Het Pachtersoproer van 1747
te Leiden
Arbeid voor 150.000 werklozen in Italië.
Vijf dagen woedde de storm
RECHTZAKEN
RESA-ARNHEM
Voor de Vrouw
FATAJLE-INJECTIE
«i
ZATERDAG 21 AUGUSTUS
Overheid stond machteloos
Staatkundige hervormingen plegen
zich in ons land te voltrekken langs
lijnen van geleidelijkheid. Slechts wei
nige keren is het in onze geschiedenis
voorgekomen, dat door spontane volks
bewegingen hervormingen op enig ter
rein werden afgedwongen en als zoda
nig dienen daarom de pachtersoproe-
ren in de maanden Mei en Juni van
het Jaar 1747 te worden gememoreerd.
Eigenlijk zonder enige voorafgaande
agitatie richtte zich in vele plaatsen
de volkswoede tegen de pachters der
directe belastingen op vele artikelen,
die tot het eerste levensonderhoud ge
rekend moeten worden. .e
Ongetwijfeld waren het de slechte
economische omstandigheden, die ae
indirecte aanleiding vormden tot het
hardhandig optreden tegen de bezit
tingen der pachters. De oorlog met
Frankrijk had diepe wonden geslagen
in het economische leven van ons land
in die jaren, overstromingen hadden
grote delen van ons land in vooraf
gaande jaren geteisterd, veeziekten
brachten op het platteland de hoer®n
tot wanhoop, in de steden kwijnde de
industrie.
Men had van Willem IV. enige ja
ren daarvoor in alle gewesten tot erf
stadhouder benoemd, ingrijpende her
vormingen verwacht, maar de regen
tenheerschappij bleef ongebroken.
Deze regentenheerschappij had het
ongelukkige stelsel van belastinghef
fing in het leven geroepen en zo is
het te verklaren, dat de burgerij, wie
eveneens deze regentenheerschappij n
doom in het oog was, passief bleef,
toen de volkswoede zich tegen een
groep der -regentenkaste. do pachters
der belastingen, richtte.
Merkwaardig is het, maar uit het
bovenstaande zeker verklaarbaar, dat
de actie begon op 't platteland. In het
Oosten van Friesland vernielde men
de pachtershuisjes en dwong men het
gewestelijk bestuur tot hervormingen
op staatkundig gebied. Van Friesland
sloeg de beweging over op andere ge
westen. In Haarlem barstte weldra de
furie uit, in Amsterdam moest de be
weging bloedig worden onderdrukt en
ook in Leiden moesten in het midden
van de maand Juni de paohtershuizen
het ontgelden.
In het door een Leldenaar bijgehou
den dagboek van dat jaar gepubliceerd
in de Leidse Jaarboekjes vanaf 1914, is
de volksbeweging uitvoerig geboek
staafd. In dit artikel geven wij een
uittreksel uit hetgeen deze Leidse in
gezetene over het pachtersoproer in
onze stad heeft geschreven.
DE EERSTE PLUNDERINGEN.
Het oproer begon in de mi&dag van
de 17e Juni met de plundering van het
huis van de pachter van het brand
hout. Leendert Stripriaan, wonen de op
de Nieuwe Rijn bij de Visbrug „alwaar
de 3 haringen uythongen". Een menig
te jongens begon omstreeks 1 uur met
stenen dóór de ramen te gooien.
„2 subst. schouten met hun diena
ren" lieten toen een vleeshouwers
knecht deuren en vensters sluiten,
maar de rumoerige menigte liet zich
daardoor niet afschrikken. De toegang
tot de woning werd omstreeks 2 uur
geforceerd en toen begon de volledige
plundering. Stoelen, tafels, kasten,
ledikanten en kabinetten werden uit
de ramen van de bovenverdieping op
straat geworpen, waar de verzamelde
menigte ze tot spaanders sloeg en in
de Rijn wierp; bedden en kussens wer
den opengesneden, porcelein, aarde
werk, flessen en glazen tot gruis ge
slagen, koper en tin platgetrapt, boe
ken en belastingpapieren verscheurd.
Ook binnen werd 't huis grondig ver
nield.
Toen op deze wyze de volkswoede
zich enigermate had gelucht, liep het
ïolk de bakkerswinkels ai en dwong
de bakkers het brood zonder pacht te
verkopen. „Somige haalden haar schor-
te vol, want het broot was doe goed
koop bij haar, een blank op een halve
bol minder."
Intussen had 't Stadsbestuur alarm
geslagen. Een compagnie burgers rrioest
in het geweer komen en de wijnwer
kers, de kraankruiers, de bierdragers,
hoorndragers en turf dragers werden door
de stadsrcermaker van stokken voor
zien. Zij moesten de wacht betrekken
bij het stadhuis en de andere pach
terswoningen. „De soldaaten hebben
meede aan de Wagt aanstonds moeten
komen met hun volle geweer".
