PLICHTING TOT AANMELDING VOOR
DEN ARBEIDSINZET
Naar beslissing in Tunesië
Jaargang
Zaterdag 8 Mei 1943
No. 25492
^ggehoofd heeft be-
jrijke taak vervuld.
Het Poolsch-sovjet-
conflict.
EEN „REGEERING'
ZONDER VOLK.
GEMENGD NIEUWS
„HIJ DIE VOORGAAT"
srreit]
mah|
ima
met
uw.
2.75
als
<t foi
ter
Kant
?-g.
EIDSCH
DAGBLAD
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
6e
uur
5602.
60
ÜljMet Verordeningenblad is opgenomen een beschikking van den
"Bmmissaris voor het bezette Nederlandsche gebied (Commissa-
rtrai®eraal voor Bijzondere Aangelegenheden) betreffende de ver-
g tot aanmelding voor den arbeidsinzet.
Ispirftn wordt bepaald:
1.
Jmflle mannen in den leeftijd van 18 tot 35 jaren, die wonen in
—ll^zette Nederlandsche gebied en die niet behooren tot de onder
emde personen, moeten zich aanmelden bij het voor hun woon-
bevoegde gewestelijk arbeidsbureau (in het vervolg „arbeids-
genoemd)respectievelijk bij het bevoegde bijkantoor, in over
fing met bijzondere oproepingen der arbeidsbureaux.
tot aanmelding verplichte personen van Duitsche nationali-
:n zich aanmelden bij den Duitschen „Fachberater" van het
woonplaats bevoegde arbeidsbureau.
aanmelding geschiedt op een bijzonder formulier, dat be-
wordt gesteld door de arbeidsbureaux (bijkantoren).
2.
Van de aanmelding ingevolge 1 zjjn vrijgesteld:
■Personen van Duitsche nationaliteit, die in dienst zijn van
Ax van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche
led, van het arbeidsgebied van de Nationaal-Socialistische Duitsche
ierspartij in Nederland, haar onderdeelen of aangesloten orga-
Personen van Duitsche nationaliteit, die in dienst zijn van bu-
van de Duitsche Weermacht, der „Waffen-SS", der Duitsche
of van den Rijksarbeidsdienst.
De ambtenaren en arbeidscontractanten van het Rijk, de pro-
de gemeenten en de overige publiekrechtelijke lichamen, als-
de personen die in dienst zijn bij de Nederlandsche Spoorwegen,
:t Staatsbedrijf der P.T.T. en bij de Nederlandsche Bank.
Leden der voormalige Nederlandsche zee- en landmacht, voor
zij krachtens de bekendmaking van den Weermachtsbevel-
r in Nederland van 29 April 1943 onderworpen zijn aan de
oepingin de krijgsgevangenschap.
De personen, die reeds ingevolge 9 der Beschikking no. 331943
'f«nde de sluiting van bedrijven, tot aanmelding verplicht zijn.
Geestelijken, alsmede personen, die tot een orde behooren.
De Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
missaris-generaal voor Bijzondere Aangelegenheden) kan an-
vrljstellingen van de verplichting tot aanmelding ingevolge 1
,an.
3.
De tot aanmelding verplichte personen dienen in beginsel per-
jjk op het arbeidsbureau (bijkantoor) te verschijnen en op ver-
ille noodzakelijke bescheiden over te leggen, alsmede alle ver-
e inlichtingen te verstrekken.
Voor zoover tot aanmelding verplichte personen op arbeidscon-
werkzaam zijn, moet de werkgever de verklaring van den tot
Iding verplichten persoon betreffende den duur van de arbeids-
nkomst op het formulier bevestigen door zjjn onderteekening en
eel door een firmastempel.
4.
Tot aanmelding verplichte personen en werkgevers, die in
handelen met de bepalingen dezer beschikking of trachten
e ontduiken, dan wel opzettelijk of door schuld onjuiste op-
verstrekken, worden gestraft volgens artikel 4 der Verorde-
no. 16-1943, voor zoover niet op grond van andere bepalingen
aardere straf is verbeurd.
Uitlokkers, mededaders en medeplichtigen, worden op gelijke
gestraft als de dader.
e beschikking is op 7 Mei in werking getreden.
1265
1588
2113
2530
2749
3011
3200
3371
3700
4120
4475
4871
5201
5460
5745
6013
6338
6675
6835
7157
7550,
791(
33891
369SI
3891
3140
3445
3911
3205
1590
1920
.096
322
639
860
1307
1744
OIO
302
611
965
1741
495)
9031
1651
551
333 1
L97 J
1791
A.NP.-correspondent te
fn meldt:
heeft er allen schijn van,
jle gevechten in Tunesië thans
beslissing tegemoet gaan.
