en Nederlands-West-Indië
Koningin Wilhelmina en Leiden
Historis
persoon
affectie niet Oranje door
contact
Koningin Wilhelmina
Geen verandering in sympathie, wèl in zienswijze
DINSDAG 24 AUGUSTUS
21 Juni 1905HM. vergezeld door ZJC.H. Prins Hendrik brengt Haar eerste officiële bezoek aan Leiden
en wordt op het bordes van hetfeestelijk versierde Stadhuis ontvangen dooi* burgemeester De Ridder. Bo
venstaande foto werd ons welwillend afgestaan door de directie van .,de Lakenhal", die een tentoonstelling
heeft ingericht van fotomateriaal, betrekking hebbende op Koninklijke bezoeken aan Leiden.
Veelvuldige bezoeken aan de Sleutelstad
De eeuwenoude hechte betrekkingen tussen het Oranjehuis ener- en de
Sleutelstad én haar roemruchte Universiteit anderzijds, zijn door de
veelvuldige bezoeken, welke H.M. Koningin Wilhelmina tijdens Haar
vijftigjarige regering aan onze stad heeft gebracht, in aanzienlijke mate
versterkt en verdiept.
Wij hebben er de oude, vergeelde
jaargangen van het „Leidsch Dagblad"
eens op nagekeken en al direct na
Haar geboorte werden wij getroffen
door dat merkwaardige hoofdartikel
hoogstwaarschijnlijk van de hand van
de toenmalige hoogleraar in de vader
landse geschiedenis, prof. ctr R. Fruin
in ons Blad van 7 September 1880,
waarin de schrijver krachtig stelling
neemt tegen de blijkbaar in die dagen
van meerdere zijden uitgesproken ge
voelens van teleurstelling, welke werd
weergegeven in de formulering ,,'t Is
teraad aan het toenmalige college van
B. en W. een blanco-crediet toestond
ten behoeve van de ontvangst en de
versiering der stad! Na aankomst
maakte het Koninklijk Paar een rij
toer door de stad, waarbij door het
toen 9-jarig dochtertje van de heer
L. van der Meel, de tegenwoordige
exploitant van de Cito-rijwielbewaar-
plaats aan de Stationsweg, die destijds
m de Groenesteeg een zaak in visserij
benodigdheden dreef, namens de be
woners van Langestraat en Groene
steeg een door de heer Ballego met
„behulpzame" stadgenoten gestolen en
nooit meer te voorschijn gekomen
De rijtoer werd onderbroken aan het
Stadhuis, waarvan het bordes met een
baldakijn was gedekt en de balustrade
uit Perzische tapijten versierd (zie de
foto) en waar de burgemeester, mr N.
de Ridder, aan een door Hotel Leve-
dag verzorgde lunoh een welkomstrede
uitsprak.
Hare Majesteit sprak Haar grote
erkentelijkheid uit voor de feestelijke
ontvangst en bezocht vervolgens de
Academie, waar de vorstelijke gasten
in de Senaatskamer werden begroet
door de toenmalige rector-magnificus,
prof. dr J. van Leeuwen.
's Middags woonden de Hoge Gasten
ln het Feestgebouw der Studenten op
de Ruïne (v. d. Werffpark) de Inves
tituur bij van de Hertog van Zeil in
de Orde van de Kouseband, hetgeen
met grote pracht en praal vla kilome
ters zijde en fluweel gepaard ging.
By Haar vertrek stelde H.M. aan
I burgemeester De Ridder een bedrag
van f. 1.000,ter hand voor de alge
mene armen benevens f. 100,voor de
politie!!
VOLGENDE BEZOEKEN.
Zaterdag 31 Maart 1906 vertoeft
H M. met Prhis Hendrik andermaal in
Leiden, ditmaal ter gelegenheid van
het 50-jarig bestaan der Kweekschool
voor Zeevaart in 't Noordeinde, waar
van HM. reeds verscheidene jaren de
Hoge Beschermvrouwe is. Het gezel
schap wordt in tegenwoordigheid van
de minister van Marine ontvangen
door de voorzitter van de Commissie
voor het Oppertoezicht en van Beheer,
prof. dr M. J. de Goeje, en in een
vlotte toespraak brengt HM. hulde
aan de belangrijke bijdrage, welke de
Leidse Kweekschool levert in het be
lang der Nederlandse Marine. De Ko
ningin en Prins kijken vol belangstel
ling naar roeiwedstrijden der kweke
lingen op het Galgewater en luisteren
aandachtig naar de zang van een ma-
trozenkoor onder leiding van de heer
C. B. Duyster, dezelfde, die gedurende
vele tientallen jaren de koraalzang op
3 October leidde.
Twee dagen na de noodlottige Stadhuisbrand van
12 Februari 1929 getuigde HM., vergezeld door Prins
Hendrik, van Haar medeleven met de zwaargetrof-
fen Sleutelstad. Burgemeester mr A, van de Sande
Bakhuyzen begeleidt Haar door de Breestraat naar
het terrein van de ramp.
