De goede Sint wordt afgebroken en krijgt geen Nobelprijs Bestaan er verstandige verliefde jongelui? Simt-Jr., erevoorzitter van de van MOORDKAMPEN in TRANSVAAL en Oranje Vrijstaat. Voor de Boeren „Ik", zei de Sint, „krijg nooit wat EENE PRACHTIGE PARAPLUIE Ook zeepen en reukwerken Een principiële vraag DONDERDAG 25 NOVEMBER DE FRANSE SINT EN EEN ZURE HOOFDCOMMISSARIS. Klaas Vaak als vierling Dat is teveel geweest. Even moeten wy uit de krantenkeu ken klappen en vertellen, dat bij bij zondere gebeurtenissen en bij alle ge legenheden dat ^een krantenverhaal meer dan normale critiek ontmoet, ter redactie een discussie wordt gevoerd over de merites van het aangevallen artikel of de betekenis van de buiten gewone gebeurtenissen. Sommigen ple gen deze discussie een „redactie-bespre king" te noemen, doch anderen zeggen dat dit woord een ontoelaatbaar euphe- misme is. Van een dergelijke bespreking worden geen „notulen" bijgehouden, om de afdoende reden, dat geen steno graaf bij machte is, de woorden van vijf of meer doorelkaar heen sprekende (wéér een Euphemisme) mensen te ver eeuwigen. Ten gevolge van dit onvermijdelijk gebrek van notulen der belangrijkste redactie-discussies kunnen wij niet ons vermoeden met bewijzen staven, dat het onderscheiden verlanglijstje van 1882 „te veel" is geweest en derhalve een „redactie-bespreking" veroorzaakte. De jaren nadien maken het echter wel zeer waarschijnlijk. Maar zie eens naar de Jaren na 1882, rijst dan ook niet in U het vermoeden, dat er een redactie-bespreking plaats vond, resulterende in een ..model-Sin terklaasartikel" en het einde van ieder Sinterklaas-initiatief? 1883 bracht een zoetelijk hoofdartikel over Klaas Vaak, die op Sinterklaas avond ternauwernood de oogjes van de kleintjes toe kon drukken, doch daar ten slotte in slaagde, over het ontwaken van de kinderen voor dag en dauw. over hun glinsterende gezichtjes boven de blote voetjes en naast de gevulde laars jes. maar ook over de vele arme kin dertjes, die niets krijgen.... ware het niet dat cr milde burgers en charita tieve instellingen bestonden. Laat het een feest voor arm èn rijk zijn! En dan de loterijen, die zo in strild zijn met de Sinterklaassfeer, afschaffen, zonder pardon. 1884 bracht een zoetelijk hoofdartikel over Klaas Vaakzie verder boven. 1885 bracht een zoetelijk hoofdartikel over Klaas Vaakzie verder boven. 1886 bracht een zoetelijk hoofdartikel over Klaas Vaakzie verder boven. Aan alles komt een einde, zelfs aan de levensvatbaarheid van model-arti kelen. In de huidige dynamische wereld zou een model-artikel geen vier dagen stand houden, zodat wij geen verwijt mogen maken aan de schrijver van het artikel van 1883, dat zijn geesteskind de vijflarige leeftijd niet bereikte. In .1887 prijkt een nieuw hoofdartikel over de goedheilig man, doch nieuwe gezichtspunten over de viering van zijn geboortedag (of is het de heiligverkla ring; het antwoord is door de historici nog niet bevredigend gegeven) worden er niet in gereleveerd. In 1888 nem<*h wij voorgoed afscheid van de rammelende ketenen als ac tueel verschijnsel. Zij verschijnen na dien niet meer ten tonele, behoudens als „dwaze voorstellingen, die de men- schcn lang geleden den kinderen diets maakten". Als leder afscheid deed ook deze laatste ontmoeting met een levende (zij het ook legendarische, althans gelogen) werkelijkheid ons smart. Langzamerhand begint nadien het Sinterklaasfeest ook het verdere redac tionele gedeelte van de Decemberkran- ten te veroveren. Was