LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 2 Maari 1942 Tweede Blad No. 25131 Laatste zitting van de Kamer van Koophandel Scholingsdag van N.S.D.A.P. en N.S.B. 83ste Jaargang Huldiging van den Voorzitter FEUILLETON De vrees voor den afgrond RECHTZAKEN Prijsopdrijving in de texielbranche KOU gevat? Neem'nAKKE/fïJE Ir. Mussert geeft het parool voor den komenden tijd RAEBC. Een Italiaansche artillerie-waarnemer aan het Afrikaansche front. (Hoffmann-P.K. Zwilling) De uien, welke het vorige jaar met het oog op de wintermaan den vorstvry zijn opgeslagen in hokken en schansen, worden er thans uitgehaald om in den handel gebracht te worden. (Polygoon-Kuiper) Op Scheveningen heerscht thans'een groote drukte in verband ïfiët het rooken en fileeren van schar. De scharren worden aan pennen geregen en in rookkasten gehangen. Zijn zij vol doende doorgerookt, dan moeten zij circa een half uur be sterven en ontveld worden. (Schimmelpennigh-Smit) De Duitsche PK.-man is steeds op zijn post. De zoo juist bij een vlucht naar den vijand ontvangen indrukken, worden direct verwerkt. De zitplaats is daarbij bijzaak. (Orbis-Holland-PK. Store) In de Donderdagmiddag gehouden laatste openbare vergadering van de Kamer van Koop handel en Fabrieken voor Rijnland werd met algemeen e stemmen benoemd tot lid van de Plaatselijke Commissie van Toezicht op de Scho len voor Middelbaar Onderwijs te Leiden, de heer P. A. de Gooyer. BU de rondvraag vestigde de heer-B. de Ko ning nogmaals de aandacht op het overweg- vraagstuk aan den Rijnsburger weg. waarover men in langen tijd niets heeft vernomen. De voorzitter, de heer D. ten Cate Brouwer ant woordde hierop, dat het Leidsche Gemeente bestuur geen geld wenscht uit te geven voor een noodoplossing, waar de definitieve oplossing waarschijnlijk binnen een niet al te ver verschiet ligt. De heer de Koning vroeg in afwachting daarvan een provisorische oplossing door het maken van een aparten overgang voor voetgan gers en wielrijders, voor welke groepen van weg gebruikers het wachten aldus aanmerkelijk kan worden bekort. De voorzitter zegde toe terzake de bemiddeling van den burgemeester bij de directie der Ned. Spoorwegen te zullen inroepen. Nadat de vergadering enkele oogenblikken was geschorst ten einde de burgemeesters van Leiden en vele omliggende gemeenten in het district in de gelegenheid te stellen de voor hen gereserveerde zetels in te nemen, sprak de voor zitter een rede uit, waarin hij zeide, dat de Ka mer bij nadere beschouwing van haar aanvan kelijk ingenomen standpunt tot het inzicht was gekomen, dat het van groote ondankbaarheid zou getuigen, wanneer zij verzuimde de burgemeesters in deze laatste zitting hartelijk dank te zeggen voor de steeds van hen ondervonden medewer king, waardeering en gezagsondersteuning. Waar en wanneer de Kamer als dienares van het economisch leven in het district op hen als de hoogste gezagsdragers een beroep deed, ge schiedde zulks nooit tevergeefs. Er zijn, aldus spr., in de afgeloopen 20 jaren tal van openbare werken uitgevoerd, welke het bedrijfsleven ten goede zijn gekomen en op de totstandkoming waarvan de Kamer haar invloed heeft kunnen doen gelden. Spr. wees vervolgens op de toenemende Industrialisatie van Rijn land, waarmede de bevolkingstoename helaas geen gelijken tred heeft gehouden ondanks een behoorlijk geboorte-overschot in bijna alle ge meenten. Naar sprekers vaste overtuiging kan daarin verbetering worden gebracht wanneer de burgemeesters zich niet uitsluitend en zelfs niet in de eerste plaats wijden aan de bevorde ring van hun eigen gemeente, doch het district Rijnland willen zien in den samenhang van het zeer vele, wat het op het gebied van natuur schoon