Bij onze her-verschijning
„DE KRONIEK
Onze nieuwe hoofdredacteur
Verklaring van ons
personeel
Onze kolenpositie zeer ongunstig
De verjaardag van
Prinses Beatrix
8~4ste Jaargang
J/RIJD'AG 1 FEBRUARI 1946
No. 25693
LEIDSCH
Waarnemend Directeur: A. 'oortman
Hoofdred,: Mr. M. B. van de* Hoeven
DAGBLAD
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Telef. Directie en Administratie: 25041 (2 lijnen)
Telef. Redactie: 21507 Gironummer: 57055
31 December 1943 1 Febuari 1946
Het Is inderdaad een ernsti hiaat in
de lange rij der sinds 1860 onifgebroken
verschenen, gebundelde jaargingen van
ons „Leidsch Dagblad".
Wie deze klove binnen d zeer be
perkte mogelijkheden van dn omvang
eener hedendaagsche couran wil over
bruggen door een samenvitting van
hetgeen zich in dien tijd ij de wereld
heeft afgespeeld, staat vooreen boven-
menscheiyke taak Wij wilin er trou
wens geen poging toe ondenemen, doch
wèl lijkt het ons dienstig oj deze plaats
een terugblik te werpen op hetgeen ge
durende dat tijdvak in dei eigen, be
perkten bedrijfskring is ven-gevallen.
Toen wij ln ons Blad v-n 2 Decem
ber 1943 onze lezers in k-nnis stelden
van het besluit van het tcmmalige De
partement van Volksvoorlchting, Kun
sten en Wetenschappen, waarbij Jn
het kader van de verder concentratie
der Nederlandsche dagblrlpers" de uit
gave van het „Leidsch Dejblad" met in
gang van 1 Januari 1944 moest worden
gestaakt, was ons uitdrukkelijk verbo
den aan deze mededeel ng eenige toe
lichting te verbinden.
Thans, nu ruim twer jaar later het
grondwettelijk recht Tan de vrijheid
van drukpers, althans t? onzen opzichte,
is hersteld, beschouwen wij het tegen
over onzen lezerskring die, getuige de
tallooze betuigingen *an sympathie en
trouw, welke ons destijds bereikten,
blijk gaf te begrijpen ook zonder te
wéten, als een eereplcht om in ons eer
ste nummer een beknopte uiteenzetting
te geven van de fe.'cen, welke aan het
genoemde departementale besluit voor
afgingen en daarop van grooten invloed
zijn geweest.
Nadat reeds in net. begin van 1941
onze directie pertinent geweigerd had
te voldoen aan eeD van de zijde van dit
Departement gestelden eisch om onzen
hoofdredacteur, den heer B. W. Menk-
horst te ontslaan en in zijn plaats een
N.S.B.-hoofdredacteur aan te stellen,
werden wij gedwongen op straffe van
sluiting van ons bedrijf, ons de benoe
ming van een poLltieken medewerker te
laten welgevallen Deze politieke mede
werker oefende geen enkelen invloed
uit op den dagelijkschen gang van zaken
in ons redactiebureau: hij betrad zelfs
nimmer onze kantoorgebouwen en ken
merkte op ons uitdrukkelijk verlangen
steeds al zijn rrtikelen, welke hij ons
toezond. Aanvankelijk onder het op
schrift „van o^zen politieken medewer
ker" en ondej teekend met zijn initia
len, later alleen onder dit opschrift en
tenslotte onder een vast vignet-teeken,
zoodat het publiek in alle stadia onmid
dellijk kon zien uit welken hoek de
wind woei. Meerdere van deze artikelen
o.a. die waarin aanvallen werden ge
daan op leden van ons Koninklijk Huls,
zijn onzen 1-zors nooit onder oogen ge
komen, omdat zij door ons zonder meer
in de prulhmand werden gedeponeerd.
Ook ten vanzien van den verderen
redactionee.en inhoud van ons Blad
was ons s reven er bij voortduring op
gericht asn de polltiek-propagandistl-
sche waarde daarvan zooveel mogelijk
afbreuk doen, terwijl het feitelijke
nieuws. twen het Dultschland aanvan
kelijk militair nog naar den vleeze ging,
zonder nenig commentaar onzerzijds
werd weergegeven, in vele gevallen ook
wanneeï commentaar verplicht was ge
steld.
