HET PROCES TE NEURENBERG Prof. J. Huizinga herdacht DISTRIBUTIE-NIEUWS De inlijving van West-Europa W. F. KOMS ZOON VERKOOPSTER De roof van Nederlandsche kunstschatten Onderhandelingen in Indië vertraagd! Weerbericht STADSNIEUWS N.Z.H. gaat 's avonds weer rijden Ter navolging SPORT 84ste Jaargang ZATERDAG 2 FEBRUARI 1946' No. 25694 LEIDSCH Waarnemend Directeur: A. Poortman Hoofdred.: Mr. M. B. van der Hoeven DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Telef. Directie en Administratie: 25041 (2 HJnen) Telef. Redactie: 21507 Gironummer: 67055 Gisteren is te Neurenberg besproken i recht" werd gegund te worden ingeleid 1 LmrncUo rïo-p inliiinTirr tio n ooKia/ton 1*-* Vint Thnlt.-ftV.n nlAnUt:». de kwestie der inlijving van gebieden, zooals Hitier zich die had gedacht. De aanklacht hierover, te houden door den Franschman Faure, zal wel eenige dagen duren. Uit het verloop van zaken bleek, hoe Hitier steeds verder ging met zijn plannen; zijn „eetlust" groeide geregeld en hij beval, dat de grenslijn in de toe komst zou moeten loopen van de mon ding van de Somme af, via de Noord grens van het bekken van Parijs en Champagne tot aan de Argonnen. Daar zou de grens naar het Zuiden buigen, Bourgonje en Franchecomté van Frank rijk afsnijden en tot het meer van Ge- nève loopen. Faure betoogde, dat de Duitschers volgens hun eigen woorden nog andere pijlen op hun boog hadden dan rechtetreeksche annexatie. Faure zeide, dat de Duitschers het plan had den om door deze verschillende metho den alle bezette gebieden onder hun heerschappij te brengen. „In feite had den zij de bedoeling heel West-Europa en zelfs Noord-Afrika te germaniseer'en en te nazificeeren, Hij citeerde ten be wijze hiervan openlijke uitlatingen van Duitsche zijde. Hij ving aan met Eupen, Malmedy en Moresnet, bij de wet van 19 Mei 1940 tot Duitsch gebied verklaard. Daarna nam hij uitvoerig de ontwikkeling in den Elzas, de Fransche departementen van Rijn en Moezel onder de loupe. Zij begonnen niet alleen aanstonds met germaniseeren, doch eveneens met nazificeeren. De beruchte Gauleiter Ro bert Wagner, in het proces reeds be faamd om zijn toewijding aan de lynch- justitie tegen geallieerde piloten, kwam In Straatsburg zetelen. De blokleiders gingen van huis tot huis om de bewo ners vriendelijk te vermanen Fransche vlaggen voor practisohe doeleinden te verknippen. Zij kregen daarvoor eeu paar dagen den tijd en daarna zou de partij haar conclusies trekken. De Fran sche taal werd verbannen en de bevol king van de Elzas moest zich voortaan uitsluitend van „haar moedertaal" be dienen. Niet alleen plaatsnamen, maar ook familienamen moesten worden ge germaniseerd. Zelfs inscripties op graf zerken ontsnapten niet aan de waak zaamheid der Germaansche apostelen. Na de taal te hebben aangevallen, wier pen de nazi's zich op de muziek en ont wierpen decreten tot- het uitbannen van „ongewenschte slechte" muziek. De vrees, die de nazi's voor den FranscheD invloed hadden, blijkt wel het best uit een decreet, waarbij werd bepaald, dat in den Elzas slaven-arbeiders van alle nationaliteiten mochten worden tewerk gesteld behalve Fransohen en Belgen. Faure schetste uitvoerig hoe de Duit schers zich vergrepen aan de heiligste cultuurgoederen toen zij de Sicherheits- polizei de schatten van de kathedraal van Straatsburg en van vele parochies met onbekende bestemming lieten weg- sleepen. De ambtenaren moesten trouw blijven aan Hitler's nazi ideaal anders werden zij door Duitschers vervangen. Vanzelf sprekend werd het Duitsch „recht" in gevoerd op het gebied van verenigings leven. Speciaal de jeugdorganisatie was een van de eerste, die door de Duit schers vernietigd werden. Arbeidsdienst en Hitlerjugend werden verplicht ge steld. Ook hier keerde 't getij evenwel met de militaire kansen en in 1943 werd Elzas-Lotharingen in beroering gebracht doordat aan alle mannen het „voor in het Duitsche leger Plechtige protes ten van het Comité National Franpais werden slechts beantwoord met dood vonnissen. maar dit weerhield ook hier evenwel de jeugd niet van het voortzet ten van het verzet en daarna zag men de Duitschers ook hier toevlucht nemen tot barbaarsche maatregelen. Heele fa milies van mannen, die zich aan dienst plicht onttrokken, werden naar „Alt- reich" gesleept, teneinde in nat.