l/ERORDENING
Rede van Hauptdienstleiter Schmidt
3ste Jaargang
Maandag 22 Februari 1943
Ho. 25429
van den Rijkscommissaris voor het bezette
Nederlandsche gebied betreffende de in
standhouding van de productie en de ver-
deelïng van goederen, alsmede van den
arbeidsinzet.
Scherpe critiek op een
herderlijk schrijven.
Beperkt het electriciteitsverbruik;
het is Uw eigen belang.
EEN GEBED VOOR HET
BOLSJEWISME.
Toont u een waarachtig Nederlander!
EIDSCH
DAGBLAD
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Op grond van par. 5 van het
;creet van den Führer over de
toefening van de regeerings-
•voegdheden in Nederland van
i Mei 1940 (R.WB. 1. blz. 778)
:paal ik:
Artikel 1 - De Rijkscommissa-
s voor het bezette Nederland-
he gebied (Commissaris-Gene-
1 voor Financiën en Economi-
he Zaken of Commissaris-Ge-
raal voor Bijzondere Aangele-
nheden) kan alle maatregelen
.en, welke noodzakelijk zijn
t de instandhouding van de
•oductie of de verdeeling van
ederen dan wel van den ar-
idsinzet. Hij kan het recht tot
het bij afzonderlijke beschikking
effen van zoodanige maatregelen
>k aan andere instanties over-
ragen.
Artikel 2 - Wordt de maatregel,
bedoeld in artikel 1, bij een
htsvoorschrift getroffen, dan
wordt deze door de pers. de radio,
door aanplakking of op andere
er plaatse gebruikelijke wijze af
gekondigd en wordt deze door af
kondiging geldig, voor zoover
aarin niets anders is bepaald.
Artikel 3 - (1) Wordt een maat
hei, als bedoeld in artikel 1,
ij afzondèrlijike beschikking ge-
ffen, dan geschiedt dit schrif-
elijk.
(2) De beschikking houdt in:
1) de aanduiding van de in-
antie. welke de beschikking
eeft;
2) den naam en het adres van
engeen, op wien de verplichting
3) de nauwkeurige aanduiding
an het bevolen handelen erf na-
ten;
4) de plaats, waar en het tijd-
tip, waarop een bevolen presta-
ie moet worden verricht;
5) de plaats en het tijdstip van
e uitvaardiging;
6) de onderteekening van de
stantie, welke de beschikking
eeft.
(3) De instantie, welke de be-
hikking geeft, maakt deze aan
engeen, op wien de verplichting
st, bekend. Is dit volgens haar
rdeel niet mogelijk, dan wordt
e beschikking bekend gemaakt
an den burgemeester der ge-
eente, waarin degeen, op wien
e verplichting rust, hier te lan-
e zijn woonplaats heeft of laat-
lijk heeft gehad.
(4) Als bekendmaking Van de
eschikking is in ieder geval te
"schouwen
1) Beteekening.
2) Overhandiging tegen bewijs
n ontvangst of
3) mededeeling middels aange-
ekend schrijven.
(5) Door de bekendmaking
eedt de beschikking in wer-
~g.
Artikel 4. - (1) Hij, die opzet-
lük in strijd handelt met een
igens de artikelen 1 tot en
et 3 gegeven bevel, wordt ge-
raft met gevangenisstraf van
i hoogste vijf jaren en met
ldboete van ten hoogste hon-
"dduizend gulden of met een
zer straffen.
(2) Poging is strafbaar.
(3) Wordt het feit door schuld
»eegd, dan wordt de dader
traft met gevangenisstraf van
r hoogste een jaar of metgeld-
,ete van ten hoogste vijftig-
zend gulden.
14) De strafvervolging vindt
chts plaats op klachte van
Rijkscommissaris voor het
ettè Nederlandsche gebied
Jfommissaris-Generaal voor Fi-
^ciën en Economische Zaken of
mmissaris-Generaal voor Bij-
dere Aangelegenheden)Deze
9"t kan worden ingetrokken
at het vonnis in tweede in-
tie in kracht van gewïisde
gègaan.
-5) De bij de leden 1 tot en
met 3 strafbaar gestelde hande
lingen zijn strafbare feiten, als
bedoeld in artikel 2, lid 2, der
verordening no. 52/1940 betref
fende de Duitsche rechterlijke
macht voor strafzaken, zooals
deze luidt ingevolge de bekend
making no. 72/1942.
Artikel 5. - Deze verordening
treedt in werking op den dag
harer afkondiging.
De Rijkscommissaris voor het
bezette Nederlandsche gebied:
SEYSS-INQUART.
's-Gravenhage, 19 Februari 1943.
