LEIDSCH DAGBLAD - Eerste Blad
Zaterdag 23 Mei 1942
sen bierbrouwers-geslacht
v©or Kunst en Wetenschap deed
Ons Kort Verhaal
LAATSTE BELICHTEN
Binnenland
Buitenland
Dr. Funk over hei Duifsche
bedrijfsleven in oorlogstijd
Voor de Vrouiv
Zuinigheid met vlijt
De Deensche Carlsberg-fondsen en hun
beteekenis voor de cultuur
De goede klant
Onze telefoonnummers
Directie en
Administratie 25041
Redactie No. 21507
Qv©r opvoeding
AGENDA
GEMENGD NIEUWS
HET VERDIENDE LOON.
Maandagavond spreekt Max Blokzijl via den
zender Hilversum II van 19.15—19.30 in zijn po
litiek weekpraatje over het onderwerp ,,het ver
diende loon".
LEVENSMIDDELENKAARTEN VAN
RIJKSDUITSCHERS.
Op 26 Mei begint het uitreiken van de nieuwe
levensmiddelenkaarten voor de Rijksduitschers,
welke hun stamkaart hebben ontvangen van het
WIrtschaftamt van de N.S.V. te 's Gravenhage.
Het uitreiken geschiedt dagelijks van 8 tot
12.30 uur en van 14 tot 17.30 uur, op Zaterdag
alleen van 8 tot 12.30, door de Dienststelle des
Wirtschaftamtes der N.S.V. Sophialaan la,
's-Gravenhage.
Ten einde onnoodig wachten te voorkomen,
wordt er nogmaals op gewezen, dat men zich
strikt moet houden aan den dag van uitgifte,
welke door middel van een datumstempel op
de laatst uitgereikte levensmiddelenkaart is
aangegeven.
NIEUWE M.T.S. TE 's-GRAVENHAGE.
Bij besluit van 19 Mei heeft de secretaris-ge
neraal van het departement van opvoeding,
wetenschap en kuituurbescherming goedgevon
den goed te keuren de oprichting en instand
houding van een gemeentelijke middelbare
technische dagschool voor werktuigbouwkunde
en electrotechniek te 's-Gravenhage. welke 1
September 1942 in werking kan worden gesteld.
KIPPENHOUDERS MOETEN EIEREN
INLEVEREN.
In een officicele mededeeling maakt het
rijksbureau voor de voedselvoorziening in oor
logstijd bekend, dat alle pluimveehouders, die
voor hun dieren geen voedertoewijzing ontvan
gen .voor het jaar 1942 vijftien eieren per kip
moeten inleveren aan een door de landbouw
crisis-organisatie in overleg met de Nederland-
sche centrale voor eieren en pluimvee te de Bilt
aangewezen verzamelaar.
Dit beteekent, dat alle kippenhouders, dus óók
zij, die in hun stadstuintje eenige kippen heb
ben loopen, per dier vijftien eieren moeten in
leveren en wel volgens een schaal, die in genoem
de mededeeling wordt bekend gemaakt. Wanneer
men niet aan den leveringsplicht voldoet, zal
men geen pluimvee meer mogen aanhouden,
afgezien nog van andere tegen de nalatigen te
nemen maatregelen.
De Duilsche minister voor economische zaken
dr. Punk gaf voor leiders uit het Frankische
bedrijfsleven een uiteenzetting van de wijze,
waarop het Duitsche "bedrijfsleven werd inge
schakeld bij het uitvoeren van het programma
voor de bewapening. Voor den gang van zaken
in Duitschland noemde de minister het ken
schetsend, -dat de financiering van den oorlog
absoluut op de tweede plaats is gekomen.
Hierbij hebben de door het Duitsche rijk reeds
in vredestijd genomen maatregelen tot hetbe-
invloeden van de credietmarkt en de toen reeds
gevolgde politiek van het goedkoope geld hun
vruchten gedragen. Het zekerste middel om
het ontstaan van overtollige koopkracht te ver
mijden en het Duitsche bedrijfsleven in even
wicht te houden ziet de rijksregeering in een
redelijk prijsniveau en in een belastingpolitiek,
welke zich aanpast aan het stijgende geld inko
men. De nieuwe maatregelen op het gebied van
de prijs- en financieele politiek zullen niet al
leen dienen tot het afroomen van de koop
kracht. doch vloeien vooral voort uit de nood
zakelijkheid om de nationale productie en hier
door de financiering van den oorlog nog goed
kooper te maken.
Niet „verdienen", maar „rekenen en sparen"
zal voorloopig het leidend beginsel moeten zijn.
