „Ja, als ik op het ogenblik moest kiezen, dan koos ik de Hollandse Waterlinie. Daar zijn tenminste nog de onderko mens van de vorige mobilisatie en men kan het terrein direct onder water zetten". Generaal Reynders heeft mÜ dit antwoord later verweten. Hetgeen ik weinig fraai vind, omdat hij het antwoord had uitgelokt." DE WATERLINIE. Op 7 Januari 1940 werd bij opdracht aan generaal Reynders bepaald, dat zo wel in het Oostfront van de vesting Hol land als ln de Grebbelinie weerstand moest worden geboden, terwijl aan de O.L.Z. werd overgelaten, hoeveel troe pen voor de verdediging voor elk der fronten zou worden bestemd. Bovendien was hierbij nog aangegeven, dat de ope raties niet mochten worden gebaseerd op het slagen van de terugtocht van de troepen, die opgesteld waren achter de Grebbelinie. De nieuwe opperbevelheb ber generaal Winkelman, kreeg weereen andere, althans ruimere opdracht. Die stelde nagenoee het hele veldleger in de Grebbelinie op en slechts een kleine veillgheidsbezetting in het Oostfront van de Vesting Holland. Hij ging er principieel van uit, alle, krachten welke gebruikt konden worden voor de verde diging van het hart. des lands, in een stelling, de Grebbelinie. te concentreren. Dit viermaal wijzigen van het stra tegisch plan binnen een half jaar tlids (van Augustus 1939 tot Februari '40) mag vrijelijk funest worden genoemd. En als men daarbij voegt, dat in de Hollandse Waterlinie niet geinundeerd mocht worden ,en dat voor de Greb belinie het terrein niet gezuiverd mocht worden voor een boomgaard vroeg men ook de kapitale som van f.400. zodat de artillerie geen vrij schootsveld had en de Duitsers later bij hun aanval een prachtige dekking vonden in de bloeiende bongerds, dan begrijpt men, dat er van een doeltref fende verdediging geen sprake kon zijn. „Het wonderlijke van de hele zaak is", aldus merkte voorzitter Ruys de Bee- renbrouck b(j de ondervraging van mi nister Dyxhoorn op, „dat voor de oorlog alle plannen, b.v. om iets te zeggen de kwestie van de drooglegging van de Zui derzee, met de. betreffende berekeningen en bepaalde afgravingen, helemaal ge baseerd zijn geweest juist op de gedach te. dat de eigenlijke verdedigingslinie de Waterlinie zou zijn". „Dan had de opperbevelhebber ter stond na de mobilisatie alle hens aan dek moeten zetten om die Hollandse Waterlinie in staat van tegenweer te brengen. Maar het veldleger stond nu met 2 legerkorpsen te graven en inun daties voor te bereiden in de Grebbe stelling", aldus minister Dyxhoorn. De voorzitter: „Ja, maar er waren wel andere krachten te vinden om ook dit werk (in de Waterlinie) te doen, is natuurlijk de redenering van generaal Reynders". Minister: „Door wie?" Voorzitter: „Door burgerwerkkrach ten en desnoods met burgeraannemers". Minister: „Men kan toch geen mili taire stelling in korte tijd inrichten met burgerwerkkrachten als daar geen mili- MUSSERT WERD NIET GEARRESTEERD. Hij was te „onbelangrijk". Door de gedragslijn, welke de re gering heeft gevolgd, heeft men tot 19 April 1940 de bevoegdheden uit de Oorlogswet niet integraal kunnen toepassen ter bestrijding van staatsgevaarlijke Nederlan ders. De wijze waarop het mili taire gezag na 19 April 1940 van zijn bevoegdheden ten aanzien van staatsgevaarlijke elementen gebruik heeft gemaakt, kan de commissie niet bevredigen. Op last van de opperbevelhebber zijn na het afkondigen van de staat van beleg slechts 21 personen als staatsgevaarlijk geïnterneerd. Deze gedragslijn werd gevolgd niettegenstaande het departement van Justitie, dat lijsten van deze lieden had aangelegd, had voorge steld er enige honderden te ar resteren. Men achtte bijv. Mussert niet be langrijk genoeg om te arresteren. tairen zijn, die aanwijzingen geven en hun eigen versterkingen mee helpen maken, alsmede weten welk terrein ze verdedigen moeten". Voorzitter: „Dat kan natuurlijk onder leiding van officieren gebeuren. Boven dien was de zaak voor de oorlog al voor bereid. Maar achteraf blijkt misschien niet in voldoende mate. Verschillende personen, die wij verhoord hebben, spraken van een geheime kist, waar bij zonderheden in zaten". En verder: „Ik