jEZ. M. de Koningin spreekt tot de Leidsche Universiteit Churchill aanvaardt tot eere-doctor zijn benoeming Dr. Van Mook is gereed Weer 6 loggers in IJmuiden terug Treinverkeer ernstig gestoord Weerbericht Pascal en de Leidsche Universiteit Vrijz. Democratische Bond besluit tot fusie Congres van de S.D.A.P. Spanning rond Indië Politiek dakloozen bijeen 84ste Jaargang ZATERDAG 9 FEBRUARI 1946 No. 25700 LEIDSCH DAGBLAD Waarnemend Directeur: A Poortman Hoofdred.: Mr. M B. van der Hoeven DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Telel. Directie en Administratie: 25041 (2 IDnen) Telet. Redactie: 21507 Gironummer: 67055 Zooals wü gisteren nog met een enkel woord konden melden, heeft H.M. de Koningin gistermiddag aan het hoogtepunt van de Diësviering der Leidsche Universiteit meerderen luis ter verleend door de rectorale oratie van prof. dr. B. G. Escher in de Stadsgehoorzaal met Haar hooge te genwoordigheid te vereeren. Hoewel op uitdrukkelijk verzoek van het Koninklijk Huis aan dit bezoek van te voren weinig of geen ruchtbaarheid was gegeven, was er blijkbaar toch het een en ander van uitgelekt, althans toen de auto's tegen 2 uur aan de Stadsgehoorzaal arriveerden, had zich daar reeds een vrij groote menschen- menigte opgesteld, welke door de politie op eenigen afstand werd gehouden. Nadat H.M. de Koningin door de commissie van ontvangst naar Haar zetel op het podium temidden van de hoogleer aren (allen gekleed in rok en toga) was geleid, besteeg de rector- magnificus, prof. dr. B. G. Escher on middellijk het spreekgestoelte. De rector-magnificus spreekt. Alvorens tot zijn gisteren in korte trekken weergegeven onderwerp over te gaan, richtte spr een woord van wel kom tot H.M. de Koningin, in Wier tegenwoordigheid op deze eerste Diës viering na de bevrijding, spr. een nieuw bewijs zag van Haar bijzondere belang stelling voor de lotgevallen der Leidsche Universiteit, Uw verblijf in ons midden, aldus spr., verleent aan deze plechtig heid een bij zonderen en stralenden glans. De Leidsche Universiteit, aldus spr. heeft het zich tot een plicht gerekend steeds den weg te bewandelen ons voor gehouden bij de aanvaarding van Uw eere-doctoraat op 9 Februari 1925. De toen door Uwe Majesteit gesproken woor den zijn niet alleen van geschiedkun dige beteekenis gebleken, doch zij heb ben door den loop der gebeurtenissen voor de Leidsche Universiteit aan in nerlijke waarde gewonnen. „Uit hcldenstriid geboren, teza men met het Gemeenebest groot ge worden, maar ook in tijden van gevaar en tegenspoed trouw en onvervaard haar deel dragend, blijft haar naam verbonden aan het beste wat onze stam vermag te geven". Leidsche Universiteit beschikt over een eigen „auditorium maximum" plaats aan ongeveer 2000 personen. Spr. gaf vervolgens een korte uiteen zetting van de richting en werkwijze van de Civitas en wees erop hoe deze eerste Diësviering, waarin de Civitas- gedachte tot uitdrukking komt, op on dubbelzinnige wijze de behoefte demon streert, welke alom in den lande onder de Leidsche oud-alumni wordt gevoeld aan een sterken band met him Alma Mater. De ruim 1100 inschrijvingen voor deze viering leggen daarvan een spre kend getuigenis af. Na woorden van eerbiedige hulde te hebben gebracht aan de nagedachtenis van prof. Telders en de vele studenten, die in den strijd der afgeloopen jaren voor het Vaderland vielen, zeide spr. dat de Senaat het voornemen koestert ter eere hunner nagedachtenis een blij vend gedenkteeken op te richten. Tenslotte deed spr. mededeeling van het reeds gisteren door ons