SCHAKEN
Voor de Jeugd
KRUISWOORDRAADSEL No. 7
Ontstemming in de Beurskringen
BRIDGE
DAMMEN
r>^-> Een wereld vol
verwarring
ISoevelen hebben na het winnen van
'den oorlog tegen de dictaturen in
Europa en Azië niet gedacht, dat
direct daarop zou volgen een periode
van rusttgen opbouw, van herstel en,
zij het in vernieuwden vorm, van terug-
keet tot vroegere toestanden! zy dach
ten blijkbaar, dat het winnen van den
oorlog zou impliceeren het winnen van
den vrede. Zy zagen daarbij echter maar
al te zeer over het hoofd, dat het laat
ste nog heel wat moeilijker zou zijn dan
het eerste, hoe vreemd het wellicht
moge klinken. Allerwege is een reus
achtige chaos te redderen, waarby
iedere getroffen staat precies als'by
particulieren het' geval pleegt te zijn
,meent het ergst te zyn getroffen en dus
recht te hebben op byzondere bevoor
deeling en, waar dit niet wordt erkend,
tracht ieder zich zelf in begunstigde
positie te plaatsen. Hetgeen onafwend
baar tot botsingen moet leiden; zelfs tot
botsingen die wel eens een dreigend
karakter kunnen aannemen
Het zyn in de eerste plaats dezulken,
aie, nu deze botsingen zich scherp gaan
afteekenen, hun zenuwen niet meer
baas kunnen en de wereld gaan ver
vullen met sombere oorlogstendenzen.
Zij wekken den indruk, alsof de wereld,
nog nauwelijks aan het oorlogsrumoer
ontkomen, morgen aan den dag weder
om zal terugvallen in nieuwe oorlogs-
ellende. Daarby wordt geen maat meer
aangelegd, wordt eenvoudig geredeneerd,
alsof als een vaststaand axioma de oor
log onvermydeiyk is geworden!
Niets is evenwel meer defaitistisch
dan dit dryven in verkeerde richting.
Op ieder mensch rust op dit oogenblik
de plicht het zijne by te dragen, om
deze stemming op te vangen en alle
krachten in te spannen, om Mars een
halt toe te roepen. Natuurlijk moeten
de regeeringen daarbij den spits afbijten,
doch' ook ieder particulier kan een klein
steentje daartoe bydragen. zy het
sleohts alleen door zyn kalmte te be
waren.
Erkend dient overigens te worden,
dat momenteel gesproken moet worden
van spanningen, die alleszins als ernstig
moeten worden gekwalificeerd. Edoch
ook weer niet overdreven!
De grootste zorg blyven de sovjets
wekken met hun expansie-wenschen,
waarop wy reeds eerder hebben gewezen.
Sovjet-Rusland, dat zoo'n zware tol heeft
betaald aan de Duitsche invasie, wil
zich veilig stellen tegen herhaling en
op zich zelve is dat te begrijpen en te
billy kén. Alleen, het overschrijdt daarby
de grenzen, zooals die algemeen elders
als juist worden erkend en het past
daarbij- methodes toe,' die te versch in
het geheugen liggen van de zyde der
Nazis. Ook het Hitler-Duitschland zeide
slechts op veiligheid te zyn bedacht en
verlegde daarom naar eigen willekeur
zyn grenzen. Was er geen reden, dan
werd die eenvoudig gemaakt door de
rollen om te keeren. Men vervolgde z.g.
de Duitschers of men deed het voorko
men, alsof met imperialistische bedoe
lingen ten nadeele van Duitschland
werd geageerd en de oorzaak voor in
grijpen was gemaakt! In wezen ziet men
thans de sovjets hetzelfde doen. Op de
weigering, om, volgens afspraak, Perzië
te ontruimen, is gevolgd het versterken
der Russische garnizoenen in Iran, om
het maar zacht te zeggen. En de Is-
'vestia begint thans een serie artikelen
over Perzië met lean te beschuldigen,
de reactie vrijen voet te laten om tegen
de sovjet-unie te ageeren.
Daartegen komen de overige landen
terecht in het geweer en daarmede is
de basis gelegd voor een botsing, die
ongetwijfbld scherpe kanten heeft, maar,
gelukkig, behoeft aan het uiterste reme-
dium, dat oorlog heet, niet direct te
worden gedacht, hoe struisvogelachtig
het zou zyn den ernst van de situatie
te miskennen. De politiek kent nog
andere middelen om een impasse te
boven te komen en men zal niet nala
ten, deze in het geding te brengen.
Dubbel jammer daarom, dat de oude
veteraan-strijder Churchill op de hem
eigen wyze zoo'n geweldigen knuppel in
het hoenderhok heeft geworpen met
zyn rede te Pulton. Deze rede moge nog
zoozeer weergeven, wat in veler harten
leeft, voor hem als „particulier" was het
een gevaarlyke onderneming, die in
Moskou veel kwaad bloed moest zetten,
en dat gedaan heeft ook. Men zie het
antwoord van generalissimus Stalin in
het Prawda-interview! Dat antwoord
druipt van ouderwetsohe sovjet-men
taliteit", is vol dikke woorden en deinst
niet terug voor beschuldigingen als
„oorlogsophitser" en meer van dat
fraais.
Een onweerlegbaar gevolg van dezen
woordenstryd is echter een vertroebe
ling vah de kwestie, zelve en dat zullen
de sovjets in hun voordeel weten uit te
buiten, meesters als het daarin zijn. Hoe
"wordt al als troef uitgespeeld in de
Russische reacties de weerklank, die
Churchill in Duitschlapd heeft ge
vonden!
