LEIDSCH DAGBLAD - Eerste Blad Zaterdag 23 Mei 1942 sen bierbrouwers-geslacht v©or Kunst en Wetenschap deed Ons Kort Verhaal LAATSTE BELICHTEN Binnenland Buitenland Dr. Funk over hei Duifsche bedrijfsleven in oorlogstijd Voor de Vrouiv Zuinigheid met vlijt De Deensche Carlsberg-fondsen en hun beteekenis voor de cultuur De goede klant Onze telefoonnummers Directie en Administratie 25041 Redactie No. 21507 Qv©r opvoeding AGENDA GEMENGD NIEUWS HET VERDIENDE LOON. Maandagavond spreekt Max Blokzijl via den zender Hilversum II van 19.15—19.30 in zijn po litiek weekpraatje over het onderwerp ,,het ver diende loon". LEVENSMIDDELENKAARTEN VAN RIJKSDUITSCHERS. Op 26 Mei begint het uitreiken van de nieuwe levensmiddelenkaarten voor de Rijksduitschers, welke hun stamkaart hebben ontvangen van het WIrtschaftamt van de N.S.V. te 's Gravenhage. Het uitreiken geschiedt dagelijks van 8 tot 12.30 uur en van 14 tot 17.30 uur, op Zaterdag alleen van 8 tot 12.30, door de Dienststelle des Wirtschaftamtes der N.S.V. Sophialaan la, 's-Gravenhage. Ten einde onnoodig wachten te voorkomen, wordt er nogmaals op gewezen, dat men zich strikt moet houden aan den dag van uitgifte, welke door middel van een datumstempel op de laatst uitgereikte levensmiddelenkaart is aangegeven. NIEUWE M.T.S. TE 's-GRAVENHAGE. Bij besluit van 19 Mei heeft de secretaris-ge neraal van het departement van opvoeding, wetenschap en kuituurbescherming goedgevon den goed te keuren de oprichting en instand houding van een gemeentelijke middelbare technische dagschool voor werktuigbouwkunde en electrotechniek te 's-Gravenhage. welke 1 September 1942 in werking kan worden gesteld. KIPPENHOUDERS MOETEN EIEREN INLEVEREN. In een officicele mededeeling maakt het rijksbureau voor de voedselvoorziening in oor logstijd bekend, dat alle pluimveehouders, die voor hun dieren geen voedertoewijzing ontvan gen .voor het jaar 1942 vijftien eieren per kip moeten inleveren aan een door de landbouw crisis-organisatie in overleg met de Nederland- sche centrale voor eieren en pluimvee te de Bilt aangewezen verzamelaar. Dit beteekent, dat alle kippenhouders, dus óók zij, die in hun stadstuintje eenige kippen heb ben loopen, per dier vijftien eieren moeten in leveren en wel volgens een schaal, die in genoem de mededeeling wordt bekend gemaakt. Wanneer men niet aan den leveringsplicht voldoet, zal men geen pluimvee meer mogen aanhouden, afgezien nog van andere tegen de nalatigen te nemen maatregelen. De Duilsche minister voor economische zaken dr. Punk gaf voor leiders uit het Frankische bedrijfsleven een uiteenzetting van de wijze, waarop het Duitsche "bedrijfsleven werd inge schakeld bij het uitvoeren van het programma voor de bewapening. Voor den gang van zaken in Duitschland noemde de minister het ken schetsend, -dat de financiering van den oorlog absoluut op de tweede plaats is gekomen. Hierbij hebben de door het Duitsche rijk reeds in vredestijd genomen maatregelen tot hetbe- invloeden van de credietmarkt en de toen reeds gevolgde politiek van het goedkoope geld hun vruchten gedragen. Het zekerste middel om het ontstaan van overtollige koopkracht te ver mijden en het Duitsche bedrijfsleven in even wicht te houden ziet de rijksregeering in een redelijk prijsniveau en in een belastingpolitiek, welke zich aanpast aan het stijgende geld inko men. De nieuwe maatregelen op het gebied van de prijs- en financieele politiek zullen niet al leen dienen tot het afroomen van de koop kracht. doch vloeien vooral voort uit de nood zakelijkheid om de nationale productie en hier door de financiering van den oorlog nog goed kooper te maken. Niet „verdienen", maar „rekenen en sparen" zal voorloopig het leidend beginsel moeten zijn. Een bepaald verlies aan substantie moet men zich in den oorlog laten welgevallen. Met deze maatregelen treedt in zekeren zin een