De strijd in Oost-Azië V Burgers gedood in de Mei-dagen 1940 Roosevelt's rol in Zuid-Slavië Het afscheid van Von Brauchitsch §2sfe Jaargang DINSDAG 23 DECEMBER 1941 No. 25075 De scheepsverlïeslijst Verspreide berichten Churchill bij Roosevelt Engelsch vliegtuig moederschip getorpedeerd Bijzonderheden gepubliceerd te Belgrado Met Duitschland voor een vrij Nederland VJ EERSTE BLAD Waarom met Duitschland voor vrij Nederland? Uitspraken van het Vredegerechtshof De veroordeelden niet alléén schuldig Dagorder tot het leger Verduisteren 17.28 uur 9.50 uur LEIDSCH DAGBLAD Directeur: 3, W. Henny. Telef. Directie en Administratie 25041 (2 Illnen). DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Telef. Redactie 21507. Hoofdredacteur: B. W. Menkhorst, Leiden Pl.verv.: K. Been. Leiden. In precies twee weken na het uitbreken van den oorlog rondom de Stille Zuidzee, heeft de Japansche marine tot zinken gebracht, bescha digd of buitgemaakt: 47 vijandelijke oorlogs schepen, terwijl 38 koopvaarders werden buitge maakt, evenals 380 kleine vaartuigen. Volgens officieele mededeelingen werden 114 vliegtuigen neergeschoten, terwijl 662 toestellen op den grond werden vernield. De Japansche vlootverliezen bedroegen 1 lich te kruiser, die licht beschadigd werd, een tor pedojager, die tot zinken werd gebracht, een mijnenveger, die eveneens tot zinken werd ge brachte» en een tweede, die ernstig werd be-, schadigd. Vijf duikbooten worden vermist. 72 vliegtuigen gingen verloren. (Domei). OP DE PHILIPPIJNEN. De gisteren door de Japansche marine op het eiland Luzon gelande strijdkrachten zullen, naar in Japansche marinekringen verluidt, te zamen met de reeds vroeger in het Noorden en Zuiden van het eiland ontscheepte formaties gebruikt worden voor den aanval op Manilla. De Britsche berichtendienst erkent in een be richt uit Manilla, dat Japanners met sterke strijdkrachten zijn geland in de omgeving dei- golf van Lingayen, In het communiqué van het hoofdkwartier te Manilla wordt gesproken van gevechten tusschen Lingayen en de stad Agoe. Tevens wordt bekend gemaakt, dat een onbe kend aantal Japanners omstreeks 160 K.M. ten noorden van Manilla met transportschepen is aangekomen en geland. De militaire woordvoer der verklaarde, dat de Japanners met sterke strijdkrachten zijn geland, dat zy een sterken aanval doen en dat een verbitterde strijd wordt geleverd. (D.NJ3.) Een mededeeling van het Japansche ministerie van buitenlandsche zaken, dat zeventig Japan sche staatsburgers op Mindanao door Ameri- kaansche soldaten zijn gedood of gewond, heeft by publiek en pers groote verontwaardiging te weeggebracht, zoo meldt Domei. Volgens de „Tsjoegai Sjogio Sjimpo" zyn de Japanners door Amerikaansche soldaten neerge sabeld en mishandeld. Japansche troepen deden bij hun landing op Mindanao den 20sten de ont dekking, dat tal van Japansche arbeiders op de hennepplantages meedoogenloos met machine geweren waren beschoten, terwijl Japansche vrouwen en kinderen thuis waren afgeslacht. Vele Japansche landarbeiders zijn door hun Amerikaansche werkgevers met jachtgeweren doodgeschoten. De „Asahi Sjimboen" schrijft: De wreedheden der Amerikaansche troepen bereiken haar hoogte punt. Dit blad publiceert in een extra bericht uit Sjanghai de volgende bijzonderheden: 20 December bevrijdden de op Mindanao ge lande Japansche troepen bij het ochtendmeken 12 000 van de 20.000 Japansche burgers, die door de Amerikaansche soldaten, alvorens deze terug trokken, meedoogenloos met mitrailleurs waren ^Als'gevolg vall deze gruweldaden ontstond een buitengewone