Binnenland
STADSNIEUWS
VRIJDAG 20 MAART 1942
No. 25147
Verdere Japansche vorderingen
Verduisteren:
Hausse in volks- en oorlogstuinen
83ste Jaargang
In Ned. Indië
In Australië
In Birma
Rede van Kallay
Verspreide berichten
Het proces te Riom
19.52 uur
7.43 uur
De nieuwe bonnen
Bekendmaking
Delvers van het
zwarte goud
Landgenooten
Half Leiden teelt binnenkort zijn eigen aardappelen
LEIDSCH
DAGBLAD
Directeur: J W Henny.
Telef, Directie en Administratie
25041 f2 lilnen) Gironummer: 57055
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Telef Redactie 21507.
Hoofdredacteur: B W. Menkhorst. Lelden.
Pl.verv.: K Been Lelden
Het Oostelijk deel van Java, met inbegrip van
Soerabaja, ls thans onder de volledige controle
van de Japansche strijdkrachten.
De Japansche colonnes, die naar Besoeki wa
ren opgerukt, zijn Maandag Sitoebondo en Dins
dag Bondowoso binnengetrokken.
Andere eenheden zijn Banjoewangi binnenge
trokken, gelegen tegenover straat Bali.
Uit een onderhoud met den vroegeren Gou
verneur-Generaal van Nederlandsch-Indië, jonk
heer mr. dr. A. W. L. Tjarda van Starken-
borgh Stachouwer, met een Japansch journalist
blijkt van deze conclusie is door politieke
kringen te Tokio met zeer groote belangstelling
kennis genomen - dat Nederlandsch-Indië door
de Engelschen en Amerikanen tegen den wil van
het land in tot een strijd tegen Japan is ge
dwongen.
De woordvoerder der Japansche regeering
haalde dit onderhoud aan. waarin Tjarda tegen
over den journalist als zijn meening te kennen
gaf, dat het zeker mogelijk geweest zou zijn, het
tragische lot van Nederlandsch-Indië af te wen
den, wanneer hij voor het uitbreken van den
oorlog naar eigen goedvinden had kunnen han
delen. -
Hori verklaarde, dat deze verklaring niets an
ders was dan een erkenning van het feit, dat
zelfs de Gouverneur-Generaal van Nederlandsch
Indië geen weerstand kon bieden aan den zwa-
ren en voortdurenden druk van Engeland en de
Vereenigde Staten, die Nederlandsch-Indië aan
hun aanval op Japan wilden doen deelnemen.
Nederlandsch-Indië heeft dus tegen zijn eigen
wil een strijd tegen Japan moeten voeren.
Voor de capitulatie van Java, zoo zside Hori
voorts, werd Nederlandsch-Indië door de Engel
schen en Amerikanen steeds opnieuw aange
spoord om zich tot het uiterste tegen de Japan
ners te verdedigen, daar het het eenige nog over
gebleven bolwerk in de Zuidelijke gebieden was.
Om dezelfde redenen, zoo zeide Hori, wendt
dezelfde Anglo-Amerikaansch clique zich thans
tot het Australische volk. Voor de Australiërs
zouden derhalve ongetwijfeld de jongste verkla
ringen van den vroegeren Gouverneur-Generaal
van Nederlandsch-Indië van het grootste belang
kunnen zijn, want hieruit blijkt welk lot ook
Australië te wachten staat voor het geval het
zich verder voor de fcopelooze zaak der gealli
eerden tegen Japan zou laten gebruiken.
(Domei).
Japansche vliegers hebben opnieuw luchtaan
vallen gedaan op Port Darwin en Port Moresby.
In een officieele verklaring heeft de Austra
lische premier, Curtin, gemeld, dat aanzienlijke
Amerikaansche troepencontingenten in Australië
zijn ontscheept.
Na president Roosevelt voor deze hulp te heb
ben bedankt, voegde hij er aan toe, dat Enge
land ongelukkigerwijze in een strijd op leven
en dood met Duitschland en Italië was gewik
keld en bijgevolg niet in staat was om op doel
matige wijze bij te dragen tot de operaties in
het gebied van den Stillen Oceaan.
Australische vliegers worden thans, naar uit
Canberra wordt gemeld, bij Amerikaansche een
heden ingedeeld. (D.N.B.)