nieuwe fase in de oorlogsfinanciering in. Bij de finan ciering van de orders voor de bewapening moet men meer uitgaan van de afzonderlijke bedrij ven. Het is de kunst van de geldpolitiek naar gelang van de omstandigheden gebruik te ma ken van de methode van concentratie of van een expansieve methode. Op het huidig oogen- blik schijnt in elk geval een sterkere concen tratie gewenscht. Met een hei-opleving van de crediettransacties zullen de banken wederom de mogelijkheid hebben om tot de ontwikkeling van meer Initiatief te komen. De uitbreiding van de debiteuren zal tevens leiden tot een verbree ding van de opbrengstbasis van de credietinstel- lingen. De groote omwenteling, waarin het Duitsche bedrijfsleven zich bevindt, kan natuur lijk niet spoorloos aan de banken voorbijgaan. Dit verklaart de inkrimping van het fillaalele- ment der banken of korter gezegd opruiming van filialen. Uitvoerig besprak de minister vervolgens de problemen van het handambacht. Op de in standhouding en uitbreiding van kleinbedrijven en bedrijven van middelmatigen omvang was altijd prijs gesteld. Men is er zich van bewust, dat de instandhouding van een gezonden am bachtstand een belangrijke volksche en sociale beteekenis had. Thans mag niet aan het „ver dienen", doch enkel en alleen aan de „ver dienste" worden gedacht, dat men zich in den beslissingsstrijd om het leven van het Duitsche volk onvoorwaardelijk gegeven heeft. Eerst deze oorlog heeft de door Duitschland en Italië aan vankelijk slechts in nauweren nationalen zin naar voren gebrachte eisch eener voldoende levensruimte gemaakt tot een levenskwestie voor het geheele continent van Europa. Er is een lotsverbondenheid voor het conti nent van Europa ontstaan, welke zich vooral uit in de nauv/e economische samenwerking, welke onder leiding van de asmogendheden voortdurend wordt opgevoerd. De volkeren van ons continent moeten thans hun economische prestaties tot het uiterste opvoeren, want de afloop van den oorlog zal zoowel beslissen over het voortbestaan van hun cultuur als over de vraag of de toekomstige economische ontwikke ling van ons werelddeel zal worden bepaald dooi de in dit werelddeel levende volkeren of door machten, waarvan het zwaartepunt der belan gen buiten de Europeesche ruimte ligt. (D.N.B.) ENGELAND EN DE VEREENIGDE STATEN. In een artikel ter gelegenheid van Empireday schrijft de „Times" volgens den Britschen be richtendienst: „De toekomst van het Britsche rijk is in zekeren omvang reeds onverbrekelijk met die der Vereenigde Staten verbonden. Waarschijnlijk zal het streven van beide staten steeds meer parallel loopen. Wellicht zijn er geen grenzen voor dit proces van samensmel ting". De ..Times" tracht het opgaan van het. Britsche rijk in de Vereenigde Staten te recht vaardigen met de woorden .hoe meer de bar rières worden geslecht, hoe meer de geschie denis van beide landen verbonden wordt en samensmelt, des te meer zal zich de gedachte van het Britsche rijk vervullen." LANDDIENSTLEIDERS BIJ DEN DUITSCHEN JEUGDLEIDER. De Duitsche jeugdleider heeft de eerste land- dienstleiders en -leidsters uit Denemarken, Vlaanderen, Nederland en Noorwegen ontvan gen In een toespraak zette hij het doel en de taak van den landdienst der Germaansche jeugd uit een en zeide, dat daardoor het beste bloed voor de kracht en de grootheid van den eigen grond aan dien grond wordt gebonden. Bmnen enkele dagen wordt reeds de tweede cursus van dezen aard aangevangen. Nadat de deelnemers aan den cursus tot kampleiders en -Mdsters zullen zijn opgeleid, zullen in Juli van dit jaar de vrijwilligers voor den landdienst aan het werk gaan. (D.N.B.). Onze Scandinavische medewerker schrijft: Wie in Denemarken een glas bier drinkt acsnoods een kogelfleschje steunt daarmee in negen van de tien gevallen wetenschap en kunst, want de grootste bierbrouwerijen te vens