De strijd in het Oosten Het echec van Dieppe ZATERDAG 29 AUGUSTUS 1942 Ho. 25282 83sfe Jaargang Tusschen Don en Kaukasus Luchtaanvallen op Australië Verspreide Berichten BINNENLAND De invoering van het voortgezet iager onderwijs Waar is er grondstoffenschaarsdife Officieel Duitsch verslag Verduisteren: LEIDSCH DAGBLAD Directeur: J, w. Henny. Telef. Directie en Administratie 25041 (2 lijnen) Gironummer: 57055 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Telef. Redactie 21507 Hoofdredacteur: B. W. Menkhorst, Lelden. Pl.verv.: K, Been, Lelden. De A.N.P.-correspondent te Berlijn meldt: Omtrent de gevechten tusschen Don en Kau kasus toont het Duitsche opperbevel zich op het oogenblik zeer zwijgzaam. Het is typeerend, dat daarentegen van geallieerde zijde met een opmerkelijke openhartigheid over het snelle voortschrijden der aanvalsoperaties wordt ge sproken, hetgeen kenmerkend is voor de be zorgdheid, die men omtrent den afloop der krijgsverrichtingen in dit gebied koestert. Een groot nadeel is het voor de bolsjewisten, dat be langrijke verbindingen van het Zuiden naar het Noorden verloren zijn gegaan. De spoorlijn, die van Astrakan over Saratof leidt, is de eenige ver binding, waarvan zij nog een min of meer on gestoord gebruik kunen maken. Nu de operaties in het gebied van Stalingrad de Wolga zijn ge naderd, dreigt ook de verbinding van Stalingrad met het Noorden, waarvoor de bolsjewisten tot dusver nog de beschikking hadden over een spoorlijn en de Wolga als scheepvaartweg, te worden afgsneden. Hiermede is dan dit belang rijke industriecentrum, door Stalin eens „het hart der sovjet-unie" genoemd, van het midden en Noorden van het land geïsoleerd. Andere ver bindingen met het Noorden staan den bolsjewis ten niet meer ter beschikking, hetgeen niet zal nalaten, nadeeligen invloed uit te oefenen op het vervoer van het door Engeland en de Vereenigde Staten geleverde oorlogsmateriaal, dat in hoofd zaak naar de Kaspische Zee werd gezonden. De operaties in het Oostelijke deel van den Kau kasus zijn, naar hier vernomen wordt, reeds zoo dicht tot het'oliegebied van Grosni genaderd, dat de productie dezer olievelden nog nauwelijks voor de oorlogvoering der bolsjewisten een rol kan spelen. Aan de andere deelen van het Oostelijke front blijven alle bolsjewistische aanvallen vruchte loos. Voor het eerst wordt thans ook melding gemaakt van aanvallen op de Duitsche stellingen ten Zuiden van het Ladogameer. LUCHTAANVALLEN OP STALINGRAD. Naar het operbevel van de Duitsche weer macht meedeelt, hebben Duitsche formaties ge vechtsvliegtuigen ook Donderdag haar aanvallen op de stad Stalingrad voortgezet. Verscheidene fabrieken der bolsjewistische bewapenings-in- dustrie werden door brisant- en brandbommen getroffen en brandden tot den grond toe af. Bovendien werden tal van ravitailleeringsbedrij- ven in het havengebied in de asch gelegd. Nog op 50 K.M. afstand werden groote bralden waar genomen, Vooral in het duister van den nacht bood de brandende stad een beeld van verwoes ting. Bijzonder sucesvol was een aanval van Duitsche gevechtsvliegtuigen op het vliegveld. Serpuchof ten Zuiden van Moskou. De Duitsche vliegtuigbemanningen namen 10 uitgebreide branden waar en hevige ontploffin gen in den Zuid-Oosthoek van het vliegveld. De daar gelegen vliegtuighangars werden practisch volkomen vernield. VERGEEFSCHE SOVJET-AANVALLEN IN DEN CENTRALEN SECTOR. Met betrekking tot de afweergevechten in den centralen sector van het Oostelijke front, zijn door het opperbevel van de Duitsche weermacht de volgende mededeelingen gedaan: De thans reeds bijna 4 weken durende af- weerslag in het gebied van Rzjef en ten Noorden van Medyn heeft iederen dag weer de hoogste eischen gesteld, vooral aan de Duitsche infan teristen en pioniers, bij hun succesvollen strijd tegen de aanvallende bolsjewisten, die numeriek veel sterker waren. Ondanks de meest roekelooze verspilling van troepen, kon de vijand behalve onbeteekenendo plaatselijke doorbraken, geen enkel van zijn aanvalsdoelen bereiken. Ten koste van tienduizenden gesneuvelden en gevangenen worden. (D.N.B.). en duizenden vernietigde