opwinding onder de Japansche troepen, hetgeen leidde tot het besluit over de lijken der Amerikaansche soldaten ook de overige Japansche burgers te redden. Amerika heeft thans zijn duivelsche inborst onthuld. BIJ HONGKONG. Naar „Tokio Nitsji Nitsji" meldt, hebben de Japanners bij hun operaties tegen de versterkte stellingen van den vijand op Hongkong 713 ge vangenen gemaakt, die in hoofdzaak bestonden uit Britsch-Indiërs en Canadezen. De vijandelijke stellingen tusschen den zoo- genaamden Tatambocht tot voorbij de Victoria- Peak, waarheen de Engelschen zich hebben te ruggetrokken. liggen onder zeer sterk vuur der Japansche artillerie, dat ondersteund wordt door voortdurende bomaanvallen van de Japansche luchtmacht. (Domei). OFFENSIEF TEGEN CHINEESCHE TROEPEN Het D.N.B. meldt uit Nanking: Volgens een communiqué van het Japansche expeditleleger in centraal China is Zaterdag een algemeen offensief ontketend tegen de voor naamste strijdkrachten van Chineezen in de provincies Tsjekiang, Ahnwei, Kiangsi en Foe- kiEen groote formatie Japansche bommenwer pers heeft een aanval ondernomen op Loesji, een steunpunt van de troepen van Tsjoengking op 150 km. ten Westen van Lohjang; er werd brand veroorzaakt op het vliegveld en in muni- t.ieloodsen. Bovendien ontstond zware schade aan andere militaire installaties. Alle vliegtuigen keerden onbeschadigd op hun basis terug. OP MALAKKA. Het Britsche opperbevel te Singapore heeft in een communiqué medegedeeld, dat Japansche vliegtuigen voor de eerste maal Koeala Loempoei in Selanger op Malakka hebben aangevallen. In het communiqué wordt voorts onthuld, dat een kleine koopvaarder verloren is gegaan. Zes leden der bemanning werden gered. Vier Euro- peesche officieren en veertig inlandsche man schappen worden vermist. (Domei.). LEDEN DER BRITSCHE ARBEIDERSPARTIJ IN DEN ADELSTAND VERHEVEN. Volgens den Britschen berichtendienst ls le Londen bekend gemaakt, dat wederom vier le den der arbeiderspartij in den adelstand atm verheven. William Wedgwood Berm is burg graaf (viscount) geworden. Herbert Fletcher, H. Charles Latham en Josiah Wedgwood baronet. Deze titels, aldus de Britsche berichtendienst, zijn niet verleend bij wijze van politieke hulde of belooning, maar als bijzondere maatregel van staatspolitiek. Zij hebben ten doel de labour- fractie in het Hoogerhuis to versterken, omdat die in geen verhouding stond tot de sterkte der partij in het land, terwijl een regeering, be staande uit leden der drie partijen, het land be stuurt, (A.N.P.) OOK CANADEESCHE PREMIER KOMT OVER. Te Londen is officieel medegedeeld, dat Chur chill en Beaverbrook zich in de Vereenigde Sta ten bevinden. Uit Washington meldt de Brit sche berichtendienst, dat zij met Roosevelt alle vraagstukken zullen bespreken, die verband houden met de „gemeenschappelijke oorlogsin spanning." Volgens den Britschen berichtendienst zou Churchill vergezeld zyn van admiraal sir Dud ley Pound, van den chef van den generalen staf van het Britsche rijk, sir John Dill, van den luchtmaarschalk sir Charles Portal, van den Amerikaanschen ambassadeur te Londen, Winant, en van den persoonlijken vertegen woordiger van Roosevelt, Harriman, Naar de Britsche berichtendienst voorts meldt is te Ottowa officieel ipedegedeeld, dat de Ca- naaeesche minister-president, Mackenzie King, zich naar Washington zal begeven, om deel to nemen aan de conferenties met Roosevelt en Churchill. (D.N3.) OPPERSTE OORLOGSRAAD IN AMERIKA. Naar Associated Press uit Washington meldt, houdt president Roosevelt zich bezig niet de instelling van een oppersten