Een bepaald verlies aan substantie moet men
zich in den oorlog laten welgevallen. Met deze
maatregelen treedt in zekeren zin een nieuwe
fase in de oorlogsfinanciering in. Bij de finan
ciering van de orders voor de bewapening moet
men meer uitgaan van de afzonderlijke bedrij
ven. Het is de kunst van de geldpolitiek naar
gelang van de omstandigheden gebruik te ma
ken van de methode van concentratie of van
een expansieve methode. Op het huidig oogen-
blik schijnt in elk geval een sterkere concen
tratie gewenscht. Met een hei-opleving van de
crediettransacties zullen de banken wederom de
mogelijkheid hebben om tot de ontwikkeling van
meer Initiatief te komen. De uitbreiding van de
debiteuren zal tevens leiden tot een verbree
ding van de opbrengstbasis van de credietinstel-
lingen. De groote omwenteling, waarin het
Duitsche bedrijfsleven zich bevindt, kan natuur
lijk niet spoorloos aan de banken voorbijgaan.
Dit verklaart de inkrimping van het fillaalele-
ment der banken of korter gezegd opruiming
van filialen.
Uitvoerig besprak de minister vervolgens de
problemen van het handambacht. Op de in
standhouding en uitbreiding van kleinbedrijven
en bedrijven van middelmatigen omvang was
altijd prijs gesteld. Men is er zich van bewust,
dat de instandhouding van een gezonden am
bachtstand een belangrijke volksche en sociale
beteekenis had. Thans mag niet aan het „ver
dienen", doch enkel en alleen aan de „ver
dienste" worden gedacht, dat men zich in den
beslissingsstrijd om het leven van het Duitsche
volk onvoorwaardelijk gegeven heeft. Eerst deze
oorlog heeft de door Duitschland en Italië aan
vankelijk slechts in nauweren nationalen zin
naar voren gebrachte eisch eener voldoende
levensruimte gemaakt tot een levenskwestie voor
het geheele continent van Europa.
Er is een lotsverbondenheid voor het conti
nent van Europa ontstaan, welke zich vooral
uit in de nauv/e economische samenwerking,
welke onder leiding van de asmogendheden
voortdurend wordt opgevoerd. De volkeren van
ons continent moeten thans hun economische
prestaties tot het uiterste opvoeren, want de
afloop van den oorlog zal zoowel beslissen over
het voortbestaan van hun cultuur als over de
vraag of de toekomstige economische ontwikke
ling van ons werelddeel zal worden bepaald dooi
de in dit werelddeel levende volkeren of door
machten, waarvan het zwaartepunt der belan
gen buiten de Europeesche ruimte ligt. (D.N.B.)
ENGELAND EN DE VEREENIGDE STATEN.
In een artikel ter gelegenheid van Empireday
schrijft de „Times" volgens den Britschen be
richtendienst: „De toekomst van het Britsche
rijk is in zekeren omvang reeds onverbrekelijk
met die der Vereenigde Staten verbonden.
Waarschijnlijk zal het streven van beide staten
steeds meer parallel loopen. Wellicht zijn er
geen grenzen voor dit proces van samensmel
ting". De ..Times" tracht het opgaan van het.
Britsche rijk in de Vereenigde Staten te recht
vaardigen met de woorden .hoe meer de bar
rières worden geslecht, hoe meer de geschie
denis van beide landen verbonden wordt en
samensmelt, des te meer zal zich de gedachte
van het Britsche rijk vervullen."
LANDDIENSTLEIDERS BIJ DEN DUITSCHEN
JEUGDLEIDER.
De Duitsche jeugdleider heeft de eerste land-
dienstleiders en -leidsters uit Denemarken,
Vlaanderen, Nederland en Noorwegen ontvan
gen In een toespraak zette hij het doel en de taak
van den landdienst der Germaansche jeugd uit
een en zeide, dat daardoor het beste bloed voor
de kracht en de grootheid van den eigen grond
aan dien grond wordt gebonden.
Bmnen enkele dagen wordt reeds de tweede
cursus van dezen aard aangevangen. Nadat de
deelnemers aan den cursus tot kampleiders en
-Mdsters zullen zijn opgeleid, zullen in Juli van
dit jaar de vrijwilligers voor den landdienst aan
het werk gaan. (D.N.B.).
Onze Scandinavische medewerker schrijft:
Wie in Denemarken een glas bier drinkt
acsnoods een kogelfleschje steunt daarmee
in negen van de tien gevallen wetenschap en
kunst, want de grootste bierbrouwerijen te
vens limonade- en spuitwaterfabrieken kec-
ren hun winst met uit aan aandeelhouders maar
aan de Carlsberg-fondsen en de concurreerende
brouwerij Tuborg heeft hun voorbeeM gevolgd
en laat ook al een fonds voor cultureele doel
einden, van den dorst der Denen profiteer en. Maar
Carlsberg is toch nummer één, zoowel wat de
grootte der brouwerij betreft zij zijn de groot
ste in de Scandinavische landen en dat wil
wat zeggen als wat de beteekenis van de nu
rond vijftig millioeh kronen bedragende fondsen
voor de wetenschap, voor kunst en cultuur, of
anders gezegdvoor land en volk van Denemar
ken, aangaat.
