Een Vorstin in Ballingschap van e Nog steeds waardeert men het bestuur van de prinsen Biddend voor een Volk, dat vertrapt werd door Ds J. van Dorp EEN GELUKWENS VAN MEVROUW ROOSEVELT Franse herinneringen aan onze Koningin Toen Koningin Wilhelmina Parijs bezocht DINSDAG 24 AUGUSTUS Met de Mistral in de rug sulzen wij •mlaag door het Rhonedal. Nog enkele kilometers en wy zyn in het oude Prins dom van Oranje. Er is hier tussen de hoge tanden een brede ruimte en de koude wind uit het Noorden heeft hier vrij spel, zou hier althans vrije armslag hebben als de donkere cypressen zich niet telkens in zijn weg plaatsten. Nu woedt de Mistral onstuimig door de zwiepende takken, die zich radeloos krommen onder zijn geweld. Gemartelde bomen lijken het, met takken die zich wringen als In wanhoop. Zij doen den ken aan de schilderstukken, die Vin cent van Gogh in deze streek gescha pen heeft, wanneer hy tussen ziin v'*5- gen van waanzin een enkele maal zijn eenzame cel te St. Remy mocht vena- ten. Ook hier in is de worstelende wan hoop het beklemmend motief. Tegen de avond bereiken wij het doel van onze tocht: Oranje, hoofdstad van het Prinsdom van die naam. De weg splitst zich in tweeën, links en rechts om een oude triomfboog. Het is een driedubbele boog, die hier In Romeinse tijd is neergezet. Wanneer en door wie staat niet vast. Men noemt het jaar 25 en de Romeinse keizer Tiberius, maar aan de andere kant doen de reliefs den ken aan een of ander wapenfeit ter zee: men ziet namelijk ankers, boten, voor stevens, gevangenen en scènes uit een zeestrijd cp de muren weergegeven, en men zou daaruit willen concluderen, dat de erepoort, die 19 meter hoog en aoht meter breed is, is gewijd aan de zeeslag tegen de Grieken van Marseille uit in het jaar 49 voor Christus. De Romeinen hadden toen in 30 dagen tijds 'n complete vloot gebouwd, waar mee zij de Rhone afzakten om de Grieken te lijf te gaan. Aardig is, dat de eerste Prinsen van Oranje op deze triomfbogen een ver dieping hadden bijgebouwd en er een muurtje met een flinke gracht omheen hadden aangelegd: enkele geslachten lang is het Chateau de l'Arc een ver sterking geweest met een torentje met gekartelde tinnen een ware vesting, waarin de Prinsen van Oranje ver toefden en waar memg officieel stuk werd getekend. Het torenbje op de boog is tenslotte in twee stukken uiteenge- de naam Arausio. Er werden in die roemrijke jaren in Orange weidse ge bouwen gesticht, die voor een deel thans nog overeind staan. Zo ligt er aan onze voeten, tegen de helling van invasies die op handen zijn." Hij zette er alles op om het Prins dom ln vrede te laten leven en ver sterkte daarom het kasteel met elf bastions, zorgde voor een sterk garni zoen met kanonnen, wapens en levens middelen. naar een kronleksohryver uit die tyd zegt „in de pakhuizen op- De ruïne van de oude door Prins Maurits gebouwde vesting met het stadje Oranje op de achtergrond- Terwyl do Duitse legerscharen het land overrompelden, week de Koningin naar Engeland uit om daar Haar taak voort te zetten. Na een gevaarlijke tocht arriveerde Hare Majesteit, Maandag, de dertiende Mei 1940, in Londen, waar Zij begroet werd door Koning George VI. Prinses Juliana, Prins Bernhard en de beide Prinsesjes waren diezelfde dag aangekomen. By de Nederlanders in Londen heerste er, naast een gevoel van teleurstelling, een klaar besef, dat een wijs besluit was genomen, en naast een verklaarbare deernis met het lot der Koningin, een vertrouwen in Haar beleid, ja, zelfs een zekere