tot die tijd hoog stens een hoofdartikel aan de Sint ge wijd, tegen het ingaan van het laatste decennium van de negentiende eeuw vinden wij voor, tijdens en na het Sin terklaasfeest in artikelen, verslagen en berichten de weldaden van de bejaarde bisschop terug. In 1890, toen ongeveer een week voor het feest Koning Willem III kwam te overlijden, en de uitgaven van het Lcidsch Dagblad dagen nadien van rouwranden waren voorzien, stond de redactie voor de zware taak de vreugde roes van Sinterklaas, nodig voor het kindergemoed dat door gebrek aan besef geen invloed ondervond van de nationale rouw, te laten harmoniëren met de ver slagenheid van -ons volk. Zij weet er echter van te maken, wat er van te maken valt: „Misschien zijn we minder dan ooit geneigd ons aan luidruchtig vreugde betoon over te geven; maar heeft dat eigenlijk wel ooit gepast in het kader der Sinterklaastraditie?" UWE LIEFDE VERSTIJFT. Voor het eerst zien wij dit jaar voorts nadien enige jaren gebruikelijke artike- len verschenen (gewoonlijk onder ge mengd nieuws) die het kopen van ge schenken bij bepaalde winkeliers aan- prijzen. Sprekende over bontjassen als Sinterklaasgeschenk zegt bijvoorbeeld het Leidsch- Dagblad van 5 December 1890; „Verstandige verliefde jongelui uitgaande van de veronderstelling dat deze categorie van menschen moge lijk is kunnen niet beter doen dan te wandelen naar de heeren Gebroe ders Van Dyk op de Breestraat, om daar bewijs te geven van hun ver stand en hunne liefde. Pelterijen zun vooral bij de tegenwoordige tempera tuur doelmatig, kolossaal practisch. Ga er dus heen. In het bijzonder ook gij. jongeling, want stel U uwe dame voor, koud, ijskoud, koud als de koud ste steen! Uwe liefde verstijft en Uwe dame erbij". De diepere zin, zelfs de oppervlakki ge bedoeling van de laatst geciteerde zin, ontgaat ons volkomen, maar het lijkt krasse taal. Ongetwijfeld heeft de redac tie van indertijd er evenzo over gedacht, van indertijd er zvenzo over gedacht, want zonder verder verklarend com mentaar gaat zij over tot 't aanprijzen van de „toebackrolletjens" die de heer Hulscher als geschenk te koop aanbood Foei professor, moet DIE maan door de'bomen schijnen? Het jaar daarop wordt het gebrek aan luidruchtigheid van Je Sinterklaas viering van 1890 in verband met de Oranje trouw dubbel en dwars inge haald, Niet alleen de eenvoudiger Ne derlander, zelfs de coryfeeën der we tenschap deelden in de roes, die de Sint-vierders dat jaar beving. Wat an ders kan de gevolgtrekking zijn van bet verhaal, omtrent de telescopische waarnemingen van de maan door prof. J. L. Ray, waarover het Leidsch Dag blad van een der dagen tegen Sinter klaas van dat jaar het volgende ver haal van de hooggeleerde zelf brengt: „Toen ik onze eens zoo stille en ze dige "moeder Luna met groote aan dacht beschouwde, werd mijn sterk vermoeden plotseling bewaarheid: over hare gelieele oppervlakte was eene ontzaggelijke werking waar te nemen. Ik zag verbazingwekkende uitgestrektheden, oogenscliijnlijk wa tervlakten, door het maangebied ge slingerd worden en neerkomen op duizend tftylcn afstands van de plaats, waar zij door het geweld werden op genomen. Verder zag ik dat verschei dene hooge bergen in het niet ver zonken en dat de gcheelc maan onop houdelijk heen en weer zwaaide. Met schrik sloeg ik dit wonder urenlang gade, totdat de verwarring eindelijk bedaarde en door eene doodsche stil te scheen te worden vervangen. Ik ben er volkomen zeker van, dat de maan bij deze gelegenheid verschei