Overal komt men den naam Carlsberg tegen
en dit niet alleen op de reclameborden van
stadsche café's en landelijke kroegjes of op de
feestelijk bonte bierwagens met hun koetsiers en
hun prachtige paarden, die 's zomers kleurige
strooien hoedjes op krijgen. Men vindt dien
naam in vergulde letters op den gevel van een
der beroemdste musea van Noord-Europa, Ny
Carlsberg Glyptotek. te Kopenhagen; men vindt
dien naam voor in honderden, misschien al wel
duizenden geleerde werken, die wellicht nimmer
geschreven waren of niet in de?en vorm uitgege
ven hadden kunnen worden, wanneer het Carls-
berg-fonds er niet met zijn millioenen achter
had gestaanmen vindt dien naam telkens weer
op de bordjes, die museumbezoekers vertellen
aan welken goeden gever het museum dit schil
derij, dit beeld, dit gobelin, dit antieke kruikje
te danken heeft. En als er niet Carlsberg staat
dan staat er misschien de naam Jacobsen,
„Brouwer Carl Jacobsen" of „Brouwer J. C.
Jacobsen", want dit waren de beide Kopenhaag-
sche burgers, die behalve, dat zij elk hun Carls-
berg-fonds stichtten, ook nog op andere wijze
hun vaderstad en hun geboorteland aanzienlijke
schenkingen voor allerlei doeleinden deden.
Hoe de gerst in Kopenhagen kwam.
J. C. Jacobsen, de vader, maakte zijn fortuin
door Beiersch bier te brouwen. Bijna een eeuw
geleden reisde hij naar Munchen om daar, in
de hoofdstad van Beieren, persoonlijk de eerste
gist te halen. Hij reisde in den winter, hij had
de gist, die den grondslag leggen zou voor een
vermogen van vele tientallen millioenen in een
blikken doos In zijn hoedenkoffer en telkens als
de diligence even bij een posthuis stil stond,
spoedde hij zich naar buiten om de doos met
haar kostbaren inhoud onder de pomp af te
koelen. Zijn moeite werd rijkelijk beloond, zijn
brouwerij voor Beiersch bier, die hij, naar zijn
zoon Carl, Carlsberg doopte, kwam spoedig
tot grooten bloei. Ongetwijfeld was dat voor
een belangrijk deel te danken aan den arbeid
van de wetenschappelijke medewerkers, wien
Jacobsen een uitstekend geoutilleerd laborato
rium ter beschikking gesteld had. Hun erva
ringen. hun resultaten wilde de oude heer Ja
cobsen niet voor zich alleen houden, er werd
bepaald, dat alle brouwerijen ter wereld van
het wetenschappelijke werk van de menschen
van Carlsberg zouden kunnen profiteeren en
tenslotte werd zelfs het heele bedrijf in dienst
van de wetenschap gesteld in dien zin, dat de
winst van de brouwerij geheel gebruikt werd
om via het Carlsberg-fonds wetenschappelijken
arbeid te steunen. De vorstelijke woning van
Jacobsen op Carlsberg is eerewoning voor een
man der wetenschap geworden tegenwoor
dig woont er de Nobelprijswinnaar Niels Bohr
en het Carlsberg-fonds verleent jaar in, jaar
uit aanzienlijke subsidies voor wetenschappelij
ke onderzoekingen, bekostigt de uitgave van
wetenschappelijke werken en de werkzaamhe-
den van verschillende laboratoria en zendt ex- i
pedities uit, zooals die van Lauge Koch naar j
Groenland.
Carl Jacobsen. die door de vorstelijke schen-
kingen zijns vaders geenszins onterfd was. die
naast- Carlsberg een nieuwe brouwerij, Ny
Carlsberg bouwde, welke al evenzeer tot bloei
geraakte en die door zijn groote veelzijdigheid
veel had van sommige renaissancevorsten.
stichtte veertig jaar geleden het Ny Carlsberg-
fonds, dat sedert dien telken jare eenige tonnen
heeft uitgegeven voor beeldende kunst; van de
337.940 kronen van 1941 zijn monumenten,
wandschilderingen in openbare gebouwen, enz.
bekostigd ten bedrage van ruim 175.000 kro-
nen. hebben musea in heel Denemarken kunst
werken gekregen voor een kleine 100.000 kro-
nn en is ruim 50.000 kronen besteed om de
uitgave van boeken op kunstgebied te steunen.
