Binnenland STADSNIEUWS VRIJDAG 20 MAART 1942 No. 25147 Verdere Japansche vorderingen Verduisteren: Hausse in volks- en oorlogstuinen 83ste Jaargang In Ned. Indië In Australië In Birma Rede van Kallay Verspreide berichten Het proces te Riom 19.52 uur 7.43 uur De nieuwe bonnen Bekendmaking Delvers van het zwarte goud Landgenooten Half Leiden teelt binnenkort zijn eigen aardappelen LEIDSCH DAGBLAD Directeur: J W Henny. Telef, Directie en Administratie 25041 f2 lilnen) Gironummer: 57055 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Telef Redactie 21507. Hoofdredacteur: B W. Menkhorst. Lelden. Pl.verv.: K Been Lelden Het Oostelijk deel van Java, met inbegrip van Soerabaja, ls thans onder de volledige controle van de Japansche strijdkrachten. De Japansche colonnes, die naar Besoeki wa ren opgerukt, zijn Maandag Sitoebondo en Dins dag Bondowoso binnengetrokken. Andere eenheden zijn Banjoewangi binnenge trokken, gelegen tegenover straat Bali. Uit een onderhoud met den vroegeren Gou verneur-Generaal van Nederlandsch-Indië, jonk heer mr. dr. A. W. L. Tjarda van Starken- borgh Stachouwer, met een Japansch journalist blijkt van deze conclusie is door politieke kringen te Tokio met zeer groote belangstelling kennis genomen - dat Nederlandsch-Indië door de Engelschen en Amerikanen tegen den wil van het land in tot een strijd tegen Japan is ge dwongen. De woordvoerder der Japansche regeering haalde dit onderhoud aan. waarin Tjarda tegen over den journalist als zijn meening te kennen gaf, dat het zeker mogelijk geweest zou zijn, het tragische lot van Nederlandsch-Indië af te wen den, wanneer hij voor het uitbreken van den oorlog naar eigen goedvinden had kunnen han delen. - Hori verklaarde, dat deze verklaring niets an ders was dan een erkenning van het feit, dat zelfs de Gouverneur-Generaal van Nederlandsch Indië geen weerstand kon bieden aan den zwa- ren en voortdurenden druk van Engeland en de Vereenigde Staten, die Nederlandsch-Indië aan hun aanval op Japan wilden doen deelnemen. Nederlandsch-Indië heeft dus tegen zijn eigen wil een strijd tegen Japan moeten voeren. Voor de capitulatie van Java, zoo zside Hori voorts, werd Nederlandsch-Indië door de Engel schen en Amerikanen steeds opnieuw aange spoord om zich tot het uiterste tegen de Japan ners te verdedigen, daar het het eenige nog over gebleven bolwerk in de Zuidelijke gebieden was. Om dezelfde redenen, zoo zeide Hori, wendt dezelfde Anglo-Amerikaansch clique zich thans tot het Australische volk. Voor de Australiërs zouden derhalve ongetwijfeld de jongste verkla ringen van den vroegeren Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië van het grootste belang kunnen zijn, want hieruit blijkt welk lot ook Australië te wachten staat voor het geval het zich verder voor de fcopelooze zaak der gealli eerden tegen Japan zou laten gebruiken. (Domei). Japansche vliegers hebben opnieuw luchtaan vallen gedaan op Port Darwin en Port Moresby. In een officieele verklaring heeft de Austra lische premier, Curtin, gemeld, dat aanzienlijke Amerikaansche troepencontingenten in Australië zijn ontscheept. Na president Roosevelt voor deze hulp te heb ben bedankt, voegde hij er aan toe, dat Enge land ongelukkigerwijze in een strijd op leven en dood met Duitschland en Italië was gewik keld en bijgevolg niet in staat was om op doel matige wijze bij te dragen tot de operaties in het gebied van den Stillen Oceaan. Australische vliegers worden thans, naar uit Canberra wordt gemeld, bij Amerikaansche een heden ingedeeld. (D.N.B.) OP DE PHILEPPIJNEN. Japansche