Koningin Wilhelmina kondigt
troonsafstand aan
Na gouden jubileumfeesten in September
Leidende figuren over de troonsafstand
Hartstochtelijk beroep op eenheid achter
Regentes Juliana
Koningin bij de
gratie Gods
Staat schouder
aan schouderHES lEXTkIF »2 t?
WEERBERICHT
W* .1'. .V
87ste Jaargang
DONDERDAG 13 MEI 1948
No. 263851
Directeur: J. W. Henny DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Telefoon Dir. en Adm.: 25041; Red. 21507
Hoofdredactie: B. W. Menkhorst en J. Brouwer '3.90 per 3 maanden; 30 cents per week Witte Singel 1, Leiden - Giro no.: 67055
LEIDSCH
DAGBLAD
Koningin Wilhelmina op 18-jarige
leeftijd.
spanningen tijdens de recente oorlogs
jaren en haar intensief medeleven met
haar verdrukt Volk, zijn er voor een be
langrijk deel de oorzaken van, dat haar
gezondheidstoestand thans tot rust
dwingt en haar tevens het besluit heeft
doen nemen over korte tijd het Ko
ninklijk gezag aan haar dochter over
te dragen.
Slechts op haar dringend verzoek, zo
zeïde H. M., heb ik mij bereid verklaard
de troonswisseling uit te stellen tot het
begin van September, na afloop der ju
bileumfeesten.
MAAR ook voor de periode gedu
rende welke zij zich niet zal mo
gen en kunpen bemoeien met
's Lands leiding, geeft zij haar volk een
boodschap en een opdracht mede.
Eep opdracht waarvan de betekenis
verre heenreikt over de luttele maan
den, welke ons nog scheiden van haar
definitieve troonsafstand. Een boodschap
zó verheven van inhoud en zó getuigend
van haar innige liefde voor en verbon
denheid met haar Land en Volk als
slechts kan voortkomen uit de mond van
een, die zich weet te zijn „Koningin bij
de gratie Gods": „Op dit ogenblik roep
ik u met de meeste ernst toe: In deze
tijd van geweld en gevaar, sluit u nauw
aaneen, eendracht en nog eens een
drachtToont opgewassen te zijn
tegen deze grote tijd en vervult zodoen
de uw plicht tegenover uzelf en tegen
over hèt Vaderland, tegenover onze
bondgenoten en de grote gemeenschap
der volkeren. Gaat de toekomst tegemoet
schouder aan schouder met Juliana. God
zegene u en mijn geliefd kind".
En uit het diepst van ons hart rijst
de bede omhoog: „God zegene U, Ko
ningin Wilhelmina, Koningin bij de gra
tie Gods"..
In het Paleis Het Loo heeft
Koningin Wilhelmina gister
avond om halfzes in een ra
diorede over beide zenders
voor Nederland en de Over
zeese Gebiedsdelen de na
volgende rede uitgesproken,
welke wij gisteren reeds per
bulletin verspreid hebben:
„Land- en Rijksgenooten,
Als den dag van gisteren herinner ik
mü nog den 12den Mei 1889, toen het
veertig jaar geleden was, dat mjjn' on
vergetelijke vader in Amsterdam werd
beëedigd en ingehuldigd.
Waar ik u over het wederom instellen van het regentschap van myn doch
ter en daarmede verband houdende plannen voor de toekomst wil spreken,
meen ik daarvoor geen beteren dag te kunnen uitkiezen dan dezen op één jaar
na honderdjarigen herinneringsdag. Overgroote vermoeienis, die noch mijn
werk-, noch mijn gezondheid ten goede komt en die, onder den druk van de
uitoefening van mijn zware taak, geen kans krijgt over te gaan, noopt mij ten
tweeden male mijn toevlucht te nemen tot een regentschap.
Maar er is meer.
Er is de last van het klimmen der jaren, een achteruitgaan van veerkracht,
weerstands- en arbeidsvermogen, van de krachten welke den geest onontbeer
lijk zjjn voor het nemen van verantwoorde beslissingen in de diepgaande en
ingewikkelde vraagstukken, die er in den tegenwoordigen tijd maar al te vele zijn.
Voor deze nuchtere werkelijkheid ben ik gesteld en ofschoon ik mij steeds
ten volle bewust ben, dat de mensch slechts wikt en God beschikt, meen ik toch
in het wel begrepen belang van u allen en van het Rijk te handelen, door het
regeeringsbeleid toe te vertrouwen aan Juliana, die, naast wijs inzicht, ook haar
leeftijd voor heeft en over jonge, frissche krachten beschikt.