Intussen was het volk naar de wo
ning van de pachter Comelis van der
Kok getrokken „synde de Pagter van
het Gemaal als meede van de Wijnen
en Ge disteleerde Wateren, wonende op
den Nieuwen Ryn bij de Hooygraft,
wiens groote heerschappye in pragt en
heersugtigheydt de burgeren en inge-
setenen al lange tyt in de oogen hadt
gestooken".
De ruiten werden met stenen inge
worpen „soo hoog als sy maar konde
beryken" en slechts een post soldaten
voor het huis geplaatst kon onmiddel
lijke plundering voorkomen. Toen deze
aanval mislukt was, trok men in grote
woede naar de woning van Jacob Ok-
huyse, „pagter van de koffy en thee,
welke woonde op de Hooglantse kerk
Graft, regt over het Weeshuys". On
middellijk werden de ruiten ingewor
pen en met een stonnpaal begon men
de deur to rameien. Op het moment
dat de deur bezweek werd evenwel
binnen een geweer afgeschoten en dit
schot deed de menigte afdeinzen. Een
patrouille kon toen de wacht voor het
huis betrekken en hierdoor werd voor
lopig plundering voorkomen.
Rustig werd het evenwel niet. In de
avonduren viel de menigte aan op het
huis van de pachter Couwenhoven,
„pagter van de Booter, dog in het vo
rige jaar Pagter van de Turf. Dit was
een man die bij de Burger gants niet
gehaat was. maar als een van de beste
wiert erkent, welke woonde op den
Nieuwen Ryn over de Vismart naast
de Hoogduytse Apotheek."
Deze betrekkelijke populariteit mocht
hem evenwel niet baten. De deur werd
geforceerd en hierop ving de vernie
ling aan, welke even grondig geschied
de als bij Leendert Stripriaan. „Deese
sterke woede op dat huys van den
Pagter Kouwenhoven heeft geduurttot
's nagts ten 12 of 1 uuren."
Blijkbaar waren de pachters ook bij
de burgerij niet erg gezien. De kro
niekschrijver vertelt tenminste, dat
„terwijl dit huys soo erbarmelyk wiert
gehavent, soo patrouljeerden telkens
Burgers voorby die daar om lagten,
ende hoet draayden". Ook de op het.
stadhuis wachthoudende burgerij toon
de geen bezorgdheid voor de eigen
dommen van de pachters en verklaar
de, ..dat sy niet voor de Pagters soude
in de bresse springen, ofte voor haar
huysen staan, ja veel minder haar te
salveren van verdere onhylen."
BOODSCHAP VAN PRINS
WILLEM HIELP NIET.
Dit besluit van de burgerij werd aan
Z.K.H. Prins Willem IV meegedeeld,
die daarop des nachts de luitenant-
generaal Baron Van Gravestyns af
vaardigde om met het stadsbestuur en
de burgerij overleg te plegen. Baron
Van Grovestins trachtte de burgers er
van te overtuigen, „dat Syn Hoogh.
sig gaarne soude hooren, dat de Bur
gers haar selven wel soude gedraagen
tegen haaren ovrigheytit en haar bv
staan in deese omstandigheydt van
tyt."
De burgers evenwel antwoordden,
„dat sy souden doen al wat braavc
Burgers betaamde, maar voor geen
Fagters in de bog springe of haar een
van alle by te staan, al soude haar de
duyvel haaien. Dit hebben sy alle ge-
apsepteert tot driemaal toe."
Met Uilenspiegel zouden de Pachters
hebben kunnen zeggen: Ze mogen ons
niet, maar wij hebben het er naar ge
maakt.
Omstreeks 2 uur die nacht werd het
weer een beetje rustig in de stad, na
dat nog bij Cornelis van Gasten, die
bij de Plaatsteeg in de Breedstraat
woonde en bij de pachter Bleyswyck
in de Korssteeg de ruiten waren inge
worpen.
De volgende dag, Dinsdag, werd
„het verdistilueerde goet van den
pachter Kouwenhoven opgevist, het
welk versogt en toegestaan was. Doe
bevon men de soldaaten te staan aan
het huys van Van der Kok, Okhuysen,
Stripriaan. En alle de stokwaarders
stonden nog bij Steffen. alwaar maar
cenige ruyten in gesmete syn."
Om 8 uur begon de menigte opnieuw
cp te dringen en werd* een aanval ge
daan op het huis van de korenkoper
Van Ingen, wonende bij het Herepoor
tje. Deze had in de strenge winter van
1740 de graanprijzen nogal opgedreven
en ook dit was men blijkbaar niet
vergeten. „Dog hy is gesalveert, van de
Burgers onder syn soon die Vaandrig
was." Toen ook een aanval op 't huis
van een Brander op de Langegracht
mislukt was. trok de menigte de stad
in en Of ebben sy alle Grutters, Kruy-
niers, koekbakkers winkels gedwongen
alles sonder Pagt te verkopen of uyte-
meten. Doe begon het wat te ver te
gaan, want elk bang wiert van om
geplundert te worden. Daarom deese
voornoemde winkels het goet voor
halv geit verkogten."