OP DE PHILEPPIJNEN.
Japansche oorlogscorrespondenten melden.dat
aan het front op Balanga, nieuwe strijdmethoden
worden toegepast. Zoo hebben de Japanners
groote luidsprekers opgesteld, waardoor de tegen
standers vodrtdurend op de hoogte worden ge
houden van de ontwikkeling van den oorlog in
Oost-Azië. De troepen liggen soms op zeer ge
ringen afstand tegenover elkaar en de luidspre
kers zijn vaak tot op 4 kilometer afstand te
hooren, zoodat de vijandelijke strijdkrachten de
berichten' over de voortdurende nederlagen van
Engeland en de Vereenigde Staten te hooren
krijgen.
Vliegtuigen laten boven de vijandelijke stel
lingen brieven en ^richten van familieleden der
nog vechtende Pliilippijnsche troepen vallen.
Overloopers bevestigen, dat, behalve door het
gebrek aan levensmiddelen, dor de ^uidspreker-
mededeelmgen geheele groep nen besloten
de wapens neer te leggen. De A.iie ikanen moe
ten de strengste maatregelen nemen.
De oorlogscorrespondenten melden voorts, dat
in de bergen in het Zuiden van Balanga, hevige
artilleriegevechten plaats vinden. (D.NB.)
JAPANNERS BEZETTEN BASSE1N.
Japansche troepen zijn thans ook de Birmaan-
sche havenstad Bassein binnengetrokken, nadat
de zich daar bevindende Britsche strijdkrachten
zich naar het N.W. hebben teruggetrokken.
Met Bassein verliezen de Britten de laatste
zeeverbinding aan de Zuid-Birmaansche kust.
De Japanners rukken langs de Irrawadi en tege
lijkertijd ook in het dal van de Sittang naar
het Noorden op.
In het gebied van Toungoo en Prome spelen
zich op het oogenblik hardnekkige gevechten af.
De Britsche strijdkrachten in Birma hebben
zich, naai' de Britsche berichtendienst meldt,
uit Tharrawaddy (ten N. voor Rangoon gelegen)
teruggetrokken. (D.N.B.)f
De Hongaarsche- minister-president, Kallay,
heeft in de Kamer van Afgevaardigden zijn
aangekondigde rede gehouden.
Hij zeide, dat Hongarije in dezen oorlog in de
eerste plaats voor Hongaarsche belangen vecht.
Al wordt de oorlog ook op een afstand van
meer dan 1000 kilometer uitgevochten, ook de
verdediging der Hongaarsche grenzen is in het
geding.
De buitenlandsche politiek, aldus de premier,
is niet afhankelijk van de conjunctuur. Sedert
20 jaar wordt zij consequent gevoerd. Trouw
aan zijn taak strijdt het Hongaarsche volk tegen
het bolsjewistische gevaar. De buitenlandsche
politiek beteekent voorts trouw en volharding
aan de zijde der Spilmogendheden in den ge-
meenschappelijken strijd voor een rechtvaardiger
orde en voor het nieuwe Europa. Zij beteekent
voorts vrede en goede verstandhouding met de
buurvolken in het Donaubekken, rust, welvaart
en vreedzame vooruitgang voor ieder volk.
Thans, in den oorlog, en morgen, bij de vredes
onderhandelingen, blijft de plaats van Hongarije
aan de zijde van Duitschland en Italië.
De Hongaarsche staatsidee wordt ook begre
pen door de volken van niet-Magyaarsch ras.
De Duitsch-sprekende bewoners zijn een der
waardevolste elementen van het duizendjarige
Hongaarsche rijk geworden, zonder dat er van
wrijving sprake is.
Hongarije wil zelfbewustheid der nationalitei
ten niet onderdrukken, doch het verwacht, dat
zij zich volkomen naar de Hongaarsche staats-
gedachte schikken. Op sociaal gebied zal er
geen verschil tusschen Magyaren en andere
volksgroepen zijn.
Kallay verklaarde, dat een van zijn eerste
daden zal zijn de verwijdering van het joden
dom uit het leven der natie, omdat het een
element is, dat de maatschappelijke ontwikke
ling belemmert. De premier gaf voorts een
uiteenzetting van de plannen zijner regeering
op sociaal, economisch en administratief ge
bied. (D.N.B.).
