83sfe Jaargang DINSDAG 29 SEPTEMBER 1942 No. 25308 Het Tweede Front Maatregelen tegen speculatie Een bewuste misleiding 166 schepen getorpedeerd Toespraak van Hitier De strijd om Stalingrad Verspreide berichten Verduisteren: BINNENLAND Brandstof voor pensions Eventueel drastischer maatregelen te verwachten Verlenging van overnemingscredieten Wederom extra-leveringsplicht van rundvee opgelegd LEIDSCH DAGBLAD Directeur; J. W. Henny. Telef. Directie en Administratie 25041 (2 lijnen) Gironummer: 57055 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Telef. Redactie: 21507 Hoofdredacteur: B. W. Menkhorst, Lelden Pl.verv.: K. Been, Lelden. De verklaringen van Wendell Willkie over den toestand in de sovjet-unie worden door de Deutsche Diplomatisch-politische Korrespon- denz van commentaar voorzien. De Diplo con stateert daarbij het volgende feit: Terwijl in Duitschland, ongeacht alle bestaande moeilijk heden, na drie jaar oorlog iedereen in voldoen de mate gevoed en gekleed is, heeft de sovjet unie het zoover gebracht, dat in een aan bo demrijkdommen en natuurproducten rijk land met een geweldige oppervlakte en met een naar verhouding geringe bevolkingsdichtheid, de bevolking in de door den oorlog nog niet getroffen gebieden niet alleen levensmiddelen, doch zelfs kleeding mist. Deze toestand onthult tevens de geheele beteekenis van het bolsjewis tische regime. Het bolsjewistische streven was en is niet den levensstandaard van de bevol king te verhoogen en het volk tot een grootere welvaart te brengen. Veeleer was het van ouds her het doel van de roode wereldrevolutionnai- ren te Moskou om met de aanwezige financieele middelen der sovjet-unie de communistische be weging in andere landen zooveel mogelijk te bevorderen en tevens om geheel in het verbor gene een geweldig oorlogsapparaat te bouwen, dat op het beslissende oogenblik de naburige landen moest verpletteren en met behulp van communistische cellen de geheele wereld voor het bolsjewisme rijp maken. (D.N.B.) De Deutsche Allgemeine Zeitung bewijst aan de hand van een op Britsche regeeringskringen steunend bericht uit Londen in een Zweedsch blad, waaruit blijkt, dat de belofte van Chur chill en Roosevelt aan de bolsjewisten om „nog in 1942" het tweede front te vormen, een be wuste misleiding is geweest. In dit bericht komt nJ. tot uiting, dat men in Londensche kringen nog niet nauwkeurig heeft kunnen vaststellen, wie de grootste ver antwoordelijkheid draagt voor den tekst van het communiqué van 12 Juni, dat door de bols jewistische regeering uitgelegd is als een vaste belofte. Volgens mededeelingen uit Amerika is de „noodlottige" passage, dat de gallieerden het eens zijn over de dringende noodzakelijkheid om in 1942 een tweede front op te richten op rekening van een bolsjewistisch initiatief ge schreven en door Londen,en Washington slechts „aarzelend" geaccepteerd.' Ondanks de misverstanden onder de gealli eerden, waartoe dit communiqué aanleiding heeft gegeven, zijn Londensche politieke krin gen echter van meening, dat het voor het bolsjewistische oorlogsmoreel in den afgeloopen zwaren zomer een „positieve propagandafac- tor" is geweest. Men heeft dus, zoo schrijft de Deutsche All gemeine Zeitimg, de bolsjewisten belogen en de bolsjewisten hebben op hun beurt weer hun troepen belogen. Men vergeet bij dezen „posi tieve propagandafactor" bovendien ook nog, dat zij thans, nu de ontgoocheling gekomen is, ver andert in 'n negatieven propagandafactor .Want het opmerkelijke is n.l. dat door Moskou met toenemenden nadruk de aandacht wordt ge vestigd op. het feit, dat de ernstige positie der sovjet-unie niet alleen voor deze zelf. doch ook voor de geallieerden de ernstigste gevolgen kan hebben. Wanneer, zoo schrijft het blad verder, het Amerikaansche tijdschrift „Time" zich af vraagt. waarom de Atlantische verklaring van Churchill en Roosevelt