dene graden uit hare loopbaan is ge slingerd geworden, zoodat zij nu wel twintig duizend mijlen dichter tot de aarde is genaderd". De gevolgen kan de hooggeleerde ons niet voorspellen, maar hij vreest, dat de maan „ten slotte met een onnoeme lijk geweld zal neervallen" en dat de „verplettering die deze val veroorzaakt" vreselijk zal zijn. Een verdienstelijke bijdrage tot de kranten van die dagen, die hoegenaamd geen interessante verhalen brengen over de gebeurtenis van de dag. Sinter klaas. Maar, foei professor, is dit, voor al dat onophoudelijk heen en weer zwaaien van de maan, niet een blijk van te grote offervaardigheid aan het centrale altaar van Schiedam'' Moet DIE maan door de bomen schijnen? Het is een veelzijdig jaar, dit 1891. Geen belangrijke, diepzinnig phyloso- phische artikelen over de diepere be tekenis, of het onvervangbare nut van de Sinterklaasviering, maar door alle pa gina's van alle vroege-December-kranten berichten, die de aandacht trekken naar het feest van de jeugd. Zo bijvoorbeeld van die zure hoofd commissaris van politie in Rotterdam, het eerste gemengde bericht van 1 De cember. „Door den hoofdcommissaris van po litie te Rotterdam is bepaald dat iedere 's nachts surveilleerende agent van po litie vijf en twintig cents belooning zal ontvangen voor elke deur en elk raam, welke hij open vindt. De belooning spoort de agenten aan om goede sur veillance te houden". Men bedenke, dat tot dien de gebrui kelijke weg voor het afleveren van des Sints geschenken half geopende deuren en op een kier staande ramen waren. Een enkele maal was er sprake van een „rookkanaal", doch de deuren ble ven bevoorrecht. Sinds 1891 echter, ho ren wij Vrijwel uitsluitend van schoor stenen, terwijl in ditzelfde jaar Zwarte Piet als normale page van de Sint zijn intrede doet, als ware deze nieuwe verschijning nodig om ogenschijnlijk schoon door de roet-zwangere schoor stenen te kruipen. Is die zure commissaris onbewust en ongetwijfeld ongewild grondleg ger vap een nieuwe traditie geweest? Het'is In datzelfde jaar, dat de re dactie zich bitter beklaagt over de Franse pogingen om een Sinterklaas feest te scheppen uit het niets. „De groote magazijnen te Parijs zen den zelfs geïllustreerde prijscouranten van speelgoed en andere voor geschen ken bestemde artikelen ln de wereld, precies alsof we bij onze eigen stad- en landgenooten geen keus in overvloed zouden hebben!" Maar de beweging bepaalt zich uit sluitend tot de winkelstand, en „de Fransche Sint-Nicolaas is een nage maakte, niet de echte. Het is een zelf zuchtig heerschap, belust op eigen gewin". Paul Kruger moet wachten Langzamerhand begint het Sinter klaasverhaal een gebruikelijke verschij ning te worden naast het hoofdartikel, soms in de vorm van een kort vfrhaal, soms zelfs ln feuilletonvorm uitgesmeerd over een week rond de zesde December. In 1899 bracht het hoofdartikel even wei voor de zoveelste maal sinds het jaar waarin onze naspeuringen begon nen bezorgdheid tot.uitdrukking over de levensvatbaarheid van de Sinter klaastraditie. „Het geval is denkbaar, dat een maat schappelijke beweging ook dit feest gaat bedreigen evenals zij de kermis tot het mikpunt harer aanvallen heeft ge kozen. en dat Sinterklaas dan, zonder dadelijk te bezwijken, eerst een poos een kwijnend bestaan ging voortslepen om vervolgens als een nachtkaars uit te gaan, gelijk de bestemming lijkt te zijn van meër instellingen, de schutterij bijvoorbeeld. Doch de Jeugd en een mas- Gevonden Voorwerpen anderhalf