vreugde, dat de Koningin, Haar kinderen en kleinkinderen, bij hen kwamen schuilen. De redding van het Huis van Oranje versterkte de hoop op de redding des vaderlands. Reeds spoedig werd het duidelijk, dat de Koningin een zekere belangstel ling zou tonen in het Kerkelijk leven en dat Haar naam de eerbiedwaardige geschiedenis van Austin Friars zou verrijken. Nóch uit de regeringsperiode van de Stadhouder-Koning Willem III, nóch uit de ballingschapsperiode van Prins Willem V is er enig bericht bewaard omtrent een contact dezer vorsten met deze Kerk. Gedurende het verblijf van Koningin Wilhelmina zou er tussen deze Oranje-vorstin en de oudste Nederduits Hervormde Gemeente een band worden gelegd en zouden er gebeurtenissen plaats grijpen, die zullen voortleven in de annalen dezer gemeente. De eerste aanraking tussen Koningin en Kerk vond plaats op 31 Mei 1940, toen ik op uitnodiging van Prinses Juliana en Prins Bernhard, als predi kant bij de Nederduits Hervormde Ge meente te Londen, de eer en het ver trouwen genoot Hare Koninklijke Hoog heid Prinses Irene Emma Elisabeth te lii de Eutrope een geweldig amphitheater. gestapeld volgens de regels van de Ne- vallen. De oude Romeinse boog stond j We zien van ons hoge standpunt neer derlandse ordelijkheid midden in het puin, maar wonderlijk op een brede ring van stenen zitplaat- Inderdaad wist hu het zover te kril- genoeg had het bouwwerk zelf geen sen en op een imposante muur, aan gen, dat de religieuze haat verdween, onherstelbare schade opgelopen. Op de Cours AristLde Brland, de voet waarvan Romeinse acteurs hun Orange werd vrijplaats de toneelstukken hebben opgevoerd. Het j stanten ën katholieken hoofdstraat van Orange, komen stee vast iedere avond de mannen van Orange bijeen om zich te wijden aan de merkwaardige Provencaalse sport, de „jeu des boules", het kogelwerpen. Als we een tijdje naar dit opgewekte spel hebben gekeken, brengen we onze motor ergens onderdak en gaan in de vallende schemering nog gauw 'n kijk je nemen in het stadje zelf. We lopen door smalle, duistere slobjes, dalen langs enkele treden omlaag, en staren dan op tegen een blinde muur, waar op wat vaal lantaarnlicht valt. In het halve sohemerduister maken de grau we -fooeken en de blinde muren van Romeinse, stadjes als Orange steeds een zeer geheimzinnige indruk. Dit straatje lijkt dood te lopen, maar het vage licht op de muur voor ons moet toch ergens vandaan komen er moet een zijstraat zijn. We dalen nog een paar treden, en jawel: met een scher pe hoek zwenkt het .schijnbaar dood lopende steegje naar Jinks of naar rechts, weer een nainv steegje met donkere vensteropeningen, met duiste re hoeken. We duiken door onder een zwart gewelf, een poort. En zie, daar achter rijst ln de avondhemel 'n rank; klokke tor entje met donkere galmgaten en een stomp rood dak. Wij hebben nog net voldoende licht om langs een pad vol grove keien om hoog te klauteren. Boven de St. Eutro pe, de heuvel waarop het kasteel van de Prinsen van Oranje heeft gestaan, moet men nu een prachtig uitzicht hebben over de stad en haar omge ving. We klauteren tot 100 meter hoog te en genieten daar inderdaad van een onvergetelijk schouwspel. Het aar dige stadje Orange ligt aan onze voe ten, De naar het Westen gewende ge vels hebben alle 'n kwastje avondrood gekregen. De ontelbare daken vervagen zachtjes in het laatste lioht van de dag. Ze liggen schots en scheef door elkaar als het opgekruide ijs van de Maas tijdens een strenge winter. En daaromheen in dromend blauw-grijs 