niet het vuur heeft ont stoken in de harten der geallieerde volken, dan is deze vraag zeer eenvoudig te beantwoorden: men heeft n.l. op deze verklaring geen groote wapenfeiten der geallieerden, doch steeds maar hoopvolle woorden laten volgen, welke alle op vervulling wachten. Derhalve kan men thans van de Atlantische verklaring zeggen, dat zij op grootscheepsche wijze gefaald heeft. (D.N.B.) De Britsche vice-premier en minister van de Dominions, Attlee. heeft, volgens den Engel- schen nieuwsdienst op de uitlatingen van Wen dell Willkie te Moskou over het tweede front o.a. geantwoord, dat bij de geallieerden de goede ■wil tot vorming van een tweede front weliswaar aanwezig is, maar dat men overeengekomen is de deskundigen niet te negeeren. De Tass-correspondent te New-York meldt nog. dat Attlee heeft gezegd, dat het natuurlijk onmogelijk is datum en plaats van het tweede front mede te deelen. De phrase van het tweede front in Europa is „zooiets als een leuze" ge worden. Het is noodzakelijk om den slag op den Atlantischen Oceaan, de luchtaanvallen op Duitschland, de veldslagen in het midden oosten en op andere plaatsen in aanmerking te nemen. Het is onmogelijk een of andere op zichzelf staande onderneming als „tweede front" te betitelen. Daarentegen is het noodzakelijk, aan alle fronten de grootst mogelijke krachts inspanningen te verrichten. Alle militaire on dernemingen der geallieerden vormen het tweede front. Misschien overdrijft men in de openbare meening de beteekenis van het tweede front. (D.NJ3.). Lord Strabolgi heeft in een rede te Wimbledon het verlangen te kennen gegeven, dat het Brit sche oorlogskabinet een verklaring zal afleggen. De voornaamste vraag, die beantwoord moet worden, aldus Strabolgi, is. of het oorlogskabi net terstond na den Duitschen aanval op Rus land voorbereidingen getroffen heeft om den vijand te dwingen oorlog te voeren aan twee fronten en indien dit het geval is. waarom En geland dan na 15 maanden nog niet gereed is. (D.NB.). ROTSVAST VERTROUWEN IN DE OVERWINNING. De Pührer heeft gisteren te Berlijn het woord gevoerd op een appèl in het Sportpaleis van 12.000 officieren en kadetten van het leger, de vloot, de luchtmacht en „Junker" van de Waf- fen S.S. Rijksmaarschalk Hermann Gormg meldde den Führer de jonge soldaten, die terugkeeren naar hun troependeelen aan het front. In meesleepende bewoordingen gaf de Pührer den jongen soldaten een inzicht in de groote Duitsche geschiedenis, die haar bekro ning vindt in den geweldigen beslissenden strijd van Onze dagen. Na gewezen te hebben op de groote plichten, die de officier aan het hoofd van de hem toevertrouwde soldaten in dezen strijd te vervullen heeft, besloot de Führer zijn toe spraak met uiting te geven aan zijn onvoor waardelijke zekerheid van de overwinning en zqn rotsvast vertrouwen in de superieure strijdkrachten van den Duitschen soldaat. De Rijksmaarschalk liet het appèl eindigen met een „Sieg Heil" op den Führer. waarmede de jonge soldaten geestdriftig instemden. IN DE MAAND SEPTEMBER. Naar officieus te Berlijn verklaard werd, zijn met het zevende extra bericht van het Opper bevel der Duitsche weermacht in deze maand tot dusver 146 vijandelijke koopvaardijschepen met een gezamenlïjken inhoud van 953.000 brt. tot zinken gebracht. Naar men in Duitsche militaire kringen verklaart is dit cijfer het hoogste maandelijkse he torpedeeringsrcsul- taat van dit jaar. Naar gisteravond in militaire kringen te Berlijn verluidde, wordt er op het oogenblik eigenlijk nog slechts tegen het Noordelijk deel van Stalingrad gestreden. De Duitsche aanval tegen dit deel van de stad is reeds aan den gang. DE VERJAARDAG VAN HET DRIEMOGENDHEDENPACT. Naar aanleiding van den tweeden verjaar dag van het Driemogendhedenpact zqn door den Führer, den Duce en minister-president Tojo, benevens tusschen de ministers van bui- tenlandsche