Sinds 1925 zijn alleen al voor een bedrag, on-i
geveer overeenkomend met goed een kwart
millioen gulden, werken van levende Deensche
kunstenaars aangekocht voor plaatsing in de
musea in de provincie die telkenjare op de
beurt af hun keuze mogen doen teneinde ook
de visschcrs van Skagen cn de boeren van
Tonder en de burgers van de kleine „koopste
den" in contact te brengen met de hedendaag-
sche kunst van hun land.
Een herdcnkings-tcn toonstelling.
In Maart was het een eeuw geleden, dat
Carl Jacobsen geboren werd. Uit heel het Deen
sche land hebben de musea him schoonste en
kostbaarste bezittingen, die zij aan hem of aan
het Ny Carlsbergfonds te danken hebben, naar
Kopenhagen gestuurd, waar er in de toch ont
ruimde zalen van het Kunstmuseum een ten
toonstelling van is ingericht, een tentoonstelling,
waar Rembrandt en Frans Hals, Titiaan en
Tintoretto vertegenwoordigd zijn, waar Perzische
tapijten gloeien in hun oude pracht, waar men
voor het eerst sedert dertig oorlogsmaanden
weer oude, vertrouwde werken van Deensche
schilders en beeldhouwers bewonderen kan. Het
Nationalmuseum richt zijn eigen tentoonstellin
gen in van oudheden en ethnografica, welke
door Carl Jacobsen geschonken zijn of met geld
van zijn fonds gekocht of verzameld of opgegra
ven konden worden. Evenzoo doet Ny Carlsberg
Glyptotek het museum van antieke en moderne
beeldhouwkunst, dat deze bierbrouwer stichtte
en dat hij tot zijn dood in 1914 toe persoonlijk
leidde met hulp van vakmenschen ofschoon
hij zelf dermate deskundig v;as, dat een Griek-
sche antiquair hem geen valschen kop van
Praxiteles kon aansmeren en dat hij de
lrieroglyphen op oud-Egyptische beelden kon
ontcijferen, toen hij daarvan den catalogus op
maakte.
En nog andere instellingen huldigen de nage-.
dachtenis van dezen maecenas, van dezen groo
ten burger van Kopenhagen, die het eere-bur-
gerschap niet aanvaarden wilde, cmdat het hem
belet zou hebben vrijelijk zijn oordeel uit te
spreken over daden der vroede vaderen, die
hem niet aanstonden, maar die meer tot de
verfraaiing van zijn vaderstad heeft bijgedragen
dan iemand anders sedert koning Christiaan IV.
Hij heeft standbeelden geschonken en monu
menten en zooals zijn vader het groote kasteel
Frederiksborg na een brand liet herbouwen en
en het als nationaal-historisch museum den
staat schonk, zoo schonk Carl Jacobsen Kopen
hagen verscheidene van haar torens en toren
spitsen, waardoor de stad aan de Sont de stad
van de schoone torens geworden is.
C. G. B.
(Nadruk verboden).
door GEERT DIJKSTRA.
Hoe stiller het werd in den ouden, voornamen,
gerenommeerden muziekhandel, des te meer
herrie maakte de eigenaar, de heer Blijden-
burgh.
„Maak eens een stukje muziek juffrouw, riep
hij het winkelmeisje toe, speel eens een stukje
op de piano, de menschen denken tegenwoordig,
dat het hier een begrafenisonderneming is in
plaats van een gezellige muziekhandel."
„De piano is ontstemd, meneer", zei ze zacht,
om een bui te ontgaan.
„Natuurlijk, juffrouw, alles is ontstemd. Maar
je moet de malaise wegjubelen, juffrouw, dat
doe ik ook," raasde hij.
„Ja, meneer," stemde ze toe en begon te spelen
op de ontstemde piano.
Een jongen kwam rumoerig binnen.
„Een saxofoon van een kwartje, meneer, zoo
een als in de étalage liggen."
„Een saxofoon van een kwartje, juffrouw
Annie," smaalde Blijdenburgh. In den oudsten,
beroemdsten, fijnsten muziekhandel van ons
heele land: een saxofoon van een kwartje. Dat
is alles, wat je nog verkoopt."
„Maar het gaat toch heel aardig, meneer,"
waagde Annie op te merken.
„Jawel, juffrouw Annie, maar van een kwartje
kan ik mijn wissels niet betalen. En ik moet geld
hebben, anders kan ik wel dadelijk surséance
aanvragen. Verlaag de prijzen in de étalage
maar wat. Zet er maar op: gelegenheidskoopjes.
Alles verlegenheidskoopjes. Geen cent komt er
op tijd binnen; niets komt op tijd binnen; alleen
de wissels komen op tijd binnen."