oorlogscorrespondenten melden.dat aan het front op Balanga, nieuwe strijdmethoden worden toegepast. Zoo hebben de Japanners groote luidsprekers opgesteld, waardoor de tegen standers vodrtdurend op de hoogte worden ge houden van de ontwikkeling van den oorlog in Oost-Azië. De troepen liggen soms op zeer ge ringen afstand tegenover elkaar en de luidspre kers zijn vaak tot op 4 kilometer afstand te hooren, zoodat de vijandelijke strijdkrachten de berichten' over de voortdurende nederlagen van Engeland en de Vereenigde Staten te hooren krijgen. Vliegtuigen laten boven de vijandelijke stel lingen brieven en ^richten van familieleden der nog vechtende Pliilippijnsche troepen vallen. Overloopers bevestigen, dat, behalve door het gebrek aan levensmiddelen, dor de ^uidspreker- mededeelmgen geheele groep nen besloten de wapens neer te leggen. De A.iie ikanen moe ten de strengste maatregelen nemen. De oorlogscorrespondenten melden voorts, dat in de bergen in het Zuiden van Balanga, hevige artilleriegevechten plaats vinden. (D.NB.) JAPANNERS BEZETTEN BASSE1N. Japansche troepen zijn thans ook de Birmaan- sche havenstad Bassein binnengetrokken, nadat de zich daar bevindende Britsche strijdkrachten zich naar het N.W. hebben teruggetrokken. Met Bassein verliezen de Britten de laatste zeeverbinding aan de Zuid-Birmaansche kust. De Japanners rukken langs de Irrawadi en tege lijkertijd ook in het dal van de Sittang naar het Noorden op. In het gebied van Toungoo en Prome spelen zich op het oogenblik hardnekkige gevechten af. De Britsche strijdkrachten in Birma hebben zich, naai' de Britsche berichtendienst meldt, uit Tharrawaddy (ten N. voor Rangoon gelegen) teruggetrokken. (D.N.B.)f De Hongaarsche- minister-president, Kallay, heeft in de Kamer van Afgevaardigden zijn aangekondigde rede gehouden. Hij zeide, dat Hongarije in dezen oorlog in de eerste plaats voor Hongaarsche belangen vecht. Al wordt de oorlog ook op een afstand van meer dan 1000 kilometer uitgevochten, ook de verdediging der Hongaarsche grenzen is in het geding. De buitenlandsche politiek, aldus de premier, is niet afhankelijk van de conjunctuur. Sedert 20 jaar wordt zij consequent gevoerd. Trouw aan zijn taak strijdt het Hongaarsche volk tegen het bolsjewistische gevaar. De buitenlandsche politiek beteekent voorts trouw en volharding aan de zijde der Spilmogendheden in den ge- meenschappelijken strijd voor een rechtvaardiger orde en voor het nieuwe Europa. Zij beteekent voorts vrede en goede verstandhouding met de buurvolken in het Donaubekken, rust, welvaart en vreedzame vooruitgang voor ieder volk. Thans, in den oorlog, en morgen, bij de vredes onderhandelingen, blijft de plaats van Hongarije aan de zijde van Duitschland en Italië. De Hongaarsche staatsidee wordt ook begre pen door de volken van niet-Magyaarsch ras. De Duitsch-sprekende bewoners zijn een der waardevolste elementen van het duizendjarige Hongaarsche rijk geworden, zonder dat er van wrijving sprake is. Hongarije wil zelfbewustheid der nationalitei ten niet onderdrukken, doch het verwacht, dat zij zich volkomen naar de Hongaarsche staats- gedachte schikken. Op sociaal gebied zal er geen verschil tusschen Magyaren en andere volksgroepen zijn. Kallay verklaarde, dat een van zijn eerste daden zal zijn de verwijdering van het joden dom uit het leven der natie, omdat het een element is, dat de maatschappelijke ontwikke ling belemmert. De premier gaf voorts een uiteenzetting van de plannen zijner regeering op sociaal, economisch en administratief ge bied. (D.N.B.). HET