HET ZELFBESTUUR IN DE RANDSTATEN.
Naar aanleiding van het decreet van minister
Rosenberg, waarbij de bevolking van Lithauen,
Letland en Estland een vérstrekkend zelfbe
stuur wordt toegestaan, schrijft de Deutsche
diplomatisch-politische Korrespondenz: „Op de
meest schaamtelooze wijze hadden de bolsje
wisten de randstaten, Duitschland en geheel
VOORTZETTING GETUIGENVERHOOR.
Gisteren, den zestienden zittingsdag van het
proces te Riom, heeft de getuige generaal
Requin verklaard, dat het buiten gevecht stellen
van de Fransche luchtmacht een beslissende
factor had gevormd voor den afloop der ge
vechten.
Tijdens het verder verloop mengde zich plot
seling de beklaagde generaal Gamelin in het
verhoor, ten einde zijn standpunt kenbaar te
maken ten aanzien van een aantal technische
kwesties. Uitgenoodigd door den president zijn
stilzwijgen op te geven, antwoordde Gamelin,
dat zijn verklaring niet beteekende. dat hij be
sloten had zijn tot nu toe in acht genomen
zwijgen te laten varen.
Vervolgens ontspon zich een levendig debat
over de doctrines omtrent het in den strijd
brengen van pantserdivisies en stukaformaties,
tijdens hetwelk de beklaagden Guy la Chambre
en Daladier zich lieten bevestigen, dat in den
generalen staf dergelijke doctrines ontbraken.
Op het verwijt van generaal Requin, dat de
minister voor Defensie slechts een enkele maal
minister zijn ambtsperiode een zitting van den
oppersten oorlogsraad had bijgewoond, gaf Da
ladier het ontwijkend antwoord dat Maginot,
toen deze minister van oorlog was, geen enkelen
keer op de bijeenkomsten van den oppersten
oorlogsraad was verschenen. Generaal Requin
bevestigde verder de reeds Woensdag gedane
mededeeling, dat tot ontlasting van Polen
plannen voor een offensief tegen den Westwall
waren uitgewerkt. Den 9en September 1939,
zoo verklaarde hij, was in den sector van Rolir-
bach het signaal tot den aanval gegeven, doch
na de snelle ineenstorting van het Poolsche
leger was het bevel gegeven het offensief te
staken. In dit verband deelde de getuige mede,
dat de versterklngswerlcen bij Rohrbach, waar
aan in 1935 begonnen was, door sociale onlusten
acht maanden vertraagd waren.
De beklaagde Daladier ging tijdens het hierop
volgende debat vragen stellen aan de getuigen
telkens weer over tot de door hem ook in voor
afgaande zittingen gevolgde tactiek den voor-
maligen Franschen generalen staf verantwoor
delijk te stellen voor het niet opstellen van
pantserdivisies en den afkeer van stuka's. Ge
neraal Requin merkte dienaangaande op. dat
de Fransche industrie niet in staat was geweest
een voldoende gevechtsklaar vliegtuig te con-
strueeren, dat de eigenschappen van een stuka
bezat. Ook had men geen stuka's ingevoerd, om
dat niemand van de Fransche luchtmacht zich
daarvoor beschikbaar stelde. Aan het slot van
de ochtendzitting zeide Daladier nog, dat men
eind 1939 drie vier pantserdivisies had kun
nen opstellen, indien er in den generalen staf
geen tegenstand had bestaan tegen de pantser
divisies als zelfstandig wapen.
In de namiddagzitting legde de voormalige
militaire gouverneur van Straatsburg en Parijs,
generaal Hering, een aantal sensationeele ver
klaringen af. Hij oefende zeer scherpe critiek
op de instellingen van het parlementaire regime.
Het-is onmogelijk, verklaarde hij, van gebrek
kige voorbereiding te spreken. Men moet de
uitdrukking vertraging kiezen. Deze vertraging
in de uitvoering van de bewapeningsprojecten
was natuurlijk als gevolg van de algemeene ar-
beidsmethoden, de vergissingen en traagheid
van het bestuur en het moreel onder het parle
mentaire regime. Wij hebben steeds de fout ge
maakt met commissies te werken. Toen in 1921
generaal Seeckt begon met den opbouw van de
rijksweer, werd hem met toestemming van den
Rijksdag de vrije hand gelaten. Toen Hitler in
1938 besloot tot den bouw van den Westwall, be
lastte hij dr Todt daarmede, terwijl wij 17
jaren noodig hadden om de Maginotlinie klaar
te krijgen. Wij hebben den oorlog voorbereid met
alle lasten van het parlementaire regime, in een
atmosfeer van pacifisme en in een algemeene
lethargie. Hier ligt het geheele probleem.