STADSBESTUUR TRACHT IN
TE GRIJPEN.
Het Stadsbestuur vaardigde hierop
een placaau uit, waarbij het vermaan
de „s'ig haar selve in rust en stilte te
begeven, en daar en boven een yder
hem moet wagten om weeder eenige
waaren af te persen op poene van op
de daad betrap worde of na de tijd
van die sullen moge werde geatrap-
peert, als verstoorders van de gemee-
ne rust sullen worden gestraft."
Dit was evenwel olie op het vuur
„want na dat het afgelesen was, soo
begon het gemeen veel heviger te wor
den, gingen na de Pagter Arnoldus
Moriaanhooft, woonende schuyns over
de Mare Poort, alwaar eenige glaasen
ingeworpen wierden. Maar deese guyt
verdagvaarde het volk op 's ander
daags en dan sou hy haar alle tracte-
i>en. Onderwyl bergde 'hy syn goet."
IN STAAT VAN
VERDEDIGING.
Op dat moment ontstond in de stad
het gerucht, „dat er versohyde schuy-
ten met Haarlemmers kwaamen af-
safcken om de Leydenaars te helpen"
(in Haarlem was het pachtersoproer
enige dagen tevoren uitgebroken. Kw).
Dat gerucht .zette Leiden m rep en
rcér. De brandklok werd geluid en op
dit „luyden van de klok kwaamen alle
de Burgers in de waapenen en .besette
hun wyken en loopplaatsen." De
stadspoorten werden gesloten en de
sleutels door de portiers „welke van
2 soldaaten met de banjonette op de
snaphaan daar tusschen wierden ge-
leyt" naar het stadhuis gebracht.
Het bleek een loos gerucht te zijn
geweest, maar het gevolg van het on
der de wapenen komen der burgerij
was toch, dat die middag geen verdere
ongeregeldheden plaats vonden. De
bierdragers,* korendragers en turfara-
gers moesten evenwel die nacht „in
de Boere of Rijnlantse vuurschaar
haar sauve garde houde" om by de
hand te zijn, evenals de soldaten, die
in de stadhuispoort werden geconsig
neerd.
DE FURIE BRAK LOS.
De derde dag verliep eveneens rus
tig, maar des Donderdags zou het op
roer zyn hoogtepunt bereiken. Om
kwart voor elf begon weer de brand
klok te luiden, maar te laat versche
nen de burgers op hun posten, want
inmiddels waren „de soldaten, die ge-
posteert stonde voor het huis van De
Cok die waaren als weggejaagt en
kragdadig met straat steenen begroet,
dat sy daar niet koste daar niet blyve
de halte houden, maar moesten het
gemeen voorby laten passeren. Want
nu kwamen sy met stokke en latten
voor den dag en sommige hadden daar
messen aan gebonden."
Alle poorten waren weer gesloten,
maar de burgerij kwam met in ver
deer. Nu moest het huis van Van der
Cok het ontgelden. De kroniekschry-
ver schryft hiervan, „dat men niet
hoeft te geloven dat er magnifieker
huis in de gantse stad - van Lyden
staat. Daarom wiert het genaamt het
Paleis van Venetien."
De toegang tot 't huis aan de Ryn-
zyde bleek niet te forceren. Echter
bleek dat een „huys staande op de
Hooygraft vooraan op' het hoekje van
de poort van het hofje met het groote
convoyeerde". Met een stormpaal werd
dit huisje geopend en aldus kwamen
de bestormers op de „plaats van het
grooten huys. sloegen meediaat het
kostelyke fontein aan stukken." De
duivenhokken werden tot spaanders
gemaakt, de hanen en hennen en an
dere vreemdsoortige vogels de nek ge
broken en allps wat los en vast stond
in deze bhjkbaar zeer fraaie lusthof
met de grond gelyk gemaakt.
Toen werden de deuren aan de
Rijnzyde geopend en drong de menig
te naar binnen. Wat eet- en drinkbaar
was werd verorberd en toen de furie
ook daardoor aangewakkerd was, werd
ook dit huis grondig vernield. Niet
alleen het huisraad en alles wat ver
der draagbaar was werd vernield, men
begon ook het huis zelf af te breken.
De kronieksohryver vertelt: „sy braa-
ken alle de planken van de solder tot
spaanders. Een curieuze trap werd van
syn leening berooft. De kostelykste-
kaamers en vertrekken, die op de we-
relt kunnen gebouwt werde, deselve
wierden van hunne siermante solders
geslecht, dewelke soo superbe tegen
het verwulfsel van boeven waare ge
maakt, sommige van plysterwerk, an
dere van fraay schilderwerk, andere
van planeel en lofwerk. Maar nu had
geen fraajigheydt plaats. Alle deese
curieuze verwulfsels syn op deze wyse
gehandelt. Als vooreerst de beste ka
mer, daar de Pagter in cognito plag
te spreken, daar sloeg het canailje ae
engelse schoorsteen aan gruys en ver
nielde de vaststaande postelyn kassen.
