Memorandum
der Nederlandsche regeering
Het beleid ten aanzien van Duitschland
Zwitserland in en na den oorlog (I)
Ook de werkelijkheid kan een sensatie zijn
Hedenmiddag is aan de plaatsvervangende ministers van Buitenlandsche
Zaken der „Groote Vier" te Londen overhandigd het memorandum van de
Nederlandsche Regeering nopens het beleid door de geallieerde mogend
heden ten aanzien van Duitschland te voeren
Wij ontleenen daaraan het volgende:
Algemeene opmerkingen.
1. Het hoofddoel, dat Nederland ten
aanzien van het Duitsche vraagstuk
nastreeft, is: het scheppen van afdoen-
den waarborgen ter verzekering van
vrede en veiligheid eenerzijds en het
scheppen van de noodzakelijke waar
borgen voor het herstel van het econo
mische leven van Nederland en het
herstel van de welvaart van Duitsch
land. voor zoover die voor de alge
meene welvaart van Europa en van de
wereld vereischt is, anderzijds.
2. Vóór het sluiten van een vredes
verdrag met Duitschland zal het nood
zakelijk zijn, dat allereerst een ge
meenschappelijk beleid worde opge
steld, dat voor alle bezettingszones zal
gelden. Bij het opstellen van dit beleid
zullen in het bijzonder de nabuursta-
ten van Duitschland ten nauwste be
trokken moeten worden. Dit geldt in
het bijzonder voor Nederland, daar het
Koninklijk, voor wat zijn veiligheid en
welvaart betreft, in hooge mate afhan
kelijk is van de welvaart van Duitsch
land en de grondslagen waarop deze
berust.
3. Waar het geheele grondgebied van
Duitschland bezet is, bestaat het ge
vaar, dat de Duitsche landenregoc-
ringen alsmede de te vormen centrale
organen door de Duitschers geoor
deeld zullen worden alleen bij de
gratie van de bezettingslegers te be
staan. Ten einde te bereiken, dat er
een toestand ontstaat, waarby dit ge
vaar geëlimineerd wordt en voorts ten
einde de last der bezettingskosten
zooveel mogelijk te verminderen, zal
getracht moeten worden de militairp
bezetting te zijner tijd te beperken tof
een aantal strategische gebieden en
punten. Getracht wordt daarbij pan
havens, vliegvelden, verkeerscentra'V.n
eventueel industriecentra. Daardoor
zullen allereerst de grenzen der be
zettingszones militair opgeheven kun
nen wórden, al kan het noodzakelijk
blijven voor de verantwoordelijkheid
der verschillende bezettingsautoriteit-
ten administratief grenzen vast te
stellen. De bezettingslegers kunnen
dan langzamerhand getransformeerd
worden tot een militaire georgani
seerde politiemacht, welke onderge
schikt zal moeten zijn aan de hoog
ste civiele bezettingsautoriteiten.
4- Een vredesverhoudlng met Duitsch
land zal egrst mogelijk worden, indien
een minimum aan economische en so
ciale bestaanszekerheid aan de Duit
sche bevolking kan worden gewaar
borgd.
Het zal noodzakelijk zijn allereerst de
verantwoordelijkheid voor de voedsel
voorziening van Duitschland centraal
voor het geheele land in Duitsche han
den te, leggen, aanvankelijk onder scher
pe geallieerde conl
5. Van geallieerde zijde zal nauwkeu
rig moeten worden toegezien op het
denazificatiebeleid In Duitschland.
De denazificatie in Duitsche handen is
een gevaarlijke aangelegenheid.
Naast de denazificatie staat de kwes
tie van de berechting der oorlogsmisda
digers, die een zuiver geallieerde zaak
is. die geen nadere toelichting behoeft.
6. Het herstel van de vrijheid van
mceningsuiting in Duitschland tijdens
de bezetting is niet alleen gewenscht,
doch ook noodzakelijk.
Stellig zal het Duitsche volk straks
gelegenheid moeten hebben zich uit te
spreken over een ontwerp-vredes-ver-
drag, waarover de geallieerden het on
derling eens zijn, doch zoolang het niet
zoover is, dienen in het geallieerde be
lang beperkingen te worden opgelegd.
7. Voor de beoordeeling van de toe
komst van Duitschland is het bepaald
noodzakelijk, dat er van geallieerde zijde
zoo mogelijk op korten termijn voor ge
zorgd wordt
dat een duidelijk inzicht verkregen
wordt in de structuur van de Duitsche
bevolking.
Hiervoor is allereerst vereischt een
nauwkeurige, desnoods voorloopige,
Duitsche volkstelling.