Annie ging aan het werk en vond in een rustig
oogenblik gelegenheid, om te zeggen:
„Meneer, weet U, dat het personeel van de
machinefabriek „H.OM.A." een muziekcorps
heeft opgericht? Ze krijgen alle instrumenten
van de directie cadeau."
„Schrijven, juffrouw Annie, dadelijk schrijven!
Ik zal het zelf
„Meneer, schreeuwde Annie bijna buiten zich
zelf van opwinding, een auto, meneer Voorst
hoven, de directeur van „H.O M.A."
„Die komt de instrumenten koopen voor het
muziekcorps!" juichte Blijdenburgh, „dat is weer
eens een goede klant."
Inderdaad stapte de oude, stokoude Voorst
hoven uit een prachtige auto en kwam, gehol
pen door een reus van een chauffeur, den winkel
binnen.
Met overdreven beleefdheid je doet wat
voor e^n goeden klant, als er zware wissels op
komst zijn! nam Blijdenburgh den ouden
machinefabrikant onder den arm en zette hem
gemakkelijk op een stoel.
De chauffeur wilde wat zeggen, maar de op
gewonden muzlekhandelaar duwde hem zachtjes
de deur uit:
„Pas maar goed op je wagen en bemoei je niet
met muziekzaken."
De chauffeur knauwde een leelijk woord tus-
schen de kiezen fijn, zag den muziekhandelaar
spottend aan en ging fluitend naar zijn wagen
terug.
„Meneer Voorsthoven", begon Blijdenburgh,
smeltend in beleefdheden, „ik heb gehoord, dat
uw arbeiders een muziekcorps willen oprichten."
„Jajaja, mummelde de oude, jajaja."
„En nu heeft U natuurlijk gedacht aan mijn
oude, gerenommeerde zaak voor het aanschaf
fen van de noodige instrumenten."
„Jajaja, prevelde de oude. jajaja
„Ik heb gehoord, dat de directie hun de noo
dige instrumenten wil schenken."
„Jajaja, zei de oude en keek onrustig naar de
deur, waarachter zijn chauffeur was wegge
werkt.
„Mag ik U dus een offerte maken voor de mu
ziekinstrumenten? U weet misschien, het is mijn
specialiteit om heele orkesten te leveren."
De oude keek hem met welwillende hoofd
knikjes aan en murmelde:
„Jajaja, jajaja."
„Juffrouw Annie, neem je bloc-note en noteer:
zeker volledig koperwerk?"
„Jajaja," fluisterde de oude.
„Slagwerk en daarbij natuurlijk wat klarinet
ten, fluiten
„Jajaja."
„En saxofoons?"
De oude man bracht een hand aan zijn oor,
om beter te kumien verstaan.
„U zegt?"
„Saxofoons! Sak-zoo-foons!" riep de heer
Blijdenburgh opgewonden uit, bang, dat de goede
klant ontevreden zou worden.
De oude schudde het hoofd.
„Saks-zoo-foons!" schreeuwde nu de muziek
handelaar wanhopig.
Op dat oogenblik kwam de chauffeur binnen
en reikte zijn ouden meester een hooraparaat
over.
„Neemt U me niet kwalijk, meneer, maar mijn
baas is stokdoof en als U me zooeven te woord
gestaan had, zou ik U gezegd hebben, dat hij
twee saxofoons wil koopen."
„Twee saxofoons, juffrouw Annie noteer."
„Niet noodig, meneer, we nemen ze zoo mee:
twee van een kwartje!"
„Twee van-een-kwartje? gaapte de heer Blij
denburgh. En het muziekcorps?"
„Welk muziekcorps?"
„Van het personeel van de „H. O. M. A.?"
„Voorloopig uitgesteld. Maar geeft U nu de
twee saxofoons van een kwartje. Voor zijn
kleinzoontjes. En gooi een chauffeur niet meer
de deur voor den neus dicht."
Annie hielp den goeden klant.
De heer Blijdenburgh zakte op een stoel neer.
Nadruk verboden.
Auteursrecht voorbehouden.
(2 lijnen)
In normale rijden gebeurt het nogal eens, dat
een oude jurk in de voddenmand terecht komt
want men kan tenslotte niet altijd door maar
dezelfde kleeren dragen en dan: alle stoffe
lijke dingen gaan na een poos van glorie te
gronde. Ook het stevigste materiaal is aan slij
tage onderhevig, vandaar, dat wij genoodzaakt
zijn. het aardigste japonnetje, de gezelligste
blouse, den meest-flatteuze mantel na een paar
jaar af te danken.