Officieel Amerika moge zich distan-
cieeren van Churchill's uitlatingen, in
Engeland moge Labour hetzelfde doen
is in het Lagerhuis door Labour zelfs
niet een motie ingediend tegen den
vroegeren leider der Britsche politiek?
er is meer verwarring dan ooit en dat
moet worden betreurd. De verhoudingen
liggen zoo, dat alles gedaan moet wor
den om te geraken tot ontspanning, ter
wijl alles, wat kan leiden tot onnoodige
toespitsingen, moet worden vermeden.
Natuurlijk van weerskanten; het oude
gezegde: de liefde kan niet van een zijde
komen, is hier volledig van toepassing.
Voor en aleer werkeiyke stappen
mogelyk zullen zyn tot opheldering van-
de ontstane wrijvingen, zullen nu in de
eerste plaats deze niet direct ter zake
dienende moeiiykheden ter zyde moeten
Worden geschoven, hetgeen op zyn
minSt tijdverlies beteekent!
Kent U onze Musea?
(Van een onzer redacteuren)
I.
DE LAKENHAL.
Niet alleen respectabel, maar ook
veelzydig is het aantal musea in onze
stad. En toch!hoevelen loopen er
achteloos voorby, zonder zelfs maar het
bestaan ervan te kennen of zonder te
beseffen, welke interessante, waarde
volle, dan wel kunstzinnige zaken er in
geborgen zyn.
Een plaatselijk Museum is helaas dik
wijls als „de profeet, die in eigen land
niet geëerd wordt".
Jammer, want wat Leiden ln dit op
zicht mede door het feit, dat het
een Universiteitsstad is te toonen
heeft, mag in menig opzicht uniek ge
noemd worden. Andere steden kunnen
ons er werkelyk om benijden!
Daarom willen wy in een serie korte
artikelen de poorten der Leidsche Musea
een oogenblik voor U ontsluiten en U
animeeren deze zelf ook, eens door te
gaan, opdat U dan met eigen oogen
kunt zien, wat wij slechts éven ons
dan bepalend tot het allerbelangrykste
kunnen aanduiden.
Eenmaal binnen, krijgt de speurzin U
zeker te pakken en dan volgt de rest
vanzelf
Allereerst het wyd en zijd beroemde
Stedelyk Museum „De Lakenhal", in
1639 ontworpen door den stadsarchitect
Arent van 'sGravesande en sindsdien
verschillende malen uitgebreid en ver
anderd. Het behoort tot de belangrykste
monumenten van de Sleutelstad. Thans
zwaait de w.n. directeur, de heer D.
Lunsingh Scheurleer er den scepter en
hy was zoo vriendelyk ons omtrent de
nieuwste aanwinsten in te lichten.
Sinds de capitulatie is het museum
verrykt met een prachtige Mathijs Ma-
ris: „De Koningskinderen", geschilderd
in zijn laatste periode te Londen: twee
figuren, opdoemend uit den mist. Voorts
een achttal schilderijen van den be
kenden Leidschen schilder Menso Ka-
merlingh Onnes, een schenking van de
familie, w.o. enkele zéér belangrijke. Een
waardevolle verryking! Uit den jong-
sten tijd noemen wij voorts nog een
prachtige collectie schilderijen van den
in 1861 in Leiden geboren Floris Verster.
De oplossingen 'van het vorige week
opgegeven probleem en eindspel zijn:
Probleem No 4 (G. Heathcote); opl. 1
Dacörresp.: C. M. W. te L. 1 Da 2-c4
faalt op Ra8 x Thl.
Eindspel No. 2 (M. Horwltz), opl. 1.
KcG Ka6 2. Rb8 Ka5 3. Rc7f Ka6 4. Rb6
b4: 5. ab4: a3 6 b5±
of' 1 Kc6 KaS 2. Kb6 b4. 3. ab4: a3
4. Re5 a2 5. Rc3 en ,wit wint.
Probleem No. 5: P. F. Blake (Liverpool)
wit: Kg4 Del Tf3 Td7 Rgl Rg8 Pd6 Ph5
pi h2 9 st.
zwart: Ke5 De2 Rfl Pbl Pa5 pi c5. e.7,
h3 en b.4 9 st.
Wit begint en geeft mat ln 2 zetten.
Eindspel No. 3 (S. Loyd).
wit: Kfl Pl c6 en f7.
zwart: Kh3 Ta4 wit speelt en Wint.
Oplossingen steeds vóór Donderdag In
zenden.
Praetisch épel. - W. F. S. te O. Uw
opmerking was zeer terecht. Na afloop
der partij kwamen Chrlstoffel en Euwe
tot de ontdekking, dat 15. Ld3 x e4 de
Doch de Lakenhal biedt nog zooveel
méér, waarbij ook de geschiedenis-lief
hebber zyn hart kan ophalen!
Kent U bijv. de beroemde Primitieven-
zaal met „Het jongste oordeel" van den
vermaarden Lucas van Ley den? Dit
altaarstuk (drieluik) werd in 1526 ge
schilderd voor een kapel bij een doop
vont in de Sint Pieterskerk, na den
beeldenstorm gered en in 1577 op het
Raadhuis geplaatst. Tijdens den oorlog
werd het veilig geborgen in den Pieters
berg te Maastricht.
