De strijd in het Oosten
Het echec van Dieppe
ZATERDAG 29 AUGUSTUS 1942
Ho. 25282
83sfe Jaargang
Tusschen Don en
Kaukasus
Luchtaanvallen op
Australië
Verspreide Berichten
BINNENLAND
De invoering van het voortgezet
iager onderwijs
Waar is er
grondstoffenschaarsdife
Officieel Duitsch verslag
Verduisteren:
LEIDSCH
DAGBLAD
Directeur: J, w. Henny.
Telef. Directie en Administratie
25041 (2 lijnen) Gironummer: 57055
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Telef. Redactie 21507
Hoofdredacteur: B. W. Menkhorst, Lelden.
Pl.verv.: K, Been, Lelden.
De A.N.P.-correspondent te Berlijn meldt:
Omtrent de gevechten tusschen Don en Kau
kasus toont het Duitsche opperbevel zich op
het oogenblik zeer zwijgzaam. Het is typeerend,
dat daarentegen van geallieerde zijde met een
opmerkelijke openhartigheid over het snelle
voortschrijden der aanvalsoperaties wordt ge
sproken, hetgeen kenmerkend is voor de be
zorgdheid, die men omtrent den afloop der
krijgsverrichtingen in dit gebied koestert. Een
groot nadeel is het voor de bolsjewisten, dat be
langrijke verbindingen van het Zuiden naar het
Noorden verloren zijn gegaan. De spoorlijn, die
van Astrakan over Saratof leidt, is de eenige ver
binding, waarvan zij nog een min of meer on
gestoord gebruik kunen maken. Nu de operaties
in het gebied van Stalingrad de Wolga zijn ge
naderd, dreigt ook de verbinding van Stalingrad
met het Noorden, waarvoor de bolsjewisten tot
dusver nog de beschikking hadden over een
spoorlijn en de Wolga als scheepvaartweg, te
worden afgsneden. Hiermede is dan dit belang
rijke industriecentrum, door Stalin eens „het
hart der sovjet-unie" genoemd, van het midden
en Noorden van het land geïsoleerd. Andere ver
bindingen met het Noorden staan den bolsjewis
ten niet meer ter beschikking, hetgeen niet zal
nalaten, nadeeligen invloed uit te oefenen op het
vervoer van het door Engeland en de Vereenigde
Staten geleverde oorlogsmateriaal, dat in hoofd
zaak naar de Kaspische Zee werd gezonden. De
operaties in het Oostelijke deel van den Kau
kasus zijn, naar hier vernomen wordt, reeds zoo
dicht tot het'oliegebied van Grosni genaderd, dat
de productie dezer olievelden nog nauwelijks
voor de oorlogvoering der bolsjewisten een rol
kan spelen.
Aan de andere deelen van het Oostelijke front
blijven alle bolsjewistische aanvallen vruchte
loos. Voor het eerst wordt thans ook melding
gemaakt van aanvallen op de Duitsche stellingen
ten Zuiden van het Ladogameer.
LUCHTAANVALLEN OP STALINGRAD.
Naar het operbevel van de Duitsche weer
macht meedeelt, hebben Duitsche formaties ge
vechtsvliegtuigen ook Donderdag haar aanvallen
op de stad Stalingrad voortgezet. Verscheidene
fabrieken der bolsjewistische bewapenings-in-
dustrie werden door brisant- en brandbommen
getroffen en brandden tot den grond toe af.
Bovendien werden tal van ravitailleeringsbedrij-
ven in het havengebied in de asch gelegd. Nog
op 50 K.M. afstand werden groote bralden waar
genomen, Vooral in het duister van den nacht
bood de brandende stad een beeld van verwoes
ting. Bijzonder sucesvol was een aanval van
Duitsche gevechtsvliegtuigen op het vliegveld.
Serpuchof ten Zuiden van Moskou.
De Duitsche vliegtuigbemanningen namen 10
uitgebreide branden waar en hevige ontploffin
gen in den Zuid-Oosthoek van het vliegveld. De
daar gelegen vliegtuighangars werden practisch
volkomen vernield.
VERGEEFSCHE SOVJET-AANVALLEN IN
DEN CENTRALEN SECTOR.
