Binnenland
LEIOSCH DAGBLAD, Woensdag 10 December 1941 Tweede Blad
No. 25065
Wanneer zal den kweeker
recht worden gedaan?
MOTVRIJ
BLEIJS N.V.
De Komedianten
komen
82sfe Jaargang
Zijn arbeid moet ook hemzelf ten goede komen
Toestand in Ned. Indïë
vrij rustig
Bijzondere wijnbelasting
Sociale verzekeringen
voor Nederl. arbeiders
in België en Frankrijk
De luistervergunnïng
1942
MAKEN VAN UW WONING
OF MEUBILAIR 5623
LEIDEN - TELEF. 21078
RECHTZAKEN
FEUILLETON
Aan de meeste deelen van het Oostelijk front ligt een dikke
laag sneeuw. De slede bewijst hier goede diensten bij het ver
voer van post en voedsel.
(Atlantic-Holland),
Ski-les bij de infanterie. - Een kleine heuvel,
dicht achter de stelling, dient als oefenterrein.
De volleerde soldaten z|jn hier weer recruten
geworden. Het zal niet lang duren of allen be-
heerschen de lange latten en zijn klaar voor de
komende opdrachten.
(P.K. Schurer-Hoffmann)
Tot op weinige meters is de verkenningsafdeeling de vijandelijke stelling gena
derd. De goede dekking maakt de bescherming tegen verrassende bolsjewistische
aanvallen mogelijk. (Orbis-Holland)
In Twente kan men in dezen tijd weer den klagenden toon
hooren van den hoorn, welke gebruikt wordt bij het mid
winterblazen. Men doet dit meestal boven de put, op
het erf van de boerderij.
Polygoon-Zeylemaker.
Witlof is de eerste nieuwe gToente welke op de veilingen wordt aangevoerd.
Deze groente is gekweekt in witlof-stokerijen, waar de bakken centraal ver
warmd word. Het eerste witlof wordt veiling-klaar gemaakt.
(Polygoon-Kuiper)
E
Het kan niet ontkend worden, dat degenen die
zich met onderzoekingen bezighouden, ongeacht
op welk terrein, niet steeds de moreele waar
deering ontvangen die zij verdienen en nog
minder de financieele resultaten, waarop zij
krachtens hun prestaties recht hebben. Natuur
lijk hebben wij hierbij het oog op serieuze on
derzoekers, op menschen die bezield z|jn met de
gedachte, producten en artikelen te verbeteren
of uit te vinden, om daarmee de geheele volksge
meenschap te dienen. Er zijn ettelijke gevallen
aan te wijzen van menschen, wien zulks gelukt is,
terwijl zij maatschappelijk zelf tengevolge hun
ner experimenten bijna of geheel in armoede
hun dagen moesten slijten. Onderzoekers zijn
dikwijls menschen die zoo opgaan in idealen,
dat ze onvoldoende koopman zijn om het resul
taat van hun arbeid zoodanig „aan den man"
te brengen, dat ze er zelfs een betere maatschap
pelijke positie door deelachtig worden. Uitzonde
ringen bevestigen natuurlijk ook hier den regel.
Op kweekersgebied, ons bepalende bij dit ter
rein, is het niet anders. Een sterk voorbeeld
daarvan is ongetwijfeld de pionier der aardap
pelkweekers, wijlen de heer G. Veenhuizen te
Sappemeer, Meerdere nieuwe rassen met uit
nemende kwaliteiten heeft hij aan het Neder-
landsche aardappelsortiment toegevoegd. Inzon
derheid moge hierbij worden gedacht aan de
alombekende „eigenheimer". In de eerste plaats
heeft daarvan de Nederlandsche boer geprofi
teerd in den vorm van hoogere opbrengsten per
H.A. En dus van meer financieel gewin. In de
tweede plaats is de verrichte pioniersarbeid het.
Nederlandsche volk ten goede gekomen. Vooral
in tijdsomstandigheden als de huidige voelt ons
volk wat het zeggen wil, dat de Nederlandsche
boeren in ruime mate kwaliteitsaardappels ver
bouwen.
Nu deed zich, om even bij den heer Veenhuizen
te blijven, het feit voor, dat, zoodra deze met
den verkoop van een nieuw aardappelras begon,
ieder de gelegenheid had dit te vermeerderen en
het dan als pootgoed in den handel te brengen.
Daardoor was het mogelijk uitbreiding aan den
aanplant van het nieuwe ras te geven zonder
dat de kweeker eenige vergoeding ontving voor
zijn arbeid van meerdere jaren.
Het gevolg is dan ook geweest, dat de heer
Veenhuizen met moeite zijn kweekerswerk, waar
aan hij zijn liefde verpand had. kon voortzetten,
laat staan dat hij een belooning ontving in
overeenstemming met de waarde van zijn
prestaties.