'n prachtig, landsohap: 't vroegere Prins dom van Oranje. Aan de verre einder staan de bergen met wat rossig zon licht. de Mont Ventoux met besneeuw de kep, en daarvoor de Plots van de Turk" en de grillige kartellijn van de Den telle van Mcntmira.il. Op deze heuvel hebben de Prinsen van Oranje gestaan, als zij hun ogen lieten weiden over het oude stadje, waaraan zij hun naam ontleenden. HOE DE NAAM ONTSTOND. Orange bestond al voor de Romei nen het land van de Galliërs verover den. Kort voor het begin onzer jaar telling werd het onder keizer Augustus een belangrijke Romeinse kolonie met „deze stellig nodig zou zijn tegen de ^lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillll^ ..My first meeting with Her Majesty Queen Wilhelmina was 1 during the occupation when she was in the United Statesan s exile from her own country. I had the pleasure of meeting E her again when I was in The Netherlands in Aprihof this year E 1 under happier circumstances. I am delighted to have this opportunity of sending my warm and affectionate greetings and my congratulations and best E j§ wishes for the future. j If my husband were here, I know he would join with me". ELEANOR ROOSEVELT j I (Mrs. Franklin D. Roosevelt) (Mijn eerste ontmoeting met H.M. Koningin Wilhelmina j 1 vond plaats gedurende de bezettingsjaren, toen zij de Ver- e enigde Staten bezocht als balling uit haar eigen land. Tot E mijn genoegen ontmoette ik haar in April van dit jaar ge- E E durende mijn verblijf in Nederland onder gelukkiger omstan- E digheden. Het doet mij bijzonder genoegen dat mij deze gelegenheid §j 1 wordt geboden, mijn warme en hartelijke groeten, en mijn E gelukwensen en beste wensen voor de toekomst over te j 1 brengen. j§ Mijn echtgenoot zou. indien hij nog in leven was geweest, E E daarin zeker met mij instemmen.) theater heeft in zijn tijd schouwers kunnen bevatten. Maar aan het Romeinse imperium kwam een eind. Volksstammen uit het Noorden drongen het rijk binnen. Vlaamse en Westgothische krijgers verwoestten Oranges huizen en gebou wen. Het werd voor een deel weer op gebouwd om later nogmaals te wer den vernield. Kortom, het onderging de ly densgeschiedenis van heel wat steden en versterkingen, zowel in de middeleeuwen als in de moderne tijd. In 1562 werd Orange tijdens de Gods dienstoorlogen met de grond gelijk ge maakt, doch dank zij de Prinsen van het Huis van Nassau weer opgebouwd. Prins Willem van Oranje, onze Wil lem de Zwijger, trad eerst nogal streng op tegen de protestanten in zijn Prins dom, maar toen hij zich later zyn taak in Noord-Nederland bewust werd, drong hy by zyn consuls in,.Orange herhaaldelijk aan op verdraagzaam heid. „Zorg er voor," zo sohryft hy, „dat de bevolking van Orange rustig kan leven, met behoud van zijn privi leges en rechten." PREDIKER VAN VERDRAAG ZAAMHEID. In 1575 dringt hy aan op verdraag zaamheid en matiging opdat „men elkaar niet uit mijn Prinsdom verdrij- ve", in 1576 laat hy de consuls weten dat hun verdeeldheid hem onaange naam is, en toen de godsdiensttwisten ln de omgeving weer tot nieuwe exces sen leidden, ried hij hun aan „m vreedzaamheid te leven, in goede een heid, vriendschap en verstandhouding, de een met de ander, zonder zich in iets van de wijs te laten brengen dooi de nieuwe troebelen." Rondom Orange brandden de onver draagzaamheid en de haat van een binnenlandse oorlog. Duizenden perso nen .werden wegens ketterij ter dood veroordeeld, duizenden werden van hun woonplaatsen verdreven en kwamen van honger om in