ons wol, een baard, een pe- troleumtocstel. December 1909 sa anderen -zouden stellig als Trans- vaalsche Boeren de wapenen opvatten als er ooit sprake zou komen van de Sin terklaas naar een museum van oudhe den te verbannen De Transvaalse Boeren Enige jaren lang zullen zij het Sin terklaasfeest beheersen. Eenzijdig was die invloed niet, want andersom b.v. werd het reisschema van Paul Kruger door Europa enigszins beïnvloed door de Spaanse bisschop. „Vanwege de Zuidafrikaansclie depu tatie", aldus het Leidsch Dagblad van 3 Dec. 1900 onder Gemengd Nieuws, „en door den Voorzitter der Haagsche afdeeling van de Zuidafrikaansche Vcreeniging is naar Keulen gctclegra- phcerd teneinde te verkrijgen, dat President Kruger niet Woensdag in Den Haag kome als zijnde ongeschikt wegens het St.-Nicolaasfeest". Het gaat echter niet goed met de Sint. De eeuwwisseling brengt beroering in de gehele maatschappij, en Sinter- I klaas moge dan een traditionele figuur geworden zijn, die omwentelingen en woelingen overleefde, men weet ln deze jaren niet goed, hoe men hem bekijken moet. Met welwillende goedgelovigheid, met dankbaarheid, met argwaan jegens zijn misschien niet geheel „zuivere" i Christelijke afkomst? Telkens wanneer de Sint op het ta pijt verschijnt, wordt hij ingelijst óf in de goedhartigheid van zijn Myra-ge- daante, óf ln het gewaad, dat (hoewel nog kort voordien actueel) beschreven wordt als zijn verschijning in zeer vroe ge, prae-historische perioden: zijn „gril lige, huiveringwekkende gestalte" die door de stormen van de nachten wordt voortgedreven temidden van „minder welwillende bovenaardse wezens", die de mensen onder de schamele strodaken samendrongen rond het haardvuur: „De Wilde Jager trekt weer rond met zijn stoet door het mateloos verschiet. Als hij met ruwe stem verlof heeft ge geven om het feest te openen, dan stoot hij in zijn dartelheid wel eens een deur open om zijn nabijheid te doen opmerken, en van de gelegenheid wordt dan gebruik gemaakt om een bijdrage tot de stoffelijke benoodigdheden eener feestviering naar binnen te doen ge raken", Helemaal zonder meer durft de krant het toch niet bij die Germaanse goden sage te laten, zodat er een verklaring volgt, dat veranderde goedsdienstige en zedelijke begrippen hun invloed hebben doen gelden, dat het feest thans geheel ln Christelijk licht gezien moet wor den. waarop de betuigingen van naas tenliefde, waartoe het zo dikwerf aan leiding geeft, duidelijk wijzen. Maar toch doet de Sint nog zijn wilde toch ten op de schimmel, en nog is hij de gevreesde èn blij verwachte schenker. Die bisschop van Myra? Die is er bij gehaald, om de nieuwe stijl een histo rische achtergrond te geven. Ook verschijnt omstreeks de eeuws wisseling de kinderkrant, waarheen in de jaren nadien allengs meer het zwaartepunt van de Sinterklaaskrant wordt verplaatst. Niet alleen innerlijke leegheid dreigt de Sint terug te dringen ln een kwij nend bestaan, er worden zelfs reguliere aanslagen op zijn persoon gepleegd. „Toen begonnen de paedagogen tie Goede Sint der kinderen af te bre ken", aldus een Sinterklaasbeschou wing van 1907, gewijd aan een (blijk baar overwonnen) crisis ener traditie. „Dat was een schok door de consciën tieuze moederharten, de bewustwor ding van vertelde logen. De felste reactie is echter geweest, de opge schrikte moederwereld Is teruggeëbt. Men heeft postgevat op een stand punt. Het werd een principe méér, deze logen, ingelijfd bij die der re formjapon en de ooievaarssprook". Op