De staande en leggende ysere plaaten
wierden tot klyne stukjes géslagen dat
men soude seggen het is onmogelyk,
dog evenwel waar, want ik het selvs
hebt gesien. Maar onbegrypelyk hoe
knaphandig het gemeen de bekken
van de pompen ja selvs de slingers
aan stukken te slaan. Ja het volk ging
aan in dat huys of er de duivel syn
bruyloft hiel."
MET DE GROND GELIJK.
Intussen had een andere groep de
tellers- en schrijvershuisjes in de stad
met de grond gelijk gemaakt.
Toen de „actie" by Kek geëindigd
was, trok men naar het huls van Ok
huysen op de Hooglandse Kerkgracht
en vernielde dit even grondig als dat
van Kok. Zelfs de chaisen en arresle-
den in de stading, welke op de Mid
delweg uitkwam, werden tot spaan
ders gemaakt. Men vond in het huis
van Okhuysen een flink gevulde wijn
kelder en het laat zich voorstellen.dat
niemand de meed had de volksmenig
te, die aldus „geladen" was, durfde
tegenhouden toen deze optrok tegen
de woning van Arent van Bleyswyk in
de Lange Korssteeg. Na een uur storm
gelepen te hebben (blykbaar waren
deuren en vensters wel zeer hecht ge
sloten) kon de menigte ook in dit huis
binnendringen. Het werd even grondig
verwoest als dat van de andere pach
ters.
Toen by Bleyswyk niets meer te
vernielen viel, trok men naar de wo
ning van Steffens, waar zelfs de voor
gevel tot de tweede verdieping toe
werd afgebroken. En ook Arnoldus
Moriaanhooft had geen succes gehad
met zyn belofte van tractatle des an
deren daags, 's Avonds omstreeks half
tienwerd ook zyn huis vrywel afge
broken. Meubelen en verdere inventa
ris had hij evenwel al in veiligheid
weten te brengen.
Op de vyfde dag, Vrijdag de1 21e
Juni werd by placaat verordend, dat de
invordering van de pachten werd op
geschort, evenals dit cje 14e t€. Haar"
lem was geschied. Onregelmatigheden
deden zich verder niet voor. Het pach
tersoproer te Leiden was geëindigd.
Kw.
„WEN'N DIE LEUTE NICHT HÖREN
WOLLEN, MUSS ES KNALLEN".
Ex-Beauftragte stond terecht.
De ex-Beauftragte voor Overyssel, K.
G. G. Weidlich, had zich voor het Bij
zonder Gerechtshof te Zwolle te ver
antwoorden voor het op 28 Sept. 1944
doen fusilleren van een drietal Kam
penaren, dat geweigerd had mede te
werken aan de graafwerkzaamheden
aan de IJssellinle.
Het ging om deze vraag: heeft W.
aan de beruchte SD-man Lütkenhus
opdracht gegeven in Kampen enige
mensen te fusilleren, ja of neen?
Verdachte W., 45 jaar, correct in
zyn uiterlijk en correct in zyn ant
woorden. gaf steeds een trommelvuur
van „nein's" ten beste en Lütkenhus
zeide steeds even positief „jawohl".
Joseph Schreieder, die 25 Sept. 1944
in Zwolle aankwam en daar de chef
van Lütkenhus met rijn SD-comman-
óo werd, was als getuige gedagvaard.
Hoewel Schreieder' zeer breedvoerig in
zyn verklaringen btreffende de taak
van de SD was, kon hy toch geen con
creet antwoord geven op de vraag of
de Beauftragte W. wel of niet opdracht
tot fusilleren aan Lütkenhus gegeven
zol hebben. Wel stond het volgens
Schreieder vast, dat de Beauftragte in
verband met de bouw van de IJssel-
linie, van Seyss Inquart de bevoegd
heid had gekregen voor bepaalde op-
Ingezonden Mededeling
EXAMENOPLEIDING
Hoofdakte - Fr.. D. Engels L. O.
(Bekende Schriftelijke Cursus)
drachten over SD mensen te kunnen
beschikken.
Lütkenhus zelf verklaarde, dat W.
hem onder vier ogen de opdracht had
verstrekt. „Wenn'die Leute nicht horen
wollen, muss es knallen", zou W. ge
zegd hebben.
Hoe het ook zy, Lütkenhus begaf
zich met enige van zyn SD'ers naar
Kampen en vermoordde daar op de
binnenplaats van de Korenmarkt-ka
zerne drie Kampenaren.
De procureur-fiscaal, mr L. de Walle,
achtte het bewijs geleverd, dat W. de
opdracht gegeven had. De eis luidde
10 jaar met aftrek.