Maar op het oogenblik denken wij er niet aan,
een toiletje, dat om bepaalde redenen niet meer
te gebruiken ls, weg te doen. Want de mooie
stofjes zijn schaarser en duur geworden en
wij weten het allen wij moeten woekeren met
dat, wat wij bezitten. Daarom bekijken wij het
jurkje, dat wij niet meer dragen kunnen, eens
goed en geven ons rekenschap van de moge
lijkheden, die er zijn, om van het oude iets
nieuws te maken. Is het materiaal vuil gewor
den, dan reinigen wij het eerst grondig. Is er
sprake van een zeer fijn, gekleurd stofje, dat
wij niet „zóó maar", zonder meer, in een sopje
durven stoppen, dan gaan wij in gezwinden pas
naar de stoomerij, teneinde over goed-gereinigd
materiaal te kunnen beschikken. Is het weefsel
niet zoo teer, dan maken wij het zelf schoon,
wij zetten het jurkje een nacht in een tobbe
water, waarin wij een half pond zout gedaan
hebben en drogen het buiten de zon in den
wind, of wel, wij gebruiken een lauw zeepsopje
en spoelen het japonnetje zorgvuldig uit. Wan
neer het geheel droog en gestreken is, gaan wij
eens na. wat wij met de stof kunnen doen.
Is het jurkje onder de armen gesleten en ver-
toonen de mouwen kale plekken, dan laten wij
onze gedachte n eens over een aardige over-
gooier gaan, een practisch kleedingstuk, dat
altijd te gebruiken is. Wij tornen de mouwen
los en knippen het armsgat uit, zoodat de lee-
lijke plekken verdwijnen. Nu verwijderen wij
ook nog het kraagje en geven het bovenstuk
een vorm, die overeenstemt met de snit van
een boezelaar met laag-uitgesneden hals.
Als wij het bovengedeelte afgewerkt hebben,
is de overgooier klaar.
Is het kleedingstuk van geruite of gebloemde
stof gemaakt, dan dragen wij er voortaan een
effen, wit blousje bij, hebben wij daarentegen
met niet-bedrukt materiaal te maken, dan is
een combinatie met toile-imprimé of in strepen
geweven stof aan te bevelen.
Wij geven u hierbij het model van een pittige
overgooier voor een uwer dochters, die van een
oud japonnetje van Mama gemaakt is.
Maria Chrisanti.
Roeping en beroep.
Ei- zijn maar heel weinig menschen op aarde,
die den werkkring gevonden hebben, welke vol
maakt beantwoordt aan hun innerlijke wen-
schen en verlangens. Op den leeftijd, waarop
men gewoonlijk een keuze uit de vele beroepen,
die er zijn, moet doen, mist men eigenlijk het
juiste inzicht in eigen capaciteiten en als men
later bemerkt, dat men verkeerd gekozen heeft,
is het in de meeste gevallen niet meer mogelijk
het eenmaal gevolgd pad te verlaten, om nieuwe
werelden te gaan zoeken. In de laatste jaren is<
er veel gedaan, om aan dit groote euvel, dat
oogenschijnlijk zoo gemakkelijk uit den weg ge
ruimd zou kunnen woeden, een eind te maken.
In de groote steden zijn bureaux voor beroeps
keuze opgericht, waarin artsen en paedagogen
zitting hebben, het psychologisch consult is in
eere gekomen, door middel van tests (eigenlijk:
een serie steekproeven) wordt het kind aan een
nauwkeurig onderzoek onderworpen, waardoor
verborgen talenten aan het licht komen en de
werkelijke aanleg bepaald wordt. Maar ondanks
al deze goedbedoelde pogingen, welke inderdaad
vruchten afwerpen en waarvan men dan ook
de beteekenis niet onderschatten mag, blijft het
conflict tusschen roeping en beroep bestaan,
omdat de mensch nu eenmaal een zeer gecom
pliceerd wezen met onberekenbare aandriften en
verborgen wenschen is en de practijk ons dik
wijls dwingt in een richting, welke wij nooit
geheel vrijwillig gekozen zouden hebben.
Ik ben van meening, dat dit feit ons niet
moedeloos behoeft te maken. Het is nog altijd
zoo, dat hij, die hot leven aanvaardt zooals het
is, de grootste kans heeft, een gelukkig en te
vreden mensch te worden. Het blijft de vraag,
of er in het verrichten van arbeid, die niet voor
honderd procent onze liefde en onze belangstel
ling heeft, niet een belangrijk stuk zelfopvoeding
zit. De geestdriftige kunstenaars, de rigoureuze
onderzoekers, de wijzen en de apostelnaturcn
vinden hun weg, ook al hebben zij de omstan
digheden tegen. Zij dwingen het lot naar hun
overtuigingen. Wie zijn medemenschen waarlijk
Iets te zeggen heeft, laat zich door overwegingen
van stoffelijken aard niet weerhouden. Hercules
Seeghers. onze grootste etser, „verprinte" het
lijnwaad van zijn vrouw, daar hij te arm was om
het benoodigde schildersmateriaal te koopen en
Semmelweisz, die door iedereen uitgelachen
werd, toen hij beweerde het middel tegen
kraamvrouwenkoorts ontdekt te hebben, vocht
als een leeuw tegen onverstand en wanbegrip,
overtuigd als hij was „de redder der moeders"
te zijn.
