Een Vorstin in Ballingschap
van
e
Nog steeds waardeert men het
bestuur van de prinsen
Biddend voor een Volk, dat vertrapt werd
door Ds J. van Dorp
EEN GELUKWENS
VAN MEVROUW ROOSEVELT
Franse herinneringen aan onze
Koningin
Toen Koningin Wilhelmina Parijs bezocht
DINSDAG 24 AUGUSTUS
Met de Mistral in de rug sulzen wij
•mlaag door het Rhonedal. Nog enkele
kilometers en wy zyn in het oude Prins
dom van Oranje. Er is hier tussen de
hoge tanden een brede ruimte en de
koude wind uit het Noorden heeft hier
vrij spel, zou hier althans vrije armslag
hebben als de donkere cypressen zich
niet telkens in zijn weg plaatsten. Nu
woedt de Mistral onstuimig door de
zwiepende takken, die zich radeloos
krommen onder zijn geweld. Gemartelde
bomen lijken het, met takken die zich
wringen als In wanhoop. Zij doen den
ken aan de schilderstukken, die Vin
cent van Gogh in deze streek gescha
pen heeft, wanneer hy tussen ziin v'*5-
gen van waanzin een enkele maal zijn
eenzame cel te St. Remy mocht vena-
ten. Ook hier in is de worstelende wan
hoop het beklemmend motief.
Tegen de avond bereiken wij het doel
van onze tocht: Oranje, hoofdstad van
het Prinsdom van die naam. De weg
splitst zich in tweeën, links en rechts
om een oude triomfboog. Het is een
driedubbele boog, die hier In Romeinse
tijd is neergezet. Wanneer en door wie
staat niet vast. Men noemt het jaar 25
en de Romeinse keizer Tiberius, maar
aan de andere kant doen de reliefs den
ken aan een of ander wapenfeit ter zee:
men ziet namelijk ankers, boten, voor
stevens, gevangenen en scènes uit een
zeestrijd cp de muren weergegeven, en
men zou daaruit willen concluderen,
dat de erepoort, die 19 meter hoog en
aoht meter breed is, is gewijd aan de
zeeslag tegen de Grieken van Marseille
uit in het jaar 49 voor Christus. De
Romeinen hadden toen in 30 dagen
tijds 'n complete vloot gebouwd, waar
mee zij de Rhone afzakten om de
Grieken te lijf te gaan.
Aardig is, dat de eerste Prinsen van
Oranje op deze triomfbogen een ver
dieping hadden bijgebouwd en er een
muurtje met een flinke gracht omheen
hadden aangelegd: enkele geslachten
lang is het Chateau de l'Arc een ver
sterking geweest met een torentje met
gekartelde tinnen een ware vesting,
waarin de Prinsen van Oranje ver
toefden en waar memg officieel stuk
werd getekend. Het torenbje op de boog
is tenslotte in twee stukken uiteenge-
de naam Arausio. Er werden in die
roemrijke jaren in Orange weidse ge
bouwen gesticht, die voor een deel
thans nog overeind staan. Zo ligt er
aan onze voeten, tegen de helling van
invasies die op handen zijn."
Hij zette er alles op om het Prins
dom ln vrede te laten leven en ver
sterkte daarom het kasteel met elf
bastions, zorgde voor een sterk garni
zoen met kanonnen, wapens en levens
middelen. naar een kronleksohryver
uit die tyd zegt „in de pakhuizen op-
De ruïne van de oude door Prins Maurits gebouwde vesting met het stadje
Oranje op de achtergrond-
Terwyl do Duitse legerscharen het land overrompelden, week de Koningin
naar Engeland uit om daar Haar taak voort te zetten. Na een gevaarlijke
tocht arriveerde Hare Majesteit, Maandag, de dertiende Mei 1940, in Londen,
waar Zij begroet werd door Koning George VI. Prinses Juliana, Prins
Bernhard en de beide Prinsesjes waren diezelfde dag aangekomen. By de
Nederlanders in Londen heerste er, naast een gevoel van teleurstelling,
een klaar besef, dat een wijs besluit was genomen, en naast een verklaarbare
deernis met het lot der Koningin, een vertrouwen in Haar beleid, ja, zelfs
een zekere vreugde, dat de Koningin, Haar kinderen en kleinkinderen, bij
hen kwamen schuilen. De redding van het Huis van Oranje versterkte de
hoop op de redding des vaderlands.
