DE DAG DER SOLIDARITEIT TWEEDE BLAD (Vervolg van pag. 3 van het le Blad). Dat bewijst echter aan den i anderèn kant, dat de politieke vormingskracht van de confes sies, hoe sterk zij ook ditmaal ge weest is, thans verloren is ge-- gaan. Met de confessies kan men de menschen blijkbaar niet meer binnen een bepaalden vorm van gemeenschap houden. Hetzelfde is aan den dag getreden in Ita lië, toen Badoglio probeerde het fascisme ter zijde te dringen. Wat is er toen gekomen? Een liberale of democratische impuls? De jongste democraat, die daar ver schijnt is de oude graaf Sforza. Ik geloof, dat hij 72 jaar is en dan is er nog een andere bij, die, naar ik hoor, 77 jaar is. Dat is wat het liberalistische en demo cratische burgerdom thans nog kan leveren. Daarvoor is in Zuid Italië een katholiek-communis tische partij ontstaan. De leider van de katholieke actie in Italië heeft nadrukkelijk verklaard, dat de katholieke actie in Italië in het geheel niets met deze ka tholiek-communistische partij te maken heeft, maar achter de republikeinsch-fascistische partij staat. Die is namelijk niet ver van schot. Hij weet. wat er uit dezen toestand kan ontstaan. Op den Balkan is het precies zoo. Daar hebben zich groepen van verzet gevormd, die de bosschen zijn ingetrokken en partisanen geworden zij# Oorspronkelijk wa ren het meerendeels militairen. Die waren nog nationalistisch. Nu is dat ook anders geworden. Op_ den Balkan heeft nu de com munist Tito de leiding in han den, dien Stalin tot bolsjewisten- géneraal benoemd heeft en Nieuw-Zeelandsche en Engelsche officieren, die aan valschermen bij Griekseh» partisanengroepen werden neergelaten, werden juist door die partisanen doodgescho ten. Dat zijn geen toevalligheden, dat zijn allemaal teekenen, die er op duiden, in welk° richting de cnfT"ikkDling kan gaan. DE TERREURAANVALLEN Houd: u één ding voor oogen: den totalen oorlog en zijn uit het steeds toenemend gebrek aan goe deren voortspruitende gevolgen. Het is thans reeds zoo, althans de tijd is niet al te ver meer, dat degene in Duitsehland, die van vroeger, volkomen wettelijk en in orde. nog een goedingerichte wo ning heeft, dit bezit mettertijd zal aanvoelen als een druk tegenover t die volksgenooten. die inmiddels alles verloren hebben, en dezen van hun kant zouden denzelfden toestand aanvoelen als een on recht. Wanneer de slachtoffers van de bombardementen in Duitsehland geen nationaal-socia- listen zouden zijn. zouden de ter- reurvliegers der Engelschen en Amerikanen inmiddels het bolsje wisme in Duitsehland sterk heb ben aangekweekt. Ik heb juist ge sproken met den burgemeester van Bochum, een zwaar geteis terde stad. Hij heeft mij beves tigd, dat zijn lieden alles op zich nemen, maar voor alles hun ge boorteland niet wildep verlaten. Zij komen terug, bouwen zich ver blijfplaatsen in de bergen; zij le ven in de meest primitieve om standigheden. Versagen kennen deze menschen niet. Alleen een vreeselijke ver bittering! Deze menschen willen hun lot verdragen en wanneer men hun zegt, dat de oorlog nog jaren kan duren, dan antwoorden ^zij: „dat geeft ook niets, slechts iets willen wij, vergelding en wraak moeten wij beleven". Kameraden. De vergelding gaat echter tegen Engeland en Ame rika, tegen het Westen. Ik wijs n op nog een kenmerk van deze geestelijke ontwikkeling waarvoor wij staan. Het bolsjewisme in het Oosten is gemeen, wreed, maar het is een strijd tegen mannen. De Engelsche en Amerikaansche vliegers vermoorden vrouwen en kinderen. Dat is het geboorte-uur van een doodelijken, niet mëer te overbruggen haat in het Duitsche volk. Ziet u, ik zou graag willen, dat P1611 zieh dat eens voor oogen houdt in de kringen, die zoo hee- lemaal zijn ingesteld op een En- gelsch-Amerikaansche overwin ning, opdat ook zij inzien dat vol komen objectieve omstandigheden pr bij ons in Europa deze volkeren- massa's stuwen in het colïecti- visme. Want zoo goede psycholo gen dienden toch tenslotte