De meermalen vanwege het Departe
ment ceuite klacht over „gebrek aan
positieve medewerking" was inderdaad
niet ongegrond en de in begin Novem
ber 1 van dezelfde zijde ontvangen
medeóeltng, dat de journalistenpas van
onzer hoofdredacteur werd ingetrokken
en hJ ongeschikt werd bevonden om op
eeni^rlei wijze in de Nederlandsche
jourialistiek werkzaam te zijn, kwam
dan ook allerminst als een donderslag
bij fcideren hemel. Slechts enkele dagen
late bereikte ons het hierboven ver
mei e verschijningsverbod, waarbij even-
welde tnogelijkheid van hooger beroep
uitdrukkelijk werd opengesteld.
ïingejien ons met absolute zekerheid
bebnd Tas, dat intrekking van dit ver-
sobjuinfsveTbod alléén mogelyk zou zijn
te kosie van de aanvaarding van een
n£ionail-socialistischen hoofdredacteur,
heloteij het college van commissarissen
e dirqdie unaniem van dit recht van
feoger )eroep GEEN gebruik te maken
fï, in ■fwachting van betere tijden, in
Jet besuit van het departement te be
usten.
Dat leze gang van zaken allerminst
rrookt met de werkelijke bedoelingen
7an d( toenmalige bewindhebbers, bleek
ons reds enkele dagen later uit een
officieze, vertrouwelijke mededeeling,
evenal het ons weldra duidelijk werd,
dat h; cok wel aangevoerde argument-
der ppierbezuinlging niet anders dan
een free genoemd kon worden, getuige
het- fit, dat aan het dagblad, dat aan-
gewesn was om onze plaats in te
neme, het „Dagblad voor Lelden en
Omsteken" een uitgave van de N.V.
Arbelerspers een aanzienlijk groo-
tere ipiertoewyzlng werd verstrekt dan
ons bit was toegestaan.
W: zullen hier niet uitvoerig Ingaan
op vele moeilijkheden, waarmede de
bezeer en züd perfide handlangers ge-
trac hebben ons bedrijf het voortbe-
staa onmogelijk te maken. Met ge-
rechaardigde voldoening en passende
damaarheid constateren wij sleohts,
datmdanks alle daartoe aangewende
po*gen, niemand van ons personeel
nac Dultschland is weggevoerd: dat
wij een enkele Duitsche drukwerkorder
ooinebben geaccepteerd en dat ons ge-
het moderne machinepark voor het
beiijf behouden is gebleven. Vanzelf-
sokend is dit alles niet zonder strijd
beikt. Er is eindeloos getraineerd en
geboteerd; machines zijn weggevoerd
erbij bevriende bedrijven onderge-
bpht; andere machines, welke bereids
wen gevorderd en gewaardeerd, ge-
dltelyk gedemonteerd of voor het ge
bruik ongeschikt gemaakt en tenslotte
haalde de spoorwegstaking in Septem
ber 1944 ook in dit opzicht een streep
door de Duitsche rekening.
Ziehier zeer in het kort weergege
ven onze lotgevallen vóór en tijdens
de bezetting.
Waarom, zoo heeft mét ons menig
lezer zich na de bevrijding afgevraagd,
was het niet mogelijk de courant on
middellijk na 5 Mei 1945 opnieuw te
laten verschijnen? De oorzaak hiervan
is gelegen in een besluit van de destijds
nog in Londen zetelende regeering
krachtens hetwelk de uitgave van alle
legale dagbladen om ons uitslui
tend tot deze categorie te beperken
voorzoover deze né 1 Januari 1943 wa
ren verschenen, op den dag der bevrij
ding moest worden gestaakt in afwach
ting van de uitspraak eener in te stel
len Zuiveringscommissie, die zou heb
ben te oordeelen over de houding en
gedragingen der betrokken bladen ge
durende de oorlogsjaren. Weliswaar is
dit besluit naderhand ingetrokken en
vervangen door het Tijdelijk Persbesluit
1945, doch de staking der na 1 Januari
1943 doorverschenen bladen wij zwij
gen hier over de volkomen willekeur
van dezen datum! werd daardoor
niet opgeheven en hun positie onder
ging daardoor dan ook geen wijziging.