gepubliceer de bericht inzake de verleening van het eere-doctoraat in de rechtsgeleerdheid aan den grooten Engelschen staatsman Winston Spencer Churchill, waarbij prof. mr. R. P. Cleveringa t.z.t. als pro motor zal optreden. Er volgde op deze mededeeling een langaanhoudend applaus, waarna prof? Escher een aanvang maakte met zijn gisteren in korte trekken weergegeven rede over .,De asymmetrische gedaante van de aarde en haai oorzaak". Na afloop dezer oratie zong het Leidsch Studenten Zangkoor „O Leyda gra- ciosa" van Corn. Schuyt, waarna HM. de Koningin het spreekgestoelte betrad tot het uitspreken der navolgende rede. REDE VAN H.M. DE KONINGIN Mijne Heeren, leden van de Commissie van Herstel, mevrouw cn heeren pro fessoren,, studenten en oud-alumni, en mede gij allen, die deze bijeenkomst met Uwe tegenwoordigheid vereert. Mijnheer de Rector-Magnificus. Het is niet onder woorden te bren gen, wat er in Mij omgaat, nu Ik van deze plaats als Nederlander en als na komeling van den stichter dezer Univer siteit, op den eersten Diës na de bevrij ding van ons Vaderland, het woord tot U richt. Andermaal heeft Leiden getrouw aan zijn groot en roemrijk verleden tegen een overmachtigen vijand in een hope loos schijnenden strijd, standgehouden. Geboren uit onzen grooten vrijheids strijd, is de Leidsch Universiteit een Dankbaar ook gedenk Ik het verzet aan de andere universiteiten, waar door na de sluiting van Leiden de strijd werd voortgezet. Als lichtend voorbeeld van de over winning van den geest over alle duis ternis en lijden staat -daar in onze ge dachten de moedige, onverschrokken, edele Telders, aan wiens nagedachtenis Ik eerbiedig hulde breng. Een ander onherstelbaar verlies leed de Universiteit door het heengaan van den trouwen vaderlander, den fijnen Europeeschen geest, professor Hui- zinga. Zy die heengingen hebben het beste van hun geestelijk bezit aan de uni versiteit geschonken. In het volle besef van uw dubbele taak om, behalve het van ouds be roemde brandpunt van wetenschap.de opvoerder te zijn van de geslachten, waaraan eenmaal de toekomst van ons Vaderland toevertrouwd zal worden, hebt gij, hoogleeraren, in nauwe sa menwerking met de studenten, in de bezettingsjaren gezocht naar wegen, waarlangs het universitaire leven tot nieuwen bloei zou kunnen geraken, en waardoor de band tusschen hoogleera ren, studenten en afgestudeerden zou kunnen worden versterkt en aange haald. Gij hebt die plannen, zooals zij in bezettingstijd gerijpt zijn verwezenlijkt in uw Civitas Academica, die thans voor het eerst naar buiten treedt. Gedurende de komende dagen zullen studenten, professoren en oud-alumni uit alle deelen des lands, getuigenis af leggen van hun wil te komen tot een ware universitaire gemeenschap. Met veel belangstelling nam Ik ken nis van dit streven. Studenten, zware druk heeft de be zetting op uw jonge levens gelegd, veel hebt gij voor het Vaderland geofferd. Met weemoed gedenken wij uw kame raden, die voor onze zaak gevallen zijn. Dat de voor u liggende jaren u, naast uw studie, de onbezorgdheid mogen schenken, die de studententijd als geen ander tijdperk in uw leven kan geven. Hebt vertrouwen in de toekomst, die gij zult moeten opbouwen. Wij ouderen vertrouwen op u. Het Vaderland heeft u noodig. Zoo vat Ik thans op dezen Dies Mijn wenschen samen: moge de Leidsche Universiteit een roemrijke en bloeiende toekomst tegemoet gaan, in contact met het leven zich steeds vernieuwend, en steeds handhavend haar traditie als bolwerk in ons Vaderland van vrijheid en recht, gedachtig de zinspreuk Praesidium Academia Lugduno-Batava Libertatls. Een daverend applaus weerklonk na deze laatste woorden, dat, terwijl allen zich van hun plaatsen verhieven, over- DE BESPREKINGEN KUNNEN BEGINNEN. A.NP.