De verdediger meende, d^t het be-
wys niet geleverd was en vroeg vrij
spraak en onmlddellyke invrijheidstel
ling. Het Hof willigde het verzoek tot
invryheidstelling niet in en besloot op
1 September uitspraak te doen.
De inmaak van tomaten
Het Voorlichtingsbureau van de Voe
dingsraad meldt:
Op velerlei wyze kan men tomaten
inmaken. De hele vruchten kunnen in
flessen worden gesteriliseerd, maar
ook kan men zelf purée of het sap van
deze vitaminenrijke vrucht inmaken.
Voor hen, die voor de komende win
termaanden voor een baby wat toma
tensap voorhanden willen hebben, ver
dient het aanbeveling, dit te pasteuri
seren of in te maken in kleine- flesjes.
Daardoor voorkomt men, dat resten
sap enige dagen in een geopende fles
bewaard moeten worden, waardoor ze
licht schimmelen.
Een snelle bereiding en zo kort mo
gelijke verhitting zyn van groot belang
voor het vitamine C-gehalte, dat de
tomaat zo waardevol maakt voor de
gezondheid. Het vitamine C is immers
slecht bestand tegen hitte en tegen
het blootstellen aan de lucht.
Hier volgen enige bereidingswijzen:
TOMATEN IN UITGEZWA-
VELDE FLESSEN:
De tomaten wassen, in vieren snyden
en in een goed gesloten pan snel tot
moes koken. De massa door een zeef
wry ven, zodat de pitten achterblyven.
Het tomatensap weer aan de kook
brengen en zo snel mogeiyk in goed
uitgezwavelde flessen overdoen. Voor
het uitzwavelen een brandend stukje
zwavellint in de flessen brengen en
dit met de kurk er in klemmen. Wan
neer de flessen vol met zwaveldamp
zyn, het lint er uit halen en ln een
kommetje met water dompelen om' het
te blussen. De flessen met de kurk
sluiten en 10 minuten omgekeerd laten
staan, om ook de kurk te reinigen. De
zwaveldamp uit de flessen laten ont
snappen. Dan de flessen vullen met
het tomatensap en ze met de kurken
sluiten. Deze bysnyden en de flessen
tot en met de bovenste rand in ge»
smolten, lak, kaarsvet of paraffine dom
pelen. Wanneer men de inmaak dan
gebruikt, de lak, het kaarsvet of de
paraffine er voorzichtig afhalen en
bewaren,voor een volgende inmaak.
HET PASTEURISEREN VAN
TOMATEN SAP
De tomaten wassen, in vieren snyden
en in een goed gesloten pan vlug tot
moes koken. De massa door een zeef
wry ven, zodat de pitten achterblyven.
Het topiatensap in goed schoonge
maakte flessen overdoen. De flessen
niet te vol vullen. De uitgekookte kur
ken losjs op de flessen plaatsen en
door een touwtje kruisgewys over de
kurk en om de hals van de fles te
binden, beletten, dat deze tydens het
pasteuriseren van de flessen springen.
De flessen in een steriliseerketel, een
wasketel of een pan met een treef, een
I plankje of 'een visplaat zetten. De
I ketel of pan met water vullen, totdat
I dit reikt ter hoogte van de vulling der
1 flessen. Het geheel by een tempera-
tuur van 80 gr. C. een half uur pas
teuriseren. Hierna de kurken stevig in
ae flessen drukken en deze luchtdicht
1 afsluiten door de flessen (tot en) met
I de bovenste rand in gesmolten lak, pa-
1 raffine of kaarsvet te dompelen.
Nieuwe huizen worden verloot
(Van onze Romeinse correspondent)
Het zevenjaren plan van de Italiaan
se minister van arbeid, Fanfani, dat ten
doel had een begin te maken met de be-
stryding der werkloosheid, de spaarzin
te doen herleven en de inflatie te bestry -
den. is na lange debatten door het par
lement aangenomerl, zy het in sterk ge-
wyzigde vorm. In de tweede helft van
September zal de senaat het plan in
behandeling nemen.
De oppositie der communisten is sterk
geweest en heeft tot op grote hoogte suc
ces gehad Het oorspronkelyk plan wilde
een deel. dertig tot vyftig procent, der
..dertiende maand" (de maand gratifi
catie, welke ieder arbeider of ambtenaar
omstreeks Kerstmis ontvangt) omzetten
in rentegevende spaarbonnen. Van dat
De FEUILLETON
door Q. PATRICK.
(Vertaald uit het Engels)
22)
Hy had haar uitgelegd, dat hy
dat d&d, om snel extra energie op te
wekken. Dat leek my niet erg overtui
gend. Knudsen had altyd energie ge
noeg van ziohzelf en zelfs als hy een
extra dosis nodig gehad had, zou hy
zeker niet aan de suiker geknabbeld
hebben, maar het hele klontje hebben
opgegeten. Hoe meer ik er over dacht,
des te meer drong zich de reden aan
my op, waarom Knudsen altyd suiker
by zich droeg. Hy boog zich over de
lessenaar en schoof de vier suiker
klontjes naar voren, die Rona uit de
jassen van de ohiruxg gehaald ïiad.