ZELFBESTUUR IN DE RANDSTATEN. Naar aanleiding van het decreet van minister Rosenberg, waarbij de bevolking van Lithauen, Letland en Estland een vérstrekkend zelfbe stuur wordt toegestaan, schrijft de Deutsche diplomatisch-politische Korrespondenz: „Op de meest schaamtelooze wijze hadden de bolsje wisten de randstaten, Duitschland en geheel VOORTZETTING GETUIGENVERHOOR. Gisteren, den zestienden zittingsdag van het proces te Riom, heeft de getuige generaal Requin verklaard, dat het buiten gevecht stellen van de Fransche luchtmacht een beslissende factor had gevormd voor den afloop der ge vechten. Tijdens het verder verloop mengde zich plot seling de beklaagde generaal Gamelin in het verhoor, ten einde zijn standpunt kenbaar te maken ten aanzien van een aantal technische kwesties. Uitgenoodigd door den president zijn stilzwijgen op te geven, antwoordde Gamelin, dat zijn verklaring niet beteekende. dat hij be sloten had zijn tot nu toe in acht genomen zwijgen te laten varen. Vervolgens ontspon zich een levendig debat over de doctrines omtrent het in den strijd brengen van pantserdivisies en stukaformaties, tijdens hetwelk de beklaagden Guy la Chambre en Daladier zich lieten bevestigen, dat in den generalen staf dergelijke doctrines ontbraken. Op het verwijt van generaal Requin, dat de minister voor Defensie slechts een enkele maal minister zijn ambtsperiode een zitting van den oppersten oorlogsraad had bijgewoond, gaf Da ladier het ontwijkend antwoord dat Maginot, toen deze minister van oorlog was, geen enkelen keer op de bijeenkomsten van den oppersten oorlogsraad was verschenen. Generaal Requin bevestigde verder de reeds Woensdag gedane mededeeling, dat tot ontlasting van Polen plannen voor een offensief tegen den Westwall waren uitgewerkt. Den 9en September 1939, zoo verklaarde hij, was in den sector van Rolir- bach het signaal tot den aanval gegeven, doch na de snelle ineenstorting van het Poolsche leger was het bevel gegeven het offensief te staken. In dit verband deelde de getuige mede, dat de versterklngswerlcen bij Rohrbach, waar aan in 1935 begonnen was, door sociale onlusten acht maanden vertraagd waren. De beklaagde Daladier ging tijdens het hierop volgende debat vragen stellen aan de getuigen telkens weer over tot de door hem ook in voor afgaande zittingen gevolgde tactiek den voor- maligen Franschen generalen staf verantwoor delijk te stellen voor het niet opstellen van pantserdivisies en den afkeer van stuka's. Ge neraal Requin merkte dienaangaande op. dat de Fransche industrie niet in staat was geweest een voldoende gevechtsklaar vliegtuig te con- strueeren, dat de eigenschappen van een stuka bezat. Ook had men geen stuka's ingevoerd, om dat niemand van de Fransche luchtmacht zich daarvoor beschikbaar stelde. Aan het slot van de ochtendzitting zeide Daladier nog, dat men eind 1939 drie vier pantserdivisies had kun nen opstellen, indien er in den generalen staf geen tegenstand had bestaan tegen de pantser divisies als zelfstandig wapen. In de namiddagzitting legde de voormalige militaire gouverneur van Straatsburg en Parijs, generaal Hering, een aantal sensationeele ver klaringen af. Hij oefende zeer scherpe critiek op de instellingen van het parlementaire regime. Het-is onmogelijk, verklaarde hij, van gebrek kige voorbereiding te spreken. Men moet de uitdrukking vertraging kiezen. Deze vertraging in de uitvoering van de bewapeningsprojecten was natuurlijk als gevolg van de algemeene ar- beidsmethoden, de vergissingen en traagheid van het bestuur en het moreel onder het parle