Vooropstellende dat wachten al t Ij d
lang duurt; dat de herziening van het
Persbesluit opnieuw enkele maanden
vorderde; dat zuiveringsprocedures zich
ten aanzien van den tijdsduur zoo lang
zamerhand een reputatie hebben ver
worven, welke die van de normale recht
spraak nog verre overtreft en dat, ten
slotte, ons geduld op 5 Mei 1945 gedu
rende bijna anderhalf jaar reeds op een
zwaren proef was gesteld, kunnen wij
per saldo slechts met voldoening con-
stateeren, dat het ons uiteindelijk is ge
lukt als eerste der aldus gestaakte bla
den een uitspraak te erlangen.
Wie intusschen mocht hebben ge
dacht, dat de door den bezetter tegen
ons Blad getroffen maatregelen eeniger-
mate een aanwijzing zouden kunnen
vormen voor de vaderlandsche gezind
heid der daaraan werkzame functiona
rissen, en op grond daarvan een onver
wijlde opheffing van het stakingsverbod
had verwacht, kwam bedrogen uit. Wü
mogen de uitspraak der commissie be
kend veronderstellen: de directeur werd
uit zijn recht ontzet voor den tijd van
acht maanden, de commissarissen, de
hoofdredacteur,de redacteur Stads
nieuws en de procuratiehouder voor den
tijd van één maand. Dat deze beslissing
aan het rechtsgevoel der betrokkenen
een zeer gevoeligen slag heeft toege
bracht, behoeft geen betoog. Bij ont
stentenis van eenige beroepsinstantie,
bleef hun geen andere keuze dan deze
uitspraak onder protest te aanvaarden
onder voorbehoud van alle rechten op
een volledig rechtsherstel.
De beperkte plaatsruimte laat niet toe
de uitspraak in haar geheel te publi-
ceeren; wie er belang in stelt kan ze
in druk gratis aan ons Bureau in ont
vangst nemen of ze desgewenscht
toegezonden krijgen. Men kan er o.a, uit
vernemen, hoe de directeur, de heer
Henny tot driemaal toe een voortreffe
lijk Nederlander wordt genoemd, wiens
goede vaderlandsche gezindheid boven
eiken twijfel verheven ls, wiens instel
ling als volstrekt anti-Duitsch wordt
erkend en wiens aandeel in den onder -
grondschen strijd loffelijk wordt ver
meld! Concludeerend8 maanden ont
zetting uit het recht om een leidende
functie in het dagbladbedrijf te be
klemden
Van veel grooter belang dan deze
subjectieve teleurstellingen is evenwel
het verblijdende feit van den terugkeer
van ons Blad; van den eersten dag der
her-verschijning af weer onder den
ouden naam en met denzelfden redac-
tloneelen staf.
Op een dagblad rust, in dezen tijd
nog meer dan ooit tevoren, een groote
verantwoordelijkheid, wy zyn ons daar
van bewust en wij zijn bereid ze te aan
vaarden.
Ons streven zal zijn gericht op een
zoo spoedig mogelijk herstel van de door
den oorlog geslagen wonden, zoowel op
geestelijk als op maatschappelijk gebied.
Van ganscher harte zullen wij, waar
mogelijk, ertoe bijdragen vroeger be
staan hebbende tegenstellingen te over
bruggen en alles in het werk stellen om
ons volk te doen zijn één van wil in den
dienst aan het Vaderland. Ons Blad
stelt zich daarbij op democratischen
grondslag volgens het beginsel van een
heid in verscheidenheid. Het algemeen
streven dient erop gericht om, met be
houd van alle waarden uit het verleden,
waarop prijs moet worden gesteld, te
vormen een maatschappij, die zich aan
past aan de steeds wisselende eisch en
des tijds, ons daarbij baseerend op de
bevordering van alle geestelijke en
maatschappelijke deugden.
Opbouw met nationalistischen inslag
en sociale rechtvaardigheid zij thans
het parool.
Onze houding ten aanzien van het
politieke leven in Nederland, hier zoo
wel als overzee, zal evenals in het
verleden uitsluitend worden bepaald
door het algemeene vaderlandsche be
lang met handhaving van onze vol
strekte onafhankelijkheid tegenover
iedere politieke formatie.
