Japansche op vorderingen Java De waarheid over Nederlandsch-ïndië 83sfe Jaargang VRIJDAG 6 MAART 1942 No. 25135 Verduisteren: In West en Oost Verspreide berichten Batavia bezet vy Geschenk voor de jeugd EERSTE BLAD Volgende week wordt nog een kolenbon aangewezen Door W. I. Ispert 19.27 uur 8.15 uur LEIDSCH DAGBLAD Directeur: J. W. Henny. Telef. Directie en Administratie 25041 (2 Hlnen) Gironummer: 57055 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Telef. Redactie 21607. Hoofdredacteur: B, W. Mcnkhorst, Lelden. Pl.verv.: K. Been. Leiden. Naar Reuter in een aantal exlrabericliten bekend gemaakte bericht van het Nederlandsch Indische hoofdkwartier op Java wordt ver klaard, dat de Japansche opmarsen ononder broken voortgaat. Over het geheel genomen, aldus het bericht verder, hebben de Japanners de numerieke meerderheid en rukken zij onop houdelijk verder op. Verder wordt in het be richt gesproken van de „besliste superioriteit in de lucht" van de Japanners, die mede bij draagt tot hun successen. Naar Reutoer in een aantal extraberichten uit Bandoeng meldt, hebben de Japanners op West-Java nieuwe troepen aan land gezet, waar hevige gevechten aan den gang zijn. De Nederlanders ondernamen krachtige tegenaan vallen, doch zijn in de mindprheid. Naar Reuter verder meldt, is van Neder- landsch-Indische zijde het verlies van Kra- wang, Poerwakarta en Tangerang op West- Java, alsmede het verlies van Solo en Bod- jonegoro op Oost-Java toegegeven. Verder heb ben de Japanners het vliegveld van Kalidjati in de nabijheid van Bandoeng veroverd. Zij ge bruiken dit vliegveld thans, naar Reuter ver der meldt, om de geallieerde troepen uit de lucht aan te vallen. Zij trachten, aldus de Nieuwsdienst, door te stooten naar de Zuidelijke kust, teneinde Soe- rabaja af te snijden en een tangbeweging uit te voeren om Batavia en Bandoeng af te scheiden. Bandoeng heeft Woensdag 4, gisteren 7 maal luchtalarm gehad, zoo meldt Londen ten slotte. (D.N.B.) BESLISSENDE'SLAG OM RANGOON. Honderd kilometer ten Noordoosten van Rangoon wordt de voor deze stad beslissende slag gestreden, zoo melde United Press uit Mandalay volgens „Nya Dagligt Allehande". De Japanners hebben Waw veroverd, dat op ongeveer 22 kilometer van den weg door Birma ligt. Japansche patrouilles hebben den spoor weg en wegen tusschen Rangoon en Mandalav op minstens twee plaatsen afgesneden. De Japanners richten hun opmarsch naar het Westen, teneinde de beide belangrijke van Rangoon uitgaande wegen af te snijden. De voornaamste weg van Mandalay naar Ran goon is niet meer te gebruiken. (D.N3.) UITWISSELING DIPLOMATEN TUSSCHEN JAPAN EN V. S. Het Japansche ministerie van buitenlandsche zaken iieeft medegedeeld, dat tusschen Japan en de Vereenigde Staten een principieele over eenkomst omtrent de uitwisseling der diploma tieke en consulaire vertegenwoordigers en bur gers van beide ianden tot stand is gekomen. Nadere bijzonderheden zullen nog worden ge regeld. -Soortgelijke onderhandelingen met Engeland hebben daarentegen, volgens Domei, lot geen resultaat geleid, daar Engelands hou ding niet duidelijk was. Domei meldt dienaan gaande nog, dat de uitwisseling tusschen Ja pan en de Vereenigde Staten te Lorenzo Mar ques op Mozambique zal geschieden. Tegelij kertijd zal ook een uitwisseling plaats vinden met de oorlogvoerende staten van Midden- en Zuid-Amerika. MISLUKTE SOVJET-TRUC. Naar het D.NB. van militaire zijde verneemt, zag een compagnie Duitsche