mentaire regime. Wij hebben steeds de fout ge maakt met commissies te werken. Toen in 1921 generaal Seeckt begon met den opbouw van de rijksweer, werd hem met toestemming van den Rijksdag de vrije hand gelaten. Toen Hitler in 1938 besloot tot den bouw van den Westwall, be lastte hij dr Todt daarmede, terwijl wij 17 jaren noodig hadden om de Maginotlinie klaar te krijgen. Wij hebben den oorlog voorbereid met alle lasten van het parlementaire regime, in een atmosfeer van pacifisme en in een algemeene lethargie. Hier ligt het geheele probleem. Generaal Hering ging daarna nog in het kort in op de militaire operaties en roemde de kunst waarop de Duitschers land- en luchtstrijdkrach ten combineerden en gemèenschappelïjk in den strijd brachten. Dit was, meer nog dan hun materieel overwicht, een der beslissende oor zaken van hun successen. (D.NB.). van hedenavond tot morgenochtend De maan kwam heden op om 9.27 uur en gaat onder om 23.45 u. Europa bedreigd, doordat zij eerst met deze Oostzeelanden een pact van bijstand sloten, I hetwelk bepaalde, dat deze staten onafhanke lijk zouden blijven en dat de sovjet-unie zich niet zou mengen in de binnenlandsche aange legenheden en kort daarna al deze plechtige ver bintenissen schonden. Slechts aan het ingrijpen van Hitier hebben deze drie volken het te danken, dat de vernie tiging hunner nationale kracht, door de Mosko- vieten niet zoo ver kon vorderen als in Inger- manland. De volken van den ouden Baltischen grond zijn thans aan Europa teruggegeven. Al bieden Churchill, Roosevelt, Cripps en Knox den bolsjewisten in hun wanhoop ook nog zoo veel kostelijk Europeesch goed en bloed aan, de afweer van Duitschland en zijn bondgenooten zal er zorg voor dragen, dat de bittere ervarin gen, welke ook de thans bevrijde Oostzeelanden met den vloek van het bolsjewisme hebben op gedaan, zich niet zullen herhalen. (D.N.B.) CASEY MINISTER VAN STAAT IN HET MIDDEN-OOSTEN. Naar de Britsche berichtendienst meldt heeft Churchill, in verband met de benoeming van den Australischen gezant te Washington, Casey, tot opvolger van Oliver Lyttelton te Cairo, verklaard: Casey wordt lid van het oorlogska binet in het vereenigde koninkrijk en zal het oorlogskabinet in het midden-oosten vertegen woordigen. Hij zal in opdracht van deze orga nisatie de noodzakelijke maatregelen tot voort zetting van den oorlog in dit gebied treffen, die niet van militairen aard zijn. Casey krijgt den titel van Britsch minister van staat in het midden-oosten. (A.NP.) Voor het koopen van de gebruikelijke hoe veelheden brood, vleesch en aardappelen zijn voor de volgende week geldig verklaard de bonnen 16. Verder kan In het tijdvak van Zondag 22 Maart tot Zaterdag 18 April worden gekocht: melk op de bonnen 16. 17, 18 en 19, sui" er op bon 260, koffiesurrogaat op bon 259, jam op bon 263, bloem op de bonnen 257, 261, 265 en 269, peulvruchten op bon 264, gort op bon 268, vermicelli of maizena op bon 267, kaas op de bonnen 258, 262, 266, 270 en 274, cacao op de bonnen 3-01 of 4-01 reserve en rijst op de bonnen "4-02 en 4-03. De hoogere S.S. und Polizeiführer maakt be kend: Voor den lsten April 1942 moeten in de be zette Nederlandsche- gebieden alle personen auto's, die een Rijks-Duitsch kenteeken dragen en alle personenauto's, die weliswaar een Ne derlandsch kenteeken dragen, doch zich na den 14den Mei 1940 in het bezit van Rijks-Duit- schers bevinden, aangegeven worden. De aan gifte dient voor den lsten April 1942 te ge schieden bij den voor de woonplaats (in de bezette Nederlandsche gebieden) van den