het gebergte. Twin tig dorpen - werden platgebrand en dui zenden protestanten vluchtten over de grens. In die tyd was Orange een vre dige oase temidden van het wilde strijdrumoer. Ofschoonook hier kwam het in 1578 tot ongeregeldheden, waarop Willem de Zwijger zijn 12.000 Franse onderdanen nogmaals ver maande tooh vooral in vrede met elkaar te leven. Prins Maurits liet op zijn kosten de ruïne van het oude Ro meinse kasteel op de Eutrope in een vesting veranderen. Het werd een der sterkste burchten van Europa. Hij schreef aan het parlement van Oran ge een brief, waarin hij aandrong «op versterking ook van de stad, aangezien voor prote- de bevol- 000 toe- king hechtte zich zeer aan de Prinsen van Oranje. En wat is er nu van Orange's mach- tlge vesting over? Wy wandelen rond op het plateau van Eutrope, dat nu beheerst wordt door een marmeren Maria-beeld op een hoog voetstuk. De sterke vesting van Prins Maurits is vernield door het buskruit van Lede wijk XIV, die van de minder jarigheid van het toenmalig Prinsje gebruik maakte om zich als voogd over zyn bezittingen op te werpen. Hij heeft het Prinsdom niet terug gegeven aleer het kasteel afdoende was vernield Reusachtige brokken metselwerk lig gen her en der verstrooid. Het zijn de torens van de vesting: la Tour du Rhone en de Crêve-Coeur. Verder bij de rand van de heuvel vin.den wij wat er. neg rest van het kasteel: wat kel ders en gewelven en de fundamenten van de opgeblazen- torens. Mair wat Lodewyk niet heeft kunnen vernielen en wat zelfs een sterkere dan hij, de Tyd, niet teniet heeft gedaan, dat is de warme waardering die men in het Prinsdom voor onze Prinsen heeft ge had. Nog thans erkent men, zelfs in Katholieke kringen in Orange, dat het prinsdom nimmer beter bestuurd is dan door de Prinsen, van Oranje en hun vertegenwoordigers. G. D. LUTKE MEIJER De moeilijkste jaren van het leven van H.M. de Koningin zyn onge twijfeld die geweest, gedurende welke Zij in Engeland vertoefde, terwyl Haar volk en Haar land ge trapt werden door de Duitse laars. Hoewel de radio ons in die tijden dagelijks voorlichtte en er na de bevrijding enige boeken zijn ver schenen over het doen en laten van onze Vorstin In oorlogstijd, is er toch veel, waarvan wij hier onkun dig zijn gebleven. Het stemt ons daarom tot voldoening de toenma lige Nederlandse predikant te Lon den, ds J. van Dorp, bereid te heb ben gevonden voor ons blad een bijdrage te schrijven over het gods dienstig leven van Hare Majesteit in Engeland en Haar contact met de Kerk. lyk gevoeld en ontlokte hem de opmer king: „Wij hebben niet veel meer te vertellen, dominee". De Koningin echter liet zich hierover niet uit. Toen ik Hare Majesteit, na afloop van de plechtigheid, gelukwenste met de doop Harcr Kleindochter, werd er door Haar met geen enkel woord ge rept over de omstandigheden, waar onder deze doop had plaats gevonden. De Koningin sprak over de preek en ik kon duidelijk merken, dat niet de uiterlijke gebeurtenissen, maar de doop zelf in het centrum stond van Haar gedachten en dat blijdschap over en dankbaarheid voor dit feit de boventoon vodden Deze werkelijkheidszin, die de kern van het bijkomstige weet te scheiden, is 'n karakteristiek, die ik meermalen by dc Koningin mocht opmerken. In een gesprek over de toenemende neiging in de Protestantse Kerken om de godsdienstoefening mser esn litur- dopen. Deze plechtigheid voltrok zich in de Hofkapel van Buckingham Palace, in tegenwoordigheid van het Engelse Koningspaar en vele andere vorstelijke