bolsjewistische tanks en stukken geschut veroverden de bolsjewisten enkele onbeteekenende door granaattrechters omwoelde stukken terrein. Een vijandelijke ge vechtsgroep werd, nadat verscheidene tanks waren kapot geschoten, in een krachtigen tegen aanval teruggeworpen. De aan weerszijden van een weg uitgevoerde, herhaalde aanval der bols jewisten had evenmin eenig succes. Een vijan delijke gevechtsgroep, die in een boschachtig ge bied was doorgedrongen, werd vernietigd. De luchtmacht steunde de afweergevechten van de troepen van het leger door tal van aanvallen cp de zich ontwikkelende vijandelijke infanterie- en tankaanvallen, op troepenconcentraties en op de ravitailleefings-organisatie van den vijand. SOVJETTROEPEN UIT IRAN TERUG GETROKKEN. De A.N.P.-correspondent te Berlijn meldt: In politieke kringen te Berlijn volgt men met groote belangstelling de ontwikkeling van den toestand in Iran. Ongetwijfeld in verband met het verloop van den strijd in het Kaukasus- gebied is een groot deel der bolsjewistische troe pen uit Iran teruggetrokken, terwijl de sterk bolsjewistische georiënteerde regeering na de jongste kabinetscrisis heeft plaats gemaakt voor een regeering van sterk onder den invloed van Engeland staande politici. STEDEN GEBOMBARDEERD. Terwijl de tweede slag bij de Salomons-eilan- den zijn einde nadert heeft de Japansche lucht macht der marine haar zware aanvallen op Noord-Australië zonder onderbreking voortge zet, meldt het D.N.M. Opnieuw werd groote schade aangericht in voor den oorlog belang rijke installaties, haven-installaties en ver- keersbedrijven in tal van steden in Noord- Australië, Port Darwin, Townsville en Broome waren vooral het doelwit van de ononderbro ken Japansche bomaanvallen. De stad Towns ville brandt nog steeds. Twee daar in de haven voor anker liggende schepen van elk 6000 ton werden met bommen zoo zwaar beschadigd, dat zij brandend omsloegen. Op een van deze sche pen werden sterke ontploffingen waargenomen. Blijkbaar had het schip munitie aan boord voor de afgesneden Amerikaansche troepen op de Kleine Salomons-eilanden. 32 ENGELSCHE VLIEGTUIGEN BOVEN DUITSCHLAND NEERGESCHOTEN. Van militaire zijde verneemt het D.N.B.: Britsche bommenwerpers hebben in den afge- ioopen nacht steden in Zuid- en Zuidwest-' Duitschland aangevallen. De uitgeworpen bri sant- en brandbommen veroorzaakten schade aan gebouwen en stichtten branden, voorname lijk in woonwijken der burgerbevolking. Volgens tot dusver ontvangen berichten werden 32 aanvallende machines neergeschoten. Aanvallen van Duitsche gevechtsvliegtuigen richtten zich in den afgeloopen nacht op be langrijke militaire inrichtingen aan de Noord kust van Engeland. AANZIENLIJKE VERLAGINGEN IN ENGELSCHE RANTSOENEN AANGEKONDIGD Naar de ..Evening News" meldt, heeft de Brit sche minister voor de voedselvoorziening, lord "VVooIton, in een bespreking met de Engelsche hotel- en restaurant-eigenaars medegedeeld, dat de rantsoenen in de Engelsche levensmiddelen voorziening binnenkort aanzienlijk zullen moe MEN HOOPT DAT DE LEERLING EEN BREEDERE ONTWIKKELING ZAL KRIJGEN. Door de invoering van het achtste leer jaar en de uitbreiding van den leerplicht tot acht jaar, hoopt men te bereiken, dat de normale leerling na het verlaten der school en bij zijn intrede in de maatschappij een breedere ontwikkeling zal hebben bereikt en een voor het maatschappelijk leven meer bruikbaar mensch zal zijn dan zijn huidige collega, die na zeven jaar onderwijs zijn intrede in het leven aanvangt. Dit achtste leerjaar wordt bij voorkeur niet toegevoegd aan de huidige school, met zeven klassen, doch zal, waai' zulks mogelijk is. met het zevende leerjaar een afzonderlijke school voor „voortgezet onderwijs" vormen, alwaar een geheel eigen leerplan er voor waakt, dat een meer op het maatschappelijk leven ingesteld onderwijs zal worden gegeven. Daar. waar niet voldoende leerlingen aanwezig zijn tot vorming van een eigen school, zullen deze zevende en achtste leerjaren aan de gewone lagere scholen verbonden moeten worden, in het vertrouwen echter, dat de leiding van deze scholen zich goed zal realiseeren. dat zij