zaken van de verbonden naties te legrammen uitgewisseld, waarin uitdrukking ge geven wordt aan de nauwe verbondenheid der in het Driemogendhedenpact vereenigde staten. De Führer heeft den koning en keizer Victor Emanuel geseind: „Op den tweeden verjaardag van het sluiten van het Driemogendhedenpact zend ik Uwe Majestteït mijn hartelijkste groe ten en die van het Duitsche volk. In de nauw ste vriendschap met elkander verbonden, zullen Duitschland. Italië en Japan den strijd voor een op gerechtigheid en wederzijdsch begrip opgebouwde nieuwe orde in Europa en,Oost- Azië onverbiddelijk en vastberaden tot de ge meenschappelijke eindoverwinning voeren." De koning en keizer zeide: „Op den tweeden verjaardag van het sluiten van het Driemo gendhedenpact, dat met zoo nauwe banden Ita lië, Duitschland en Japan heeft vereenigd in de gemeenschappelijke taak een nieuwe orde in Europa en Azië op te richten, is het mijn wensch, u, Führer, de groeten en gelukwen- schen van het Italiaansche volk. evenals mijn persoonlijke gelukwenschen en groeten te doen toekomen." De Führer seinde den Duce: „De tweede ver jaardag van het sluiten van het Driemogend hedenpact, waardoor Duitschland, Italië en Ja pan tot behoud en beveiliging van hun rechten en levensbelangen zich verbonden hebben tot de nauwste samenwerking met elkander, vindt onze beide volken en het Japahsche volk in ze gevierenden strijd voor een rechtvaardige we reldorde in onverbrekelijke trouw vereenigd. Terwijl ik op dezen dag aan het met ons ge meenschappelijk oprukkende, fascistische Italië en zijn soldaten denk, zend ik u. Duce, in trou we kameraadschap mijn meest oprechte en har telijke groeten en die van het Duitsche volk. De Duce seinde: „Het fascistische Italië groet op den tweeden verjaardag van het Driemo gendhedenpact in hernieuwde trouw het natio naal-socialistische Duitschland. De eenheid van de drie groote verbonden mogendheden is war mer en hechter dan ooit. Ons geloof in de over winning en aan de vervulling van de taak der Europeesche en Aziatische nieuwe orde, welke bekrachtigd is in het Driemogendhedenpact. is stelliger dan ooit. Ontvangt. Führer, op dezen verjaardag mijn hartelijke en kameraadschap pelijke groeten. De Führer seinde den tenno: Uwe Majesteit zend ik op den tweeden verjaardag der onder - teekening van het Driemogendhedenpact mijn oprechte groeten en die van het Duitsche volk. Ik ben er zeker van, dat de in het pact aan gesloten drie groote naties in het bewustzijn van haar historische zending den haar opge drongen strijd zegevierend ten einde voeren en daarmede het groote ideaal van de instelling eener nieuwe wereldorde in Europa en Oost- Azië verwezenlijken zullen." De Tenno seinde: „Op den verjaardag van het sluiten van het Driemogendhedenpact voor de oprichting van een nieuwe orde in de ge heele wereld zou ik uwe excellentie mijn har telijkste gelukwenschen voor de schitterende successen willen zenden, die uw natie bevecht en tegelijkertijd uitdrukking willen geven aan mijn vaste besluit om met u tot de eindover winning samen te werken." (D.N.B EIKENLOOF VERLEEND. De Führer heeft aan gen.-maj. Bruno Ritter von Hauenschild. commandant van een tank divisie, het eikenloof bij het ridderkruis van het IJzeren Kruis verleend en hem het vol gende telegram gezonden: In dankbare waardeering voor uw heldhaftig optreden in den strijd voor de toekomst van ons volk verleen ik u als 129en soldaat der Duitsche weermacht het eikenloof bq het rid derkruis van het IJzeren Kruis. (D.N.B.) WOOLTON OVER DE ENGELSCHE VOEDSELVOORZIENING. Naar de Engelsche nieuwsdienst meldt, heeft de Britsche minister voor de voedselvoorzie ning, lord Woolton, verklaard, dat de vooruit zichten voor de voedselvoorziening van Enge land in den komenden winter volkomen daar van afhangen, wat er uit de overzeesche lan den kan worden ingevoerd. De minister deed