Met betrekking tot de afweergevechten in den
centralen sector van het Oostelijke front, zijn
door het opperbevel van de Duitsche weermacht
de volgende mededeelingen gedaan:
De thans reeds bijna 4 weken durende af-
weerslag in het gebied van Rzjef en ten Noorden
van Medyn heeft iederen dag weer de hoogste
eischen gesteld, vooral aan de Duitsche infan
teristen en pioniers, bij hun succesvollen strijd
tegen de aanvallende bolsjewisten, die numeriek
veel sterker waren. Ondanks de meest roekelooze
verspilling van troepen, kon de vijand behalve
onbeteekenendo plaatselijke doorbraken, geen
enkel van zijn aanvalsdoelen bereiken. Ten koste
van tienduizenden gesneuvelden en gevangenen worden. (D.N.B.).
en duizenden vernietigde bolsjewistische tanks
en stukken geschut veroverden de bolsjewisten
enkele onbeteekenende door granaattrechters
omwoelde stukken terrein. Een vijandelijke ge
vechtsgroep werd, nadat verscheidene tanks
waren kapot geschoten, in een krachtigen tegen
aanval teruggeworpen. De aan weerszijden van
een weg uitgevoerde, herhaalde aanval der bols
jewisten had evenmin eenig succes. Een vijan
delijke gevechtsgroep, die in een boschachtig ge
bied was doorgedrongen, werd vernietigd. De
luchtmacht steunde de afweergevechten van de
troepen van het leger door tal van aanvallen cp
de zich ontwikkelende vijandelijke infanterie- en
tankaanvallen, op troepenconcentraties en op de
ravitailleefings-organisatie van den vijand.
SOVJETTROEPEN UIT IRAN TERUG
GETROKKEN.
De A.N.P.-correspondent te Berlijn meldt:
In politieke kringen te Berlijn volgt men met
groote belangstelling de ontwikkeling van den
toestand in Iran. Ongetwijfeld in verband met
het verloop van den strijd in het Kaukasus-
gebied is een groot deel der bolsjewistische troe
pen uit Iran teruggetrokken, terwijl de sterk
bolsjewistische georiënteerde regeering na de
jongste kabinetscrisis heeft plaats gemaakt voor
een regeering van sterk onder den invloed van
Engeland staande politici.
STEDEN GEBOMBARDEERD.
Terwijl de tweede slag bij de Salomons-eilan-
den zijn einde nadert heeft de Japansche lucht
macht der marine haar zware aanvallen op
Noord-Australië zonder onderbreking voortge
zet, meldt het D.N.M. Opnieuw werd groote
schade aangericht in voor den oorlog belang
rijke installaties, haven-installaties en ver-
keersbedrijven in tal van steden in Noord-
Australië, Port Darwin, Townsville en Broome
waren vooral het doelwit van de ononderbro
ken Japansche bomaanvallen. De stad Towns
ville brandt nog steeds. Twee daar in de haven
voor anker liggende schepen van elk 6000 ton
werden met bommen zoo zwaar beschadigd, dat
zij brandend omsloegen. Op een van deze sche
pen werden sterke ontploffingen waargenomen.
Blijkbaar had het schip munitie aan boord voor
de afgesneden Amerikaansche troepen op de
Kleine Salomons-eilanden.
32
ENGELSCHE VLIEGTUIGEN BOVEN
DUITSCHLAND NEERGESCHOTEN.
Van militaire zijde verneemt het D.N.B.:
Britsche bommenwerpers hebben in den afge-
ioopen nacht steden in Zuid- en Zuidwest-'
Duitschland aangevallen. De uitgeworpen bri
sant- en brandbommen veroorzaakten schade
aan gebouwen en stichtten branden, voorname
lijk in woonwijken der burgerbevolking. Volgens
tot dusver ontvangen berichten werden 32
aanvallende machines neergeschoten.
Aanvallen van Duitsche gevechtsvliegtuigen
richtten zich in den afgeloopen nacht op be
langrijke militaire inrichtingen aan de Noord
kust van Engeland.
AANZIENLIJKE VERLAGINGEN IN
ENGELSCHE RANTSOENEN AANGEKONDIGD
Naar de ..Evening News" meldt, heeft de Brit
sche minister voor de voedselvoorziening, lord
"VVooIton, in een bespreking met de Engelsche
hotel- en restaurant-eigenaars medegedeeld, dat
de rantsoenen in de Engelsche levensmiddelen
voorziening binnenkort aanzienlijk zullen moe
MEN HOOPT DAT DE LEERLING EEN
BREEDERE ONTWIKKELING ZAL KRIJGEN.
Door de invoering van het achtste leer
jaar en de uitbreiding van den leerplicht tot
acht jaar, hoopt men te bereiken, dat de
normale leerling na het verlaten der school
en bij zijn intrede in de maatschappij een
breedere ontwikkeling zal hebben bereikt en
een voor het maatschappelijk leven meer
bruikbaar mensch zal zijn dan zijn huidige
collega, die na zeven jaar onderwijs zijn
intrede in het leven aanvangt.
Dit achtste leerjaar wordt bij voorkeur niet
toegevoegd aan de huidige school, met zeven
klassen, doch zal, waai' zulks mogelijk is. met
het zevende leerjaar een afzonderlijke school
voor „voortgezet onderwijs" vormen, alwaar een
geheel eigen leerplan er voor waakt, dat een
meer op het maatschappelijk leven ingesteld
onderwijs zal worden gegeven. Daar. waar niet
voldoende leerlingen aanwezig zijn tot vorming
van een eigen school, zullen deze zevende en
achtste leerjaren aan de gewone lagere scholen
verbonden moeten worden, in het vertrouwen
echter, dat de leiding van deze scholen zich goed
zal realiseeren. dat zij voor deze leerjaren een
meer daarvoor bedoeld onderwijs zal weten op
te bouwen.