tot aangifte verplichten persoon bevoegden politie officier bij den gevolmachtigde van den Rijks- commissaris. Bij de aangifte dient een gereed liggend formulier te worden ingevuld, dat tege lijkertijd het verzoek tot uitreiking van een kenteeken voor de bezette Nederlandsche ge bieden en het verzoek tot verder gebruik bevat. HUN WERK VOOR LAND EN VOLK VAN GROOTE BETEEKENIS. Zooals wij gisteren hebben gemeld zal door de mijnwerkers in Limburg voortaan één keer per maand Zondags-arbeid worden verricht. Een groot belang is hiermede voor land en volk ge moeid. Indien onze kolenproductie achteruit zou loo- pen dan zou dit voor ons sociale en economische leven catastrofale gevolgen kunnen hebben. En er ls reden om te vreezen. dat onze kolenproductie achteruit zal loopen! De brutoopbrengst van de mijnen in Zuid-Limburg blijft wel ongeveer de zelfde doch de nettoproductie is met 10 procent gedaald. De directie der mijnen heeft hier een zeer plausibele technische verklaring voor gege ven. n.l. deze, dat wij thans toe zijn aan de exploitatie van minder goede kolenlagen en dat derhalve het percentage steenen hierbij grooter is dan de afgeloopen jaren het geval is geweest. Wij kunnen echter niet berusten1 in een min dere hoeveelheid kolen en derhalve moeten alle* krachten aan het werk worden gezet om het na- deelige verschil in onze netto productie zooveel mogelijk te compenseeren. Een der belangrijkste maatregelen is het invoeren van den „Zondags- arbeid". Hoe onaangenaam de invoering van dezen arbeid ook moge zijn, het is onvermijdelijk en de groote belangen, die hiermede gemoeid zijn, maken het noodzakelijk, dat de mijnarbei der dit offer brengt. Indien men zich eens afvraagt wat de betee- kenis van de kolen is, in ons moderne leven, dan ziet men, dat in Zuid-Limburg de sleutel ligt tot een zeer uitgebreid gebied van vele betrek kingen, waar ons nationale bestaan afhankelijk van is. In de eerste plaats moet gewezen worden op de huisbrandvoorziening. Wij hebben allen on dervonden, wat het zeggen wil, indien deze stag neert. Nog belangrijker voor ons land in zijn ge heel is de industrieele bedrijvigheid op een zoo hoog mogelijk peil te handhaven. Minder kolen beteekent grootere werkloosheid en brengt met zich mede een mindere mogelijkheid om op drachten uit te voeren. Indien onze industrieele capaciteit in stand blijft, zullen Duitsche orders in Nederland kunnen worden uitgevoerd en zal derhalve hier geen werkloosheid ontstaan. In de derde plaats gaat het om de stikstofpositie, wel ke onmiddellijk met de kolenproductie samen hangt en waarvan onze voedselvoorziening in hooge mate afhankelijk is. Meer kolen betee kent hier meer stikstof en meer stikstof betee kent meer kunstmest, en meer kunstmest be teekent een hoogere opbrengst van den bodem, hetgeen in onzen tijd ook meer dan noodig is. Het spreekt vanzelf, dat men de extra inspan ning van den mijnarbeider, welke thans bij zijn toch al zoo zwaren arbeid wordt gevergd, niet voor niets kan eischen. Mijnarbeid is zonder twijfel de zwaarste arbeid, welke er bestaat en daarom zullen de mijnarbeiders in verband met den Zondagsarbeid een extra rantsoen krijgen boven het rantsoen voor zeer zwaren arbeid.dat zij reeds ontvangen. Dit zal bestaan voor de ondergrondsche arbeiders uit 2.000 gram brood per maand en 600 gram vleesch. Naar aanleiding van diverse geruchten, heeft de heer Kroon ter persconferentie, in verband October van het vorige jaar geen kolen meer zijn uitgevoerd naaiTOuitschland, waarvoor niet een gelijke hoeveelheid uit Duitschland in