voor deze leerjaren een meer daarvoor bedoeld onderwijs zal weten op te bouwen. Of de resultaten, welke men met de invoering van het achtste leerjaar beoogt, zullen worden bereikt, zal dan ook geheel afhangen van hen, die met de leiding van deze leerlingen worden belast. Dat zij, zoo zulks nog niet het geval is. spoedig er van doordrongen zullen geraken, dat het onderwijs in het zevende en achtste leerjaar voortaan niet meer een'simpele voortzetting zal mogen zijn van het onderwijs der zes daaraan voorafgaande jaren, is daartoe een eerste ver- eischte. De invoering van dit achtste leerjaar is voor de scholen afhankelijk van den aanvang van het nieuwe schooljaar of van den nieuwen school - cursus, aanvangende na den datum van inwer kingtreding van de betreffende verordening, zijnde na 26 Aug. j.l. wordt de invoering van het achtste leerjaar of van de school voor voort gezet onderwijs voor het zevende en achtste leer jaar verplicht. Reorganisatie van de school, mid den in het schooljaar of den schoolcursus brengt het voorschrift dus niet mede. IK ZOU ZOO GRAAG ,Ik zou zoo graag een pijp willen hebben", schreef laatst een Nederlandsche vrijwilliger vanuit zijn 'bunker aan het Oostfront. „Tabak kunnen we hier wel krijgen, maar een pijp, dat levert moeilijkheden op". Het was niet de eerste maal, dat het Verzorgingsfonds van het Vrij willigerslegioen deze verzuchting hoorde en daarom is dan ook besloten in het Kerstpakket, dat straks aan iederen Nederlandschen vrijwil liger verzonden wordt, een pijp in te sluiten. Duizenden pijpen zijn reeds aangekocht. Dui zenden zijn nog noodig. Welaan, Nederlander, bekostig ook een paar pijpen voor onze mannen aan het front. Stort het bedrag op girorekening 432100, Verzorgingsfonds van het Vrijwilligers legioen Koninginnegracht 22, te 's-Gravenhage. ZUIVELINDUSTRIE EN MELKINRICHTING- BEDRIJF. Loonen voor het gcheele land vastgesteld. Blijkens de staatscourant heeft het college van rijksbemiddelaars een aantal beschikkingen gepubliceerd, houdende regelingen van loonen en andere arbeidsvoorwaarden voor de zuivel industrie en het melkinrichtingbedryf. De regeling voor de zuivelindustrie bestaat uit een mantelregeling, waarin in hoofdzaak sociale bepalingen zijn opgenomen, en een 6-tal gewes telijke regelingen, waarin de loonen voor het ;eheele land worden vastgesteld. Daarnaast stelt de regeling voor het melk inrichtingbedrijf de loonen en sociale bepalingen a.Tn *4* oo: 1 ja£ ten worden verlaagd. Vooral de rantsoenen van voor het geheele land vast. vleesch, thee en suiker zullen hierdoor getroffen I In de regeling voor de zuivelindustrie worden de Werknemers ingedeeld in 3 categorieën: vak- I. het begin van den. tweeden Wereld oorlog en nog tijdens het Duitsche voor jaarsoffensief van 1940 hoonden zoowel Britsche als Amerikaansche experts op hooge posten het Duitsche devies „Kanonnen of boter." De propagandisten beloofden hun vol keren een „gemakkelijken oorlog": de Ameri kaansche productie van automobielen, ijskas ten, radio's en andere verbruiksartikelen be reikte tot midden 1941 nieuwe recordcijfers. Terwijl President Roosevelt reeds zijn „Over winningsprogram" verkondigde, werden de schaarsche voorraden aan rubber, chroom, man- gaanerts en tin door de Amerikaansche groote bedrijven opgebruikt zonder dat de regeering voor nieuwe grondstoffen zorgde. Het priori- teitsjrsteem stortte Ineen. Donald Nelson ver klaarde, dat de kopervoorraad de meeste zor gen baarde. Onderstaats-secretaris Robert P. Patterson van het oorlogsministerie ontkende iedere koperschaarschte. Een U.S.A.