Of de resultaten, welke men met de invoering
van het achtste leerjaar beoogt, zullen worden
bereikt, zal dan ook geheel afhangen van hen,
die met de leiding van deze leerlingen worden
belast. Dat zij, zoo zulks nog niet het geval is.
spoedig er van doordrongen zullen geraken, dat
het onderwijs in het zevende en achtste leerjaar
voortaan niet meer een'simpele voortzetting zal
mogen zijn van het onderwijs der zes daaraan
voorafgaande jaren, is daartoe een eerste ver-
eischte.
De invoering van dit achtste leerjaar is voor
de scholen afhankelijk van den aanvang van
het nieuwe schooljaar of van den nieuwen school -
cursus, aanvangende na den datum van inwer
kingtreding van de betreffende verordening,
zijnde na 26 Aug. j.l. wordt de invoering van
het achtste leerjaar of van de school voor voort
gezet onderwijs voor het zevende en achtste leer
jaar verplicht. Reorganisatie van de school, mid
den in het schooljaar of den schoolcursus brengt
het voorschrift dus niet mede.
IK ZOU ZOO GRAAG
,Ik zou zoo graag een pijp willen hebben",
schreef laatst een Nederlandsche vrijwilliger
vanuit zijn 'bunker aan het Oostfront. „Tabak
kunnen we hier wel krijgen, maar een pijp, dat
levert moeilijkheden op". Het was niet de eerste
maal, dat het Verzorgingsfonds van het Vrij
willigerslegioen deze verzuchting hoorde en
daarom is dan ook besloten in het Kerstpakket,
dat straks aan iederen Nederlandschen vrijwil
liger verzonden wordt, een pijp in te sluiten.
Duizenden pijpen zijn reeds aangekocht. Dui
zenden zijn nog noodig. Welaan, Nederlander,
bekostig ook een paar pijpen voor onze mannen
aan het front. Stort het bedrag op girorekening
432100, Verzorgingsfonds van het Vrijwilligers
legioen Koninginnegracht 22, te 's-Gravenhage.
ZUIVELINDUSTRIE EN MELKINRICHTING-
BEDRIJF.
Loonen voor het gcheele land vastgesteld.
Blijkens de staatscourant heeft het college
van rijksbemiddelaars een aantal beschikkingen
gepubliceerd, houdende regelingen van loonen
en andere arbeidsvoorwaarden voor de zuivel
industrie en het melkinrichtingbedryf.
De regeling voor de zuivelindustrie bestaat uit
een mantelregeling, waarin in hoofdzaak sociale
bepalingen zijn opgenomen, en een 6-tal gewes
telijke regelingen, waarin de loonen voor het
;eheele land worden vastgesteld.
Daarnaast stelt de regeling voor het melk
inrichtingbedrijf de loonen en sociale bepalingen
a.Tn
*4* oo:
1 ja£
ten worden verlaagd. Vooral de rantsoenen van voor het geheele land vast.
vleesch, thee en suiker zullen hierdoor getroffen I In de regeling voor de zuivelindustrie worden
de Werknemers ingedeeld in 3 categorieën: vak-
I.
het begin van den. tweeden Wereld
oorlog en nog tijdens het Duitsche voor
jaarsoffensief van 1940 hoonden zoowel
Britsche als Amerikaansche experts op hooge
posten het Duitsche devies „Kanonnen of
boter." De propagandisten beloofden hun vol
keren een „gemakkelijken oorlog": de Ameri
kaansche productie van automobielen, ijskas
ten, radio's en andere verbruiksartikelen be
reikte tot midden 1941 nieuwe recordcijfers.
Terwijl President Roosevelt reeds zijn „Over
winningsprogram" verkondigde, werden de
schaarsche voorraden aan rubber, chroom, man-
gaanerts en tin door de Amerikaansche groote
bedrijven opgebruikt zonder dat de regeering
voor nieuwe grondstoffen zorgde. Het priori-
teitsjrsteem stortte Ineen. Donald Nelson ver
klaarde, dat de kopervoorraad de meeste zor
gen baarde. Onderstaats-secretaris Robert P.
Patterson van het oorlogsministerie ontkende
iedere koperschaarschte. Een U.S.A.-inwoonster
verzamelde, zooals de „Saturday Evening Post"
vertelde, zegge en schrijve 112.000 pond, om zich
tegen de dreigende inflatie te verzekeren. Het
congres organiseerde stormachtige protesten
toen de beperkingen betreffende het civiele ge
bruik eindelijk en veel te laat kwamen.