oorlogsraad, die de belangrijkste besluiten over de oorlogvoering moet uitvoeren. Wendell Willkie heeft de Amerikanen aan gespoord om hard te werken en spartaansch te leven. Hij eischtc de 60-urige werkweek. (DN.B.) Victorie - Duitschland =wïnt voor Europa op alle fronten. Het opperbevel der Duitsclie weer macht meldde" in een extra bericht: Een duikboot, onder bevel van kapi tein-luitenant Bigalk, die op den At- lantischen Oceaan opereert, heeft een Engelsch vliegtuigmoederschip getor pedeerd. Het schip is gezonken. Het tot zinken gebrachte Britsche vliegkampschip van de Formidable- klasse, waarvan er in totaal 5 bestaan, is, naar van deskundige zijde te Ber lijn verluidt, een scliip van 23.000 b.r.t. Alle vliegkampschepen van deze klasse, die men als van het modernste type beschouwt, waren in 1939 op stapel ge zet. Over den naam van het tot zinken gebrachte schip is tot dusver nog niets naders bekend. (D.NjB.). Het D.N.B. meldt uit Belgrado: De leider van de propaganda-afdeeling van het Servische minister-presidium, de bekende publicist Djordje Peritsj heeft in de Zondags bladen van Belgrado belangwekkende, tot dus ver nog niet bekende, bijzonderheden gepubli ceerd over de verantwoordelijkheid van Roose velt voor het verval van Zuidslavië. Uit deze bijzonderheden blijkt, dat de Ame rikaansche gezant in Belgrado, Arthur Bliss Lane en zijn militaire attaché, kolonel Louis For tier, commandoposten bekleedden bij de En- gelsclie oorlogspropaganda in Zuidslavië. Ter wijl de gezant Lane zich belastte met het win nen van de Zuid-slavische politici en de ar beiders, vond kolonel Fortier een werkkring in militaire kringen. Het contact met generaal Simowitsj was reeds vroeger door bemiddeling van den advocaat Djordje Radin, een Ameri- kaansch staatsburger van Servische afkomst, tot stand gebracht, aan wien de Amerikanen hun berichtendienst in Zuidslavië hadden toe vertrouwd. De gezanten van Amerika en Enge land waren zeer dikwijls gast van den huize Radin, waar het complot tegen den vrede en tegen de vrijheid van Zuidslavië 'werd gesmeed. Op 22 Januari verscheen vervolgens te Bel grado de persoonlijke afgezant van Roosevelt, kolonel Donovan. Den volgenden dag bracht hij een. bezoek aan den prins-regent, den president en den vice-president der regeering, den mi nister van buitenlandsche zaken, en aan vele andere Zuidslavische persoonlijkheden, die hij voor de Engelsch-Amerikaansche plannen trachtte te winnen. Kolonel Donovan hechtte de grootste waarde aan zijn ontmoeting met generaal Simowitsj. Tijdens deze ontmoeting, die twee uur duurde, werd de noodlottige beslissing genomen. Gene raal Simowitsj verplichtte zich tegenover den afgezant van Roosevelt, Zuidslavië in den oor log tegen de spilmogendheden te storten. De toentertijd verantwoordelijke leiders van Zuid slavië lieten zich daarentegen niet door Dono van influenceeren. Zij bleven den weg volgen, die tot een- overeenkomst met hun naburen moest leiden. Op 14 Februari kwam de funda- menteele overeenkomst tusschen de spil-mo- gendheden en Zuidslavië tot stand. Desondanks hoopten de Amerikanen nog, dat het hun zou gelukken de verantwoordelijke mannen in Zuid slavië voor hun. plannen te winnen. Derhalve probeerde de Amerikaansche gezant de leiders van de oppositie te Belgrado te overreden om van hun kant invloed te oefenen op, de ver antwoordelijken in Zuidslavië in den geest van de wenschen der Amerikaansche en Engelsche diplomatie. Zoo kwam de resolutie tot stand, v/elke op 17 Maart aan denprins-regent werd overhandigd en waarin de chefs der