Zaterdag 3 December 1910 ver keert de hoofdredacteur van het Leidsch Dagblad „ln blijde verwach ting". blijkens de titel van zijn analy tisch artikel, waarin de waarden en gevaren der in die dagen gebruikelijke Sinterklaasviering andermaal in ogen schouw worden genomen. Zijn wijze woord moge tot een positieve conclusie hebben geleid, de wereld heeft het niet verstaan. Behalve de Belg dan, die in dat jaar voorstelt de Nobelprijs voor de vrede aan Sinterklaas too to ken nen.... Dat zou dan het beste kun nen gêbeuren door de prijs aan de Nederlandse staat te overhandigen, die er goede feestjes voor de misdeel de jeugd van zou kunnen financieren. Voor zover wij weten, ging de Nobel prijs naar elders. Neen, Sinterklaas was niet gelukkig in deze jaren. „ZULLEN WE NOG SINTERKLAAS VIEREN?" vraagt de kop van het hoofdartikel van 2 December 1914. „Waarom zouden wij dat niet doen? De tijden zijn te slecht, ik kan mijn geld wel beter gebruiken, zo redeneren velen. Mijn hoofd staat er niet naar, beweren anderen. Als men de winke liers hoort, valt de kooplust niet mee. Over de voetbrug naar de training aan het Thuisfront De Volkenbond schijnt er voor nodig geweest te zijn, om Sinterklaas weer uit zijn reeds voorspelde „kwijnende be staan" tot nieuw leven te wekken, en wanneer wij hem weer zien verschijnen, Is hij in alle opzichten verjongd. De „nieuwe geest heeft ook hem gegrepen, en in 1922 rijdt hy het Leidsch Dagblad weer binnen op een motorfiets, achterop een vervaarlijke Zwarte Piet. Het is het enige levensteken, deze plaat, die onge twijfeld te revolutionair werd geacht, want het jaar daarop zien we hem in een tekening op een zolderschuit door het Rapenburg zeulen. Ook dat jaar ontbreekt iedere andere herinnering aan zijn bestaan; of moeten we in de hoofdpersoon van het feuilleton „De man met de zwarte baard" de verjong- Met de nood stijgen ook de verlan gens. Vandaar o.i. het getekende ver langlijstje der Leidse burgerij van 4 Dec, 1933, waarvan tot onze grote vreugde in het jaar 1948 slechts één wens onvervuld Is gebleven.... het viaduct aan de Rijnsburgerweg. En zelfs daar wordt aan gewerkt! Waren de eisen van 1933 zo veel bescheide ner dan die van 1882, welke laatste momenteel voor een groot deel nog onveranderd (of hoogstens aange vuld!) overgenomen zouden kunnen worden, terwijl het lijstje van 1933 zo goed als geheel is vervuld? SPAREN VOOR EEN PANDERTJE. Dit allengs vervulde verlanglijstje opent een nieuwe hausse in Sinter klaaskranten. Wj a| I C OL/vv? Ov JE VoéT&RI-'^ 1 TocM HAAR Tü-T7 -CAy AC-fj/p Ov/£R.iPAi<eW EE FT Moere-J k^LibM-\£tJA)u pe-ilezvti■J Vy temmkvRtê 4ierr /III PLAATJESMALAISE EN BIJNA VERVULDE WENSEN. Langzamerhand worden de December- kinderkranten geheel door Sinterklaas geannexeerd, terwijl ook het redactio nele k^rte verhaal weer verschijnt op de vijfde December, zelfs nu en dan het conflict tussen Wodan en de hei- Gedurende de St. Nicolaasweek zal in de Magazijnen „De Tijdgeest" 1 procent der ontvangsten worden uitgetrokken voor de MOORDKAMPEN IN TRANSVAAL en ORANJE VRIJSTAAT. Advertentie Leidsch Dagblad 30 November 1901 In plaats van landen te kort te ko men, om de kopers te bedienen, zoals dit anders in deze tijd van het jaar het geval pleegt te zijn. is er tot nog toe hulp te veel en geen klant behoeft bij menigeen te wachten. Een grote teleur stelling alzo voor de winkelstand. En thans vooral, nu de laatste maanden voor vele winkeliers buitengewoon slecht, waren Maar waarom zouden wij hier ons nationale