Het is op haar dringend verzoek, dat ik de troonswisseling uitstel tot het
begin van September. Zij overwoog hierbij geen teleurstelling te willen wekken
bij hen, die mijn jubileum willen herdenken.
Ik hoop, dat het mij gegeven zal zijn den 30sten Augustus de teugels van
het bewind over te nemen tot na de feesten om daarna afstand te haren be
hoeve te doen.
Gij kunt er van verzekerd zijn, dat Ik eerst na rijpe overweging tot dit
besluit gekomen ben en dat alleen uw belang en mijn plichtsbesef den doorslag
hebben gegeven.
Vooraf heb ik het ingewikkelde samenstel van hangende vraagstukken aan
mijn geest doen voorbij trekken en zoowel deze als de zeer moeilijke tijdsomstan
digheden trachten te peilen, ja ik heb alle gezichtspunten in beschouwing ge
nomen, die daaruit kunnen voortvloeien.
Al deze problemen hebben dit eene gemeen, dat zij nog langen tijd onze
aandacht zullen vragen.
Dus ben ik tot de slotsom gekomen, dat niet ik, doch een jonge kracht op
mijn plaats moet medewerken om het zeldzame samenstel van problemen, die
ons en de geheele menschheid in hun greqp houden, tot een goede oplossing te
brengen.
Hoeveel zoude ik tot u kunnen zeggen op een dag als dezen, na al wat in
den laatsten tijd door hoofd en hart is gegaan, maar dan zoude ik veel te veel
geduld van u moeten vragen.
Slechts wil ik u zeggen, dat mijn gedachten steeds zullen blijven uitgaan
naar hen, die hun leven gaven in den strijd tegen den overweldiger en naar al
degenen, die nog lijden, door wat zij verloren hebben.
Wij moeten te zamen den geest overwinnen, die spreekt uit de handelingen
en nalatigheden, welke in de jaren van oorlog en bezetting den weerstand heb
ben belemmerd en zelfs velen goeden Nederlanders het leven hebben gekost,
en die ook thans nog in ons volk rondwaart.
Doch op dit oogenblik roep" ik u met den meesten ernst toe: In dezen tijd
van geweld en gevaar, sluit u nauw aaneen, eendracht en nog eens eendracht.
De goede eigenschappen, die wij in en na den oorlog konden ontplooien,
liebben buiten onze grenzen bij allen, die van goeden wille zijn, waar ook ter
wereld, vertrouwen en waardeering gewekt.
Dit vertrouwen en deze waardeering zijn ©en kostbaar bezit, dat wij niet
verloren mogen laten gaan door verdeeldheid of het vooropstellen van ons per
soonlijk belang.
Toont opgewassen te zijn tegen den grooten tijd, waarin wij leven, met een
wijden blik voor het wereldgebeuren en met begrip voor het wezenlijke, waar
het voor ons allen om gaat.
En vervult zoodoende uw plicht tegenover uzelf en tegenover het vader
land, tegenover onze bondgenooten en de groote gemeenschap der volkeren.
Gaat de toekomst tegemoet schouder aan schouder met Juliana.
God zegene, u en mijn geliefd kind".
De beëdiging van H.M. Koningin Wilhelmina in de Nieuwe Kerk te Amsterdam op 6 Sept. 1898. Naast de jonge Ko
ningin Hare Moeder, Koningin-Regentes Emma.
Geheel ons volk is zeer onder de indruk van de radiorede van H.M. de
Koningin, waarin zij haar troonsafstand in September a.s. aankondigde,
Wij hebben ons tot de voornaamsten in den lande gewend, om ons dien
aangaande hun gevoelens te vertolken.
Velen waren niet In staat, reeds nu hun gevoelens onder woorden te
brengen, anderen zwegen wijl hun medeverantwoordelijkheid voor het be
sluit of de etiquette hun spreken verbieden.
Algemeen bleek echter ILM.'s rede aanleiding te zijn tft vernieuwd besef
van de innige banden, die ons volk met het Huis van Oranje verbinden
en tot uiting van liefde voor Hare Majesteit, hare koninkljjko hoogheid en
haar gezin.
