Heldere geest en warm hart,
gerijpt in gezin en maatschappij
87ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD Zaterdag 4 September 1948
Tweede Blad No. 26482
Koningin der Nederlanden
van Zonneschijntje
EDER volk krijgt de regering die het verdient.
Het Nederlandse volk is daarenboven gezegend door het lot. doordat het in 1898 en in 1948 een
Vorstin geschonken kreeg, die het nodig had.
Koningin Wilhelmina werd tot haar taak geroepen, toen zij met het warme hart van een achttien
jarige een hooggestemd idealisme in al haar denken en handelen voorop stelde. Hoezeer wij ook
met oprechtheid kunnen getuigen, dat verstandelijke gaven haar beslissingen telkenmale zo
juist deden afwegen, haar handelen stamde steeds uit een warm kloppend hart. Ons volk zal
daarvoor tot in lengte van dagen dankbaar gestemd zijn. Het had, als alle volkeren, dit hooggestemde
idealisme van Koningin Wilhelmina nodig om over de barrières van maatschappelijke ontwrichting en uit
zichtloze ellende heen te zien en daardoor de laatste halve eeuw te overwinnen.
Zeker, dat idealisme is. misschien zelfs nog meer dan vroeger, ook thans een vereiste om staande te blijven
in de wervelingen van een zich vormende nieuwe wereld, doch de tijd vraagt meer, veel meer zelfs dan
dat. Boven het idealisme moet een practisch inzicht staan in de grenzen van wat mogelijk en wat utopie is.
Wij behoeven tharis leiders, wier hart gelouterd is in het practische leven, wier nuchtere blik voortdurend
de vage lijn ziet tussen een uit de diepste gevoelens stammend ideaal en de reële noden van een voor weder
oprichting worstelende wereld.
Op dit moment haalt ons volk Koningin Juliana in, die met het hart haars moeders, doch minder dan zij
gestoord door maatschappelijke plichten, zich heeft kunnen wijden aan gedegen studie, aan veelzijdige
scholing en aan de vorming van een geestelijke rijpheid, die wij thans bovenal nodig hebben. Juliana
treedt voor ons volk als een persoonlijk en maatschappelijk volgroeide figuur.
Het Nederlandse volk mag zich gelukkig prijzen, in 1898 Koningin Wilhelmina te hebben mogen aan
vaarden als leidsvrouwe. en in 1948 Koningin Juliana te kunnen begroeten.
paedagogische inzichten, gepaard aan
een diep moederlijke liefde ondanks
zware openbare verplichtingen dan
ken wy, dat Koningin Wilhelmina
zich ontwikkelde tot een bij uitstek
sociaal voelend Vorstin en tevens tot
een moeder, die dezelfde moeilijkhe
den en gevaren als eens door haarzelf
moesten worden overwonnen voor
haar dochter hielp ter zijde stellen.
Daarenboven genoot Juliana het
voorrecht, mede door haar vader te
worden opgevoed. Het vaderlijk ge
zag, dat Wilhelmina had moeten ont
beren, droeg meer bij dan de meesten
onzer weten tot de vorming van
Juliana in haar jeugdjaren.
Met deze beeltenis veroverde Juliana zich reeds vroeg aller harten.
naam
Denkende aan het hart, dat Koningin Wilhelmina leidde in haar leven: zel
den heeft dit hart zo sterk gesproken als toen zij haar dochter, die na jaren
van bange en stille afwachting op 30April 1909 op het Paleis Noordeinde te
Den Haag het levenslicht aanschouwde, de zinrijke naam Juliana schonk. Wil-
helmina's eigen leven stond telkenmale in het teken van eenzaamheid rond de
troon. Z\Vak leek de band tussen verleden en toekomst voor de twee-eenheid
Nederland-Oranje. Op slechts vierjarige leeftijd was zij enige schakel in die
band. Het mocht dan een sterke schakel zijn, niet de zwakste waar de keten
naar menselijke wijsheid breekt, zijzelf voelde bewust dat niet mensen deze
band smeeddenof zouden breken. Juliana zou daarom de naam zijn, die
haar kind moest voorbestemmen nieuwe stammoeder te worden van een bloeiend
Oranjehuis. Juliana Louise Emma Marie Wilhelmina. Louise naar de vierde
vrouw van Willem de Zwijger, Emma naar haar die Oranje voor ons volk
behield door haar opofferende liefde en haar sterke moederlijke gezag, Marie
naar de moeder van Prins Hendrik, Wilhelmina ten slotte naar de moeder
thans niet alleen van haar kind doch tevens van haar volk. Tot veel verplich
tende namen alle, doch geen zo zinrijk als de eerste naam, Juliana, waarin
wij de hartebede van Koningin Wilhelmina lezen.
Enig kind, Koningskind
andermaal in enkele
decenniën.