-soc. mi lieu opnieuw een Duitscher waardige houding aan te leeren. In het Moezelgebied kreeg de bevol king de keuze: naar Duitschland of naar onbezet Frankrijk. Dagelijks werden groepen van rond duizend personen on der de meest droeve omstandigheden en met achterlating van alle bezit weg gevoerd. In totaal werden zeventig dui zend Franschen van hun geboortegrond weggerukt afgezien dan van de vele ma len grootere „normale" deportaties naar Duitschland en het Oosten, Seys Inquart ongesteld. Seys Inquart heeft een kaakaandoe- ning. Maandag zal hij vermoedelijk weer aanwezig zijn in de rechtzaal. Luxemburg klaagt aan. Voor Luxemburg klaagde de Reuter, voorzitter van de Kamer van Afgevaar digden aan. Hij schilderde de ellende over het z.g. geannexeerde land ge bracht. 11.000 mannen werden gedwon gen dienst te nemen in het leger van den vijand. Drie duizend vielen als slachtoffer van 't verzet tegen deze on rechtvaardige maatregel. Vierduizend Luxemburgers werden naar concentra- kampen gedeporteerd. Daarbij politie mannen die weigerden trouw aan Hitier te zweren en van wie vijftig werden neergeschoten. Ook hier hebben talrijke familes van de Gestapo aanzeggng ge kregen, dat zij als niet-Dultscher op staanden voet hun geboortegrond moes ten verlaten. Zij vertrokken naar kam pen en kregen niet eens den tijd iets van him bezit mee te nemen. Reuter zeide, dat het aantal op deze wijze ver bannen gezinnen bijna drieduizend was. DOODSTRAF GEËISCHT. De Fransche aanklager Dubost heeft zijn uiteenzetting over de Duitsche wreedheden beëindigd en de doodstraf tegen de oorlogsmisdadigers geëischt. VORRINK ALS GETUIGE. Heden en Maandag zal als getuige worden gehoord onze landgenoot Koos Vorrink. HAARLEMMERSTRAAT 241/243. Gevraagd een nette beschaafde Alleen schriftelijke sollicitaties met uitvoerige inlichtingen. 82 (Ing, Med.) SEYSS INQUART MAAKTE ZICH VERDIENSTELIJK. Een speciale verslaggever van het A.NP. seint uit Neurenberg: Onder de in het Haagsche Bureau van den Rijks commissaris gevonden correspondentie bevinden zich ook brieven van Seyss met betrekking tot den Duitschen roof van kunstschatten. Ook deze stukken zijn op initiatief van den Nederlandschen ver tegenwoordiger Van Tuyll aan den Franschen aanklager ter beschikking ge steld. Zü zijn evenwel niet in de rechts zaal ter sprake gekomen omdat een ge detailleerde behandeling van 't onder werp „roof kunstschatten" in verband met den langen tijdsduur van het pro ces is teruggetrokken. Uit de brieven blijkt, hoezeer Seyss Inquart zich ook in dit ODzicht bpiiverd heeft Nederland te berooven. Op 14 November 1942 rapporteerde hij aan dr. Lammers. chef van Hitiers partijkabi net dat hb zekeren Mühlmann ermee belast had in voorkomende gevallen kunstwerken die ,,Reichs wichtig" waren te noteeren teneinde Sevss in gelegen heid te stellen Hitier daarover op de Het persbureau A.N.P -Aneta meldt uit Batavia dat Sjahrir begin vol gende week voor besprekingen naar Midden-Java zal vertrekken Dit zou meebrengen dat de komende onderhandelingen met dr.VanMook eenigen tijd zullen worden ver traagd. hoogte te stellen. Men kan zich gemak kelijk indenken waar zulk een informatie bij den bekenden kunstzin van den Führer steeds op uitdraaide. Seyss rap porteerde dan ook dat op deze wijze reeds een groot aantal waardevolle schil derijen kon worden „veilig gesteld". De Führer kwam aldus, in het bezit van Rembrandts zelfportret uit zijn sterfjaar, dat op een marktwaarde van 2 millioen mark geschat werd. „Dit schil derij was illegaal naar Holland gekomen en verborgen, doch het werd door Mühl