Een enkele beperkingsmaatregel bracht bij
Donald Nelson 3000 protestbrieven van de 541
senatoren en congresleden, die op den heuvel
van het kapitool bijeen waren.
De tegenstand kwam hoofdzakelijk van den
kant van de producenten, die een sterken af
keer hebben van de „New Deal" en deze over
brengen op de oorlogseconomie. Eenige van de
„Een-Dollar-mannen" in Washington, die voor
de schaarschte aan staal en andere materialen
verantwoordelijk waren, zijn intusschen afge
dankt, Maar Leon Henderson, de zeer gehate
U. S. prijzencommissaris, moest in Januari van
dit jaar vaststellen, dat de U.S.A. in de eerste
14 maanden van den tegenwoordigen oorlog
slechts 12 tot 14% van het volksinkomen voor
de bewapening besteedde, terwijl het in de eer
ste 14 maanden van den Wereldoorlog 1914
1918 volle 25% waren. De tegenwoordige oorlog
werd dus minder energiek voorbereid dan de
eerste wereldoorlog,
In tegenstelling daarmee veranderde het
beeld, dat de openbare meening in de U.S.A.
zich van de grondstoffenproductie in de landen
van de As en in Japan gevormd had. In vele
omvangrijke publicaties hadden Britsche en
Amerikaansche experts uitgerekend in welk een
sterke mate de As-mogendheden gebrek aan
deze belangrijke grondstoffen hadden, terwijl de
U.S.A. en het Britsche Empire dank zij hun
rijkdommen en hun heerschappij ter zee bijna
alle voor den oorlog belangrijke materialen in
overvloed bezaten. Het verloop van den oorlog
heeft door deze optimistische berekeningen van
een Herman Kranold, Brooks Ermery, Eugene
Staley, Alfred Plumer van het „Chatam House"
en de „Foreign Policy Association" een dikke
streep gehaald.
De grondstoffenpositie der democraten werd
geenszins benijdenswaardig. Het opdringen van
Japan in Azië en den duikbootoorlog in den i
Atlantischen Oceaan hadden hieraan het be- Duitschland's vroeger zoo verachte capaciteit
langrijkste aandeel; een belangrijke oorzaak aan grondstoffen thans geniet.
was echter ook het gebrek aan vooruitzienden
blik der regeering in Washington, die in plaats
van voor den oorlog belangrijke grondstoffen
bijeen te zamelen, 4/5 van de totaal aange-
munte goudvoorraad geheel nutteloos vergaarde
Alleen in Z.O. Azië verloor de U.S.A. 85%
van haar vroegeren invoer van voor den oorlog
belangrijke oorlogsmaterialen. De politici noch
de „statici" hadden er mee rekening gehouden,
dat deze invoer als het ware plotseling zou kun
nen ophouden.
Zoo moest de „New York Times" op 8 De
cember 1941 vaststellen, dat de voorraad aan
ruwe rubber der Ver. Staten bij gebruik als
voorheen slechts voor 8 maanden voldoende
zou zijn. dat 95%, van den invoer uit Z.O. Azië
kwam. En datzelfde gold voor tin. Synthetische
rubber werd in totaal onvoldoende hoeveelheid
vervaardigd en met den bouw van een tinsmel-
terij in Texas City was men nauwelijks begon
nen. De vooruitzichten vooi wolfram, mangaan,
chroom en antimon waren eveneens onbevredi
gend. Tevergeefs had de „Saturday Evening
Post" kort voor het begin van den oorlog op
deze gebreken gewezen, welke zich intusschen
buitengewoon deden gevoelen.
Omgekeerd waren de statistische voorspellin
gen betreffende grondstoffengebrek bij de As-
mogendheden niet meer te handhaven. Zij wer
den even waardeloos als de profetieën van een
Stephan Posony of een Fritz Sternberg over
catastrophale leemten in de bewapening bij de
strijdkrachten van de As. Tengevolge daarvan
begon Washington nu naar de taal der feiten
te luisteren.
De mijnbouw-afdeeling van het Departement
van Binnenlandsche Zaken der Ver. Staten,
bracht in Januari van dit jaar een verslag uit
waarin het heette, dat Duitschland en do be
zette gebieden verrassend goed van grondstof
fen voorzien waren om een oorlog op langen
termijn te voeren. De Duitsche productie van
aluminium, bauxiet en magnesium was zelfs veel
grooter dan datgene wat de U.S.A., Canada en
Groot-Brlttannië te zamen zouden kunnen op
leveren. Deze metalen waren voor vliegtuigen
en brandbommen uitermate belangrijk. Duitsch
land bezat ruime voorraden lood, zink en kwik
zilver; het controleerde ontzaglijke hulpbron
nen aan ijzererts, mangaan en kolen. Zijn hoog
ovens produceerden meer dan 40% van het
ruwe ijzer der wereld en de staalproductie was
veel grooter dan die in de democratieën voor
het militaire gebruik. De voorraden aan schaar
sche metalen zooals koper, tin, wolfram of nik
kel werden door wijzigingen van het gebruik
en door vervangingsmaterialen voortdurend aan
de behoefte aangepast.