Reeds spoedig werd het duidelijk, dat de Koningin een zekere belangstel
ling zou tonen in het Kerkelijk leven en dat Haar naam de eerbiedwaardige
geschiedenis van Austin Friars zou verrijken. Nóch uit de regeringsperiode van
de Stadhouder-Koning Willem III, nóch uit de ballingschapsperiode van Prins
Willem V is er enig bericht bewaard omtrent een contact dezer vorsten met
deze Kerk. Gedurende het verblijf van Koningin Wilhelmina zou er tussen
deze Oranje-vorstin en de oudste Nederduits Hervormde Gemeente een band
worden gelegd en zouden er gebeurtenissen plaats grijpen, die zullen voortleven
in de annalen dezer gemeente.
De eerste aanraking tussen Koningin
en Kerk vond plaats op 31 Mei 1940,
toen ik op uitnodiging van Prinses
Juliana en Prins Bernhard, als predi
kant bij de Nederduits Hervormde Ge
meente te Londen, de eer en het ver
trouwen genoot Hare Koninklijke Hoog
heid Prinses Irene Emma Elisabeth te
lii de Eutrope een geweldig amphitheater. gestapeld volgens de regels van de Ne-
vallen. De oude Romeinse boog stond j We zien van ons hoge standpunt neer derlandse ordelijkheid
midden in het puin, maar wonderlijk op een brede ring van stenen zitplaat- Inderdaad wist hu het zover te kril-
genoeg had het bouwwerk zelf geen sen en op een imposante muur, aan gen, dat de religieuze haat verdween,
onherstelbare schade opgelopen.
Op de Cours AristLde Brland,
de voet waarvan Romeinse acteurs hun Orange werd vrijplaats
de toneelstukken hebben opgevoerd. Het j stanten ën katholieken
hoofdstraat van Orange, komen stee
vast iedere avond de mannen van
Orange bijeen om zich te wijden aan
de merkwaardige Provencaalse sport,
de „jeu des boules", het kogelwerpen.
Als we een tijdje naar dit opgewekte
spel hebben gekeken, brengen we onze
motor ergens onderdak en gaan in de
vallende schemering nog gauw 'n kijk
je nemen in het stadje zelf. We lopen
door smalle, duistere slobjes, dalen
langs enkele treden omlaag, en staren
dan op tegen een blinde muur, waar
op wat vaal lantaarnlicht valt. In het
halve sohemerduister maken de grau
we -fooeken en de blinde muren van
Romeinse, stadjes als Orange steeds
een zeer geheimzinnige indruk. Dit
straatje lijkt dood te lopen, maar het
vage licht op de muur voor ons moet
toch ergens vandaan komen er moet
een zijstraat zijn. We dalen nog een
paar treden, en jawel: met een scher
pe hoek zwenkt het .schijnbaar dood
lopende steegje naar Jinks of naar
rechts, weer een nainv steegje met
donkere vensteropeningen, met duiste
re hoeken. We duiken door onder een
zwart gewelf, een poort. En zie, daar
achter rijst ln de avondhemel 'n rank;
klokke tor entje met donkere galmgaten
en een stomp rood dak.
Wij hebben nog net voldoende licht
om langs een pad vol grove keien om
hoog te klauteren. Boven de St. Eutro
pe, de heuvel waarop het kasteel van
de Prinsen van Oranje heeft gestaan,
moet men nu een prachtig uitzicht
hebben over de stad en haar omge
ving. We klauteren tot 100 meter hoog
te en genieten daar inderdaad van
een onvergetelijk schouwspel. Het aar
dige stadje Orange ligt aan onze voe
ten, De naar het Westen gewende ge
vels hebben alle 'n kwastje avondrood
gekregen. De ontelbare daken vervagen
zachtjes in het laatste lioht van de
dag. Ze liggen schots en scheef door
elkaar als het opgekruide ijs van de
Maas tijdens een strenge winter. En
daaromheen in dromend blauw-grijs 'n
prachtig, landsohap: 't vroegere Prins
dom van Oranje. Aan de verre einder
staan de bergen met wat rossig zon
licht. de Mont Ventoux met besneeuw
de kep, en daarvoor de Plots van de
Turk" en de grillige kartellijn van de
Den telle van Mcntmira.il.