die lie den hier te zijn, dat zij weten, dat er onder het Duitsche volk en in heel Europa, en wel steeds sterker een vurig verlangen leeft naar een socialisme. Wan neer dit verlangen door het nationaal socialisme als volksch socialisme nieh"' vervuld wordt, doch deze menschen teleurgesteld worden, dan breekt deze teleur stelling als verbittering uit in het collectivisme. Wanneer wij -ons in Midden-Europa het nationaal- socialisme als ordenende gemeen schapsvorm wegdenken, heeft al leen het bolsjewisme, nooit het kapitalisme van het Westen, kans op succes. Kameraden! Een vreeselijke storm schokt ons thans tot in ons binnehste. Als zeelieden zult u weten, dat een schip, dat in een zwaren storm van het anker wordt losgeslagen, niet opnieuw aan het anker kan worden vastgelegd. Dan drijft het zonder hoop op redding rond waarheen de storm het voort jaagt. Zoo is het te begrijpen, toen de Führer zeide, dat geen burgerlijke staat in Europa de zen oorlog zal overleven. Ofwel het volksche socialisme zal als groote taak van onzen Führer in Europa de volkeren eens tot een nieuwe en betere ordening bren gen ofwel een tegelloos bolsje wisme breekt boven ons los. VOLKSCH SOCIALISME OF TEUGELLOOS BOLSJEWISME Het volksche socialisme ver schaft ons een revolutionair in zicht; volk is wat het bloed als een hoogere door het lot bepaal de eenheid heeft gevormd. Dat wij allen tegenover dit bloed ver plicht zijn en wij allen derhalve niets zijn en ons volk alles is, dat is de grondslag, volgens wel ke wij in machtspolitiek opzicht en volgens welken wij in socalis- tisch opzicht onze gemeenschap ordenen. Ik zeg: ook revolutionair. In mijn oogen is niet hij revo- lu^pnair, die ruiten ingooit, bar ricades bouwt en menschen op hangt. Revolutionair is hij, die in zich den- roep van den tijd zoo sterk voelt, dat hij bereid is al les achter zich te laten, alles wat hem dierbaar en aangenaam en nuttig was. Hij laat het achter zich. wanneer hij van een nieu we ordening innerlijk zoo over tuigd is, dat hij volstrekt niet anders meer kan doen. dan den nieuwen weg naar een nisuwe toekomst in te slaan. Kameraden, dit inzicht van het volksche socialisme is het, dat ons de maatschappelijke en eco nomische problemen en de kwes ties, die de ontwikkeling gebracht heeft, laat overwinnen. In die opvatting hebben wij den klassen strijd overwonnen. Want in die opvatting die ons het volk als een organische gemeenschap ep eenheid voorstelt, bestaat er geen klasse, die tegen een andere kan optreden, die egoistisch alles naar zich toetrekt en de andere vernietigt. Neen, het is ons vol komen duidelijk, dat in onze sterk ontwikkelde beschaafde we reld niet ieder afzonderlijk dra ger kan zijn van alle functies eener volksgemeenschap. Maar die menschen afzonderlijk zijn dragers van heel bepaalde pres tatiemogelijkheden binnen de volksgemeenschap. Zij zijn echter geen voorvechters van vertegen woordigers van zelfzuchtige, egois tische alles vernietigende elemen ten en' klassen. Wanneer dit ons duidelijk is, vinden wij de oplos sing voor menige vraag, waar- v<j>or wij komen te staan. Vooral de jongeren onder ons zullen zich de vraag stellen of het juist is, dat er een bezit van recht en een bezit van goederen bestaat, dat, de een iets heeft en dat de ander niets heeft. Wanneer wij ons het volksche socialisme als den organischen gemeenschaps vorm van het volk voor oogen stellen, dan kunnen wij een aan spraak op een recht bevestigen. Maar aan elk recht is ook een plicht tegenover de algemeenheid verbonden. Zoo verbindt zich voor ons het begrip van het recht te vens met dat van den plicht en wij onderscheiden thans eenhoo- ger begrip: dat van de verant woordelijkheid. Kameraden! Het gebouw, dat wij voor de volksgemeenschap willen optrekken is niet gereed; men heeft het ons niet laten af bouwen. Integendeel, men heeft dezen oorlog ontketend, opdat dit gebouw niet gebouwd zou worden, opdat niet dit slechte voorbeeld, of liever