Generaal Hering ging daarna nog in het kort
in op de militaire operaties en roemde de kunst
waarop de Duitschers land- en luchtstrijdkrach
ten combineerden en gemèenschappelïjk in den
strijd brachten. Dit was, meer nog dan hun
materieel overwicht, een der beslissende oor
zaken van hun successen. (D.NB.).
van hedenavond
tot morgenochtend
De maan kwam heden op om
9.27 uur en gaat onder om 23.45 u.
Europa bedreigd, doordat zij eerst met deze
Oostzeelanden een pact van bijstand sloten,
I hetwelk bepaalde, dat deze staten onafhanke
lijk zouden blijven en dat de sovjet-unie zich
niet zou mengen in de binnenlandsche aange
legenheden en kort daarna al deze plechtige ver
bintenissen schonden.
Slechts aan het ingrijpen van Hitier hebben
deze drie volken het te danken, dat de vernie
tiging hunner nationale kracht, door de Mosko-
vieten niet zoo ver kon vorderen als in Inger-
manland. De volken van den ouden Baltischen
grond zijn thans aan Europa teruggegeven. Al
bieden Churchill, Roosevelt, Cripps en Knox
den bolsjewisten in hun wanhoop ook nog zoo
veel kostelijk Europeesch goed en bloed aan, de
afweer van Duitschland en zijn bondgenooten
zal er zorg voor dragen, dat de bittere ervarin
gen, welke ook de thans bevrijde Oostzeelanden
met den vloek van het bolsjewisme hebben op
gedaan, zich niet zullen herhalen. (D.N.B.)
CASEY MINISTER VAN STAAT IN HET
MIDDEN-OOSTEN.
Naar de Britsche berichtendienst meldt heeft
Churchill, in verband met de benoeming van
den Australischen gezant te Washington, Casey,
tot opvolger van Oliver Lyttelton te Cairo,
verklaard: Casey wordt lid van het oorlogska
binet in het vereenigde koninkrijk en zal het
oorlogskabinet in het midden-oosten vertegen
woordigen. Hij zal in opdracht van deze orga
nisatie de noodzakelijke maatregelen tot voort
zetting van den oorlog in dit gebied treffen,
die niet van militairen aard zijn. Casey krijgt
den titel van Britsch minister van staat in het
midden-oosten. (A.NP.)
Voor het koopen van de gebruikelijke hoe
veelheden brood, vleesch en aardappelen
zijn voor de volgende week geldig verklaard
de bonnen 16.
Verder kan In het tijdvak van Zondag 22
Maart tot Zaterdag 18 April worden gekocht:
melk op de bonnen 16. 17, 18 en 19, sui" er
op bon 260, koffiesurrogaat op bon 259, jam
op bon 263, bloem op de bonnen 257, 261, 265
en 269, peulvruchten op bon 264, gort op bon
268, vermicelli of maizena op bon 267, kaas
op de bonnen 258, 262, 266, 270 en 274, cacao
op de bonnen 3-01 of 4-01 reserve en rijst
op de bonnen "4-02 en 4-03.
De hoogere S.S. und Polizeiführer maakt be
kend:
Voor den lsten April 1942 moeten in de be
zette Nederlandsche- gebieden alle personen
auto's, die een Rijks-Duitsch kenteeken dragen
en alle personenauto's, die weliswaar een Ne
derlandsch kenteeken dragen, doch zich na den
14den Mei 1940 in het bezit van Rijks-Duit-
schers bevinden, aangegeven worden. De aan
gifte dient voor den lsten April 1942 te ge
schieden bij den voor de woonplaats (in de
bezette Nederlandsche gebieden) van den tot
aangifte verplichten persoon bevoegden politie
officier bij den gevolmachtigde van den Rijks-
commissaris. Bij de aangifte dient een gereed
liggend formulier te worden ingevuld, dat tege
lijkertijd het verzoek tot uitreiking van een
kenteeken voor de bezette Nederlandsche ge
bieden en het verzoek tot verder gebruik bevat.