mann ontdekt en daarna in beslag ge nomen en ingepikt." Seyss geloofde met zekerheid te kun nen zeggen, dat een deel van de „An- wlnsten" nooit zou zijn verkregen zonder het „zorgzame oog van Mühlmann." Seyss kon zelfs gevallen noemen waarin belangrijke kunstschatten in Neder- landsch privé-bezit. zouden zijn verdwe nen en „den Führer zouden zijn ontgaan als Mühlmann niet ingegrepen had. Bo vendien, zoo vervolgde Sevss. in dezelfde brief, heb ik een verzameling op het oog die zeker een half millioen gulden goed- kooper had kunnen worden verkregen als Mühlmann had afgewerkt. Ook de verzameling Mannheimer zou T.eer moeilijk verkregen zijn zonder me dewerking van Mühlmann. Het dossier bevat voorts verschillende telexboodschappen aan Seyss met 't verzoek om bedragen beschikbaar te stellen voor aankoopen in Nederland. Het is bijna aandoenlijk in die bood schappen te lezen, hoe uitstekende be doelingen Seyss' vrienden uit Linz en Weenen met him „aankoopen" hadden. Zij smeektpn Seyss in naam van zijn Oostenrijksche genegenheid kunstbezit beschikbaar te stellen voor de„Gemal- degalerie unseres Gaues" of voor de „Ausstaltung der Reichsstatthalterei". In een statige omgeving als slechts „De Lakenhal" kan bieden, is gisteren avond het feit herdacht, dat prof. J. Huizinga op 1 Februari 1945 is overleden in het eenzaam oord. waarheen hij door den bezetter was verbannen. Deze eenvoudige plechtigheid, welke onder auspiciën van de Leidsche Volks universiteit werd gehouden, werd o.m. bijgewoond door de wethouders J. A. Riedel en J. van Schaik, verschillende professoren, mevr. de wed. Huizinga en vertegenwoordigers van het L.S.C. Na een inleidend woord van den voor zitter van de Volksuniversiteit, prof. mr. J. C. van Oven heeft mag. dr. A. J. M. Polman, oi.ni., lector in de kerk geschiedenis aan de Franciscaansche Theol. School te Sittard de herdenkings rede uitgesproken. Spr. begon met te verklaren, dat hij niet zou spreken over den persoon van prof. Huizinga, doch over zijn werken. Zijn oeuvre doet hem kennen als een uitzonderlijk voorname geest, eenig in de toch zoo rijke beschavingsgeschie denis dezer lage landen. Huizinga's werk wordt door zijn benoeming in Leiden in 1915 in twee perioden gesplitst. De Am- sterdamsche jaren staan nog geheel in het teeken van Indische letteren en Boedhisme, het Groningsch professoraat hield hem aan de Vaderlandsche Ge schiedenis gebonden. Leiden daarente gen heeft Huizinga van de Vaderland sche Geschiedenis verlost. Heeft hij, aldus spr., in zijn nieuwe taak om voortaan Algemeene Geschiedenis te doceeren een geestelijke bevrijding ge zien? Zwevend over heel het uitgestrek te gebied van wijsbegeerte en cultuur, door geen grenzen van tijd of ruimte gebonden, neemt zijn geest een veel kleurigheid van vormen en verschijn selen waar, die nimmer in onze histori sche literatuur werd geëvenaard. Hij is begonnen waar anderen emdigden. Zijn eersteling „Herfstij der Middeleeuwen", waarmede hij Li 1919 debuteerde, was meesterproef en werkprogramma tevens. Niemand heeft het naar mijn meening, aldus spr. geëvenaard, laat staan over troffen, ook Huizinga zelf niet. In den tuin onzer Vaderlandsche productie op letterkundig en historisch gebied staat dit boek daar eenig, eenzaam en pra lend als een pauw temidden van minder sierlijk pluimvee. Wat nu verstaat Huizinga zonder het theoretisch te formuleeren in „Herfsttij" «nder cultuur? K>; tfvsr ons een Breugheliaansche veelheid van voormen en figuren voor oogen, waaruit zijn opzet blijkt, om het menschelijk leven dier dagen in heel zijn omvang en bontheid te schilderen, met al, wat zich daarin deed gelden aan kundigheden en pres taties op ieder gebied,.aan deugden en ook aan gebreken. Een zelfde opvatting vindt men terug in zijn theoretische verhandeling over de taak der cultuur geschiedenis. Het blijkt, dat hij hierin de beschaving als geheel ziet. Als wij het breede begrip cultuur gaan ontle den, stellen