8. Hét is gewenscht. dat zoo spoedig
als zulks mogelijk Is, een onderzoek
wordt ingesteld naar zoowel de aanwe
zige Duitsche welvaartsbronnen, de
vindplaatsen van grondstoffen en de
productiemogelijkheden daarvan, als de
productiecapaciteit der bestaande Duit
sche bedrijven.
Overwogen zal moeten worden een>
bedrijf stelling te houden,
VOORBEREIDING VREDES
VERDRAG MET DUITSCHLAND.
Het ligt in -de rede, dat het in het
belang van den vrede en de veiligheid
zal zijn een statuut voor Duitschland
te ontwerpen, dat duurzaam zal zyn
en bestand tegen de fluctuaties van de
internationale politiek.
Te dien ninde zal zoodanig statuut
naar het gevoelen der Nederlandsche
regeering gebaseerd dienen te zijn op
de volgende beginselen:
In politiek opzicht zal gewaakt
moeten worden tegen een herleving
van het Fruislsch-Duitsche natio
nalisme en van de Duitsche zucht
naar wereld-verovering. Voor de ver
wezenlijking van dit doel zullen naast
te treffen bindende afspraken tus-
schen de bondgenooten tevens ver
eischt zijn de bevordering en ont
wikkeling van politieke verhoudin
gen én een mentaliteit in Duitsch
land zelf, die een vredelievende po
litiek in de hand werkt.
De verklaring' van Potsdam bepaal
de hieromtrent, dat het bestuur van
Duitschland gericht moest zijn op de
centralisatie van de politieke structuur
en ontwikkeling van plaatselijke ver
antwoordelijkheid.
De Nederlandsche regeering is van
oordeel, dat dit bij uitstek democrati
sche beginsel zeer wel tot richtsnoer
zou kunnen deinen voor de toekomstige
politiek ordening van Duitschland.
Toepassing van dit beginsel zal be-
teekenen, dat Duitschland op federa
len grondslag zal worden opgebouwd.
In casu een Statenbond.
De ontwikkeling, die sinds de confe
rentie van Potsdam in Duitschland heeft
plaats gevonden, beweegt zich bereids in
v deze richting. In dit verband lijkt de
vraag gewettigd ol het niet wenschelijk
zal blijken ide voorloopig vastgestelde
grenzen in bepaalde gevallen te wijzigen,
waarbij niet slechts met politieke, doch
tevens met ethnografische. historische
geografische, economische en sociale
factoren ware rekening te houden.
In verband met den Duitschen drang
naar centrale regeling zal het voorts ge
boden zijn de organisatie der landen te
voltooien en iri die landen zelf door
grondwettelijke bepalingen te veranke
ren, alvorens tot oprichting van centrale
Duitsche regeeringsorganen wordt be
sloten, met name indien het organen,
bekleed mei Dolitlek bevoegdheden, be
treft.
In economisch opzicht zal gewaakt
moeten worden tegen hernieuwde Duit
sche economische agressie in de toe
komst.
De Nederlandsche regeering wil op
deze plaats slechts de aandacht vesti
gen op de noodzaak waarborgen te
scheppen, opdat onderstaande bepa
ling van Potsdam niet tot een doode
letter worde gemaakt:
„Zoo spoedig mogelijk dient de Duit
sche economie te worden gedecentrali
seerd, ter opheffing van de huidige
overmatige concentratie van de econo
mische macht speciaal in den vorm
van cartels, syndicaten, trusts en an
dere monopolistische afspraken".
De ervaring in het verleden met
Duitsche regeeringen opgedaan be
wijst, dat deze, meer dan welke an
dere organisatievorm, tot monopolis-
tisch-dictatoriaal optreden geneigd
zijn.
Indien met de bestaande plannen
tot socialisatie van de steenkolenmij
nen en de zware industrie in Duitsch
land voortgang wordt gemaakt, waar
bij de Nederlandsche regeering er prijs
op stelt nadrukkelijk te verklaren, dat
zij in beginsel tegen socialisatie van
daarvoor in aanmerking komende pro-
ductietakken geen bezwaar heeft, zal
er terdege voor dienen te worden ge
waakt, dat socialisatie in Duitschland
niet op nationalisatie zal neerkomen,
m.a.w. dat niet. op indirecte wijze,
een nieuw wapen voor economische
agressie zal worden gesmeed, waarbij in
de plaats van trusts, cartels en syndi
caten een super-monopolist de Duit
sche staat zou worden geschapen.