kan mij toch theore tisch voorstellen, dat men een fortenli nie gaat aanleggen zonder dat de troe pen, die deze later moeten bezetten, aanwezig zijn". Minister: Niet in korte tijd. En daar gipg het hier om. Dat kan, als men een half jaar of meer de tijd heeft, presi dent, en nauwkeurige verkenningen heeft verricht omtrent de plaats der te maken versterkingen". De parlementaire Enquête-commis sie meent, dat de benoeming van de heer Winkelman tot opperbevelheb ber op verantwoordelijke wijze is ge schied en dat de regering, gezien de persoonlijkheid en de antecedenten van generaal Winkelman, deze in het volste vertrouwen met het opperbevel kón belasten. De commissie meerit te moeten op merken, zoals ook generaal Winkelman dit voor de commissie gedaan heeft.dat wij bezwaarlijk een andere strategie hadden kunnen volgen, daar ons toen malige neutraliteitsstelsel ons verhin derde contaot op te nemen met het bui tenland. De grootst mogelijke meerder heid der commissie trekt de conclusie dat bij een eventuele nieuwe oorlog het optreden van de Nederlandse strijd krachten zo nodig en zo mogelijk ge richt moet zijn op samenwerking in bondgenootschappelijk verband. VÓÓR DE INVAL. Door de berichtgeving van de mili taire attaché was het algemeen Hoofd kwartier op de laatste avond voor de inval voldoende gewaarschuwd. Ook reeds in de loop van de voorafgaande maanden had de militaire attaché verschillende berichten naar Neder land doorgezonden, o.a, heeft hij, naar hij mededeelt, een dag of veertien voor de aanval het bericht doorge zonden. dat er een pantserdivisie ge reed stond om op te rukken in de richting 's-HertogenboschLangstraat MoerdijkRotterdam. Deze mede deling is uiteraard slechts in grote lij nen gegeven. De pantserdivisie was gelegen in het rayon TheineMun sterOsnabrück. Het is de commissie gebleken, dat deze waarschuwing bij de Inlichtingendienst is aangekomen, daar enige subalterne officieren aldaar zich dit nog herinne ren. Hoewel de datum van deze mede deling uit de verschillende verklaringen niet geheel is komen vast te staan, meent de commissie toch als zeker te kunnen aannemen, dat althans korte tijd voor de inval deze mededeling het Algemeen Hoofdkwartier heeft bereikt. Het merkwaardige is echter, dat dit be richt, dat uit de aard der zaak van het hoogste belang was in verband met de verdediging van de Moerdijkbrug, niet ter kennis van de opperbevelhebber is gekomen. Het is de commissie niet mogen ge lukken uit te maken aan wiens schuld de omissie te wijten zou zijn. Dat hier echter op het algemeen hoofdkwar tier een emstigo nalatigheid is ge pleegd, meent de commissie wel te mogen aannemen. GEEN WAARSCHUWING. De commissie meent te moeten aan nemen, dat noch het Algemeen Hoofd kwartier noch de commandant van de Vesting Holland gerekend hebben op een aanval uit de lucht in zulk een om- binnenland Bij kllometerpaal 15 op het strand van Schiermonnikoog ls in verregaande staat van ontbinding aangetroffen het stoffelijk overschot van een onbekende man. Vermoedelijk betreft het het lichaam van een vlieger, die deel uit maakte van de bemanning van de Hall fax bommenwerper, die op 12 Januari 1943 bij Schiermonnikoog ls neergestort. Het stoffelijk overschot zal begraven worden op de begraafplaats Vredenhof. Zaterdagavond hebben ongeveer 60 Jonge mannen en -vrouwen voor het Huls van Bewaring te Den Haag, communis tische strijdliederen gedemonstreerd en gezongen. Daar voor het houden van deze optocht geen vergunning was verleend, heeft de politie de demonstranten uiteen doen gaan. Enkele onwillige demonstran ten kregen klappen met de gummistok. In het Huls van Bewaring zijn slnd6 enige tijd twee bestuursleden van het Alg. Ned. Jeugdverbond. een militair en een burger, opgesloten. De directeur-generaal voor het Nij verheidsfonds ln Slam, de heer Charya- vlbhat en de Inspecteur van het Onder wijs ln Slam, de heer Horatanachl. die een studiereis door Europa maken en op het ogenblik ln ons land vertoeven, heb ben Zaterdagmorgen een bezoek gebracht aan het opleidingsschip „Koningin Wll- helmlna" van het Kon. Onderwijsfohds voor de Scheepvaart te Amsterdam. Zij