87ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Dinsdag 24 Augustus 1948 Tweede Blad No 26473 Schotse pijpermelodieën klinken ijl door de ontvangstzaal van Windsor Castle nabij Lon- 'den. Een grijze, wereldwijze vrouw ziet met welgevallen de frisse opgetogenheid van een veertien jarig meisje, dat haar gevraagd heeft de pijpers te laten spelen. Iedere wens. die het opgetogen kind uitte en die maar voor vervulling vatbaar was. werd met graagte ingewilligd, zo ook deze Het is 1895. Het jonge meisje is Koningin Wilheimina. Europa's jongste, zelfs nog ongekroonde Vorstin. De grijze, wereldwijze vrouw is de legendarische Koningin Victoria van Engeland, reeds toen. na 58 regeringsjaren, voor de Engelsen wat Koningin Wilheimina thans, na eenzelfde periode van 58 jaren Koninklijke waardigheid, voor ons Nederlanders is geworden: ..onze" Koningin, voor meer dere generaties. Nu wij. meer dan een halve eeuw later, het leven van Koningin Wilheimina der Neder landen overzien, kenschetst dit treffen tussen beide Vorstinnen, meer dan enig ander moment uit de historie dezer vijftig jaren, de betekenis van de regeringsperiode, welke thans is afgesloten. 1948 schrijven wij, als Koningin Wilheimina haar taak voor ons volk heeft volbracht. Dezelfde Dochter der Oranjes ontmoette Koningin Victoria, die meer dan een eeuw geleden de troon van het Verenigd Koninkrijk besteeg. In die periode heeft het koningschap een andere inhoud gekregen. In dit tijdsbestek ligt de ontwikkeling van de samenleving, krachtens welke de bewondering en eerbied voor het gekroonde hoofd van de staat, medegeërfd met de kroon, ruimte moesten maken voor door persoonlijke ver diensten verworven aanhankelijkheid en liefde. Niet talrijk zijn de Europese vorstenhuizen, welke deze maatschappelijke ommekeer hebben overleefd. Het grootste wat Koningin Wilheimina voor ons volk heeft volbracht, moet de volledige aan vaarding worden geacht van die maatschappelijke heroriëntering, waarin zij niet alleen liet koning schap voor ons volk heeft behouden, maar daarenboven juist door het sterker sprekende persoonlijke element der verhoudingen de dynastie nog hechter met onze samenleving en onze harten heeft verweven. In 1895 ontmoette onze jonge Vorstin Koningin Victoria, die haar waardigheid accepteerde in de volheid van het absolute koningschap. In 1948 is de taak van Koningin Wilheimina volbracht, en hechter dan ooit schaart ons volk zich om de troon, terwijl elders in bloedige revoluties of koude volksstemmingen tronen ten onder gaan en koningen in ballingschap worden gedreven, beroofd van majesteitelijke glans en ontdaan van alle koninklijke luister. TTTtT'-int 11 TXT moeilijke leven dat het haar toever- „Wilnelmus van IN assouwe SSSST i zijn schaduwen vooruit wierp. De inder- ben ick van Daytscbeo Moet i deking \yas haar leermeester voor de normale schoolkennis. Behoedster van de troon, niet alleen door haar regering, doch reeds door het feit harer geboorte. „Goddank, de Koning staat nog niet alleen", getuigde de hofprediker, dr C. E. van Koetsveld aan het graf van Kroonprins Willem van Oranje, zoon van Koning Willem III en de toen reeds overleden Koningin Sophie, die in 1879 op 39-jarige leeftijd te Parijs overleed De broer van de Ko ning, Prins Hendrik, was in Januari van dat jaar ten grave gedaald, in de dagen dat Nederland zich verheugde in het tweede huwelijk, dat Ko ning Willem III op meer dan zestigjarige leeftijd sloot met de een-en- twintig jarige Prinses Emma van Waldeck Pyrmont op 7 Januari 1879. Neen, niet alleen, doch wel eenzaam. Terwijl deze grijsaard zich een tweede, jonge gade koos, dacht Nederland met angst aan de zorgwekkende gezondheidstoestand van Prins Alexander, na het overlijden van Kroon prins