infanteristen den 3den Maart in het centrale deel van het Ooste lijk front een troepenformatie in gevechtspositie in Duitsche uniformen gekleed naderbij komen. Toen de afstand wat kleiner was geworden, kregen de Duitsche militairen wegens de vreemdsoortige wapens van de naderende troep argwaan. Er ontwikkelde zich een hevig vuur gevecht, waarin de vermomde bolsjewistische formatie werd opgerold. Eeriige gevangenen verklaarden, dat zij de uniformen van gesneuvelde en gevangen geno men Duitsche soldaten hadden aangetrokken, ten einde aldus zonder herkend te worden de Duitsche linies te kunnen naderen. VERDEDIGING VAN FRANSCHE KUST VERSTERKT. In de afgeloopen weken is naar verluidt een nieuw gedeelte van de 220 kilometerlange ver dedigingslinie langs de kust'van Noord-Frank rijk gereed gekomen. De veldstellingen, door Duitsche infanterie en pioniers in de eerste maanden der bezetting aan gelegd. zijn in betonnen stellingen veranderd. Alle voordeelen. die het terrein bood zijn uitgebuit en de natuurlijke hindernissen door loopgraven en prikkeldraadversperringen ver sterkt. Tevens werd niet alleen aandacht geschonken aan de verdediging van de kust. doch ook reke ning gehouden met de mogelijkheid van het neerlaten van landingstroepen uit de lucht. TEGENSTELLINGEN IN GRIEKENLAND. Naar wij van bevoegde zijde wordt medege deeld, zijn in Griekenland met Italiaanschc vrachtschepen groote hoeveelheden Italiaanscli meel en broodgraan voor de Grieksche bevol king aangekomen. Daardoor zal van heden af de sedert ongeveen een week gestaakte brooddistri butie voor de bevolking van Athene en omge ving, dank zy het hulpvaardige ingrijpen van de bezettingsmogendheden, hervat kunnen worden. Het kleine motorzeilschip Prodromos, dat met 20 passagiers aan boord vlak bij de Grieksche kust voer, is door een plotseling voor het schip opduikenden Engelschen onderzeeër beschoten. Vyf schoten werden gelost, waardoor 10 passa giers gewond werden. Voorts is een Grieksch kustschip, dat eveneens in de nabijheid van de Grieksche kust voer. door een Engelschen tor pedo getroffen. Het wordt verloren geacht. Deze Engelsche overval veroorzaakte vele dooden en gewonden, hoofdzakelijk vrouwen en kinderen, di naar hun woonplaats wilden reizen. Een klein deel der Grieksche passagiers kon door een Duitsche patrouilleboot worden gered. Bij deze Engelsche aanvallen op onschuldige Grieksche kustvaarders moet er vooral op gewezen worden, dat aan boord van beide schepen niet één Duitsch soldaat of ander met de Duitsche weer macht ln verband staand persoon was. (D.N.B.) IN BRITSCH-INDIË. De oproep van Bose heeft in Britsch-Indlë een diepen weerklank gevonden en het is zeer de vraag geworden of Engeland nog eenig succes kan verwachten van zijn voornemen, om Indië den dominion status te verleenen. Reeds verluidt, dat Pandit Nehru de volledige onaf hankelijkheid eischt! (ANP.). UITBREIDING MILITAIREN DIENST IN ENGELAND. Naar United Press meldt uit Londen, heeft koning George een proclamatie onderteekend. waarin de militaire dienst wordt uitgestrekt tot mannen van 13 tot 45 jaar en tot vrouwen van 20 tot 31. (D.NB.) Met speldjes en kruisjes met Muistercr.m- pagncs en sabotage, dient gij ons vaderland riet. Een goed vaderlander doet zijn pl in de gelederen van het Vrijwilligerslegioen Nederland, Koninginnegracht 22 te 's-Gra- venhage. 