Op deze heuvel hebben de Prinsen
van Oranje gestaan, als zij hun ogen
lieten weiden over het oude stadje,
waaraan zij hun naam ontleenden.
HOE DE NAAM ONTSTOND.
Orange bestond al voor de Romei
nen het land van de Galliërs verover
den. Kort voor het begin onzer jaar
telling werd het onder keizer Augustus
een belangrijke Romeinse kolonie met „deze stellig nodig zou zijn tegen de
^lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillll^
..My first meeting with Her Majesty Queen Wilhelmina was
1 during the occupation when she was in the United Statesan s
exile from her own country. I had the pleasure of meeting
E her again when I was in The Netherlands in Aprihof this year E
1 under happier circumstances.
I am delighted to have this opportunity of sending my warm
and affectionate greetings and my congratulations and best E
j§ wishes for the future. j
If my husband were here, I know he would join with me".
ELEANOR ROOSEVELT j
I (Mrs. Franklin D. Roosevelt)
(Mijn eerste ontmoeting met H.M. Koningin Wilhelmina j
1 vond plaats gedurende de bezettingsjaren, toen zij de Ver- e
enigde Staten bezocht als balling uit haar eigen land. Tot E
mijn genoegen ontmoette ik haar in April van dit jaar ge- E
E durende mijn verblijf in Nederland onder gelukkiger omstan- E
digheden.
Het doet mij bijzonder genoegen dat mij deze gelegenheid §j
1 wordt geboden, mijn warme en hartelijke groeten, en mijn
E gelukwensen en beste wensen voor de toekomst over te j
1 brengen. j§
Mijn echtgenoot zou. indien hij nog in leven was geweest, E
E daarin zeker met mij instemmen.)
theater heeft in zijn tijd
schouwers kunnen bevatten.
Maar aan het Romeinse imperium
kwam een eind. Volksstammen uit het
Noorden drongen het rijk binnen.
Vlaamse en Westgothische krijgers
verwoestten Oranges huizen en gebou
wen. Het werd voor een deel weer op
gebouwd om later nogmaals te wer
den vernield. Kortom, het onderging
de ly densgeschiedenis van heel wat
steden en versterkingen, zowel in de
middeleeuwen als in de moderne tijd.
In 1562 werd Orange tijdens de Gods
dienstoorlogen met de grond gelijk ge
maakt, doch dank zij de Prinsen van
het Huis van Nassau weer opgebouwd.
Prins Willem van Oranje, onze Wil
lem de Zwijger, trad eerst nogal streng
op tegen de protestanten in zijn Prins
dom, maar toen hij zich later zyn taak
in Noord-Nederland bewust werd,
drong hy by zyn consuls in,.Orange
herhaaldelijk aan op verdraagzaam
heid. „Zorg er voor," zo sohryft hy,
„dat de bevolking van Orange rustig
kan leven, met behoud van zijn privi
leges en rechten."
PREDIKER VAN VERDRAAG
ZAAMHEID.
In 1575 dringt hy aan op verdraag
zaamheid en matiging opdat „men
elkaar niet uit mijn Prinsdom verdrij-
ve", in 1576 laat hy de consuls weten
dat hun verdeeldheid hem onaange
naam is, en toen de godsdiensttwisten
ln de omgeving weer tot nieuwe exces
sen leidden, ried hij hun aan „m
vreedzaamheid te leven, in goede een
heid, vriendschap en verstandhouding,
de een met de ander, zonder zich in
iets van de wijs te laten brengen dooi
de nieuwe troebelen."