Nederland is er van overtuigd, dat
een zekere mate van herstel van
Duitschland noodzakelijk is voor het
blijvend herstel van zijn naburen en
dat bepaalde moeilijkheden slechte uit
den weg kunnen worden geruimd naar
mate het Duitsche herstel voortschrijdt.
Het is, deze overweging, waarvan de
juistheid niet kan worden betwist, die
het uitgangspunt voor de Nederland
sche regeering bij de bepaling van haar
standpunt ten aanzien van het Duit
sche probleem heeft gevormd.
RIJNLAND EN ROERGEBIED.
De mate waarin speciale veiligheids
maatregelen ten aanzien van de Rijn
en Roergebieden geboden zullen zijn.
zal allereerst afhangen van het statuut,
dat voor Duitschland zal worden ont
worpen. Indien consuquente politieke
decentralisatie van Duitschland en der
concentratie van economische macht in
Duitschland gepaard gaan aan een doel
treffende demilitarlsatie en ontwape
ning van Duitschland in zijn geheel,
ligt het in de rede, dat geen van deze
gezamenlijken opzet totaal afwijkende
regelingen voor het Rijn- en Roerge
bied zullen behoeven te worden ont
worpen. Volstaan zoude dan kunnen
worden met:
1 Het scheppen van een apart regi
me voor de in dezp gebieden gevestigde
industrieën;
2. Het vaststellen van verscherpte
sancties, indien het regime door Duit
sche instanties wordt geschonden;
3. Het vaststellen van een langen
tijdsduur waarvoor het rigime zal gei
den. In dit verband zou gedacht kun
nen worden aan een periode ten minste
evenlang als de tijdsduur! waarvoor het
verdrag de ontwapening en demilitarl
satie van Duitschland beoogen. zal wor
den gesloten;
4. Het handhaven van een geallieerde
bezetting op een bepaald aantal strate
gische punten voor langeren duur dan
voor het overige deel van Duitschland.
De geallieerde mogendheden, ln eerste
instantie verantwoordelijk voor het voor
komen van Duitsche agressre in West-
Europa, zouden troepencontlngentën
voor deze bezetting dienen te leveren.
Een oplossing als hier geschetst zou,
naar het oordeel der Nederlandsche re
geering. een afdoende mate van veilig
heid scheppen en daarnaast het voeren
van een levensvatbaarheid economisch-,
financieel-, agrarisch- en verkeersbe
leid mogelijk maken.
Indien een regime, als hierboven ge
noemd, gesteld zou worden onder toe
zicht eener daarvoor op te richten in
ternationale instantie, is de Nederland
sche regeering van oordeel, dat zij daar
in gezien de bijzondere betrekkingen,
die tusschen het koninkrijk en deze ge
bieden, met name het. Roergebied, be
staan op adequate wijze behoort te
kunnen deelnemen.
In dit verband wil de Nederlandsche
regeering er nog op wijzen, dat Neder
land beschikt over een groot aantal
deskundigen, die met het onderhavige
vraagstuk vertrouwd zijn, de bevolking,
alsmede de in deze gebieden gevestigde
Industrieën kennen en derhalve in staat
zouden zijn belan ijke diensten te be
wijzen aan de te scheppen internatio
nale organen van toezicht.
SAARGEBIED.
Een regeling van, den t-oekomstigen
status van het Saargebied, ten aanzien
waarvan de Fransche regeering bepaal
de desiderata koestert vormt in territo
riaal eri economisch opzicht een onder
deel van het West-Duitsche vraagstuk.
Als zoodanig acht de Nederlandsche
regeering het gewenscht. dat een be
slissing nopens het Saargebied genomen
worde tezamen met de beslissing ten
aanzien van de desiderata, die de ove
rige Westelijke buurlanden met betrek
king tot Duitschland hebben geformu
leerd.
Rekening houdend met hetgeen hier
boven werd gezegd, moge hieraan ter
vermijding van miss rstand nog wor
den toegevoegd, dat de Nederland
sche regeering in beginsel volledig
begrip heeft voor de Fransche desi
derata ten opzichte van het Saarge
bied-
ECONOMISCHE EN FINANCIEELE
ASPECTEN VAN HET DUITSCHE
VRAAGSTUK.
1, Het herstel van de schade, welke
Nederland geleden heeft, zal ook tot
uitdrukking moeten komen in herstel
betalingen, doch waar deze niet tot
een oplossing van de moeilijkheden,
waarin Nederland ten gevolge van de
Duitsche agressie is geraakt kunnen
leiden, zijn ook andere maatregelen
noodig. Waar Nederland zich thans tot
grenscorrecties wenscht te beperken,
dienen de economische concessies, wel
ke Nederland in het memorandum
van November 1946 stelde, als essen
tieel te worden beschouwd.