De verordening is het practi-
sche gevolg van de rede, die de
Rijkscommissaris op 30 Januari
1943 gehouden heeft en waarin hij
de noodzakelijkheid betoogde van
de totale concentratie der krach
ten in Nederland. De Rijkscom
missaris zeide:
„Het spreekt vanzelf, dat thans
in dezen strijd om Europa, nu het
Duitsche volk den toestand van
den totalen oorlog ingaat, ook
Europa zijn dienovereenkomstige
bijdrage moet leveren, reeds om
zichzelf te handhaven en zijn
aanspraak voor de toekomst te be
houden. Er zal derhalve een zelfde
totale concentratie der krachten
ook hier in Nederland plaats vin
den. Bij deze gelegenheid zou ik
met allen ernst en nadruk er op
willen wijzen, dat de toestand van
heden geen beroep duldt op eeni-
gerlei vroegere omstandigheden
en betrekkingen. Ik zal mijn or
ders geven. Zij moeten door allen
strikt worden uitgevoerd. In den
huidigen toestand zou de weige
ring tot uitvoering van een der
gelijke order niet anders kunnen
worden opgevat dan als sabotage"
In aanvulling hierop wordt ge
wezen op den tekst van de bepa
lingen tegen sabotage, vervat in
de op 9 Januari 1943 uitgevaar
digde verordening van den Rijks
commissaris voor de bezette Ne
derlandsche gebieden inzake de
handhaving van de openbare orde
In af deeling 1 van deze verorde
ning wordt gezegd:
(1) Hij, die opzettelijk een in
gevolge geldende rechtsvoorschrif
ten strafbaar feit pleegt, hetwelk
tot oogmerk heeft dan wel aan
leiding kan geven tot het in ge
vaar brengen van de openbare-
orde of van de veiligheid van het
openbare leven in het bezette
Nederlandsche gebied, wordt als
saboteur gestraft met den dood.
(2) Poging tot en deelneming
aan het strafbaar feit zijn op ge
lijke wijze strafbaar als het vol
tooid strafbaar feit.
Op een te Utrecht gehouden ge-
meenschappelijken vormingsdag
der Duitsche en Nederlandsche
nationaal-socialisten heeft de pl.-
vervangende leider der N. S. B.,
Van Geelkerken, nogmaals aange
toond, dat de beslissing, waarvoor
het Nederlandsche volk is gesteld
onvermijdelijk is. Aan het voor-
beagd van een Nederlandschen
volksgenoot, die hem dezer dagen
schreef „tot dusver weten wij nog
niet, wat erger is, Duitschland of
Sovjet-Rusland" maakte spreker
duidelijk, welke geestelijke ver
warring is gesticht door de ophit
sing, die sinds jaar en dag door
duistere machten wordt gevoerd
en hij stelde aan den briefsteller
de vraag, of deze bereid zou zijn
de Nederlandsche kust tegen een
aanval der Engelschen te bescher
men, indien zij een poging zouden
doen, via Nederland Duitschland
binnen te vallen. Als zich thans
stemmen verheffen, die het volk
willen wijsmaken, dat het bolsje
wisme zoo erg niet is, dan moet in
herinnering worden gebracht, dat
men vroeger in Nederland in de
volstrekte veroordeeling van de
communistische gedachte eensge
zind is geweest, al bezat men ook
niet in alle lagen het noodige in
zicht en de noodige kracht om een
dam op te werpen tegen het roo-
de gevaar, zooals het binnendrin
gen van de communistische leer
in bepaalde groepen arbeiders en
intellectueelen heeft belezen. Als
men zich thans in dit land tegen
beter weten in probeert te stellen
op het standpunt, dat het bolsje
wisme heelemaal niet zoo erg is,
dan zal de geschiedenis aan dit
volk voorbijgaan, aldus Van Geel
kerken. De taak der Nederlandsche
nationaal-socialisten is niet ge
makkelijker, doch moeilijker ge
worden. daar het er om gaat het
volk door een voorbeeldige hou
ding te overtuigen. Thans moet
het Nederlandsche volk de over
tuiging worden bijgebracht, dat
het met het oog op de mobilisatie
van alle krachten in Duitschland
zijn deel bijdraagt. Onder luiden
bijval verklaarde Van Geelkerken:
als het noodig is willen wij van
alles afstand doen, opdat de over
winning gewaarborgd wordt. Als
het volk vraagt: met welk recht?,
antwoorden wijomdat gij na den
oorlog recht wilt hebben op het le
ven der volksgemeenschap.
Met nadruk waarschuwde spre
ker het Nederlandsche volk tegen
illusies om geen twijfel te doen
opkomen, dat de toekomst nog
zwaarder offers eischt. „Als het
Nederlandsche volk gelooft, dat
de oorlog wel wordt afgedaan met
den strijd van enkele duizenden
vrijwilligers, is dit een vergissing.
Het zal integendeel nog geheel
andere offers moeten brengen".