4 Het Japansche hoofdkwartier meldt, dat Japansche troepen gis teravond Batavia hebben bezet. De algcheele bezetting geschiedde gis teravond om half tien, hoewel de tegenstander op vele punten den Japanschen opmarsch hardnekki- gen tegenstand bood. (D.N.B.) Naar officieel uit Bandoeng wordt gemeld, heeft generaal Wavell in zijn afscheidsrede de plechtige be lofte afgelegd, dat zijn vertrek geen stagnatie in den toevloed van vlieg tuigen en oorlogsmateriaal naar Mederlandsch-Indië zal veroorzaken. Dit Nrnnmei bevat TWEE Bkrden In het jongerenkwartier van den Nationalen Jeugdstorm te Utrecht is aan den Nationalen Jeugdstorm als geschenk van den jeugdleider van het Duitsche Rijk een buste van den Fiihrer overgedragen als uiting van de hartelijke ver bondenheid tusschen Hitier Jugend en Nationa len Jeugdstorm. In tegenwoordigheid van den leider der hoofd - afdeeling „Politische Aufbau", Volkmar, als ver tegenwoordiger van commissaris-generaal Schmidt en van een vertegenwoordiger van den gemachtigde voor de provincie Utrecht, van de leidersstaven van den Nationalen Jeugdstorm en van de Befehlsstelle der Hitier Jugend, hield Hauptbannführer, dr. Lindenburger, een korte toespraak. Hij bracht de groeten van den Reichs jugendführer over en betoogde, dat de jeugdN der Germaansche landen gemeenschappelijk den weg baant voor de nationaal-socialistische wereldbeschouwing. De N.J.S. heeft dezen weg schouder aan schouder met de H.J. in Neder land betreden. Deze weg zal ook voortaan door beiden in zegevierenden stormpas worden afge legd, welke tegenstanders zich ook mogen voor doen. Het doel is een groot, geordend Europa met Adolf Hitler als leider van alle Germanen. De leider van den N.J.S., hoofdstormer C. v. Geelkerken, dankte in hartelijke bewoordingen voor het geschenk en legde bijzonder den na druk op zijn hartelijke, vriendschappelijke ver houding met den Reichsjugendführer, Arthur Axmann. Hij spoorde zijn kameraden aan vast te houden en in het geloof aan de nationaal- socialistische idee verder te marcheeren. In September j.l. is reeds medegedeeld, dat bü de kolenvoorziening de uiterste zuinigheid moest worden betracht en dat kleine tegenslagen tot een belangrijke stagnatie zouden-kunnen leiden. De opgestelde regeling was zonder al te groot# moeilijkheden slechts onder gunstige omstandig heden uit te voeren De toestand van thans heeft verschillende oor zaken. Begin Januari begon een periode van vorst, waardoor tot heden het vervoer te water is uitgeschakeld. Alle vervoer moet thans per as geschieden, hoofdzakelijk per spoor. Het trein vervoer kreeg bovendien nog alle andere goede ren te verwerken, welke in normale omstandig heden te water worden vervoerd. Dit spoorweg vervoer is dus overbelast. Deze transportmoeilijkheden deden zich ook voor bij* het vervoer van de grootere opslag plaatsen naar de handelaren. Ten gevolge van deze moeilijkheden is er, voor al in de groote steden, een tekort ontstaan, waar door de overheid gedwongen was regelen te stel len om althans de meest vitale bedrijven, zooals spoorwegen, gas- en electriciteitsfabrieken, le- vensmiddelenbedrijven, ziekenhuizen enz. aan Het allernoodzakelijkste te helpen. Zoodra de dooi invalt en flink doorzet, zal er met alle middelen naar worden gestreefd den achterstand in de kolenvoorziening tót staan te brengen en geleidelijk in te halen. Er zijn met name in de groote steden nog tal van personen, die hun bonnen, welke reeds géldig zijn ver klaard, nog niet hebben kunnen inwisselen voor kolen. De bedoeling was in den