personen. Ook de Nederlandse regering en vertegenwoordigers van de Neder landse Strijdkrachten waren aanwezig. Prinses Juliana en Prins Bernhard be antwoordden de vragen en legden de gelofte af. De Prinses hield haar kindje ten doop. Maar, gedurende de gehele verdere dienst lag het Prinsesje op de schoot der Koningin. Wat moet er in die ogenblikken zijn omgegaan in het har£ onzer Vorstin! „Vrede laat ik U, mijn vrede geef ik U; niet gelijkerwijs de wereld hem geeft, geef ik hem U". Zó}duidde de tekst. En „Irene" luidde de naam van het Prinsesje. Maar, in het r vaderland heerste de overweldiger en in Europa raasde de oorlog. De Ko- j ningln moest evenals alle aanwezigen de diepe tragiek van dit alles hebben beseft. Het feit, dat dit Oranje-kindje gedoopt werd in de Engelse hofkapel uitdrukkelijke wens der Engelse Konin gin en zelfs niet in de Nederlandse Kerk in Austin Friars, werd door iemand, die zeer hooggeplaatst is, pijn- H.M. voor de-microfoon der B.B.C., toen Haar woord vertroosting bracht in duizenden Hollandse ge zinnen, waar men clandestien naar haar rede luisterde. In Parys maakt sedert enige maanden een film furore, welke uit oude documentaires en flarden journaal door Nicole Vedrcs met veel gevoel voor humor en atmosfeer werd gemonteerd en die tot titel draagt: „Parijs 1900". Men ziet er: een jeugdige vurige Lëon Blum, die met de journalist Pierre Vcber de degens kruist, de toneelschrijver Courteline achter zyn bureau, Sarah Bernhard, die in haar tuin de slotscène speelt uit „La Dame aux Camélias", men ziet Debussy een sigaretje roken, leunend over zyn balkon, Gide gearmd met Valéry wandelen door het Luxembourg en een dwaas, die met zelfgemaakte vleugels van de spits van de Eiffeltorcn af vliegen wil, doch op de grond te pletter valt. Men ziet nog veel meer snapshots flitsen, doch wat van dat alles dc Ne derlandse toeschouwer het meeste treft, dat is het korte beeld van do open calèche, waarin men een vriendelijk wuivend jong meisje ontwaart, gezeten naast een heer op leeftijd, wiens donkere baard onmiskenbaar teken van hoge officiële waardigheid moet zyn: „Koningin Wilhelmina en President Fal- lières Wilhelmina was toen de jongste mo narch van Europa. Ze kende Parijs se dert zij er éénmaal,.als kind. met haar moeder was geweest. Thans, sinds acht jaren Koningin der Nederlanden, was zij naar Frankrijk teruggekeerd om ook haar gemaal, Prins Hendrik, dit land te doen leren kennen.En President Fallières was, in gezelschap van -onze gezant, Ridder de Stuers, persoonlijk naar Den Haag gereisd om het Koninklijk paar af te halen. Het werd een der eerste offi ciële buitenlandse reizen van onze Ko ningin en de visite werd voor haar een groot evenement en voor Parijs een schoon avontuur. Doch het feestgeruis kon al de zorgen niet doen vergeten: Europa beleefde reeds de bange angsten voor een oorlog, welke men al dichter naderen voelde. Een voornaam onderdeel van het feest programma vormde dan ook de grote parade, die in de buurt van Versailles moest worden afgenomen. Zevenduizend man Franse keurtroepen, vermeerderd met alle leerling-officieren van Saint- Cyr, yaarover de militaire commandant van Parijs het bevel voerde, passeer den de revue. Om tien uur In de ochtend was Wil helmina gearriveerd. Gekleed ln een wit en elegant toilet. En onder een stro mende regen. Naast Poincaré, de pre mier, en Millerand. de minister van De fensie, nam H.M. plaats ln de ereloge. Van daaruit aanschouwt ze de gevechten met artillerievuur, bajonetten en met