Om het doel te bereiken zal de N.
S. t. ook niet voor impopulariteit
terugdeinzen: indien Nederland
sche nationaal-socialisten aan
sluipmoordenaars ten offer vallen,
zullen de N.S.B.'ers ook de ver
antwoordelijkheid voor impopu
laire maatregelen op zich nemen.
HAUPTDIENSTLEITER
SCHMIDT SPREEKT.
Hauptdienstleiter Schmidt wees
op de geestelijke verwarring in het
kamp der vijandelijke mogendhe
den, welke o.m. tot uiting komt
door het feit dat ter gelegenheid
van den 25sten verjaardag van het
roode leger in de kapitalistische
landen vreugdedemonstraties wor
den gehouden. Men begaat ginds
tegenwoordig dezelfde groote fou
ten als in 1919 in Duitschland. Als
het nationaal-socialisme in de ja
ren van strijd heeft verklaard:
Wij alleen zijn in staat het roer
om te gooien en als Göbbels reeds
jaren geleden den kreet „Ont
waakt Europa" deed weerklinken,
heeft het verloop der geschiedenis
onze opvattingen bevestigd. Wie
evenwel meent thans te kunnen
verklaren, dat nationaal-socialis
me en communisme hetzelfde be-
teekenen, moet zich maar eens la
ten inlichten door de soldaten, die
in het Oosten uit eigen ervaring
hebben kennis gemaakt -met het
bolsjewisme. Alleen het nationaal-
socialisme kan een dam opwerpen
tegen het bolsjewisme en de vei
ligheid van de menschen waar
borgen.
Degenen, die in deze uren ang
stig worden, wees Hauptdienst
leiter Schmidt op de onwrikbare
strijdvaardigheid van het Duit
sche leger. Nog steeds leveren wij
ginds in het uitgestrekte gebied
slag en de dag zal komen, dat
de Duitsche grenadier weer
voorwaarts marcheert en de hor
den van Stalin zal vernietigen.
Thans is het onze taak de zwak
ken mee te sleepen en mee te
nemen. Als men ons evenwel
vraagt: waaraan ontleent ge het
recht thans op de plaats, waar
een Duitsche arbeider stond een
ander te zetten? zeggen wij: uit
den hemel halen wij dat recht
«I^TTN E aartsbisschop van
tl') Canterbury heeft gis-
JLteren voor het roode
bolsjewistische leger een gebed
doen opgaan naar God. Welken
zegen de aartsbisschop heeft ge
vraagd. is ons nog niet precies
bekend, wèl weten wij dat hij
zulks deed in verband met het
2ö-jarig bestaan van dat roode
leger. De aankondiging enkele
dagen tevoren aan de Engelsche
geloovigen gedaan, zeide reeds
voldoende dat de aartsbisschop
in veler aanwezigheid zijn zegen
aan dit bolsjewistische leger zou
geven en den Allerhoogste om
Zijn zegen voor dat leger zou
smeeken.
Dit alles geschiedt in Enge
land in den jare 1943
Precies drie jaren eerder zeide
de Engelsche minister Winston
Churchill: „Het communisme is
slavernij en slavernij is erger dan
de pest en wij weten dat het
communisme de ziel van een
volk uitpest."
Nog slechts enkele jaren gele
den werden in Spanje door de
bolsjewieken duizenden priesters
vermoord en. honderden en hon
derden kerken vernield en in
brand gestoken. In Rusland zelf
werden nagenoeg alle geestelij
ken verbannen en vermoord,ter
wijl de kerken werden gesloopt
of ingericht als athïstische ten
toonstellingen, waar werd gepro
pageerd, dat de godsdienst opium
voor het volk beteekende.
Bidden voor het bolsjewistische
leger! Dat beteekent bidden voor
den chaos, den ondergang van
de cultuur en de beschaving. Het
is niet anders dan God te smee
ken den duivel op ons te laten
neerkomen. Het is het gebed van
een krankzinnige, het gebed van
een Judas, die den Heere ver
raadt.
De Russische bevolking, die
door de Duitsche troepen was
bevrijd van den druk van het
Kremlin, ontvluchtte de afgeloo-
pen dagen in grooten getale het
gebied dat de Duitsche troepen
met hun verbondenen hebben
ontruimd. Deze bevolking heeft
25 jaar lang onder sovjet-bewind
gestaan en kent dezen knoet.
Een vernietigender oordeel kan
niet over dat systeem worden
uitgesproken. De geestelijkheid
van Estland heeft dezer dagen
bekend gemaakt, dat de weder
opbouw der kerken en de aan
kleeding dezer Godshuizen goede
vorderingen maakt. De Estland-
sche kunstenaars geven vele
kostbare geschenken om den ker
ken, welke tijdens de Sovjet-
overheersching zijn leeggeplun
derd, weer het oude aanzien te
geven.