Rondom Orange brandden de onver
draagzaamheid en de haat van een
binnenlandse oorlog. Duizenden perso
nen .werden wegens ketterij ter dood
veroordeeld, duizenden werden van hun
woonplaatsen verdreven en kwamen
van honger om in het gebergte. Twin
tig dorpen - werden platgebrand en dui
zenden protestanten vluchtten over de
grens. In die tyd was Orange een vre
dige oase temidden van het wilde
strijdrumoer. Ofschoonook hier
kwam het in 1578 tot ongeregeldheden,
waarop Willem de Zwijger zijn 12.000
Franse onderdanen nogmaals ver
maande tooh vooral in vrede met
elkaar te leven. Prins Maurits liet op
zijn kosten de ruïne van het oude Ro
meinse kasteel op de Eutrope in een
vesting veranderen. Het werd een der
sterkste burchten van Europa. Hij
schreef aan het parlement van Oran
ge een brief, waarin hij aandrong «op
versterking ook van de stad, aangezien
voor prote-
de bevol-
000 toe- king hechtte zich zeer aan de Prinsen
van Oranje.
En wat is er nu van Orange's mach-
tlge vesting over? Wy wandelen rond
op het plateau van Eutrope, dat nu
beheerst wordt door een marmeren
Maria-beeld op een hoog voetstuk.
De sterke vesting van Prins Maurits
is vernield door het buskruit van
Lede wijk XIV, die van de minder
jarigheid van het toenmalig Prinsje
gebruik maakte om zich als voogd
over zyn bezittingen op te werpen.
Hij heeft het Prinsdom niet terug
gegeven aleer het kasteel afdoende
was vernield
Reusachtige brokken metselwerk lig
gen her en der verstrooid. Het zijn de
torens van de vesting: la Tour du
Rhone en de Crêve-Coeur. Verder bij
de rand van de heuvel vin.den wij wat
er. neg rest van het kasteel: wat kel
ders en gewelven en de fundamenten
van de opgeblazen- torens. Mair wat
Lodewyk niet heeft kunnen vernielen
en wat zelfs een sterkere dan hij, de
Tyd, niet teniet heeft gedaan, dat is
de warme waardering die men in het
Prinsdom voor onze Prinsen heeft ge
had. Nog thans erkent men, zelfs in
Katholieke kringen in Orange, dat het
prinsdom nimmer beter bestuurd is
dan door de Prinsen, van Oranje en
hun vertegenwoordigers.
G. D. LUTKE MEIJER
De moeilijkste jaren van het leven
van H.M. de Koningin zyn onge
twijfeld die geweest, gedurende
welke Zij in Engeland vertoefde,
terwyl Haar volk en Haar land ge
trapt werden door de Duitse laars.
Hoewel de radio ons in die tijden
dagelijks voorlichtte en er na de
bevrijding enige boeken zijn ver
schenen over het doen en laten van
onze Vorstin In oorlogstijd, is er
toch veel, waarvan wij hier onkun
dig zijn gebleven. Het stemt ons
daarom tot voldoening de toenma
lige Nederlandse predikant te Lon
den, ds J. van Dorp, bereid te heb
ben gevonden voor ons blad een
bijdrage te schrijven over het gods
dienstig leven van Hare Majesteit
in Engeland en Haar contact met
de Kerk.
lyk gevoeld en ontlokte hem de opmer
king: „Wij hebben niet veel meer te
vertellen, dominee". De Koningin echter
liet zich hierover niet uit.
Toen ik Hare Majesteit, na afloop van
de plechtigheid, gelukwenste met de
doop Harcr Kleindochter, werd er
door Haar met geen enkel woord ge
rept over de omstandigheden, waar
onder deze doop had plaats gevonden.
De Koningin sprak over de preek en
ik kon duidelijk merken, dat niet de
uiterlijke gebeurtenissen, maar de
doop zelf in het centrum stond van
Haar gedachten en dat blijdschap
over en dankbaarheid voor dit feit de
boventoon vodden
Deze werkelijkheidszin, die de kern
van het bijkomstige weet te scheiden,
is 'n karakteristiek, die ik meermalen
by dc Koningin mocht opmerken.
In een gesprek over de toenemende
neiging in de Protestantse Kerken om
de godsdienstoefening mser esn litur-
dopen. Deze plechtigheid voltrok zich in
de Hofkapel van Buckingham Palace,
in tegenwoordigheid van het Engelse
Koningspaar en vele andere vorstelijke
personen. Ook de Nederlandse regering
en vertegenwoordigers van de Neder
landse Strijdkrachten waren aanwezig.