Door een conscentieuze en objectieve
voorlichting zullen wij ernaar streven
onzen lezerskring een juist inzicht -te
verschaffen in de tallooze groote vraag
stukken van dezen tijd, zoowel op na
tionaal als op internationaal gebied.
Naast deze algemeene, voorlichtende
taak zullen wij, als vanouds en voor-
loopig helaas met inachtneming van de
restrictie der papierrantsoeneering
in ruime mate aandacht schenken aan
het wel en wee onzer Sleutelstad en
naaste omgeving, aan de lotgevallen
onzer roemruchte Universiteit, waarop
wij, Leidenaars trotscher zijn dan ooit
tevoren, aan het vereenigingsleven en
aan alles wat zich in het plaatselijk ge
beuren, aan vermeldenswaardigs voor
doet.
Kortom, wy zullen alles doen wat ln
ons vermogen ligt om het „Leidsch
Dagblad" in den kortst mogelijken tijd
wederom te maken tot wat het gedu
rende zoovele jaren in duizenden gezin
nen heeft mogen zijn: de oude, ver
trouwde huisvriend en de betrouwbare
leidsman door het wereldgebeuren.
Trouw aan de vrijheid, aan de waar
heid en aan de democratische gedachte,
trouw aan het Vaderland en ons Vor
stenhuis, ziedaaj- de grondpijlers, waar
op ons Blad zal rusten.
DIRECTIE en REDACTIE.
I WEERBERICHT.
I De Bilt verwacht tot Zaterdag
avond
Aan de kust nog krachtige, overi
gens meest matige wind uit Zuid
westelijk» richting. Wisselende be
wolking Plaatselijk nog een enkele
bui. Matige temperatuur.
Haar achtste verjaardag moest Prinses Beatrix binnenshuis vieren wegens het
gevaar voor besmetting met mazelen. Toch kwam het jarige prinsesje met haar
zusje Irene even ln den tuin van het paleis, om de hulde der Soestdijksche school
jeugd in ontvangst te nemen. (Anefo/Raucamp P.)
5?
Mr. M. B v. <L Hoeven.
Met ingang van heden zal als hoofd
redacteur van ons Blad optreden de
heer mr. M. B. van der Hoeven.
De heer v. d. Hoeven werd 25 De
cember 1899 te Rotterdam geboren. Na
voltoooiing zijner studie vertrok hij
naai- Ned. Oost-Indië, waar hij van
1927 tot i939 werkzaam was bij het
middelbaar onderwijs en het voorberei
dend hooger onderwijs, o.a. als leeraar
in de geschiedenis aan het Lyceum
te Bandoeng.
Voorts werkte hij mede aan diverse dag
en weekbladen o.a. aan de Javabode,
waarin hij de rubriek „Uit vergeelde
bladen" verzorgde. Bovendien was hij
hoofdredacteur van het wekelijks ver
schijnende Alg. Protestantsch Kerk
blad. Ook voor de Nirom-microfoon
hield hij vele lezingen, waarvan een
aantal in 1939 gebundeld in druk is ver
schenen bij de Uitgeversmij. Visser en
Co. te Bandoeng.
In het najaar van 1939 vertrok hij
met verlof naar Holland met het voor
nemen in het volgend voorjaar naar
Indië terug te keeren. De inmiddels uit
gebroken oorlog verijdelde deze plan
nen; wel werd zijn bagage nog naar
het Oosten verscheept, doch de heer
Van der Hoeven zag geen kans zijn be
stemming te bereiken. Hij benutte dit
gedwongen oponthoud door in Utrecht
rechten te gaan studeeren, doch daar hij
weigerde de zgn. loyaliteitsverklaring te
teekenen. kreeg hij eerst in 1945 aan
Neerland's eerst bevrijde Universiteit,
die van Nijmegen, gelegenheid deze
studie te voltooien.
Daarna vestigde hij zich als advo
caat te Rotterdam, welke werkkring hij
thans verwisselt met het hoofdredac
teurschap van ons Blad.
Wij heeten hem van harte welkom
in onzen redactioneelen kring en heb
ben volledig vertrouwen in een vrucht
bare samenwerking ten bate van het
algemeen belang.