Deze conclusies van het Amerikaanscli Mi
nisterie van Binnenlandsche Zaken, dat zeker
geen sympathie voor de As koestert, spon „The
Saturday Evening Post" verder uit in haar
nummer van 31 Januari j.l.
Duitschland zou zijn staalcapaciteit in oor
logstijd ruim hebben kunnen verdubbelen. Het
beschikte in 1942 over 47% van de wereldpro
ductie aan kolen en over 44% van de wereld
productie aan ruwe ijzer. De overeenkomstige
percentages voor lood, mangaan, zink, alumi
nium, magnesium waren 25, 27, 33, 47 en 66%
van de wereldproductie. Men zal de cijfers van
de „Saturday Evening Post" als benaderings
getallen moeten laten gelden en zooveel te
meer de groote waardeering constateeren, die
arbeiders, geoefenden en ongeschoolden, terwijl
de gewestelijke regelingen voor iedere categorie
werknemers een loon bepalen volgens een ge
meenteklasse-indeeling.
Bij vergelijking van de verschillende gewesten
onderling blijkt, dat, gezien ook het aantal loo
nen voor iedere categorie werknemers, 5 loon-
klassen zijn vastgesteld.
Gebaseerd op het loonpeil van de categorie
geoefenden in de zuivelindustrie, worden de loo
nen in het melkinrichtingbedrijf bepaald voor
het binnenpersoneel, echter met een gemeente-
indeeling in 4 klassen, terwijl voor de melk
bezorgers rekening wordt gehouden met voor de
ondernemingen vastgestelde melkprijzen.
Het opperbevel van de Duitsche weermacht
publiceert over de Engelsche landingspoging bij
Dieppe op 19 Aug. 1942 een officieel verslag,
waarin o.a. gezegd wordt:
De door het opperbevel van de weermacht
ontvangen rapporten van leger, vloot en lucht
macht. de buitgemaakte bevelen en verklaringen
van gevangenen, geven thans een volledig beeld
van de zware nederlaag, die de vijand bij zijn
poging tot het oprichten van het tweede front
bij Dieppe geleden heeft. De bedoelingen van
den vijancl zijn door de resultaten der eigen
verkenning en door het buitgemaakte operatie-
bevel van niet minder dan 121 dicht in elkaar
getypte vellen ondubbelzinnig opgehelderd. Zij
bewijzen, dat het den vijand niet er op aan
kwam, afzonderlijke deelen te vernielen, doch
dat reeds aan de eerste golf van landingstroepen
de taak gesteld was. stad en haven van Dieppe
in te nemen en een diep bruggehoofd te vormen,
welks omvang gekenteekend is door de als doel
van den aanval genoemde plaats Arques la Ba-
taille, op 7 K.M. van de kust gelegen.
Voor de beoordeeling van de waarde van dit
bruggehoofd zijn de volgende constateeringen van
belang': Dieppe is de havenplaats die het dichtst
bij de Fransche hoofdstad gelegen is. Haar ha
venwerken maken het lossen van pantserwagens
en zwaar oorlogstuig mogelijk en daarmede het
aan land zetten van de verdere golven voor den
aanval. Het bezit van een diep bruggehoofd bij
Dieppe maakt het mogelijk, de kustverdediging
tusschen Somme en Seine op te rollen en door
de inneming van Abbeville en Le Havre andere
geschikte havens te verkrijgen.
Ter uitvoering van deze voornemens was in de
eerste golf de tweede Canadeesche divisie over
een breedte van ongeveer 25 K.M. ter landing op
zes verschillende plekken opgesteld. Deze troepen
bestonden uit uitgezochte, elite strijdkrachten,
die sinds maanden voor de landingsgevechten
speciaal waren opgeleid, en in hoofdzaak in ieder
geval niet uit Engelschen doch uit Canadeezen
bestonden. Achter deze eerste golf stonden
naast talrijke andere 'in de wateren tusschen
Dieppe en Portsmouth waargenomen groepen
van landingsbooten, transportvaartuigen en
lichte zeestrijdkrachten tot de grootte van krui-,
sers een drijvende reserve van zes groote ook
met pantserwagens volgeladen transportschepen
en drie vrachtbooten. Meer Noordelijk bevond
zich een andere sterke groep wel het gros
van de landingsstrijdkrachten met 26 trans
portschepen in zee. op welker dekken naast
elkaar dicht opeengepakt de troepen stonden.