wij vast, dat het niet alleen uitwendige of gemeenschapscultuur om spant, maar ook inwendige of persoon- Ui kheidscultuur. Zoo houdt hij zich in „Homo ludens" slechts bezig met ge meenschapscultuur, in zijn bespiegelen de werken „In de schaduwen van mor- Beperkingen op de rijstdistributie. Het verbruik van rijst in ons land is momenteel belangrijk hooger dan de sinds de bevrijding verkregen invoer Teneinde een zoo goed mogelijke ver zorging in stand te houden van die bevolkingsgroepen, waarvoor het ar tikel feitelijk niet kan worden gemist, is het rantsoen rijst, kindermeel of kinderbiscuits voor de kinderen der z.g. D. groep (2 t/m 4 jaar) vervallen en zullen ook overigens op eenige bijko mende verstrekkingen beperkingen wor den toegepast. Het rantsoen levensmiddelen der be trokken kinderen in zijn geheel gezien en in aanmerking genomen het be schikbaar zijn van z.g. vrije artikelen (o.a. grutterswaren)blijft alleszins vol doende. De bonnen voor Engelsche chocolade. Op de bonnen 710 en 806, welke gel dig zijn verklaard voor het koopen van 1 tablet Eng. chocolade, kan 50 gram chocolade van Nederlandsch fabrikaat worden gekocht, voor zoover geen En gelsche chocolade verkrijgbaar is. Bonkaarten melk, vleesch en aard- De bonkaarten LA 602, LB 602, LC appelen. 602. LD 602 en LE 602 voor melk, vleésoh en aardappelen zijn gedurende de 2e en 3e periode 1946 (20 Januari t/m 16 Maart) geldig. Men beware der halve deze kaarten. Omruiling melkbonnen. In den vervolge kan men melkbon- nen bij het plaatselijk distributiekan toor ruilen tegen rantsoenbonnen voor taptemelk, waarop karnemelk en tap- temelk-yoghurt verkrijgbaar zijn. Per bon voor één rantsoen melk ont vangt men bonnen voor twee rantsoe nen taptemelk. Deze regeling is getrof fen in het belang van personen, die geen gestandaardiseerde melk mogen gebruiken, zoodat zij dus thans, zonder een doktersattest te overleggen, him melkbonnen kunnen rullen. Op deze rantsoenbonnen is geen taptemelk ver krijgbaar. Branstoffenbonnen langer geldig. In verband met de regelmatige plaatsvindende na-uitreiking van brandstof f enkaar ten ten behoeve van nieuwe gezinnen en om hen, die door omstandigheden de bonnen 47 en 48 niet binnen den voorgeschreven ter mijn, bij hun leveranciers hebben kun nen inleveren, daartoe alsnog in staat :e stellen, is besloten deze bonnen van deden af tot een nader bekend, te ma- ien tijdstip opnieuw geldig te verkla ren. Verder blijft ook bon 46 nog tot nader aankondiging geldig. De vroeger verlengde geldigheidsduur van de bon nen 43, 44 en 45 eindigt op 4 Februari E.s- 's avonds. De Bildt verwacht tot Zondag avond: Vrij krachtige wind tusschen Zuid west en Zuid. Meest zwaarbewolkt met tijdelijk regen. Vrij zacht. DE MISLUKTE OVERVAL OP HET DISTRIBUTIEKANTOOR TE KATWIJK. Dinsdag a.s. zal het Bijzonder Ge rechtshof te Den Haag uitspraak doen in de zaak van den overval van de Öndergrondsche Strijdkrachten op het Raadhuis te Katwijk, waarbij Pieter Maaskant gesneuveld is. Bij de onlangs plaats gehad hebbende tehandeling legden verschillende getui gen uitvoerige verklaringen af. De burgemeester van Katwijk, her haalde verklaringen van de vorige maal, n.l. dat Vermeulen een goed agent was geweest, die stipt eerlijk en plichtsgetrouw was. T.a.v. de bevorde ring van Vermeulen na den overval verklaarde hij dat deze die zonder protest, op aandringen van de Duit schers. uit handen van den Korps- •ommandant had aanvaard. De Procureur-Fiscaal Mr. Braun zette uiteen, dat naar zijn meening het bewijs geleverd was. dat verdachte wist, dat hij gewapenderhand tegen een overval van de Öndergrondsche op- tiad. Nu er een zoo ernstig kwaad was gtsticht n.l. een der aanvallers van het leven was beroofd was ook een ?