mitrailleurs. Doch de speciale belang stelling van onze Koningin ging uit naar de beroemde 75-batterijen: do kanonnen, welker vuurmonden een door snee van 7.5 cM. hadden. Het meest ge duchte wapen, dat de wereld toen be zatEen eresaluut werd voor Ko ningin Wilhelmina afgevuurd. De kran ten van de volgende dag toonden er de foto's van: achter de zware monsters stonden In jaquet en met hoge hoeden, Frankrijk's dignitarissen en haar hoog ste militairen en tussen hen ln de jonge koningin, die de oren dichtstopte met haar beide wijsvingerseen heel klein beetje bevreesd voor het gedaver der zware artillerie. HET PROTOCOL IN HET GEDRANG. Des avonds was er een groot diner. De President van de Republiek, de mi nisters, het voltallig corps diplomatique, zy allen, in groot ornaat, waren er aan wezig. Tegen het einde van het maal verhief zich Wilhelmina, die uit haar corsage een vel papier te voorschijn haalde, waarop zij haar toast had ge schreven. Grote consternatie! Monsieur Armand Mollard, chef van het protocol, keek onthutst naar Poincaré, want geen enkele speech was voorzien of voorbe reid. Zijne Excellentie De Marees van Swinderen, onze minister van Buiten landse Zaken, boog zich geamuseerd over naar zijn buurman: „Er is niets aan te doen geweestde koningin stond er op een woord te spreken als gewoonlijk heeft ze haar rede geheel eigenhandig geredigeerden heeft zij niet de minste correctie toegevoegd Wilhelmina wist wat zij wilde. De- mocrate uit diepe en intense overtui ging en gebonden aan de constitutie, was zy nochtans nimmer dc ledepop van het protocol. Zij wenste uiting te geven aan haar bewondering voor Frankrijk en daarom deed zy dat: Uw prachtig leger, aldus verklaarde de Koningin, is de betrouwbare garant voor Frankrijk's eer en glorie Met enkele welgekozen woorden Im proviseerde Poincaré een antwoord. Doch het protocol had enkele zware mo menten te verduren gehad! Bijna twintig jaar later, in de Juni maand van 1931, kwam onze Koningin met haar dochter en gemaal opnieuw naar Parijs. Frankrijk, dat reeds heime lijk in twijfel verkeerde over haar eigen krachten, verscheurd en zich bewust van het gevaar, hetwelk een „herlevend" Duitsland vormde voor haar veiligheid, wilde zichzelf en de wereld overtuigen van haar zending: de grote „Koloniale Expositie" werd georganiseerd. Vorsten en staatshoofden uit heel de wereld reis den naar Parijs en Koningin Wilhel mina was de eerste hunner. Paul Dou- mer had zo juist het presidium van de Franse Republiek aanvaard en Koningin Wilhelmina en haar gevolg arriveerden, toen hy zich in het Elysée nog nauwe lijks had geïnstalleerd. Niettemin wer den daar somptueuze recepties en ere- maaltyden te Harer ere aangericht. Op de avond van haar aankomst wijdde dc plechtige „Temps" een hoofdartikel aan onze Koningin: „Wil helmina is dc eerste souverein, die naar Frankryk komt om dit land van haar erkentelijke bewondering tc ge tuigen en het haar nobel saluut tc brengenZij is het symbool van Nederlands continentale, maritieme en koloniale macht en zy personifieert de Hollandse ondernemingskracht". Onze toenmalige gezant te Parys, jonkheer Loudon, diplomaat en grand- seigneur, had als verblijfplaats voor het koninklijk gezelschap een kasteeltje doen installeren, dat gelegen was in de onmiddellijke omgeving van Parijs, in de Vallei de Chevreuse: een bloeiende, zacht-glooiende streek, welke in beschei den dimensies even aan Zwitserland doet denken. En toen na een kort ver blijf. waarin de Expositie enige malen werd