een beroep op het Engelsche volk. zich vooral te voeden met aardappelen en kaas. daar vleesch thans slechts een onbeteekenend deel van de nationale voeding kan vormen. (D.N.B.) BOODSCHAP VAN PÉTAIN AAN MADAGASCAR. Het Fransche staatshoofd, maarschalk Pétain, heeft tot de bevolking van Madagascar een boodschap gericht, waarin hij o.a. verklaart, dat het eiland thans voor zqn zwaarste beproeving staat. Na den val van Tananarivo zet thans een handvol mannen onder aanvoering van gou verneur-generaal Anat en generaal Guillemet het verzet voort. Hun houding vindt ver buiten de grenzen van het eiland waardeering. Al be zet Engeland het eiland ook geheel, één hinder paal zal het niet kunnen overwinnen, den on- omstootelijken wil der bevolking van Madagas car Franschen te blijven. (D.N.B.) van hedenavond tot morgenochtend 19.24 uur 7.38 uur De maan komt hedenavond op om 22.09 uur en gaat morgenmiddag te 13.39 uur onder. ZES MUD PER VERHUURD GEDEELTE. Kamerverhuurders en pensionhouders, die aan minder dan tien gasten huisvesting verleenen, kunnen tusschen 28 September en 10 October 1942 bq de distributiediensten op formulier MD 233—11 een aanvrage indienen ter verkrijging van brandstoffenbonnen voor de eerste periode t.w. de maanden October en November a.s. van het stookseizoen 1942/1943. Op dit formulier MD 333-11 moeten zoowel voor pensions met haarden en kachels als voor pensions met een centrale verwarming de brandstoffen worden aangevraagd. Indien in het pension een centrale verwarmingsinstallatie aanwezig is. moet het formulier in tweevoud ingevuld en ingeleverd worden. Alle aanvragen dienen zoowel door den kamerverhuurder of pensionhouder, als door de kamerhuurders of pensiongasten te worden ingevuld. Een huur der, die meerdere kamers heeft gehuurd, mag slechts voor één van deze kamers brandstoffen aanvragem terwijl, indien verscheidene perso nen samenwonen, slechts door één van deze een aanvraag mag worden ingediend. Voor in wonend dienstpersoneel en kostgangers mag geen aanvrage worden ingediend. De distributiediensten zullen voor de maanden October en November per ver huurd gedeelte twee bonnen „cén eenheid brandstoffen" uitreiken. Voor December en Januari, respectievelijk Februari, Maart en April, zullen wederom telkens twee bonnen ter beschikking worden gesteld, zoodat het totaal rantsoen voor dezen winter zes een heden zal bedragen. Het is dus vanzelfspre kend, dat alle kamerbewoners zoo zuinig mogelijk dienen te stoken. Voor de houders van kamers, welke centraal worden verwarmd, zullen eveneens overeenkom stig het bovenstaande twee bonnen per ver huurd gedeelte per periode van twee, resp. drie maanden beschikbaar worden gesteld, terwijl de verhuurders onder bepaalde omstandigheden op een toeslag ten behoeve van de centrale verwarming aanspraakkunnen maken, ten einde hen in staat te stellen de verhuurde ka mers centraal te verwarmen. De bonnen moeten op door den distributie- dienst bekend te maken tijdstippen door den verhum-der worden afgehaald, die hierbij de distributiestamkaarten van zichzelf en van alle huurders, met uitzondering van personen van Duitsche nationaliteit, moet medenemen. Hierbij zal het vakje L7 van de distributiestamkaart van de huurders worden af gekruist. Anders dan het vorige jaar was bepaald, wor den de te verstrekken brandstoffenbonnen en derhalve ook de hierop te verkrijgen brand stoffen het eigendom van den kamerhuurder of pensiongast, die verplicht is de benoodigde brandstoffen te betrekken bq den leverancier van den betrokken pensionhouder of kamer verhuurder. Hoewel hij derhalve tot dit doel de brand stoffenbonnen aan den kamerverhuurder of pensionhouder ter feand moet stellen, blijven bedoelde bonnen echter zijn eigendom en kan hq mitsdien bij verhuizing de door hem ge kochte brandstoffen, dan wel de resteerende brandstoffenbonnen medenemen. Het