Of de twee altaarstukken, eveneens
drieluiken, van v, Leyden's leermeester
Cornelis Engebrechtsz: „Christus aan
het kruis" en „De afneming van het
kruis", beide ook .wereldbekend. Ziet:
dit zijn stukken, die ge als Leidenaar
toch beslist moet kennen. En éénmaal
in deze zaal, gaan de blikken onherroe-
pelyk verder rond
Wij noemen nog enkele bekende stuk
ken uit dit Museum: er hangt slechts
één Rembrandt, merkwaardig voor een
stad, waar hy het levenslicht zag. Het
is het beeld van een man op middel
baren leeftijd en dateert vermoedelijk
uit het laatst van zyn verblyf in onze
•stad.
Ook andere oud-stadgenooten zyn
Beste raadselnichtjes en -neefjes.
Gelukkig ontving lk veel goede oplos
singen, al moeten Jullie Je naam ln de
krant nog missen. Ga zo door. hoor! Als
Je Ingezonden raadsel niet direct ln de
krant staat, moet Je niet denken, dat
het niet geplaatst wordt. Ik zoeknatuur-
Hlk per week verschillende soorten bil
elkaar, en zo kan het gebeuren, dat'het
raadsel van den een eerder aan de beurt
is dan van een ander. Alle geschikte
raadsels krijgen een beurt. Bedankt voor
de nieuwe inzendingen. De nieuwelin
gen zijn welkom. Voor Leny v. Kampen:
dan alleen oplossingen, geen brief er 'bij.
Voor Elsje' lk 'had het nog bij de oude
voorraad. Tot de volgende keer! Allen
vele groeten I
Jullie Raadseltante,
Mevr. M. J. BOTERENBROOD
VERLIND.
RAADSELS VOOR ALLEN OM UIT
TE KIEZEN:
De kleineren (711 Jaar) drie, de gro
teren (1116 Jaar) vier goede oplossin
gen.
Insturen naar Bureau Leldsch Dagblad
of naar Wasstraat 38, tot uiterlijk Dins
dagmorgen 9 uur.
eet men, 4. 7, 8. 14 Is een dier, 12. 13. 6
een rivier, 10, 7, 10, 5. 2 een vrucht,
3, 1, 9 iets uit de keuken, 3. 8, 3 eten
kleine kinderen.
V.
Ingezonden door Freek de Vos.
Ik ben een stad in Nederland. Snydt
men mfln staart af. dan ben ik lets van
grote waarde Neemt men van dlttwede
woord de kop weg. dan ben lk iets, dat
velen graag worden en even velen zo lang
mogelijk trachten te verbergen. Hoe heet
deze stad?
VI.
Ingezonden door Truusje Arnoldus.
Mijn moeder is slap, en lk ben stijf,
Geheel als kristal ls al myn lbf.
En zo lk ga verloren.
Wordt mijn moeder weer uit mij
geboren.
Ingezonden door Suze v. d. Lucht.
MUn geheel vormt een spreekwoord van
18 letters. 18, 2, 16 maakt het eten klaar.
1, 17. 3, 9 is een huisdier, 4, 12. 6 een
Jongens- of meisjesnaam, 7, 6. 7, 8 een
bloem. 10, 15. 3 een telwoord. 11, 17, 14
een zeevis, 13, 14, 5, 6 staat aan de hemel.
Ingezonden door Bea v. d. Kool.
Er zijn acht guldens: één er van ls
vals. Ze zien er allemaal hetzelfde uit.
Maar de valse munt is iets zwaarder. Er
ls een weegschaal zonder gewichten. Men
mag twéémaal wegen. Nu moet men we
ten. welke munt vals'ls. Hoe doet men
dat?
III,
Ingezonden door Liesje v. d. Berg.
Hoeveel boterhammen kan men van
een heel brood afsnijden?
Ingezonden door Cornells Imthorn.
Mijn geheel ls een plaats in Zuid-Hol
land van 14 letters. Met een 2, 5, 3, 11, 2
VII.
Ingezonden door Nlni de Nie.
XXXX xxxxx
Mijn geheel van 9 letters komt zowel
horizontaal als verticaal op de kruisjes
te staan. Vul in:
1. Medeklinker. 2. getal. 3. gebruikt
men bij het eten. 4. staat op vele daken.
5. een lekkernij op 5 December. 6. iets.
wat andere voorwerpen aantrekt. 7. eten
we dagelijks. 8. een stuk speelgoed. 9.
medeklinker.
vin.
Ik hen een levende muizenval.
Wit, zwart, geel bruin, of meer van dit al.
Komt, klnd'ren. raadt mfjn raadsel gauw,
Mijn muizenval, die zegt
OPLOSSINGEN DER RAADSELS UIT
IIET VORIGE NUMMER.
1. Leesboek; lepelaar, feestdag, note-
boom, inktvlek.
2. Een bloempot.
3. Hoek, boek, koek.
4. Patrils, Parijs.
5. De letter m.
6. Seconde; 1, schaar, 2. eerste, 3. ci
pier. 4.' oosten, 5. nietig, 6. dapper. 7.
eerlijk.
7. Koevorden; oor, Don, koe, en, vod
8. Melk, kelk.
Horizontaal:
43. te betalen prys.
14.
Wat de Duitschers de
1. Water by Lelden.
44. onbekende.
de Nederlanders dik
45. beroemd schaker.
wyis traohtten op t<
5. logeergelegenhe 1 d
47. godheid uit de
dringen.
9. wit.
mythologie.
16.
ongeïnteresseerdheid
13. treiteren.
49. familielid.
18.
natuurkundig begrip.
15. dreiging.
50. vloerkleed.
21.
gang van zaken.
17. meisjesnaam.
.51. blad.
23.
gering.
19. bekend Nederlandsch
53. harde wind.
25.
wapen.
schilder.