Willem de enige erfgenaam van de kroon der Oranjes. Niet ten onrechte twijfelde ons volk aan de bestendigheid van het Huis van Oranie. Des te blijder was echter de mare, dat Koningin Emma een nakomeling verwachtte Zelden brak zich spontaner en machtiger feestbetoon baan dan toen die verwachting op 31 Augustus 1880 verwezenlijkt werd. „Hare Majesteit de Koningin is hedenavond ten zes ure door Gods goedheid bevallen van een Prinses", aldus de Staatscourant van die avond. De geboorte van de Oranjetelg, die niet alleen Oranje voor ons volk behield, doch daaren boven als Moeder des Volks naast de Vader des Vaderlands, haar grote voorganger, in de geschiedenis zal blijven voortleven! Op 12 October 1880 bejubelde Den Haag Koningin Emma, die haar dochter ten doop ging houden in de Willc,mskerk. Wilheimina Helena Pauline M aria. Europa's jongste Koningin Vooralsnog Prinses Wilheimina. Niet voor lang echter. Reeds in 1884 stierf Kroonprins Alexander en ons volk, dankbaarder nog dan voorheen voor haar geboorte, noemde Wilheimina reeds Kroonprinses, Vier Jaar oud, enige Oranjetelg, enig kind van een grijze Koning, die de kroon niet lang meer zou kunnen torsen. Ingevolge de Grondwet moest het re gentschap over de Koning, indien deze zijn taak niet meer zou kunnen vervul len of over de bij zijn overlijden nog niet volwassen opvolgster reeds tij dens 'sKonings regering worden gere geld. Direct na het overlijden van Prins Alexander, op 2 Aug. 1884 werd de wet van kracht, waarbij bepaald werd, dat Koningin Emma in dat onverhoopte maar vrijwel onvermijdelijke geval als regentes van het Koninkrijk zou op treden. Nauwelijks tien jaar oud was Prinses Wilheimina, toen Koning Willem m geestelijk niet meer in staat bleek, het koningschap te dragen. Op 14 Novem ber 1890 aanvaardde Koningin Emma het regentschap, dat zij slechts tien dagen „in naam des Konings" uitoefen de. Op 23 November van dat jaar be treurde het Nederlandse volk zijn laat ste in mannelijke lijn van het oorspron kelijke Oranjehuis afstammende Vorst. Op 8 December 1890 legde Koningin- Moeder Emma de eed af als regentes van het Koninkrijk en van Koningin Wilheimina. Koningin Wilheimina, ongekroond nog, tien jaar oud, die acht-en-vijftig jaar lang die waardigheid zou dragen, waarvan een halve eeuw uit, menselij kerwijs gesproken, eigen kracht. Koning Willem III had tijdens de prilste jeugd van zijn dochter een grote liefde voor haar opgevat, doch had misschien juist als bewijs van die liefde de opvoeding in handen gelaten van zijn zovele Jaren jongere gade. Niet zo als beide zoons van Koning Wllleni III bezocht Wilheimina een gewone school. Haar eerste opvoeding genoot ztf van haar serieuze, met een inRetogem na tuurlijke vrolijkheid begiftigde jonge moeder, die ondanks de drukkende zor gen voor haar echtgenoot en later voor de staatstaak, op bewonderenswaardige, van grote paedagogische inzichten blijk gevende wijze zich kwijtte van de taak, de toekomstige Vorstin van Nederland op een leven van dienstbaarheid aan In Bad Wildunger, doel van de eerste buitenlandse reis in 1886, die de eerste levensperiode afsloot, verwierf Wilhei mina de grote liefde voor natuur, plant en dier. die haar later zo dikwijls naar palet en penseel zou doen grijpen en die haar intensieve belangstelling in na tuurbescherming tijdens haar regering zou voeden. Wie van de ouderen her innert zich niet de afbeeldingen van het jonge Koninginnetje met haar pony Babv, haar geitjes en haar lievelings- h'~-"ell! KONINKLIJKE PLICHTEN DIENEN ZICH AAN. De Koningin-Regentes heeft begre pen, dat het Nederlandse volk na het overlijden van Willem III behalve zijn jonge koningin van verre liefhebben, haar ook in eigen midden wil eren. In de tfjd dat de huiselijke