ons land is ingevoerd. Het is daarbij ook de bedoe ling der Duitsche autoriteiten er naar te streven dat deze verhouding in de toekomst gehand haafd blijft. Het is dus een zuiver Nederlandsch belang, dat de kolenproductie tot het maximale wordt opgevoerd. Er wordt tegenwoordig veel geschreven en ge sproken over de plaats van den boer in onze volkshuishouding. Echter mag als een pendant van dezen landbouwer ook wel eens de mijn werker beschouwd worden. De boer, die in alle weersomstandigheden er op uit moet om voor zijn land en zijn vee te zorgen wanneer het groote-stads-leven nog niet begonnen is, de mijn werker, die reeds vroeg in den ochtend in de donkere groeven moet afdalen om de kolen te delven, welke voor onze maatschappij noodig zijn. Wij leven in een tijd van waardeering van arbeid en productie. Laat er dan ook waardee ring zijn voor deze „delvers van het zwarte goud" van wie zooveel wordt gevergd. DE ORGANISATIE VAN SPAARBANKEN. Een Vakgroep „Agrarische Spaarbanken" ingesteld. De hoofdgroep Banken, gelet op artikel 1 lid 2 van het derde uitvoeringsbesluit organisatie be drijfsleven 1941 (Nederlandsche staatscourant van 13 Mei 1941, nr. 92) alsmede op de beschik king van de organisatie-commissie van 27 No vember 1941, no. 4148/bw. heeft: le. Als vakgroep algemeene spaarbanken, deel uitmakende van de bedrijfsgroep spaarbanken, erkend den Nederlandschen Spaarbankbond (opgericht 8 Juni 1907, laatstelijk goedgekeurd bij K B. van 7 September 1939, no. 39 staats courant no. 208). 2e. Ingesteld: de vakgroep agrarische spaar banken, deel uitmakende van de bedrijfsgroep spaarbanken. Bij de vakgroep algemeene spaarbanken wor den Ingedeeld alle tot de bedrijfsgroep spaar banken behoorende spaarbanken, met uitzonde ring van de rijkspostspaarbank en de spaarban ken, welke behooren tot de vakgroep agrarische spaarbanken. Bij de vakgroep agrarische spaarbanken wor den ingedeeld de bij de coöperatieve centrale boerenleenbank te Eindhoven en bij de coöpera tieve centrale raiffeisen bank te Utrecht aange sloten spaarbanken, alsmede die spaarbanken, welke naar haar aard, volgens het oordeel van den voorzitter der bedrijfsgroep spaarbanken, met de hiervoren genoemde overeenstemmen. EIEREN ZONDER BON TEGEN NORMALEN PRIJS. Dezer dagen is medegedeeld, dat o.m. kippen en eendeneieren afkomstig van producenten, die geen krachtvoer krijgen toegewezen, buiten de distributie vallen en dus zonder bon verkrijg baar zijn. De gemachtigde voor de prijzen vestigt er de aandacht op. dat dit geenszins, beteekent, dat Sedert tientallen jaren Jiadden wij niet zoo'n zwaren winter als dit jaar. Onbeschrijfelijk is het leed dat geleden werd. Duizenden hulsgezinnen gaan gebukt onder het tekort aan de allernoodzake lijkste levensbehoeften. Er is leed, veel leed in Nederland. Onoverzichtelijk is nog steeds de stroom van aanvragen om hulp, die lederen dag de kantoren der Win terhulp Nederland binnenvloelt. Winterhulp! Dat ls de stroohalm waaraan vele duizenden landge nooten zich vastklampen. Winterhulp Nederland, getrouw haar devies: voor het volk, door het volk, helpt allen die in nood ver- keeren. Voor het volk! Dat beteekent, voor allen, zonder onderscheid. Door het volk. Dat wil zeggen, dat Winterhulp allen, die den nood van deze tijden begrijpen, oproept tot offervaardigheid. Morgen, Zaterdag 21 Maart houdt Winterhulp Nederland haar laatste „bloemen"-collecte. Geeft met ipilde hand! Rijk en arm, voor hen, die nog armer zijn. Mor gen is het lentedag. Een nieuwe tijd breekt aan. Een tijd die licht pn leven brengen