feest bij uitnemend heid niet vieren? Omdat ln andere lan den oorlog is? Laten wij liever met bei de handen de gelegenheid aangrijpen, die het Sint Nicolaasfeest ons biedt, om de zonnige kant van het leven op ons te laten inwerken temidden van dc sombere naargeestigheid, waarin wij sedert maanden verkeren". Het is vergeefs. Sinterklaas verdwijnt uit de krant, alsof het een nationaal belang is, zijn bestaan dood te zwygen. De laren gaan voorbij 1915, 1916, 1917, 1918, 1919 lige van Myra weer opgeld doet. onver anderlijk met het uit vroeger Jaren be kende vraagteken als conclusie. In 1930 voor het eerst een Leidse foto ln de krant, die betrekking heeft op Sinterklaas. Een kinderfeest in de ge hoorzaal, waarop de Sint echter zelf ontbrak. 1931 brengt zelfs een hele fotopagina, waarop we de Sint taai taai-poppen zien uitdelen op Marken en op een paard, dat angstvallig lykt op het trekdier van onze groenteboer, door Amsterdams straten zien trekken. Waarschijnlijk onder de invloed van de malaise, die ook het Sinterklaasfeest niet onberoerd kan laten, komt er dan weer een inzinking, die in 1932 over- De Terschellingse maagdenroof Enige Jaren nadat de voetbrug over de spoorbaan werd gebouwd als „tijdelijke oplossing" van het overwegvraagstuk, bracht het Leidsch Dagblad in boven staande teken ng in beeld, welk een tijd- en energieverlies de spoorbomen bete kenen voor hen. wier voertuig niet gewend is over daken te reizen. De teke ning is uit het .jaar 1927. nu 21 jaar geleden de, nog niet vergrijsde Sint herkennen? Ook de zolderschuit is niet bevallen; ln 1924 immers, verschijnt de heilige in 't geheel niet meer, om in 1925- en 1926 zich slechts in een klein hoekje van de Kinderkrant te installeren. 1927 echter luidt nieuw leven in. In dat jaar vereeuwigt een tekenaar hem terwijl hij op zijn paard over de voet brug over het spoor trekt. Om tweeerlei redenen hebben wij deze bijzondere plaat bij dit verhaal gereproduceerd. Enerzijds is het aardig uit de tekening een zeker verlangen naar een andere oplossing voor het spoorwegvraagstuk te lezen, welk verlangen wij straks in een verlanglijstje in 1933 zullen zien terugkeren, en dat zelfs op de huidige dag Anderzijds schënkt het de aan- dachte lezer gelegenheid zich te over tuigen van de juistheid onzer conclusie, dat Je goede Sint zijn Jarenlange rust heeft benut voor een verjongingskuur... Zo brengt 1934 een gedegen beschou wing over de Sint in de folklore, varia, een verhaal van een verdwaalde Sin terklaas en een pakkende historie over de Sint by zijn dagelijkse training. „Vele jeugdige lezertjes zullen zich verschillende malen reeds hebben af gevraagd, hoe Sinterklaas eigenlijk de rest van het Jaar doorbrengt. Vandaar dat wy de Sint eens geïnterviewd heb ben en naar zijn „dagindeling" hebben gevraagd! Die laten wij hier volgen. Geeft voor Sint Nicolaas: voor eene nette dame in ledfcren foedraal voor dames in nieuwe verpakking. Advertentie Leidsch Dagblad 1 Dec. 1891 In zijn mooie paleis te Madrid, de hoofdstad van Spanje, leeft de Sint genoegelijk met zyn Moorse bediende, Zwarte Piet, „Pedro" zoals de Span jaarden zeggen. 