HUN WERK VOOR LAND EN VOLK
VAN GROOTE BETEEKENIS.
Zooals wij gisteren hebben gemeld zal door de
mijnwerkers in Limburg voortaan één keer per
maand Zondags-arbeid worden verricht. Een
groot belang is hiermede voor land en volk ge
moeid.
Indien onze kolenproductie achteruit zou loo-
pen dan zou dit voor ons sociale en economische
leven catastrofale gevolgen kunnen hebben. En er
ls reden om te vreezen. dat onze kolenproductie
achteruit zal loopen! De brutoopbrengst van de
mijnen in Zuid-Limburg blijft wel ongeveer de
zelfde doch de nettoproductie is met 10 procent
gedaald. De directie der mijnen heeft hier een
zeer plausibele technische verklaring voor gege
ven. n.l. deze, dat wij thans toe zijn aan de
exploitatie van minder goede kolenlagen en dat
derhalve het percentage steenen hierbij grooter
is dan de afgeloopen jaren het geval is geweest.
Wij kunnen echter niet berusten1 in een min
dere hoeveelheid kolen en derhalve moeten alle*
krachten aan het werk worden gezet om het na-
deelige verschil in onze netto productie zooveel
mogelijk te compenseeren. Een der belangrijkste
maatregelen is het invoeren van den „Zondags-
arbeid". Hoe onaangenaam de invoering van
dezen arbeid ook moge zijn, het is onvermijdelijk
en de groote belangen, die hiermede gemoeid
zijn, maken het noodzakelijk, dat de mijnarbei
der dit offer brengt.
Indien men zich eens afvraagt wat de betee-
kenis van de kolen is, in ons moderne leven, dan
ziet men, dat in Zuid-Limburg de sleutel ligt
tot een zeer uitgebreid gebied van vele betrek
kingen, waar ons nationale bestaan afhankelijk
van is.
In de eerste plaats moet gewezen worden op
de huisbrandvoorziening. Wij hebben allen on
dervonden, wat het zeggen wil, indien deze stag
neert. Nog belangrijker voor ons land in zijn ge
heel is de industrieele bedrijvigheid op een zoo
hoog mogelijk peil te handhaven. Minder kolen
beteekent grootere werkloosheid en brengt met
zich mede een mindere mogelijkheid om op
drachten uit te voeren. Indien onze industrieele
capaciteit in stand blijft, zullen Duitsche orders
in Nederland kunnen worden uitgevoerd en zal
derhalve hier geen werkloosheid ontstaan. In de
derde plaats gaat het om de stikstofpositie, wel
ke onmiddellijk met de kolenproductie samen
hangt en waarvan onze voedselvoorziening in
hooge mate afhankelijk is. Meer kolen betee
kent hier meer stikstof en meer stikstof betee
kent meer kunstmest, en meer kunstmest be
teekent een hoogere opbrengst van den bodem,
hetgeen in onzen tijd ook meer dan noodig is.
Het spreekt vanzelf, dat men de extra inspan
ning van den mijnarbeider, welke thans bij zijn
toch al zoo zwaren arbeid wordt gevergd, niet
voor niets kan eischen. Mijnarbeid is zonder
twijfel de zwaarste arbeid, welke er bestaat en
daarom zullen de mijnarbeiders in verband met
den Zondagsarbeid een extra rantsoen krijgen
boven het rantsoen voor zeer zwaren arbeid.dat
zij reeds ontvangen. Dit zal bestaan voor de
ondergrondsche arbeiders uit 2.000 gram brood
per maand en 600 gram vleesch.
Naar aanleiding van diverse geruchten, heeft
de heer Kroon ter persconferentie, in verband
October van het vorige jaar geen kolen meer
zijn uitgevoerd naaiTOuitschland, waarvoor niet
een gelijke hoeveelheid uit Duitschland in ons
land is ingevoerd. Het is daarbij ook de bedoe
ling der Duitsche autoriteiten er naar te streven
dat deze verhouding in de toekomst gehand
haafd blijft.