Prinses Juliana en Prins Bernhard be
antwoordden de vragen en legden de
gelofte af. De Prinses hield haar kindje
ten doop. Maar, gedurende de gehele
verdere dienst lag het Prinsesje op de
schoot der Koningin. Wat moet er in
die ogenblikken zijn omgegaan in het
har£ onzer Vorstin! „Vrede laat ik U,
mijn vrede geef ik U; niet gelijkerwijs
de wereld hem geeft, geef ik hem U".
Zó}duidde de tekst. En „Irene" luidde
de naam van het Prinsesje. Maar, in
het r vaderland heerste de overweldiger
en in Europa raasde de oorlog. De Ko- j
ningln moest evenals alle aanwezigen
de diepe tragiek van dit alles hebben
beseft. Het feit, dat dit Oranje-kindje
gedoopt werd in de Engelse hofkapel
uitdrukkelijke wens der Engelse Konin
gin en zelfs niet in de Nederlandse
Kerk in Austin Friars, werd door
iemand, die zeer hooggeplaatst is, pijn-
H.M. voor de-microfoon der B.B.C.,
toen Haar woord vertroosting
bracht in duizenden Hollandse ge
zinnen, waar men clandestien naar
haar rede luisterde.
In Parys maakt sedert enige maanden een film furore, welke uit oude
documentaires en flarden journaal door Nicole Vedrcs met veel gevoel voor
humor en atmosfeer werd gemonteerd en die tot titel draagt: „Parijs 1900".
Men ziet er: een jeugdige vurige Lëon Blum, die met de journalist Pierre Vcber
de degens kruist, de toneelschrijver Courteline achter zyn bureau, Sarah
Bernhard, die in haar tuin de slotscène speelt uit „La Dame aux Camélias",
men ziet Debussy een sigaretje roken, leunend over zyn balkon, Gide gearmd
met Valéry wandelen door het Luxembourg en een dwaas, die met zelfgemaakte
vleugels van de spits van de Eiffeltorcn af vliegen wil, doch op de grond te
pletter valt.
Men ziet nog veel meer snapshots flitsen, doch wat van dat alles dc Ne
derlandse toeschouwer het meeste treft, dat is het korte beeld van do open
calèche, waarin men een vriendelijk wuivend jong meisje ontwaart, gezeten
naast een heer op leeftijd, wiens donkere baard onmiskenbaar teken van hoge
officiële waardigheid moet zyn: „Koningin Wilhelmina en President Fal-
lières
Wilhelmina was toen de jongste mo
narch van Europa. Ze kende Parijs se
dert zij er éénmaal,.als kind. met haar
moeder was geweest. Thans, sinds acht
jaren Koningin der Nederlanden, was zij
naar Frankrijk teruggekeerd om ook
haar gemaal, Prins Hendrik, dit land te
doen leren kennen.En President Fallières
was, in gezelschap van -onze gezant,
Ridder de Stuers, persoonlijk naar Den
Haag gereisd om het Koninklijk paar af
te halen. Het werd een der eerste offi
ciële buitenlandse reizen van onze Ko
ningin en de visite werd voor haar een
groot evenement en voor Parijs een
schoon avontuur.
Doch het feestgeruis kon al de zorgen
niet doen vergeten: Europa beleefde
reeds de bange angsten voor een oorlog,
welke men al dichter naderen voelde.
Een voornaam onderdeel van het feest
programma vormde dan ook de grote
parade, die in de buurt van Versailles
moest worden afgenomen. Zevenduizend
man Franse keurtroepen, vermeerderd
met alle leerling-officieren van Saint-
Cyr, yaarover de militaire commandant
van Parijs het bevel voerde, passeer
den de revue.
Om tien uur In de ochtend was Wil
helmina gearriveerd. Gekleed ln een wit
en elegant toilet. En onder een stro
mende regen. Naast Poincaré, de pre
mier, en Millerand. de minister van De
fensie, nam H.M. plaats ln de ereloge.