bezocht, Koningin en Prins verder reisden naar Trois Epis, waar zij incog nito nog enkele dagen zouden vertoeven, bleef Prinses Juliana ln de Chevreuse nog een tijdje achter. Frankrijk had ten tweede male gelegenheid gehad uiting te geven aan z'n gevoelens ten aanzien van ons Koningshuis. Gevoelens, waarin zich ontzag en eerbied mengden met dat kinderlijke soort bewondering van iemand, die een ander een kostbaar relikwie benijdt: het koningschapWant, ofschoon het woord „patriot" hier geheel door het begrip „republikein" wordt ge dekt, gloeit er niettemin in het hart van elke Fransman een teder gevoel voor het koningskind, dat voor hem iets van dc glans van een sprookje heeft bewaard. Zeventien jaren vóór Prinses Elizabeth heeft Koningin Wil helmina dat in Parijs mogen ervaren! gisch karakter te geven, kwam ook de geloofsbelijdenis ter sprake. „Ik vraag mij af, of de mensen wel weten, waar ze het over hebben, als z? over Chris tus spreken. Het is zo dikwijls alleen maar een klank." Zo sprak een vorstin, die eens eigenhandig onder Haar beel tenis had geschreven: „Christ avant tout" -en die dit nu waar maakte, ook in de ure der beprceving. Dit was dus geen leuze, maar een keuze, een keuze, die het geheim was van Haar kracht. Naast de>ze persoonlijke geloofsover tuiging mocht ik meermalen bij de Ko ningin een ruimheid van denken en een mildheid jegens anderen opmerken, dio mij verheugden. Ik heb gemeend de Kcningin vooraf te moeten vertellen, dat het niet mijn gewoonte was, bij de öocpsbediening of de avondmaalsvie ring de geykte, en mi. verouderde, for mulieren te gebruiken. Haar antwoord was. dat ik precies moest handelen, zo als ik dit gewend was. Dat ik dit deed, heeft Haar niet weerhouden herhaal delijk doop- en avondmaalsdiensten by te wonen. Eens vroeg mij de Koningin, of ik, bij het uitspreken van de zegen, bij dc woorden: „De Gemeenschap des Heili gen Geestes, is met U allen", met op zet de nadruk legde op het woord „al len". Toen ik deze vraag bevestigend beantwoordde, gaf de Koningin Haar Instemming te kennen: „Zo is het ook. Ieder, wie hij ook zy, heeft toch deel aan de gemeenschap van de Heilige Geest. U sluit dus niemand uit." Ik was docr deze woerden zo getroffen, dat ik geantwoord heb: „Majesteit, ik dank U voor dit woord." IN GODS HOEDE OPGEDRAGEN. De Koningin heeft in deze oorlogs jaren veel gebeden. Voor het land, dat vertrapt werd. Hoe Hef heeft Ko ningin Wilhelmina het vaderland! Voer het volk, dat onderdrukt werd. Hoe zeer heeft Koningin Wilhelmina dit volk in Gods hoede opgedragen! Niet alleen in de Kerk. niet alleen op die gedenkwaardige biddag, 22 Oct. 1944. Maar, in Haar binnenkamer. My had het verzoek bereikt, in ge bed en prediking al het persoonlijke te vermijden, wanneer Hare Majesteit in de Kerk was. Ik heb dit verlangen steeds geëerbiedigd. Het was ook beter zo. Alles wat naar het emotionele of sentimentele zweemde, moest vermeden worden. Maar, toen ik op 31 Januari 1943 in Maidenhead een godsdienstoefe ning leidde, waarby de Koningin tegen woordig was, heb ik toch aan dit vor- stelyk verlangen niet kunnen voldoen. Ik vertrouw, dat de Koningin dit heeft begrepen en goedgekeurd. "Wanneer de Koningin In de Kerk kwam, kwam Zy daar als een gewoon gemeentelid. Er mochten geen plaatsen werden gereserveerd. Zy zat tussen de mensen ln, meestal alleen maar verge zeld door een hofdame. Meermalen was Prins Bernhard ook aanwezig en 't was een grote vreugde om na Haar terug keer uit Canada ook Prinses Juliana in ens