loop van dit stookseizoen nog enkele bonnen geldig te ver klaren. Thans kunnen wü mcdedeelen, dat In den loop van de volgende week een bon aanwijzing kan worden verwacht. Dit betee- kent echter niet, dat in alle plaatsen een ieder direct kolen op deze bonnen zal kun nen krijgen. Het tempo, waarin de inwisse ling van deze bonnen mogelijk zal ztfn, hangt sterk af van plaatselijke omstandig heden en daatbij moet niet uit het oog wor den verloren, dat de kolen voor babies, zieken en ook de reeds tut heden geldig verklaarde bonnen voorrang bij de aflevering blijven houden. Sinds 1941 stond de Nederlandsche emigi'an- tenregeering te Londen na felle onderlinge dis cussies aan de Ver. Staten de militaire bezetting van Suriname toe. De Nederlandsche gezant te Washington, Loudon, motiveerde dezen stap met de noodzakelijkheid, de aldaar gelegen troepen voor Nederlandsch-ïndië vrij te maken en met het feit, dat Noord-Amerika het bauxiet van Suriname voor zijn vliegtuigproductie noodig had. In een tot het moederland gerichte radiotoe spraak verklaarde de gezant dat de Ver. Staten de overgave van Suriname tot voorwaarde ge steld hadden voor hun militaire steunverleening aan Nederlandsch-ïndië. Aan de officieele overgave van het militair bestuur in Suriname waren zeer lange onderhan delingen voorafgegaan, die aan Nederlandsche zijde ernstige bezwaren hadden uitgelokt. Dat ministerpresident De Geer niet alleen zijn func tie neerlegde, doch zelfs via Portugal naar Ne derland terugkeerde, duldt ondubbelzinnig op het afpersende karakter van deze onderhandelingen. Kort voordat de overeenkomst tot stand kwam. traden nog twee andere leden van het kabinet af; zij wilden zich niet schikken in de Noord- Amerikaansche afpersing. Niettemin kwam het pact tot stand. Bezield door den angst voor Indië, stemde de Nederlandsche emigranten- regeering tenslotte met alle voorwaarden in. Op 12 December 1942 werden Aruba en Cura cao „op wensch van de Nederlandsche regeering" afgestaan, daarmee werd de rest. der Nederland sche bezittingen op het Westelijk halfrond ge liquideerd. Tezelfdertijd hadden zich in Oost-Azië ge beurtenissen van wereldbeteekenis afgespeeld. Tusschen de Ver. Staten en Engeland eenerzijds en Japan anderzijds was de oorlog uitgebroken, dje begon met de vernietiging der Noord-Ameri- kaansche zware vlootstrijdkrachten op Hawaii Wel werd in een Nederlandsche mededeeling van 5 Februari beweerd, dat slechts „een deel van de Noord-Amerikaansche vloot in den Stil len Oceaan te Pearl Harbour tijdelijk gevechts- onklaar was gemaakt", maar in werkelijkheid had Japan vijf slagschepen en een reeks zware kruisers zwaar beschadigd. Hoewel de Japanners daardoor ondubbelzinnig de superioriteit op vlootgebied hadden verkregen en er geen toe reikende bescherming voor Neöerlandsch.-Indië meer aanwezig was. haastte zich de Nederl.- Indische regeering. Japan den oorlog te verkla ren. in weerwil van het feit. dat haar van Ja pansche zijde tevoren stellige verzekeringen ge geven waren voor de onschendbaarheid van het Nederlandsche grondgebied. Men rekende er op dat Singapore niet zou Kunnen worden ingeno men en men rekende ook op versterkingen, die zoowel door de Britten als door de Noord-Ame rikanen waren toegezegd. Op 4 Februari ver klaarde Londen dan ook. dat Wavell als opper bevelhebber der geallieerden meldde, dat Engel sche en Noord-Amerikaansche versterkingen in Singapore zouden aankomen. Op 13 Februari waren