Ik was er zeker van, dat wy op het
goede spoor waren, toen wy deze in
Knudsen's zakken vonden.
Hy keek even naar dr Broderick. Het
is nog niet zo lang geleden, dat ik me
dicijnen studeerde en diagnoses leerdr
maken, en wel hier in het ziekenhuis.
Het probleem bleek heel wat eenvou
diger te zyn, dan de vragen, die wy
op ons jaarlyks examen kregen. Dr
Knudsen was in geen geval te zwaar,
maar hy bepaalde zich tot een dieet,
dat weinig koolhydraten bevatte. Hy
gebruikte geen suiker by zyn maalty-
den en toch droeg hy steeds klontjes
suiker by zich, waaraan hy af en toe
knabbelde.
Hy zweeg weer en opstaande, ging
hy naar het medicynkastje. Hy nam
een kleine doos van de bovenste plank
en legde die op de tafel. Het doosje
opensohuivend, vertoonde hy twee met
rubber gesloten ampullen. Hier is
naar myn mening het mteindeiyke be
wijs. Dit speciale middel tfordt in de
chirurgie nooit gebruikt. Ik kan my
geen gelegenheid herinneren, waarin
wy het in de laatste zes maanden no
dig hebben gehad. En tooh is er altyd
eén pakje van in dit kastje en is dit
laatste pakje half verbruikt. Er is
slechts één conclusie mogeiyk. Dr
Knudsen moet het zelf gebruikt heb
ben.
Dr Broderick had met sty gen de ver
bazing naar de ampullen zitten ky-
ken. Insuline! riep hy uit.
Precies. De rest is een kwestie
van elimineren. De patiënt, die alle
suiker uit zyn diëet elimineert; een
patiënt, die insuline gebruikt, een pa
tiënt, die altyd suiker bij zich draagt.
Oliver keek Ellsworth scherp aan.
Zelfs en neuroloog kan het ant
woord op die vraag geven, nietwaar?
Hugh Ellsworth keek hem strak aan.
Je hebt je stelling zeer handig op
gebouwd, zou ik zeggen, Lord. Je be
doelt natuurlyk, dat Knudsen diabeti-
ous was?
Juist. Dat is het geheim, dat hy
zo zorgvuldig verborgen hield en dat
alleen bekend was aan de man, die
hem vermoordde. Dr Knudsen had sui
kerziekte
Oliver Lord, die zich nu zeer zeker
voelde, was opgestaan en stond lang
en breedgeschouderd achter de lesse
naar. Inspecteur Heath strak aanziend,
ging hij voort:
Ik had zoeven geen tyd, om u een
voldoende verklaring van suikerziekte
te geven. In de eerste plaats ls het van
zeer groot belang, dat de patiënt min
stens eens per dag een injectie van in
suline neemt. Dit houdt hun bloed-
suiker op het juiste gehalte en voor
komt -het gevaar van diabetische co
ma. Maar er is altyd nog een ander
gevaar, zelfs nadat de insullne-ei^en
van een bepaald individu nauwkeurig
zyn vastgesteld. Er is altijd het ge
vaar van een te grote dosis, die als
gevolg heeft hetgeen wy kennen als
insuline-schok. Dat is de reden, dat
ieder diabeticus steeds een klontje sui
ker of het equivalent er van by zich
draagt. Als hy ooit een abnormale
reactie op zyn injectie opmerkt, is het
voor hem al een soort routine, om op
suiker te knabbelenhëtgèen het
effect van de insuline matigt.
Hij streek met de hand door zyn
dikke rode haar. De hele opzet
wordt nu duideiyk nietwaar? De man,
die mevr. Broderick geld afperste, wist,
dat dr Knudsen dibeticus was. Hij
wendde zich tot Ellsworth. Ik weet
er niet veel van, maar ik geloof, dat
•hyoscine vry wel uitsluitend in de neu
rologie gebruikt wordt, nietwaar? Maar
zelfs dan nog, zou het voor geen van.
ons erg moeilijk geweest zyn, om hier
in het ziekenhuis er wat van te pak
ken te krijgen en een oplossing van
hyoscine zou even kleurloos zyn als
insuline en even gemakkeiyk in te
sluiten, nietwaar?
Hugh Ellsworth knikte. Dat is
volkomen juist.
En het zou niet moeilijk zyn, om
de rubberkapjes van sommige ampul
len af te nemen en een oplossing van
hyoscine in de plaats van de insuline
te doen. Zodra dat gedaan was, had
-de moordenaar niets anders te doen,
dan een vergiftigde ampulle in Knud-
sen's aangebrokeninsuline-voorraad te
schuiven.