-Aneta meldt uit Batavia: Dr. Van Mook heeft gisteren ver klaard dat hij gereed is om de onder- Handelingen met de vertegenwoordi gers van Nederlandsch-Indië te begin nen. Hij hoopte dat de besprekingen binnen enkele dagen een aanvang kunnen nemen. In een persconferentie verklaarde dr. Van Mook van meening te zijn, dat de parlementaire commissie uit Nederland de onderhandelingen in geen enkel op zicht nadeelig zal kunnen beïvloeden, i daar volgens hem de commissie slechts ten doel heeft haar leden in staat te stellen een juister en klaarder beeld te i verwerven van de gebeurtenissen in Indië. „Ik heb", ging hij voort, „den indruk, dat de komende dagen ons een oplos sing zullen brengen," (Van een bijzonderen medewerker) De sleepers Helga, Tonijn en I. S. Groen, die reeds gedurende vele maan den in dienst zijn van het bureau „Te ruggave visschersvaartulgen" kwamen gisteren in IJmuiden binnen met 6 loggers op sleeptouw, nl. de Sch. 339, Sch 342, Sch. 70, Sch 223, Sch. 67 en» VI. 121. De sleepers hadden de loggers uit Cuxhaven en Lübeck gehaald. Alle schepen bevinden zich in een verwaar loosden toestand. Het convool had door den hevigen storm een moeilijken overtocht. Vol gens mededeeling van opvarenden der sleepers liggen in Hamburg nog 6 en in Kiel nog 18 loggers om naar ons land te worden gesleept. Ook de stoom trawler Aneta zou in Kiel klaar liggen voor de reis naar IJmuiden. DIJKVERZAKKING BIJ DEVENTER. Door den zwarcn regenval is bij de noodspoorbrüg te Deventer een deel van het dyklichaam verzakt, waardoor het treinverkeer op de lyn Apeldoorn- Deventer moest worden gestaakt. In verband met het slechte weer is herstel voorloopig onmogelijk; inte gendeel, de verzakking neemt gelei delijk grooter vormen aan. Nadat de trein van 12.38 naar Apel doorn gisteren nog langzaam over de brug gegaan was, werd besloten het verkeer stop te zetten. Treinreizigers van en naar Deventer en Twente wor den vervoerd met ussen Twello Deventer. Het treinverkeer, dat met groote vertraging gepaard gaat, wordt via HattemerbroekZwolle geleid. Men vreest, dat bij verdere waterstijging de schipbrug bij Deventer zal uitvaren, waardoor alle verkeer met het Oosten stopgezet wordt. Bij Hedel en Westerfoort zijn de schipbruggen wegens den hoogen wa terstand bulten gebruik gesteld. Het verkeer, dat aangewezen is op de brug van Hedel, wordt aangeraden vla den Moerdijk of wel via Nijmegen— Arnhem te gaan. Het verkeer, dat gebruik moest maken van de brug bij Westervoort wordt voor zoover het licht verkeer betreft via Doesburg en voor zoover het zwaar ver keer betreft via Zutphen geleid. De „Noordam" met repatrieerenden te Suez aangekomen. Het motorschip „Noordam" Is met 1624 repatrieerenden aan boord op 8 Februari te Suez aangekomen. Hier onder bevonden zich 690 mannen, 610 vrouwen en 324 kinderen. Zoodra de passagierslijst in Nederland is aangeko men, zal deze ter kennis van het pu bliek worden gebracht. Foto genomen in de Stadsgehoorzaal tijdens de plechtige herdenking van den 371sten Diës natalis der Leidsche Universiteit. Ds. F. Kleyn, lid en dr. J, C. barofi. de Vos van Steenwijk, voorzitter van het College van Herstel der Academie, HM. de Koningin, de rector-magnificus, prof. dr. B. G. Escher en de secretaris van den Academischen Senaat, prof. mr. J. C. van Oven (v. 1. n. r.) luisteren aandachtig naar