zij daar nog niet aangekomen, -maar wa ren zij er ook niet meer noodig daar inmiddels de „onneembare vesting" in een tijd van acht dagen door de Japanners was veroverd. Inmiddels had Japan een reeks Nedeiiandsche eilanden bezet. Thans begon de aanval op Suma tra en de omsingeling van Java. De nood steeg van dag tot dag, de eene hulpkreet na de an dere werd tot de Ver. Staten gericht, die immers den koopprijs voor hun hulpverleening reeds in den zak gestoken hadden. Op 5 Februari zeide dr. Van Mook in een rede te New York: „Wij staan tegenover een vijand, die over eenheid be schikt en wij kunnen hem niet verslaan alvorens wij dezelfde eenheid bezitten". Op. 3 Februari verklaarde minister Van Kleffens na een confe rentie van een uur met Cordell Huil, dat hij zeer ontmoedigd was over het algemeene beeld der geallieerde samenwerking in den Stillen Oceaan. „Ons doel is en blijft de aanval." Op 9 Februari kon men verheugd mededeelen, dat „ook in Nederl.-Indië versterkingen waren aangekomen", doch de sterkte daarvan werd in het geheel niet bekend gemaakt. Op 11 Februari meldden Noord-Amerikaansche persbureaux, dat Japan Nederl.-Indië een afzonderlijken vrede had aangeboden, waarop men niet was ingegaan. Men hoopte nog altijd op hulp, maar Cordell Hull, die garant stond voor de beloofde hulp aan Nederl. Indië, begon met te verklaren, dat hij de griep had en eerst eens een flink verlof moest nemen. Washington voegde daaraan toe, dat Pearl Harbour voor Hull een zware slag geweest was, die hem zwaar gedeprimeerd had. Desondanks had Van Mook alle hoop nog altijd niet verloren. Op 8 Februari nam hij afscheid van Roosevelt met de verklaring, dat de geallieerden het op alle punten der oorlog- vcerihg volkomen eens waren. Hij rekende toen nog niet op den val van Singapore, want nog op 10 Februari, dus kort voor den val van de vesting, bracht Londen de mededeeling „dat het politieke evenwicht in Zuid-Oost-Azië zich ten nadeele van Japan had gekeerd en wél als gevolg van de vele Engelsche en Noord-Ame rikaansche gevechtsvliegtuigen, die onlangs op de Philippijnen. op Malakka en in Nederl. Indië waren aangekomen". Na den val van Singapore veranderde de stemming echter spoedig. De eene hulpkreet volgde na den an deren. Öp 17 Februari smeekte Van Kleffens dringend om versterking voor Ned - Indië. Wan neer die versterkingen niet terstond verstuurd werden, zoo zeide hij, zou het lot van Ned. Indië binnen zeer korten tijd beslist zijn. Van Mook evenwel koesterde altijd nog hoop. Op 18 Februari verklaarde hij nog te Sydney dat de Ver. Staten alles wat zij konden op brengen in den strijd om het Zuidelijke deel van den Stillen Oceaan zouden werpen en dat de tijd thans rijp was voor een grootscheeps ge allieerd offensief, dat nog van Java zou kunnen uitgaan. De arme optimist Maar optimistisch was ook de Koningin. In haar rede van 21 Februari zeide zij letterlijk: „Het is mij een groote voldoening dat de zware inspanningen, welke het leger ter verde diging en ais voorbereiding tegen den aanval van den vijand ontplooid heeft, thans zulke voortreffelijke vruchten afwerpen". De vruchten waren inderdaad voortreffelijk, want acht dagen later waren de Japanners reeds op het laatste groote eiland, op Java. geland. Roosevelt, de oude menschenvnend en knappe zakenman, liet inmiddels niet na de oude be loften te vernieuwen. In zijn praatje aan den haard van 24 Februari zeide hij: ..Het voor naamste doel van Noord-Amerika