en als industrieeel complex te bieden heeft. Een dergelijke visie en de daaruit voortvloeiende samenwerking zal niet alleen allen gemeenten afzonderlijk, maar het geheele district ten goede komen. In dit verband hoopt spr. op de vervul ling van zijn wensch van de stichting van een RÜnlandsch Boschpark, dat de vele natuurlijke aantrekkelijkheden van dit district in zich ver- eenigt en waarin ook een industrie- en am bachtsmuseum alleszins reden van bestaan zou hebben. Sprekende over het verleden, consta teert spr, met vreugde, dat de Kamer een zegen rijken band heeft kunnen leggen tusschen de burgemeesters onderling en hij eindigde met het uitspreken van den wensch, dat ook in de toekomst hun samenwerking zal leiden tot ber vordering der algemeene welvaart in het dis trict. REDE VAN DEN LEIDSCHEN BURGEMEESTER. Mr. R. N. de Ruyter van Steveninck ge tuigde met erkentelijkheid, dat de samenwer king van het gemeentebestuur met de Kamer van hooge kwaliteit en den meest aangenamen aard is geweest. Op verzoek van het gemeente bestuur heeft de Kamer in tal van gevallen waardevolle zakelijke adviezen verstrekt en daarnaast heeft zij ook vele belangrijke initia tieven genomen. Spr. noemde hiervan o.a. het overwegvraagstuk, waarvan hij het waagde te veronderstellen, dat het binnen niet al te langèn tijd zijn definitieve oplossing tegemoet gaat. dén dóór de Kamer verleenden steun aan de zoozeer geslaagde tentoonstelling ..Leyds Goedt", haar werkzaamheid ten behoeve van de vestiging van nieuwe industrieën, de verbe tering van tal van land- en waterwegen en door MIGNON G EBERHARDT (24 Ik leg het alleen maar uit. Het gaat er maar om, dat ze het zonder stoel nooit had kunnen doen Lucie's mond ging stom open en dicht. De commissaris zei: Dan hing er ook die chloroformlucht Het was niet sterk: als ze pas den volgenden morgen gevonden was, zou de lucht vermoedelijk niet meer merkbaar zijn ge weest. De dokter was er zeker van, dat ze ge chloroformeerd was, toen hij haar zag; hij zegt, bruggen en ten slotte de oprichting van het Persgasstation, dat blijkt in een groote be hoefte te voorzien. Voor alles, wat de Kamer voor Leiden heeft gedaan, brengt spr. hier hartelijk dank; haar werk zal blijven voort leven. Het feit, dat hier ter stede een plaatselijk kantoor blijft bestaan, waarvan, naar spr. offi cieus heeft hooren verluiden, de heer Ten Cate Brouwer de leiding zal hebben en waaraan ook dr. Knibbe als secretaris verbonden zal zijn, biedt een waarborg, dat de belangen van han del en industrie in het district in de toekomst met dezelfde voortvarendheid en nauwgezetheid zullen worden behartigd als in het verleden Spr. besloot met den wensch uit te spreken, dat de samenwerking, zooals deze tot dusverre was, een voorbeeld moge zijn voor die in de toe komst. De heer P. A. Colijn, burgemeester van Alphen aan den Rijn, sprekende namens de buitenge meenten, zeide meermalen in de gelegenheid te zijn geweest, persoonlijk te constateeren, dat de Kamer de belangen van de verder afgelegen ge meenten in Rijnland op dezelfde voortreffelijke wijze heeft behartigd als die van Leiden en naaste omgeving. Voor uwe voorlichting in tal van vraagstukken, aldus spr., zijn wij allen de Kamer veel'dank verschuldigd. Gezien de con tinuïteit in de leiding, zien wij ook de toekomst met het volste vértrouwen tegemoet. De heer Ten Cate Brouwer, de beide sprekers beantwoordend, zeide een bloeiend bedrijfsleven de spil te achten, waarom heel onze nationale welvaart draait. Om die reden zal hij dan ook gaarne, wanneer zulks van hem in het algemeen belang wordt gevraagd, zijn beste krachten aan zijn nieuwen werkkring geven. Nadat de voorzitter zijn reeds eerder afge drukte rede had