den zang van het Leidsch Studentenizangkoor. Foto v. Vliet Deze destijds uitgesproken verwach ting heeft ons hooge plichten opgelegd: opvatting van de groote meerderheid overeenstemming waren met de plichts- pochting van de groote meerderheid van de leden van den Academischen Senaat. Volvolgens herinnerde prof. Escher aan de oprichting van de Stichting „Pro Civitas Academica Lugduno Ba- tava" op 16 November 1945, gaf een verklaring van de reden, waarom deze plechtigheid in deze zaal plaats vond en verbond daaraan den wensch, dat de tijd niet verre meer moge zijn, dat de De Bilt verwacht tot Zondagavond: Rustiger weer, aanvankelijk nog krachtige later tot matig afnemen de en naar Noordwest of West te- rugloopende wind. Vooral vannacht langs de kust nog buiïg, normale temperatuur voor den tijd van het jaar. symbool, ja, meer nog dan dat, een deel van onze vrijheid zelf. Zij is het levend getuigenis, dat in één der donkerste uren van den strijd om onze onafhankelijkheid volhoudend geloof en onbuigzame vrijheidszin aan Leiden's burgerij de kracht gaf om den ongelijken strijd tegen den vijand vol te houden. In het najaar 1940 ontsloeg de be zetter de Joodsche ambtenaren en stootte daardoor een der fijnste geesten van de Leidsche Universiteit uit zijn ambt. Toen waart Gij het, professor Cleve ringa, die. de roeping der Leidsche Universiteit indachtig met Uw van moed getuigend gloedvol protest de fakkel van recht en gerechtigheid om hoog hebt geheven, zichtbaar voor landgenoot en vijand. Dit protest Is de klaroenstoot geweest tot een feilen strijd met alle ter beschik king staande middelen gevoerd, tegen ombuiging van het recht en knechting van den geest. Uw initiatief op dat historische oogenbllk deed ons volk opnieuw be- sefen. wat het aan Leiden heeft. De dank van het Vaderland breng Ik daarvoor van deze plaats aande Leidsche Academie. Censuur op burgerlijk postverkeer met Ned. Indië stopgezet. De regeeringsvoorlichtingsdienst maakt bekend, dat de regeering opdracht heeft gegeven de censuur op de burgerlijke in- en uitgaande post van en naar Ne derlandsch-Indië stop te zetten. Men herinnert zich. dat de minister president op 31 Januari in de Tweede Kamer heeft medegedeeld, dat er alleen censuur op de militaire post werd uit geoefend. De onnauwkeurigheid in deze mededeeling is veroorzaakt, doordat op dat oogenblik de minister-president reeds zijn instemming had betuigd met vermelde stopzetting, doch het hem on bekend was, dat de daartoe noodige op dracht nog niet was uitgegaan. ging in een met ondersteuning van het studentenkoor gezamenlijk gezongen Wilhelmus. De receptie. Terstond hierop verliet H. M. de Koningin, in cortège gevolgd door het college van Herstel, rector en secretaris, de leden van het gevolg, HM.'s secre taresse en mevrouw Escher, de leden van den Senaat, de dames der hoog leeraren, leden van den Universiteits raad en verdere gasten de zaal, waarna in den Foyer de rector-magnificus een drukbezochte receptie hield, waar HM. als eerste Hare gelukwenschen aanbood. Dit voorbeeld werd door velen ge volgd o.