Teneinde onjuiste conclusies te voor
komen, vestigen wy er de aandacht op,
dat de heer B. W. Menkhorst, evenals
voorheen, als chef der redactie zal blijven
optreden en ook zijn vroegere rubrie-
ken: Buitenland, Tooneel en Gemeen
teraad zal blyven verzorgen.
Honoreering van 7 kolenbon-
nen echter gegarandeerd.
Het volgend distributiejaar geen
klantenbinding meer.
De verwachtingen ten aanzien van
de kolenvoorziening hier to lande zyn
niet ln vervulling gegaan, zoo verklaarde
de directeur van het rijkskolenbureau
de heer Wemmers Jr., op een perscon
ferentie te Den Haag. De kolen productie
ln de Nederlandsche mynen is dusdanig
gedaald dat er reden is tot ernstige on
gerustheid. Bovendien is de aanvoer uit
Duitschland en Amerika beneden de ra
ming gebleken. Het gevolg is dat op de
geldig verklaarde bonnen niet kan wor
den geleverd.
Niet alleen zijn er ziekenhuizen, die
geen kolen meer hebben, maar vele
menschen hebben thuis geen verwarmd
vertrek. Het herstel van de industrie
wordt bovendien zeer ernstig geremd.
Hoewel vele arbeiders en beambten
volledig medewerken, zyn er, naar de
beheerder der mynen, ir. Groothoff de
zer dagen constateerde, tal van arbei
ders, die niettegenstaande hun voor
keur is gegeven by de verstrekking van
goederen een dergelyk gedrag aan
den dag leggen, dat men het chicanee
ren kan noemen, wat een beetje minder
erg klinkt dan saboteeren. Een zooda
nige houding is de heer Groothoff niet
van plan te dulden. De kolenslag-1946
moet en zal gewonnen worden
Naarmate vooral in de groote steden
de kolenleveran.ie stagneert, is men ge
neigd critiek uit ie oefenen op het feit,
dat sommige handelaren wel, andere
handelaren daarentegen niet ln staat
zyn de thans aangewezen bonnen te
honoreeren.
Door den directeur van het Rijksko
lenbureau werd met den meesten nadruk
de veronderstelling tegengesproken, als
zouden de groote handelaren bevoor
deeld worden boven de kleine handela
ren, al is het waar dat zy soms ln een
gunstiger positie verkeeren.
Spreker deelde nog mede, dat in het
nieuwe distributiejaar geen klantenbin
ding meer zal bestaan, hoewel het wel
in de bedoeling ligt een voorinleverings-
bon bekend te maken. De helft van de
te verstrekken kolen zal gedurende den
zomer kunnen worden ingeslagen.
De honoreeriiig van de voor dezen
winter aangewezen zeven kolenbonnen
is in ieder geval gegarandeerd, aldus
verklaarde de heer Wemmers met na
druk. Voor Mei a.s. hoopt men alles te
1 hebben afgeleverd.
De toegezegde achtste bon zal alleen
1 kunnen worden gehonoreerd, wanneer
le. de invoer uit het buitenland zal
stijgen;
2e. de huidige kolenpositie van de
Llmburgsche steenkolenmijnen omhoog
zal gaan.
Aan Z.E. den minister-president en
H.E. de ministers van Binnenlandsche
Zaken en Onderwijs, Kunsten en We
tenschappen is volgend adres gezon
den namens het geheele personeel van
het Leidsch Dagblad. Bovendien is een
afschrift gezonden aan den Persraad
en aan de Perszuiveringscommissie.
Het adres luidt:
Excellentie,
Ondergeteekenden, allen leden van de
Redactie, Administratie en Technische
Afdeelingen van het „Leidsch Dag
blad" te Leiden, ten diepste teleurge-
steld door, meer nog, heftig veront-
waardigd over de uitspraak van de
Perszuiveringscommissie ten aanzien
van den Directeur, den heer J. W. I
Henny, die voor den tyd van acht
maanden is ontzet uit het dagbladbe- I
drijf, nemen by dezen de vrijheid daar
tegen scherp te protesteeren.