is op het oogenblik zijn bondgenooten te helpen door het vervaardigen van oorlogsmateriaal in geweldige hoeveelheden. Helaas is daarvan tot dusver nog niets op zijn plaats van bestemming aangeko men". Denzelfden dag had Van Kleffens eveneens weer moed gevat. Hij verklaarde, dat zijn regee ring zeer bevredigd was, dat Groot-Brittannië en Noord-Amerika alles wat hun mogelijk was in het werk stelden om aan den toestand in het Zuidelijke deel van den Stillen Oceaan het hoofd te bieden. Er wordt in het geheel niet aan gedacht, aldus Van Kleffens, Java te ver laten. Ondanks alle optimisme kon het echter niet langer een geheim blijven, dat de toestand in snel tempo bergafwaarts ging. Batavia, dat iets dichter bij het vuur zat dan Van Kleffens. uitte ■•recies op denzelfden dag waarop laatstgenoem de zijn optimistische rede hield. n.l. op 24 Februari, wanhopige kreten om hulpverleening Bataria maakte een redevoering bekend van den gouverneur-generaal, die deze hulp in de volgende dramatische woorden op- eischte: „Stuur thans hulp, ge kunt, ge kunt het absoluut, en ge hebt den plicht, dit kunnen onverwijld metterdaad te toonen!" De hulp bleef uit. Wel volgde de overgave van Suriname, Curacao en Aruba. Ook de laatste hulpkreet van Van Mook kon daar niets meer aan helpen, toen hjj op 25 Februari tegenover den Amerikaanschen journalist Knickebocker aandrong op de onverwijlde levering der door Nederland reeds betaalde vliegtuigen. Er kwam niets, het drama naderde zijn hoogtepunt. Aan-de Noord-Amerikanen bleef dat niet ver borgen. Met der hun aangeboren scherpen blik hadden zij het hopelooze van den toestand en hun eigen onbekwaamheid ingezien en zij trok ken daaruit de conclusies. De Amerikaansche admiraal Hart, die, zonder dat de Nederlandsch Indische regeering daarnaar gevraagd was, tot opperbevelhebber der geallieerde zeestrijdkrach ten benoemd was, trad op 11 Februari af, n.l. na een zeeslag die een aanmerkelijk deel van de geallieerde vlootmacht. vooral van ce Neder landsche, vernietig^ had. Hart trad af ..om ge zondheidsredenen". Vermoedelijk had. hij hoofd pijn. Zijn plaats werd nu ingenomen door den Ne- derlandschen vice-admiraal Helfrich. die daar mee de eervolle taak kreeg de verantwoorde lijkheid voor de onvermijdelijke nederlaag op zich te nemen en Nederland daarmede te be lasten. Verdwaasd als de Nederlandsche autori teiten waren, lieten zij Helfrich die benoeming niet alleen aqnnemen. neen zij waren er zelfs nog trotsch op. Wanneer - zooals Londen op 12 Februari meldde „in Amerika de benoeming levendig werd toegejuicht", dan was dat volko men te begrijpen, want daarmede had men im mers nu een bliksemafleider gevonden. Minder begrijpelijk daarentegen was het dat Batavia op 12 Februari verklaarde: „de benoeming is tegen de verwachting in geschied en heel Indië heeft zich erover verheugd. De indruk in vele kringen is dat zij ten goede zal komen aan de doeltref fendheid der operaties van alle zeestrijdkrach ten in dit werelddeel." Het getuigt van een merkwaardige storing in het normale denkver mogen, wanneer radio Oranje denzelfden dag in juichende woorden losbarst: „Wij zien het dus gebeuren dat een Nederlandsch admiraal aan Engelsche, Amerikaansche en Australische eskaders zijn bevelen geeft. Het denkbeeld zou ons tot voor kort nog fantastisch geleken heb ben." Jawel, n.l. tot aan den vermelden zee slag, nadat er van „eskaders" in het geheel geen sprake meer was. De rest