uitgesproken, begaven de leden zich naar café-restaurant „In den vergulden Turk", waar de voorzitter hun een afscheids maaltijd aanbood, waaraan mede aanzaten de heeren P. Boot Sr. en G. J. M. J. Molkenboer, oud-voorzitters in de af deelingen Groot- ei>, Kleinbedrijf. J Hier werd achtereenvolgens het woord gevoerd door den heer ir. F. H. E. Guljé namens de ge heele Kamer, door mr. dr. P. G. Knibbe -mede namens den adjunct-secretaris, mr. A. G. de Blécourt, door den heer H. M. Simonis namens het Bureau der Kamer, door den heer P. A. de Gooyer namens de afdeeling Kleinbedrijf, zoo mede door den ruim 80-jarigen heer P. Boot en den heer B. de Koning. De heer Guljé wees er op, hoe de Kamer de belangen van het district steeds op voorbeel dige wijze heeft gediend. Zij heeft initiatieven genomen, wélke ver buiten de grenzen van Rijnland van invloed zijn geweest en daarvoor komt in de eerste plaats dank toe aan de lei ding van den voorzitter. Er is in de economische geschiedenis geen tweede tijdperk aan te wijzen, waarin zoovele veranderingen op het terrein van het bedrijfsleven plaats vonden als in de afge loopen 20 jaar en bij de koersbepaling in dezen moeilijken tijd heeft steeds de voorzitter de richting aangegeven. Zoo gaf hij den stoot tot de oprichting eener Nederlandsche Vereeniging voor Actieve Handelspolitiek en van het Rijn- landsch Borgstellingsfonds, dat alom in den lande navolging heeft gevonden. Gij hebt, aldus spr. getoond een werkelijk leider te zijn; met graagte en sympathie heeft de Kamer altijd uw leiding aanvaard en gevolgd. Als tastbaar bewijs van haar erkentelijkheid biedt de Kamer haren voorzitter diens voortreffelijk gelijkend portret aan, geschilderd door den kunstschilder Wij nans te Oegstgeest. Mogen, aldus besloot spr. ook onder den nieuwen opzet der K. v. K. handel en industrie in het district Rijnland groeien en bloeien tot in lengte van dagen. De secretaris, de heer Knibbe roemde de groote energie en vitaliteit van den voorzitter en diens grooten zin voor objectiviteit. Door zijn ijveren voor een actieve handelspolitiek en zijn streven naar de oprichting van een tolunie tusschen Nederland en België, heeft de heer ton Cate Brouwer bewezen een helder inzicht te bezitten in de economische vraagstukken van dezen tijd, waarbij de historische ontwikkeling zijn ziens wijze volkomen in het gelijk heeft gesteld. Spr. gewaagde verder met dankbaarheid van de pret tige samenwerking en de ondervonden waardee ring en besloot met den wensch, dat de heer ten Cate Brouwer als lid van den Raad van Bijstand zijn groote bekwaamheden in dienst zal blijven stellen van handel en nijverheid in het district. Ter herinnering bood spr.. mede namens den heer Blécourt een crayonteekening aan, even eens, vervaardigd door den heer Wynans. Ook de andere sprekers gewaagden met er kentelijkheid van de prettige samenwerking en BOETE VAN VIJFTIG- EN TIENDUIZEND GULDEN. Een groote manufacturenhandel in het Noor den van het land is dezer dagen door den in specteur voor de prijsbeheersching te 'sGraven- hage wegens overtreding der prijsvoorschriften tot een boete van f. 50.000 en tot betaling van f. 2500 tuchtstraf-proceskosten veroordeeld. Deze onderneming, welke over het geheele land een twintigtal filialen en dochterondernemingen ex ploiteert, heeft in 1940 en 1941 onder meer bed- lakens, geruite stoffen, kousen, japonnen en ta pijten verkocht tegen beduidend hoogere prijzen dan zij daarvoor had mogen vragen. Niet alleen waren nog voorradig goederen van ouden voor raad in prijs verhoogd op het oogenbllk, dat duurder ingekochte goederen in den verkoop werden gebracht, maar ook schreef het hoofd kantoor soms reeds prijsverhoogingen voor als het