oppositio- neele partijen openlijk de Angelsaksische oor logsthese verdedigden. Hoewel deze resolutie alleen voor den regent bestemd was, werd zij nog denzelfden dag door de Amerikaansche en Engelsche propaganda in duizenden exemplaren te Belgrado en in het binnenland verspreid. Ook alle onjuiste berichten, die destijds door de Amerikaansche en Engel sche pers werden verspreid, werden te Belgrado gedrukt op pamfletten, en in het geheele land verspreid, waardoor in het vroegere Zuidslavië op kunstmatige wijze een gevaarlijke 'oorlogs psychose werd gekweekt, een manoeuvre, welke met medewerking en steun der bolsjewisten werd uitgevoerd. Twee dagen nadat Zuidslavië tot het drie-mogendhedenpact was toegetreden, volgde de militaire putsch, waarop Roosevelt een gelukwensch-telegram zond. Tevens deelde onderstaatssecretaris Cordqll Huil den journa listen de ingetreden veranderingen in Zuidsla vië mede. Onmiddellijk nadat, generaal Simo witsj zijn regeering had gevormd, wendde hij zich tot president Roosevelt met een dringend verzoek om hulp. Deze hulp werd hem onmid dellijk toegezegd. De val van Zuidslavië biedt, zoo besluit Pe ritsj, omvangrijk materiaal voor een aanklacht tegen Roosevelt, den voornaamsten schuldige aan den strijd tusschen de volken. r Dit Nummer bevat TWEE Bladen m Het vrede-gerechtshof te Den Haag heeft heden arrest gewezen in de zaken tegen A. v. d. Heuvel en C. W. Kiers, reserve kapiteins, beschuldigd van doodslag op resp. Noordendorp te Wassenaar en Rademakers te Kessel. Verdachten waren door de arrondisse- ments-rechtbank te 'sGravenhage veroor deeld tot 2 en 6 maanden gevangenisstraf. Generaal-veldmaarschalk Von Brauchitsch heeft met de volgende dagorder, gedateerd 19 December, afscheid genomen van de soldaten van het leger: „Soldaten Met den dag van vandaag heeft de Fülirer persoonlijk de leiding van het leger op zich ge nomen. Tevens heeft hij mijn verzoek, dat ik eenigen tijd geleden heb kenbaar gemaakt, om mij wegens een hartkwaal te Ontslaan van de leiding van het leger, ingewilligd. Soldaten! B;jna vier jaar heb Ik als uw opperoevelhebber het beate leger ter wereld geleid. Deze jaren brachten Duitschland een overvloed van de grootste historische gebeurtenissen en voor het leger de grootste militaire successen. Trots en dankbaar kijk ik op dezen tijd terug. Trolsch op uwe prestaties, dankbaar voor uw trouw. Groote opgaver: zijn vervuld, groote en zware staan ons nog te wabhten. Ik ben er van over tuigd, dat gij ook deze tot een oplossing zult brengen. De Fü'nrer zal ons naar de overwinning leiden. Met staalharden wil en voorwaarts ge- richten blik. Alles voor Duitschland". (w.g.) Von Brauchitsch, generaal-veldmaarschalk. AFSCHEID VAN DEN FUEHRER. Het persoonlijk afscheid, dat de Fuehrer heeft genomen van generaal-veldmaarschalk von Brauchitsch, had plaats in den waardigen, ernstigen vorm zoo verluidt te Berlijn van bevoegde zijde die past bij de grootheid en bijzondere beteekenis van een dergelijk oogenblik. Al is in militaire kringen op het oogenblik niets bekend omtrent een ander emplooi voor den generaal-veldmaarschalk, toch wijzen zij er op, dat de heer von Brauchitsch niet ter be schikking gesteld, noch ook gepensionneerd wordt, daar ip Duitschland een generaal-veld maarschalk steeds in actieven dienst is, zooals bijvoorbeeld ook geldt voor veldmaarschalk von Mackensen. In verband met het manifest van den Fuehrer aan de soldaten, herhaalde mente Berlijn van officieuze zijde ten overstaan van persvertegenwoordigers,dat de oorlog thans de beslissing nadert. Derhalve is het