54. tractatle.
27.
kweek.
20. vertegenwoordiger.
55. duw.
29.
indien.
21. familielid.
30.
cylinder.
22. opening.
Verticaal:
31.
0 verhel dslnst antle
24. dwaas.
32.
bepaalde school.
26. zeer.
1. mesthoop.
34.
seniel.
27. voorzetsel.
2. afkorting.
37.
geregeld kooper.
28. plaats ln Rusland,
3. rivier.
39.
wegkant.
30. snel.
4. vervoermiddel.
40.
herrie.
32. kenteeken.
5. gëluk.
41.
klein.
33. communicatiemiddel.
6, gewicht.
42.
rivier.
34. wapen.
7. echtgenoot.
45.
wagen.
35. toeval.
8. ongevulde.
46.
bevel.
36. dronk.
9. angstig.
47.
droog.
38. chemisch begrip.
10. lang stuk hout.
48.
knaagdier.
39. muil.
11. vervoermiddel.
50.
rivier.
41. horizon.
12. geluld.
52.
windrichting.
veelvuldig vertegenwoordigd: zoo drie
Jan Steen's, t.w. „Laban zoekt de door
Rachel medegenomen afgodsbeelden",
.Scherzando" en „Teekenaar by het
kaarslicht". Jan van Goyen was Steen's
schoonvader: van hem zyn aanwezig het
bekende „Gezicht op Leiden van Cro-
nesteyn gezien". „Winterlandschap met
ijsvermaak" en „Voor de herberg". Wy
mogen niet vergeten Willem v. d. Vel-
de's penseelteekening „Het uitzeilen van
de Hollandsche vloot" onder Maarten
Harpertsz, Tromp uit een der zee
gaten tydens den eersten Engelschen
oorlog. Nog vestigen wy de aandacht
op een aantal kabinetschilderijen, be-
hoorend tot de Leidsche school, het
„Naaktfiguurtje" van Gerard Dou en
de werkên van de Van Mierissen.
Dan zijn er opmerkeiyke regenten
stukken, alsmede die van Isaac Claesz
van Swanenburch. betrekking hebbend
op de Leidsche lakenindustrie; zij doen
dezen oud-burgemeester van Leiden (in
1614) alle eer aan!
Voorts maken wy gewag van de fraaie
Schuttersstukken van Joris van Schoo-
ten, eens de leermeester van Rembrandt
en van Jacobus Franz van der Merck.
Zeker mag niet onvermeld blyven „De
Staalmeesters" van Carel de Moor, datverheugenis.
thans als schoorsteenstuk een plaats
heeft gevonden.
Talrijk zyn ook de interessante schil-
deryen, een beeld gevend van het Beleg
en het Ontzet van Leiden, by het zien
waarvan interessante vergelijkingen zyn
te maken met hetgeen onze generatie
ondervond.
Verschillende bezienswaardige collec
ties als van tin en glas, o.a, van den
bekenden glasgraveur van Heemskerk,
diverse „styikamers" (uit het einde der
17de eeuw tot en met den Biedermeier
tijd) trekken mede onvermydeiyk de
aandacht.
Wy deden hierboven slechts een
uiterst kleine greep. Als men bedenkt,
dat de schilderijencatalogus eenige hon
derden- en die der voorwerpen eenige
duizenden nummers bevat, zult U be
grijpen, hóe onvolledig wy waren.
Maar gaat U eens kyken: wij wedden,
dat U er eenige uren biyft rondwan
delen en beseffen zult, hoeveel moois U
nog niet in Uw leven gezien heeft!
Het feit, dat de waarnemend direc
teur het plan koestert in dc nabye toe
komst verschillende interessante ten
toonstellingen te organiseeren, stemt tot
Overzicht van de effecten
en geldmarkt.
(Van onz-en financleelen medewerker)
Wij verkeeren nog ln afwachting van het
resultaat der besprekingen, welke minister
Lieftinck thans ln Amerika voert maar wat
hij dezer dagen ln een persgesprek heeft
medegedeeld, kan niet anders dan teleur
stellend worden genoemd.
Minister Vos heeft onlangs medegedeeld
dat we dit Jaar voor ca. f. 3 milliard zul
len moeten invoeren en naar hij hoopt
voor f. 1 milliard kunnen, uitvoeren en dat
onze betalingsbalans per saldo een deficit
van f. IV2 milliard zal aanwijzen, zoodat
we behalve ons tegoed van f. 11/4 milliard
ln de V.S. nog een flink crediet noodlg
zullen hebben om het evenwicht te her
stellen. Minister Lieftinck meent dat we
elk kwartaal 100 millioen zuilen noodlg
hebben voor een beperkten wederopbouw,
doch sohynt niet zeker te zijn dat we die
In de VB. zullen kunnen krijgen. Eerst
tegen het einde des jaars zullen de Wereld
bank en het Wereld valutafonds hun werk
kunnen beginnen en onder deze omstan
digheden zal het noodlg zijn onze bulten-
lancLsche middelen te versterken, op kor
ten termijn te versterken met de opbrengst
van een deel der Nederlantlsche particuliere
beleggingen in de V.S* waarbij hij de voor
keur geeft aan een vrijwillige liquidatie.
Tevens maakt de regeering thans gebruik
van de haar bij Deviezenbeslult 1945 ge
geven bevoegdheid goud. edele metalen en
biiltenlandsche betaalmiddelen op te vor
deren, v/elke activa binnen 14 dagen, dat
ls voor 25 Maart as. aan de Nederlandsche
Bank moeten worden opgegeven
Dit komt dus hier op neer dat we lang
zamerhand al onze buitenlandsche activa
ten behoeve van den wederopbouw zullen
moeten afstaan en dat een groot dollar-
credlet, waardoor zulk een liquidatie zou
kunnen worden voorkomen, niét schynt
te worden verkregen.