IN een wild oplaaiend enthousiasme
alom in het land werd een opgekropt
angstgevoel van heel ons volk ten
grave gedragen en werd getuigd van de
liefde, die de jonggeborene zich reeds
bij haar geboorte had verworven. In de
Willemskerk te Den Haag werd het
Prinsesje op 5 Juni 1909 ten doop ge
houden. De hofprediker, dr J. H. Ger-
retsen leidde de dienst indachtig het
woord in Lukas „En Hij gaf hem aan
zijn moeder". Tot de ouders zeide de
voorganger „Nooit zult Gij tevergeefs
tot Hem gaan, want steeds zal Hij U
zeggen hoe te doen met Uw kind, dat
ook Zijn kind is".
Een week na de doop vertrokken de
ouders met hun grootste bezit naar het
Loo, waar „Zonneschijntje" het eigen
lijke „tehuis" van haar jeugdjaren vond.
Wel werden bezoeken aan diverse delen
des lands gebracht, doch meestentijds
bleef Juliana in gezelschap van haar
ouders in de ruime natuur en de ge
zonde lucht van het Gelderse, dikwijls
ook alleen met haar vader, die zich
sterk aan zijn dochter hechtte.
Enig kind echter, Koningskind bo
vendien
Ten tweed* male in enkele tientallen
jaren werd een enig kind op dezelfde
hoge en verantwoordelijke taak voor
bereid in een millioenengemeenschap.
zoek mocht, in Soest-
dijk haar huidige
eigen tehuis of in
het Paleis aan de
Voorhout in de resi
dentie, Koningin Em
ma heeft haar rijke
opvoedkundige gaven
en ervaringen bij die
talrijke bezoeken zeker
niet ongebruikt gelaten!
tot Koningin
De keuze van onderwfjs-vorm zou
later een merkwaardige parallel vin
den in de schoolkeuze door Juliana
voor haar kinderen. n.l. de op vernieu-
wlne en ontwikkeling van individuele
capaciteiten der leerlingen georiënteer
de „Werkplaats" van Kees Boeke te
Bilthoven
Het begin van een uiterst gelukkige periode: „Juliana van Oranje" liet zich in
1927 inschrijven als studente aan de Leidse Universiteit. Na afloop dezer inschrij
ving leidde prof. dr A. J. Wensinck als rector-magniflcus, haar tezamen met
haar vriendinnen freule de Brauw, mej. Rozenboom en mej. Michelin door het
Academiegebouw.
Karakteristieke
schoolopleiding.
Op drie-jarige leeftijd, tezamen met
haar zorgzame moeder.
Andermaal dreigden de gevaren van
vereenzelviging, die door Koningin
Emma op zo bewonderenswaardige
w|jze waren overwonnen. Haar grote
Een bezoek aan Koningin Moeder Emma,
kort voor Juliana's meerderjarigheid.
„Zonneschijntje" verschilde in spel,
ambities noen ontwikkeling van andere
kinderen tijdens de rustige jaren voor
de schoolgaande leeftijd. Poppen en die
ren waren ook haar grootste vreugde
en ondanks maatschappelijke beperkin
gen genoot zij van eenvoudig spel met
talrijke kameraadjes. Ontegenzeggelijk
genoot z|j groter vrijheid «in een nor
maler omgeving, dan haar moeder tij
dens de eerste jaren van haar opvoe
ding. Niet zoals voor haar moeder be
stond de noodzaak, binnen luttele jaren
geheel te zijn gevormd voor het dragen
van zware verantwoordelijke plichten.
De opvoeding buiten gezinssfeer en
buiten school was tot 1920 opgedragen
aan jonkvrouwe L. P. van de Poll, na-
uen aan jonkvrouwe I. G. baronesse
Sloet van Marxveld en mej. A.
Oosterlee, terwijl reeds op jeugdige
leeftijd een aanvang werd gemaakt met
het godsdienstonderricht door ds W. L.
Weiter. Steeds weer waren het boven
dien hoogtepunten voor de jonge Prin
ses, wanneer z|j bij grootmoeder op be-
KORT voor de eerste wereldoorlog
nam de schoolopvoeding een aan
vang. Juliana's leven dier jaren
werd echter niet alleen daardoor, ook
door de benarde omstandigheden van
ons neutrale volk temidden van de
woedende strijd beïnvloed. Het landsbe
lang vorderde een voortdurende aan
wezigheid van de Koningin in
Den Haag, waarheen dan ook de
vaste verblijfplaats van het Ko
ninklijk Gezin werd verplaatst. De uit
stapjes naar Den Haag en andere de
len des lands ruimden plaats voor uit
stapjes uit Den Haag naar het Loo en
voor minder afwisselende doch niet
minder plezierige tochtjes naar zee,
meestal Katwijk, waar b.v. in 1916 de
Koningin met Juliana gedurende enige
maanden logeerde.
De Koningin koesterde de nadrukke
lijke wens, haar dochter enerzijds in
vorm een zo „gewoon" mogelijke school
opleiding te bieden, doch daarnevens
naar de aard een opleiding, die karak
tervorming op basis van kennis stelde
boven verstarde aanwerving van parate
kermis. Oriënterend contact met de be
kende Haagse onderwijshervormer Jan
Ligthart, op wiens school met vrucht
verjongde leermethoden werden toege
past. leidde er toe dat een klasje van
vier leerlingetjes werd samengesteld uit
„Juliana van Oranje", Elise Bentinck,
Eilsabeth van Hardenbroek en Miek de
Jonge, waarvoor in een speciaal ver
trek van Huis ten Bosch onderricht
werd gegeven door bij Jan Ligthart ge-
vormde leerkrachten, aanvankelijk mej.