vernam, dat in dc toekomst bij inkoop meer zou moeten worden betaald dan voorheen. Bo vendien bleek tot Augustus 1941 bij stijgende inkoopsprijzen het voor den oorlog gebruikelijke vaste winstpercentage te zijn gehandhaafd. Als gevolg van deze manipulaties was dan ook het bruto-winstpercentage met enkele procenten gestegen, terwijl het onder de tegenwoordige omstandigheden juist had moeten dalen. Bij de behandeling van deze zaak bleek eens te meer, dat zelfs bij groote ondernemingen nog vaak een ontstellend tekort aan kennis van de prijsvoor- schriften bestaat. De gevolgen daarvan zijn ech ter ook nu weer voor rekening gekomen van hen, die zich niet de moeite hebben getroost, zich grondig op de hoogte te stellen. Verder werd nog een tricotagefabriek in Twente door den inspecteur voor de prijsbeheersching te Arnhem veroordeeld tot een boeto van f. 10.000. De vennootschap in kwestie had in 1940 en 1941 de verkoopvoorwaarden ten nadeele van haar afnemers gewijzigd door het meerendeel van hen de vroeger gebruikelijke kortingen niet meer toe te staan. Op zich zelf is een wijziging van ver koopvoorwaarden in voor den kooper ongunstigen zin zonder toestemming van overheidswege reeds verboden. Bovendien waren tengevolge van een vrij aanzienlijke prijs verhooging, die kort voor den oorlog had plaats gevonden, de winsten van dit bedrijf echter ruimschoots toereikend om zelfs bij stijgende productiekosten de gebruike lijke kortingen op te vangen. HAAGSCHE RECHTBANK. Inbraak in een zeepfabriek. In de zeepfabriek van de fa. Sanders te Lei den was ingebroken en werd o.m. 100 stuks scheerzeep en verschillende andere producten gestolen. In verband met dezen inbraak hebben terecht gestaan J. J. V., F. J. S. en M. H. P. allen uit Leiden. Tegen V. had de officier tien maanden en tegen beide anderen elk zes maan den gevangenisstraf geëlscht. De rechtbank heeft V. veroordeeld tot acht maanden en S. tot zes maanden, terwijl over P. nader een rap port zal worden gevraagd. r.aSN Is winter» zorSt voor Uw ge- /|\y\ zondheid, nu meer dan ooit! p£|/7/ Neemt bij de eerste verschijn selen AKKERTJES, dan zet zoo'n kou gewoonlijk niet door. De Nederlandsche Pijnstiller de voortreffelijke leiding van den voorzitter en wenschten hem alles goeds toe. De heer Ten Cate Brouwer stelde in zijn dankwoord nogmaals het dienen van het alge meen belang, zooals de Kamer steeds heeft gedaan, op den voorgrond; ook al worden er fouten begaan en heerscht er verschillend in zicht. dan nog is waardeering voor elkanders opvatting mogelijk en blijven wij elkaar in vriendschappelijke herinnering gedenken. Hiermede was deze geanimeerde en voor treffelijk verzorgde maaltijd ten einde. Gisteren hebben de N.S.D.AP. en~ de N.SB. in den Dierentuin te Den Haag een gezamen- lijken scholingsdag gehouden, die werd bijge woond door vertegenwoordigers van staat, weermacht en partij en door het kader van beide organisaties. Het eerste deel dezer bijeen komst ving om elf uur aan. Rood vlaggedoek en slingers dennegroen sierden de zaal. Ter weerszijden van het podium, op welks witten achtergrond een groote krans van eikenloof met hakenkruis en wolfsangel was aangebracht, stonden afwisselend vanen met de emblemen van beide organisaties opgesteld. Nadat General-Kommissar Oberdienstleiter Schmidt en de leider der N.S.B., na buiten door een eerewacht en de W A.