'de volle kracht van hun
lacht, die zoowel wat man-
ppen als materiaal betreft,
duitsche zijde als een tien-
ge wordt aangegeven, on-
ïen de Geallieerden zoo-
Noord- als in Midden-
sië aanvallen van een bui-
fwone hevigheid, die in het
van Medjez-el-Bab reeds
ten verscheidene kilometers
i doorbraak in de richting
lis hebben geleid. Nog zijn
evechten aan den gang, doch
ositie van de op verschil
punten tegelijk aangevallen
che en Italiaansche strijd-
iten, die ten deele stellin-
het gebergte hebben be-
fen, schijnt verre van benij-
waardig. Naar van Duitsche
wordt onderstreept, verde-
verwonderlijk zwakke
1 krachten, het 230 KM. lange
fc waartegen de Amerikanen
ngelschen, voor wie dit op
ogenblik het eenige strijd -
sei is, waarop zij actief oor-
foeren, met alle kracht aan
een. in het uiterste Noorden
de kust een sterke
che strljdmaoht op in de
richting van Bizerta. terwijl deze
belangrijke havenstad eveneens
het doel is van de Amerikaan-
sche troepen, die Mateur hebben
bezet. Bizerta wordt aldus van
twee kanten bedreigd. Het
zwaartepunt van de aanvallen
ligt meer in het midden, bij
Medjez-el-Bab, waar het Brit-
sche 1ste leger met sterke pant
serstrijdkrachten opereert. Het
doel is kennelijk een wig te drij
ven in de strijdkrachten van de
Spil en de laatste overgebleven
verbinding tussehen beide be
langrijke centra Bizerta en Tunis
af te snijden.
De „Berliner Börsen Zeitung"
wijst er in een commentaar op
het verloop van den strijd in Tu
nesië op. dat het bruggehoofd zijn
taak vervuld heeft. Het blad is
vol lof voor de Afrikastrijders, die
in tallooze gevechten de verstrek
kende vijandelijke plannen zoo
lang vertraagd hebben, dat hier
aan geheel anders het hoofd kan
worden geboden. Aan den rand
van den oorlog valt geen beslis
sing, deze valt slechts in het cen
trum van het oorlogsgebeuren
zelf. De ontwikkeling, die de
strijd in Tunesië genomen heeft,
zoo besluit de B.B.Z., isvo:rons
smartelijk, doch wij weten, dat
de wetten van den oorlog hard
zijn.
De plv. sovjet-commissaris van
Buitenlandsche Zaken Wysjinsky
heeft op 6 Mei voor vertegen
woordigers van de Britsche en
Amerikaansche pers te Moskou
een lange verklaring afgelegd
over de Poolsch-Sovjet-Russi-
sche betrekkingen, die eenig licht
werpt op de dramatische tragiek
van het Polendom in de Sovjet-
Unie. meldt het D.N.B.
Wysjinsky probeert te bewij
zen, dat de Polen, die na de in
eenstorting' van Polen in de Sov
jet-Unie zijn gekomen, de welda
den der Sovjet-regeering met
ondank hebben beloond. Zoo
heeft het op Sovjet-gebied krach
tens het verdrag met de Sikorski-
groep gevormde Poolsche leger
geweigerd naar het Sovjet-Rus-
sisch-Duitsche front te gaan en
aan den anderen kant hebben
de in de Sovjet-Unie toegelaten
Poolsche diplomatieke vertegen
woordigingen de verdenking ge
wekt, sabotage en spionnage te
plegen.
Onder deze omstandigheden
was de Sovjet-regeering gedwon
gen sanctiemaatregelen te ne
men, die deels hebben bestaan
in gerechtelijke vonnissen, deels
in deportaties, deels in het niet
verstrekken van levensmiddelen
voor de militaire formaties. Zoo
deelde Wysjinsky o.a. mede, dat
sedert 1 April 1942 nog slechts
44.000 man van het oorspronke-
lije 96.000 man sterke Poolsche
leger levensmiddelen hebben ge
kregen. Het aantal Poolsche offi
cieren, dat dan voor de nieuwe
Poolsche formaties kon worden
gerecruteerd, bedroeg slechts, al
dus Wysjinsky. 2630 man omdat,
naar hij beweert, er niet meer te
vinden waren.
Hierdoor wordt, naar Duitsche
opvatting, van toonaangevende
Sovjetzijde toegegeven, dat de
overige 10.000 Poolsche officieren
verdwenen zijn, m.a.w. de moord
van Katyn, waar deze 10.000 mi
litaire personen zijn gevonden,
wordt indirect bevestigd.