waren voor het onderwijs, dat daar wordt gegeven, vol bewondering. De heer Charyavlbhat zelde, dat mocht ae Siamese regering er toe over gaan een opleidings instituut op scheepvaartgebied te stich ten, hij er voor zou ijveren, dat dit In stituut naar voorbeeld van de „Koningin Wllhelmlna" Ingericht zou worden. Morgen vertrekken 25 asthma- patlëntles naar Zwitserland, waar zf) ge durende zes maanden op kosten van het Zwitserse Rode Kruis in een kindertehuis te Gstaad zullen worden verpleegd. Op 2 en 3 April komen ln Amster dam de mooiste honden van het conti nent te zamen. Dan organiseert de Neder landse Kennel Club „Cynophllla", onder beschermheerschap van Z.K.H. Prins Bern- hard der Nederlanden, zijn traditionele tentoonstelling voor honden van alle rasser*. In Arnhem brandde gisteren, waar schijnlijk door het springen van een fles Buta-gas, het enige ln ons land bestaande Clre Perdue bedrijf, dit ls het bronsgieten naar wasmodellen, vrywel geheel uit. Door het snelle Ingrijpen van de brand weer kon een gedeelte van de kunstvoor werpen en een goed deel van het mate riaal gered worden. In het perceel Prinsengracht 580 te Amsterdam werd het ontzielde lichaam gevonden van de 55-Jarlge vrouw E. J. die door gasverstlkklng om het leven ls ge komen, die vergeten had de gaskraan te sluiten. Omdat de vrouw een gebrek aan haar reukorgaan had, zal zij de gaslucht niet hebben gemerkt voor het te laat was Einde Maart zullen 32 zoons van Nederlandse boeren voor de duur van een half Jaar naar Amerika vertrekken, om daar kennis te nemen van de Ameri kaanse landbouwmethoden. Voor dit doel zullen zij worden geplaatst op bedrijven van verschillend karakter. Vier Nederlanders, die per autobus Uit Duitsland terugkeerden zijn alhier, toen ze uit de bus stapten, aangehouden. Zij bleken grote partijen auto-contact sloten, instrumenten, honderden zakmes sen en autolnstrumenten ln hun bezit te hebben. Het Centraal Laboratorium van de Bloedtransfusiedienst van het Ned. Rode Kruis ls Zaterdagmiddag, geheel gemoder niseerd, te Amsterdam officieel geopend, Dr J. Spaender. directeur van het labo ratorium en ir F. C. C. baron van Tuyll van Serooskerken van Zuylen, voorzitter van het Rode Kruis, voerden bij deze plechtigheid het woord. buitenland De beroemde Russische roman schrijver Fedor Dostojewsky ls door de Sovjet-literaire Gazet als „een verdorven aartsvijand van de revolutie en de revolu- tlonnalre democraten" bestempeld. Canadese burgers zullen ln het ver volg een redelijk bedrag aan Canadese dollars kunnen verkrijgen om hun reis kosten ln Frankryk, België, Luxemburg, Nederland en Noorwegen te betalen. Deze maatregel zal de ontwikkeling van het vreemdelingenverkeer in deze landen be vorderen. De regering van Israël ls van plan de Israëlische bevolking een zo groot mogelijke belasting-druk op te leggen De regering zal een politiek van grote sober heid toepassen teneinde Immigratie en agrarische en Industriële expansie op grote schaal mogeiyk te maken. De Poolse regering heeft een offi ciële verklaring over de betrekkingen tus sen de kerk en de staat uitgegeven, waarin er de nadruk op wordt gelegd, dat een wijziging ln de houding van de bisschop pelijke hiërarchie en het staken van elke onvrleudschappeiyke actie tegen de staat de grondslag moeten zyn om de betrek kingen tussen kerk en staat te regelen. Het Amerikaanse ministerie van buitenlandse zaken overweegt een Pools verzoek om terugroeping van Chester Opal, Amerikaans persattaché te Warschau die beschuldigd wordt van het verspreiden van bulletins, waarin Polen beschreven wordt als „ene Sovjet satelliet". Admiraal sir James Somerville, een van Engeland's bekendste admiraals tij dens de oorlog. Is op 66-jarige leeftyd te Wells ln Somerset overleden. Israël en Libanon zijn tot volledige overeenstemming over een wapenstilstand gekomen De reeds opgestelde overeen komst zal Woensdag door de leiders van de delegaties ondertekend worden. vang als heeft plaats gevonden. Hoe dit echter zij, de commissie is van oordeel, dat de commandant van de Vesting Hol land ongeacht de verwachtingen, die hij met betrekking tot parachutistenlan