Van daaruit aanschouwt ze de gevechten
met artillerievuur, bajonetten en met
mitrailleurs. Doch de speciale belang
stelling van onze Koningin ging uit
naar de beroemde 75-batterijen: do
kanonnen, welker vuurmonden een door
snee van 7.5 cM. hadden. Het meest ge
duchte wapen, dat de wereld toen be
zatEen eresaluut werd voor Ko
ningin Wilhelmina afgevuurd. De kran
ten van de volgende dag toonden er de
foto's van: achter de zware monsters
stonden In jaquet en met hoge hoeden,
Frankrijk's dignitarissen en haar hoog
ste militairen en tussen hen ln de jonge
koningin, die de oren dichtstopte met
haar beide wijsvingerseen heel klein
beetje bevreesd voor het gedaver der
zware artillerie.
HET PROTOCOL IN
HET GEDRANG.
Des avonds was er een groot diner. De
President van de Republiek, de mi
nisters, het voltallig corps diplomatique,
zy allen, in groot ornaat, waren er aan
wezig. Tegen het einde van het maal
verhief zich Wilhelmina, die uit haar
corsage een vel papier te voorschijn
haalde, waarop zij haar toast had ge
schreven. Grote consternatie! Monsieur
Armand Mollard, chef van het protocol,
keek onthutst naar Poincaré, want geen
enkele speech was voorzien of voorbe
reid. Zijne Excellentie De Marees van
Swinderen, onze minister van Buiten
landse Zaken, boog zich geamuseerd
over naar zijn buurman: „Er is niets
aan te doen geweestde koningin
stond er op een woord te spreken
als gewoonlijk heeft ze haar rede geheel
eigenhandig geredigeerden heeft
zij niet de minste correctie toegevoegd
Wilhelmina wist wat zij wilde. De-
mocrate uit diepe en intense overtui
ging en gebonden aan de constitutie,
was zy nochtans nimmer dc ledepop
van het protocol. Zij wenste uiting te
geven aan haar bewondering voor
Frankrijk en daarom deed zy dat:
Uw prachtig leger, aldus verklaarde
de Koningin, is de betrouwbare garant
voor Frankrijk's eer en glorie
Met enkele welgekozen woorden Im
proviseerde Poincaré een antwoord.
Doch het protocol had enkele zware mo
menten te verduren gehad!
Bijna twintig jaar later, in de Juni
maand van 1931, kwam onze Koningin
met haar dochter en gemaal opnieuw
naar Parijs. Frankrijk, dat reeds heime
lijk in twijfel verkeerde over haar eigen
krachten, verscheurd en zich bewust van
het gevaar, hetwelk een „herlevend"
Duitsland vormde voor haar veiligheid,
wilde zichzelf en de wereld overtuigen
van haar zending: de grote „Koloniale
Expositie" werd georganiseerd. Vorsten
en staatshoofden uit heel de wereld reis
den naar Parijs en Koningin Wilhel
mina was de eerste hunner. Paul Dou-
mer had zo juist het presidium van de
Franse Republiek aanvaard en Koningin
Wilhelmina en haar gevolg arriveerden,
toen hy zich in het Elysée nog nauwe
lijks had geïnstalleerd. Niettemin wer
den daar somptueuze recepties en ere-
maaltyden te Harer ere aangericht.
Op de avond van haar aankomst
wijdde dc plechtige „Temps" een
hoofdartikel aan onze Koningin: „Wil
helmina is dc eerste souverein, die
naar Frankryk komt om dit land van
haar erkentelijke bewondering tc ge
tuigen en het haar nobel saluut tc
brengenZij is het symbool van
Nederlands continentale, maritieme
en koloniale macht en zy personifieert
de Hollandse ondernemingskracht".
Onze toenmalige gezant te Parys,
jonkheer Loudon, diplomaat en grand-
seigneur, had als verblijfplaats voor het
koninklijk gezelschap een kasteeltje
doen installeren, dat gelegen was in de
onmiddellijke omgeving van Parijs, in
de Vallei de Chevreuse: een bloeiende,
zacht-glooiende streek, welke in beschei
den dimensies even aan Zwitserland
doet denken. En toen na een kort ver
blijf. waarin de Expositie enige malen
werd bezocht, Koningin en Prins verder
reisden naar Trois Epis, waar zij incog
nito nog enkele dagen zouden vertoeven,
bleef Prinses Juliana ln de Chevreuse
nog een tijdje achter. Frankrijk had
ten tweede male gelegenheid gehad
uiting te geven aan z'n gevoelens ten
aanzien van ons Koningshuis.