De recente uitlating van Minister Vos
dat het crediet van den Nederlandschen
gulden ln de V.S. gelijkwaardig wordt ge
acht aan dat van andere toonaangevende
valuta valt daarmede o.l. moeliyk te ry-
men. Want ook de regeering zal er onge
twijfeld van overtuigd zijn dat aan. een
groot crediet boven de liquidatie van ons
bezit ln het buitenland verre de voorkeur
moet worden gegeven. Of men niets, dan
wel f1000 schuld en f. 1000 crediet heeft,
ls in economisch opzicht zeker niet het
zelfde. Vooral de afstooting van ons bezit
aan Amerlkaansche waarden heëft voor
ons land bedenkelijke gevolgen. In de eer
ste plaats verdwynt daardoor de inter
nationale beteekenls van de Amsterdam-
sche beurs en de toch reeds zeer verzwakte
bestaansmogeiykheld van commissie- en
arbitragehuizen, met al den aankleve van
dien. Maar in de tweede plaats zullen we
op onze betalingsbalans voor een goed
deel de inkomsten uit beleggingen in het
buitenland missen, welke vóór den oorlog
ca. f. 200 millioen bedroegen en die we
vooral nu noodlg hebben als één der voor
naamste credletposten. Bovéhdien betee
kent de afstooting van óns bezit aan Ame
rlkaansche waarden, dat op f.2 milliard
geraamd wordt, voor den belegger de nood
zakelijkheid eener eenzijdige oriënteering
op blnnenlandsche fondsen, waardoor de
uit een oogpunt van voorzichtig beheer ge-
wenschte risico verdeeling vrijwel onmoge
lijk wordt.
Het is dan ook geen wonder dat de Ver-
eenlglng voor den Effectenhandel zich
reeds met een telegram tot Minister Lief-
tinók gewend heeft om tegen de liquidatie
van de Nederlandsche particuliere beleg- revenues.
gingen in de V.S. ,te protesteeren, met
name ook tegen een gedwongen overdracht
aan de Nederlandsche Bank. De vraag
dringt zich op waarom niet reeds Ifjng de
handel in Amerlkaansche waarden is vrij
gegeven, ln welk geval ongetwyfeld een
aeel er van naar Amerika verkooht en in
deviezen zou zijn omgezet tegen koersen,
welke aanmerkelijk hooger zijn dan die van
thans. Na de soherpe koersstijging, welke
het vorig Jaar plaats vond, is kort na
Nieuwjaar een ferme daling ingetreden,
waardoor bijv. de gemiddelde koers van
spoorwegshares van 67.14 (16 Jan.) tot
61.81, die der Industrials van 208.81 tot
192.89 ls teruggegaan. De Nederlandsche
houders hebben dus niet ten volle van de
koersryzing kunnen profJteeren, wat wil
zeggen dat ook de deviezenopbrengst thans
kleiner zal zijn dan wanneer verkoop sinds
einde 1945 mogelijk geweest was. Het is
dan ook geen wonder dat er op de beurs en
by den fondsenbezltter over dezen gang
van zaken groote ons temming bestaat.
Intusschen wordt door deze Jongste
maatregelen der regeering wel duldeiyk in
welk een benarde financieels positie wl)
verkeeren en hoe goed het ls te luisteren
naar den zwanenzang van Mr. Trip, den
scheidenden president der Nederlandsche
Bank, die dezer dagen ln een persgesprek
met klem heeft aangedrongen op een spoe
dige saneering der begrooting, beknotting
der overtollige uitgaven, een rentepolltlek,
die den spaarzin niet belemmert en, een
zoo ruim mogelijk kapitaalverkeer, mede
met het doel Amsterdam een plaats te
doen herkrijgen als internationaal finan
cieel centrum.
Men kan de meest moderne financie
ringsmethoden voor den Staat propagee-
ren, de simpele werkelijkheid ls altijd deze
dat men van zyn inkomsten en niet van
zijn uitgaven moet leven en dat ook in den
nieuwen tyd eeh sluitende begrooting noo
dlg is om credieten te kunnen verkïygen.
Of zooals 'n oud Engelsch econoom 't ge
zegd heeft: Public credit Is based on public
Oplossing nr. 6, de catastrophe der
7500 groentebllkjes.
De hotelier vond door logisch denken
de eerng Juiste oplossing. De verschillen
de blikjes een voor een teken elkaar af
wegen, zou veel te omslachtig zijn voor
den hem toegemeten tijd. HIJ kwam dus
tot de concluslej dat hij partyen tege
lijk moest wegen. Wanneer twee partyen
van evenveel blikjes ee» gelijk gewicht
hebben, zit in geen van die partyen, het
gezochte blik, wanneer echter een van de
partijen zwaarder is, zit het gezochte
daarin. Wanneer lknu de geheele party
in drie deelen verdeel, waarvan ik twee
geiyke tegen elkaar afweeg, zoo dacht hy,
dan weet lk meteen, ln welke van de drie
partijen het gezochte blikje zit. Welnu,
hij nam derhalve twee partyeh van 2500
blikjes, die hij tegen elkaar afwoog,
daarby een partij van 2501 blikjes dus
niet wegende. In het ongunstigste geval,
zit het gezochte blikje ln de grootste
party, dus ln de 2501. Na een weging zyn
dus al minstens 5000 blikjes afgevallen.