Ook in ons land kent men het
bolsjewisme. Prof. jhr. mr. B. C.
de Savornin Lohman zeide op 14
October 1936: „Er bestaat een
groot gevaar voor de handha
ving van onze hoogste en gods
dienstige vrijheden, welk gevaar
nog bedenkelijker is, wijl de com
munistische aanvallen in deze
richting zoo bedekt geschieden."
Mr. G. A. Boon formuleerde op
16 April 1937 zijn oordeel als
volgt„Zou Nederland nu rijp zijn
voor een half Aziatisch systeem,
dat opgelegd is aan een half
Aziatisch volk? Een systeem, dat
geen godsdienst toestaat, net ge
zin vernietigt, en alles aan den
staat trekt? Het is te dwaas om
los te loopen, dat ons beschaaf
de volk dit over zou willen ne
men!" Prof. mr. C. W. de Vries
zeide in Groningen op dienzelf
den dag: „De grootste vijand is
niet het nationaal-socialisme en
het fascisme, doch het commu
nisme!"
Een Engelsche aai tsoisschop
durft nu nog zijn handen naar
omhoog te vouwen. Gelukkig we
ten wij dat God de waarheid en
het leven beteekent en Zijn ze
gen niet zal geven aan duivel-
sche machten. Alleen op Chris
tendom en beschaving, cultuur
en rechtvaardigheid kan en zal
zegen rusten, zooals dat in de
laatste 20 eeuwen ook is geweest.
In de hutten van Rusland bid
den de Russische slaven om
van het bolsjewistische monster
te worden verlost. De aartsbis
schop van Canterbury gaf aan
dit monster gisteren zijn zegen!
Meldt u aan bij de Waffen-SS., het Legioen of
het Wachtbataljon in Nederland.
.omdat het noodig is, dat gij in
het leven blijft, ook als ge thans
aat inzicht nog niet hebt. Werkt
de Nederlandsche arbeider er ook
ten slotte niet voor, dat zijn ka
meraad aan het Oostelijk front
wapens heeft? Als thans het ge-
heele Duitsche volk volstrekt alle
krachten mobiliseert, hebben wij
het recht de nalatigen terecht te
wijzen. Zoo was het ook de
plicht van den Rijkscommissaris
hier in het bezette Nederland
sche gebied, de arbeiders, die ge
mist kunnen worden, in Duitsch
land aan het werk te zetten. Met
hetzelfde recht zullen wij nier
ook een burgemeester atzetten,
die zich wederspannig betoont en
op zijn plaats desnoods een ver-
s'andigen arbeider zetten.
In dit verband sneed Haupt
dienstleiter Schmidt de actie
aan, gericht tegen de jeugd van
dit land, die in gevaarlijke voor-
stellingën leeft, en verklaarde
hij.: „Ik kan slechts onderstre
pen, wat Mussert in Amsterdam
heeft gezegd, dat de behoorlijke
zijn studies zal kunnen voortzet
ten, maar dat de anderen des
noods in een concentratiekamp
op den rechten weg moeten wor
den gebracht."
EEN HERDERLIJK
SCHRIJVEN.
In scherpe, ondubbelzinnige
bewoordingen bepaalde Haupt
dienstleiter Schmidt zijn stand
punt ten opzicht van den her
aerlijken orief, die dezen Zon
dag van de kansels der katholie
ke kerken is voorgelezen.
Waarom klaagt men het bols
jewisme niet aan, dat de kerk
wil vernietigen, zoo vroeg hij;
waarom valt men ons aan, die
toch verklaren, dat ieder op zijn
wijze mag zalig worden. Waar
om bidt men voor de Joden, ter
wijl honderdduizenden Duitsche
zonen zijn gevallen. Waarom
stelt de katholieke kerk zich
niet in de bres voor de 400 mil-
lioen Indiërs, die door Engeland
onderdrukt worden en voor wie
Gandhi den hongerdood onder
de oogen ziet. Wij doen geen
stap terug en wij maken bezwaar
om de Nederlanders in een adem
met de Joden te noemen. De
Rijkscommissaris heeft 29 Janu
ari in Den Haag verklaard: „Als
men iets wil eischen, moet men
zichzelf voor iets inspannen."
Tot dusver hebben wij evenwel van
de kerk in dit opzicht nog nieti
vernomen, afgezien van het feit,
dat zij de N.S.B.-ers niet be
graaft en niet toelaat tot de
kerkelijke sacramenten. Als ae
katholieke kerk zich thans wil
opwerpen tot voorspraak van de
genen, die - zooals dit heet in
de afkondiging van den kansel -
getroffen zijn door de hardheid
van de bezettende macht, kun
nen wij daaromtrent slechts zeg
gen, dat het mooi geweest zou
zijn, als men dergelijk» woaèden