Zijne Excellentie prof. mr P. J. M. Aal-
berse, Minister van Staat:
„Met weemoed vernam ik het be
sluit van H.M. de Koningin, om na
de jubileumfeesten afstand te doen
van de Troon ten behoeve van
Prinses Juliana. Met hoeveel vreug
de en vertrouwen wij Prinses Julia
na als Koningin zullen huldigen, leed
doet het ons, dat Koningin Wilhel
mina, gebogen onder der jaren last,
zich genoopt ziet haar zware regeer-
taak neer te leggen. Zij zegt zelve, dat
te doen uit plichtsbesef. Dit woord,
dat zo volkomen weergeeft de do
minerende karaktertrek der Ko
ningin is in haar mond geen gele
genheidsklank, maar een uitdruk
king harer diepste gedachten. Wij
hebben gedurende vijftig jaren Ko
ningin Wilhelmina bewonderd om
haar wijsheid en gematigdheid, haar
vér uitstaan boven partij geschillen
en persoonlijke tegenstellingen, haar
kracht en haar voorzichtigheid, haar
medeleven met dé noden van ons
volk, maar van al haar karakter
eigenschappen kwam steeds van
haar jonge jaren af het meest op
de voorgrond haar diep gevoeld
plichtsbesef^ Zo zal Koningin Wil
helmina bij ons volk voortleven als
het verheven voorbeeld van een
Hoge Vrouwe, die vóór alles al haar
kracht en jaren heeft aangewend,
om haar plicht, haar volle plicht
te doen".
Prof. mr R. Kranenburg, Voorzitter der
Eerste Kamer:
„Met grote ontroering en weemoed
jieb ik het besluit van Hare Ma
jesteit vernomen, doch ik ben ei
van overtuigd, dat dit besluit is
iyoortgekomen uit hoog plichtsbesef
en uit liefde voor land en volk. Als
zodanig moeten wij dit aanvaarden'
Het bezoek van Engeland's
troonopvolgster aan Parijs
Het bezoek van Prinses Elizabeth en
de Hertog van Edinburgh aan Parijs,
oorspronkelijk als onofficiële reis opge
zet, is uitgegroeid tot een overladen
program, dat het Prinselijk Paar nau
welijks gelegenheid geeft op adem te
komen. Het was de bedoeling, dat de
gasten voldoende tijd zou overblij
ven om te winkelen en uitstapjes te
maken, maar de Britse autoriteiten en
die der dominions hebben steeds meer
officiële onderdelen aan het program
vastgekoppeld, zodat er tenslotte, wel
geteld, maar één vrijè avond" voor
hen overblijft. Zo zijn er thans officiële
bezoeken aan drie beroemde Franse
kastelen vastgesteld, terwijl er aan
vankelijk maar één op het programma
stond. Het Prinselijk Paar zal nu be
zoeken brengen aan de kasteden van
Versailles, Fontainebleau en vermoede
lijk ook Vaux-le-Vicomte.
In Versailles zijn de Prinses en haar
echtgenoot Zaterdagmorgen de gasten
van mevrouw Vincent Auriol, de echt
genote van de Franse president. Het
kasteel heeft voor deze gelegenheid!
een extra beurt gekregen en in het
"bijzonder is daarbij de aandacht ge
wijd aan de vorstelijke vertrekken, de
koninklijke kapel en spiegelsalon, waa-r
het verdrag van Versailles werd on
dertekend. Tijdens het bezoek van het
Prinselijk Paar zal men de beroemde
fonteinen laten werken.
Het oorspronkelijk program is tevens
uitgebreid met de uitreiking van
Frankrijk's hoogste onderscheiding aan
de Prinses, het grootkruis van het Le
gioen van Eer. Philip zal het militaire
kruis niet de palm ontvangen.
Het Prinselijk Paar arriveert Vrij
dagmorgen om 9.25 uur aan het Gare
du Nord, waar de Franse minister van
Buitenlandse Zaken, Georges Bidaudt,
zijn collega van Openbare Werken,
Christian Pineau, en andere autoritei
ten ter begroeting aanwezig zullen zijn.
Tevens zullen" de hoge gasten verwel
komd worden door de 25-jarige nicht
van de Prinses, Diana Bowes Lyon.
Tegen het middaguur reikt president
Auriol de onderscheidingen uit en ver
volgens begeeft het Paar zich naar de
Are de Triomphe om zijn namen in
het gouden boek te schrijven. Na de
lunch bij de 'Britse ambassadeur, opent
die Prinses de tentoonstelling „acht
eeuwen Brits leven" in het Galliera
museum. Voorts heeft cp die dag o.a.
nog een officieel diner plaats op het
Elysee, waar president Auriol als gast
heer optreedt.
Voer de overige dagen staan o.a, op
het -program: een officiële ontvangst
bij de burgemeester van Parijs, bezoek
aan de beroemde rennen van Long-
champs, bezoek aan het ballet in de
Parijse Opera, receptie- in de Britse
ambassade, om slechts enkele onderde
len van het uitgebreide program te
noemen. Dinsdag begeeft het Prinselijk
Paar zioh -per vliegtuig naar Engeland
terug. (United Press).