&. door de heeren M. G, Ver- wey, loco-burgemeester, wethouder J. C. van Schalk en mr. N. J. Rowaan namens het Gemeentebestuur. Dank zij de goede zorgen van den Dienst van Gemeentewerken was inde zaal een stemmige versiering van ta pijten en palmen aangebracht. H.M. ae Koningin onderhield zich hier nog met meerdere professoren, te weten de hoogleeraren Kloeke, Van der Klaauw, Gorter, P. de Boer en Boeke en vertrok na een kwartier, luide toegejuicht door de ondanks den stroomenden regen op de Breestraat verzamelde menigte. Pascal, het bekende „rekenwonder" maar een ónder, dan de groote Fransche philosoof. aan wien ge wellicht zoudt denken! demon streert thans hier ter stede verbluf fende staaltjes van geheugen, en getallentechniek. De gedachten van dit „natuurta lent" dwarrelen sinds zijn jonge jaren steeds rond rekenkundige for- mule's, logarythmen enz. Een merk waardig phenomeen, wiens presta ties men met belangstelling volgt. Wat de Leidsche Universiteit be treft, daaromtrent gaf hij onmid- delijk de volgende Interessante cijfers: De oprichtingsdatum 8 Februari 1575, viel op een Dinsdag. De Academie bestaat dus thaps 135.495 dagen 3-251.830 uren, 195.112.800 minuten of 11.706.768.000 seconden. Maak U de speciale methodiek van Pascal eigen en ge kunt hem zóó controleeren! Behoudens de vaar jool der tweede jaars studenten, welke in letterlijken en figuurlijken zin in het water viel, von den de daaropvolgende traditioneele onderdeelen der Diès-viering binnens huis plaats, nl. een officieele ontvangst van den rector en het Collegium in de Sociëteit „Amicitia" en gemeenschap pelijke maaltijden van de hoogleeraren, studenten en oud-alumni. De eerste vond plaats in restaurant „De Doelen", waar de studenten hun leermeesters gisteren middels den ge- bruikelijken fakkeloptocht een serenade brachten. De Postharmonie vroolijktc dezen korten marsch door de stad op. Naar wij vernemen heeft Chur chill in antwoord op het hem ver leende eere-doctoraat in de rechts geleerdheid bericht, dat hij deze onderscheiding gaarne zal aan vaarden en t.z.t. naar Lelden hoopt te komen, teneinde de daarbij be- hoorende bul In ontvangst te nemen. Gezien het formaat van onze krant mogen wij voortaan iederen Zaterdag met vier pagina's uit komen. Wij zullen trachten de aantrek kelijkheid van ons Blad dien dag te vergrooten door het opnemen van korte verhalen, puzzles en bijzon dere artikelen. VOORSTEL MET GROOTE MEERDERHEID AANGENOMEN. In het congres van den Vrijz. Dem. Bond zeide de afgevaardigde van de af deeling Deventer dat vooral op het platteland vele V.D.-ers niet wenschen op te gaan, in een nieuwe partij. Zal de V. D. vandaag opgeheven wor den, dan zal onmiddellijk een nieuwe V. D. worden opgericht. Oud-minister Oud voerde een plei dooi ten gunste van de nieuwe Partij van den Arbeid. Zijn, herhaaldelijk door Interrupties onderbroken, betoog, werd tenslotte geestdriftig toegejuicht. Mr. Joekes kwam op tegen een voor stel inzake samenwerking in federatief verband omdat de partij dan weer af zonderlijk bij de verkiezingen moet op treden. Het doel zal dan niet bereikt worden. Vervolgens besloot het congres met 143 tegen 11 stemmen het voorstel van fusie te aanvaarden. Tegen stemden de afdeellngen Wieringen, Winschoten, De venter en Diepenveen. Aangewezen werden als voorloopige bestuursleden van de nieuwe partij de heeren mr. A. M. Joekes, mr. P. J. Oud, prof, mr. R. Kranenburg en H. Harmsen Aangenomen werd een motie van de afd. Assen, waarin gewezen werd op den noodtoestand bij het onderwijs op het platteland, waar geen onderwijzend personeel kan worden verkregen. Bij de regeering wordt er op aangedrongen in dezen noodtoestand te voorzien. HET VOORSTEL INZAKE DE „PARTIJ VAN DEN ARBEID" AANGENOMEN. Het congres der S.D.A.P. heeft met algemeene stemmen het voorstel inzake de .Partü van den Arbeid" aangeno men. De heer Vorrink zeide, in antwoord op diverse vragen dat de S.D.AP. geen enkele concessie heeft gedaan. Zij zal zeker in het presidium van de nieuwe partij worden opgenomen. Of de voor zitter nu persé een oud-S.D.AP.