Laten wij daarom niet bij de pakken neerzit
ten, als onze zoon of dochter een beroep blijkt
te hebben gekozen, dat maar ten deele aan zijn
of haar ambities tegemoet komt. Niet iedereen
heeft een zoo sterk uitgesproken aanleg, dat er
van een „heilig moeten" sprake is. Bovendien
opent onze vrije tijd altijd de mogelijkheid door
middel van liefhebberijen aan te vullen, wat aan
Schouwburg: Jeugdtooneel „Asschepoester en
het glazen muiltje".
Zondag.
Stadszaal; Neerlands Cabaret van A tot Z. 7 y2
uur nam.
Schouwburg: W. Goossen's Volkstooneel „De
twee weezen"* 7 1/2 uur nam.
Maandag.
Hooglandsche Kerk: Zendingsmiddag 2 uur n.m.
Sprs. ds. K. v. d. Pol en dr. P. Zandt.
Schouwburg: Jeugdvoorstelling „Dik Trom",
2'A uur nam.
Schouwburg: W. Goossen's Volkstooneel „De
twee weezen". 7 1/2 uur nam.
Woensdag.
Leger des Heils (Hooigracht 30): Samenkomst
te 7.30 uur nam.
Stadszaal: „Ex Animo". Uitvoering kinderkoor.
iVz uur nam.
Donderdag.
Gerecht 10: Ledenverg. Wijkverpleging Ned.
Prot. Bond. 8 uur nam.
Leger des Hells (Hooigracht 30): Samenkomst
te 7.30 uur nam.
Rotterdam (Oosterkade): Ledenverg, Ver. Inst.
voor Trop. Geneeskunde. 4 uur nam.
DIVERSEN.
's Dinsdag:s Mare 13: Medisch Opvoedkundig
Bureau. 9Y211 uur voorm.
Gcw. Arbeidsbureau (Douzastraat). Iedere derde
Dinsdag der maand consultatiebureau -oor on-
volwaardlgen 35 uur nam.
's Donderdag :s Gem. Geneesk. Dienst (N. Mare
13): Consultatiebureau voor minder begaafden
56 uur nam.
's Donderdags: WIJkgebouw „Bethesda" (Hoef-
straat 4446)Consultatiebureau voor Alcoho
listen. 3 uur nam.
BIOSCOPEN,
t 18 jaar; 14 Jaar; i alle leeftijden.
Luxor-Theatcr: ..Peer Gynt" Dagelijks 2 en
8 uur nam. Pinksterdagen 27 uur: doorl.
Lldo-Tlieatcr: „Jeugd" f Dagelijks 2 en 1V2 uur.
Pinksterdagen te 1%. 4»/2 en 7y2 uur.
Trianon-Theater: „Pedro moet hangen"t Dage
lijks 2 cn 7.45 uur. Pinksterdagen van 26.30 u.
doorl. voorstelling.
Casino: Dagelijks 8 uur. 1ste Pinksterdag 2, 4>4
en 8 uur; 2de Pinksterdag: 1. 3*4, 6 en 8 uur:
w oensdag en Zaterdag ook te 2 uur „Vadertje
Langbeen"
Rex-Theater: „De man op den achtergrond" f. 2
en 7.45 nam. Pinksterdagen 26>/2 uur. doorl.
voorstelling.
De avond-, nacht- en Zondagsdienst der apo
theken te Lelden wordt van Zaterdag 23 Mei. 20
uur tot Maandag 25 Mei 8 uur waargenomen door
de Apotheek Kok, Rapenburg 9 Tel. 24807. Te
Oegstgeest door de Ocgstgeestsche' Apotheek, voor
malig Wllhelminapark 8, Tel. 26274.
De avond-, nacht- en Zondagsdienst der apo
theken te Lelden wordt van Maandag 25 Mei 8
uur tot Zaterdag 30 Mei 8 uur waargenomen door
de Apotheek Boekwijt, Breestraat 74. Tel. 20552
en de Haven-Apotheek, Haven 18, Tel. 20085. Te
Oegstgeest door de Oegstgeestsche Apotheek, voor
malig Wllhelminapark 8, Tel. 26274.
De geneeskundige dienst te Lelden wordt van
hedenavond 8 uur tot Maandagmorgen 8 uur
waargenomen door de doctoren J. de Bruyne. Flu.