limonade- en spuitwaterfabrieken kec- ren hun winst met uit aan aandeelhouders maar aan de Carlsberg-fondsen en de concurreerende brouwerij Tuborg heeft hun voorbeeM gevolgd en laat ook al een fonds voor cultureele doel einden, van den dorst der Denen profiteer en. Maar Carlsberg is toch nummer één, zoowel wat de grootte der brouwerij betreft zij zijn de groot ste in de Scandinavische landen en dat wil wat zeggen als wat de beteekenis van de nu rond vijftig millioeh kronen bedragende fondsen voor de wetenschap, voor kunst en cultuur, of anders gezegdvoor land en volk van Denemar ken, aangaat. Overal komt men den naam Carlsberg tegen en dit niet alleen op de reclameborden van stadsche café's en landelijke kroegjes of op de feestelijk bonte bierwagens met hun koetsiers en hun prachtige paarden, die 's zomers kleurige strooien hoedjes op krijgen. Men vindt dien naam in vergulde letters op den gevel van een der beroemdste musea van Noord-Europa, Ny Carlsberg Glyptotek. te Kopenhagen; men vindt dien naam voor in honderden, misschien al wel duizenden geleerde werken, die wellicht nimmer geschreven waren of niet in de?en vorm uitgege ven hadden kunnen worden, wanneer het Carls- berg-fonds er niet met zijn millioenen achter had gestaanmen vindt dien naam telkens weer op de bordjes, die museumbezoekers vertellen aan welken goeden gever het museum dit schil derij, dit beeld, dit gobelin, dit antieke kruikje te danken heeft. En als er niet Carlsberg staat dan staat er misschien de naam Jacobsen, „Brouwer Carl Jacobsen" of „Brouwer J. C. Jacobsen", want dit waren de beide Kopenhaag- sche burgers, die behalve, dat zij elk hun Carls- berg-fonds stichtten, ook nog op andere wijze hun vaderstad en hun geboorteland aanzienlijke schenkingen voor allerlei doeleinden deden. Hoe de gerst in Kopenhagen kwam. J. C. Jacobsen, de vader, maakte zijn fortuin door Beiersch bier te brouwen. Bijna een eeuw geleden reisde hij naar Munchen om daar, in de hoofdstad van Beieren, persoonlijk de eerste gist te halen. Hij reisde in den winter, hij had de gist, die den grondslag leggen zou voor een vermogen van vele tientallen millioenen in een blikken doos In zijn hoedenkoffer en telkens als de diligence even bij een posthuis stil stond, spoedde hij zich naar buiten om de doos met haar kostbaren inhoud onder de pomp af te koelen. Zijn moeite werd rijkelijk beloond, zijn brouwerij voor Beiersch bier, die hij, naar zijn zoon Carl, Carlsberg doopte, kwam spoedig tot grooten bloei. Ongetwijfeld was dat voor een belangrijk deel te danken aan den arbeid van de wetenschappelijke medewerkers, wien Jacobsen een uitstekend geoutilleerd laborato rium ter beschikking gesteld had. Hun erva ringen. hun resultaten wilde de oude heer Ja cobsen niet voor zich alleen houden, er werd bepaald, dat alle brouwerijen ter wereld van het wetenschappelijke werk van de menschen van Carlsberg zouden kunnen profiteeren en tenslotte werd zelfs het heele bedrijf in dienst van de wetenschap gesteld in dien zin, dat de winst van de brouwerij geheel gebruikt werd om via het Carlsberg-fonds wetenschappelijken arbeid te steunen. De vorstelijke woning van Jacobsen op Carlsberg is eerewoning voor een man der wetenschap geworden tegenwoor dig woont er de Nobelprijswinnaar Niels Bohr en het Carlsberg-fonds verleent jaar in, jaar uit aanzienlijke subsidies voor wetenschappelij ke onderzoekingen, bekostigt de uitgave van wetenschappelijke werken en de werkzaamhe- den van verschillende laboratoria en zendt ex- i pedities uit, zooals die van Lauge Koch naar j Groenland. Carl Jacobsen. die door de vorstelijke schen- kingen zijns vaders geenszins onterfd was. die naast- Carlsberg een nieuwe brouwerij, Ny Carlsberg bouwde, welke al evenzeer tot bloei geraakte en die door zijn groote veelzijdigheid veel had van sommige renaissancevorsten. stichtte