<er ernstige straf op zijn plaats Hij eischte de doodstraf. Mr. J. van der Plas. raadsman van verdachte, concludeerde, na een uit- vceriee verdediging, dat op de be staande tenlastelegging geen veroordee lde kon volgen. Verdachte zelf zeide onschuldig te zijn. Mocht het Hof hem dan niet geloo- v&t willen, dan vond hij de doodstraf humaan, want als onschuldige zou hij een lanee ge va" genisstraf niet vol houden. Leidsche Universiteit. Bij K B. is benoemd aan de Leidsche Universiteit tot gewoon hoogleeraar om in de faculteit der wis_ en natuurkunde onderwijs te geven in de sterrekunde en tot directeur van de Sterrewacht dr. J. H. Oort, thans buitengewoon hooi leeraar, tevens adjunct-directeur. Is aan dr. N. G. J. Minnaert, hoog leeraar aan bovengenoemde universiteit opdracht verleend om In de faculteit der wis en natuurkunde van de uni versiteit onderwijs te geven is de astro nomische spectroscopie Is benoemd aan bovengenoemde uni versiteit tot lector in de faculteit der wis. en natuurkunde, om onderwijs te geven in de sterrekunde dr. P. Th. Oos- terhoff, adjunct-directeur van de Sterrewacht. DANK DER LEIDSCHE STUDENTEN AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT. Na een gedwongen sluiting van de Leidsche Universiteit hebben vele Leid sche studenten aanvankelijk nog of ficieel, later clandestien de hun door de Vrije Universiteit te Amsterdam ge boden gelegenheid tot voortzetting van hun studie met beide handen aange grepen. Een delegatie van hen heeft uit dank voor deze zoo gul verleende hulp de Vrije Universiteit te Amsterdam een geschenk aangeboden in den vorm van een kaart van de stad Leiden omlijst door een koperen plaat met inscriptie. „WAT IS ER IN INDONESIË GAANDE?" In het gebouw „Rehoboth" heeft zen deling A. de Neef, die ruim zestien jaar in Indonesië werkzaam was, op uitnoo- diging van Wijk III der Ned. Herv Ge meente gesproken over „Wat is er in Indonesië gaande?" Nu Japan verslagen is vraagt Indo nesië om zelfstandigheid. Wat moeten wij hiermede aan? Om hierop een antwoord te kunnen geven, moeten wij ons de bezetting en bevrij ding van Nederland in de herinnering terugroepen. Wij zijn hier vijf jaar be zet geweest en hebben onder zwaren druk geleefd. Wat juichten wij en heb ben wij God gedankt voor de verkregen vrijheid Wij hadden genoeg van de ras-, bloed- en bodemtheorie. Thans geldt de vraae f deze tijd ons iets heeft geleerd. Is di' het geval, dan kunnen wij ook beter oegrijpen, dat de Indonesiërs na gen" en „Geschonden wereld", bij voor keur met persoonlij kheidscultuur. „Homo ludens"' is hoofdzakelijk een studie over het ontstaan van cultuur. Huizinga ziet als zoodanig het spel, waarmede hij niet bedoelt, dat cultuur zich heeft ontwikkeld uit spel, maar als spel. Reeds de stelling, dat cultuur aan vankelijk werd gespeeld, sluit iedere ge dachte aan inwendige cultuur uit. Op inwendige- of persoonlijkheidscultuur concentreert Huizinga zich in bespie gelende werken". „De schaduwen van morgen" werd in 1935 gepubliceerd en mocht in ons land en ver daarbuiten een ongekend succes genieten. „Geschonden wereld", anno 1943 in Huizinga's ballingsoord De Steeg ge schreven, verscheen in 1945 als post- huum testament. Belde boeken vullen elkaar aan. Het eerste is een diagnose van het geestelijk lijden van onzen tijd, het tweede een beschouwing van de kansen op herstel van onze beschaving. Onder een reeks suggestieve titels rijen zich in „Schaduwen" de korte hoofd stukken aaneen tot een scherp requisi toir tegen ver-irrationaliseering op velerlei gebied, tegen overschatting van de daad ten koste van de kennis, tegen de cultus van het leven, waaraan het klare inzicht ten offer werd gebracht. Na deze afbraak geeft „Geschonden wereld" een program van wederopbouw, een aanwijzing van middelen om de neerwaartsche vaart onzer cultuur zoo mogeliik nog te stuiten. Huizinga verwacht het heil niet van het Christendom, maar van een nieuwe ascese. Waarom niet van het Christen dom? Wijl dit niet steeds gegeven heeft, waartoe het in staat was, met name niet meer, sinds de 18e eeuw en haar eischen voor den modernen mensch te hoog zijn. Huizinga, aldus spr., ver langt