ide van den Rijkscommissaris Over oorzaken en gevolgen van ernstige gebeurtenissen in Nederland Jaargang Donderdag 20 Mei 1943 No. 25502 Rij kscommissaris sekt: EERSTE BLAD Radiouitzending van de rede van den Rijkscommissaris. EIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN ouder aan schouaer stond middag de menigte in de in licht badende hal van plaats in het Oosten des >r luiden bijval begroet. De- de Rijkscommissaris, Rijks ter dr. Seyss-Inquart onder onen van een marsch, ge- door een muziekkorps der en SS. door "een haag, ge- door mannen van den rlandschen Arbeidsdienst, de an de groote fabriek, waar- bijeenkomst plaats had. machtige machine voor in de die hoog uitstak bpven alle werkstukken, diende hem preekgestoelte. De aanwezi- werden op zeven duizend at. A.N.P. zendt uit s-Gra- ige volgend verslag: leider van het Arbeitsbe- der N.S.D.AP., Haupt- tleiter Schmidt, opende de chtige bijeenkomst met de den: „Als nationaal-sociaiis- ïebben wij voor deze demon- de plaats van den arbeid ien om daarmede dit vast te n: zoo lang er nationaal - listen zijn, behooren aan nationaal-socialisten de fa- sgebouwen en straten." Aan revolutionnairen strijdroep een daverenden weerklank verbond hij woorden van aan den Rijksminister die ■ende heel den bezettingstijd ■echten politieken koers heeft urd en die voor ons steeds olitieke leider is. t den groet, dien hij den sinister bracht, stemden de lerden duizendvoudig in. arna nam de Rijkscommis- het woord: Nationaal socialisten, eraden. t begin van deze maand Mei it in Nederland ernstige ge- tenissen en, nu de opwinding, met dergelijke gebeurtenissen ard gaat, voorbij is, blijft het el van doelloosheid en zinne- leid en tenslotte blijven er ïrstelling en haat. s vertegenwoordiger van de ttende mogendheid zou ik mij ten vergenoegen met te con- ieren, dat tegen deze gebeur- isen energiek werd opgetreden at de orde snel hersteld was, r als politicus gevoel ik mij licht mij met deze gebeurte- in, met haar oorzaken en ge ien bezig te houden en ik deins TOor niet terug, ik wensch dat heb mij voorgenomen om van tevens een gesprek tus- n ons hier te maken. Dus op ilaats, vanwaar deze onrust is egaan, en wel omdat ik van ning ben, dat, wanneer ik in leel der provincie spreek, mijn rden zullen doordringen, dat iullen worden doorgegeven en komen tot de menschen, m een oogenblik van hum ver ing en opgehitst-zijn geloofd ten zichzelf en den anderen voordeel te zijn door tot on en ordeloosheid te vervallen, is de reden waarom ik hier ek, om dichter bij hen te zijn ■net dringender woorden te ken, want nog altijd wensch kt mijn betrekkingen tot de erlanders niet worden geleid net argument der wapenen, door de argumenten van randige overwegingen, spreek verder hier in de na- aal-socialistische gemeenschap Duitschers en Nederlanders, strijd- en lotsgemeenschap die immers juist in harde naar waarde moet bewijzen, rom moet dit gesprek ook ons gelijkheid geven erover na ™ken, hoe deze gemeen- PPelijke weg, die ons samen gebracht heeft, ook in het vervolg tot een goed doel leidt. Vooral jegens u, Nederlanders, gevoel ik mij daar thans toe verplicht en ook bereid, want. daarover is geen twijfel mogelijk, gij Nederlandsche nationaal-socialisten moet en zult de verantwoordelijkheid voor uw Nederlandsche volk dragen. Hoe de dingen zich ook ontwikkelen dit is onze overtuiging, dat gij de dragers van den politieken wil in dit land zajt. r WAAROM DIT ALLES? Daarom vraag ik; waarom was dit alles? Wat moet er thans ge beuren? Het uiterlijke verloop der gebeurtenissen is bekend. De Wehrmachtsbefehlshaber heeft beschikt, dat de Nederlanders, die in Mei en Juni 1940 uit de krijgsgevangenschap werden ont slagen met bepaalde uitzonde ringen weer in krijgsgevangen schap zullen worden gebracht. Hij heeft het recht daartoe. Niettemin wil ik verklaren, waarom het tot dezen maatregel is gekomen, want deze situatie is nieuw. Waarom is deze situatie nieuw? Omdat het uniek is, dat in het verloop van een krijgson- derneming reeds na veertien da gen de mannen, die door de capi tulatie in krijgsgevangenschap waren geraakt, hun vrijheid her kregen en naar