-inwoonster verzamelde, zooals de „Saturday Evening Post" vertelde, zegge en schrijve 112.000 pond, om zich tegen de dreigende inflatie te verzekeren. Het congres organiseerde stormachtige protesten toen de beperkingen betreffende het civiele ge bruik eindelijk en veel te laat kwamen. Een enkele beperkingsmaatregel bracht bij Donald Nelson 3000 protestbrieven van de 541 senatoren en congresleden, die op den heuvel van het kapitool bijeen waren. De tegenstand kwam hoofdzakelijk van den kant van de producenten, die een sterken af keer hebben van de „New Deal" en deze over brengen op de oorlogseconomie. Eenige van de „Een-Dollar-mannen" in Washington, die voor de schaarschte aan staal en andere materialen verantwoordelijk waren, zijn intusschen afge dankt, Maar Leon Henderson, de zeer gehate U. S. prijzencommissaris, moest in Januari van dit jaar vaststellen, dat de U.S.A. in de eerste 14 maanden van den tegenwoordigen oorlog slechts 12 tot 14% van het volksinkomen voor de bewapening besteedde, terwijl het in de eer ste 14 maanden van den Wereldoorlog 1914 1918 volle 25% waren. De tegenwoordige oorlog werd dus minder energiek voorbereid dan de eerste wereldoorlog, In tegenstelling daarmee veranderde het beeld, dat de openbare meening in de U.S.A. zich van de grondstoffenproductie in de landen van de As en in Japan gevormd had. In vele omvangrijke publicaties hadden Britsche en Amerikaansche experts uitgerekend in welk een sterke mate de As-mogendheden gebrek aan deze belangrijke grondstoffen hadden, terwijl de U.S.A. en het Britsche Empire dank zij hun rijkdommen en hun heerschappij ter zee bijna alle voor den oorlog belangrijke materialen in overvloed bezaten. Het verloop van den oorlog heeft door deze optimistische berekeningen van een Herman Kranold, Brooks Ermery, Eugene Staley, Alfred Plumer van het „Chatam House" en de „Foreign Policy Association" een dikke streep gehaald. De grondstoffenpositie der democraten werd geenszins benijdenswaardig. Het opdringen van Japan in Azië en den duikbootoorlog in den i Atlantischen Oceaan hadden hieraan het be- Duitschland's vroeger zoo verachte capaciteit langrijkste aandeel; een belangrijke oorzaak aan grondstoffen thans geniet. was echter ook het gebrek aan vooruitzienden blik der regeering in Washington, die in plaats van voor den oorlog belangrijke grondstoffen bijeen te zamelen, 4/5 van de totaal aange- munte goudvoorraad geheel nutteloos vergaarde Alleen in Z.O. Azië verloor de U.S.A. 85% van haar vroegeren invoer van voor den oorlog belangrijke oorlogsmaterialen. De politici noch de „statici" hadden er mee rekening gehouden, dat deze invoer als het ware plotseling zou kun nen ophouden. Zoo moest de „New York Times" op 8 De cember 1941 vaststellen, dat de voorraad aan ruwe rubber der Ver. Staten bij gebruik als voorheen slechts voor 8 maanden voldoende zou zijn. dat 95%, van den invoer uit Z.O. Azië kwam. En datzelfde gold voor tin. Synthetische rubber werd in totaal onvoldoende hoeveelheid vervaardigd en met den bouw van een tinsmel- terij in Texas City was men nauwelijks begon nen. De vooruitzichten vooi wolfram, mangaan, chroom en antimon waren eveneens onbevredi gend. Tevergeefs had de „Saturday Evening Post" kort voor het begin van den oorlog op deze gebreken gewezen, welke zich intusschen buitengewoon deden gevoelen. Omgekeerd waren de statistische voorspellin gen betreffende grondstoffengebrek bij de As- mogendheden niet meer te handhaven. Zij wer den even waardeloos als de profetieën van een Stephan Posony of een Fritz Sternberg over catastrophale leemten in de bewapening bij de strijdkrachten van de As. Tengevolge daarvan begon Washington nu naar de taal der feiten te luisteren. De mijnbouw-afdeeling van het Departement van Binnenlandsche Zaken der Ver. Staten, bracht in Januari van dit jaar een verslag uit waarin het heette, dat Duitschland en do be zette gebieden verrassend goed van grondstof fen voorzien waren om een oorlog op langen termijn te voeren. De Duitsche productie van aluminium, bauxiet en magnesium was zelfs veel grooter dan datgene wat de U.S.A., Canada en Groot-Brlttannië te zamen zouden kunnen op leveren. Deze metalen waren voor vliegtuigen en brandbommen uitermate belangrijk. Duitsch land bezat ruime voorraden lood, zink en kwik zilver; het controleerde ontzaglijke hulpbron nen aan ijzererts, mangaan en kolen. Zijn hoog ovens produceerden meer dan 40% van het ruwe ijzer der wereld en de staalproductie was veel grooter dan die in de democratieën voor het militaire gebruik. De voorraden aan schaar sche metalen zooals koper, tin, wolfram of nik kel werden door wijzigingen van het gebruik en door vervangingsmaterialen