meer van het Christendom, dan het te geven bekwaam is. Zijn „anima naturaliter Christiana" breekt zich baan, als hij deze passage over de nieuwe ascese besluit met hen zalig te spreken, in Hem, die eenmaal sprak: „Ik ben de die dit hoogdenkbare belichaamd zien Weg, de Waarheid en het Leven." Spr. besloot met er aan te herinne ren, dat het op dezen dag juist een jaar geleden is, dat over dezen edelen, hoog- strevenden geest plotseling het verblij dende licht van een sublieme bevrijding gevallen is. Naar wü vernemen zal de N.Z.H.TJMt. met ingang van Maandag 18 Febr. a.s. op al haar lijnen in Leiden en omgeving den dienst in de avond uren hervatten. De teams zullen alsdan zoowel in de stad als op de buitenlijnen tot ongeveer 11 uur blijven rijden. een tijd van onderdrukking eveneens om vrijheid vragen. De heer De Neef eindigde met er op te wijzen, dat wij bij al ons onderhan delen het Koninklijk woord tot richt snoer moeten nemen en dat wij ervoor moeten waken, dat wij terugvallen in den ouden kolonialen toestand. MEESTERS DER TOONKUNST. Kooravond van Willem Mizée. Willem Mizée ondernam een waag stuk, dat treffend slaagde! Met zijn koren hetzij afzonderlijk, dan wel in combinatie bracht hij in de stamp volle Stadszaal werken ten gehoore van vier corypheeën der gewijde toonkunst, t.w. Palestrina, Beethoven. Bruckner en Fauré. Ter inleiding Gregoriaansche gezangen: zuiver, duidelijk van dictie, devoot van voordracht. Zóó subliem uit gevoerd, hoort ge deze in de daartoe eigenlijk geëigende kerkruimte zelden of nooit. Het Leidsch a capellakoor zong Pale strina met sonoor en glanzend klinkend materiaal, in wonderbaarlijk uitgebalan ceerde klankverhoudingen. Prachtige alten! Een hoogtepunt volgde, n.l. het tee- dere, melodieuse Requiem, een fijnzin nig meesterwerkje van den geestelijk aristocratischen Fauré. Daarin maak ten wij kennis met het eerst sinds 3 maanden onder Mizée werkende Gooisch Kamerkoor. Niettemin schonk het een alleszins hoogstaande impres sie: zelfs in de vele uiterst subtiele pas sages bleef dit koortje welhaast bij voortduring op toon. Merkwaardig goed klonken de tenoren. De reine, hemel- sche sfeer wordt mede bepaald door de diep aangrijpende tekst. Bij zulke mu ziek wordt ge volkomen aan 's werelds zorg, strijd en leed ontrukt! Lydia Stappers was de sopraan soliste: een klein, maar rein orgaan, waarvan het timbre zich eigende om de stemmingsvolle solo harmonieus in het geheel te doen opgaan. De zang van den bariton Diekerhof bleef helaas beperkt tot een min of meer goed bedoeld pogen. De verheffende uitvoering klonk ter na gedachtenis aan prof. Huizinga, tot wiens eer oogenblikken van diepste stilte in acht werden genomen. Een groot man toont soms zijn zwak ste kanten, gelijk Beethoven in zijn Chorphantasie. Zelfs het voortreffelijke spel van Iskar Aribo kon de langdra digheid en het gebrek aan muzikale inventies der instrumentale inleiding niet doen vergeten. Sextet en samenwerkende koren, waarbij het R.K. Alma Materkoor, ga ven echter het beste van hun kunnen. Tot slot een stralende, perfect be- heerschte weergave van Bruckner's geniale 150ste Psalm: grandioos van op zet en uitwerking. Het Rott. Philhar- monisch Orkest gaf den ganschen avond een bevredigende ondersteuning. Met een fraaie krans is de heer Mizée terecht gehuldigd. Zijn uitnemende eigenschappen van hoofd en hart wor den gelukkig in steeds breeder kring erkend. Een koorleider met groote gaven! H. TENTOONSTELLING „KATHOLIEK LEIDEN". De landelijke actie voor gezinsherstel, welke van 3 tot 10 Februari wordt ge houden onder auspiciën van N.V.H., was voor de vereeniging „Katholiek Leiden" aanleiding tot het organiseeren van een tentoonstelling, welke in die dagen in de Van Mieriszaal van de Lakenhal te bezichtigen zal zijn. De tentoonstelling wil door het geven van vele voorbeelden van volkskunst uit vroeger tijden en het heden, de beoefening hiervan propagee- ren en daarmede het