alleszins be grijpelijk. dat de Fuehrer thans het opperbevel van het leger, dat het zwaartepunt der toekom stige operaties in bijzondere mate te dragen zal hebben, van nu af zelf in handen heeft geno men om een nog sterkere concentratie van de Duitsclie weerkracht dan tot nog toe tot stand te brengen. In militaire kringen herinnert men er te dezen aanzien aan. dat zoowel de plannen voor den veldtocht in Polen in al zijn phases, als de unieke vermetelheid der onderneming in Noorwegen, de veldtocht in Frankrijk en op den Balkan, de be zetting van Kreta, de strijd van generaal Rom mel in Noord-Afrika en' vooral de geweldigs ver nietigingsslagen in het Oosten alleen en uit sluitend ontsproten zijn aan het geestelijk initia tief en de geniale veldheerskunst van den Fueh rer zelf, zoodat hij eigenlijk het Duitsclie leger reeds altoos heeft aangevoerd en in de ver- eenlging van de leiding van de geheele weer macht met het opperbevel van het leger in zijn hand slechts de uitschakeling van een tot dusver nog aanwezige bevelsinstantie kan worden ge zien. (A.N.P.), van hedenavond tot morgenochtend De maan kwam heden op om 12.54 uur en ging omstreeks mid dernacht onder. .J Het vrede-gerechtshof veroordeelde reser ve-kapitein Kiers tot een gevangenisstraf voor den tijd van 5 jaren en reserve-kapi tein Van den Heuvel tot een gevangenis straf voor den tyd van 8 jaar. De moti veering van 'shofs uitspraken volgt hier onder, waaruit een pricipieel verschil tus schen beide gevallen, dat op de strafmaat van invloed is, blijkt. - DE ZAAK-KIERS. In de zaak-Kiers acht het hof wettig bewe zen en heeft de overtuiging bekomen, dat ver dachte de hem bij dagvaarding primair ten laste gelegde- feiten heeft gepleegd, met dien verstande, dat verdachte te Kessel op 10 Mei 1940, met het oogmerk om opzettelijk een man genaamd 1 Johannes Hubertus Rademakers -van het leven te berooven, opzettelijk op geringen afstand een met scherp geladen pistool, hem door zijn 'ambt geschonken, op dien man heeft af gevuurd, tengevolge waarvan die man door een kogel in het hoofd is geraakt en zoodanige verwondingen heeft bekomen,dat hij daaraan is overleden. Het hof overweegt daarbij het volgende: Uit de verklaringen van getuige Rademaker en Manche is komen vast te staan, dat verdachte toenmaals in den waan verkeerde, dat de leden van de Nationaal-Socialistische Beweging in Nederland een gevaar opleverden voor 's lands veiligheid, inzonderheid ten tijde van den oorlog, die venvacht werd. In verband hiermede heeft verdachte zich in dezen zin geuit,- dat de leden dezer beweging on schadelijk zouden moeten worden gemaakt, ter wijl hij daarbij in het bijzonder de persoon van den verslagenen Rademakers heeft genoemd. Door deze overtuiging geleid en in de mcening, dat hij handelde in overeenstemming met de heip door zijn' militaire meerderen verstrekte instructies, aanwijzingen en inlichtingen, heeft verdachte het voornemen opgevat om Johannes Hubertus Rademakers, nadat hij zijn onderge schikten had opgedragen dezen den avond van den 9den Mei 1940 in een cel in te sluiten, terstond na het uitbreken van den oorlog per soonlek onschadelijk te maken door hem van het leven te berooven. Weliswaar heeft verdachte verklaard, dat hij zich na den aanvang der vijandelijkheden naai de cel van Rademakers heeft begeven met de bedoeling hem naar een veiliger plaats te bren gen, omdat verdachte beducht zou zijn geweest, dqt het Jeven van Rademakers gevaar zou loo- pen door de omstandigheid, dat de cel, waarin deze zich bevond, onmiddellijk onder het vijan delijk