Aan luchtstrijdkrachten had de vijand meer
clan 100 gevechtsvliegtuigen, waaronder talrijke
viermotorige machines en minstens duizend ja
gers overwegend voor den aanval op de Duitsche
kustverdediging opgesteld.
Dit sterke, hoewel in hoofdzaak aan de „bond-
krachten, bewijst beter dan alle achteraf on
dernomen officieele en officieuze pogingen tot
misleiding, dat met dc landing het doel diende
te worden nagestreefd van uitgestrekte opera
ties te land. Dit feit wordt nog onderstreept dooi
de verklaring van den voorzitter der Amerikaan
sche Senaatscommissie voor militaire aangele
genheden, die volgens United Press nog op 20
Aug. de hoop tot uiting bracht, dat de gemeen
schappelijke aanval zich zou ontwikkelen en uit
breiden tot het tweede front. De gelande strijd
krachten waren volgens hem daartoe sterk ge
noeg en het gevechtsterrein zou voor landings-
óperaties uiterst gunstig zijn.
De gevonden bevelen verstrekken ook nog in
ander opzicht waardevolle conclusies. Opdat zij
niet in onze handen zouden vallen, mochten
alleen de beide brigade-staven de bevelen voor
de onderneming medevoeren. Door het gevan
gennemen van een brigadestaf kwam het ope
ratiebevel echter in ons bezit. Het eerste doel
moest bestaan in de vernieling van enkele
kustbatterijen, die de kustwateren en het strand
beheerschten, om vervolgens, ondersteund dooi
de kanonnen van talrijke vlooteenheden. op
het strand aan land te gaan, en de haven en
de stad in bezit te nemen. Plunderen in eiken
vorm was ten strengste verboden. De motivee
ring daarvoor in het operatiebevel luidde dat
„de Duitsche bezettingstroepen een hoogen
standaard van individueel fatsoen ontwikkeld
hebben" en dat daarnaar ook de landingstroe
pen door de bewoners beoordeeld zouden wor
den. Om dit bevel, dat eveneens het voorne
men van een langdurig verblijf aan land in het
licht stelt, te contrdleeren, was speciaal een
officier der gendarmerie met hulp-strijdkrach
ten benoemd. Niettemin geloofde men dat de
Fransche bevolking van de landende troepen
zou kunnen verlangen haar naar Engeland te
evacueeren. Voor dit doel was een speciale groep
aangewezen ter sterkte van een officier en zes
andere dienstgraden van Fransche nationali
teit, die evenwel de opdracht hadden uitslui
tend voor den dienst geschikte Franschen mede
te nemen en ook slechts dan, wanneer zij zich
verplichtten tot dienstneming in de formaties
van de Gaulle. Ook aan visschers die hun eigen
vaartuig meebrachten, moest het toegestaan
zijn om onder de bescherming van de zee
strijdkrachten naar Engeland over te steken.
Uitgebreide voorschriften waren opgesteld
voor de behandeling van de Duitsche krijgsge
vangenen. In de eerste plaats moest men hun,
waar het slechts mogelijk was, de handen vast
binden opdat zij hun papieren niet konden ver
nietigen. Op een nauwkeurig aangegeven plek
aan het strand moest een kamp voor krijgs
gevangenen worden ingericht. De daartoe aan
te- .stellen bewakingsmanschappen en hun hou
ding, de terugbrenging naar Engeland en hun
verdere bestemming aldaar,, waren nauwkeurig
vastgelegd. Tot in alle bijzonderheden behelst
genooten" ten deel gevallen gebruik van strijd- het bevel evenwel ook voor geval van nood die
maatregelen, welke genomen moesten worden
wanneer bij een ongunstige ontwikkeling van
de situatie het besluit tot den terugtocht geno
men moest worden. De bevelhebbers van de
strijdkrachten ter zee en in de lucht dienden
de vereischte overwegingen voor dit doel tijdig
genoeg te maken. In dit geval lag het in het
voornemen de gelande troepen tot den laatsten
man weer aan boord te nemen, evenals de met
zekerheid verwachte massa's Duitsche krijgsge
vangenen. het uitgeladen oorlogstuig en vooral
de pantserwagens. Ook de dooden wilde men
terugbrengen. Deze van kwartier tot kwartier
tot in elke bijzonderheid vastgelegde terugtocht
was op dertig bladzijden en in dertien schetsen
uiteengezet.
Het werkelijke verloop der gebeurtenissen is
uit de berichten van het Duitsche opperbevel
der weermacht voldoende bekend. Nog voordat
de vijandelijke landingsvloot 'in het gezicht van
de kust kwam. was zij door de op zee varende
beschermingsstrijdkrachten van de Duitsche
marine gerapporteerd. Nadat de zwakke strijd
krachten der marine in een kort zeegevecht
tegen de superieure vijandelijke eenheden een
kanonneerboot tot zinken gebracht en verschei
dene treffers op de vijandelijke schepen ge
plaatst hadden, moesten zij den strijd staken.