gezegd, dit goede voor beeld, voor de slechte zeden der anderen gevaarlijk zal worden. Wij zijn het er over'eens, dat er bij ons nog groote -esten van kapitalistisch denken aanwezig zijn. En wij hebben ook groote penetraties van collectivistische methoden. Daartoe dwingt ons de oorlog. Maar wij zijn hard en fa natiek besloten het socialisme door te zetten. Socialisten moeten wij zijn (bijval), kameraden. Deze geweldige unieke inspanning in de wereldgeschiedenis draagt de arbeider, de boer, de soldaat. En nu zult u het begrijpen, wanneer de Führer zegt: .,Ik zal uit dezen oorlog nog slechts als fanatieker nationaal-socialist terugkeeren" (bijval). Wij moeten dezen oorlog volhouden, want wij scheppen daarmede onze leefruimte. Wan neer ik leefruimte zeg, denkt u dan thans niet in de eerste plaats aan econonimsche dingen. Dat is de grondslag van de leef ruimte. Voor een groot econo misch gebied, dat de techniek tot stand brengt, en voor de vervol making van de verkeersmiddelen vallen geen slachtoffers. Het is iets anders. Het is de roep van een tijd, die zoo sterk is, die zoo rijk is aan groote leefwaarden, en die het leven waard maakt om ge leefd te worden, doordat wij aan elk individu bewijzen, waarom het leven voor hem waard is om te leven en schoon is. In elk Germaansch volk leeft het verlangen naar een zoodanige ordening, waarin de Germaansche mensch de leiding heeft, doordat hij zijn scheppende krachten op het gebied van de cultuur en van de wetenschappen uit zijn Ger- maanschen aard tot ontplooiing brengt en die hij met de krijgs mansdeugden uit zijn Ger maansch hart kan verdedigen. Daarom heeft ook elk Ger maansch volk eens zijn rijk ge had; Oost-Gothen, West-Gothen, Vandalen, Franken, zoo was ons eerste Duitsche rijk. Zoo hebben er rijken bestaan van de Scandl- naviërs, zoo hebben de Nederlan ders hun Nederlandsch rijk ge bouwd. Maar de rijken zijn voor het grootste deel verdwenen. Zij zijn vervallen. Zij beteekenden te gelijk ook een verspilling van de kracht van het ras, omdat het denkbeeld, waarom het ging, ver- valscht werd, het denkbeeld na melijk. dat het om niets anders gaat dan om de Germaansche or dening te stichten voor Germaan sche menschen. niet echter om het een of andere universalisti sche bovennatuurlijke of het een of andere materieele, economische denkbeeld te verwezenlijken. Van dit gezichtspunt uit verstaan wij thans de daad van Karei den Grooten, die de Germaansche stammen in het midden te zamen gedreven heeft in een rijk en daar mede den grondslag gelegd heeft voor de wording van het Duitsche volk. Deze daad is het uitgangs punt, dat thans tot een gebalde kracht van bijna 90 millioen is geconcentreerd en dat deze den geweldigen beslissenden strijd kan voeren om de toekomstige ont wikkeling van dit werelddeel en ten deele van de geheele wereld. Deze wording van het Duitsche volk is ook de uitkomst voor ons allen, want wanneer wij ops hier in het midden van Euro pa vijf, zes of zeven kleine volks- staten zouden moeten voorstellen, dan zou de ontwikkeling van het Oosten en Westen al lang over ons zijn heengejaagd- Derhalve ook de wensch van de anderen, Duitsehland weer te verpletteren en te verdeelen. Ons denkbeeld is revolutionnair, maar het is ook conservatief. Want alle geestelijke aanwinsten van Europa, vooral van onze Noordsch gerichte volkeren, brengen wij bij een. De Grieksche oudheid, de ge- loovige middeleeuwen, het levens krachtige humanisme al deze groote daden vatten wij thans te zamen in een culmineerend punt in het optreden voor ons, Ger maansche volken. Volgens dezelfde beginselen moeten wij Europa or denen. Wellicht bestaat thans de wensch hierin reeds een duidelij ker inzicht te krijgen. Maar men kan een zoodanige ordening niet aan de groene tafel maken, ka meraden; die wordt gevormd waar gestreden wordt en waar slacht offers vallen. •Wanneer uw vrijwilligers, kame raden, aan het Oostelijke front strijden en sneuvelen, dan