-er is, vond spr. minder belangrijk. De 1 Mel-dag-vlering zal geen moei lijkheden baren. De bedoeling is zeker niet gescheiden van de N.V.V.-arbei- ders op te trekken. Verworpen werd een voorstel Hame link om in de gewestelijke afdeelingsbe- sturen een gelijke stemmenverhouding te krijgen, als in het hoofdbestuur. De verkiezing van het partijbestuur had tot resultaat dat K. Vorrink. mevr. E. Ribbius-Peletier en C. Woudenberg bij enkele candidaatstelling werden her kozen, De heer Van Ek uit Ede trok zijn candldatuur in. Over zeventien be stuursleden moest worden gestemd. Als uitslag van de verkiezing bleek het nieuwe partijbes'tuur te zijn samen gesteld uit: de drie genoemden en voorts uit: ir. J. W. Albarda. mr, J. A. Burger, W. Drees, mr. M. v. d. Goes v. Naters, D. Heroma-Meilink, J. v. d. Kieft, C. van Lienden, ir. S. L. Mans- holt, L. N. Palar, M. A. Reinalda, J. H. Scheps, mr. G. Slotemaker de Bruine, dr. N. Stufkens, K. Toornstra, J. Tuin, mr. dr. J. in 't Veld. ir. H. Vos. f Ondanks zijn eeuwenoude cul- tuurkringen is Azië, na de schit terende bloeiperioden in som mige centra, tot het koloniale werelddeel geworden, lang voor Afrika „veroverd" werd. Japan sloot zich her metisch af, maar overigens werden overal de oorspronkelijke bevolkingen onder worpen aan de Europeesche heerschers. Terwijl ongeveer 1880 de modern-im perialistische fase begon in de wereld geschiedenis en Afrika werd opgedeeld, begon in het verre Oosten een réveil. Japan ontwaakte uit zijn letharglschen slaap, brak met zijn mlddeleeuwsche vormen en werd eerst recht het land van de rijzende zon. Overal brak de openstelling, ook weer veroorzaakt door de Westersche machten, zich baan en Japan begon het Westen te imiteeren. Legerorganlsatle en staatsregeling van Pruisen, het vlootprogram van Enge land, dit alles werd overgenomen en voor Japan pasklaar gemaakt. Japan wilde een grootmacht worden. En Japan werd een grootmacht met alle waanideeën van den parvenu. Waar werd de leus het eerst aangeheven: Azië voor de Aziaten? Beteekende deze leuze in feite niet: Azië voor Japan? De verschrikkelijke Jaren 1941-1945 hebben hét ware gelaat van deze fascisti sche, machtsbezeten Aziaten getoond. Erger dan hun leermeesters, omdat de Westersche leuzen geborduurd werden op een Oostersch stramien. En overal, waar dit gebeurt, ook in ons Indië, ont popt zich een hybridisch wezen. Intusschen is door de opkomst van Japan en door de invoering van ethische begrippen in de koloniale politiek geheel het probleem naar voren gekomen en is het bewust gaan leven in de landen van het Oosten. De drang naar vrijheid leeft evident in de bovenlaag van alle „koloniale" gewesten. Niet alleen Nederland zit dus met het probleem, Frankrijk en Engeland even zeer. En het is juist de algemeenheid van het vraagstuk, die een oplossing voor onze Regeering moeilijk maakt. Nie mand ontkent dit. Maar niets kan bij den Nederlander, wien het Indische vraagstuk ter harte gaat, den twijfel wegnemen, of de Re geering het Nederlandsche standpunt met die kracht verdedigt, die noodig is. Ik zeg. het Nederlandsche standpunt. Wij twijfelen er niet aan, dat de be paalde visie verdedigd wordt, maar klinkt de stem van het Nederlandsche volk in zijn geheel door? Wie durft, zooals nu de zaken liggen met de wel heel late Ka merverkiezingen. soreken over een „meerderheid" voor bepaalde ideeën? WIJ pretendeeren dat niet. Maar te doen, alsof er maar één meening heerscht en op de bestaande plaats alleen die mee ning verdedigen