Doch de eerste storing in den stelselmatigen
afloop der vijandelijke operaties was ontstaan.
Uit het groote aantal der Duitsche verdedi
gingswerken, die volgens het plan bezet en ver
nield moesten worden, gelukte het den vijand
slechts om onder gebruikmaking van superieure
strijdkrachten op een plek tijdelijk een kust-
batterij onder controle te krijgen. De afweer
van alle overige verdedigingswerken bleek den
vijand verre superieur te zijn. De plaatselijke
reserves der militaire leiding waren voldoende
om den vijand, waar hij tijdelijk aan het strand
vasten voet gekregen had, in de pan te hakken
of in zee terug te werpen. Zijn pantserwagens
kregen op het strand, kapotgeschoten en bui
ten gevecht, een roemloos einde, zonder ook
maar den strandweg bereikt te hebben.
De reserves die door de hoogere legerleiding
waren opgeroepen en binnen den kortst moge-
lijken tijd derwaarts waren gevoerd, bereikten
op den vastgestelden tijd het gebied van Dieppe
maar vonden geen gelegenheid meer om in te
grijpen. De dappere soldaten van de kustverde
diging hadden zich inmiddels uit eigen kracht
tegen den aanvaller geweerd. Vroeg in den
middag reeds kon het algemeene opperbevel
van den betrokken sector melden:
De divisie heeft met luchtdoelgeschut en
luchtawapen alleen haar sector behouden of her
overd. Geen gewapende Engelschman staat meer
op het vasteland". Om 17.50 uur was het be
richt ontvangen van den bevelvoerenden admi
raal in Frankrijk dat de haven van Dieppe en
de havenversperring onbeschadigd waren. Geen
enkel vijandelijk schip was er in geslaagd de
haven binnen te loopen. De eigen luchtmacht
had onder voortdurende controleering van dc
wateren tot aan de Engelsche kust op voortref
felijke wijze de afweergevechten van het leger
ondersteund en daarnaast groote vernietigingen
aangericht onder de aanvallende luchteskaders
van den vijand en onder de schepen van de
landingsvloot.
Zoo verliep de Britsche landingspoging bij
Dieppe volgens de berichten van de eigen troep.
De vijand zelf heeft dezen afloop der gevechten
door een reeks openlijke radioseinen bevestigd.
Uit deze radioseinen, die ten deele den snellen
aanvoer van versterkingen en aanvullingen voor
de landingsgroep ter voortzetting van den aan
val verlangen, blijkt het volgende: met gebruik
making van numeriek beperkte strijdkrachten
en daarmede zonder al te groot risico moesten
pogingen gedaan worden op het vasteland een
bruggehoofd en een bruikbare haven te verkrij
gen. Ware dat gelukt, dan zou de Engelsche
legerleiding niet geaarzeld hebben andere ge
reedstaande troepen aan land te zetten en daar
mede het tweede front in Frankrijk te vormen,
Voor het geval de onderneming mislukte, was
evenwel de terugtocht propagandistisch en mili
tair voorbereid. Aan de troep was de eigenlijke
bedoeling verzwegen en aan de Fransche bevol
king was door de radio bekendgemaakt, dat hier
niet sprake was van een invasie.
De onderneming tegen Dieppe heeft den
vijand zware verliezen gekost. Hij verloor 2195
gevangenen, onder wie 128 officieren. Onder hen
bevond zich de commandant van de zesde Cana
deesche brigade infanterie William Wallace
Southam, voorts twee kolonels en 13 stafoffi
cieren. Behalve de vernietigde 29 pantserwagens
en verkenningsauto's werd een groote hoeveel
heid lichte en zware infanteriewapens en ander
oorlogstuig, vooral ook landingsbooten, buitge
maakt. De vijand leed zware bloedige verliezen,
die veel grooter zijn dan het aantal krijgsgevan
genen. Alleen aan de kust werden 600 dooden
geconstateerd. Het aantal verdronken manschap
pen is niet na te gaan. Steeds spoelen nog lijken
op het strand aan. Voorts verloor de vijand: 127
vliegtuigen, 4 torpedojagers, 2 torpedobooten, 1
torpedomotorboot, 7 transportschepen en een
aantal landingsbooten, die door artillerie en
luchtmacht tot zinken gebracht werden. Be
schadigd werden: 4 kruisers, 4 torpedojagers, 5
transportschepen, 4 torpemotorbooten, 2 kleinere
eenheden en talrijke landingsbooten.