-harmonie te zijn opgewacht, de zaal hadden betreden, spraken dr. Schuon, Kreisinspektor der N.S D.AP., en de gewestelijk leider der N.S.B.Van Iersel, een kort openings- en welkomstwoord. Als eerste voerde Oberschulingsleiter Sommer het woord, die als thema voor zijn rede had gekozen: De historische verhouding tusschen de Nederlanden en het Rijk, Spreker schetste hoe die verhouding bepaald wordt door het lot, dat beide Germaansche volkeren te vervullen heb ben gekregen. Telkens in de geschiedenis bleek, dat in een zoo groot gebied als de Germaan sche volkerengemeenschap omvat, de randvol keren het niet kunnen stellen zonder de hulp van het natuurlijk middelpunt, en omgekeerd. Vervolgens werd het woord gevoerd door het hoofd der afdeeling vorming der N.S.B., dr. Van Genechten, die de houding van de heeren Ger- brandy en Van Kleffens hekelde en daartegen over stelde de houding der overtuigde natio- naal-socialisten. die zich nimmer populair heb ben trachten te maken. Hij sprak als zijn over tuiging uit, dat Adolf Hitler in staat zal zijn, zonder den eigen aard van ons volk aan te tasten, de groote Germaansche en Europeesche eenheid tot stand te brengen. Nadat de aanwezigen een eenvoudigen erw tensoepmaaltijd hadden genuttigd, ving om streeks drie uur het tweede gedeelte dezer scholingsbijeenkomst aan. Oberdienstleiter Schmidt wees er in zijn rede op. dat velen na Mei 1940 zich bereid verklaar den tot samenwerking, maar de N.S.B. werd uitverkoren omdat Duitschland alleen kan ver trouwen op hen. die als nationaal-socialistische strijders bereid zijn tot het volbrengen der ge meenschappelijke taak en daarvan bewijzen hebben afgelegd. Wie getuige is geweest van het jongste onderhoud tusschen Adolf Hitler en ir. Mussert weet dan ook. dat op dat moment een nieuw tildperk werd ingeluid van samen werking tusschen twee Germaansche volkeren, en niet zooals de Londcnsche zender wist te vertellen: toen de Ned. koloniën werden ver kocht Hierna hield de leider der N.S.B. een rede. waarin hij zijn kader het parool uitgaf voor den komenden tijd. REDE VAN Ir. MUSSERT. Ir Mussert noemde de positie van ons volk, nu de „vruchten" van een verwerpelijke poli tiek worden geplukt, allerminst benijdenswaar dig. Nederland is bezet en thans verwijlen onze gedachten bij het gebeuren in Indië. Groots- echter dan de materleele nood is de geestelijke nood. Want wat is er erger dan een volk in nood, dat tevens verscheurd en verdeeld is. Zoo als Adolf Hitler zijn arbeid in 1918 begon, toen het Duitsche volk in diepsten nood was onder gedompeld, zoo staan wij nu. Niets hebben we voor ons volk kunnen redden in tienjarigen strijd, we hebben het niet kunnen behoeden voor den neergang. Wel echter geloof ik, dat wij den grondslag hebben gelegd voor zijn weder opstanding. Wanneer wij daartoe thans den weg zoeken tot het hart dier vele duizenden, die anders denken dan wij, moeten wij ons tevens rekenschap geven van hun gedachten- gang. Voor een groot deel wordt die beïnvloed door het stelselmatig gewekte wantrouwen tegen de bedoelingen van Duitschland en van ons Ned. nationaal-socialisten. Spreker vroeg daarom ook den Duitschen kameraden, zooveel in hun vermogen lag, daarvoor lederen grond weg te nemen. In dit verband haalde ir. Mussert de woorden van den Führcr aan, die hem toe zegde: het Nederlandsche volk zal ik niet meer ontnemen dan noodig is, opdat wij samen kun nen gaan. Nadat spreker het gevaar van een bolsjewi- seering van Europa had geschetst, waartegen nationaal-socialisme cn fascisme een dam hebben opgeworpen, vervolgde hij: wij staan aan den goeden kant, en wij blijven daar staan. Een keuze hebben wfj feitelijk nooit behoeven te doen, want instinctmatig hebben wij den weg aangevoeld, dien wij behoorden te gaan. Veel lijden zou ons volk bespaard zijn gebleven als het ons bij dc verkiezingen in 1937 op dien weg was gevolgd. Een 10de Mei zou er niet geweest zijn en wij waren mede opgetrokken. Weliswaar zouden Suriname en Curasao misschien even goed bezet zijn, maar ons Indië zou niet in een oorlog zijn