van de geal lieerde overwegend Nederlandsche vloot is inmiddels bij Java vernietigd. Op den 5den Maart werd bekend dat Helfrich was afgetre den: hij had geen schepen meer. Het geval-Hart vond een parallel in het ge- val-Wavell. Ook Wavell is verdwenen toen de zaak hopeloos werd en heeft heel genadig zijn commando aan den Nederlandschen generaal Ter Poorten afgestaan, die thans, door alle ge allieerden in de steek gelaten, den laatsten wanhoopsstrijd van Nederlandsch Indië voert. En hoe meer zijn troepen en Helfrichs schépen aan de bondgenooten den tijd verschaffen om het door Nederland betaalde oorlogsmateriaal naar hun eigen bezittingen te brengen, des te luider worden de door Nederland dankbaar in ontvangest genomen bijvalskreten van, Engelad en Noord-Amerika. „Alle lof aan de Nederlanders, die den vijand op zoo schitterende wijze trotseeren. Zij zijn een aanstekelijk voorbeeld voor de geallieerden", verklaart Londen op 19 Februari 1942. Natuur lijk, de domkop die zich voor zijn bondgenooten vrijwillig laat afslachten staat bij hen des te meer in aanzien naarmate hij door hen in den steek gelaten wordt en desondanks doorvecht. JAVA AAN DE BEURT. Na alle andere eilanden is thans Java zelf aan de beurt. De regeering is reeds uit Batavia vertrokken, nadat de geallieerden allang ver dwenen waren. Zij konden toch niet helpen, want buiten eenige staven was er niets meer van hen op Java aanwezig. De laatste wijsheid der Nederlandsche regeering krijgt thans haar kracht: de politiek der verschroeide aarde. Wat blij is zij dat zij alles trouw volgens de aanwij zingen van haar Amerikaansche vrienden ver nietigt wat er aan waarden in dit land steekt, en hoe slecht ziet zij den werkelijken achter grond, die Roosevelt tot deze politiek gevoerd heeft. Voor ons is die achtergrond echter vol komen duidelijk, ondanks het feit dat wij niet tot de regeering behooren: de Vereenigde Sta ten hebben den oorlog aangewakkerd omdat zij daarvan afzet voor hun industrie en beleggings mogelijkheid voor him goud verwachtten, nadat al hun hervormingsplannen door eigen onbe kwaamheid gefaald hadden. Thans vervolgen zij consequent het doel om bovendien alle grond stofbronnen en industrieën in Europa of Azië, die zij niet zelf bezitten of beheerschen, te ver nietigen. opdat de concurrentiè voor langen tijd blijft uitgeschakeld Anders n.l. zou hun voor- oorlogsche crisis na het sluiten van den vrede in sterk overtreffende trap van voren af aan beginnen en onafwendbaar tot revolutie leiden. Zoo is het zonneklaar waarom zü zoo blij zijn wanneer in Indië alles verbrand of verwoest wordt, of wanneer er bommen vallen op Duit sche, Nederlandsche en ook Britsche industrieën Het verlies van Nederlandsch Indië beteekent de ineenstorting van de Nederlandsche politiek en het einde van een geheel tijdvak in de Ne derlandsche geschiedenis. Sinds in de dagen van De Ruyter en Tromp Nederlands .positie ter zee verloren ging. heeft het steeds in de schaduw van Engeland gestaan en afgezien van een po litiek met eigen kenmerk. De mannen, die als ge neraal Van Heutz hun waarschuwende stem ver hieven, werden niet gehoord omdat men liever zonder moeite geld wilde verdienen dan met offers den staat beschermen. Zooals altijd ln tijden van verval der volkeren werd ook hier het beroëp van soldaat een secundaire aange legenheid. waarop een fatsoenlijke burger met een zekere minachting neerzag. Men verwaar loosde de bewapening en wat nog