maar een meisje", zijnde dit ook het
opschrift van het bewuste artikel.
De lezer heeft van de inhoud van
dit in facsimilé op de eerste pagina
van dit Blad afgedrukte artikel reeds
kennis kunnen nemen.
HET EERSTE CONTACT.
Ofschoon de jonge Koningin vóór
de aanvaarding van Haar hoge taak
reeds onderricht had ontvangen van
verscheidene prominente hoogleraren
der Leidse Universiteit, dateert het
eerste officiële contact met de Sleutel
stad van 21 Juni 1905, toen Hare Ma
jesteit. vergezeld door Haar Prins-Ge
maal. onze stad bezocht ter gelegen
heid van de Maskeradefeesten bij het
66ste lustrum der Leidse Academie.
Hoezeer het gemeentebestuur zloh
over dit bezoek verheugde, blijkt al
aanstonds uit het feit, dat de gemeen-
veel smaak samengesteld bouquet bloe
men aan H.M. werd aangeboden. Op
de vraag van HM. of de van bamboe
opgetrokken erepoort door de buurtbe
woners zelf was vervaardigd, ant
woordde het meiske bevestigend, waar
na H.M. opmerkte „dat vind ik aller
liefst van jelui."
De heer Van der Meel had trouwens
ook reeds bij de Kroningsfeesten in
1898 door zijn originaliteit de aandacht
op zich gevestigd door een rooü-wit-
blauwe vlag te vervaardigen, samen
gesteld uit meer dan vijfduizend dob
bertjes. Zó groot was daarvoor de pu
blieke belangstelling, dat de politie er
aan te pas moest komen om het ver
keer te regelen! Nadat deze vlag als
curiosum aanvankelijk door de heer
Jan van Kempen uit Voorschoten was
aangekocht en later aan de vervaardi
ger teruggegeven, is zij bij het bom
bardement van December 1944 door
Dan duurt het wederom 8 jaar voor
dat de Leidse burgery de Landsvrou
we in haar midden mag begroeten. Op
13 April 1923 brengen de Koningin en
Prins een eerder uitgesteld bezoek aan
de Zendingsschool te Oegstgeest in
verband met het 125-jarig bestaan van
•het Ned. Zendingsgenootschap, waai
de voorzitter en secretaris, prof. dr H.
M. van Nes en ds Jch. Rauws, de gas
ten verwelkomen en rondleiden. Na
afloop volgt een bezoek aan het Ste
delijk Museum „de Lakenhal", dat in
tensief wordt bezichtigd en waax bur
gemeester De Gij sela-ar en de direc
teur, mr dr J. C. van Overvoorde als
gastheren optreden.
J en 4 October 1924 herdenkt de
Leidse burgery het feit, dat 350 jaar
geleden de stad werd ontzet en onder
de tienduizenden bezoekers, die onder
auspiciën der 3 October Vereniging dit
feest komen bijwonen, bevinden zich
Koningin Wilhelmina en Prins Hen
drik. Zij aanschouwen in het Waagge
bouw de uitdeling der traditionele
feestgave van haring en wittebrood
(mitsgaders Van Nelle's thee, koffie en
tabak!), zijn getuigen van het loslaten
van honderden postduiven en stellen
Zich vervolgens in de historische Pie
terskerk onder het gehoor van dr J.
Riemens, die spreekt naar aanleiding
van Psalm 146 7: ,,'t Is de Heer, die
den verdrukte recht doet. die den hon
gerige brood geeft; de Heer maakt de
gevangenen los."
Na een korte rede van Haar vroege
re leermeester, de historicus, prof. dr
P. J. Blok, onthult HM. aan het ein
de der Korevaerstraat een monument,
gewijd aan de nagedachtenis van de
mannen, die Willem van Oranje in
zyn vrijheidsstrijd zo na stonden:
Louis de Boisot, Jan van den Does en
Jan van Hout.