In de verklaring van Wysjinsky
is ook de passage opmerkelijk,
waarin hij zegt, dat alle bewerin
gen, dat de Sovjet-autoriteiten
de Poolsche staatsburgers, ,,wier
aantal niet groot was", belet zou
den hebben de Sovjet-Unie te
verlaten, onjuist zijn. Hiertegen
over staat, naar van toonaange
vende Duitsche zijde wordt ver
klaard, dat volgens Poolsche zijde
het aantal Poolsche burgers, dat
vermoedelijk in de Sovjet-Unie is
minstens 1.5 millioen bedraagt,
onder wie zich niet minder dan
400.000 kinderen hebben bevon
den. Wanneer Wysjinsky ver
klaart, dat nauwelijks meer dan
12.000 Poolsche burgers de Sov
jet-Unie hebben verlaten en wel
in verband met de evacuatie van
Poolsche soldaten naar Iran, kan
men terecht de vraag stellen:
Wat is er dan van de overigen
geworden?
De verklaring van Wysjinsky,
zoo wordt te Berlijn ten slotte
verklaard, laat er geen twijfel
over bestaan, dat Katyn een
uiting is van een principe, dat
nog veel vreeselijker bijzonder
heden doet vermoeden dan men
totdusver kon veronderstellen.
Davies brengt boodschap van
Roosevelt over. - Uit Washington
wordt gemeld:
Roosevelt heeft op de pers
conferentie medegedeeld, dat de
voormalige Amerikaansche am
bassadeur in de sovjet-unie, Da-
vies, zich met een buitengewone
boodschap van Roosevelt aan
Stalin naar Moskou zal begeven.
EN IN STRIJD MET HET
RECHT.
ATAE huidige oorlog is in een
T I beslissend stadium getre-
en thans eerst dringt
tot iedereen het besef door wat
een totale oorlog beteekent. Het
Duitsch-Poolsche conflict, dat in
den zomer van 1939 is uitgebro
ken, was voor de Britsche en
Amerikaansche machten aanlei
ding de wereld in den oorlog te
storten en het jonge naar sociale
gerechtigheid hunkerende Europa
te belagen. Zonder mededoogen
en erbarmen is deze oorlog over
Europa gekomen. Worden de ver
nietigende elementen niet voor
Europa's grenzen tot staan ge
bracht, dan zal ons oude wereld
deel in een puinhoop verande
ren. Iedere Europeaan heeft tot
taak dit te voorkomen en hij
heeft deze taak niet alleen op
zich te nemen op grond van zijn
Europeesch gemeenschapsgevoel,
doch eveneens zal zijn eigen
zelfbehoud dit vereischen. Katyn
heeft velen de oogen wijd doen
opengaan en het beeld getoond
wat te wachten staat bij een
bolsjewistische overwinning. Ge
vluchte ministers, die nog steeds
van verre trachten het Neder
landsche volk van de werkelijk
heid af te houden, moeten toch
inzien, dat zij in Londen geen
zeggenschap bezitten, immers zij
kunnen zich spiegelen aan hun
Poolsche collega's. Deze Neder
landsche uitgeweken ministers
vormen een propaganda-instru
ment in Britschen dienst. An
ders kan het ook niet zijn, want
was dit niet het geval, dan zou
men te doen hebben met een re
geering, zonder volk. Af en toe
meent dit comité te Londen ons
Nederlandsche volk bepaalde
plichten te kunnen opleggen en
vergeet daarbij, dat het krach
tens het Landoorlogsreglement
van 18 October 1907 daartoe niet
bevoegd is. Bovendien zegt de
Nederlandsche grondwet in arti
kel 21: „In geen geval kan de
zetel der Regeering buiten he}
Rijk worden verplaatst." De uit
geweken Koningin en haar mi
nisters hebben dus door de vlucht
naar Engeland - buiten >et Rijk
- vrijwillig alle rechten opgege
ven. Het volkenrecht verbiedt
het, dat de emigranten te Lon
den als wettige Nederlandscho
regeering optreden.
Ons volk moet begrijpen, dat
de bezetting en de door haar uit
te vaardigen bepalingen volledig
in overeenstemming zijn met het
geldende recht. Het Landsoor-
logsreglement verbiedt verder
een gevluchte regeering pogin
gen, in welken vorm ook, te doen
om gezag uit te oefenen op de
bevolking van het bezette gebied.
De gevluchte regeering stoort
zich hieraan niet en mochten er
elementen in het bezette gebied
zijn, die toch hieraan gehoor
wenschen te geven, dan kan de
bezettende macht al die maatre
gelen nemen, welke zij voor de
rust en de veiligheid in dat be
zette gebied noodig oordeelt.