Op deze manier gaat hij door. De tweede
weging weegt hy van de bewuste party
waarin het blikje moet zitten, twee
groepen van 834 -blikjes ieder tegen el
kaar, overhoudende een groep van 833
blikken. In het ongunstigste geval, als
dus een van de gewogen partyen de
zwaarste ls. heeft hy na twee wegingen
dus de keus uit 834 blikjes. De derde
weging beslist tusschen de drie daaruit
samen te stellen groepen van 278 blikken.
De vierde weging beslist over de Juiste
keuze tusschen de uit die 278 samen te
stellen groepen van 93, 93 eh 92 blikken.
Zoo doorgaande resten hem na vyf wegin
gen nog 31 blikken, waarin het gezochte
moet zitten. Na zes wegingen ls dit aan
tal al geslonken tot hoogstens 11, na ze
ven wegingen tot hoogstens vier. Weegt
hy er hiervan twee -tegen elkaar, dus
een achtste weging, dan kan het zyn dat
hij daarby het bewuste blik vindt, zoo
dat hij ln d$t geval met acht wegingen
kon volstaan; mogelijk echter, zijn de ge
wogen blikken even zwaar, zoodat het
gezochte blik bij de overblijvende twee
moet zitten. Over de keuze uit die twee
beslis: al tyd de negende weging, In het
ongunstigste geval, dus wanneer na
Iedere weging het blik bleek te zitten bij
de grootste partij, zyn nog al tyd negen
wegingen voldoende om hem het eene
blik aan te wyzen uit een totaal aantal
van 7501. Wat het zwaarst is meet het
zwaarst wegen, en de 7500 blikjes die
werden gewogen doch te licht bevonden,
moesten verdwynen; zij hebben overigens
hun taak volbracht, door voor U als
geestelijk voedsel te dienen.
Hleron4er laten wij een fraaie combi
natie zien, welke voorkwam ln een party
om het kampioensohap van Leiden en
Omstreken. Deze partij werd gespeeld door
A. Pronk met wit en W. Hulsman met
zwart.
Stand van zwart: schyven op 3, 6, 8, 9,
11, 12, 14, 15. 18, 19. 23 en 24.
Stand van wit: schijven op: 21, 26, 28.
30, 32, 35, 37, 38, 39, 43, 45 en 48.
In een vrywel symetrlschen stand speel
de zwart 12—17, 21x12," 8x17, waarna wit
gedwongen werd met 3933. Zwart speelde
daarna 913, wit 3025 (gedw.), 1822,
3731 (gedw.), 2429. 33x24, 22x42,
48x37, 19x30, 25x34, 23—29, 34x23, 14—19,
23x14, 3—9, 14x3, 11—16, 3x21, 16x49 en
wit gaf op.
Probleem No. 1.
C. v. d. Kullen
Stand van zwart: schijven op 10, 17,
18. 19 22, 24, 26 29 en 35.
Stand van wilt: schyven op 31, 32, 33,
38, 39, 45 46 47 en 50,
Wit speelt en wint.
Met de volgende kaarten z(|n N.Z. in
een 3 S.A.-contract terecht gekomen, te
spelen door Noord.
Noord: Sch.: V, 10, x, x; Ha: B; Ru:
A, B. x, x; KI: K, V, 10, x.
Zuid: Sch: A, x; Ha: K, V. 10. x, x;
Ru: 9, x; KI. B. 9, x, x.
De bieding verliep als volgt:
N O Z W
1 KI 1 Ru 1 Ha 1 Sch
1 SA 2 Ru 3 KI pas
3 SA pas paë pas
De uitkomst is Ru 7 door Oost.
In Zuid wordt Ru 9 gelegd en West
speelt Ru-Vrouw. Het byspelen van Noord
is nu beslissend.
BIJ het overzien van de gecombineerde
handen telt hy als mogelijke slagen 1 it
2 in Sch., 3 ln Ha, 1 it 2 in Ru cn 3 ln
KI, dus totaal 9 slagen. Om dit te berei
ken moet hy echter minstens 2 x van
slag, te weten met Ha-Aas en Kl-Aasen
in dien tusschentyd zyn de restecrende
Ru van Oost vry, zoodat het spel dan 1
down gaat.
Sch-Heer moet vrij stellig by West ge
zocht worden, maar van do zitting van
de azen ls niets zeker» bekend. Deze kun
nen verdeeld zitten over OW en ook
kan Oost belde azen hebben.
Zitten de azen verdeeld, dan is 1 x
duiken van Ru-Vrouw noodlg voor latere
blokkade 'Van de kaarten der tegenstan
ders. Zitten belde azen bij Oost, dan
gaat Noord altijd down, tenzy Ru-Vrouw
sec zit by West, ln welk geval er direct
.al een blokkade optreedt bij duiken van
Ru-Vrouw in den eersten slag.
Noord laat den slag dan ook aan West
en Inderdaad blUkt West niet ln staat
Ruiten terug te spelen.
Vervolgt West nu met Sch. dan ver
dient Noord direct een slag door Sch. 10
ln te leggen. Komt West met Ha of KI
na, dan ls hetj spel altyd te winnen,
doordat dan één van de azen van OW
eruit gespeeld wordt, terwyi Noord nog
een dubbele Ruiten dekking over heeft.
Oost kan zyn Ruiten dus niet meer op
tyd vry spelen en zyn beste spel ls dan,
als hy aan slag komt, Sch in te spelen,
waar Noord echter geen last meer van
kan hebben.
De kaartverdeellng van OW was.