hun land terug keerden. Dat is zóó uniek, dat de vijandelijke zender op deze aanspraak op terugvoering in de krijgsgevangenschap niet eens wat aan te merken had, dat hij geen volkenrechtelijke bedenking kon inbrengen, maar verklaard heeft, dat het ongetwijfeld on gewoon zou zijn, dat honderd duizenden na een capitulatie niet in krijgsgevangenschap gevoerd worden, maar teruggegeven aan hun land, hun gezin en hun be roep, hoewel de oorlog, het groote conflict, waarom het in deze wereldworsteling gaat, niet geëindigd is. De Wehrmachtsbefehlshaber heeft er op gewezen, dat de hou ding onder deze vrijgelaten krijgsgevangenen niet zoo was, dat hij het kon verantwoorden, hen in dezen tijd zonder onder zoek in deze vrijheid te laten. Dat geldt in het bijzonder voorzeker hen, die in het actieve soldatenberoep waren, die eigen lijk na de capitulatie zonder be roep waren en daardoor zeker gemakkelijk konden afglijden. Maar het belangrijkste is nog iets anders. Het belangrijkste zijn de plannen van onze vijan den op dit oogenblik nu de strijd in het Oosten met een steeds duidelijker overwicht der Duit- sche en Europeesche legers op zijn beslissing aangaat. Op dit oogenblik, evenals een jaar ge leden, schreeuwt Stalin om het tweede front en in dit moment, nu het weer eens om Europa gaat, zooals om de paar eeuwen het geval is, willen de Atlantische mogendheden, Engeland en de Ver. Staten, dezen in het Oosten vechtende troepen door een lan ding in het Westen den dolk stoot in den rug toebrengen. Tenminste dat beweren zij. Maar hoe willen zij het doen? Want gij weet zelf hoe sterk on ze kusten zijn, hoe vooral de ver sterking der havens is uitgebreid, zoodat het nauwelijks waarschijn lijk is dat een poging daar succes heeft. Dan komt het denkbeeld, dat men probeert als is het maar een manoeuvre met uit de lucht gelande troepen, met aan land gebrachte commando's, met uitgeworpen wapenen en met het oproepen dergenen, die eens in het Nederlandsche leger ge diend hebben, een schijn-front te vormen. In ieder geval gelooven wij dat wij van den vijand een dergelijk gewetenloos en onbe dachtzaam optreden zouden kun nen verwachten. Het is niet aan twijfel onderhevig dat het eind vtn elk manoeuvre van dezen aard het einde zou zijn van de elementen, die er aan zouden medewerken. Het is echter mogelijk, dat de op geleide soldaten of sommigen van hen, die immers een zekere mili taire discipline gewend zijn, aan zulk een oproep gehoor zouden geven al was het maar ten deele. Ver dei heeft de vijandelijke zen der er op 27 Februari over ge kletst, dat Duitschland eenmaal bezet moet worden en dat daar voor ook Nederlandsche mannen gebruikt moeten worden. Deze argelooze engel van de radio heeft daarbij gezegd, dat men daardoor de taak der bolsjewis ten moet en wil verlichten. Dat zou een grimmige waarheid zijn Nederlandsche mannen, hoe denkt gij, dat het Duitsche volk er op zou reageeren, wanneer hier uit het Westen of uit Enge land en Amerika iemand het zou wagen het vaderland te bezetten van de soldaten die hun bloed of feren, opdat Europa vrijblijft. Het is een grimmige waarheid, wanneer deze argelooze engel gezegd heeft, dat daardoor de taak der bolsjewisten verlicht zóu worden. Met het oog op de grootmoedig heid van den Führer en de zoo vroegtijdige vrijlating zijn deze plannen van den overkant niets dan misbruik en misdaad en daar wij juist door de verantwoorde lijkheid, die wij dragen, op alles voorbereid moeten zijn en ook de geringste mogelijkheid van het in gevaar brengen van ons Oostelijk front uit den weg moet ruimen, hebben wij ook de kleinste gele genheid tot verwezenlijking dezer plannen moeten verhinderen. Het is voor de Nederlanders ook beter dat de dingen zoo in het reine zijn gebracht. Maar degenen die thans in de krijgsgevangenschap terug moeten keeren, kunnen het emigrantencomité in de Londen- sche schuilkelders, dat van den overkant af ophitst, dankbaar zijn Het is nog nooit zoo duidelijk ge worden als door dit voorbeeld, dat slechts hij kan en mag leiden, die zelf midden in het volk staat en weet wat er in het volk leeft. Emigranten weten dat nooit. Emigranten hebben