gezinsleven verdie pen. Deze voorbeelden, in welker keuze men voortreffelijk is geslaagd, werden gerangschikt aan de hand van het ker kelijke jaar in het grain en de opeenvol gende hoogtepunten van het indivi- vidueele leven in ihet gezin uit het ge zichtspunt der religie. De tentoonge stelde stukken werden uit particulier bezit beschikbaar gesteld, terwijl de La kenhal met een aantal wandversierin gen bijdroeg. - Deze tentoonstelling, die dagelijks van 10 tot 4 (Zondags van 1-4) uur is te bezichtigen, werd hedenmiddag na een inlendend woord van den voor zitter van „Katholiek Leiden", den heer C. Zandbergen, geopend door ir. N. van der Laan. BONNEN HALEN. A-S. Maandag kunnen aan „Den Burcht" nieuwe bonkaarten worden af gehaald door personen, wier familie naam begint met K vanaf Klern tot en met einde. CURSUS VOOR MAATSCHAPPELIJK WERK. Reeds lang werd hier ter stede be hoefte gevoeld aan een cursus voor maatschappelijk werk. Het was dan ook een gelukkig initiatief, dat door den secretaris van de Commissie voor Maat schappelijk Werk, den wethouder van Sociale Zaken, den heer S. Menken, in overleg met de directrice van de Meisjes H.B.S. en van de huishoudscholen werd genomen om ook hier ter stede een der gelijke cursus in het leven te roepen. In samenwerking met de afd. Leiden van N.V.H. en de Bisschoppelijke Hulpactie werden de plannen voorbereid. De op roep had een verblijdend resultaat: ruim veertig dames gaven den wensch te kennen een dergelijken cursus te vol gen. Gisterenmiddag had in het gebouw van N.V.H. de installatieplechtigheid plaats. Na een inleidend woord van den heer Menken heeft de voorzitter van de afd. Leiden van N.V.H., ds. J. Vossers, zijn vreugde er over uitgesproken, dat deze cursus is tot stand gekomen. Spr. achtte het een gelukkige omstandigheid, dat bekwame docenten zich bereid hadden verklaard dezen cursus te leiden. Hij dankte den heer Menken voor al de be moeiingen. welke hij voor dit werk heeft willen hebben. Rector H. Sondaal heeft vervolgens gewezen op het groote sociale belang, dat er vrouwen en meisjes worden ge vonden, die op dit terrein willen werk- Met bewustheid streefde hij er als wetgever naar om: de natie omhoog te beuren, de ont wikkeling der bevolking te bevorderen, haar nationale kracht te versterken; naar de toekomst te zien, en daaraan te werken, te vormen, op te bouwen, te organiseeren; in het algemeen met gematigdheid te werk te gaan, maar, als het moet, des noods geheel nieuwe fundamenten te leggen; het juiste oogenblik aan te grijpen; vormende kracht voor een volk te zijn in de richting van zijn nationale ont wikkeling; uit te gaan van algemeene beginse len, doch binnen dat raam naar den bij zonderen landaard te zien. Aldus Fockema Andrae over Thor- becke Is de taaik van een groot wetge ver hier niet geteekend voor alle tijden en alle landen? En dringt de vraag zich niet op, of juist in tijden van groote spanningen hier richtlijnen liggen voor een Regeering, die waarlijk regeeren wil? Wie kan tegenspreken, dat juist nu onze natie omhoog gebeurd moet wor den, de ontwikkeling na jarenlange stremming bevorderd, de nationale kracht versterkt? Natuurlijk, deze organisatie eischt schier bovenmenschelijke kracht, eischt veel denkenergie, eischt een duidelijke blik in de toekomst. Deze toekomst eischt, wil zij uitzicht bieden, nieuwe fundamenten. Wil dit waarlijk gigantische werk sla gen, dan moet onze Regeering het groote doel wel duidelijk voor oogen staan. Dan moet zij de vormende kracht zijn voor ons volk in de richting van een waarlijk nationale ontwikkeling. Dan mogen gèen groepsbeginselen, maar moeten de algemeene beginselen grond slag zijn van alle handelen. Dan moet Nederland vooral als een nationale rechtsstaat zoo snel mogelijk herrijzen. Want dat wij reeds nu in een volkomen rechtsstaat leven, is niet waar, zooals nog eens duidelijk naar voren is geko men in een adres van eenige Groning- sche burgers. Nu moet men