veertig jaar geleden het Ny Carlsberg- fonds, dat sedert dien telken jare eenige tonnen heeft uitgegeven voor beeldende kunst; van de 337.940 kronen van 1941 zijn monumenten, wandschilderingen in openbare gebouwen, enz. bekostigd ten bedrage van ruim 175.000 kro- nen. hebben musea in heel Denemarken kunst werken gekregen voor een kleine 100.000 kro- nn en is ruim 50.000 kronen besteed om de uitgave van boeken op kunstgebied te steunen. Sinds 1925 zijn alleen al voor een bedrag, on-i geveer overeenkomend met goed een kwart millioen gulden, werken van levende Deensche kunstenaars aangekocht voor plaatsing in de musea in de provincie die telkenjare op de beurt af hun keuze mogen doen teneinde ook de visschcrs van Skagen cn de boeren van Tonder en de burgers van de kleine „koopste den" in contact te brengen met de hedendaag- sche kunst van hun land. Een herdcnkings-tcn toonstelling. In Maart was het een eeuw geleden, dat Carl Jacobsen geboren werd. Uit heel het Deen sche land hebben de musea him schoonste en kostbaarste bezittingen, die zij aan hem of aan het Ny Carlsbergfonds te danken hebben, naar Kopenhagen gestuurd, waar er in de toch ont ruimde zalen van het Kunstmuseum een ten toonstelling van is ingericht, een tentoonstelling, waar Rembrandt en Frans Hals, Titiaan en Tintoretto vertegenwoordigd zijn, waar Perzische tapijten gloeien in hun oude pracht, waar men voor het eerst sedert dertig oorlogsmaanden weer oude, vertrouwde werken van Deensche schilders en beeldhouwers bewonderen kan. Het Nationalmuseum richt zijn eigen tentoonstellin gen in van oudheden en ethnografica, welke door Carl Jacobsen geschonken zijn of met geld van zijn fonds gekocht of verzameld of opgegra ven konden worden. Evenzoo doet Ny Carlsberg Glyptotek het museum van antieke en moderne beeldhouwkunst, dat deze bierbrouwer stichtte en dat hij tot zijn dood in 1914 toe persoonlijk leidde met hulp van vakmenschen ofschoon hij zelf dermate deskundig v;as, dat een Griek- sche antiquair hem geen valschen kop van Praxiteles kon aansmeren en dat hij de lrieroglyphen op oud-Egyptische beelden kon ontcijferen, toen hij daarvan den catalogus op maakte. En nog andere instellingen huldigen de nage-. dachtenis van dezen maecenas, van dezen groo ten burger van Kopenhagen, die het eere-bur- gerschap niet aanvaarden wilde, cmdat het hem belet zou hebben vrijelijk zijn oordeel uit te spreken over daden der vroede vaderen, die hem niet aanstonden, maar die meer tot de verfraaiing van zijn vaderstad heeft bijgedragen dan iemand anders sedert koning Christiaan IV. Hij heeft standbeelden geschonken en monu menten en zooals zijn vader het groote kasteel Frederiksborg na een brand liet herbouwen en en het als nationaal-historisch museum den staat schonk, zoo schonk Carl Jacobsen Kopen hagen verscheidene van haar torens en toren spitsen, waardoor de stad aan de Sont de stad van de schoone torens geworden is. C. G. B. (Nadruk verboden). door GEERT DIJKSTRA. Hoe stiller het werd in den ouden, voornamen, gerenommeerden muziekhandel, des te meer herrie maakte de eigenaar, de heer Blijden- burgh. „Maak eens een stukje muziek juffrouw, riep hij het winkelmeisje toe, speel eens een stukje op de piano, de menschen denken tegenwoordig, dat het hier een begrafenisonderneming is in plaats van een gezellige muziekhandel." „De piano is ontstemd, meneer", zei ze zacht, om een bui te ontgaan. „Natuurlijk, juffrouw, alles is ontstemd. Maar je moet de malaise wegjubelen, juffrouw, dat doe ik ook," raasde hij. „Ja, meneer," stemde ze toe en begon te spelen op de ontstemde piano. Een jongen kwam rumoerig binnen. „Een saxofoon van een kwartje, meneer, zoo een als in de étalage liggen." „Een saxofoon van een kwartje, juffrouw Annie," smaalde Blijdenburgh. In den oudsten, beroemdsten, fijnsten muziekhandel van ons heele land: een saxofoon