Het is dus een zuiver Nederlandsch belang,
dat de kolenproductie tot het maximale wordt
opgevoerd.
Er wordt tegenwoordig veel geschreven en ge
sproken over de plaats van den boer in onze
volkshuishouding. Echter mag als een pendant
van dezen landbouwer ook wel eens de mijn
werker beschouwd worden. De boer, die in alle
weersomstandigheden er op uit moet om voor
zijn land en zijn vee te zorgen wanneer het
groote-stads-leven nog niet begonnen is, de mijn
werker, die reeds vroeg in den ochtend in de
donkere groeven moet afdalen om de kolen te
delven, welke voor onze maatschappij noodig
zijn. Wij leven in een tijd van waardeering van
arbeid en productie. Laat er dan ook waardee
ring zijn voor deze „delvers van het zwarte
goud" van wie zooveel wordt gevergd.
DE ORGANISATIE VAN SPAARBANKEN.
Een Vakgroep „Agrarische Spaarbanken"
ingesteld.
De hoofdgroep Banken, gelet op artikel 1 lid 2
van het derde uitvoeringsbesluit organisatie be
drijfsleven 1941 (Nederlandsche staatscourant
van 13 Mei 1941, nr. 92) alsmede op de beschik
king van de organisatie-commissie van 27 No
vember 1941, no. 4148/bw. heeft:
le. Als vakgroep algemeene spaarbanken, deel
uitmakende van de bedrijfsgroep spaarbanken,
erkend den Nederlandschen Spaarbankbond
(opgericht 8 Juni 1907, laatstelijk goedgekeurd
bij K B. van 7 September 1939, no. 39 staats
courant no. 208).
2e. Ingesteld: de vakgroep agrarische spaar
banken, deel uitmakende van de bedrijfsgroep
spaarbanken.
Bij de vakgroep algemeene spaarbanken wor
den Ingedeeld alle tot de bedrijfsgroep spaar
banken behoorende spaarbanken, met uitzonde
ring van de rijkspostspaarbank en de spaarban
ken, welke behooren tot de vakgroep agrarische
spaarbanken.
Bij de vakgroep agrarische spaarbanken wor
den ingedeeld de bij de coöperatieve centrale
boerenleenbank te Eindhoven en bij de coöpera
tieve centrale raiffeisen bank te Utrecht aange
sloten spaarbanken, alsmede die spaarbanken,
welke naar haar aard, volgens het oordeel van
den voorzitter der bedrijfsgroep spaarbanken,
met de hiervoren genoemde overeenstemmen.
EIEREN ZONDER BON TEGEN NORMALEN
PRIJS.
Dezer dagen is medegedeeld, dat o.m. kippen
en eendeneieren afkomstig van producenten, die
geen krachtvoer krijgen toegewezen, buiten de
distributie vallen en dus zonder bon verkrijg
baar zijn.
De gemachtigde voor de prijzen vestigt er de
aandacht op. dat dit geenszins, beteekent, dat
Sedert tientallen jaren Jiadden
wij niet zoo'n zwaren winter als
dit jaar. Onbeschrijfelijk is het
leed dat geleden werd. Duizenden
hulsgezinnen gaan gebukt onder
het tekort aan de allernoodzake
lijkste levensbehoeften. Er is leed,
veel leed in Nederland.
Onoverzichtelijk is nog steeds de
stroom van aanvragen om hulp, die
lederen dag de kantoren der Win
terhulp Nederland binnenvloelt.
Winterhulp! Dat ls de stroohalm
waaraan vele duizenden landge
nooten zich vastklampen.
Winterhulp Nederland, getrouw
haar devies: voor het volk, door het
volk, helpt allen die in nood ver-
keeren.
Voor het volk! Dat beteekent,
voor allen, zonder onderscheid.
Door het volk. Dat wil zeggen,
dat Winterhulp allen, die den
nood van deze tijden begrijpen,
oproept tot offervaardigheid.
Morgen, Zaterdag 21 Maart
houdt Winterhulp Nederland haar
laatste „bloemen"-collecte. Geeft
met ipilde hand! Rijk en arm,
voor hen, die nog armer zijn. Mor
gen is het lentedag. Een nieuwe
tijd breekt aan. Een tijd die licht
pn leven brengen zal, ook in de
donkerte van vele levens.