Alhoewel eenige malen nadrukkehjk
wordt vermeld, dat de heer Henny zich
een goed vaderlander heeft betoond en j
actief aan het verzetswerk heeft deel
genomen. wordt hy veroordeeld omdal
hy zich te veel door de belangen van
het personeel en de zaak zou hebben
laten leiden
Het personeel constateert, dat van j
het najagen van eenige winst geen 1
sprake is geweest, integendeel, het ge-
heele beleid var den Directeur was ge
baseerd op de belangen van het perso
neel, dat hem daarvoor ten zeerste er
kentelijk is.
Wanneer gezegd wordt, dat by slui
ting van het bedrijf door den bezetter I
het odium daarvan geheel op den be-
zetter zou zyn gevallen en niet op het
bestuur der vennootschap, dan is dat
niet meer dan een kapstok, waaraan
men alles kan ophangen. De werkelyke
belangen van het personeel zouden door
zoo'n houding allerminst zyn gediend,
doch daarentegen ten zeerste zyn ge
schaad, en dat zonder eenig voordeel
voor de vaderlandsche zaak. Hoevelen
zouden dan naar Duitschland zyn ge-
voerd, hoevelen zouden daar den dood
hebben gevonden?
Thans de uitspraak zwygt daar-
over volkomen is niemand van het
personeel naar Duitschland getranspor-
teerd om Duitsche belangen in eeniger-
lei vorm te dienen; er zyn dus geen
slachtoffers te betreuren, terwyl aan
de vaderlandsche zaak geen enkel na
deel is toegebracht en het vijandelyk
potentieel ln geenen deele werd ge
steund. Het personeel meent deze, haar
zienswyze te moeten uiten, zich daar-
toe verplicht voelend uit dankbaarheid
voor hetgeen de heer Henny in het be
lang van het personeel, zelfs niet zon
der eigen persooniyk gevaar, heeft ver
richt.
Voor ons allen is de gevallen uit
spraak een groote teleurstelling.
Hoewel met' tegenzin, voelen wy ons,
door verschillende publicaties ver
plicht en gedwongen, op de kwestie
stillegging van „De Kroniek", door me
dedeeling van de feiten, voor zooverre
ons bekend, in te gaan.
Wy stellen voorop, dat wy niet in
debat wenschen te treden; wel staan
wij natuurlijk ten volle voor de na
volgende feiten, die met bewijzen te
staven zyn, in
In Juni 1945 werd ons door den toen-
maligen hoofdredacteur van „De Kro
niek", tevens perschef van het M. G.
te Leiden, medegedeeld, dat „De Kro
niek" haar verschyning zou stop zetten
zoodra het .Leidsch Dagblad" weer
zou uitkomen, hetgeen in een inleidend
artikel in het eerste nummer van ,.De
Kroniek" aan de lezers zou worden be
kend gemaakt. Deze afspraak werd door
ons aan he-t M.G. schriftelyk bevestigd.
Deze publicatie is nooit geschied.
In Juli 1945 werd aan één onzer re
dacteuren, die voor een bespreking met
„De Kroniek" was uitgenoodigd, waar-
by hem een plaats in de redactie van
„De Kroniek" werd aangeboden (van
welk aanbod door hem geen gebruik
gemaakt werd) door de Directie van
dit blad de toezegging over het tyd-
s.tip van het beëindigen van „De Kro
niek" bevestigd
Donderdagmorgen 17 Januari werd
ons namens de Directie van „De Kro
niek", de vraag gesteld wat wy zouden
willen betalen voor de 9!4 duizend abon-
né's van dit blad, daar men het plan
had de verschyning te beëindigen, ge
zien het feit. dat het „Leidsch Dag
blad" per 1 Februari weer zou mogen
uitkomen. Wij herinnerden allereerst
onzen bezoeker aan de afspraak van
Juni '45 ten aanzien van het tydstip
van stopzetting van „De Kroniek", hier
aan echter dadelyk toevoegende, dat
wy hem niet aan deze afspraak wensch-
ten te binden en wij geen enkel be
zwaar hadden, indien „De Kroniek"
bleef verschijnen.
Over het aanbod zelf waren wij, ge
zien ook de kleine papiertoewyzing die
wii althans den eersten tyd zouden
krygen, niet overdreven enthousiast.