vuur lag en dat verdachte hem met het oog daarop naar zijn elders gelegen commando post had willen overbrengen, doch het hof acht deze voorstelling van zaken onaanvaardbaar. Immers, het komt het hof volstrekt ongerijmd j voor. dat de commandant van een in gevecht gewikkelde stelling, als verdachte was. uit be zorgdheid' voor het leven van Rademakers, van wiens landsgevaarlijkheid hij overigens over tuigd was en wiens onschadelijkmaking hij noodzakelijk oordeelde zich persoonlijk zou heb ben willen belasten met de overbrenging van zoodanigen persoon naar een voor hem veiliger plaats. Waarbij nog komt, dat de plaats, waarheen hij beweerde Rademakers te hebben willen over brengen. 'zijn commandopost zou zijn geweest, een plaats, welke allerminst geschikt was voor het in bewaringstellen van gevaarlijk geachte personen. De nieuwe Europeesche orde verdraagt niet langer een individualisme van Staten als kunstmatige, niet in het wezen van het Euro peesche levensgebied gelegen, afzondering en afscheiding. Het historisch ontwikkelingsproces voert tot verbinding van hetgeen natuurlijkerwijs bij- eenbehoort en daarom was de verdeeldheid zaaiende Britsche staatkunde een invloed, welke Europa van haar bestemming afhield. „Vrij heid" niet slechts van menschen, maar even zeer, van staten krijgt een nieuwen inhoud: het is niet meer ongebondenheid, welke den aard dei* vrijheid uitmaakt, doch vrfj is hij. die zijn wezen volgens zijn ware bestemming kan ontplooien. Daarom kan in de nieuwe Europeesche Sta- tenwereld alleen die staat vrij heeten, die zich binnen het verband van de gemeenschap der Europeesche levensruimte op de plaats, welke hem in het groote geheel naar zijn aard toe komt, vermag te handhaven. Voortzetting van het Europeesche staten- individualisme dat in den grond der zaak niet anders was dan lioorigheid aan de Engel sche buiten-Europeeseh-macht is in het nieuwe Europa in het belang van haar vrijheid, die tevens de wèlbegrepen vrijheid harer staten is, niet langer mogelijk. Aan dezen eisch kan geen der betrokken staten zich onttrekken, want hij zou liet belang en de vrijheid van de Europeesche levensruimte als geheel en daar mede niet minder van zichzelf in gevaar bren gen en schaden. Het nationale denken blijft voorzeker een waarde van zeer hooge betee kenis ook het nieuwe Europa kan door, de verscheidenheid van nationalen eigenaard in alle opzichten slechts gebaat worden maar het is tot onvruchtbaarheid en ondergang ge doemd, indien het zich niet mede door het Europeesche denken, als de voorwaarde voor zijn voortbestaan, laat leiden. Voor de vrijheid van Europa en bijgevolg ook van Nederland heeft het Duitsche Rijk zijn krachten ingezet en brengt het de grootste offers in het besef van zijn historische roeping de ordenende macht in het nieuwe Europa te zijn. De Europeesche staat, die dit niet zou wil len erkennen en afzijdig zou blijven, verloo chent zijn waar Europeesch karakter en pleegt verraad aan de vrijheid van Europa, dat tevens verraad aan zichzelf is. Dr. J. H. C. Het hof heeft veeleer de overtuiging bekomen dat verdachte niet bezorgd was voor het leven van Rademakers doch dat hij van meening was. dat Rademakers, ondanks zijn insluiting in de cel onder hét raadhuis, toch nog gevaar zou kunnen opleveren, hetgeen zijn bevestiging vindt in een door verdachte ter terechtzitting van het hof mede afgelegde verklaring, dat hij be vreesd was, dat Rademakers tengevolge van de beschieting vari het gebouw, waarin hij zich be vond, „weder op vrije voeten zou kunnen raken. Het hof is van oordeel, dat