van een kwartje. Dat is alles, wat je nog verkoopt." „Maar het gaat toch heel aardig, meneer," waagde Annie op te merken. „Jawel, juffrouw Annie, maar van een kwartje kan ik mijn wissels niet betalen. En ik moet geld hebben, anders kan ik wel dadelijk surséance aanvragen. Verlaag de prijzen in de étalage maar wat. Zet er maar op: gelegenheidskoopjes. Alles verlegenheidskoopjes. Geen cent komt er op tijd binnen; niets komt op tijd binnen; alleen de wissels komen op tijd binnen." Annie ging aan het werk en vond in een rustig oogenblik gelegenheid, om te zeggen: „Meneer, weet U, dat het personeel van de machinefabriek „H.OM.A." een muziekcorps heeft opgericht? Ze krijgen alle instrumenten van de directie cadeau." „Schrijven, juffrouw Annie, dadelijk schrijven! Ik zal het zelf „Meneer, schreeuwde Annie bijna buiten zich zelf van opwinding, een auto, meneer Voorst hoven, de directeur van „H.O M.A." „Die komt de instrumenten koopen voor het muziekcorps!" juichte Blijdenburgh, „dat is weer eens een goede klant." Inderdaad stapte de oude, stokoude Voorst hoven uit een prachtige auto en kwam, gehol pen door een reus van een chauffeur, den winkel binnen. Met overdreven beleefdheid je doet wat voor e^n goeden klant, als er zware wissels op komst zijn! nam Blijdenburgh den ouden machinefabrikant onder den arm en zette hem gemakkelijk op een stoel. De chauffeur wilde wat zeggen, maar de op gewonden muzlekhandelaar duwde hem zachtjes de deur uit: „Pas maar goed op je wagen en bemoei je niet met muziekzaken." De chauffeur knauwde een leelijk woord tus- schen de kiezen fijn, zag den muziekhandelaar spottend aan en ging fluitend naar zijn wagen terug. „Meneer Voorsthoven", begon Blijdenburgh, smeltend in beleefdheden, „ik heb gehoord, dat uw arbeiders een muziekcorps willen oprichten." „Jajaja, mummelde de oude, jajaja." „En nu heeft U natuurlijk gedacht aan mijn oude, gerenommeerde zaak voor het aanschaf fen van de noodige instrumenten." „Jajaja, prevelde de oude. jajaja „Ik heb gehoord, dat de directie hun de noo dige instrumenten wil schenken." „Jajaja, zei de oude en keek onrustig naar de deur, waarachter zijn chauffeur was wegge werkt. „Mag ik U dus een offerte maken voor de mu ziekinstrumenten? U weet misschien, het is mijn specialiteit om heele orkesten te leveren." De oude keek hem met welwillende hoofd knikjes aan en murmelde: „Jajaja, jajaja." „Juffrouw Annie, neem je bloc-note en noteer: zeker volledig koperwerk?" „Jajaja," fluisterde de oude. „Slagwerk en daarbij natuurlijk wat klarinet ten, fluiten „Jajaja." „En saxofoons?" De oude man bracht een hand aan zijn oor, om beter te kumien verstaan. „U zegt?" „Saxofoons! Sak-zoo-foons!" riep de heer Blijdenburgh opgewonden uit, bang, dat de goede klant ontevreden zou worden. De oude schudde het hoofd. „Saks-zoo-foons!" schreeuwde nu de muziek handelaar wanhopig. Op dat oogenblik kwam de chauffeur binnen en reikte zijn ouden meester een hooraparaat over. „Neemt U me niet kwalijk, meneer, maar mijn baas is stokdoof en als U me zooeven te woord gestaan had, zou ik U gezegd hebben, dat hij twee saxofoons wil koopen." „Twee saxofoons, juffrouw Annie noteer." „Niet noodig, meneer, we nemen ze zoo mee: twee van een kwartje!" „Twee van-een-kwartje? gaapte de heer Blij denburgh. En het muziekcorps?" „Welk muziekcorps?" „Van het personeel van de „H. O. M. A.?" „Voorloopig uitgesteld. Maar geeft U nu de twee saxofoons van een kwartje. Voor zijn kleinzoontjes. En gooi een chauffeur niet meer de deur voor den neus dicht." Annie hielp den goeden klant. De heer Blijdenburgh zakte op een stoel neer. Nadruk verboden. Auteursrecht voorbehouden. (2 lijnen) In normale rijden gebeurt het nogal eens, dat een oude jurk in de voddenmand terecht komt want men kan tenslotte niet altijd door maar dezelfde kleeren dragen en dan: alle stoffe lijke dingen