's Morgens om 8 uur komt de kapper om de mooie witte baard te verzorgen en om te zien, of de wenkbrauwen Sin terklaas niet te veel voor de ogen han gen en of de snor wel goed verzorgd is. Daarna, onj negen uur, is het paardrij den aan de beurt, want Sinterklaas moet een verwonderlijk goed ruiter zijn, om zomaar over de daken te kunnen galopperen, vooral met die dekselse ra dio-antenne-draden van tegenwoordig! Het rijden zelf wordt gevolgd door een uurtje dressuur van enkele reserve- paarden, die de Sint altijd meeneemt voor het gemak. Nu is de Sint aan het sparen voor een Pandertje, zo'n vlieg tuigje, je'weet wel, dat ls practischer vindt hij. Om half 11 gAt de Sint toe kijken by de dagelijkse gymnastiekles, die Zwarte Piet en enkele andere Moor se knaapjes ontvangen, speciaal voor 't klimmen over daken en door schoorste nen. Daar heeft Zwarte Piet een enor me handigheid in gekregen. Zwarte Plet krijgt daarna een uur tje les van een der modernste en be kwaamste architecten, die hem in- wydt in de geheimen van de moder ne schoorsteenbouw en de ventilatie systemen. Sinterklaas gaat zich in middels vergewissen of de inlichtin gendienst en de administratie goed in orde zyn, want ln de loop van het jaar wordt van leder ondeugend kind een kaart aangelegd, waarop dat ver meld is, zodat je begrijpt, welk een enorm werk dat is. Onmiddellijk daar na is er de vergadering van de Bond van Chocoladefabrikanten en suiker- industriëlen, waarvan Sint de groot ste aandeelhouder is. Dikwijls gaat hieraan vooraf een economische con ferentie met de voornaamste geld mannen van de wereld, daar bij zo'n massa-aankoop van chocolade en suikerwerken de wereldmarkt in dit materiaal altyd enigszins gevaar loopt. Hierop volgt de vergadering van de Bond van Imitatie-Sinterklazen, waar van de Sint ere-voorzitter is. Ze be spreken hun arbeidsvoorwaarden, stellen met de Sint de lonen vast en hebben al wel eens met staking ge dreigd! Ten slotte gaat de oude Sint een half uurtje hout zagen, omdat ex-Keizer Wilhelm gezegd heeft, dat dat zo ge zond is en verder een kwartiertje sport beoefenen met de roede, waarvoor de bezembinder iedere dag een nieuwe be zem te leveren heeft. Zqals men ziet, heeft de Sint het bijster druk met het afwerken van zijn dag-programma. En dan kan hij op zijn verjaardag, in plaats van wat te krijgen, nog ca deautjes gaan geven! De omgekeerde wereld is het!.... Ik krijg er geen hoogte van!...." •>5 „Kleine attenties, Uit vriendschap bedacht, Hebben zo dikwijls een vreugde gebracht, Kleine geschenken, een vriendiyjce geest, Zijn vaak tot troost en tot zegen geweest". Aldus öicht E. H.v. M. in 1935 over de geneugten van het Sinterklaasfeest, tijdens hetwelk éénmaal per jaar al thans de mens toont te weten, dat ge ven zaliger dan ontvangen is. Behou dens deze regelen vinden wij o.a. in een historische beschouwing onze.... ketenen weer terug: „In Amsterdam was het hoogtepunt der viering in de zestiende en zeven tiende eeuw de Sinterklaasmarkt op de Dam. Dagen tevoren gingen de Zwarte Klazen onder groot rumoer de buurten rond, terwijl zij met ijzeren kettingen op de straatkeien rinkelden en op de deuren en ramen bonsden, terwijl zij riepen „synder ook qqfye kyeren?" Min of meer ontsteld wordt dan in enkele regels geconstateerd, dat er al lengs meer uitspattingen voorkwamen, en dat er verschillende verordeningen werden uitgevaardigd om het feest uit te roeien. Gelukkig daar zijn ze nim mer in geslaagd, en de rust op de straten keerde weer, het feest ver plaatste zich naar de huiskamer, waar de porceleinkast grenzen aan de on stuimigheid stelde. Historie en folklore beheersen ook het Sinterklaasnummer van 1936, en daar lezen wij o.a. over de vrering op Terschelling jEvenals dat elders gebeurt, lopen verklede en vermomde mannen en jon gens met rammelende kettingen huis in huis uit. strooien pepernoten en trach ten