voortdurend aan de behoefte aangepast. Deze conclusies van het Amerikaanscli Mi nisterie van Binnenlandsche Zaken, dat zeker geen sympathie voor de As koestert, spon „The Saturday Evening Post" verder uit in haar nummer van 31 Januari j.l. Duitschland zou zijn staalcapaciteit in oor logstijd ruim hebben kunnen verdubbelen. Het beschikte in 1942 over 47% van de wereldpro ductie aan kolen en over 44% van de wereld productie aan ruwe ijzer. De overeenkomstige percentages voor lood, mangaan, zink, alumi nium, magnesium waren 25, 27, 33, 47 en 66% van de wereldproductie. Men zal de cijfers van de „Saturday Evening Post" als benaderings getallen moeten laten gelden en zooveel te meer de groote waardeering constateeren, die arbeiders, geoefenden en ongeschoolden, terwijl de gewestelijke regelingen voor iedere categorie werknemers een loon bepalen volgens een ge meenteklasse-indeeling. Bij vergelijking van de verschillende gewesten onderling blijkt, dat, gezien ook het aantal loo nen voor iedere categorie werknemers, 5 loon- klassen zijn vastgesteld. Gebaseerd op het loonpeil van de categorie geoefenden in de zuivelindustrie, worden de loo nen in het melkinrichtingbedrijf bepaald voor het binnenpersoneel, echter met een gemeente- indeeling in 4 klassen, terwijl voor de melk bezorgers rekening wordt gehouden met voor de ondernemingen vastgestelde melkprijzen. Het opperbevel van de Duitsche weermacht publiceert over de Engelsche landingspoging bij Dieppe op 19 Aug. 1942 een officieel verslag, waarin o.a. gezegd wordt: De door het opperbevel van de weermacht ontvangen rapporten van leger, vloot en lucht macht. de buitgemaakte bevelen en verklaringen van gevangenen, geven thans een volledig beeld van de zware nederlaag, die de vijand bij zijn poging tot het oprichten van het tweede front bij Dieppe geleden heeft. De bedoelingen van den vijancl zijn door de resultaten der eigen verkenning en door het buitgemaakte operatie- bevel van niet minder dan 121 dicht in elkaar getypte vellen ondubbelzinnig opgehelderd. Zij bewijzen, dat het den vijand niet er op aan kwam, afzonderlijke deelen te vernielen, doch dat reeds aan de eerste golf van landingstroepen de taak gesteld was. stad en haven van Dieppe in te nemen en een diep bruggehoofd te vormen, welks omvang gekenteekend is door de als doel van den aanval genoemde plaats Arques la Ba- taille, op 7 K.M. van de kust gelegen. Voor de beoordeeling van de waarde van dit bruggehoofd zijn de volgende constateeringen van belang': Dieppe is de havenplaats die het dichtst bij de Fransche hoofdstad gelegen is. Haar ha venwerken maken het lossen van pantserwagens en zwaar oorlogstuig mogelijk en daarmede het aan land zetten van de verdere golven voor den aanval. Het bezit van een diep bruggehoofd bij Dieppe maakt het mogelijk, de kustverdediging tusschen Somme en Seine op te rollen en door de inneming van Abbeville en Le Havre andere geschikte havens te verkrijgen. Ter uitvoering van deze voornemens was in de eerste golf de tweede Canadeesche divisie over een breedte van ongeveer 25 K.M. ter landing op zes verschillende plekken opgesteld. Deze troepen bestonden uit uitgezochte, elite strijdkrachten, die sinds maanden voor de landingsgevechten speciaal waren opgeleid, en in hoofdzaak in ieder geval niet uit Engelschen doch uit Canadeezen bestonden. Achter deze eerste golf stonden naast talrijke andere 'in de wateren tusschen Dieppe en Portsmouth waargenomen groepen van landingsbooten, transportvaartuigen en lichte zeestrijdkrachten tot de grootte van krui-, sers een drijvende reserve van zes groote ook met pantserwagens volgeladen transportschepen en drie vrachtbooten. Meer Noordelijk bevond zich een andere sterke groep wel het gros van de landingsstrijdkrachten met 26 trans portschepen in zee. op welker dekken naast elkaar dicht opeengepakt de troepen stonden. Aan luchtstrijdkrachten had de vijand meer clan 100 gevechtsvliegtuigen, waaronder talrijke viermotorige machines en minstens duizend ja gers overwegend voor den aanval op de Duitsche kustverdediging opgesteld. Dit sterke, hoewel in hoofdzaak aan de „bond- krachten, bewijst