zal, ook in de donkerte van vele levens. Offert daarom met milde hand. Tooit u met de bloempjes der Winterhulp. „Dit bloempje zdj de tolk. van uw liefde voor uw volk." deze eieren vrij in prijs zullen zijn Ook deze eieren zijn gebonden aan de maximumprijzen en zoowel het| verkoopen als het koopen tegen hoogere prijzen is strafbaar. VERSPREIDE BERICHTEN. Bij besluit van den secretaris-generaal van het departement van binnenlandsche zaken is H. K. Venema, op zijn verzoek met ingang van 1 April a.s. als burgemeester van de gemeente Scheemda eervol ontslagen. Bij beschikking van den directeur-generaal van de voedselvoorziening zijn tot leden van de commissie van bijstand van de bedrijfsorgani satie voor vee en vleesch benoemd: N. S. Kingma te Boxum, M. van Berkel Mzn. te Maas-J land, D. Kaan Nzn. te Wieringerwaard, C. P. Alkemade te Rotterdam. J. M. Makken te Gro ningen, Arn. BeezeJ te Rotterdam, J. G. Bessem, te Rijswijk, J. Jonges te Amsterdam, J. P. Uit- tenboogaard te Hoofddorp en P. v. d. Eyk te Dordrecht. Wie in Leiden spreekt over volkstuinen, denkt aan den heer W. F. Smit Jr. den altijd-bezigen, onvermoeibaren secretaris van den Leidschen Bond van Volkstuindersvereeniglngen en zelf sedert vele jaren een enthousiast volkstuinder De heer Smit is in deze tijden de vraagbaak van duizenden en de bel van zijn woning in de Javastraat staat dan ook letterlijk geen oogen blik stil. In de laatste drie maanden, aldus ver telt ons de heer Smit, heb ik zeker drie-duizend menschen aan mijn huis gehad, die kwamen vragen hoe het nu moest met de verplichte aansluiting, hoe zij het moesten aanleggen om in het bezit te komen van een volks- of oorlogs- tuin, waar zij zaad- en pootgoed konden krijgen en honderden andere dingen meer, om maar niet te spreken over de stapels brieven, v/elke de postbode in mijn brievenbus propte. Het is natuurlijk ondoenlijk om al die vragen schriftelijk te beantwoorden en daarom is het wel goed, wanneer u eens in de krant vertelt, wat er op dit gebied in onze stad gebeurd is en in de toekomst staat te gebeuren. Met medewerking van het gemeentebestuur, dat den grond in huur .verstrekt, laat de Leid- sche Bond momenteel een viertal groote volks tuincomplexen in gereedheid brengen. In de eerste plaats is daarvoor aangewezen een terrein in den Boschhuizerpolder aan den Haagweg ter grootte van 8 H.A., waar 200 volkstuinders elk de beschikking krijgen over een stuk gond van 300 vierkante meter. Voorts komt er een complex aan den Lage Morscjiweg, groot 3 H.A., waar 75 volkstuinen zijn geprojecteerd, nabij de Nach- tegaallaan, groot 4 H.A., voor 110 tuinen en in den Cronesteinpolder, groot 3 H.A., plaats bie dende aan 80 volkstuinen. Al deze tuinen heb ben elk een oppervlakte van 250 M2. De gronden zijn eigendom der gemeente en worden door den Leidschen Bond verkaveld, bouwrijp ge maakt en uitgegeven. De huurprijs bedraagt hoogstwaarschijnlijk ongeveer f. 14.— per jaar Tezamen met de bestaande vereenigingen be slaat het terrein, dat binnenkort in onze ge meente als volkstuin in gebruik ls, een opper vlakte van ongeveer 40 H.A., daarbij niet mee gerekend de grond, welke door het personeel van verscheidene bedrijven wordt bebouwd. Gelijk bekend ligt het in de bedoeling in de toekomst een uitgestrekt volkstuinpark aan te leggen in den Stadspolder benoorden den Heerensingel en begrensd door het Zwarte Pad en de Zijl. Dit terrein is niet minder dan 37 H.A. groot, 't plan daarvoor omvat o.m. den aanleg van publieke wandelpaden, een voetbalveld en een tennisbaan, maar dat is alles nog