de verklaring van verdachte, afgelegd den 29sten Juni 1940 voor den getuige Rops in diens hoedanigheid van ka pitein der marechaussee te Zwolle, belast met het verhoor van verdachte, houdende de erken ning door verdachte van zijn opzet Rademakers te dooden, als zijnde overeenkomstig de waar heid moet worden aangemerkt. Het Hof wordt in deze overtuiging bevestigd door de verklaring, door verdachte ter terecht zitting van het Hof afgelegd, dat hij te dien tijde in de meening verkeerde, dat hij Rade- makers terecht had gedood en deswege niet strafbaar was. een opvatting, welke verdachte, volgens zijn verklaring later heeft laten varen. Onder deze omstandigheden kan het Hof geen waarde toekennen aan de later op 24 Aug. 1940, door verdachte voor den officier-commissaris te 's-Gravenhage afgelegde verklaring, voor zoover hij daarbij zijn vorenbedoelde bekentenis her roept met de bewering, dat hij, verdachte, aan vankelijk tegen beter weten in, den indruk van een flink officier, die bewust handelde overeen komstig zijn plicht, heeft willen ;maken. Het Hof stelt derhalve vast, dat 'verdachte het oogmerk heeft gehad. Rademakers van het leven te berooven en dat hij aan dit voornemen uit voering heeft gegeven, door Rademakers opzet telijk een kogel door het hoofd te schieten, ten gevolge waarvan Rademakers is gedood. Het Hof is echter van oordeel, dat niet is komen vast te staan, dat verdachte vorenbedoeld voornemen na kalm beraad en rustig overleg lieeft ten uitvoer gele'gd. Echter zijn de omstandigheden, waaronder verdachte zich aan het leven van Rademakers heeft vergrepen, voor hem zeer bezwarend, voor zoover verdachte zich niet heeft ontzien een ongewapend, weerloos man, opgesloten in een cel. door een luikje iri de toegangsdeur dood te schieten. Met deze omstandigheden rekening houdende zou het Hof een zeer zware straf een eisch van recht achten. Anderzijds is het Hof echter van oordeel, dat de volgende overweging ter bepaling van do aan den verdachte op te leggenstraf mede in aanmerking behoort te worden 'genomen. Verdachte heeft van zijn militaire meerderen bij herhaling instructies, aanwijzingen en inlich tingen ontvangen, niet alleen omtrent, de zoo genaamde landsgevaarlijkheid van de leden der Nationaal-Socialistische Beweging in Nederland in het. algemeen, maar ook in het bijzonder met betrekking tot Rademakers. ANDERE SCHULDIGEN. Aldus is door verdachte verklaard en mede door verschillende getuigen bevestigd. Het is het hof uit eigen wetenschap bekend, dat de leidende militaire instanties, in overeen stemming met de toenmalige Nederlandsche regeerjngsorganen, een hoogst verderfelijken invloed hebben uitgeoefend op gezindheid en stemming in het leger met betrekking tot de leden der Nationaal-Socialistische Bewe ging in Nederland, waardoor de landverraad- legende in het leven is geroepen met alle noodlottige gevolgen daaraan verbonden. Voor den geest van wantrouwen en de daar mee samenhangende gesteldheid van on evenwichtigheid. welke op het Nederlandsche leger en op vele anderevolksgenooten bij het uitbreken van den oorlog een zoo uiter mate ondermijnenden invloed heeft gehad, zyn naar 'shofs oordeel in de eerste plaats de toenmalige Nederlandsche regeering en de leidende instanties, ook in de Neder landsche weermacht, aansprakelijk. Bij herhaling is van die zijde de indruk gewekt en bevorderd, dat de leden der Natio naal Socialistische Beweging in Nederland als zoodanig landsgevaarlyk waren en als land verraders behoorden te worden behandeld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 1