erger was den geest van weerbaarheid. Wanneer thans de troepen in Indië zich zoo dapper verdedigen, dan doen zij dat niet wegens, maar ondanks de Nederlandsche voor-oorlogsche politiek. Nog tot de laatste dagen hebben de officieele vertegen woordigers van Nederland altijd weer gehoopt op de Amerikaansche en Engelsche hulp en daarnaar verwezen: zij zijn verraden, en met hen hét geheele Nederlandsche volk. „Wanneer de Japanners Java bezetten, om dat de stellig beloofde versterkingen niet zijn verschenen, dan zullen niet-Nederlanders wel licht minder goed dan wij in staat zijn hun ge voelens van spijt en bitterheid te verbergen, zoo zeide Van Mook op 3 Maart en hjj trof daar mee den spijker op den kop. Nederland is ver- raden, maar het werd verraden niet zonder eigen schuld. Ieder volk heeft immers de regee ring die het verdient. De wereldgeschiedenis is geen rekensom en zij verloopt niet volgens de wetten der koopmansboekhouding. Integendeel, zij weegt de inwendige geestelijke krachten der volkeren af en schat ze op den wil tot handelen en niet naar den flinken zakengeest. Niet geld verdienen, maar strijd is de vader van alle din gen, een uitspraak die niet van een nationaal- socialist afkomstig is. „Onze offers mogen zeer zwaar zijn, maar het gaat om dingen die het leven waard maken geleefd te worden", zoo sprak onlangs de vlootmedewerker van radio- Batavia. Waar heeft men tot dusver in Neder land ooit een dergelijke taal verstaan of ook maar er naar geluisterd? Duitschland kan den geweldigen schok, die het Nederlandsche volk heeft aangegrepen, zeer goed begrijpen. Toen in 1918 de Duitsche front soldaten onoverwonnen van het front terug trokken, verraden door dezelfde krachten die de ineenstorting van Nederland op het geweten hebben, droegen zij reeds de kracht met zich mee die tot een vernieuwing moest leiden. En deze vernieuwing begon op het moment., waarop zij de drijvende krachten en de aanstichters van de ineenstorting duidelijk herkenden. In dat uur werd de volksgemeenschap, het nationaal- socialisme van den frontsoldaat Adolf Hitler geboren. De oude afgodsbeelden stortten neer. een nieuwe tijd brak aan. DE KIEM VOOR NIEUWEN BLOEI. Zoo ligt ook in de Nederlandsche catastrophe, hoe ongerijmd het ook moge aandoen, de klem voor nieuwen bloei. Zoolang een volk nog over volksche kracht beschikt, zoolang is de chaos altijd slechts een eerste stap naar de vernieu wing. De weg daarheen is evenwel niet gemak kelijk. Hij veronderstelt dat men breekt met veel wat aan dierbaar geworden overlevering van de vaderen tot ons gekomen is. Velen gaan daaraan ten gronde, dat is voor hen niet Jam mer. De sterken echter blijven, volharden en worden tot figuren van een nieuwen tijd. In plaats van bezige politici maken eindelijk weer mannen de geschiedenis. Het is de onvermijdelijke tragiek van Neder land, dat deze krachten zich pas thans zullen laten gelden, nu de staat ineen gestort ls. Een reden tot wanhoop is dit echter niet, Integen deel: slechts over de onvoorwaardelijke liqui datie van het doode verleden voert de weg naar de vernieuwing. Z(j zal het Nederlandsche volk uiterlijk wel armer, innerlijk echter rijker ma ken en het van voren af aan den blik verschaf fen voor de werkelijke waarden van het leven. van hedenavond tot morgenochtend De maan komt hedenavond op om 23.54 uur en gaat morgenoch tend om 10.28 uur onder.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1942 | | pagina 1