beter dan alle achteraf on dernomen officieele en officieuze pogingen tot misleiding, dat met dc landing het doel diende te worden nagestreefd van uitgestrekte opera ties te land. Dit feit wordt nog onderstreept dooi de verklaring van den voorzitter der Amerikaan sche Senaatscommissie voor militaire aangele genheden, die volgens United Press nog op 20 Aug. de hoop tot uiting bracht, dat de gemeen schappelijke aanval zich zou ontwikkelen en uit breiden tot het tweede front. De gelande strijd krachten waren volgens hem daartoe sterk ge noeg en het gevechtsterrein zou voor landings- óperaties uiterst gunstig zijn. De gevonden bevelen verstrekken ook nog in ander opzicht waardevolle conclusies. Opdat zij niet in onze handen zouden vallen, mochten alleen de beide brigade-staven de bevelen voor de onderneming medevoeren. Door het gevan gennemen van een brigadestaf kwam het ope ratiebevel echter in ons bezit. Het eerste doel moest bestaan in de vernieling van enkele kustbatterijen, die de kustwateren en het strand beheerschten, om vervolgens, ondersteund dooi de kanonnen van talrijke vlooteenheden. op het strand aan land te gaan, en de haven en de stad in bezit te nemen. Plunderen in eiken vorm was ten strengste verboden. De motivee ring daarvoor in het operatiebevel luidde dat „de Duitsche bezettingstroepen een hoogen standaard van individueel fatsoen ontwikkeld hebben" en dat daarnaar ook de landingstroe pen door de bewoners beoordeeld zouden wor den. Om dit bevel, dat eveneens het voorne men van een langdurig verblijf aan land in het licht stelt, te contrdleeren, was speciaal een officier der gendarmerie met hulp-strijdkrach ten benoemd. Niettemin geloofde men dat de Fransche bevolking van de landende troepen zou kunnen verlangen haar naar Engeland te evacueeren. Voor dit doel was een speciale groep aangewezen ter sterkte van een officier en zes andere dienstgraden van Fransche nationali teit, die evenwel de opdracht hadden uitslui tend voor den dienst geschikte Franschen mede te nemen en ook slechts dan, wanneer zij zich verplichtten tot dienstneming in de formaties van de Gaulle. Ook aan visschers die hun eigen vaartuig meebrachten, moest het toegestaan zijn om onder de bescherming van de zee strijdkrachten naar Engeland over te steken. Uitgebreide voorschriften waren opgesteld voor de behandeling van de Duitsche krijgsge vangenen. In de eerste plaats moest men hun, waar het slechts mogelijk was, de handen vast binden opdat zij hun papieren niet konden ver nietigen. Op een nauwkeurig aangegeven plek aan het strand moest een kamp voor krijgs gevangenen worden ingericht. De daartoe aan te- .stellen bewakingsmanschappen en hun hou ding, de terugbrenging naar Engeland en hun verdere bestemming aldaar,, waren nauwkeurig vastgelegd. Tot in alle bijzonderheden behelst genooten" ten deel gevallen gebruik van strijd- het bevel evenwel ook voor geval van nood die maatregelen, welke genomen moesten worden wanneer bij een ongunstige ontwikkeling van de situatie het besluit tot den terugtocht geno men moest worden. De bevelhebbers van de strijdkrachten ter zee en in de lucht dienden de vereischte overwegingen voor dit doel tijdig genoeg te maken. In dit geval lag het in het voornemen de gelande troepen tot den laatsten man weer aan boord te nemen, evenals de met zekerheid verwachte massa's Duitsche krijgsge vangenen. het uitgeladen oorlogstuig en vooral de pantserwagens. Ook de dooden wilde men terugbrengen. Deze van kwartier tot kwartier tot in elke bijzonderheid vastgelegde terugtocht was op dertig bladzijden en in dertien schetsen uiteengezet. Het werkelijke verloop der gebeurtenissen is uit de berichten van het Duitsche opperbevel der weermacht voldoende bekend. Nog voordat de vijandelijke landingsvloot 'in het gezicht van de kust kwam. was zij door de op zee varende beschermingsstrijdkrachten van de Duitsche marine gerapporteerd. Nadat de zwakke strijd krachten der marine in een kort zeegevecht tegen de superieure vijandelijke eenheden een kanonneerboot tot zinken gebracht en verschei dene treffers op de vijandelijke schepen ge plaatst hadden, moesten