toekomstmuziek. Naast de groote groep van volkstuinders zijn er de houders van 39 zgn. oorlogstuinen, waar mede de Leidsche Bond als onderdeel van het Alg. Verbond van Volkstuinders-vereenigingen eveneens drukke bemoeienis heeft. In tegenstel ling met de volkstuinen, welke een permanent karakter dragen (al zullen er na den oorlog evenals na 1918 wel weer vele verdwijnen), wor den de oorlogstuinen slechts voor een beperkten tijdsduur in huur gegeven. De oorlogstuinen zijn ingesteld door het De partement van Landbouw en Visscherij In sa menwerking met het Alg. Verbond, dat op zijn beurt de plaatselijke federaties, hier ter stede dus de Leidsche Bond. heeft ingeschakeld voor de aanmelding en de afgifte van zaad- en poot goed. De plaatselijke bond zoekt de gronden op, welke voor bebouwing geschikt zijn en verstrekt daarvan opgave aan den Rijkstuinbouwconsu- lent, die daarna overleg pleegt met de eigenaars over de verstrekking in huur. In geval van on willigheid kan hij overgaan tot vordering in het algemeen belang der voedselvoorziening, maar doorgaans is dat niet noodig, want de eigenaar van den grond ontvangt behalve een redelijken huurprijs nog een toelage voor het scheuren van den grond en een vergoeding voor eventueele bedrijfsschade. In onze stad hebben zich liefst 800 ge gadigden aangemeld voor een oorlogstuin ter uniforme grootte an 225 M2. Daaronder be vinden zich vogels van zeer diverse pluima ge: velen uit de arbeidende klasse, maar ook tal van middenstanders, ambtenaren, doktoren, advocaten en fabrikanten! U begrijpt, dat ik vooral van die zijde over stelpt word met vragen om inlichtingen, doch de menschen dienen rustig af te wachten. Zoo dra een complex gereed is, worden de belang hebbenden opgeroepen naar een vergadering, waar hun alles wordt verteld, wat zij weten moe ten. Er komen voorlooplg drie complexen: één in den Kikkerpolder aan den Maredijk, groot 4.85 H.A., één in den Stadspolder aan het einde van de Os- en Paardelaan, groot 27 H.A. en één aan den Roomburgerweg, groot 9.61 H.A. De toewijzing geschiedt zooveel mogelijk in verband met de woonplaats van den gegadigde. De gronden worden in gereedheid gebracht door de Ned. Heidemaatschappij, de huur bedraagt eveneens f. 14.— per jaar, waar het Rijk een zelfde bedrag bijlegt. De oorlogstuinders zijn automatisch lid van het Alg. Verbond en be trekken hun poot- en zaaigoed via den Leid schen Bond. De opbrengst komt geheel en al den telers ten goede zonder dat hun straks distributie bonnen in mindering worden gebracht, alleen mogen zij niet meer dan 200 M2 met aardappe len bebouwen, hetgeen trouwens ook niet moge lijk is, daar zij hoogstens 28 kg. pootaardappe- len, verdeeld over drie soorten, toegewezen krij gen. U begrijpt, aldus besloot de heer Smit ons onderhoud, dat er aan de organisatie van een en ander nogal wat vast zit, maar ik doe het met plezier, al is het soms moeilijk je goede humeur te bewaren, wanneer de menschen ook nog op Zondag aan je huis komen bellen. Het eenige wat me zou spijten is, wanneer me de tijd zou ontbreken om mijn eigen tuin behoor lijk te verzorgen en ik vrees, dat het daarvan zal komen In aansluiting op het bovenstaande vestigen wij de aandacht op de tentoonstelling, „Voe dingsgewassen in eigen tuin", welke Zaterdag middag onder auspiciën van het Departement van Landbouw en Visscherij in de Gehoorzaal wordt geopend en die tot en met Dinsdag a.s. dagelijks van 105 uur (Maandagavond ook van 7—9 uur) gratis toegankelijk is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1942 | | pagina 1