2. Overwogen zal derhalve moeten
worden of gelijktijdig met het tot
stand komen van een vredesverdrag
met Duitschland niet tevens het raam
gereed zal moeten zijn voor een alge
meene economische samenwerking in
Europa inclusief Duitschland.
3. De bezettingskosten zullen zoo
veel mogelijk beperkt moeten worden;
zij zullen ten volle door het Duitsche
volk moeten worden opgebracht.
4. De kosten van den wederopbouw
van Duitschland zullen door het Duit
sche volk moeten worden gedragen.
Gezien de ervaringen opgedaan na den
eersten wereldoorlog verdient het aan
beveling, dat het buitenland in begin
sel geen langloopende wederopbouw-
leeningen zal verstrekken aan Duit
sche overheidsorganen, ook zou de
wederopbouw van Duitschland hier
door worden vertraagd.
5. Reparatiebetalingen in den vorm
van ontmanteling en afvoer van fa-
brieksinstallaties zullen met voorzich
tigheid moeten worden gehanteerd
6. Reparatiebetalingen uit loopende
productie zijn in beginsel noodzakelijk.
Zij kunnen echter niet geëffectueerd
worden, zoolang een nader te omschrij
ven verzorgingsminimum in Duitsch
land niet is bereikt. Daarnaast zal in
beginsel ook een andere norm gesteld
moeten worden, n.l. dat de reparatie-
lsetalingen ten laste van den gewonen
dienst van de Duitsche begrootmg ge
bracht dienen te worden.
In dit licht beschouwd mag men
zich dus geen illusies over den omvang
der reparatiebetalingen maken.
7. Ter voorkoming van Duitsche agres
sie in de toekomst is een duurzame ont
wapening van Duitschland noodzake
lijk. Daarvoor is het echter niet nood
zakelijk, dat men alle industrieën ver
biedt, die direct of indirect voor de oor-
logsmachinerie kunnen dienen.
Controle zal noodig moeten zijn op de
motorenfabrieken, nader aan te wijzen
chemische industrieën, de scheepswer
ven, op politie, brandweer, luchtbescher-
mings- en douane-organisaties.
Het zal voorts gewenscht zijn, dat van
geallieerde zijde controle wordt uitge
oefend op den invoer van wapenen ln
Duitschland, alsmede op den invoer van
zeldzame grondstoffen, die voor de
oorlogsindustrie van belang zouden
kunnen zijn.
8. Waar het Duitsche imperialisme en
de industrieele expansie en concenl ratie
voor een overwegend deel gebaseerd was
op de Duitsche protectionistische ta
riefpolitiek zal men alleen fiscale tarie
ven van invoerrechten voor de Duit
sche industrie mogen toelaten. Dumping
en exportpremies voor industrieeele pro
ducten moeten worden verboden. Het
zou aanbeveling verdienen, indien de be-
zettingsautoritelten reeds nu een derge
lijke politiek gingen voorbereiden, ten
einde den grondslag voor de toekomstige
politiek op korten termijn te leggen en
de Duitsche administratie daarop in te
richten.
9. Onverminderd het sub 7 opgemerkte,
het is in beginsel niet gewenscht ma
xima te stellen voor de productie van
de Duitsche industrie, ook niet voor
de ijzer- en metaalindustrie Een derge
lijke bepaling behoort althans niet in
een vredesverdrag thuis
10. Van uit een sociaal gezichtspunt
valt te overwegen een bedrijfsorganisa
tie, waarbij de arbeiders bij de Duitsche
organen mede te beslissen zullen heb
ban in de groote waagstukken. Op die
wijze kan een wijziging van de agres
sieve industrieele mentaliteit op effec
tieve wijze worden bevorderd.
Een geallieerd contróle-orgaan oefent,
afgezien van de particuliere bezitsrech
ten van te onteigene bedrijven, de of-
ficieele contróle-functie uit. Bij vredes
verdrag zal moeten worden bepaald,
welke landen in deze contróle-instantie
of instanties vertegenwoordigd zullen
7iïn. Tn ieder geval zullen daarbij be
trokken moeten worden die landen, wel-
xe economisch ten nauwste bij de be
treffende complexen zijn.