de longemeisjes in hun kettingen te verstrikken, te roven en mee te voeren, som® een heel eind de straat op Daarom zitten dan ook de angstige meisjes op die avond helemaal achter in de kamer, verscholen achter de an dere aanwezigen, 't Geheel maakt de indruk de rest te zijn van een heidens natuurfeest. dat later gelflk zo dikwijls gebeurde, met een Christelijk feest vereenzelvigd werd. Een danspartij is als gewoonlijk weer het eind van alle dingen." Altijd een speciaal Sinterklaasnum mer geven verveelt ook, daarom brengt - 1937 verspreid over enkele dagen ach- ^onnen sc"^ïït door een alleraardigste tereenvolgens de biecht van een ól te foto van de aankomst van de Sint in „waarheldslievende' moeder, die met de Sleutelstad. Schijnt, want het ma- j haar afschuwelijke ervaringen als wa ken van een nieuwe foto kan er in 1933 pen bepleit om de „leugen" van Sin- blijkbaar niet af, en de redactie besluit terklaas als een beter goed te beschou- om hetzelfde plaatje als vorig jaar wen dan de roof van een kinderillusie, maar weer te gebruiken..., I voorts een opsomming van de uitdruk kingen in onze taal, waarin de schoen een hoofdrol speelt (niet minder dan 23!) en een meesterlijke tekening van prof. Slotemaker de Bruine, die verkleed als Sinterklaas door het invoeren van de nieuwe spelling op de scholen met een massa chocolade e's, o's, n's en ch's blijft zitten. Ten slotte een min of meer gênant verhaal van een klein dozijn Klazen, die in één huis op bezoek kwamen, deels niet geheel brandschoon, om de dochterharten te stelen in plaats van suikergoedharten rond te delen. HET GULLE MENSDOM.... En och. zelfs deze Schiemase Klazen vergeven wy achteraf veel. Het waren de laatste bezoekers uit Spanje, die „in vrede" kwamen en gingen. Reeds ln 1938 wil Mars als Sinter klaas verkleed de genoeglijke" familie feesten verstoren, en ln 1939 treft ons een „interview met Sinterklaas": „Wat zou U graag hebben?" vroeg de interviewer. „Ik", zei St. Nicolaas. „Ik krijg nooit watMaar U is de eerste, die bet my vraagt, in al die eeuwen Dat ontroert me een beetje, weet Let er maar niet op, jongeman. Wou io het weten? WAT VREDE OP AAR DE... Natuurlijk, wy zelfzuchtige mensen, die altyd vragen, konden zelfs die éne wens van de Sint niet vervullen Vijf jaren mocht de Sint rusten, omdat wij mensen hem met prikkel draad en bafonetten beletten, zijn Jaarlijkse tocht aan te vangen De terugkeer van de „enige goede Spanjaard' zoals sommigen hem plegen te noemen, vond plaats temidden van de na-galmende echo's van het oorlogs rumoer. Op 5 December 1946 werd op de Prinsesgracht te Den Haag dement originele, maar ook meest weerzinwek kende surprise uit des Sints arsenaal afipvuurd1 een bompakket! in 1947 vonden wy hem terug op een duister dak, waar hy een Interview toestond over het Marshallplan, hetgeen de hei lige oneeriyke concurrentie achtte en hoogst onpaedagogische beunhazerij bovendien. Fantasio vond hem óók op een dak zitten, maar dat kan ook heb resultaat geweest zyn van de milde ga ven der herleefde Schiedamse goden- galerij. Het was de laatste „naamdag" voor het huidig jubileum Er was eens Wij hopen U onder die titel enige aangename verpozing te hebben geschonken in de „goede oude tyd". Ons heeft deze tocht door het verleden geleerd, dat er niet alleen ééna was, maar ondanks alle barrières en •veranderde zeden nog ls, en belooft al tyd te zullen biyven: de 8p*anse Sint en zyn iwarte knecht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1948 | | pagina 8