er nog slechts een voorstelling van, hoe het eens was, toenzij het land verlieten. Al het andere zijn wankele wenschdroomen. Maar wat in het volk leeft, wat het volk beweegt, wat het volk noodig heeft, dat weten de emigranten niet meer. Kameraden, het was immers zoo teekenend, dat op 12 Mei de mannen aan den overkant, die tot dat oogenblik hadden opge hitst, opeens begonnen te stame len; zij wisten niet wat er ge beurd was om te kunnen zeggen wat er gebeuren moest. Wanneer deze mannen niets weten, kun nen zij beter hun mond houden. Het staat ook volkenrechtelijk volkomen vast, dat het voor een regeering noodig is, dat zij de werkelijke macht heeft om de re geering feitelijk uit te oefenen. Volkenrechtelijk wordt een groep menschen, die zich regeering noemt, maar geen macht heeft om de verantwoordelijkheid te dragen, niet als regeering erkend. En zoo begrijp ik ook artikel 21 van üw grondwet, waarin ge zegd wordt, dat de Nederlandsche regeering nooit haar zetel buiten het land mag verplaatsen, anders is zij geen regeering meer. Kame raden, dit moet duidelijk voorop gesteld worden: wie iemand volgt die volkenrechtelijk niet als ver antwoordelijk beschouwd kanwor den, plaatst zich zelf buiten het volkenrecht. Hij valt onder het oorlogsrecht: Nationaal-socialisten, wat wij geconstateerd hebben, heeft ons niet met vreugde vervuld, dat kunt ge gelooven, maar het was een belevenis, die ons met ver ontwaardiging vervuld heeft, toen wij zagen, dat deze opgehitste en verleide mannen en vrouwen ten slotte in den steek werden gela ten en wel door de lieden van den overkant en de raddraaiers aan deze zijde. Dezen hebben steeds beweerd, dat de Duitschers niet kunnen ingrijpen, dat ze het standrecht in het geheel niet kunnen afkon digen, dat ze de vonnissen niet kunnen voltrekken. Ja, kamera den de Duitschers kunnen niet alleen, zij móéten want de Duit schers moeten veel meer kurfhen. Zij moeteh thans een bovenmen- scheljjke krachtsinspanning ont plooien om Europa te redden. Dat is juist wat ons de rust en de zekerheid geeft om iederen maatregel te nemen, al is hij nog zoo hard, als wij hem maar voor de geschiedenis kunnen verant woorden, omdat hij juist voor de redding van Europa noodig is. Er zijn hier stakersbewegingen en daden van sabotage geweest. Er is geen algemeene staking ge weest. Het aantal dergenen, die ordelijk bleven of snel tot de or de terugkeerden, is overweldi gend groot in verhouding tot het aantal van hen, die 24 of 48 uur zich aan de orde hebben onttrokken. Maar wij konden in dezen toestand ook niet de ge ringste ordeverstoring dulden. Daarom heb ik mijn besluit ge nomen en het politiestandrecht afgekondigd, eerst over vier pro vincies en daarna over het ge- heele land. Het Duitsche uitvoe rende gezag, onder leiding van den höheren SS und Polizeifiih- rer heeft de gestelde taak in kor ten tijd volbracht. In ieder ge val is het duidelijk geworden en moet ieder weten, hoe ernstig de toestand wordt bij een poging om hier in het land de orde te verstoren. Wellicht ziet nien thans in, dat de lankmoedigheid aan onzen kant niet voor zwak heid mag worden aangezien. Nationaal-socialisten, de maat regelen, die wérden getroffen, hoe ernstig ze ook in hun gevol gen waren, zijn alle onder mijn verantwoordelijkheid genomen. Ik moet het uitvoerende gezag en al mijn instanties mijn waardeering uitspreken voor hun dufdelijk en vastberaden optreden en consta- teeren dat hun samenwerking volkomen was. DE STANDGÉRECHTEN. Ik wil een speciaal woord over de standgerechten zeggen. Ik deins er niet voor terug juist te spreken over de dingen, die het hardst en het ernstigst zijn. Standgerechten hebben een zeer zware taak. Eenerzij ds moeten zij door bliksemsnel ingrijpen waar schuwen en een uitbreiding ver hinderen en daarbij moeten zij toch zooveel mogelijk de schuldi gen, de verantwoordelijken tref fen. Dat is zeer moeilijk, want de verantwoordelijken, de werkelijk schuldigen, loopen bij dergelijke gebeurtenissen gewoonlijk niet op straat. Ik geloof te mogen zeggen, dat de standgerechten hier ge daan hebben, wat zij konden. Zij hebben, waar zij konden, de verantwoordelijke