schoolopleiding was overgedragen aan dr Salverda de Grave, werden bezoeken aan alle pro vinciën gebracht. Reeds in Mei 1891 kreeg de jeugdige Koningin haar eerste openbare taak toebedeeld, de eerste steenlegging voor het Amsterdamse Wil eigen volk als tegenover de representan ten van vreemde mogendheden, die het Hof bezochten of het genoegen smaak ten, haar aan eigen Hof te ontvangen: in 1891 wanneer de Duitse keizer ons land bezoekt, in 1892 bij het tegenbe zoek aan Berlijn, in 1895 bij haar bezoek aan Koningin Victoria van Engeland, in 1897 in Oostenrijk en in het jaar van haar inzegening in Frankrijk. De opvoeding werd inmiddels vol tooid. Óp veertienjarige leeftijd vin gen de lessen aan van twee hooglera ren in vaderlandse en algemene ge schiedenis. Het onderwijs in eerstge noemd vak werd opgedragen aan de Leidse hoogleraar prof. P. J. Blok. Typerend voor de hoogstaande opvat ting van Koning-Moeder Emma over haar opvoedkundige taak was de op dracht, welke zij prof. Blok verstrekte, namelijk „een zo onpartijdig mogelij ke voorstelling van het gebeurde te geven, voornamelijk op staatkundig Uit de eerste levensjarenHet jeugdige Prinsesje met Haar Ouders. Konins Willem III en Koningin Emma. een volk voor te bereiden. Koningin Emma, stammend uit een groot gezin, begreep wat haar dochtertje als enig kind en koningskind ontbeerde. Behalve omgang met andere kinderen uit de naaste maatschappelijke omge ving, gaf zij daarom Wilheimina aan vankelijk een levenslustige, welhaast kinderlijke Fran?aise tot gouvernante, later de Engelse gouvernante miss Sax ton Winter, begiftigd, getuige haar bij zonder aardige memoires uit die tijd, helminagasthuiswaarbij zij haar eerste „redevoering", slechts één enkele zin uitsprak: „Ik hoop dat dit gebouw tot zegen zal strekken van Amsterdam". Zegen voor ons volk was, wat zij nadien gedurende bijna zestig jaren in welhaast ieder woord zou vragen. Snel naderde de voltooiing van haar achttiende levensjaar, waarop zij in menselijke zelfstandigheid met het hoog ste aardse gezag zou worden bekleed. Steeds meer koninklijke plichten kwa- en godsdienstig gebied, met eerbiedi ging van andere staatkundige en reli gieuze gevoelens dan de zijne, zonder in enig opzicht de waarheid, ook als deze voor de Koningin minder aan genaam zou klinken, tekort te doen" Ds G. J. van der Flier, predikant te Den Haag. bereidde haar van Mei 1894 tot October 1896 voor op haar belijde nis in laatstgenoemd jaar. „Weest ge trouw tot de dood en ik zal U geven daarbij meekrijgt op haar levensgang. Behalve het diep religieuze gevoel van Koningin-Moeder Emma heeft ook het onderwijs van ds Van der Flier in die jaren de grondslag gelegd voor het sterk Christelijk karakter, dat Wilhelmina's daden en- woorden gedurende haar ge hele regeringsperiode kenmerkte. Natuurlijke gaven van hoofd en hart, tot ontplooiing gekomen door de liefde volle zorgen van haar moeder, versterkt door lessen van de beste leermeesters des lands, hebben Wilheimina in korte I tijd gereed gemaakt tot de zware taak, welke haar wachtte en die, naar wij I thans weten, een halve eeuw op haar schouders zou rusten. Zij had geléerd, een menselijke schroom te verbergen achter een natuurlijke en konink lijke waardigheid, welke die tijd met bij uitstek strenge vormen eiste van een Vorstin. Ons volk had haar bo venal leren kennen en een liefde opge vat, welke haar door lief en het diepste leed van vijftig jaren zou schragen. „Dat Hy any cracht wil glievera dat ick U helpen imacli" In velerlei opzichten beleefde ons land tijdens de troonsaanvaar- ding van Koningin Wilheimina een tijd van opleving, van welvaart en van bloei. De jonge Vorstin kon zich. door haar persoonlijkheid en door de omstandigheden in het Oranieliiiis. waarvan