Daartegenover bedragen de eigen verliezen
ondanks alle beweringen van de vijandelijke
propaganda: bij het leger: 155 dooden, 187 ge
wonden, 14 vermisten. Bij de marine: 78 dooden
en vermisten, 35 gewonden. Bij de luchtmacht:
104 dooden en vermisten, 58 gewonden, in totaal
dus 591 manschappen verloren, een onbeteeke-
nend verlies dus vergeleken met dat van den
vijand. Aan Duitsch materiaal gingen 35- vlieg
tuigen en een duikbootjager verloren. 6 stukken
geschut werden beschadigd.
De houding van de Fransche bevolking was
meer dan correct, Zy heeft ondanks eigen ver
liezen de Duitsche troepen in hun stryd door
hulpvaardigheid van eiken aard ondersteund.
Zij heeft branden gebluseht, gewonden verzorgd
en de troepen voorzien van eten en drinken. Uit
erkentelijkheid voor deze houding worden op
bevel van den Fllhrer de Fransche krijgsgevan
genen afkomstig uit de Fransche plaatsen van
het gevechtsgebied om Dieppe uit krijgsgevan
genschap ontslagen.
De melkinrichtingen, die, ten aanzien van haar
melkventers, ln de 4de gemeenteklasse zouden
vallen, dus de kleinste gemeenten, vallen zoowel
ten aanzien van haar melkbezorgers als ten aan
zien van haar binnenpersoneel onder de regeling
voor de zuivelindustrie.
Naast een regeling van de loonen der werk
nemers bevatten beide regelingen bepalingen
omtrent emolumenten, vacantie, kort verzuim en
een uitvoerige regeling voor ziekte en ongevallen.
Van belang is eveneens de bepaling, dat in
ondernemingen, waar geen of geen voldoende
pensioen- of gelijkwaardige andere regeling be
staat, het loon voor gehuwde en ongehuwde
werknemers per week resp. f.2.— en f. 1.— meer
zal moeten bedragen dan het in de regeling
vastgestelde loon.
Aan dr. ir. A. H, W. Hack?, te 's Gravenhage,
is de bevoegdheid gegeven in bepaalde gevallen
dispensatie te verleenen van de toepassing van
bepalingen dezer regelingen, mede ln verband
met de te verleenen goedkeuring aan de be
staande pensioenvoorzieningen en daaraan ge-
ïykwaardige regelingen.
De regelingen treden in werking met ingang
van 14 September, terwijl de pensioenbepalingen,
op 1 November a.s. ln zullen gaan.
van hedenavond 20.36 uur
tot morgenochtend 6.46 uur
en van morgenavond 20.34 uur
tot Maandagochtend 6.48 uur
De maan ging hedenmorgen onder oïn 10.32
uur, komt hedenavond om 22.14 uur op, gaat
morgenochtend om 11.41 uur onder en komt om
22.40 uur morgenavond weer op.
ZIJ KWAMEN NIET.
Neen, die horden van Stalin, zij kwamen niet.
Zy kregen geen kans Europa te overrompelen
en haar praktyken in onze landen bot te vieren.
De Duitsche legers trokken ten stryde. Juist op
tyd. Sinds Juni 1941 worden de bolsjewisten
steeds meer teruggedrongen, totdat zij straks
vernietigd zullen zijn en daarmede het gevaar
dat Europa bedreigde, voorgoed bezworen is. Nog
is het niet zoover. Nog wordt er fel gestreden
aan het Oostfront. Nog is er plaats voor iederen
Nederlander, die beseft dat het zijn plicht Is te
helpen het bolsjewistische monster onschadelijk
te maken. Landgenoot, vele Nederlandsche man
nen gaven een voorbeeld, dat waard is door u
nagevolgd te worden. Met dit voorbeeld voor
oogen meld u aan by het Vrijwilligerslegioen
„Nederland", Koninginnegracht 22. te 's-Gra
venhage.
NEDERLANDSCHE VERPLEEGSTERS NAAR
HET OOSTFRONT.
Met den trein van 7.20 zyn gisteravond uit
Den Haag wederom tien Nederlandsche ver
pleegsters naar onze ambulance aan het Oost
front vertrokken. Enkele maanden geleden wa
ren reeds twintig ^arer collega's van hier uit
daarheen gegaan.
By het afscheid aar. het perron der staats
spoor sprak de leider van de Nederlandsche
ambulance, arts Galjart, de vertrekkende ver
pleegsters in harteiyke bewoordingen toe namens
den commandant van het vrijwilligers legioen
Nederland, luit.-generaal Seyffardt. Spreker
legde daarby den nadruk op de groote beteeke-
nls van den arbeid, waarvoor deze Nederlandsche
zusters zich hebben ingezet. In het bijzonder
zullen de Nederlandsche jongens, die aan het
front strijden voor het nieuwe Europa, en die
bereid zyn het hoogste offer, dat zy kunnen
brengen, daarvoor te geven, de aanwezigheid
van Nederlandsche verpleegsters op hoogen prlü
stellen. Dokter Galjart wenschte allen een voor»
spoedige reis en een tot weerziens.