nimmer uit het oog ver liezen, dat de bevrijding van ons vader land in deelen op twee nogal uiteenloo- pende tijdstippen de gang van zaken sterk beïnvloed heeft. Terwijl bovendien de besluiten der Londensche Regeering wel in het Zuiden werden ingevoerd, maar reeds al te spoedig groote leemten vertoonden. Het gevolg was een steeds voortdurende wijziging in talrijke Ko ninklijke Besluiten, wat de rechtszeker heid niet verhoogde. Dat daarbij het in grijpen op het juiste oogenblik wel eens verzuimd is zal niemand verbazen, maar deze toestand mag niet voortduren. Er is veel goede wil, er is dadendrang, maar er is krachtige leiding noodig. Regeeren in den besten zin is vooruit zien, ook vooruitzien als alles zoo don ker lijkt. Daartoe is noodzakelijk een diep historisch gevoel. Want alleen wie leeft uit de geschiedenis kan de groote catastrophe begrijpen en nieuwe funda menten leggen. Dat elke regeering daar bij steun moet hebben uit het levend volksbesef is duidelijk; evenzeer is dui delijk, dat dit volksbesef ontwikkeld moet worden. Want erger dan alle materleele ver liezen en vernietigingen bij elkaar is de ontstellende verwildering en verslapping der geesten. De Nederlandsche natie als geheel moet weer worden opgebeurd! zaam zijn en zoo hun invloed ten goede kunnen aanwenden. Naast veel goeden wil en een warm hart, welke voor dit werk onontbeerlijk zijn, is het echter ook noodzakelijk, dat aan de maatschap pelijke werksters eenige practische ken nis wordt bijgebracht. Dit laatste vooral beoogen de cursussen Nadat tenslotte de heer Menken er nog op had gewezen, dat deze cursus een z.g.n oriëntatie-cursus bedoeld te zijn waaraan geen diploma is verbonden doch wel een bewijs, dat men den cur sus met goed gevolg heeft doorloopen, leidde een der docenten de eerste les. De wedstrijden van morgen. Het voor morgen, uitgeschreven pro gramma is al eenige weken oud, immers oorspronkelijk vastgesteld voor 13 Januari. U.V.S. staat daarbij voor den altijd lastl- gen uitwedstrijd tegen de Haagsche „Haantjes", die morgen moeten winnen om niet volkomen voor het kampioen schap te zijn uitgeschakeld. Men mag er dus op rekenen dat Quick geducht van zich af zal bijten hoezeer zij de-i laatstee, tijd door vertrek en ver wondingen dan ook gehandicapt is (vooral het feit dat de kanonnier Arkema is ge blesseerd, kan van grooten Invloed zljnl). Het Is voor U.V.S. Jammer dat zij, in ver band met haar balmasqué, geen uitstel heeft gekregen, maar haar team bestaat gelukkig uit sportieve knapen, die bereid zijn zich op het feest beperkingen op te leggen ter.einde op het Ado-terrein fit aan den start te verschijnen. Daarom zijn wü vol goeden moed en vertrouwen wij dat U.V.S. (haar leidende positie zal weten te handhaven! In de 3e klasse zou het leldendé Blauw zwart achter Pomona wel eens op moei lijkheden kunnen stuiten tegen Lugdu- num. Roodenburg blijft ln den Hout ver moedelijk de baas over het tegenwoordig niet al te sterke Alphen, terwijl Wassenaar en Hlllinen, resp. tegen V.V.SJ3. en S.J.C.. hun plaats ln het leidende peloton wel zullen kunnen handhaven, een peleton waartoe, behalve Blauwzwart, ook LP.C., A.S.C. en Roodenburg behooren. In de 4e klasre stevent I/lsse, met 10 p. udt 5 wedstrijden, rechtstreeks op het kampioenschap af Met 9 p. uit 6 ontmoe tingen ls Bodegraven momenteel de zwaarste concurrent. LiigdununiBlauwzwart Voor den wedstrijd tegen Blauwzwart is het Lu^du- num-elftal als volgt samengesteld: vXnx. doel: J. Koet; aohter: M. Herruer en J. van Berkel; midden: D. van Pijlen, D. Pardon en J. Brommeijer; voor: P. Ver mond Sr., A. v. d. Heijden, P. Vermond Jr., P. van Berkel en P Mizee. QnlclcU.V.S. Tegen Quick komt U.V.S. als volgt uit (links naar rechts) doel: Van Wel; achter: Den Daas en Devllée; midden: Sloos, Wallaart en Fase1: voor: A. J. Kantobeen. P. Kantebeen. v. Wanrooy, De Wolff en Oosterom.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1946 | | pagina 1