vormen zij daar Europa en onze toekomst (bijval). Thans .echter zien wij reeds duidelijk de beginselen, vol gens welke dit nieuwe Europa en in dit Europa het nieuwe Ger maansche gemeenschaptgebied, moet worden gevormd. Het eerste beginsel is: voor elk Europeesch volk de vrijheid om volgens eigen aard te kunnen leven. En het tweede beginsel is de verplichting tot het gemeenschappelijke op treden van alle krachten voor de verdediging van het gemeenschap pelijke gebied (bijval). Het eene is ondergeschikt aan het andere. Deze wetten lijken wellicht een voudig. maar alleen eenvoudige wetten kunnen vorm geven. Vrij heid om naar den eigen aard te leven en gemeenschappelijk op treden voor de gemeenschappelijke leefruimte: dat is het parool, waarnaar het lot van Europa wordt bepaald en dat is het parool, waarop wij de nauwere Germaan sche lotsgemeenschap binnentre den. Dat is de vrijheid om naar den eigen aard, niet naar den wensch van elk individu te leven. Want het laatste zou een indivi dualisme zijn, dat het volk ver deelt. Het bepalende is de aard, de door het bloed gebonden aard. Deze moet de vrijheid bepalen, waarnaar men streeft. Ik moet u iets heel openhartigs zeggen. Wanneer wij, Duitschers, in eeni- gerlei gebied hier, b.v. in het Wes ten of in .Scandinavië enz. het gevoel zouden hebben, dat deze volkeren daar besloten en in staat zouden zijn de vrijheid van hun gebied te bewaren, en te verhin deren, dat invasies uit het Westen succes zouden kunnen hebben, of dat de terreurbommenwerpers van de Engelschen en de Amerikanen zonder krachtigen afweer over het land vliegen, dan zouden wij ge lukkig zijn, want dan zouden wij het lot van dit gebied rustig in handen van die menschen geven en Wij zouden naar het Oosten trekken om het lot daar voor ons en onze toekomst in veiligheid te brengen. WIJ HEBBEN GEKOZEN VOOR EUROPA. U moet voor oogen houden: wij koesteren in het geheel niet den wensch om over een door Duitsehland beheerscht Europa te heerschen. Wij koesteren slechts den wensch. dat er werkelijk slechts een Europeesch. een van zijn Europeesche zending bewust Europa bestaat en wel doordat wij onze groote taak in het Oosten vervullen, doordat wij dien storm loop altijd weer met ons zwaard en onze borst terugdringen. Daar toe zijn wij geroepen en hebben wij gekozen voor Europa (bijval). WAAROM DE DUITSCHERS NAAR NEDERLAND KWAMEN Kameraden, staat mij toe nog een heel concrete kwestie te be spreken. die niet zoo eenvoudig te bespreken is. Soms wordt tot ons en soms ook tot ij de vraag ge richt: waarom zijn de Duitschers hier gekomen en hebben zij ons land bezet? De toestand van heden geeft u het antwoord. Stelt u zich eens den toestand van he den voor, het oogenblik van den beslissenden strijd, waarbij de Engelschen en Amerikanen op een of andere wijze moeten stormloo- pen, dagr de bolsjewisten anders aan den anderen kant doodbloe den. Den geringsten tegenstand en den besten weg voor hun aanval zouden de Engelschen en Ameri kanen vinden over België en Nederland naar het hart van het Duitsche rijk. Kameraden, gelooft u, dat eenige Duitsche staatsman of een Duitsche generaal ook maar een rustig uur zou kunnen beleven, wanneer zij in den hui- digen militairen toestand Neder land zoo voor zich zouden zien als dit eruit za'g in Mei 1940? Neder land met zijn regeering, die met het hart aan den anderen kant stond. Nederland mei/ een leger, dat zijn taak in geen opzicht ver vuld heeft en vervullen kon. Niet als een teeken, dat de Nederlan der geen soldaat is, want de sol daat heeft aan den Grebbeberg goed gestreden en de Nederland- sche soldaat in het Oosten vecht voortreffelijk, maar geen Duitsche staatsman, die zich bewust is van zijn verantwoordelijkheid, niet alleen jegens zijn volk maar jegens Europa en de geheele wereld en weet wat het zeggen wil, dat Duitsehland moet blijven bestaan en sterk moet blijven, zou een Van Maandag 8 November 1943. rustig uur kunnen hebben wan