Gevoelens, waarin zich ontzag en
eerbied mengden met dat kinderlijke
soort bewondering van iemand, die een
ander een kostbaar relikwie benijdt:
het koningschapWant, ofschoon
het woord „patriot" hier geheel door
het begrip „republikein" wordt ge
dekt, gloeit er niettemin in het hart
van elke Fransman een teder gevoel
voor het koningskind, dat voor hem
iets van dc glans van een sprookje
heeft bewaard. Zeventien jaren vóór
Prinses Elizabeth heeft Koningin Wil
helmina dat in Parijs mogen ervaren!
gisch karakter te geven, kwam ook de
geloofsbelijdenis ter sprake. „Ik vraag
mij af, of de mensen wel weten, waar
ze het over hebben, als z? over Chris
tus spreken. Het is zo dikwijls alleen
maar een klank." Zo sprak een vorstin,
die eens eigenhandig onder Haar beel
tenis had geschreven: „Christ avant
tout" -en die dit nu waar maakte, ook
in de ure der beprceving. Dit was dus
geen leuze, maar een keuze, een keuze,
die het geheim was van Haar kracht.
Naast de>ze persoonlijke geloofsover
tuiging mocht ik meermalen bij de Ko
ningin een ruimheid van denken en een
mildheid jegens anderen opmerken, dio
mij verheugden. Ik heb gemeend de
Kcningin vooraf te moeten vertellen,
dat het niet mijn gewoonte was, bij de
öocpsbediening of de avondmaalsvie
ring de geykte, en mi. verouderde, for
mulieren te gebruiken. Haar antwoord
was. dat ik precies moest handelen, zo
als ik dit gewend was. Dat ik dit deed,
heeft Haar niet weerhouden herhaal
delijk doop- en avondmaalsdiensten by
te wonen.
Eens vroeg mij de Koningin, of ik,
bij het uitspreken van de zegen, bij dc
woorden: „De Gemeenschap des Heili
gen Geestes, is met U allen", met op
zet de nadruk legde op het woord „al
len". Toen ik deze vraag bevestigend
beantwoordde, gaf de Koningin Haar
Instemming te kennen: „Zo is het ook.
Ieder, wie hij ook zy, heeft toch deel
aan de gemeenschap van de Heilige
Geest. U sluit dus niemand uit." Ik
was docr deze woerden zo getroffen,
dat ik geantwoord heb: „Majesteit, ik
dank U voor dit woord."
IN GODS HOEDE OPGEDRAGEN.
De Koningin heeft in deze oorlogs
jaren veel gebeden. Voor het land,
dat vertrapt werd. Hoe Hef heeft Ko
ningin Wilhelmina het vaderland!
Voer het volk, dat onderdrukt werd.
Hoe zeer heeft Koningin Wilhelmina
dit volk in Gods hoede opgedragen!
Niet alleen in de Kerk. niet alleen
op die gedenkwaardige biddag, 22 Oct.
1944. Maar, in Haar binnenkamer.
My had het verzoek bereikt, in ge
bed en prediking al het persoonlijke te
vermijden, wanneer Hare Majesteit in
de Kerk was. Ik heb dit verlangen
steeds geëerbiedigd. Het was ook beter
zo. Alles wat naar het emotionele of
sentimentele zweemde, moest vermeden
worden. Maar, toen ik op 31 Januari
1943 in Maidenhead een godsdienstoefe
ning leidde, waarby de Koningin tegen
woordig was, heb ik toch aan dit vor-
stelyk verlangen niet kunnen voldoen.
Ik vertrouw, dat de Koningin dit heeft
begrepen en goedgekeurd.
"Wanneer de Koningin In de Kerk
kwam, kwam Zy daar als een gewoon
gemeentelid. Er mochten geen plaatsen
werden gereserveerd. Zy zat tussen de
mensen ln, meestal alleen maar verge
zeld door een hofdame. Meermalen was
Prins Bernhard ook aanwezig en 't was
een grote vreugde om na Haar terug
keer uit Canada ook Prinses Juliana
in ens Kerkgebouw te mogen zien.