Hy nam het doosje op. Zoals u
ziet, heeft dit doosje een schuifdeksel,
dat maar naar één kant opengaat. Dat
betekent, dat de patlën de ampullen
waarschynlijk gebruiken zal, in de
volgorde, waarin zij in de doos liggen.
Calculerend, op één ampulle per dag,
zou het voor de moordenaar by na ma
thematisch zeker zijn vast te stellen
en dat geruime tijd van te voren
wanneer de dood zou plaats hebben.
Hy haalde even de schouders op.
Rona zag de chef op dat' klontje suiker
knabbelen vlak voor de operatie.
Klaarblykeiyk had hy juist geno-
men.wat hy als zyn normale insuline-
injectie beschouwde. Hy veelde, dat er
iets niet in orde was, vermoedde een
te grote dosis en zoals alle andere dia
betici, nam hij onmiddellijk suiker. Het
was een duivelse en ihgenleuse manier
om een moord te begaan. Dr Knudsen
werd er toe gebracht zichzelf te ver
giftigen, terwyl zijn moordenaar, als
hy dat gewild had, by wijze van spre
ken in Timbuctoo had kunnen zyn.
Dank u, dr Lord, onderbrak Jim
hem, meteen aller aandacht van de
jonge internist afleidend. De grijze
ogen van de inspecteur keken de man
nen voor hem scherp aan. U heeft
dr Lord's theorie gehoord. Binnen zeer
korte tyd hoop ik de bewyzen te heb
ben, dat zyn theorie juist was. Hy
zweeg even en voegde er toen bedaard
aan toe. Het zal u wel interesseren,
29). „Niet zo somber!" zei Panda
glimlachend. „Ik heb de jas van Joris
Goedbloed! Toen ik naar beneden -viel
heb ik die stevig vast gehouden en
daardoor heb ik hem uitgetrokken!"
„Sakkerloot!" zei de oude goudzoe
ker. „Maar wat hebben we daar aan?
Wat moeten wc met een oude, vleze
jas doen? Wil jy die soms aantrekken?"
„Nee, dank jewel!" zei Panda. „Maar
de kaart zit in de zak van die Jas! En
daarom zei ik: Niet zo somber! Hier is
het ding, kyk maar!"
„Hoe is het mogelyk!" zei oude Nick.
„Sakkerloot! Dat is knap gedaan,
groentje! Nu kunnen we vooruit!"
„Het is bar!" zei op datzelfde mo
ment Joris Goedbloed, bóven op de rots.
„Niet alleen heeft dat kleine manneke
myn rokcostuum meegenomen, maar
tevens ook de kaart, die er in zat. Kom
mee, collega! We moeten naar beneden
om één en ander op te halen!"
De beide schurken begonnen, danig
uit hun humeur in de kloof af te da
len
dat ik reeds de bewyzen heb, dat de
moordenaar van dr Knudsen en mevr.
Broderick op het ogenblik in deze ka
mer zit.
Hy' had, ging Heath rustig voort,
twee zeer aanwysbare feiten, te zy-
nen laste. In de eerste plaats, was hy
op de hoogte met de ziekte-geschiede
nis van Linette Clint, die als een diep
medisch geheim bewaard was. Ells
worth als de dokter, die haar behan
delde, had klaarblykeiyk alle feiten
tot zijn beschikking. Maar hy is niet
de enige, die van de verkeerde diag
nose betreffende epilepse kon afwe
ten. Dr Vner, die de medische kaar
ten byhqudt, zou ook de kans hebben
alle rapporten betreffênde juffrouw
Clint te zien en als de stiefvader van
't meisje, zou dr Broderick er wellicht
van zyn vrouw over gehoord kunnen
hebben. Theoretisch gezien, zou ieder
van deze drie mensen de nodige ken
nis gehad kunnen hebben, om mevr.
Broderick te chanteren.
Hy nam een potlood op en tikte er
mee op de lessenaar. Het tweede
feit ls echter alleen toepasselijk op de
moordenaar zelf. Slechts één van u
wist, dat dr Knudsen diabetious was.
Dat maakte het voor de moordenaar
mogelyk, om het misdryf te begaan.
Maar het heeft ons ook in staat ge
steld het op te lossen.
Onder het korte blonde haar stond
het gezicht van de Inspecteur strak en
hard. Het is gemakkeiyk te begrij
pen, wat de moordenaar deze middag
deed, toen hy er in slaagde het bureau
van dr Knudsen binnen te glippen,
nadat deze gestorven was. Hij begreep
r.atuurlyk, dat zyn moord uit de verte
succes had gehad. Zijn enige overbiy-
vende taak was nu nog, om de juiste
methode van de moord te verbergen.
Hij had nog wat extra-hyoscine in zijn
bezit. Hij zag de half lege koffiekop
en begreep, dat hy door de hyoscine
caarin ie gooien, een perfect rookgor-
dyn om zich hoen optrok.