trekt het beeld scheef. Engeland heeft in het Verre Oosten enorme belangen; Voor-Indië is in gis ting, al jaren. Nu onder dwang van an deren een oplossing /.oeken in een rich ting. die Engeland ?.p] f niet wilde gaan, is toch wel tamelijk ver gezocht. Ons standpunt is toch niet oneervol ons doel toch niet misdadig. Zou men in En geland en Amerika genoegen hebben ge nomen met de geheime overrompelings- politlek, welke onze Regeering voert? Is onze democratie dan zwakker dan el ders? Dit vraagstuk kan en mag alleen wor den opgelost door ons allen. En de min derheid, zoo deze duidelijk biykt. zal zich goed democratisch moeten schikken. Het woord van onze Landsvrouwe moet uit gangspunt zijn van ons handelen en dat mag het buitenland best weten. Maar dan houde men zich aan dat woord; dan verdedige men dit woord, overal en luid, hier en op de internationale con ferenties. wy willen, dat gehandhaafd biyve de Rykseenheid, tot heil van Indië zelf en dat ons gezag worde gehandhaafd tegen over hen. die hun eigen belangenspel spelen. Het gaat om groote, het gaat om levensbelangen en onze historische roeping. Daar hebben alleen wy mee te maken en dat moet vastgesteld worden in eeriyke. open gedachtenwlssellng. KATHOLIEKE VOLKSPARTIJ. In een vergadering van den party- raad der Kath. Volksparty werd be sloten dat het aantal leden van het dagehjksch bestuur ten minste 5 en ten hoogste 15 zal bedragen. Tenminste eenderde deel daarvan moet voortko men uit den kring der afgevaardigden. Het is de bedoeling, dat voor de ko mende perioden het aantal leden van het dagehjksch bestuur op twaalf vast gesteld wordt. De leeftydsgrens om tot het lidmaatschap te kunnen worden toegelaten, wordt gebracht van 25 Jaar op 21 Jaar. Te Amsterdam is onder voorzitter schap van mr. Van Walsum een ver gadering van politiek dakloozen gehou den. Na een rede van prof. Schermer- horn werd de volgende resolutie aange nomen: belangstellenden in de plannen tot oprichting van de Party van den Arbeid, die niet behooren tot de S.DA.P., V.DJ. of C.D.U, in het congres byeen op 8 Februari 1946 te Amsterdam, gehoord de toelichtingen van deze plannen en de gedachtenwlssellng daarover, overwe gende, dat de opzet van deze party de mogeiykheid schept, dat Nederlanders van uiteenloopende geloofsovertuigln en levensbeschouwing op politiek terrein kunnen samengaan op zoodanige wyze, dat hun opvatting omtrent het verband tusschen politiek en levensbeschouwing ten volle tot haar recht kan komen, dat het beginselprogram en het urgentie program der party gekenmerkt wordt door een sociallstischen geest, welke aanknoopt by den zedebjken gerechtig- heidsdrang in het vroegere socialisme, maar, bevryd van historische doctrines, in een nieuwen tijd naar een nieuwe vormgeving zoekt, dat de party alle recht iaat wedervaren aan de nationale waarden, die ons volk onder den druk van de Dultsche overheersching meer dan ooit dierbaar zyn geworden, dat de party derhalve mag worden beschouwd als een nieuwe party, hetgeen ook in nieuwe symbolen tot uitdrukking zou moeten komen, vertrouwende, dat by de samenstelling van de organen der party en van haar candidatenlijsten op royale wijze plaats zal worden inge ruimd voor personen, niet behoorende tot de party, die als zoodanig hebben deelgenomen aan het overleg, dat tot de oprichting van de Party van den Arbeid heeft geleid, spreken hun vreug de uit over de totstandkoming van de Party van den Arbeid en besluiten tot die party toe te treden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1946 | | pagina 1