gaan na een poos van glorie te gronde. Ook het stevigste materiaal is aan slij tage onderhevig, vandaar, dat wij genoodzaakt zijn. het aardigste japonnetje, de gezelligste blouse, den meest-flatteuze mantel na een paar jaar af te danken. Maar op het oogenblik denken wij er niet aan, een toiletje, dat om bepaalde redenen niet meer te gebruiken ls, weg te doen. Want de mooie stofjes zijn schaarser en duur geworden en wij weten het allen wij moeten woekeren met dat, wat wij bezitten. Daarom bekijken wij het jurkje, dat wij niet meer dragen kunnen, eens goed en geven ons rekenschap van de moge lijkheden, die er zijn, om van het oude iets nieuws te maken. Is het materiaal vuil gewor den, dan reinigen wij het eerst grondig. Is er sprake van een zeer fijn, gekleurd stofje, dat wij niet „zóó maar", zonder meer, in een sopje durven stoppen, dan gaan wij in gezwinden pas naar de stoomerij, teneinde over goed-gereinigd materiaal te kunnen beschikken. Is het weefsel niet zoo teer, dan maken wij het zelf schoon, wij zetten het jurkje een nacht in een tobbe water, waarin wij een half pond zout gedaan hebben en drogen het buiten de zon in den wind, of wel, wij gebruiken een lauw zeepsopje en spoelen het japonnetje zorgvuldig uit. Wan neer het geheel droog en gestreken is, gaan wij eens na. wat wij met de stof kunnen doen. Is het jurkje onder de armen gesleten en ver- toonen de mouwen kale plekken, dan laten wij onze gedachte n eens over een aardige over- gooier gaan, een practisch kleedingstuk, dat altijd te gebruiken is. Wij tornen de mouwen los en knippen het armsgat uit, zoodat de lee- lijke plekken verdwijnen. Nu verwijderen wij ook nog het kraagje en geven het bovenstuk een vorm, die overeenstemt met de snit van een boezelaar met laag-uitgesneden hals. Als wij het bovengedeelte afgewerkt hebben, is de overgooier klaar. Is het kleedingstuk van geruite of gebloemde stof gemaakt, dan dragen wij er voortaan een effen, wit blousje bij, hebben wij daarentegen met niet-bedrukt materiaal te maken, dan is een combinatie met toile-imprimé of in strepen geweven stof aan te bevelen. Wij geven u hierbij het model van een pittige overgooier voor een uwer dochters, die van een oud japonnetje van Mama gemaakt is. Maria Chrisanti. Roeping en beroep. Ei- zijn maar heel weinig menschen op aarde, die den werkkring gevonden hebben, welke vol maakt beantwoordt aan hun innerlijke wen- schen en verlangens. Op den leeftijd, waarop men gewoonlijk een keuze uit de vele beroepen, die er zijn, moet doen, mist men eigenlijk het juiste inzicht in eigen capaciteiten en als men later bemerkt, dat men verkeerd gekozen heeft, is het in de meeste gevallen niet meer mogelijk het eenmaal gevolgd pad te verlaten, om nieuwe werelden te gaan zoeken. In de laatste jaren is< er veel gedaan, om aan dit groote euvel, dat oogenschijnlijk zoo gemakkelijk uit den weg ge ruimd zou kunnen woeden, een eind te maken. In de groote steden zijn bureaux voor beroeps keuze opgericht, waarin artsen en paedagogen zitting hebben, het psychologisch consult is in eere gekomen, door middel van tests (eigenlijk: een serie steekproeven) wordt het kind aan een nauwkeurig onderzoek onderworpen, waardoor verborgen talenten aan het licht komen en de werkelijke aanleg bepaald wordt. Maar ondanks al deze goedbedoelde pogingen, welke inderdaad vruchten afwerpen en waarvan men dan ook de beteekenis niet onderschatten mag, blijft het conflict tusschen roeping en beroep bestaan, omdat de mensch nu eenmaal een zeer gecom pliceerd wezen met onberekenbare aandriften en verborgen wenschen is en de practijk ons dik wijls dwingt in een richting, welke wij nooit geheel vrijwillig gekozen zouden hebben. Ik ben van meening, dat dit feit ons niet moedeloos behoeft te maken. Het is nog altijd zoo, dat hij, die hot leven aanvaardt zooals het is, de grootste