Offert daarom met milde hand.
Tooit u met de bloempjes der
Winterhulp. „Dit bloempje zdj de
tolk. van uw liefde voor uw volk."
deze eieren vrij in prijs zullen zijn Ook deze
eieren zijn gebonden aan de maximumprijzen
en zoowel het| verkoopen als het koopen tegen
hoogere prijzen is strafbaar.
VERSPREIDE BERICHTEN.
Bij besluit van den secretaris-generaal van
het departement van binnenlandsche zaken is
H. K. Venema, op zijn verzoek met ingang van
1 April a.s. als burgemeester van de gemeente
Scheemda eervol ontslagen.
Bij beschikking van den directeur-generaal
van de voedselvoorziening zijn tot leden van de
commissie van bijstand van de bedrijfsorgani
satie voor vee en vleesch benoemd: N. S.
Kingma te Boxum, M. van Berkel Mzn. te Maas-J
land, D. Kaan Nzn. te Wieringerwaard, C. P.
Alkemade te Rotterdam. J. M. Makken te Gro
ningen, Arn. BeezeJ te Rotterdam, J. G. Bessem,
te Rijswijk, J. Jonges te Amsterdam, J. P. Uit-
tenboogaard te Hoofddorp en P. v. d. Eyk te
Dordrecht.
Wie in Leiden spreekt over volkstuinen, denkt
aan den heer W. F. Smit Jr. den altijd-bezigen,
onvermoeibaren secretaris van den Leidschen
Bond van Volkstuindersvereeniglngen en zelf
sedert vele jaren een enthousiast volkstuinder
De heer Smit is in deze tijden de vraagbaak
van duizenden en de bel van zijn woning in de
Javastraat staat dan ook letterlijk geen oogen
blik stil. In de laatste drie maanden, aldus ver
telt ons de heer Smit, heb ik zeker drie-duizend
menschen aan mijn huis gehad, die kwamen
vragen hoe het nu moest met de verplichte
aansluiting, hoe zij het moesten aanleggen om
in het bezit te komen van een volks- of oorlogs-
tuin, waar zij zaad- en pootgoed konden krijgen
en honderden andere dingen meer, om
maar niet te spreken over de stapels brieven,
v/elke de postbode in mijn brievenbus propte.
Het is natuurlijk ondoenlijk om al die vragen
schriftelijk te beantwoorden en daarom is het
wel goed, wanneer u eens in de krant vertelt,
wat er op dit gebied in onze stad gebeurd is en
in de toekomst staat te gebeuren.
Met medewerking van het gemeentebestuur,
dat den grond in huur .verstrekt, laat de Leid-
sche Bond momenteel een viertal groote volks
tuincomplexen in gereedheid brengen. In de
eerste plaats is daarvoor aangewezen een terrein
in den Boschhuizerpolder aan den Haagweg ter
grootte van 8 H.A., waar 200 volkstuinders elk
de beschikking krijgen over een stuk gond van
300 vierkante meter. Voorts komt er een complex
aan den Lage Morscjiweg, groot 3 H.A., waar
75 volkstuinen zijn geprojecteerd, nabij de Nach-
tegaallaan, groot 4 H.A., voor 110 tuinen en in
den Cronesteinpolder, groot 3 H.A., plaats bie
dende aan 80 volkstuinen. Al deze tuinen heb
ben elk een oppervlakte van 250 M2. De gronden
zijn eigendom der gemeente en worden door
den Leidschen Bond verkaveld, bouwrijp ge
maakt en uitgegeven. De huurprijs bedraagt
hoogstwaarschijnlijk ongeveer f. 14.— per jaar
Tezamen met de bestaande vereenigingen be
slaat het terrein, dat binnenkort in onze ge
meente als volkstuin in gebruik ls, een opper
vlakte van ongeveer 40 H.A., daarbij niet mee
gerekend de grond, welke door het personeel van
verscheidene bedrijven wordt bebouwd. Gelijk
bekend ligt het in de bedoeling in de toekomst
een uitgestrekt volkstuinpark aan te leggen in
den Stadspolder benoorden den Heerensingel en
begrensd door het Zwarte Pad en de Zijl. Dit
terrein is niet minder dan 37 H.A. groot, 't plan
daarvoor omvat o.m. den aanleg van publieke
wandelpaden, een voetbalveld en een tennisbaan,
maar dat is alles nog toekomstmuziek.