bovenstaande is vanzelfsprekend niet van toepassing ten aanzien van den eventueel te verstrekken extra-toeslag voor pensions met centrale verwarming, omdat geen stookgelegen- heid aanwezig is en evenmin ten aanzien van de bonnen, die worden uitgereikt voor pensions met tien of meer gasten of voor de pensions, waarin -geen hoofdbewoner aanwezig is. zooals hieronder zal worden omschreven. De hiervoor te verstrekken bonnen zqn het eigendom van den verhuurder. Voor pensions met tien of meer gasten of voor pensions, waarin geen hoofdbewoner aan wezig is. dient namelqk in plaats van een for mulier MD 333—11, een formulier BR. C. 50 te worden ingediend, onafhankelijk of in het pension nfet centrale verwarming of met haar den en kachels wordt gestookt. De daarop uit te reiken rantsoenen zqn berekend voor het geheele stookseizoen van 1 October 1942 tot en met 30 April 1943. zoodat deze bedrqven tqdens den duur hiervan geen tusschentqdsche aan vragen op formulier MD 33311 mogen in dienen. DR. IR. G. A. C. BLOK LEIDER VAN HET GILDE VOOR BOUWKUNST. Bij beschikking van den president der Neder- landsche Kultuurkamer werd aan den heer J. Bakker te Voorburg op zqn verzoek eervol ont slag verleend als leider van het gilde voor bouwkunst, beeldende kunsten en kunstambacht, In zqn plaats werd benoemd dr. ir. G. A. C. Blok te 's Gravenhage. leider van de vakgroep bouw kunst van het gilde voor bouwkunst, beeldende kunsten en kunstambacht der Nederlandsche Kultuurkamer, die deze functie tevens biqft waarnemen. GEOPEND ZIJ* VAN WINKELS. Wat mag en wat móét. In verband met velerlei misverstand, en ter verbetering van een gisteren gegeven bericht, omtrent de tqden, op welke winkels moeten zqn geopend, volgt hierna een korte opsomming van wat mkg en wat móét, voor het komende winter halfjaar van 1 October tot 1 April. Winkels mogen zqn geopend op de eerste vqf werkdagen per week van 5 tot 18 uur en op Zaterdag van 5 tot 19 uur. Winkels moeten zijn geopend alle werkdagen, ook des Zaterdags, van 10 tot 17 uur (een uit zondering geldt voor niet-levensmiddelenzaken voor Maandagmorgen). Voor drankzaken en kantoormachinezaken (naast café's. apotheken e.d.) geldt bovenge noemde verplichting niet. HET TRAMVERKEER. Zooals men reeds zal hebben bemerkt zijn verschillende maatregelen tot inperking van het electrische tramverkeer genomen. Reeds de po sitie van het materieel in het algemeen dwingt er toe. dat het wagenpark niet sterker in ge bruik is dan met het oog op de verkeersbe- hoefte bepaald onvermijdelqk is. De moeilijkheden, welke onder de tegen woordige tqdsomstandighedeen onvermijdelqk uit de beperking van het tramverkeer voort vloeien, kunnen echter ten deele worden ver minderd door het publiek zelf. Ten eerste make men niet meer van de tram gebruik .dan be haald noodzakelijk is en voorts kan ieder trach ten, het zqne er toe bq te dragen, om het spits- verkeer van de tramwegen zooveel mogelqk te verminderen. Wanneer niet strikt noodzakelqk, vermqde men het gebruik van de tram op de spitstqden. derhalve 'sochtens tusschen 8 en 9 uur. 's middags tusschen 12 en 13 uur. en des avonds omstreeks 17 en 18 uur. WEEZENPENSIOEN EN BELASTING. De secretaris-generaal van het departement van financiën heeft bepaald, dat voor de toe passing van het besluit op de loonbelasting en van artikel 25 van het besluit op de inkomsten belasting de ouder steeds wordt geacht het weezenpensioen te genieten van het kind, voor hetwelk hij aanspraak op kinderaftrek heeft. In afwachting van de maatregelen, die de autoriteiten zouden nemen t.a.v. een verdere stqglng der aandeelenkoersen, welke ondanks herhaalde waarschuwingen toch nog voortging, was de handel ter beurze van Amsterdam reeds sinds 11 September aan banden gelegd en van een vrqen handel was geen sprake meer. Nu de maatregelen ter bestrqding van de effecten speculatie en ter beteugeling