Nadat de vertegenwoordiger van „De
Kroniek" ons erop gewezen had, dat
wanneer wij niet tot overname van haar
abonné's zouden overgaan, zdj dit aan
bod aan andere bladen zou doen, werd
afgesproken, dat de Directie van „De
Kroniek" verzocht zou worden ons
eventueel een vraagprijs op te geven.
Zaterdag 19 Januari lazen wij in „De
Kroniek" van dien dag de officieele
mededeeling van het Ministerie van
Binnenlandsche Zaken, bureau voor
Perszuivering, dat „De Kroniek" op 31
Januari voor het laatst zou mogen
verschynen.
Wy waren hierdoor ten zeerste ver
rast en begrepen, niet wetende, wat er
tusschen het Ministerie en de Directie
van „De Kroniek" was besproken of
vastgelegd, de verontwaardiging die in
„De Kroniek" geuit werd.
Intuss^«n deden in Leiden de vreemd
ste eeri^bter, e ronde en werd veelal
uit de publicaties over deze kwestie, die
zelfs tot in de Tweede Kamer door
drongen. de conclusie getrokken, dat
ook wy eenige bemoeienis hadden ge
had met- deze stillegging.
Dit was voor ons reden om per brief
van 25 Januari de hoofdredactie van
„De Kroniek" te verzoeken in haar
eerstvolgend nummer te willen publi-
ceeren „dat het „Leidsch Dagblad" met
deze intrekking van de verschynings-
vergunning geen enkele bemoeienis
heeft gehad en hiervan eerst kennis
kreeg door de publicatie in Uw blad
van 19 Januari j.l." Aan dit verzoek
werd geen gevolg gegeven. Wij kregen
hierop het volgend schryven d.d 28 Jan.
„Naar aanleiding van Uw schry
ven d.d. 25 Januari 1946. waarin U
spreekt over hardnekkige geruchten,
die over het „Leidsch Dagblad" de
ronde doen, deelen wy U het vol
gende mede:
Aangezien bedoelde geruchten noch
ln ons blad noch in „De Patriot"
gesuggereerd of aangewakkerd zijn.
achten wy geen termen aanwezig
om de Redactie van „De Patriot" te
verzoeken, een publicatie als in Uw
schryven bedoeld, te doen; te min
der, nu er onzerzyds gedeeltelyk
aan haar feiteiyke juistheid gereede
twijfel bestaat".
w.g. J. J, de Blanken.
De grofheid vervat in den laatsten
zin van dezen brief zullen wy maar
■chouderophalcnd voorbygaan.
En nu lezen wy in „De Patriot", „ty-
deiyke voortzetting van „De Kroniek",
van Maandag 28 Januari:
Op 16 Januari J.l. kreeg onze Di
recteur, de heer J. J. de Blanken, by
een bezoek aan het Ministerie kennis
van den Inhoud van den brief be
treffende hej bevel tot staking, welke
dienzelfden dag zou worden verzon
den. Het was ons terstond duldeiyk,
dat dit bevel ons ten minste even
veel schade zou berokkenen als het
aan het „Leidsch Dagblad" kosteloos
voordeel zou opleveren. Was het onder
deze omstandigheden niet voor de
hand liggend, de Directie van het
„Leidsch Dagblad" te polsen, of zij
genegen was, ten opzichte van ons een
welvoeglyke houding aan te nemen
door een gedeelte van onze schade te
vergoeden? Dan zouden wy des te
beter in staat zyn geweest., onze be-
drijfsgenooten schadeloos te stellen.
I en ons weekblad verder op te bou
wen. De poging, daartoe door onzen
onder-Directeur aangewend, bleef
zonder resultaat. Derhalve waren wy
wel genoodzaakt, dr. Beekenkamp
voor deze schade aan te spreken. Wy
herhalen, dat het onderhoud van
onzen onder-Directeur met de Di
rectie van het „Leidsch Dagblad"
onder den drang der omstandigheden
heeft plaats gehad, nadat het bevel
tot staking aan onze Directie, en
wy zijn er bijna zeker van ook aan
die van het „Leidsch Dagblad" bekend
was geworden. Een andere voorstel
ling van zaken noemen wy ronduit
valsche voorlichting.