Oost: Sch: x. x; Ha: A, x, x; Ru: K.
10, 8, 7, x, x; KI: A, x.
West: Sdh: K, B, x, x, x; Ha: x, x, x,
x; Ru: V; KI: x, x. x.
Het probleem van vorige week leidt
t-ot het volgende eindspel:
Noord: Sch: x, x, x; Ha: -; Ru: -; KI: x
Zuid: Sch: A, K, B; Ha: Ru: -; KI* V
Oost: Sch: x, x, x; Ha: x; Ru: KI*- -'
West: Sch: V, x, x; Ha: -; Ru: -; KI: k!
Zuid ls aan slag en heeft alleen Ha-
Aas verloren.
Kl-V. wordt voorgespeeld en West, aan
slag komend, moet ln do Sch-vork spe
len (placing).
Probleem No. 2.
C. V. d. Kullen en A. P. Zwart.
Stand van zwart; schyven op 2. 4 8
10, 11, 14, 18, 21, 23, 24, 26 en 29.
Stand van wit: schijven op 15, 25, 31, 32.
35, 37, 38, 40, 42, 43, 48 on 50.
Wit speelt en wint.
Probleem No. 3.
C. v. d. Kullen en A. P. Zwart.
Stand van zwart: schijven op 7. 14 ir
17, 18, 19 21, 22, 23 ,24, 40, 45 en'een
dam op 46.
Stand van wit: schijven op 26, 31, 32,
33, 37, 38, 39, 48, 49 en een dam op
28 en 36. y
Wit speelt en wint.
Oplossingen worden gaarne Ingewacht
voor Woensdag as.
winnende voortzetting voor wit was ge
weest.
De eerste wereldkampioen Wilhelm
Stelnitz In 1873 werd te Weenen een
groot sobaaktournool gehouden, waarin
Steinltz den len prijs behaalde en als
wereldkampioen werd beschouwd. Dit
bleef hy ruim 20 jaar lang. totdat hy in
een 2-kamp door dr. Em. Lasker versla
gen werd. Steinltz werd geboren op 18
Mei 1836 te Praag en blonk op school in
de wiskunde uit, ook in het schaakspel
en reeds als Jongen gold hy voor den
besten speler van Praag. In 1858 vertrok
hy naar de Middelbaar Technische school
in Weenen. Financieel1 stond hij er heel
slecht voor, geld om een schaakbord en
stukken te koopen, bezat hy niet. Daar
om behielp hy zioh met een zelf ge
maakt bord van stevig papier. Op 32
stukjes carton had hij de namen der
stukken geschreven. Zoo bleef liy zich
zelf oefenen Door zijn kennis, van het
blindspel kwam hij ln de Weener Schaak
club, Hij stond n.l. eens in een café door
de glazen te kijken naar de borden en
stukken, die in een aangrenzend zaaltje
waren opgesteld, toen de voorzitter der
club hem opmerkte en vroeg: „Kunt U
schaken?" ,,0 ja" zei Steinltz, „ik kan
ook wel blind spelen". Fluks haalde de
voorzitteiJ twee der sterkste spelers, om
dien Jeugdigen pochhans eens een lesje
te geven, doch het kwam anders uit,
Stelnitz won met glans beide partijen en
was sedert dien een gezocht tegenstan
der. Steinltz was de man, die bij liet
schaken nieuwe wegeu insloeg. Hy speel
de strategisch en zocht de zwakke plek
ken op bij zijn tegenstander en was daar
in zeer vernuftig. Echter kon hy ook wel
brillant spelen. Dit leert ons het volgende
partijtje.
Evans gambiet: wit: Stelnitz. zwart:
Pil hal.
1. e4 e5, 2. Pf3 Pc6, 3. Rc4 Rc5, 4. b4
Rb4:5. c3 Ra5. 6. 90 Pf6, 7 .d4 ed4:,
8. Ra3 d6, 9. e5 de5:, 10. Db3 Dd7, 11.
Tel Df5, 12. Rb5 Pfd7, 13. Dd5 Rc3:. 14.
Pc3dc3:15. Pe5: Pe7, 16. Pd7: Dd5:,
17. Pf6 Dubbelschaak 17Kd8, 18.
Rc7t.
JEUGDHERINNERINGEN,
door ABLOVA.
„Jeugdherinneringen," zei een van de
heeren, toen ze na het middagmaal voor
den open haard zaten en in de vlam
men tuurden. „Jeugdherinneringen zyn
als zeepbellen. Je blaast ze op, ze wor
den mooier en mooier, fonkelen met
fantastische kleuren in het zonlicht en
dan,... patsis er niets meer over
dan wat troebel schuim."
„Eeuwige zwartkyker", bromde een
van de anderen. „Al behoef je je jonge
jaren nog niet te idealiseeren, je kunt
ze toch ook met de zachte ironie van
je ouderdom bezien en Je er o vet ver
heugen. Dikwyis zijn ze amusanter dan
het geestigste boek. Als ik my nog be
denk dat het misschien weinig om
precies te zyn: een jacquet ge
scheeld heeft, of ik was dichter gewor
den
„Vertel op, Holmberg,"
De aangesprokene stak bedachtzaam
een sigaar op. Een oogenblik verüchtte
het vlammetje zijn peinzend glimla
chende gezicht en het zilvergrijze haar,
Hy blies langzaam een rookwolk uit
voor hij begon.
„Ik studeerde in de rechten te X.