kans heeft, een gelukkig en te vreden mensch te worden. Het blijft de vraag, of er in het verrichten van arbeid, die niet voor honderd procent onze liefde en onze belangstel ling heeft, niet een belangrijk stuk zelfopvoeding zit. De geestdriftige kunstenaars, de rigoureuze onderzoekers, de wijzen en de apostelnaturcn vinden hun weg, ook al hebben zij de omstan digheden tegen. Zij dwingen het lot naar hun overtuigingen. Wie zijn medemenschen waarlijk Iets te zeggen heeft, laat zich door overwegingen van stoffelijken aard niet weerhouden. Hercules Seeghers. onze grootste etser, „verprinte" het lijnwaad van zijn vrouw, daar hij te arm was om het benoodigde schildersmateriaal te koopen en Semmelweisz, die door iedereen uitgelachen werd, toen hij beweerde het middel tegen kraamvrouwenkoorts ontdekt te hebben, vocht als een leeuw tegen onverstand en wanbegrip, overtuigd als hij was „de redder der moeders" te zijn. Laten wij daarom niet bij de pakken neerzit ten, als onze zoon of dochter een beroep blijkt te hebben gekozen, dat maar ten deele aan zijn of haar ambities tegemoet komt. Niet iedereen heeft een zoo sterk uitgesproken aanleg, dat er van een „heilig moeten" sprake is. Bovendien opent onze vrije tijd altijd de mogelijkheid door middel van liefhebberijen aan te vullen, wat aan Schouwburg: Jeugdtooneel „Asschepoester en het glazen muiltje". Zondag. Stadszaal; Neerlands Cabaret van A tot Z. 7 y2 uur nam. Schouwburg: W. Goossen's Volkstooneel „De twee weezen"* 7 1/2 uur nam. Maandag. Hooglandsche Kerk: Zendingsmiddag 2 uur n.m. Sprs. ds. K. v. d. Pol en dr. P. Zandt. Schouwburg: Jeugdvoorstelling „Dik Trom", 2'A uur nam. Schouwburg: W. Goossen's Volkstooneel „De twee weezen". 7 1/2 uur nam. Woensdag. Leger des Heils (Hooigracht 30): Samenkomst te 7.30 uur nam. Stadszaal: „Ex Animo". Uitvoering kinderkoor. iVz uur nam. Donderdag. Gerecht 10: Ledenverg. Wijkverpleging Ned. Prot. Bond. 8 uur nam. Leger des Hells (Hooigracht 30): Samenkomst te 7.30 uur nam. Rotterdam (Oosterkade): Ledenverg, Ver. Inst. voor Trop. Geneeskunde. 4 uur nam. DIVERSEN. 's Dinsdag:s Mare 13: Medisch Opvoedkundig Bureau. 9Y211 uur voorm. Gcw. Arbeidsbureau (Douzastraat). Iedere derde Dinsdag der maand consultatiebureau -oor on- volwaardlgen 35 uur nam. 's Donderdag :s Gem. Geneesk. Dienst (N. Mare 13): Consultatiebureau voor minder begaafden 56 uur nam. 's Donderdags: WIJkgebouw „Bethesda" (Hoef- straat 4446)Consultatiebureau voor Alcoho listen. 3 uur nam. BIOSCOPEN, t 18 jaar; 14 Jaar; i alle leeftijden. Luxor-Theatcr: ..Peer Gynt" Dagelijks 2 en 8 uur nam. Pinksterdagen 27 uur: doorl. Lldo-Tlieatcr: „Jeugd" f Dagelijks 2 en 1V2 uur. Pinksterdagen te 1%. 4»/2 en 7y2 uur. Trianon-Theater: „Pedro moet hangen"t Dage lijks 2 cn 7.45 uur. Pinksterdagen van 26.30 u. doorl. voorstelling. Casino: Dagelijks 8 uur. 1ste Pinksterdag 2, 4>4 en 8 uur; 2de Pinksterdag: 1. 3*4, 6 en 8 uur: w oensdag en Zaterdag ook te 2 uur „Vadertje Langbeen" Rex-Theater: „De man op den achtergrond" f. 2 en 7.45 nam. Pinksterdagen 26>/2 uur. doorl. voorstelling. De avond-, nacht- en Zondagsdienst der apo theken te Lelden wordt van Zaterdag 23 Mei. 20 uur tot Maandag 25 Mei 8 uur waargenomen door de Apotheek Kok, Rapenburg 9 Tel. 24807. Te Oegstgeest door de Ocgstgeestsche' Apotheek, voor malig Wllhelminapark 8, Tel. 26274. De avond-, nacht- en Zondagsdienst der apo theken te Lelden wordt van Maandag 25 Mei 8 uur tot Zaterdag 30 Mei 8 uur waargenomen door de Apotheek Boekwijt, Breestraat 74. Tel. 20552 en de Haven-Apotheek, Haven 18, Tel. 20085. Te Oegstgeest door de Oegstgeestsche Apotheek, voor malig Wllhelminapark 8, Tel. 26274. De geneeskundige dienst te Lelden wordt van hedenavond 8 uur tot Maandagmorgen 8 uur waargenomen door de doctoren J. de Bruyne. Flu. Hartman, van Leeuwen en de Vries en van Maan- dagmorgen 8 uur tot