Na de ontvangst ten Stadhuize en
een lunch in de Koninklijke trein aan
het station, bezoeken de Hoge Gasten
's middags aan de Zcet-erwoudse Sin
gel het openluchtspel „De vrede van
Rijswijk in 1697" met het door de heer
H. J. van Leeuwen ontworpen „Ballet
d'Orange" en het 13de eeuwse minne
spel Lancelot en Halewyn. vertolkt
door de heer en mevr. B. Hareman- 1
Verhagen.
NA DE WERELDBRAND.
Op Zondag 9 September 1945 brengt
H.M. een eerst kort tevoren aangekon
digd bezoek aan de dahliatentoonstel
ling in de Stadsgehoorzaal van de af
deling Leiden der Kon. Ned. Maat
schappij voor Tuinbouw en Plantkunde,
waar H.M. o.a. wordt rondgeleid door
de heer J. G. Ballego, dezelfde die veer
tig jaar geleden de bloemenhulde der
Groenesteeg-bewoners samenstelde.
Acht dagen later zette Zij met Haar
Dochter en Z.K.H. Prins Bernhard
meerdere luister bij aan de heropening
der Leidse Universiteit, tijdens welke
plechtigheid prof. dr B. G. Esscher het
rectoraat over nam van prof. dr W. van
der Woude, op wiens schouders tijdens
de -voorgaande jaren waarschijnlijk
méér zorgen zijn geladen dan voor hem
ooit een rector der Leidse Academie
beschoren zijn geweest en in de toe
komst hopelijk ooit beschoren zullen
zijn
WEDEROM 8 FEBRUARI....
8 Februari was gedurende bijkans vier
eeuwen en blijft hopelijk tot In lengte
van jaren bij uitstek de datum, waarop
de innige verbondenheid van het Huis
van Oranje en de Leidse Universiteit
in het bijzonder tot dankbare erkenning
kwam en zal blijven komen.
Op 8 Februari 1946 bevestigde HM.
door Haar persoonlijke aanwezigheid
bij de Diësvierihg m de Stadsgehoor
zaal ook Harerzijds de hechtheid van
die zinrijke historische band, waaraan
Zij in een korte rede ook Zelve uiting
gaf. Het was in deze bijeenkomst, dat
de rector-magnificus, prof. Esscher me
dedeling deed van het besluit van de
Academische Senaat om de grote Britse
vrijheidsstrijder en voorvechter voor de
--'hten van de mens, Winston Spencer
Churchill te benoemen tot Rector-ho-
noris causa in de rechtsgeleerdheid. En
Zy onderstreepte de realiteit dezer bin
ding door twee dagen later andermaal
tegenwoordig te zijn zowel des morgens
bij de Academische wydingsdienst in de
Pieterskerk als des middags by de slot
bijeenkomst der Diësviering in de
Hooglandse kerk.
Daarna is Haar minder gunstige phy-
sieke toestand ongetwijfeld de voor
naamste oorzaak geweest, dat Leiden
niet meer het voorrecht heeft gehad
HM. binnen haar muren te zien.
Uit net vorenstaande blijkt evenwel,
dat de Sleutelstad niet de minste reden
heeft om te" klagen over gebrek aan
koninklijke belangstelling.
Over luttele dagen zal Hare Majesteit
de Koninklijke waardigheid overdragen
aan H.K.H. Prinses Juliana, Die èn
door Haar studie aan de Leidse Acade
mie èn door Haar reeds bewezen zin
voor traditie en historie de meest solie-
de waarborgen heeft geschonken voor
een eontinuiteit der eeuwenoude histo
rische banden, welke het Oranjehuis
verbinden met de Leidse gemeenschap.
PRINSES JULIANA VOOR
't EERST IN LEIDEN. 1
Luttele maanden na het ontzet van 1
1574 volgde de beloning: de opening1
der Universiteit cp 8 Februari 1575 en
350 jaar later, op Maandag 9 Februari
1925 vindt in de Pieterskerk een an
dere hooggestemde plechtigheid plaats:
de Senaat der Leidse Academie biedt
H .M. Koningin Wilhelmina in tegen
woordigheid van HM. de Koningin-
Prhis Hendrik en
h.k h. Prinses Juliana, welke laatste
op deze hoogtijdag voor het eerst onze
staa bezoekt, bij monde van de rector-
magnificus, pref. mr A. J. Blok die
tevens als promotor optreedt, het ere
doctoraat in de rechten aan.