neer dit vroegere systeem hier thans nog heerschte. Wellicht, heeft men dat in Mei 1940 nog niet algemeen ingezien, maai- gelooft u mij, de Führer heeft ,de ontwikkeling gezien, hij heeft geweten, wat er üi het Oosten opdoemde. Hij heeft ge weten, dat het Amerikaansche continent met zijn aanspraak op wereldheerschappij zou aantreden om over ons los te breken en om ons te verpletteren en te ver nietigen. Op het oogenblik, waarop de Engelschen hier vlieg velden zouden bezetten en zou den gaan landen en tegenover een op zichzelf onmachtige orga nisatie van militairen tegenstand zouden staan, zou het te laat zijn. Nooit had de Führer het voor de toekomst kunnen verant woorden, wanneer hij dit gevaar over het hoofd had gezien, dat rechtstreeks voor Duitschland's hart was ontstaan, een gevaar, dat niet alleen door de ontoerei kendheid en onbetrouwbaarheid van de vroegere regeering aan wezig was, doch ook door de bru tale vastberadenheid van de En gelschen en Amerikanen om op het gegeven oogenblik over alles, ook over Nederlandsche lijken, heen te loopen. Bij de Azoren hebben zij het precies zoo ge daan. Zij hebben het overal zoo gedaan en zij zouden het overal zoo doen, wanneer zij niet het Duitsche zwaard voor hun neus zouden zien. Nog een kwestie, die u interes seert, en waarover men u aan spreekt, wil ik behandelen: waar om mengen de Duitschers in Nederland zich dan in alles Waarom bemoeien zij zich prac- tisch met alle aangelegenheden; waarom beperken zij zich niet tot de militaire bezettingsaangele genheden? Kameraden, dat hangt samen met het feit, dat wij ons in een totalen, in den totaalsten oorlog bevinden, dat het ons, die vier jaren wereldoorlog en nog meer beleefd hebben, volkomen duidelijk is, dat er aan het slot een oogenblik van spanning ont staat, waarin absoluut geen grens meer mogelijk is tusscjben wat belangrijk voor de oorlogvoe ring en militair is, en hetgeen particulier en civiel is. Dat we ten wij ook uit onzen binnen- landschen politieken strijd, vooral in de Oostmark, heel nauwkeu rig. Er bestaat geen mogelijkheid van organisatie van openbaar karakter, die op een dergelijk oogenblik niet op de een of an dere wijze doör de tegenstanders wordt uitgebuit voor bewegingen van verzet. De lieden, die aan het hoofd staan van dergelijke legale organisaties zijn wellicht argeloos en meenen uit een, zij het ook verkeerd begrepen pa triotisme, iets te kunnen dulden, dat in werkelijkheid reeds een voorbereiding is om ons in onzen beslissenden strijd bij de keel te grijpen. Ik bespreek dat voor u, Nederlandsche kameraden, want gij zijt degenen, die het leed draagt, die wellicht het zwaarst gebukt gaat onder een zekere tweespalt, wanneer ge aan den eenen kant tot uzelf zegt: men moet toegeven, dat de Duitschers hun maatregelen nemen uit een zeker oogpunt van voorzichtig heid, maar aan den anderen kant dit aanvoelt als een voort durende beperking en neerdruk king van het Nederlandsche le ven. Wij hebben ook de moge lijkheid moeten geven om be paalde organisaties op te richten waarin voldaan kan worden aan bepaalde behoeften van de ge meenschap Nemen wij b.v. de Winterhulp of den Volksdienst. Met deze organisaties moeten werkelijk belangrijke sociale functies vervuld worden, die om redenen van het algemeen be lang in andere vormen niet meer geduld kunnen worden. Dit ge schiedt echter niet opdat zij op de een of andere wijze door ons speciaal gevormd worden, doch uitsluitend, opdat zij geschieden in een vorm, waarin zij niet tegen ons .kunnen worden gebruikt. Want dat zou ik u willen zeg gen: de laatste zin, het doel en de rechtvaardiging voor ons om dat allemaal te doen, bestaat en kel en alleen hierin, dat wij voor elk geval onze voorzorgmaatrege len moeten nemen. Immers niet alle Nederlanders zijn nationaal socialisten. Wan neer het overwegende deel natio- naalsocialist zou zijn, wanneer het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1943 | | pagina 5