11. Hoewel de voedselvoorziening van
Duitschland dit land dwingen zal de
grootst mogelijke aandacht te schen
ken aan zijn landbouw, zal tydens de
bezetting reeds een politiek gevoerd
moeten worden, waardoor de Duit
sche nabuurlanden, waaronder Ne
derland, hun landbouwproducten ;op
de Duitsche markt moeten kunnen
brengen. Daarvoor zullen de noodige
voorwaarden geschap' moeten wor
den, opdat een gezond wederzijdsch
handelsverkeer mogelijk wordt- Een
excessieve douanepolitiek op agra
risch gebied zal voorkomen moeten
worden. Ook hiervoor is in het bij
zonder Europeesche samenwerking
noodzakelijk. Het zou echter fout zijn
te zeer den nadruk te leggen op de
ontwikkeling van den landbouw in
Duitschland. met name zooals dit te
Potsdam is geschied. Voor een land
als Nederland zal de uitvoer van
landbouwproducten naar Duitschland,
op langen termijn gezien, steeds een
van de belangrijkste ruilobjecten zijn.
Zou men Duitschland een volledige
autarkie op agrarisch gebied toestaan
dan zou daarmede een van de grond
slagen van het economisch leven van
Nederland aangetast worden.
12. Bijzondere aandacht zal moeten
worden geschonken aan der. Duitschen
boschbouw, opdat Duitschland meer dan
tot dusverre in de Europeesche hout-
voorziening kan worden ingeschakeld.
Gezien de vernielingen, die van Duit
sche zijde in de Nederlandsche bosschen
werden aangericht, is dit ook voor Ne
derland van groot belang.
13. Het is niet gewenscht Duitschland
bij vredesverdrag van de zeescheepvaart
uit te sluiten. Evenminmoet de uit
oefening van het scheepsbouwbedrijf
voor handelsdoeleinden verboden wor
den
14. De Duitsche handelspolitiek zal
ln het kader van de E-ropeesche eco
nomische samenwerking moeten worden
gebracht. Daarbij zal in het bijzonder
rekening gehouden moeten worden met
van de hoofdbeginselen van nondiscri-
min^tie. Dit moet gelden voor in- en
de belangen van de nabuurstaten. Een
uitvoer, alsmede op het gebied van de
douane-, contingenteerings- en devie-
zenpolitiek.
De Nederlandsche regeering overweegt
nog de vraag in hoeverre met het af
sluiten van een vredesverdrag ook een
handelsverdrag, waarin voor een lang
tijdvak de grondslagen voor het han-
moeten worden verbonden.
15. Sapeering van het Duitsche finan
ciewezen en van het Duitsche geldwe
zen is op korten termijn gewenscht.
16. De oude binnenlandsche, in mar
ken luidende, schulden zullen in over
eenstemming gebracht worden met de
reëele mogelij Wieden. Met de sociale
consequenties zal daarbij in het bijzon
der moeten worden rekening gehouden.
^7. Bij het aangaan van nieuwe bin
nenlandsche schulden door Duitsche
overheidslichamen zal voor den duur der
bezetting controle moeten worden uit
geoefend.
18. Oude schulden aan geallieerden
en eventueel aan neutralen in andere
valuta dan marken luidende, zullen niet
alleen erkend moeten worden, doch in
het kader der bepalingen van het vre
desverdrag zal tevens moeten worden
nagegaan op welke wijze zij gewaar
borgd kunnen worden.
19. Bona-fide geallieerd aandeclenbe-
zit in Duitsche ondernemingen moet ten
volle worden gerespecteerd. De aandee-
len in geallieerde handen moeten een
reëel aandeel in de bezittingen der be
treffende Duitsche onderneming repre-
senteeren.
20. De Duitsche valuta zal voor lan
gen tijd internationaal niet bruikbaar
zijn. Om die reden moet het buiten
landsche betalingsverkeer van Duitsch
land niet alleen in ponden en dollai-s
kunnen worden afgewikkeld, doch ook
in andere geallieerde en neutrale valu
ta's.
21 Er zal een nieuwe circulatiebank
in Duitschland moeten worden gesticht.
Gelijktijdig zal een nieuwe munteenheid
moeten worden geïntroduceerd met een
vaste waardeverhouding tot het buiten
land.
22. Duitschland zal buitenlandsche
leeningen alleen mogen opnemen voor
de voedselvoorziening en de grondstof
fen voorziening, tot bepaalde mate.
23. De levensstandaard van het Duit
sche volk moet op een niveau gebracht
worden, dat niet alleen de volksgezond
heid waarborgt, doch ook een redelijke
sociale orde.
24. Voor het voeren van een gezond
economisch-, financieel-, agrarisch- en
verkeersbeleid is een centrale organisa
tie op dit terrein in Duitschland nood
zakelijk.