zij den strijd staken. Doch de eerste storing in den stelselmatigen afloop der vijandelijke operaties was ontstaan. Uit het groote aantal der Duitsche verdedi gingswerken, die volgens het plan bezet en ver nield moesten worden, gelukte het den vijand slechts om onder gebruikmaking van superieure strijdkrachten op een plek tijdelijk een kust- batterij onder controle te krijgen. De afweer van alle overige verdedigingswerken bleek den vijand verre superieur te zijn. De plaatselijke reserves der militaire leiding waren voldoende om den vijand, waar hij tijdelijk aan het strand vasten voet gekregen had, in de pan te hakken of in zee terug te werpen. Zijn pantserwagens kregen op het strand, kapotgeschoten en bui ten gevecht, een roemloos einde, zonder ook maar den strandweg bereikt te hebben. De reserves die door de hoogere legerleiding waren opgeroepen en binnen den kortst moge- lijken tijd derwaarts waren gevoerd, bereikten op den vastgestelden tijd het gebied van Dieppe maar vonden geen gelegenheid meer om in te grijpen. De dappere soldaten van de kustverde diging hadden zich inmiddels uit eigen kracht tegen den aanvaller geweerd. Vroeg in den middag reeds kon het algemeene opperbevel van den betrokken sector melden: De divisie heeft met luchtdoelgeschut en luchtawapen alleen haar sector behouden of her overd. Geen gewapende Engelschman staat meer op het vasteland". Om 17.50 uur was het be richt ontvangen van den bevelvoerenden admi raal in Frankrijk dat de haven van Dieppe en de havenversperring onbeschadigd waren. Geen enkel vijandelijk schip was er in geslaagd de haven binnen te loopen. De eigen luchtmacht had onder voortdurende controleering van dc wateren tot aan de Engelsche kust op voortref felijke wijze de afweergevechten van het leger ondersteund en daarnaast groote vernietigingen aangericht onder de aanvallende luchteskaders van den vijand en onder de schepen van de landingsvloot. Zoo verliep de Britsche landingspoging bij Dieppe volgens de berichten van de eigen troep. De vijand zelf heeft dezen afloop der gevechten door een reeks openlijke radioseinen bevestigd. Uit deze radioseinen, die ten deele den snellen aanvoer van versterkingen en aanvullingen voor de landingsgroep ter voortzetting van den aan val verlangen, blijkt het volgende: met gebruik making van numeriek beperkte strijdkrachten en daarmede zonder al te groot risico moesten pogingen gedaan worden op het vasteland een bruggehoofd en een bruikbare haven te verkrij gen. Ware dat gelukt, dan zou de Engelsche legerleiding niet geaarzeld hebben andere ge reedstaande troepen aan land te zetten en daar mede het tweede front in Frankrijk te vormen, Voor het geval de onderneming mislukte, was evenwel de terugtocht propagandistisch en mili tair voorbereid. Aan de troep was de eigenlijke bedoeling verzwegen en aan de Fransche bevol king was door de radio bekendgemaakt, dat hier niet sprake was van een invasie. De onderneming tegen Dieppe heeft den vijand zware verliezen gekost. Hij verloor 2195 gevangenen, onder wie 128 officieren. Onder hen bevond zich de commandant van de zesde Cana deesche brigade infanterie William Wallace Southam, voorts twee kolonels en 13 stafoffi cieren. Behalve de vernietigde 29 pantserwagens en verkenningsauto's werd een groote hoeveel heid lichte en zware infanteriewapens en ander oorlogstuig, vooral ook landingsbooten, buitge maakt. De vijand leed zware bloedige verliezen, die veel grooter zijn dan het aantal krijgsgevan genen. Alleen aan de kust werden 600 dooden geconstateerd. Het aantal verdronken manschap pen is niet na te gaan. Steeds spoelen nog lijken op het strand aan. Voorts verloor de vijand: 127 vliegtuigen, 4 torpedojagers, 2 torpedobooten, 1 torpedomotorboot, 7 transportschepen en een aantal landingsbooten, die door artillerie en luchtmacht tot zinken gebracht werden. Be schadigd werden: 4 kruisers, 4 torpedojagers, 5 transportschepen, 4 torpemotorbooten, 2 kleinere eenheden en talrijke landingsbooten. Daartegenover bedragen de eigen verliezen ondanks alle beweringen van de vijandelijke propaganda: bij het leger: 155 dooden, 187 ge wonden, 14 vermisten. Bij de marine: 78 dooden en vermisten, 35 gewonden. Bij de luchtmacht: 104 dooden en vermisten, 58 gewonden, in totaal dus 591 manschappen verloren, een onbeteeke- nend verlies dus vergeleken met dat van den vijand. Aan Duitsch materiaal gingen 35- vlieg tuigen en een duikbootjager verloren. 