dingen mooht koesteren, in ieder geval een telex-bericht van het Algemeen Hoofdkwartier, waaruit bleek, dat de toestand aan de grens ernstig was, aan zijn ondergeschikte troepencommandan ten had moeten doorgeven. Ook al zou men aannemen, dat inderdaad de Ves ting Holland in de tweede linie lag en derhalve niet onmiddellijk blootgesteld zou worden aan een grootscheepse aan val van vijandelijke troepen, dan nog was het duidelijk, dat men in elk geval kleinere aanvallen van parachutisten op bepaalde punten, b.v. de Moerdijkbrug, kon verwachten. Het mag dan ook niet verantwoord genoemd worden, dat de commandant van de Vesting Holland de troepen, welke onder hem stonden, niet heeft gewaarschuwd en medegedeeld, dat de volgende ochtend de inval kon worden verwacht. BOVENMATIG ZWARE TAAK. Ten slotte wil de commissie niet na laten als haar mening uit to spreken, dat generaal Winkelman zich met zijn volle persoon heeft ingezet voor do taak, welke hem was opgedragen. On danks de grote achterstand op defen sie-irebied hier te lande heeft hij ge tracht met de beschikbare middelen het uiterste te bereiken, dat bereikt kon worden. In het bijzonder heeft de commissie grote waardering voor de beheerste cn beleidvolle wiize, waar op hij in de oorlogsdagen zijn boven matig zware taak heeft vervuld. TELEURSTELLEND VERLOOP BIJ MOERDIJK. De commissie is van oordeel, dat het verloop der gebeurtenissen om cn bij de Moerdijkbruggen bijzonder teleurstellend is geweest. Dat de Moerdijkbruggen op wel zeer snelle wijze in handen van de Duitsers gevallen zijn, vindt zijn oor zaak vooral hierin, dat men de troe pen bij deze bruggen niet gealar meerd had, zodat zij op de avond van de 9de Mei geheel onbekend waren met het feit, dat de volgende dag met aan zekerheid grenzende waarschijn lijkheid de oorlog zou uitbreken. De overweging van de commandant van de Vesting Holland, die 't desbe treffende bericht niet heeft doorgege ven, dat de Moerdijkbruggen in de tweede of derde linie lagen en derhalve geen onmiddellijk gevaar liepen, acht de commissie in tegenspraak met zijn opdracht op de grote betonweg tus sen de Moerdijkbruggen en Dordrecht zware mitrailleurs tegen luchtlandingen te plaatsen. Biykens deze maatregel hesft hij toch wel de mogelijkheid on der ogen gezien, dat de Duitse legerlei ding met luchtlandingstroepen aan vallen zou doen uitvoeren. De commissie is wel van oordeel, dat de opperbevelhebber zijnerzijds niet meer maatregelen had kunnen nemen om deze bruggen te heroveren. VIJANDELIJKHEDEN BEGONNEN VOOR ULTIMATUM. Gebleken is, dat de Duitsers reeds met de vijandelijkheden waren be gonnen, voordat een ultimatum was overhandigd. Ook uit andere gegevens blijkt, dat de Duitsers reeds oorlogs handelingen tegen Nederland hadden gepleegd voordat de oorlog aan Ne derland was verklaard. Het ls de commissie bij haar verho ren over de krijgsverrichtingen, hoewel zij deze slechts zeer summier heeft on derzocht, gebleken, dat de Duitsers zich ook verder in verschillende gevallen niet hebben gehouden aan ds regels,- welke tussen oorlogvoerenden gelden. Vooral bij de eerste grensoverschrij din gen heeft de vijand op vele plaatsen getracht belangrijke stratetlsche pun ten bij verrassing door gebruikmaking van unfaire middelen in handen te krijgen. Een van deze overvallen, welke helaas maar al te goed is geslaagd, heeft plaats gevonden by de spoorbrug by Gennep. Uit alles is duidelijk, dat op vele wyzen is getracht, en somtijds met succes, door ongeoorloofde middeuu de Nederlandse troepen buiten ge vecht te stellen. Houding van de troep was behoorlijk Met betrekking tot de verschillende krijgsverrichtingen op de vliegvelden en de maatregelen, welke genomen zijn tegen een aanval uit de lucht, is de commissie van oordeel, dat naar haar indruk de houding van de troep over het algemeen behoorlijk is ge weest. Hoewel men niet gerekend had op parachuttstenaanvallen en lucht landingen op zo grote schaal, heeft men met betrekkelijk weinig geoefen de troepen, die voor een gedeelte zelfs uit depót-troepen bestonden, kans ge zien de drie vliegvelden rondom Den Haag weer in handen te krijgen, de