Dat wil zeggeny ik behoorde te studee-
ren. Inplaats daarvan echter vloeide uit
mijn dichtader kosteiyke poëzie. Dcrre
wetsteksten en ingewikkelde jurispru
dentie hadden voor mij geen bekoring;
om het juister te formuleeren, ik walg
de er van. Slechts het schrikbeeld van
een. strengen vader, die my letteriyk
bij de haren naar de universiteit ge
sleept had, deed my den schijn ophou
den.
„Met dichten verdien je geen korst
droog brood," beweerde mijn vader drei
gend wanneer ik het mij veroorloofde
hem nhjn ambities bloot te leggen. Biyi
met je twee beenen op den grond staan.
Lange haren en. flodderdas zijn syno
niem met hongerlijden. En dat alles
nog daargelaten, wie bewyst my dat je
werkehjk wat waard bent voor de
Kunst?"
Daar ik mij echter voorbeschikt acht
te om kunstenaar te worden, nam ik
mijn vader's raad niet ter harte. Het
leek mij eenvoudig belachelyk, dat een
gevierd man als hy voorbeeld Bertling,
onze beroemde dichter, een kommervol
bestaan zou ïyden.
Ik dichtte dus, Vertwyfeld als ik aan
myn booze ouders dacht, daarby echter
met de brandende overgave van den
idealist, hopende, dat de hemel my een
kans zou schenken om te bewyzen, dat
myn vader ongelyk had.
Die kans scheen ik, geheel onver
wacht, te zullen krijgen.
Een van de hoogleeraren, docent in
de Kunstgeschiedenis, vertrok naar el
ders en op een receptie zouden colle
ga's en andere hooge pieten gelegen
heid krijgen om afscheid van hem te
nemen. Toevallig hoorde ik dat ook
myn vereerde Bertling dien middag zou
komen. Een van myn vrienden wist my
een introductie te verschaffen.
Dien bewusten middag begaf ik my
naar de zaal, waar de receptie gehou
den werd, myn gedichtenbundel op het
kloppende hart gedrukt.
In de vestiaire gaf ik myn jas af en
trad binnen.
Het zonlicht, dat door de ramen naar
binnen viel, bescheen een deftig gezel
schap. Een symphonie van veel zwart
met wit tusschen hooge groene palmen.
Ze waren allemaal in jacquet, waaraan
de hooge witte boord tevergeefs een
vriendelyker hoot trachtte te geven.
Hier en daar, als verspreide standbeel
den, groepten eenige heeren fluisterend
bijeen. Zij, die een. gesprek voerden,
hielden toch afstand van elkaar en de
den alleen hun lippen-bewegen in hun
plechtig uitgestreken gezichten. Talloo-
ze kale schedels glommen in het zon
licht als even zoovele symbolen van
geleerdheid. Af en toe opende zich ge-
ruischloos de deur en schreed een
nieuwaangekomene met lange statige
passen over het dikke tapyt door de
zaal. Korte buigingen, gefluisterde
woorden, korte buigingen.
Te laat bemerkte ik, welk een ramp
zalig figuur ik moest slaan in mijn
blauwe colbert met de afhangende
schouders en de te korte broek. Waar
ik my trachtte te verbergen, overal
meende ik misprijzende blikken van
achter fonkelende lorgnetglazen in mijn
rug te voelen prikken. Toen ik dan ook
eindelijk Bertling onder de aanwezigen
herkende, waagde ik het my niet aan
hem voor te stellen en hem mijn ge
dichtenbundel ter lezing te overhandi
gen.
Ik was ten einde raad. Maar tenslotte
vatte ik een stoutmoudig plan op. Mij
voorzichtig op den achtergrond hou
dend, schuifelde ik langs de muren naar
den uitgang en wist zoowaar mijn gees
tesproduct in Bertling's achterzak te
goochelen. By de deur keek ik nog eens
schichtig om. Het gezelschap leek my
zoo een verzameling statige zwarte
pinguins met witte befjes die zich, door
de hooge spiegels telkens weerkaatst, tot
in het oneindige voortplantte. Bertling
in zyn smettelooze, correct getailleerde
jacquet, versierd met een paar ordelint
jes, had niets bemerkt. Hij stond met
zijn ru^ naar den uitgang. Ik maakte
my snel uit de voeten.
MUn naam en adres stonden op myn
werk. By nader inzien zou Bertling het
zeker heel kiesch van my vinden, dat ik
my niet aan< hem opgedrongen had. En,
daarvan was ik overtuigd, hy zou mij
spoedig zyn oordeel laten weten.
Den volgenden middag werd er by
mij gebeld. Een miezerig mannetje met
een paar geslepen oogjes. Hy stelde
zich voor: de eigenaar van het pandjes
huis op den hoek van het plein, en
duwde my myn gedichtenbundel ln de
hand. Gevonden in de zak van heb, ge-
kleede pak van dien kalen dichter
hoe heette-ie ook weer? die zijn cos-
tuum gisteren voor één dag uit de lom
merd had gehaald.
Ik bedankte hem stamelend en gaf
hem zyn fooi.
Ddt zou dus myn voorland zyn als
ik even beroemd als Bertling werd
Blykbaar was ik toch te veel mate
rialist om honger te willen 4yden; lk
herinnerde my plotseling de wyze les
sen van mijn vader en begon yverig te
studeeren
JeugdherinneringenZeepbellen?
Toegegeven. Maar als je ze voorzichtig
hanteert, behoeven ze niét tot wat troe
bel schuim uiteen te spatten. "Dan drij
ven ze langzaam voort, gedragen door
den wind, als fonkelende kleurige bel
len, tot ze eindelijk uit het gezicht ver
dwenen zyn...."
Nadruk verboden.
Auteursrechten voorbehouden.