6 stukken geschut werden beschadigd. De houding van de Fransche bevolking was meer dan correct, Zy heeft ondanks eigen ver liezen de Duitsche troepen in hun stryd door hulpvaardigheid van eiken aard ondersteund. Zij heeft branden gebluseht, gewonden verzorgd en de troepen voorzien van eten en drinken. Uit erkentelijkheid voor deze houding worden op bevel van den Fllhrer de Fransche krijgsgevan genen afkomstig uit de Fransche plaatsen van het gevechtsgebied om Dieppe uit krijgsgevan genschap ontslagen. De melkinrichtingen, die, ten aanzien van haar melkventers, ln de 4de gemeenteklasse zouden vallen, dus de kleinste gemeenten, vallen zoowel ten aanzien van haar melkbezorgers als ten aan zien van haar binnenpersoneel onder de regeling voor de zuivelindustrie. Naast een regeling van de loonen der werk nemers bevatten beide regelingen bepalingen omtrent emolumenten, vacantie, kort verzuim en een uitvoerige regeling voor ziekte en ongevallen. Van belang is eveneens de bepaling, dat in ondernemingen, waar geen of geen voldoende pensioen- of gelijkwaardige andere regeling be staat, het loon voor gehuwde en ongehuwde werknemers per week resp. f.2.— en f. 1.— meer zal moeten bedragen dan het in de regeling vastgestelde loon. Aan dr. ir. A. H, W. Hack?, te 's Gravenhage, is de bevoegdheid gegeven in bepaalde gevallen dispensatie te verleenen van de toepassing van bepalingen dezer regelingen, mede ln verband met de te verleenen goedkeuring aan de be staande pensioenvoorzieningen en daaraan ge- ïykwaardige regelingen. De regelingen treden in werking met ingang van 14 September, terwijl de pensioenbepalingen, op 1 November a.s. ln zullen gaan. van hedenavond 20.36 uur tot morgenochtend 6.46 uur en van morgenavond 20.34 uur tot Maandagochtend 6.48 uur De maan ging hedenmorgen onder oïn 10.32 uur, komt hedenavond om 22.14 uur op, gaat morgenochtend om 11.41 uur onder en komt om 22.40 uur morgenavond weer op. ZIJ KWAMEN NIET. Neen, die horden van Stalin, zij kwamen niet. Zy kregen geen kans Europa te overrompelen en haar praktyken in onze landen bot te vieren. De Duitsche legers trokken ten stryde. Juist op tyd. Sinds Juni 1941 worden de bolsjewisten steeds meer teruggedrongen, totdat zij straks vernietigd zullen zijn en daarmede het gevaar dat Europa bedreigde, voorgoed bezworen is. Nog is het niet zoover. Nog wordt er fel gestreden aan het Oostfront. Nog is er plaats voor iederen Nederlander, die beseft dat het zijn plicht Is te helpen het bolsjewistische monster onschadelijk te maken. Landgenoot, vele Nederlandsche man nen gaven een voorbeeld, dat waard is door u nagevolgd te worden. Met dit voorbeeld voor oogen meld u aan by het Vrijwilligerslegioen „Nederland", Koninginnegracht 22. te 's-Gra venhage. NEDERLANDSCHE VERPLEEGSTERS NAAR HET OOSTFRONT. Met den trein van 7.20 zyn gisteravond uit Den Haag wederom tien Nederlandsche ver pleegsters naar onze ambulance aan het Oost front vertrokken. Enkele maanden geleden wa ren reeds twintig ^arer collega's van hier uit daarheen gegaan. By het afscheid aar. het perron der staats spoor sprak de leider van de Nederlandsche ambulance, arts Galjart, de vertrekkende ver pleegsters in harteiyke bewoordingen toe namens den commandant van het vrijwilligers legioen Nederland, luit.-generaal Seyffardt. Spreker legde daarby den nadruk op de groote beteeke- nls van den arbeid, waarvoor deze Nederlandsche zusters zich hebben ingezet. In het bijzonder zullen de Nederlandsche jongens, die aan het front strijden voor het nieuwe Europa, en die bereid zyn het hoogste offer, dat zy kunnen brengen, daarvoor te geven, de aanwezigheid van Nederlandsche verpleegsters op hoogen prlü stellen. Dokter Galjart wenschte allen een voor» spoedige reis en een tot weerziens.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1942 | | pagina 1