Dezelfde Koninklijke bezoekers zijn
op 31 Januari 1930 aanwezig in de Se
naatskamer der Universiteit, waar de
studie van H.K.H. Prinses Juliana
haar afsluiting en bekroning vindt in
de aanvaarding van het ere-doctoraat
in de letteren en wijsbegeerte, Haar op
gezag van de rector-magnificus, prof.
dr N. van Wijk, uitgereikt door Haar
leermeester,- prof. dr J. Huizinga. Drie
jaar later, op 6 Januari 1933, wanneer
prof. Huizinga het rectoraat bekleedt,
is de Koninklijke Familie voor het
laatst voltallig aanwezig, als prof. dr
H. T. Colenbrander in een magistrale
rede ln het- Groot-auditorium 't feit
herdenkt, dat 400 jaar geleden de
Stichter der Universiteit, Willem de
Zwijger, werd geboren.
Deze bezoeken ter gelegenheid van
academische hoogtijdagen werden afge
wisseld door een bezoek van Koningin
Wilhelmina en Prins Hendrik op 14
Februari 1929, waartoe de noodlottige
Stadhuisbrand de betreurenswaardige
aanleiding vormde.... Het burgemees
terschap van onze stad was inmiddels
overgegaan aan mr A. van de Sande,
Bakhuyzen, de vierde Leidse magistraat
sedert H.M. in 1898 de troon had be
stegen. Een bij dit artikel afgedrukte
foto herinnert aan het medeleven, dat
onze Landvrouwe oök in moeilijke om
standigheden met de Sleutelstad be
toonde
Op 19 September 1935 bezoekt H.M.
de op het Schuttersveld door de Vebo
ingerichte tentoonstelling van vee en
zuivelproducten. Georganiseerd ter ge
legenheid van de ingebruikneming der
vergrote veemarkt en dan is gs wereld
oorlog nr. II de tragische oorzaak van
een 10 jaar lang durende onderbreking
ln de reeks van koninklijke bezoeken.
31 Januari 1930.... Hare Majesteit en Z.K.H. Prins Hendrik worden
op het Academieplein begroet door de rector-magnificus, prof. dr M.
van Wijk en prof. dr J. Huizinga (geheel rechts), welke laatste op
treedt etls promotor van H.K.H. Prinses Juliana, aan Wie op deze
dag het ere-doctoraat in de letteren en wijsbegeerte wordt verleend.
(Van onze correspondent te Willemstad).
In deze Amerikaanse wereld van re
publieken en dictaturen behoren de
Nederlandse Antillen en Suriname tot
de weinige gebieden, aan het hoofd
waarvan een koningshuis staat. Zij de
len dit lot opa ons tot Centraal-Ame-
rika te bepalen met de Britse kolo
niën aan de kust van Zuid-Amerika
en in de Caraibische Zee
Curasao en Suriname z(jn in de
regeringsperiode van H. M. Koningin
Wilhelmina steeds trots op het bezit
van het Koningschap geweest. In een
tyd, welke zich kenmerkt door een al
gehele herwaardering van begrippen
en tradities en in een gebied, waar
het koningschap nog slechts als een
sieraad van het verleden geldt, is het
een veelzeggend en vertrouwenwek
kend verschijnsel, dat de band tussen
Nederlands West-Indië en het Huis
van Oranje immer zo hecht is geble
ven. Te meer, nu de evolutie van deze
tijd ook Nederlands Amerika in haar
greep heeft: een ontwikkeling, welke
bovendien gepaard is gegaan met cri
ses voornamelijk de crisis van het
vertrouwen doch die nooit afbreuk
heeft gedaan aan de aanhankelijkheid
en trouw aan het Koninklijk Huis in
het Moederland.
8 jaar verlopen alvorens het volgend
bezoek plaats vindt. Op Woensdag
24 Januari 1914 ontvangt het bestuur
van de Leidse IJsclub bericht, dat
H.M., vergezeld door H.K.H. de Groot
hertogin van Luxemburg, voornemens
is des middags de wedstrijden in j
schoonrijden voor paren bij te wonen, j
De firma Hasselman en Pander wordt
bereid gevonden in allerijl een tent
voor de ontvangst te improviseren en
wanneer de beide Vorstinnen in ge
zelschap van burgemeester Jhr mr dr
N. C. de Gyselaar, door de voorzitter,
prof. dr L. Ph. Th. Kan, worden be
groet, is alles keurig in orde.