van de koers- stqging in het Verordeningenblad en in de Staatscourant zijn afgekondigd, welke afkondi ging vergezeld ging van een nadere uiteenzet ting van den secretaris-generaal van het de partement van financiën, mr. M. M. Rost van Tonningen, is de effectenhandel met ingang van 28 September op enkele hoofdfondsen na weer in de vroegere vrqheid hersteld, aldus het A.N.P. Men zal zich bq de vrqe koersvorming echter dienen te hoeden voor excessen, want dan zou' de overheid ongetwqfeld niet aarzelen over te gaan tot meer drastische maatregelen. Thans staat de zaak zoo, dat krachtens artikel 1 van het besluit de secretaris-generaal van het departement van financiën bevoegd is aan per sonen de verplichting op te leggen aandeelen en andere waardepapieren, welke geen vaste rente dragen, binnen een door hem te bepalen termqn bij een door hem aan te wqzen instantie aan te geven, voorzoover zq deze waardepa pieren na 31 December 1941 hebben verworven. Art. 2 bepaalt, dat de secretaris-generaal be voegd is aan den eigenaar van een aangegeven waardepapier de verplichting op te leggen of te doen opleggen dit waardepapier op door hem vast te stellen voorwaarden te vervreemden en de opbrengst op een door hem te bepalen wqze te beleggen. In het eerste uitvoeringsbesluit (Ned. Staats courant No. 187) is het bedrag der aandeelen, door een persoon verworven na 31 December 1941 en vóór den eersten dag der maand (te beginnen met 1 November) nog niet vervreemd, vastgesteld op f. 100.000, te berekenen naar den laatsten vóór dien eersten dag der maand gel denden koers. Volgens art. 3 is de Nederland sche Bank bevoegd aan een persoon, die een waardepapier heeft aangegeven, bq brief de ver plichting op te leggen, dit waardepapier binnen een in den brief te bepalen termqn ter beurze te vervreemden. De Nederlandsche Bank kan echter ook aan een dergelijken persoon de ver plichting opleggen, dit waardepapier tegen den /roers van 2 Maart ten verkoop aan te bieden op welken datum de laagste koersen van dit jaar golden. De voornaamste bepalingen zijn hiermee weer gegeven. Uit het betrekkelijk hooge bedrag van f. 100.000 zou men kunnen concludeeren, dat slechts weinig personen (natuurlqke en rechts personen vallen onder de beschikking) door deze maatregelen worden getroffen. Het zouden in de eerste plaats ondernemingen, met name familievennootschappen, zqn, die haar uit de liquidatie van voorraden vrijgekomen middelen in aandeelen hebben belegd. Ten einde in het vooruitzicht gestelde koersverliezen te ontloopen zullen deze personen hun nieuw verworven aan- deelenbezit dus vóór 1 November a.s. dusdanig dienen te verkleinen, dat dit bezit onder het bedrag van f. 100 000 komt te liggen. Men kan het in twijfel trekken, of het aan bod van aandeelen. uit dien hooide afkomstig, dergelijke afmetingen zal aannemen, dat de door de overheid gewenschte koerscorrectie tot stand komt. Men weet het uit de diverse waar schuwingen. dat de overheid het huidige koers- peil van tal van fondsen te hoog acht, met name van de Indische fondsen, waarop het rendement nihil is. Men streeft dus welbewust naar lagere koersen van tal van aandeelen en men wil de speculatie den kop indrukken met beschermihg van den kleinen bona-flde bezitter van effecten en met instandhouding van den beurshandel. Zal men met de huidige maatregelen het gestelde doel bereiken? Of zal men van overheidswege nog zijn toevlucht moeten nemen tot andere maatregelen? Blijkens het koersverloop op de eerste twee beursdagen na de afkondiging van de maat regelen bestaat er blijkbaar weinig vrees, dat er spoedig omvangrijk aanbod aan de markt zal komen. Immers was het koers- niveau toen zelfs hooger, voor sommige fondsen zelfs belangrijk hooger, zoodat de intensiteit van de vraag zelfs grooler bleek te zijn dan die van het aanbod. Men zou dus kunnen zeggen, dat de situatie door de