Op grond van deze overwegin
gen behoeft het daarom geen
verwondering, dat de laatste da
gen op duidelijke wijze is aange
toond dat orde en rust verkregen
zal worden. In het belang van
het eigen volk doet men het best
geen oor te leenen aan de in
blazingen van velen, die beweren
zulke goede patriotten te zijn.
Een goed en waarachtig Ne
derlander is slechte hij, die in
deze moeilijke uren alles nalaat
om het eigen volk in moeilijkhe
den te brengen. Helaas zijn er,
die zich hebben laten leiden door
elementen, die zich als rad
draaiers gedroegen. De loyalen
proeven den wrangen nasmaak
en zij kunnen dezen raddraaiers
en den emigranten in Londen
daarvoor erkentelijk zijn.
In deze stonde heeft ons volk
tot taak mede te werken aan den
opbouw van Nederland in loyale
samenwerking met die staten, die
de Europeesche cultuur en onaf
hankelijkheid met de wapens
verdedigen tegen het bolsjewisme
en Amerikanisme.
Moge ieder deze opgave duide
lijk verstaan!
Rookery en twee woonhuizen
uitgebrand - Te Huizen (N.-H.)
ontstond in den nacht van Don
derdag op Vrijdag brand in een
rodkerij aan de Valkenaarstraat.
Personeel van de naburige gas
fabriek zag vlammen en waar
schuwde onmiddellijk den opper-
brandmeester en de politie. Dooi
den wind greep hét vuur snel om
zich heen en in korten tijd ston
den niet alleen de rookerij, maar
bovendien een tweetal aangren
zende kleine woonhuizen in lich
ter laaie. De bewoners konden
nog bijtijds wegkomen. Van den
inboedel kon slechte zeer weinig
worden gered. De Huizer brand
weer bestreed het vuur krachtig
met vijf stralen, doch de brand
was zóó hevig, dat men er een
oogenblik zelfs aan dacht, hulp
uit omliggende plaatsen te halen.
Na vier uren hard werken was
men den brand meester. De roo
kerij en de huizen zijn geheel
uitgebrand. Ook andere woningen
in de omgeving liepen door over
waaiende vonken nog eenige
brandschade op. Het onderzoek
naar de oorzaak van den brand
is nog gaande. Vermoed wordt,
dat bij het rooken eenig vuur in
de rookerij is achtergebleven.
Zware brand in Den Hulst
Omstreeks half twee Dinsdagmid
dag geraakte een stapel brand
hout, achter het huis van den G.
Roosevelt weigerde alle vragen
over den inhoud van de bood
schap te beantwoorden en ver
klaarde verder, dat zelfs Davies
niet van den inhoud daarvan op
de hoogte was. Wanneer echter
de brief in Moskou geopend is,
zal Davies den inhoud kennen en
desbetreffende onderhandelingen
met Stalin openen. Davies zal
zich, naar Roosevelt nog zeide,
vrijwel onmiddellijk naar Moskou
begeven. - (D.N.B.),
Een belangwekkend klankbeeld
van den Nederl. Omroep.
De persdienst van den Neder-
landschen Omroep meldt:
Ter gelegenheid van den 49en
verjaardag van den Leider zendt
de Nederlandsche Omroep op II
Mei van 19.00-19.45 uur over den
zender Hilversum n onder den
titel, „Hij die voorgaat" een be
langwekkend klankbeeld uit, dat
gewijd is aan het leven van
dezen met hart en ziel zjjnden
Nederlander.
te Den Hulst (Ov.) in brand, door
het vuur uit den gasgenerator van
een vrachtauto. Een en ander
bracht ernstige gevolgen met zich
mede. Het rieten dak van den
ouden molen van de coöp. land-
bouwvereeniging vatte eveneens
vlam. Daar een der motorbrand
spuiten van Nieuwleusden reeds
gearriveerd was, kon weldra water
gegeven worden. Ook de tweede
motorspuit was spoedig ter plaatse,
maar toch kon men het vuur niet
meester worden. De molen ge
raakte in volle vlam^ terwijl ook
de voor enkele jaren nieuw ge
bouwde silo door het vuur werd
aangetast en uitbrandde. Inmid
dels arriveerden nog de motor
brandspuiten van Avereest en
Staphorst. Aan de eerste gelukte
het het huis van den heer Man
nen, aan den anderen kant van
de Dedemsvaart gelegen, te behou
den, hoewel het zware schade op
liep. Ook bij de meer nabij ge
legen woningen braken telkens
kleine brandjes op de daken uit,
die echter bestreden konden wor
den. De schade is aanzienlijk, in
het bijzonder voor de coöp. land-
bouwvereeniging Nieuwletf
omstreken.