Naar aanleiding van bovenstaande
herhalen wy:
Op 19 Januari JJ. namen wy door
lezing van de publicatie in „De Kro
niek" van dien dag, voor het eerst
kennis van de van hoogerhand opge
legde stopzetting,
In het onderhoud, dat wij hadden
met den vertegenwoordiger van de
Directie van „De Kroniek", werd over
deze stillegging van hoogerhand met
geen woord gerept. Het verwyt van het
niet aannemen van een welvoegeiyke
houding onzerzyds, leggen wy dan ook
naast ons neer!
Wel komt nu het aanbod ons gedaan
op Donderdag 17 Januari, op het mo
ment dus dat de Directie van „De Kro
niek" van het verschyningsverbod wel
op de hoogte was, in een minder prettig
daglicht te staan.
Hiermede willen wij volstaan. Oprecht
doet het ons leed, dat een en ander
voor „De Kroniek", een blad dat in den
bezettingstyd zulk voortreffeiyk werk
heeft kunnen verrichten en heeft ver
richt, zoo geloopen is. Dat zij door boos
heid tot insinuatie overgaat siert haar
niet. Over de schuldvraag hebben wy
geen oordeel, daar wy niet op de hoogte
zyn van de besprekingen of de corres
pondentie, gevoerd tusschen het Mi
nisterie van Binnenlandsche Zaken en
de Directie van „De Kroniek"; boven
dien behoort deze uitspraak aan andere
daartoe meer bevoegde instanties.
Terwijl wy dit schryven, vernemen
wy dat „De Kroniek" alsnog vergun
ning gekregen heeft te bhjven verschy
nen. Uit den aard der zaak brengt dit
besluit geen verandering in ons
standpunt, tot uiting gebracht in ons
onderhoud dat wij met een vertegen
woordiger van dat blad op 17 Januari
hadden.
Wij onzerzyds wenschen haar met de
herverschUnlng geluk.
Tc Boara slechts in den familiekring
gevierd.
Het A.N.P. meldt uit Baarn:
De achtste verjaardag van Neerland's
Kroonprinses kenmerkte zich op de
zelfde wyze als de dag, toen zy het le
venslicht zag: een vriendeiyk zonnetje
bescheen ook thans weer het oude witte
paleis en de tuinen van SoestdJjk.
Toch was er verschil met acht Jaar
geleden. Heerschte er toen een groote
drukte zooals de geboorte van een prin
senkind placht mede te brengen, thans
verraadde niets dat er een hoogtijdag in
het paleis gevierd werd, behalve dan
dat in de omgeving van het paleis druk
gevlagd werd. Felicitatieregisters lagen
er niet ter teekening, in verband met
het feit, dat Prinses Juliana nog her
stellende is en met het oog op even-
tueele besmetting werd de verjaardag
van Prinses Beatrix slechte in den fa
miliekring gevierd en was er geen kin
derfeest.
De Baamsche Oranje Vereeniglng
bood vroeg ln den morgen ten paleize
voor de jarige prinses een boek aan, het
bekende boekwerk van Mien Labberton,
getiteld „Een jaar by de familie Bloeme"
In Den Haag maakten onderdeelen
van de gezagstroepen een marsch door
de stad.
Te Amsterdam werd ln het Leidsche
Boschje een Beatrix-linde geplant op
dezelfde plaats waar begin 1941 door
eenige N.SB.'ers het daagsch na de ge
boorte van de thans jarige prinses ge
plante Beatrix-boompje werd vernield.
Ondergeteekendewonende
note
verzoekt ^2. z00 spoedig mogelijk in te schrijven als:
Weekabonné k 26 cent per week.
Kwartaalabonné k f. 3.30 per kwartaal.
Over het kwartaal-abonnementsgeld kan per kwitantie bij vooruit
betaling worden beschikt.
Het kwartaal-abonnementsgeld wordt bij vooruitbetaling op giro
rekening 57055 van de N.V. Leidsch Dagblad gestort of over
geschreven.
"Abonné wenscht het kwartaal-abonnementsgeld automatisch van
zijn girorekening Noin het begin van ieder kalender
kwartaal te laten overschrijven en verzoekt -^5. de daartoe ver-
eischte machtiging ter onderteekening toe te zenden.
-19*
(Onderteekening)
Doorhalen wat niet gewensoht wordt.