Kerkgebouw te mogen zien. Sinds het najaar van 1942 bezocht ik eens in de maand de marechaussee's, die te Maidenhead naby Stubbings House gelegerd waren voor de bewaking der Koningin. Beurtelings om de veer tien dagen hielden ds C. F. Buenk, de legerpredikant, en ik. daar op de Zon dagmiddag een godsdienstoefening. Tn een kleine, vriendelijk ingerichte barak kwamen wij samen. Gewoonlijk waren de Koningin en leden van Hare Majes- telts (huishouding daar tegenwoordig. Deze Zondagmiddagen droegen een zeer intiem karakter. De Koningin kwam op de fiets naar de Kerk en zette zien neder tussen de mannen. Na gezang en gebed, lazen wU uit de Bijbel en hield ik een gewone, eenvoudige preek. Nooit heeft 'dc Koningin zich met eén enkel woord over deze godsdienstoefe ningen uitgelaten, maar Haar geregelde bezoeken en Haar grote aandacht ga ven my het vertrouwen, dat de Konin gin juist deze eenvoudige byeenkom- sten op prys stelde, en het gevoel, dat wij daar met elkander samen waren als een „gemeente". Een paar malen heb ik tevergeefs een beroep gedaan op de Koningin. Een maal, toen ik Hare Majesteit namens dc Schotse Kerk de uitnodiging over bracht tegenwoordig te willen zijn op de jaarvergadering te Edinborough. De Koningin heeft aan deze uitnodi ging geen gehoor gegeven. Ik heb dit toegeschreven aan het steeds door Hare Majesteit ingenomen standpunt, dat Zy in deze oorlogsjaren niet do indruk wilde wekken, enig Kerkge nootschap ln het byzonder tc begun stigen. Ook meende de Koningin geen voorwoord te moeten schryven In de Nederlandse Bijbels, die aan onze Strijdkrachten werden uitgereikt. Wat de Koning van Engeland als Hoofd der Staatskerk kon doen, meende de Koningin, die als (Ioofd van Staat boven godsdienstige groepen en partyen staat, zich niet te kunnen veroorloven. Wel heeft Hare Majes teit het Londens Comité ter behar tiging van de belangen der zending en der Protestantse kerken in Neder lands Indië Haar steun en bescher ming geschonken. Zeker deed ik nooit tevergeefs een beroep op Hare Majesteit, waar het de werkeiyke belangen der Nederlandse stryders betrof. De 21ste Mei 1940 open de de Koningin het Tehuis voor Ne derlandse Stryders in het „Imperial Hotel". Maar ook na de opening mocht deze strydersclub zich in Hare Koninkiyke belangstelling verheugen. Ieder jaar was de Koningin, soms vergezeld door Prins Bernhard, in 1944 vergezeld door Prinses Juliana, by het Kerstfeest tegenwoordig. Na mijn toespraak wan delde de Koningin de zaal in en onder hield zich met de mannen. Het laatste Jaar heb ik nog eens gezondigd tegen de regel. Ik heb de Koningin persoon lijk toegesproken en Hare Majesteit gedankt voor alles wat Zjj in Engeland voor de Nederlandse strijders gedaan heeft en geweest is. Ook heb ik Haar toegewenst, dat zy het volgend Kerst feest mocht vieren ln het Vaderland. Die wens is gelukkig vervuld! KOSTBARE HERINNERING. Na Haar terugkeer naar Nederland heeft Hare Majesteit nog 'n afscheids bezoek aan Engeland gebracht. By die gelegenheid ontving ik een klein pak je. Het bevatte het Bybeltje, dat de Koningin in Engeland had gebruikt, zy bood dit Bijbeltje ten geschenke ana de Nederlandse Kerk te Londen. In het archief van die Kerk zal het be waard worden moge het zyn tot in lengte van dagen als een kostbare herinnering aan de hechte band, die gedurende de donkere jaren van 1940 '45 gelegd ls tussen Koningin Wilhel mina en de Nederduits Hervormde Ge meente te Londen. 3—4

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1948 | | pagina 15