25. Er zullen regels gesteld moeten
worden met betrekking tot de vesti
ging van buitenlandsche personen en
bedrijven in Duitschland. die verder
gaan dan de oude formule van behan
deling op voet van nationalen. Daar
voor is eenheid van beleid in Duitsch
land noodig. Voorts mag geëischt wor
den. dat geallieerde onderdanen, die in
Duitschland bona-fide gevestigd zijn
niet mede moeten dragen in de lasten,
welke aan het Duitsche volk in verband
met het vredesverdrag worden opge
legd, Met de belangen van vennoot
schappen. waarvan erkend is dat er
een controleerend aandeelenbezit in ge
allieerde handen is, zal eveneens reke
ning gehouden moeten worden. Er zul
len regels gesteld moeten worden ten
aanzien van het verblijf en de werk
zaamheid, alsmede de vermogensposi
tie van Duitschers in het buitenland.
DE DEMILITARISATIE
ONTWAPENING VAN
DUITSCHLAND.
EN
Met groote voldoening heeft de Ne
derlandsche regeering kennis genomen
van het feit, dat de bestudeering van
een ontwerp-verdrag van langen duur,
de demilitarisatie en ontwapening van
Duitschland beoogende, op de agenda
van de aanstaande conferentie Vvan
Moskou is geplaatst, alsmede de bestu-
deéring van andere maatregelen, wel-
ké voor het economische en militaire
toezicht op Duitschland noodzakelijk
.zijn.
Ook Nederland is van oordeel, dat
een zoodanig verdrag gesloten moet
worden voor langen duur, waarin een
nieuwe generatie in Duitschland kan
opgroeien. Er zijn reeds thans vol
doende aanwijzingen, die er op dui
den, dat de val van het Hitlerisme niet
het einde van het Pruisische nationa
lisme heeft beteekend. Om deze ver
derfelijke mentaliteit uit te roeien be
staat naar het oordeel der Nederland
sche regeering geen beter middel, dan
den Duitschers de zekerheid te geven,
dat iedere hernieuwde poging tot
agressie, zal stuiten op den onmlddel-
lijken weerstand van de rechtstreeks
daarbii betrokken mogendheden.
Dat het noodzakelijke genezingspro
ces, dat op geestelijk gebied zal moeten
plaats vinden, alvorens de wereld be
reid zal zijn aan het Duitsche volk zijn
vertrouwen te schenken, veel tijd zal
vergen, behoeft geen betoog.
CULTUREELE EN GEESTELIJKE
ASPECTEN VAN IIET DUITSCHE
VRAAGSTUK.
Ernstige zorg vervult de Nederland
sche regeering, als zij zich reken
schap geeft van het geestelijk, zede
lijk en cultureel verwordingsproces in
Duitschland, dat na 1866 steeds snel
ler voortschreed en sedert 1933 in
het nationaal-socialisme zijn duivel-
sche consequentie bereikte.
Wat thans aan brokstukken van
„Weltanschauung" bij de meeste Duit
schers leeft ten aanzien van de ver
houding van staat en volk, de verhou
ding van macht en recht, gemeenschap
en enkeling, persoonlijke verantwoor
delijkheid en groepsmoraal, behoeft
grondige wijziging alvorens werkelijke
democratische verhoudingen of zelfs
maar normale gezagsverhoudingen le
venden inhoud krijgen, die ook inner
lijk wordt aanvaard.
De genezing van deze kwaal zal ln de
eerste plaats gevonden moeten worden
in de opwekking van de in het Duit
sche volk zelf bestaande regenereeren-
de krachten.
Er is goede grond voor de gedachte,
dat Nederland tot dit herstel een
eigen, belangrijke bijdrage zou kun
nen leveren. Van oudsher is Neder
land met den Franschen, Engelschen
en Duitschen geest ln aanraking ge
weest. Het heeft den cultuurstroom
van drie verschillende volken weten te
verwerken zonder ln navolging te
vervallen. Het heeft geleerd den geest
van alle drie tc verstaan. Het heeft
ook op de cultureele ontwikkeling der
omliggende landen mede invloed ge
had, zij het in verschillende mate
naar plaats en tijd.
Het zou te betreuren zijn, indien van
de ervaring, welke het Nederlandsche
volk aldus in een historie van eeuwen
heeft verworven, bij de oplossing van
het Duitsche vraagstuk geen gebruik
zou worden gemaakt, te meer waar
herhaaldelijk blijkt, da!t voor de op
lossing van dit vraagstuk middels
her-opvoeding van het Duitsche volk,,
een groote en levendige belangstel
ling bestaat in alle kringen van het
Nederlandsche volk, zoowel in die van
het kerkelijk leven als ln die van het
onderwijs en die der sociale en cul
tureele organisaties.