Einaudi beëdigd
REGERING DE GASPARI BLIJFT.
Einaudi, de 74-jarige voormalige Ita
liaanse minister van Financiën, heeft
gisteravond voor het parlement de eed
afgelegd als president van de republiek.
Slechts de plaatsen van de monarchis
ten waren leeg. In zjjn eerste rede als
president bracht Einaudi hulde aan de
afgetreden president, Enrico de Nicola,
waarmede de parlementsleden door op
te staan hun toestemming betuigden.
(Hij is tot senator voor het leven be
noemd). Hij memoreerde verder de ver
andering, die op 2 Juni 1946 in Italië
plaats greep, hetgeen door het vreed
zaam verloop de wereld het bewijs le
verde. dat ons land rijp was voor de
democratie.
Daarop heeft De Gasperi formeel het
ontslag van zijn kabinet aangeboden,
hetgeen werd geweigerd.
IETS WARMER OVERDAG.
De Bilt verwacht tot morgenavond:
Aanvankelijk zwaar bewolkt met hier
en daar nevel of mist. Morgen overdag
minder bewolking en iets hogere- tem
peraturen dan vandaag. Droog weer en
weinig wind.
14 MEI
Zon op: 4.48 uur; onder: 20.25 uur.
Maan op: 9.06 uur; onder: L44 uur.
(N.M.)
Hoog water te Katwijk te 7.10 en
19.42 uur.
H.M. Koningin Wilhelmina.
Naar een werktekening van. mevr. E. ReitsmaValenga ten behoeve van de
door haar ln opdracht van het Leitis Universlteitafonds ontworpen kopergravure.
IN DUIZENDEN huiskamers is gister
middag met toenemende bewogenheid
geluisterd naar de rede, welke H.M. de
Koningin aan de vooravond van haar
tweede gedwongen rustkuur richtte tot
haar volk hier en overzee.
Met diepe ontroering is overal ter
wereld, waar Nederlanders luisterden
naar de stem van hun Landsvrouwe,
kennis genomen van haar besluit om
onmiddellijk na de feestelijke herden
king van haar gouden regeringsjubileum
het betönd neer te leggen en over te
dragen aan haar dochter, Prinses Ju
liana.
En toen zU met een van aandoening
trillende stem besloot met de woorden:
„Gaat de toekomst tegemoet schouder
aan schouder met Juliana. God zegene
U en mijn geliefd Kind" en na enkele
ogenblikken stilte de eerste tonen van
ons oude Wilhelmus weerklonken, toen
zal het U gegaan zijn als ons en maakte
zich van ons dezelfde ontroering meester
als wü ons herinneren uit de bezettings
jaren, toen haar bemoedigend woord
vanuit Londen tot ons doordrong en te
zamen met de klanken van ons prachtig
volkslied appelleerden aan onze beste
nationale gevoelens
Toen en nuwij hebben ons de
traan, die in ons oog opwelde en de prop
ln onze keel, die niet wèg wilde, niet ge
schaamd
TOEN H.M. na de voltooiing van
haar 18de levensjaar op 6 Septem-
>er 1898 in de Nieuwe Kerk te Am.
sterdam de eed op de Grondwet aflegde,
zeide zij o.m.:
„Het is een schone roeping, een schone
taak mij door God op de schouders ge
legd Maar ik ben gelukkig en dank
baar om over een volk te moeten regeren
als het Nederlandse, dat hoewel klein in
zielental, groot is in deugd en krachtig
in aard en karakter.
Ik acht het een voorrecht, dat het
mijn levenstaak en mijn plicht zal zijn
al mijn krachten te wijden aan het wel
zijn en de bloei .van het dierbaar Vader
land. De woorden van mijn overleden
vader maak ik tot de mijne: „Oranje
kan nooit, ja nooit genoeg doen voor Ne
derland"."
Wij zullen hopeiyk over enkele maan
den, wanneer haar gouden regeringsju
bileum voor de deur staat, gelegenheid
hebben uitvoerig te schrijven over de
wyze, waarop zg de in deze woorden
vervatte belofte in vervulling heeft doen
gaan en tot een levende werkeiykheid
heeft gemaakt.
Haar rusteloze arbeid voor en alge
hele toewijding aan de zaken van haar
land en volk gedurende een zo van zor
gen vervulde periode van onze geschie
denis, niet het minst de gecompliceerde