B. Cohen Stuart (1915'16) nadien
door mevr. A. v. d. ReydenVan der
Hooff. Vakonderwijs werd voorts gege-
ven door mej. Cath. van Rennes, mej.
de Mello Manser, mej. J.. van Hasselt,
prof. Van Schelven, dr Japikse. prof. dr
J. H. Gunning Wzn., prof. jhr mr W.
J. M. van Eysinga, prof. dr J. C. van
Eerde, prof. Verrijn Stuart, profMuller,
mej. Oosterlee. mej. Bonebakker, mevr.
Rachwitz—De Jongh en mevr. Roelofs
Blechmann.
Dit lijstje in wetenschappelijk en
paedagogisch opzicht prominente leer
krachten, tezamen met de wetenschap
dat Koningin Wilhelmina haar doch
ter van jongs af aan heeft gewend
aan een strikte t|jdsverdeling tussen
studie en ontspanning, waarbij zeker
laatstgenoemde categorie niet over
heerste, Iaat ons zien dat Juliana
reeds jong gewend werd aan het be
trachten van een serieuze plichtsver
vulling en het zich verwerven van
gedegen inzicht in de problemen tid
haar en vroeger tijden.
Persoonlijkheid groeit.
REEDS voor haar meerderjarigheid
in 1927, tijdens de schoolopleiding
dus, waarin evenals indertijd bij
de opvoeding van Koningin Wilhel
mina lager-, middelbaar en hoger on
derwijs in elkaar overyloeiden, open
baarde zich de richting van de cultu
rele ontwikkeling van de Prinses, die
niet de beeldende gaven van haar moe
der erfde, evenmin geprononceerd muzi
kaal van aanleg was, doch een opmer
kelijke t literaire begaafdheid toonde,
die mede oorzaak zal z|jn van haar
meer dan vormelijke belangstelling voor
het theaterleven.
In de laatste jaren van haar school
opvoeding leerde de Prinses haar toe
komstige plichten kennen tijdens veel
vuldige bezoeken aan alle delen des
lands, o.a. Zeeland ten tijde van de
Belgische annexatiezucht en Utrecht,
waar zij, als symbool van de taak der
Oranjes in ons volk, de eerste steen
plaatste voor het Utrechtse Jaarbeurs
gebouw.
Eenmaal opgegroeid tot zelfstandiger
oordeel en eigen kracht vond zij tel
kens ongedwongen' contact met vele
leeftijdgenoten in het voor haar inge
richte kampverblijf, het Aardhuis.
Vooral in deze t|jd sprong zo duidelijk
in het oog dat haar niet. zoals haar
moeder op 18-jarige leeftijd, een le
venstaak wachtte. Zij was zo nodig be
reid en gereed daartoe, doch zijzelve
hunkerde tot vreugde van haar
ouders naar verdere ontplooiing zon
der de lasten van het landsbestuur,
naar ontwikkeling uit eigen kracht zon
der de belemmeringen van maatschap
pelijke plichten.
Zij kreeg daartoe gelegenheid na het
bereiken van de grondwettelijke meer
derjarigheid op 30 April 1927. Eén zin
snede uit de tafelrede, welke door Ko
ningin Wilhelmina op die dag tot haar
dochter werd gericht, willen w|j cite
ren, hoewel deze rede indertijd niet in
het openbaar werd uitgesproken.
Deze woorden tonen echter de
geest, waarin onze toenmalige Kroon
prinses is opgevoed tot het dragen
van de aan haar roeping verbonden
verantwoordelijkheid. „Z|j het U ge
geven alt|jd weer te vinden die die
pere eenheid, die alle mensen samen
bindt, die G|j steeds gezocht hebt, en
te Ieren anderen en Uzelve te begrij
pen en U in te leven in het tijdperk
dat vóór U ligt; U zó het vertrouwen
waardig te maken van Uw tijdgeno
ten en bovenal van ons dierbaar volk,
aan welks geluk en welzijn G|j een
maal geroepen zult z|jn Uw beste
krachten en gaven te wijden".
Kort nadien, op 12 Juni 1927, deed z|J
in een door ds Welter geleide dienst in
de Haagse Julianakerk, waarvoor z|j-
zelve indertijd de eerste steen had ge
legd. haar belijdenis. Tevens bracht
haar meerderjarigheid mede, dat haar
mbeder haar installeerde tot adviserend
lid van de Raad van State.
Prinses Juliana onthulde enige t|ju na naai drie-jarig «'erbliji in Katwijk voo*
haar studie te Leiden voor de Oude Kerk aan Katw|jks boulevard een monjjmcMi
ter nagedachtenis van de in de eerste wereldoorlof ©mgekomea vls.se vs