De Nederlandsche regeering is bereid,
bij al dien een beroep op haar wordt
gedaan, te bevorderen, dat ook Neder
landers een plaats zullen innemen in
dio organen, welke met een geestelijke
en cultureele taak in Duitschland zijn
Ex-koning Umberto van Italië, die slechts 30 dagen regeerde, vertoeft sinds
zijn ballingschap in Portugal. De ex-koning met zijn gezin in hun villa „Bel
la Vista" nabij Cintra,
delsverkeer gelegd moeten worden, zal of zullen worden belast. Zij dringt er
(Van onzen correspondent- te Parijs)
Vóór den oorlog zou men 't niet gauw
in z'n journalistieke hoofd hebben ge
haald Zwitserland als jachtterrein voor
schokkende krantencopie te kiezen. Een
pakkende reportage schreef je vanuit de
Afrikaansche Soedan of desnoods uit een
of ander romantisch Balkanland, maar
toch zeker niet in het kalme en behage-
lijke Helvetia, waar men de wintersport
bedreef en maar nauwelijks opzienba-
rened avonturen kon beleven.
Het leven van allen dag in de federa
tieve republiek moge vóór, tijdens en na
den oorlog weinig zijn veranderd, maar
Juist dit statische karakter van haar
ontwikkeling te midden eener wereld,
die wankelde op haar grondvesten, is
plotseling in hooge mate boeiend ge
worden en daardoor een dankbaar ob
ject voor den journalist.
Een verblijf in Zwitserland is van
daag een spiegelbeeld van den tijd:
men ziet, eet, drinkt, rookt en er
vaart hier dingen waarvan het be
staan alleen nog leefde in het ge
heugen. En deze confrontatie van
de herinnering met een nieuw ont
dekte werkelijkheid wordt een bijna
sensationeel avontuur.
De aanblik bijvoorbeeld van een oude
jaarsavond-etalage van een poelier in
Lausanne, waar de geplukte lijven van
fazanten, kalkoenen, hazen en patrijzen
zich aaneen rijen onder 't helle neon
licht. vervult den vreemdeling anno
1946 met veel weemoed als de ge
dachte aan een verloren paradijs en
ook met wat hoop op later dagen. Ik
erken dat graag. Materialisme, zegt U.
Ik voel geen bezwaar tegen die defi
nitie. Gevaar in dat materialisme ontdek
ik pas, wanneer men achter die hazen-
en konijnenlijven niet ook nog een
visioen van een ander geluk op ziet doe
men. En dat- geluk, welks bestanddeelen
evenwichtigheid, zelfvertrouwen, geloof
en hoop zijn geheeten, vindt men van
daag hi Zwitserland op velerlei wijze ge
symboliseerd Gesymboliseerd in ver
schillende levensgewoonten en uitingen,
doch ook In haar materieelen rijkdom,
zooals die hazen en konijnen van den
Lausanneeschen poelier
o
MARIANNE IS NIET
PUNCTUEEL.
De afstand Parijs—Genève, mijn eer
ste object, is mogelijk een zeshonderd
kilometer. Als degelijk vaderlander had
ik mijn disposities voor die reis een
week te voren reeds genomen: visas
en deviezen aangevraagd, informaties
omtrent treinenloop ingewonnen, plaats-
kaarten gekocht, hotels besproken. Die
moeite bleek alles van weinig nut, want
in Frankrijk is men voornamelijk sy
stematisch in het missen van een ren
dezvous: Marianne is van nature nu
eenmaal niet zeer punctueel. En ook de
machinisten en hoofdconducteuvs storen
zich hier maar matig aan de beloften,
die hun directie in de spoorweggidsen
vast had gelegd. Ik verzeker U dat het
hoofdzakelijk een kwestie van wennen
is. dit soort vagabondeerend zich ver
plaatsen. Daarna wordt 't- zelfs bepaald
plezierig, want verrassender en veel
meer afwisselend dan dat accurate maar
wat fantasielooze reizen gelijk dat in
andere geciviliseerde landen wordt be
dreven.
MET MICHELINE OP REIS.