ge nomen maatregelen niet is veranderd en dat men de maatregelen als het ware naast zich heeft neergelegd. Het is duidelijk, dat zulks geenszins de bedoeling kan zijn geweest van de Duitsche en Nederlandsche autoriteiten, en het lijdt geen twqfel, dat spoedig drastischer maatregelen zullen volgen, indien de thans genomen maatregelen niet het nagestreefde effect hebben. De eerste beschikking ter uitvoering van het besluit kan aangevuld worden met andere uit voeringsbepalingen, die harder zullen aankomen. Zulks lag aanvankelqk reeds in de bedoeling, maar er schqnen redenen geweest te zqn om achteraf de maatregelen te verzachten. Men zal er echter niet voor terugdeinzen om krachtiger op te treden, indien zulks noodig wordt geacht, getuige de uitlating van mr. Rost van Tonnin gen: de verordening schept een wapen tegen de groote speculnaten, dat tegen hen onbarm hartig zal worden gehanteerd, indien zulks noodig is. Ook op de banken zal de overheid een ern stiger beroep kunnen doen om mee te werken aan een verlaging van het koerspeil. Niet alleen zou men van de credietinstellingen kunnen eischen den mogeiqken kooplust tegen te gaan. maar ook een meer positieve medewerking zou kunnen worden gevraagd, doordat de banken de effectenbezitters zouden stimuleeren te ver- koopen. Een verder beroep op de banken biqkt ook uit den afgekondigden identificatieplicht. Belangrqk is ook. dat het bankgeheim ten deele is opgeheven. Men kan er van verzekerd zqn, dat de autori teiten met alle aandacht de houding van pu bliek en beurs zullen gadeslaan en dat het thans niet bq een dreigement zal blijven. Wan neer een eventueele inlevering moet plaats hebben tegen de laagste koersen van het jaar, hetgeen voor olies, Indische fondsen en schepen ongeveer een halveering'van de huidige koersen beteekent, dan kan men er tevens van verzekerd zqn, dat de houding, die de beurs den laatsten tijd heeft aangenomen, in strqd is met het doel, dat nagestreefd wordt en dat de huidige koer sen van vele fondsen niet in overeenstemming zqn met het overheidsbegrip van „normaal" koersniveau. Het zal dus raadzaam zqn de noodige voor zichtigheid in acht te nemen. De secretaris-generaal voor bqzondere econo mische zaken en van het departement van financiën heeft bepaald, dat een rijksgarantie wordt verstrekt aan de daarvoor door den secre taris-generaal voor bijzondere economische aan gelegenheden aangewezen bankirstelling voor door deze bank te verleenen overnemingscredie ten, welke dienen om de overneming van geves tigde ondernemingen door natuurlqke of rechts personen te vtrgemakkeiqken. Ten behoeve van één onderneming kan slechts één crediet wor den verleend, dat wordt beperkt tot ten hoogste honderdduizend gulden. Overschrqding van deze grens is slechts mogeiqk na toestemming van den secretaris-generaal. De rente-, provisie- en andere credietvoor- waarden zullen in het algemeen dezelfde zqn als de voor gewone bankcredieten gebruikeiqke, ter wijl voor het crediet zooveel mogelijk zakelijke of persoonlijke zekerheid zal moeten worden ge steld. Ter beoordeeling van de verstrekking van overnemingscredieten is een commissie ingesteld, waarin zqn benoemd: tot lid, tevens voorzitter F. L. Rambonnet, directeur-generaa- van het departement voor bqzondere economische zaken; tot leden P. Hoekstra, H. A. Keip en H. Lukkien en tot secretaris G. W. Sillmann. De voorzitter beslist over de verleening van het crediet. na de ter vergadering aanwezige leden van de commissie te hebben gehoord. Een crediet kan uitsluitend worden verleend ten bel oeve van personen van Nederlandsche nationaliteit, die voornemens zijn een gevestigde onderneming over te nemen en daarvoor uit hoofde van vakbekwaamheid, credietwaardigheid en persoonlqke eigenschappen in aanmerking komen, en voor wie het niet mogelqk is gebleken op andere wijze in hun credietbehoefte te