betrokken. Wellicht hadden wij een Engelsch bombardement meer gehad, maar wie verzekert mij dat wij van die zijde nog niet te lijden krijgen, wanneer Indië niet meer kan vechten voor de angelsakslsche zaak? Desondanks willen wij alles vergeten wat men ons heeft aangedaan en bouwen aan de toekomst door het verrichten van positieven arbeid. Daartoe is noodig. dat geleidelijk diegenen worden verwijderd uit posten, die ons in stilte saboteeren en een spaak trachten te .steken in het wiel. Militair en economisch moeten wij ons volk brengen aan de goede zijde, het de schuldigen aan den neergang toonen, de goedwillenden rondom ons verzamelen, ons volk moed en vertrou wen geven, zijn vertrouwen winnen en voor ons volk zorgen. Want regeeringswil ls alleen gerechtvaardigd als de wil er is het volk te dienen in zijn grootste nooden. Na dat spreker zijn vertrouwen had uitgespro ken in den Führer als leider aller Germanen, werd de bijeenkomst door dr. Schuon met een kort woord besloten. DINSDAG 3 MAART. Hilversum I, 415,5 M.: 7.15 Gram.muzlek 7.45 Ochtendgymnastiek 7.55' Gram.muzlek 8.00 Politiek weekpraatje (opn.) 8.15 Gram. muzlek 8.20 Ochtendgymnastiek 8.30 BNO: Nieuwsberichten 8.45 Gram.muzlek 9.15 Voor de huisvrouw 9.20 Gram.muzlek 10.00 Ka mermuziek (gr. pl.) 11.00 Voor de vrouw 11,20 Ensemble Franci6 Keth 12.00 Ramblers 12.40 Almanak 12.45 BNO: Nieuws- en eco nomische berichten 13.00 Voor de rijpere Jeugd van het platteland 13.15 Romancers en soliste 14.00 De Groninger Orkestvereenlging, solist en gram.muzlek 16.00 Ziekentroost 16.20 Gram.muzlek 16 45 Sport en spel voor de Jeugd 17.00 Gram.muzlek 17.15 BNO: Nieuws*, economische- en beursberichten 17.30 Orgelconcert 18.00 Land en volk 18.15 Roe- meensch orkest Gregor Serban 18.35 Berichten van Nederlandsche soldaten aan hot Oostfront 18.50 BNO: Nieuwsberichten 19.00 BNO: Ge sproken blnnenlandsch overzicht 19.10 Roe- me.ensch orkest Gregor Serban 19.30 Het ABC ln de lichte muziek vanaf 20.15 alleen voor de Radio-Centrales die over een lijnverbinding met de studio beschikken 20.15 Gram.muzlek 20.30 Om- en Omprogramma (opn.) 21.30 Gram.muzlek 21.45 BNO: Nieuwsberichten 22.0024.00 Gram.muzlek. Hilversum II, 301,5 M.: 7.15—8.00 Zie Hilver sum I 8.00 Gram.muzlek 8.168.45 Zie Hil versum I 8.45 Gram.muzlek 10.00 Morgen wijding 10.15 Gr.muz. 10.40 Den Haag: Vroeger en nu 11.00 Orgelconcert 11.80 Gr.muz. 12.00 Orkest Willy Eberle 12.45 BNO Nieuws- en economische berichten 13.00 Zang met pianobegeleiding pn gr.muz. 14.00 Muzikaal programma: ..Roemenië ln het lied" 14.30 Do Lichte Toets 15.30 Voor de zieken 16.00 „Muziek ln den Atlantlschen Oceaan" voordracht mot muzikale illustraties 16.30 Gamba en claveclmbel 17.15 BNO.: Nieuws-, economische- en beursberichten 17.30 Otto Hendriks en zijn orkest 18.15 Boekbe spreking 18.30 Reportage 19.00 Omroepor kest en soll6t 19.30 BNÖ.: Nleuwsber. 19.40 Spiegel van den dag 19.50 BNO.: Praatje in Zeeuwsch dialect 20.00 BNO.: Engelache uit zending: Holland and the economic reorganisa tion. (Voor dc Radio-Centrales gr.muz.). Vanaf 20.16 Alleen voor de Radio-Centrales die over een lijnverbinding met de studio beschikken 20.15 Omroep-Opcra-orkest. solisten en Omroep- Opera-Koor 21.00 Gr.muz. 21.45 BNO.: Nieuwsberichten 22.00 BNO.: Toeliohtlng op het weermachtsborlcht 22.1022.15 Avond- wlldlng. PLAATSELIJK RADIO DISTRIBUTIEBEDRIJF. Dinsdag 3 Maart. Ic Programma: 7.1524.00 Hilversum I. He Programma: 7.1622.16 Hilversum II 22.1524.00 Dultsch Programma. Hie on IVe Programma: 7.00 24.00 Dultsch Programma. dat hU het door autopsie kan bewijzen. En daarna moet zij gewurgd zijn dat denkt hij tenminste En opgehangen toen ze al dood was. Misschien zouden we daar ook