Naast de groote groep van volkstuinders zijn
er de houders van 39 zgn. oorlogstuinen, waar
mede de Leidsche Bond als onderdeel van het
Alg. Verbond van Volkstuinders-vereenigingen
eveneens drukke bemoeienis heeft. In tegenstel
ling met de volkstuinen, welke een permanent
karakter dragen (al zullen er na den oorlog
evenals na 1918 wel weer vele verdwijnen), wor
den de oorlogstuinen slechts voor een beperkten
tijdsduur in huur gegeven.
De oorlogstuinen zijn ingesteld door het De
partement van Landbouw en Visscherij In sa
menwerking met het Alg. Verbond, dat op zijn
beurt de plaatselijke federaties, hier ter stede
dus de Leidsche Bond. heeft ingeschakeld voor
de aanmelding en de afgifte van zaad- en poot
goed. De plaatselijke bond zoekt de gronden op,
welke voor bebouwing geschikt zijn en verstrekt
daarvan opgave aan den Rijkstuinbouwconsu-
lent, die daarna overleg pleegt met de eigenaars
over de verstrekking in huur. In geval van on
willigheid kan hij overgaan tot vordering in het
algemeen belang der voedselvoorziening, maar
doorgaans is dat niet noodig, want de eigenaar
van den grond ontvangt behalve een redelijken
huurprijs nog een toelage voor het scheuren van
den grond en een vergoeding voor eventueele
bedrijfsschade.
In onze stad hebben zich liefst 800 ge
gadigden aangemeld voor een oorlogstuin ter
uniforme grootte an 225 M2. Daaronder be
vinden zich vogels van zeer diverse pluima
ge: velen uit de arbeidende klasse, maar
ook tal van middenstanders, ambtenaren,
doktoren, advocaten en fabrikanten!
U begrijpt, dat ik vooral van die zijde over
stelpt word met vragen om inlichtingen, doch
de menschen dienen rustig af te wachten. Zoo
dra een complex gereed is, worden de belang
hebbenden opgeroepen naar een vergadering,
waar hun alles wordt verteld, wat zij weten moe
ten. Er komen voorlooplg drie complexen: één
in den Kikkerpolder aan den Maredijk, groot
4.85 H.A., één in den Stadspolder aan het
einde van de Os- en Paardelaan, groot 27 H.A.
en één aan den Roomburgerweg, groot 9.61
H.A. De toewijzing geschiedt zooveel mogelijk in
verband met de woonplaats van den gegadigde.
De gronden worden in gereedheid gebracht door
de Ned. Heidemaatschappij, de huur bedraagt
eveneens f. 14.— per jaar, waar het Rijk een
zelfde bedrag bijlegt. De oorlogstuinders zijn
automatisch lid van het Alg. Verbond en be
trekken hun poot- en zaaigoed via den Leid
schen Bond.
De opbrengst komt geheel en al den telers
ten goede zonder dat hun straks distributie
bonnen in mindering worden gebracht, alleen
mogen zij niet meer dan 200 M2 met aardappe
len bebouwen, hetgeen trouwens ook niet moge
lijk is, daar zij hoogstens 28 kg. pootaardappe-
len, verdeeld over drie soorten, toegewezen krij
gen.
U begrijpt, aldus besloot de heer Smit ons
onderhoud, dat er aan de organisatie van een
en ander nogal wat vast zit, maar ik doe het
met plezier, al is het soms moeilijk je goede
humeur te bewaren, wanneer de menschen ook
nog op Zondag aan je huis komen bellen. Het
eenige wat me zou spijten is, wanneer me de
tijd zou ontbreken om mijn eigen tuin behoor
lijk te verzorgen en ik vrees, dat het daarvan
zal komen
In aansluiting op het bovenstaande vestigen
wij de aandacht op de tentoonstelling, „Voe
dingsgewassen in eigen tuin", welke Zaterdag
middag onder auspiciën van het Departement
van Landbouw en Visscherij in de Gehoorzaal
wordt geopend en die tot en met Dinsdag a.s.
dagelijks van 105 uur (Maandagavond ook
van 7—9 uur) gratis toegankelijk is.