Toen ik den ochtend van mijn vertrek
tijdig op het Parijsche Gare de Lyon
arriveerde, verklaarde mij de contro
leur voorkomend, dat de trein naar Ge
nève juist vijftig minuten geleden was
op aan, dat de belemmeringen uit den
weg worden geruimd, welke thans aan
het geestelijk en cultureel verkeer tus
schen Nederland en het bezette gebied
in den weg staan-
ZU pleit er voorts voor dat bepaalde ge
deelten van West-Duitschland, in het
bijzonder die, welke door volksaard,
hlstorisch-cultureele banden en streek
taal aan Nederland verwant zijn, voor
zoover het leiding by het cultureel en
paedagogiseh herstel aangaat uiter
aard onder toezicht van de centrale
c.q. intergeallieerde organen toc-
vetrouwd worden aan de zorg van Ne
derland. Op deze wyze kan een be
langrijke bijdrage geleverd worden
voor het herstel van de persooniyke
contacten, waaraan een wereld, die
naar vrede snakt, dringend behoefte
heeft.
Onze correspondent te Parys heeft
een bezoek gebracht aan Zwitser
land; een bezoek van slechts tien
dagen, maar voldoende voor het
schrgven van eenigc vlflchtige im
pressies. By zgn confrontatie van
de herinnering met een nieuw ont
dekte, byna vergeten, werkeiykheid,
viel hij van de eenc verbazing in
de andere en hy zal daarvan in
een drietal artikelen vertellen,
daarbg tevens cenige vergeiykln-
gen trekkende met het door den
oorlog zoo verarmde Frankrijk.
Voor mg had die trein biykbaar
een gestreng incognito op conse
quente wgze willen bewaren, want
noch dc persafdeeling van het Mi
nisterie, noch de spoorwegdirectie,
noch ecnig reisbureau hadden my
over de existentie van dio hjn ook
maar met een enkel woord gerept.
De trein, dien men my wel had aan
bevolen, hield zich evenmin scrupuleus
aan het spoorboekje, want in plaats van
in Lyon hield hij stil in Dyon, dat er
wel op;rijmt, maar er toch een vijftig
kilometer van verwijderd ligt. Dat alles
mooht, gelijk men in West-Friesland,
zegt, de, pret niet drukken. En boven
dien stond er als voordeel tegenover,
dat de aansluiting met den Zwitserschen
trein een aantal uren vlotter was dan
oorspronkelijk voorzien. Dat bleek een
Fransche diesel, die hier naar den me-
lodieusen naam van Michellne luistert,
slechts uit één enkelen wagen bestaat
en ons met z'n vyftigen ln een gon
zende, zachtveerende vaart uit Frank
rijk voeri.
Naast me zit een stuursche boer met
een snor als een treurwilg en een woor
denrijke gade tegenover zich. Zy spreekt
geen Fransch, maar zingt,
Le café est bien bon, hein, en
Suisse, melodieert ze.
De landman getuigt met een hoofd
knik van zyn instemming, maar even
later laat hy enkele woorden los over
Engelsohe tabak die bóven de Brazi-
liaansche koffie toch zijn preferentie ge
niet.
Door de uitgestrekte wouden met
sparren, welks takken zioh vermoeid bul
gen onder de dikke vachten sneeuw,
naderen wy Zwitserlandeen oase
van welvaart in een oude zieke wereld.
Dijon-Lausanne, December 1946
Canadeezen bij de K.L.M.
62 ZIJN ER AANGEZOCHT.
De K.L.M. heeft 62 jonge Canadee-
schc piloten aangezocht in haar
dienst tc treden. Dit is het resultaat
van de reis, welke dr. H. K. Slotboom,
hoofd van den medischen dienst der
K.L.M. en de heer H. Fuchs, chef van
het vllegbedryf, begin December naar
Canada hebben gemaakt voor het aan
werven van nieuwe bestuurders. De
betrokkenen moeten echter eerst nog
worden gekeurd.
Het ligt ln de bedoeling, dat de pi
loten, die voor het grootste deel oud-
oorlogsvliegers zyn, voor Maart a.s. hun
arbeid beginnen. Voordat zy op de KLM
diensten worden ingeschakeld, zullen zy
gedurende eenige maanden op Schiphol
zorgvuldig worden geïnstrueerd.
H.M. DE KONINGIN ONTVANGT
SULTAN VAN DELI.
Gistermiddag heeft H.M de Koningin
in het Koninkiyk Paleis te Amsterdam
den sultan van Deli en zyn broer ont
vangen.
DE WAALSCHE SEPARATISTEN.
Het weekblad „Vrai" publiceert een
document volgens hetwelk de Waalsche
separatisten, met aaD het hoofd J. Tho-
net, socialistisch lid der permanente
commissie van de prpvincie Luik, ln
1940 aan de regeering-Pétain verzocht
zouden hebben. Wallonië by Frankrijk
te voegen. Op onderzoek wordt aange
drongen.