H.M. loofde spontaan twee prijzen
uit, te weten een zilveren presenteer
blad en een zilveren reisklokje en vol
ledigheidshalve vermelden wij hier de
uitslag: le pr.: mevr. De Koster-SJjt-
hoff en de lieer P. A. Wernink; 2e pr.
mej. J. Smit en de heer P. Lugt; 3e
pr. mej. N. van der Mey en de heer F.
van der Mey.
Drie dagen later betreedt HM. nabij
de Vink wederom Leids grondgebied,
doch alleen om zelf de schaatsen on
der te binden en in de richting Val-
I kenburg weg te ryden.
Op Woensdag 22 December 1915
brengt H.M. met klein gevolg een on-
offioieel bezoek aam de twee jaar ge
leden nieuwgebouwde textielfabriek der
N.V. Gebroeders Van Wijk en Co.,
waar Zij Zich uitvoerig laat inlichten
omtrent de productiemethoden, sociale
verzorging, hygiënische toestanden e.d.,
waarover Zij Haar tevredenheid, be
tuigt en vervolgens vertrekt naar het
Stadhuis, waar Zij Zich door 12 voor
aanstaande Leidenaars omstandig laat
voorlichten omtrent de toestand van
handel en industrie, distributie-aange
legenheden, de moeilijkheden voort
vloeiend uit de oorlogsomstandigheden
e.d.
In September 1935 bezocht H.M. de jp het Schuttersveld ingerichte grote
vee- en zuiveltentoonstelling, welke de Vebo had georganiseerd ter ge
legenheid van de ingebruikneming der vergrote veemarkt.
Deze continuïteit houdt niet in, dat
er geen verandering is gekomen in de
verhouding tussen „de West" en het
Huis van Oranje. Met name in de afge
lopen jaren is er een ommekeer ont
staan in de gevoelens der West-In
diërs jegens het Koninklijk Huls. Geen
wijziging in sympathie en genegenheid,
maar veeleer een verandering in ziens
wijze.
De achter ons liggende jaren hebben
namelijk in de West een reëler begrip
doen wakker worden voor de plaats,
welke 't Vorstenhuis in ons Koninkrijk
inneemt. Gold Oranje voorheen veelal
als het symbool van een schone traditie
sinds H. M. in December 1942 van
Engeland uit de gedenkwaardige rede
hield, waarin zij gelijkheid voor alle
delen des Rijks in het vooruitzicht stel
de, heeft het koningschap voor Neder-
I lands-West-Indië nieuwe inhoud ge-
I kregen.
Nadien zijn er vele disputen gevoerd
met betrekking tot de woorden, welke
Koningin Wilhelmina toen sprak. Doch
I op de achtergrond var. al die debatten,
interpretaties en misverstanden stond
hier steeds het ongeschokt vertrouwen
in de Koninklijke belofte, welke een
grondslag was, waaraan niet te tornen
viel en die getuigde van een diep in
zicht in de geest van onze tijd.
Voor deze volken, welke nog geen
eeuw geleden de slavernij aan de
lijve ondergingen, betekende de rede
van de Koningin het verlossende
woord, de eerste schrede op de weg
naar menselijke onafhankelijkheid en
vrijheid, een bezit, waarvan de blanke
mensheid dan pas de waarde beseft,
wanneer het bedreigd wordt, doch dat
voor de gekleurde bewoners van deze
gebieden, wellicht grotendeels onbe
wust, lange tijd iets onbereikbaars
scheen. Dat dit begerenswaardig
kleinood thans binnen hun bereik is
gebracht, is iets waarvoor do Neder
lands Westindiërs H. M. Koningin
Wilhelmna nu en later dankbaar zul
len zyn, want hier werd meer gedaan
dan een staatkundige hervorming
aangekondigd. Hier werd voor de West
het tijdperk ingeluid van menselijke
gelijkwaardigheid en erkenning.
Niet alleen nationaal, maar oojc bin
nen het kader van de huidige wereld
ontwikkeling bezien, heeft Koningin
Wilhelmina aldus een historische daad
verricht, waarvan het belang verre bo
ven het tildeliike uitgaat Ten opzichte
van Nederlands West-Indië heeft zij
bewezen, dat het koningschap ook heden
ten dage een groot.se taak te vervullen
heeft, minder spectaculair dan voor
heen wellicht, doch humaner en univer
seler.