Dinsdagmorgen 8 uur dooi de doctoren Bruins Slot, de Bruyne, de Graaff, de Jager, Langczaal en Starck. Te Oegstgeest wordt deze dienst morgen waar genomen door dr. Hugenholtz, Tel. 20390 en op 2den Pinksterdag door dr. Varekamp. Tel. 21916. ONGEVAL TIJDENS TROUWPARTIJ. Bruidegom moet misschien een oog missen. In de buurtschap Veldmaat bij Haaksbergen gebeurde er tijdens een trouwpartij een onge val. dat voor den bruidegom nog ernstige gevol gen kan hebben. Tijdens den rit na de huwe lijksvoltrekking moest de stoet plotseling stop. pen. De bestuurder van het rijtuig dat achter de bruidskoets reed, bemerkte dit te laat, waar door het paard met den kop door de ruit stiet. De scherven vlogen in het rond en troffen den bruidegom, den 33-jarigen V. in het gelaat. Hij liep daarbij een verwonding aan het linkeroog op, die men aanvankelijk gering schatte. Nader hand trad hevige pijn op. Toen V. zich bij den dokter vervoegde, consta teerde deze een ernstige beleediging van het getroffen lichaamsdeel. V. moest zich onder be handeling van een specialist stellen en de kans is groot, dat hij het oog zal moeten missen. KIND IN TEEL KOKEND WATER GEVALLEN Het 2-jarig zoontje van den landbouwer M. Meulenbelt te Ankum viel in een teil met kokend water. De kleine liep zulke ernstige brandwonden op, dat hij tijdens het vervoer naar het ziekenhuis te Zwolle is overleden. FRAUDE DOOR GEMEENTE-ONTVANGER. De gemeente-ontvanger B. de W. te Waspik heeft valschheid in geschrifte gepleegd en daar door de gemeente voor een paar duizend gulden benadeeld. Het Centraal Bureau voor Verificatie en Financieele Adviezen der Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten heeft de fraude ont dekt. De W. is in verzekerde bewaring gesteld. (Vad.) DOODELIJKE VAL. De 66-jarige J. M. uit Rijen, die met een kermis een fietstocht maakte, viel nabij de Maasbrug bij Keizersveer van zijn rijwiel. Hij kwam met het hoofd op den kant van het be tonnen rijwielpad terecht. Dr. Bosch uit Raams- donkerveer, verleende de eerste hulp. In het St. Theresiagasthuis te Rijen is J. M. twee uur na het ongeval overleden. BUITENLANDSCH GEMENGD. SCHEEPSONGELUK BIJ CEYLON. Naar de Engelsche nieuwsdienst meldt uit Colombo, is de motorboot Chavira bij Jaffna, de Noordpunt van Ceylon, ondergegaan, waar bij 62 menschen verdronken. Grootendeels stu denten en vrouwen. Elf menschen werden ge red. maar drie stierven van uitputting. Het ongeluk werd veroorzaakt door overbe lasting van het vaartuig. Het mocht slechts 18 personen vervoeren, maar had er meer dan zestig aan booi'd, benevens de bagage. Boven dien stond er een felle wind. heroepskansen ontbreekt. De afwisseling van plicht en ontspanning blijkt voor de meeste menschen een heilzame combinatie te zijn. Me nigeen, die zich een groote toekomst droomt, wanneer de omstandigheden zich in voor hem gunstig opzicht zouden wijzigen, komt bedrogen uit, zoodra Fortuna hem de hand reikt. Ik ken verscheidene schilders en schrijvers, die zich van een rijk huwelijk heel veel voorstelden en die juist tengevolge van hun financieëele onaf hankelijkheid als kunstenaar door gemakzucht en gebrek aan strijdbaarheid en wilskracht mislukten. Waarmee ik maar zeggen wil, dat de tragiek van beroep en roeping, niet zoo schrijnend is, als men gewoonlijk doet voorkomen en dat de paradox, die Leven heet, somtijds uitkomst biedt daar waar wij menschen, klein en wankelmoe dig als we zijn, alleen maar moeilijkheden en vergissingen zien. „Roeping" hebben slechts enkelen van ons en zü, die geroepen zijn om te getuigen, komen ondanks tegenwind en hooge zee steeds daar, waar zij behooren te zijn. Dit is een troost voor alle ouders, die vreezen dat hun kind, maatschappelijk en geestelijk, wel eens zou kunnen mislukken. RENÉ VAN FRANKENDAEL. 2—1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1942 | | pagina 2