Waarschijnlijk was zyn volgende 'op-
weging, om in de prullenmand naai
de lege ampulle te zoeken, die de dosis
hyoscine bevat had. Er was nog maar
één ding, dat hy verwyderen moest,
om zich volkomen safe-te gevoelen. De
doos met ampullen was geen ernstige
bedreiging, daar het voor een dokter
zeer normaal is. om zo iets in zyn me
dicynkastje te hebben. Maar er was
nog iets, dat buitengewoon belangrijk
was het injectie-spuitje, dat dr
Knudsen gebruikt had, om zichzelf de
vergiftigde injectie toe te dienen.
Hy zweeg. Iedereen in de kamer
keek hem in gespannen verwachting
aan.
(Wordt vervolgd)
spaargeld, ongeveer 50 milliard per jaar,
zou de staal in de loop van zeven jaar
huizen doen bouwen tot een totaal van
1,300.000 vertrekken, welke onder de
spaarders verloot zouden worden.
De critiek van links richtte zich voor-
namelyk op twee punten: de „dertiende
maand" is een onaantastbare verovering
der werknemers en dient voor het doen
van extra-uitgaven en ter viering van
het Kerstfeest. Het oorspronkelyk plan
zou de arbeiders voor 85, de staat voor
5 en de werkgevers voor ongeveer 10
procent doen bijdrager^ in de kosten. En
hoewel de voordelen uitsluitend de ar
beidersklasse en de werklozen ten goede
komen, vond men die verdeling onbil-
Ujk.
Op beide punten heeft de regering
toegegeven. De wet. zoals die door het
parlement werd aangenomen, laat de
„dertiende maand" intact, doch vraagt
van alle arbeiders en ambtenaren een
bydrage van 1 procent van.het maan-
deiyks inkomen. Voor elke op die wyze
gestorte duizend lire krijgt de arbeider
een spaarbon, welke zeven procent ren
te geeft. Tussen 1948 en 1955 heeft men
kans op zulk een bon één der huizen te
trekken, welke jaarlijks op 1 Mei zullen
worden verloot. Dat huisje kan men met
kleine bedragen afbetalen en het wordt
binnen 25 jaar volledig eigendom van
de winnaar. De bonnen die niet door
het lot worden .begunstigd, worden tus
sen 1955 en 1973 uitgeloot en dan met
samengestelde interest uitbetaald.
Deze nieuwe wyze van financieren zou
nooit de vereiste vijftig milliard per
jaar kunnen opbrengen. Daarom wordt
nu ook de werkgever by het plan be
trokken. Hy moet- iedere maand een be
drag storten geliik aan dat van zijn gp-
zamenliike werknemers, maar.k fonds
pérdu. Dit verhoogt dus alweer, zy het
met Slechts I procent, de kosten voor
sociale voorzieningen, die een Italiaance
werkgever moet bestryden. Die koeten
zijnvan 70 tot 75 procent der uitge
keerde lonen. Ma.w.: het loon van een
kerkman is van 1000 tot 1400 lire er
dag. Voor elke 1000 lire moet de werk
gever ïioe ongeveer 750 lire storten voor
de verschillende sociale bemoeiingen. Dit
wordt nu weer een procent verhoogd.
De beide grote bezwaren der commu
nisten tegen het plan Fanfani zyn dus
weggevallen. Dat zij er desondanks te
genstemden, is meer een principe-kwes
tie: het voorstel komt van een katho
lieke minister en is dus verwerpeiyk.
TOCH NOG ONVOLDOENDE?
Van liberale zyde wordt ook critiek
vernomen. Men acht in die kringen het
plan onvoldoende. Het zal werk verschaf
fen aan 150.000 werklozen, doch er rijn
er 2 millioen. Er zullen 1.300.000 ver
trekken worden gebouwd in zeven jaar,
maar de bevolkingstoename is 4 00 000
per jaar zodat men tenminste 250.000
woonruimten per jaar moet bouwen, wil
het reeds zeer grote gebrek aan wonin
gen niet nog groter worden. De deskun
digen schatten de behoefte aan woon
ruimte op zes'tot tien millioen vertak
ken Fanfani antwoordt, dat dit plan
eerst een begin is de*- sociale wetgeving
van de regering De Gasperi.
Naar gefluisterd wordt is de eigenlijke
ontwerper van het nlan een Tsjechi^h
econoom Miroslav Svetska. die in 1946
een bopk heeft uitgegeven ..Het recht op
arbeid" Fanfani kwam met deze ka
tholieke econoom in correspondentie en
deze kwam naar Italië, waar hii nu als
uite-wekene verblijf houdt.
Met dit plan bpgint de algehele her
vorming der sociale structuur van Tta-
lië. de hervorming die de Chrisfen-
Democraten hebben beloofd en zui!°n
voltrekken", zei de spreker der commo
de van rapporteurs in het parlement.
Het klinkt in leder gsval veelbelovend..