Sinds het najaar van 1942 bezocht
ik eens in de maand de marechaussee's,
die te Maidenhead naby Stubbings
House gelegerd waren voor de bewaking
der Koningin. Beurtelings om de veer
tien dagen hielden ds C. F. Buenk, de
legerpredikant, en ik. daar op de Zon
dagmiddag een godsdienstoefening. Tn
een kleine, vriendelijk ingerichte barak
kwamen wij samen. Gewoonlijk waren
de Koningin en leden van Hare Majes-
telts (huishouding daar tegenwoordig.
Deze Zondagmiddagen droegen een zeer
intiem karakter. De Koningin kwam
op de fiets naar de Kerk en zette zien
neder tussen de mannen. Na gezang
en gebed, lazen wU uit de Bijbel en
hield ik een gewone, eenvoudige preek.
Nooit heeft 'dc Koningin zich met eén
enkel woord over deze godsdienstoefe
ningen uitgelaten, maar Haar geregelde
bezoeken en Haar grote aandacht ga
ven my het vertrouwen, dat de Konin
gin juist deze eenvoudige byeenkom-
sten op prys stelde, en het gevoel, dat
wij daar met elkander samen waren
als een „gemeente".
Een paar malen heb ik tevergeefs een
beroep gedaan op de Koningin. Een
maal, toen ik Hare Majesteit namens
dc Schotse Kerk de uitnodiging over
bracht tegenwoordig te willen zijn op
de jaarvergadering te Edinborough.
De Koningin heeft aan deze uitnodi
ging geen gehoor gegeven. Ik heb dit
toegeschreven aan het steeds door
Hare Majesteit ingenomen standpunt,
dat Zy in deze oorlogsjaren niet do
indruk wilde wekken, enig Kerkge
nootschap ln het byzonder tc begun
stigen. Ook meende de Koningin geen
voorwoord te moeten schryven In de
Nederlandse Bijbels, die aan onze
Strijdkrachten werden uitgereikt.
Wat de Koning van Engeland als
Hoofd der Staatskerk kon doen,
meende de Koningin, die als (Ioofd
van Staat boven godsdienstige groepen
en partyen staat, zich niet te kunnen
veroorloven. Wel heeft Hare Majes
teit het Londens Comité ter behar
tiging van de belangen der zending
en der Protestantse kerken in Neder
lands Indië Haar steun en bescher
ming geschonken.
Zeker deed ik nooit tevergeefs een
beroep op Hare Majesteit, waar het de
werkeiyke belangen der Nederlandse
stryders betrof. De 21ste Mei 1940 open
de de Koningin het Tehuis voor Ne
derlandse Stryders in het „Imperial
Hotel".
Maar ook na de opening mocht deze
strydersclub zich in Hare Koninkiyke
belangstelling verheugen. Ieder jaar
was de Koningin, soms vergezeld door
Prins Bernhard, in 1944 vergezeld
door Prinses Juliana, by het Kerstfeest
tegenwoordig. Na mijn toespraak wan
delde de Koningin de zaal in en onder
hield zich met de mannen. Het laatste
Jaar heb ik nog eens gezondigd tegen
de regel. Ik heb de Koningin persoon
lijk toegesproken en Hare Majesteit
gedankt voor alles wat Zjj in Engeland
voor de Nederlandse strijders gedaan
heeft en geweest is. Ook heb ik Haar
toegewenst, dat zy het volgend Kerst
feest mocht vieren ln het Vaderland.
Die wens is gelukkig vervuld!
KOSTBARE HERINNERING.
Na Haar terugkeer naar Nederland
heeft Hare Majesteit nog 'n afscheids
bezoek aan Engeland gebracht. By die
gelegenheid ontving ik een klein pak
je. Het bevatte het Bybeltje, dat de
Koningin in Engeland had gebruikt,
zy bood dit Bijbeltje ten geschenke ana
de Nederlandse Kerk te Londen. In
het archief van die Kerk zal het be
waard worden moge het zyn tot in
lengte van dagen als een kostbare
herinnering aan de hechte band, die
gedurende de donkere jaren van 1940
'45 gelegd ls tussen Koningin Wilhel
mina en de Nederduits Hervormde Ge
meente te Londen.
3—4