parachutisten te isoleren of te ver spreiden. zodoende het regeringscen trum veilig te stellen. Hierdoor is in derdaad slechts een gedeelte van het krijgsplan van de Duitsers ten uitvoer gebracht. Het ls uiteraard in hoge mate te be treuren, dat men hetzelfde resultaat niet heeft kunnen bereiken met het vliegveld Waalhaven by Rotterdam. Ds overmacht, waarmede de vijand hier gedaald ls. was van alen aard, dat de sterkte van onze troepen hier niet te gen opwoog. Blijkbaar heeft het op perbevel niet gerekend op een dergelijk groots opgezette aanval op dit vliegveld. DE PRESTATIES AAN DE GREBBE-LINTE. De beoordelingen van de prestaties van de troepen aan de Grebbe-linie lopen nogal uiteen. Het is inderdaad moeilijk over deze prestaties en over de tekortkomingen van de leiding en de troepen een gefundeerd en billijk oordeel te geven. Zoals gebleken is, had de Nederlandse legerleiding met grote moeilijkheden te kampen. Mede doordat de troepen in de Greb- bestelling, die reeds enige dagen voor de oorlog weinig rust hadden gehad, ge durende de oorlogsdagen in het geheel, niet konden rusten, moet de invloed van aanhoudende artilleriebeschieting, gevolgd door een Stuka-aanval, niet onderschat worden. Onze troepen waren op deze artille rie-aanvallen en ook op de aanvallen uit de lucht met bommen en mitrail leurs in het geheel, niet voorbereid. De commissie meent derhalve, dat by de beoordeling van de vraag, hop het Ne derlandse leger zich gehouden heeft in de Grebbestelling, aan deze factoien aandacht moet worden geschonken. CAPIT ULATIE ROTTERDAM AFGEDWONGEN. De commissie heeit van de krijgsver richtingen in Rotterdam de indruk ge kregen, dat, hoewel het commando van deze geheel onvoorbereid was op de verdediging, men kans heeft gezien deze op een uitstekende wijze te voeren. Rekening houdende met het feit, dat over het algemeen de troepen van Rot terdam niet gevechtsvaardig waren, hebben deze, naar de indruk van de commissie, gegeven wat zy konden en hebben binnen het raam van het mo- geiyke behoorlijke successen behaald. De vüand heeft de capitulatie van Rotterdam dan ook slechts kunnen afdwingen door het uitvoeren van het bekende bombardement van de 14e Mei. HOUDING DER OFFICIEREN. Ten aanzien van de houding van officieren en troepen merkt de com missie op: de vredesorganisatie van het Nederlandse leger liet niet toe met groie troepeneenheden te ma noeuvreren, zodat niet duidelijk kon blijken of de hogere commandanten inderdaad geschikt waren om derge lijke eenheden te leiden. Tevens was de beoordeling van de Nederlandse officier in vredestijd niet zodanig, dat het officierenkorps door bevorderin gen op de juiste wjjze geselecteerd werd. Een ander bezwaar, dat zich in de oorlogsdagen gewroken heeft, was, daü de militaire tucht in vredestyd op te gemoedelijke wijze werd gehandhaaia. Het is duidelijk, dat de Nederlandse troepen, op deze wijze opgeleid en somtijds onder commandanten gesteia, die in oorlogstijd bleken te falen, niet tegen de moderne oorlogvoering be stand waren. Het valt dan ook niet te verwonderen, dat verschillende troepen- onderdelen en commandanten niet heb ben voldaan aan tal van opdrachten en dat de weerstand van de troep op vele plaatsen sneller is ineengestort dan men had gedacht. De troep was vooral gedurende de eerste dagen geestelijk ui het geheel niet op oorlog ingesteld en zeer labiel. Wanneer de troepen na de eerste stoot niet tot zich zelf konden ko men of door uitstekende comman danten werden aangevoerd, zagen z»J geen kans zich te herstellen, doch plantte de paniekstemming zich op andere onderdelen over. Het is helaas niet mogelijk gebleken het leger, hetwelk gedurende lange ja ren onvoldoende was uitgerust en op geleid, de laatste jaren en meer in het byzender de laatste maanden voor de oorlog op een zodanig peil te brengen, dat het geschikt was om op redelijke wyze stand te houden tegen een krach tige vyand. Met des te meer voldoe» ning heeft de commissie in de vorig« hoofdstukken kunnen wyzen op ver schillende voorbeelden van zeer goede plichtsbetrachting.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1949 | | pagina 2