Hartman, van Leeuwen en de Vries en van Maan-
dagmorgen 8 uur tot Dinsdagmorgen 8 uur dooi
de doctoren Bruins Slot, de Bruyne, de Graaff,
de Jager, Langczaal en Starck.
Te Oegstgeest wordt deze dienst morgen waar
genomen door dr. Hugenholtz, Tel. 20390 en op
2den Pinksterdag door dr. Varekamp. Tel. 21916.
ONGEVAL TIJDENS TROUWPARTIJ.
Bruidegom moet misschien een oog missen.
In de buurtschap Veldmaat bij Haaksbergen
gebeurde er tijdens een trouwpartij een onge
val. dat voor den bruidegom nog ernstige gevol
gen kan hebben. Tijdens den rit na de huwe
lijksvoltrekking moest de stoet plotseling stop.
pen. De bestuurder van het rijtuig dat achter
de bruidskoets reed, bemerkte dit te laat, waar
door het paard met den kop door de ruit stiet.
De scherven vlogen in het rond en troffen den
bruidegom, den 33-jarigen V. in het gelaat. Hij
liep daarbij een verwonding aan het linkeroog
op, die men aanvankelijk gering schatte. Nader
hand trad hevige pijn op.
Toen V. zich bij den dokter vervoegde, consta
teerde deze een ernstige beleediging van het
getroffen lichaamsdeel. V. moest zich onder be
handeling van een specialist stellen en de kans
is groot, dat hij het oog zal moeten missen.
KIND IN TEEL KOKEND WATER GEVALLEN
Het 2-jarig zoontje van den landbouwer M.
Meulenbelt te Ankum viel in een teil met
kokend water. De kleine liep zulke ernstige
brandwonden op, dat hij tijdens het vervoer
naar het ziekenhuis te Zwolle is overleden.
FRAUDE DOOR GEMEENTE-ONTVANGER.
De gemeente-ontvanger B. de W. te Waspik
heeft valschheid in geschrifte gepleegd en daar
door de gemeente voor een paar duizend gulden
benadeeld. Het Centraal Bureau voor Verificatie
en Financieele Adviezen der Vereeniging van
Nederlandsche Gemeenten heeft de fraude ont
dekt. De W. is in verzekerde bewaring gesteld.
(Vad.)
DOODELIJKE VAL.
De 66-jarige J. M. uit Rijen, die met een
kermis een fietstocht maakte, viel nabij de
Maasbrug bij Keizersveer van zijn rijwiel. Hij
kwam met het hoofd op den kant van het be
tonnen rijwielpad terecht. Dr. Bosch uit Raams-
donkerveer, verleende de eerste hulp. In het St.
Theresiagasthuis te Rijen is J. M. twee uur na
het ongeval overleden.
BUITENLANDSCH GEMENGD.
SCHEEPSONGELUK BIJ CEYLON.
Naar de Engelsche nieuwsdienst meldt uit
Colombo, is de motorboot Chavira bij Jaffna,
de Noordpunt van Ceylon, ondergegaan, waar
bij 62 menschen verdronken. Grootendeels stu
denten en vrouwen. Elf menschen werden ge
red. maar drie stierven van uitputting.
Het ongeluk werd veroorzaakt door overbe
lasting van het vaartuig. Het mocht slechts 18
personen vervoeren, maar had er meer dan
zestig aan booi'd, benevens de bagage. Boven
dien stond er een felle wind.
heroepskansen ontbreekt. De afwisseling van
plicht en ontspanning blijkt voor de meeste
menschen een heilzame combinatie te zijn. Me
nigeen, die zich een groote toekomst droomt,
wanneer de omstandigheden zich in voor hem
gunstig opzicht zouden wijzigen, komt bedrogen
uit, zoodra Fortuna hem de hand reikt. Ik ken
verscheidene schilders en schrijvers, die zich
van een rijk huwelijk heel veel voorstelden en
die juist tengevolge van hun financieëele onaf
hankelijkheid als kunstenaar door gemakzucht
en gebrek aan strijdbaarheid en wilskracht
mislukten.
Waarmee ik maar zeggen wil, dat de tragiek
van beroep en roeping, niet zoo schrijnend is,
als men gewoonlijk doet voorkomen en dat de
paradox, die Leven heet, somtijds uitkomst biedt
daar waar wij menschen, klein en wankelmoe
dig als we zijn, alleen maar moeilijkheden en
vergissingen zien.
„Roeping" hebben slechts enkelen van ons
en zü, die geroepen zijn om te getuigen, komen
ondanks tegenwind en hooge zee steeds daar,
waar zij behooren te zijn.
Dit is een troost voor alle ouders, die vreezen
dat hun kind, maatschappelijk en geestelijk,
wel eens zou kunnen mislukken.
RENÉ VAN FRANKENDAEL.
2—1