ingevlogen zijn, als Richard Lemain haar niet gevonden had. Richard had het dadelijk gerapporteerd. Dat bewees toch zeker, dat hij het niet gedaan had. Maar toen viel het Jeanne opnieuw op, dat de toon van de commissaris wel wat Al te open hartig klonk. Calvin zei kortaf: Dat wijst er dan toch wel op, dat hy het niet gedaan heeft. Misschien, zei de commissaris. Nu dan. Juffrouw Abot en mevrouw Pale waren op den tijd, dat de moord gebeurd moet zijn, steeds in eikaars gezelschap. Dat geeft haar dus een ste vig alibi. Meneer Pale hier heeft niet zoo'n goed alibi... Is het wel, meneer Pale? Calvin moest bekennen, dat dit niet het ge val was. En Paul zeiJa, wat mij betreft, Donat: dat heb ik ook niet. Tenzij iemand van het personeel me gezien heeft. Ik heb op de veranda zitten lezen, tot het donker werd, en daarna heb ik nog een poosje naar het weerlichten zitten kijken. Ik was al naar bed gegaan, toen zij mij opbelden. Maar ik sta er buiten; ik had er niets mee te maken. Ik weet er ook niets van. Zoo, zei de commissaris: Ik had anders ge dacht, dat Lemain je misschien vandaag op je kantoor in de stad was komen opzoeken, om over zaken te spreken. Ik ik spreek nooit over de zaken van mijn cliënten, zei Paul na een oogenbllk. Waarover moest hij je spreken? Dat heeft hier niets mee te maken. Me dunkt, dat dat aan mij ter beoordeeling staat, Paul. Ging het soms over een echtschei ding? Ik kan daar niets over zeggen. Hmm. Was het -soms, dat Eve niet wilde scheiden? Waarom wilde hij scheiden? Wilde hy soms met een ander trouwen? Jeanne's nagels drongen zich ln haar hand palmen. Paul's donkere gezicht verried geen enkele emotie. De regen tegen de ruiten was minder luid ruchtig. Zonder dat ze het gemerkt hadden, was het onweer bezig af te trekken. Het was een oogenblik heel stil in de kamer, tot Paul zei: Ja, dat was het wel. Maar-re... Wie? Paul keek naar zijn sigaret. Lucie greep op nieuw naar naar keel. Diane zei scherp, terwijl haar lange vingers den kant van de tafel gre pen en zij zich voorover boog: Richard wilde niet met een ander trouwen! Er is geen andere vrouw. Langzaam en bedaard stond de commissaris op. Hij zuchtte en richtte zich voor het eerst tot Jeanne. Het spijt me, juffrouw Jeanne, zei hy met eenigen nadruk, maar ik denk zoo, dat u nu moet vertellen wat er vanavond ln het huisje is gebeurd. Jeanne's lichaam was als versteend. Zij hoorde hoe Lucie een hoog, verschrikt gil letje gaf. Zij hoorde hoe Diane zich plotseling naar haar omwendde en zij hoorde Diane's stem: Jeanne! Maar zij zij is de andere i vrouw nietl Richard houdt niet van haar! Hij I wil niet met Jeanne trouwen! Wilt u met me meekomen, juffrouw Jean- nS? zei de commissaris. Het het spijt me; het spijt me heel erg. Zoo'n aardig jong paar als u en Richard. Maar ik zie het zóó: u en Le main zouden elkaar vanavond bij het huisje ontmoeten. En zij kwam er achter en ging er ook heen. En ik vermoed, dat de jonge Le main zijn hoofd verloren heeft. Hij keek naar Paul. Misschien is het beter, als Je haar uit legt, Paul, dat zij als medeplichtige beschouwd zal worden, tenzij ze nu vertelt wat ze weet. Opnieuw was het een oogenblik doodstil. D# regen had geheel opgehouden en de kaasvlam- men stonden onbewegelijk. Paul vermeed het, Jeanne aan te kijken en zei: Hij heeft gelijk, Jeanne. Ik ben Richard's vriend en advocaat, maar ik zal hem aanraden, schuld te bekennen. Als jü kroongetuige wordt, zullen ze je wel ongemoeid laten. HU kwam op haar toe. nam haar handen en keek haar glim lachend aan. Je doet beter, ze precies te ver tellen, hoe hij haar gedood heeft, zei hy nog eens, byna vleiend. (Nadruk verboden.) (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1942 | | pagina 3