zij de laatste telg was behalve de veertigjarige weduwe van Koning Willem III. haar moeder en regentes, verzekerd weten van de trouw harcr onderdanen. Over haar troonsbestijging hing niet - als meestentijds bij troónsbestijgingen - de schaduw van de dood eens Konings. Het „te roi est mort. vive le roi" was reeds acht jaar verstorven en slechts een herinnering geworden, die deze dag wel spreken zou. doch niet de jubel verstoren. Maar toch. Achttien jaar. opgevoed zonder de weldadige invloed van het vaderlijk gezag, zonder zich aan een voorganger te hebben kunnen spiegelen in de bedrijvigheid van elke dag! Regentes Emma had tijdens haar zegenrijk doch moeilijk regentschap ziclizelve stelselmatig op de achtergrond gehouden en er tegen gewaakt de mening ingang te doen vinden, dnt er een Koningin Emma regeerde Zij is door haar werk een Constitutioneel Vorstin geweest, doch heeft door de omstan digheden persoonlijk „slechts" welbewust regentes willen zijn. met een diep menselijk begrip voor het men op haar te rusten, zowel tegenover i de kroon des levens" is de tekst, die z(J Een voorrecht, ons volk te dienen Moed vereiste het, zelfs onder de gun stige omstandigheden, de verantwoor ding voor volk en vorstenhuis te aan vaarden onder het motto van „voor recht". „Ik acht het een voorrecht, dat het mijn levenstaak en -plicht is, al mijne krachten te wijden aan het wel zijn en de bloei van mijn dierbaar va derland" waren niettemin de woorden, welke Koningin Wilheimina bij haar inhuldiging in de Nieuwe Kerk te Am sterdam op Woensdag 6 September 1898 tot de Staten Generaal sprak. De Inhuldiging werd vooraf gegaan door een proclamatie van Koningin- Moeder Emma, gedagtekend 30 Augus tus 1898, waarin zij de thans historische woorden bezigde „Moge ons land groot zijn in alles, waarin ook een klein volk groot kan zijn" De intocht in Amsterdam od 5 Sep tember overtrof alles, wat ooit in de hoofdstad des Rijks op het gebied van 'litbundlg feestbetoon te beleven was. De vooral na de smartelijke verliezen van het Oranjehuis gebruikelijke een- I voud van het Hof had plaats moeten i maken voor een luisterrijke praal, waar- I aan groten uit alle Rijksdelen doch eeen I buitenlandse gezagsdragers behou- I dens hun diplomatieke vertegenwoordi gers deelnamen. Luisterrijke pracht en imposante statie tekenden ook de plechtige sfeer van de Nieuwe Kerk, waarin op 6 September 1898 de inhuldi ging en de eedsaflegging plaats vonden. Het Rijk had zich opgemaakt om de charmante en aangebeden Vorstin de aanvaarding van een zware taak tot een vreugde te maken. „DE ENIGE MAN OP DE TROON". Terwijl binnenslands fellé politieke conflicten van incidentele en ook van meer blijvende aard de regeringstaak, zelfs in gebondenheid aan een straffe constitutie, tot een moeizame arbeid maakten waarin nauwelijks lauweren te oogsten vielen, was het de jonge Vorstin reeds twee jaar na haar troonsbestij ging gegeven, zich in gans Europa en ver daarbuiten bemind te weten als „de enige man op de troon", zoals dr Broek huizen haar later zou beschrijven, door haar onvervaard optreden ten gunste van president Paul Krüger van Zuid- Afrika. Toen de Boeren onder de druk der Engelse wapenen moesten wijken en „Oom Paul" in September 1900 naar Europa zou vertrekken om daar de zaak van onze stamverwanten te bepleiten, durfde geen van de Europese staten het aan openlijk sympathie te betuigen met de slachtoffers van het machtige Albion door Krüger de overtocht mogelijk te maken. Een golf van enthousiasme trok echter over het continent, toen Koning in Wilheimina Hr. Ms. „Gelderland" 1 naar Zuid-Afrika *>nd om de bejaarde I Boeren-president het verstoorde ge- 1—2

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1948 | | pagina 5