personen, leiders van dienstinstanties, bedrijfslei ders, enz. gearresteerd en wan neer zij hun verantwoording heb ben vastgesteld, dan heeft hun hun positie geen voordeel gebracht, integendeel, dan werden zij nog meer verantwoordelijk gesteld. Ik weet met welk een zorgvuldigheid de gerechten gewerkt hebben, want er was iets aanwezig wat bij standgerechten zeldzaam is: er waren vrijspraken, er waren ge vallen, waarbij de zaak aan de gewone rechtbanken werd overge dragen wanneer de stand van za ken niet duidelijk was en er was een heel groot aantal vonnissen, waarbjj het standgerecht my ter stond gezegd heeft: voltrekt u a.u.b. de doodvonnissen voorloopig niet, laat ons wachten, hoe de zaak zich verder ontwikkelt. Kameraden I Het is treurig, dat er zooveel slachtoffers gevallen zyn. Wij moeten ze op de oorlogs rekening zetten, evenals wij het niet slechts verscheidene malen, Dit Nummer bestaat uit 8 Pagina's. maar vele malen grootere aantal slachtoffers op de oorlogsrekening moeten zetten, die ten offer ge vallen zijn aan de bomaanvallen der Engelschen en Amerikanen hier in Nederland, niet in Duitsch land. De aanval op Rotterdam heeft meer offers gekost en meer onschuldig bloed dan noodig was om hier de orde te herstellen. Ook onder de Nederlanders is het element van ordening sterk geweest. En dit heeft er voor ge zorgd, dat de orde weer spoedig hersteld is? Gij, Nederlanders, zult jegens mj zooveel begrip en ook goeden smaak aan den dag leggen, dat ik dezen Nederlanders niet mijn dank betuig, want wat zij gedaan hebben, dat hebben zij gedaan uit een gevoel éan verant woording jegens hun Nederland sche volk en zij mogen het be wustzijn medenemen, dat zij door hun krachtig optreden en door het feit, dat zy opkwamen voor de ordening, erger hebben ver hinderd. Wij zelf. zijn in natio- naal-socialistische lotsgemeen schap aaneengesloten gebleven, een gemeenschap, die steeds hechter aaneen gelascht wordt tot een blok, dat juist de drager zal zyn van de toekomst van dit land. Ik heb by deze gelegenheid ver schillende feiten geconstateerd. Een dezer feiten is, dat overal waar de leiding - hetzij in bedrij ven of in dienstinstanties - zich van haar verantwoordelijkheid bewust was, de rust bewaard werd. Overal, waar de leiding bespeurd heeft: er komt onrust en tot zich zelf gezegd heeft: dat geeft onge lukken en toen opgetreden is. ge waarschuwd en toegesproken heeft, daar bleef het rustig. Overal waar dat niet het geval was, ontstond onrust. Wij hebben hier ook geconstateerd, dat er be drijven en dienstinstanties waren, waarin de leiders en het hoogere personeel en ook het personeel van het middensoort, dat blijk baar tevoren had opgehitst, aan hun schrijfbureaux zaten en zich in de handen wreven. Zij zijn aan hun schrijfbureaux blijven zitten, om te kunnen zeggen: wij hebben er niet aan mee gedaan. Dat is een lafheid en een schaamteloosheid tegenover de misleide arbeiders. Ik gelast verplichtend voor de toekomst, dat de leiders der be drijven jegens mij verantwoor delijk zijn voor de orde in het bedrijf, dat het een ambtsschen- ding van hen is, wanneer zii niet bemerken, dat er onrust ontstaat en wanneer zij dan niet met dien overeenkomstig initiatief optre den. Niemand moet juichen dat ditmaal de bliksem naast hem is ingeslagen. Wij hebben allemaal nog iets anders moeten constateeren, n.l. hoe verschrikkelijk gevaarlijk een dergelijk opgeschroefd avontuur juist voor het Nederlandsche volk zou kunnen worden. Ik wil er niet eens aan denken wat er gebeurt, wanneer eventueel de uitvoerende macht volledig optreedt en des noods, bij overneming van de uit voerende macht door den Wëer- machtsbefehlshaber de weermacht zelf met haar zware wapenen moet ingrijpen. Ik denk slechts aan de bepaald precaire levens middelenpositie in dit land. Wan neer in een toestand, waartoe het hier gekomen is, de melk wordt verspeeld wanneer inrichtingen De rede van den Rijkscommis saris wordt vandaag van 17.00 tot 18.30 uur over den zender Hilver sum I en van 20.00 tot 21.30 uur over den zender Hilversum II uitgezonden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1943 | | pagina 1