voorzien. Bq. de verleening van het crediet wordt een aflossingsplan vastgesteld, waarbq rekening wordt gehouden met de winstmogelqkheden van de onderneming en een doelmatige afschrqvings- politiek. Indien de onderneming niet wordt gedreven volgens de eischen van goed koopmanschap, heeft de credietgevende bankinstelling het recht, in overleg met den vooratter der commissie, tot intrekking van het crediet over te gaan. Zoodra de toestand van de onderneming naar het oordeel van den voorzitter der commissie zulks mogelijk maakt, zal tot financiering in de vrqe markt moeten worden overgegaan. Aan het einde van ieder boekjaar van de credietgevende bankinstelling wordt het totaal der eventueele verliesposten, onder bqboeking van een interest per annum, welke 1 procent boven het disconto van de Nederlandsche Bank ligt. aan het departement van financiën opge geven, waarna dit voor vergoeding aan de cre dietgevende instelling zorg draagt. VERSPREIDE BERICHTEN. Met Ingang van 12 September j.l. is aan mr. J. A. H. J. van der Dussen ontslag verleend als burgemeester van Hengelo (O). Verder is M. van den Hurk met ingang van 1 October a.s. tot burgemeester van Nistelrode benoemd. Herhaalde malen is reeds melding gemaakt van gevallen, waarin de secretaris-generaal van het departement van landbouw en visscherq aan veehouders, die hun plichten tegenover de gemeenschap op regerlqke wqze hebben ver zaakt, door melk achter te houden, extra-leve ringsplicht van rundvee heeft opgelegd. Thans is wederom een zeer ernstig geval te vermelden. Aan een veehouder te Amsterdam is de verplichting opgelegd om niet minder dan -12 koeien in te leveren boven zqn normalen le veringsplicht. Het moet langzamerhand duidelijk worden, dat men niet ongestraft de voedselvoorziening van zqn volk in gevaar kan brengen. ARTIKEL 11 ARBEIDSDIENSTPLICHT- BESLUIT. Dezer dagen werd in de Staatscourant be kend gemaakt, dat, met ingang van dien da tum, artikel 11 van het arbeidsdienstplichttoe- sluit als volgt moet worden gelezen: „Zij, die op het tqdstip van inwerkingtreden van dit besluit (1 April 1942) aangesteld zqn of voor 1 Januari 1943 aangesteld worden in openbaren dienst of bij het bijzonder onderwqs, moeten, indien zq den leeftqd van 18 jaar, doch nog niet dien van 20 jaar hebben bereikt, en ongehuwd zqn, op straffe van ontslag vóór 1 Juli 1944, gedurende het daartoe door den se cretaris-generaal van het departement van al- gemeene zaken te bepalen tqdvak, hun arbeids- dienstpllcht hebben vervuld". Dit artikel, waarvan de wqziging vanzelf sprekend niet slaat op de thans in arbeids dienst zqnde lichting, houdt dus in, dat ge noemde bepaling in den vervolge geldt voor hen: 1) Die op 1 April 1942 waren aangesteld in openbaren dienst of bq het bqzonder onderwqs, op dien dag niet jonger waren dan 18 jaar en die op of na 2 April 1922 zqn geboren. 2) Die op 1 April 1942 in openbaren dienst of bij het bqzonder onderwqs waren aangesteld en die voor 1 Januari 1943 den leeftqd van 18 jaar bereiken. 3) Die na 1 April 1942 doch vóór 1 Januari 1943 worden aangesteld in openbaren dienst of bij het bqzonder onderwqs en die 18 of 19 jaar oud zijn. LUIT.-GENERAAL JHR. J. H. RÖELL f In den ouderdom van 75 jaar is te Den Haag overleden luit-generaal-tjt. der artillerie jhr. J. H. Röell. De overledene bezocht de Militaire Academie te Breda en na de verschillende officiersrangen te hebben doorloopen, werd hij in 1919 be noemd tot luit.-kolonel en gouverneur der K. M. A. In 1923, na intusschen den rang van ge- neraal-majoor te hebben verkregen, werd hij eervol ontslagen. Van 1925 tot 1937 was jhr. Röell onder-voorzitter van het Nederlandsche Roode Kruis. In deze functie werd hq benoemd tot luit.-generaal-tit. De begrafenis is morgen te kwart voor e«i op de Algem. Begraafplaats te Den Haag.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1942 | | pagina 1