Hetzelfde geldt in meerdere of mindere mate
van andere kweekers van land- en tuinbouwge-
wassen. Het is niet de geldelijke belooning doch
de liefde vdor den arbeid, die hen steeds weer
tot nieuwe scheppende werkzaamheid heeft ge
bracht en nog brengt. Met dat al plukt de bui
tenstaander voor een belangrijk deel de vruch
ten van jaren kweekersarbeid. Dat met het
kweeken van een nieuw ras jaren gemoeid zijn
heeft de bezoeker van den jongsten jaarbeurs in
den betreffenden stand in de Beatrixhal nog
eens duidelijk gedemonstreerd gezien. En dan
denke men aan de vele teleurstellingen, die zich
bij dit werk kunnen voordoen.
Niet iedere liefhebber met aanleg en kennis
van de materie is echter, afgezien van de
onbillijkheid die jegens de'kweekers tot nog
toe is bestendigd, financieel bij machte zich
aan dit mooie werk ten algemeenen nutte te
geven. De situatie is dan ook langzamerhand
zoo geworden dat kweekersarbeid voor een
groot deel alleen nog wordt verricht door
financieel krachtige liefhebbers en door per
sonen in dienst van groote maatschappijen
waar een directe winst niet op den voor
grond staat.
Van kweekerszijde is in den loop der jaren
meermalen aangedrongen op overheidsingrijpen,
terwijl door de bemoeiing van den Nederland-
schen Algemeenen Keuringsdienst (N.A.K.) te
Wageningen gedurende den allerlaatsten tijd
eenige verbetering is gekomen doordat uit een
door dit instituut in het leven geroepen fonds
kweekers bepaalde vergoedingen kunnen krijgen.
Een afdoende oplossing is dit nog geenszins.
Noodig is. dat de rechtspositie van den kwee
ker volledig wordt geregeld.
Verheugend is het daarom dat er hard gewerkt
wordt aan de tot standkoming van een besluit,
waarin een en ander ter bescherming van de
rechten van den kweeker geregeld wordt, opdat
degenen die zich daartoe geroepen gevoelen en
de kennis bezitten hun krachten kunnen geven
in dienst van den landbouw en daardoor in
dienst van hun volk.
Een eerezaak is het, winterhulp
te steunen.
Gironummer van de WHN 5553;
Het A.NP. meldt uit Batavia: De eerste en
tweede dag van het conflict met Japan ver
liepen zonder bepaalde uitzonderlijke gebeur
tenissen. Eergisteren zijn alle Japansche inge
zetenen van Batavia, in totaal circa 150, inclu
sief vrouwen en kinderen, geïnterneerd en per
specialen trein vervoerd naar een interneerings-
kamp. Hierbij kwamen geen incidenten voor.
Ook zijn eenige Europeanen, Chineezen en in-
heemschen, die connecties onderhielden met
Japansche onderdanen, in verzekerde bewaring
gesteld.
Gisteren is de volledige mobilisatie voor de
buitengewesten geëindigd. Voor Java zal de
volledige mobilisatie op Donderdag a.s. voltooid
z|jn. Op verschillende kantoren kampt men als
gevolg hiervan met een tekort aan personeel.
Het departement der marine heeft vele koop
vaardijschepen opgevorderd.
De voorzitter van den Volksraad, mr. Jonk
man, opende gisteren de vergadering van het
college van gedelegeerden met een toespraak,
welke een antwoord was op de proclamatie van
den gouverneur-generaal, die eergisteren aan
de bevolking van Ned.-Indië werd gericht.
Gezien de omstandigheden kan de toestand
vrij rustig genoemd worden. Natuurlijk neemt
men echter met toenemende spanning kennis
van de spaarzaam binnenkomende berichten
over de krijgsverrichtingen in het Pacificgebied.
PRIJSVASTSTELLING VOOR PERSFOTO'S
EN -TEEKENINGEN.
De staatscourant bevat een beschikking van
den secretaris-generaal van het departement
van handel, nijverheid en scheepvaart inzaak
de vaststelling van de prijzen van persfoto's en
persteekeningen.
Krachtens deze beschikking worden mini
mum-, tevens maximumprijzen vastgesteld voor
het recht van publicatie van foto's en teeke-
ningen voor de verschillende bladen volgens een
bepaalde schaal voorkomende in artikel 2 der
beschikking.
Voor nadere bijzonderheden wordt verwezen
naar den tekst der beschikking, welke heden in
werking treedt.
DE UITBREIDING VAN BREDA.
De correspondent van de „N.R.C." te Breda
meldt:
Naar burgemeester B. W. Th. van Slobbe ons
gisteravond heeft medegedeeld, staat het thans
vast, dat de uitbreiding van Breda met gedeel
ten van de gemeenten Ginniken en Bavel,
Princenhage en Teteringen op 1 Januari 1942
haar beslag zal krijgen.
In de Staatscourant van gisteren is opgeno-
inen een besluit van den secretaris-generaal van
het departement van financiën, betreffende
heffing van een bijzondere wijnbelasting. Hier
bij wordt bepaald, dat zoowel van ingevoerden
als van hier te lande vervaardigden moussee
renden druivenwijn en mousseerenden vruchten
wijn, beide soorten op flesschen een bijzondere
wijnbelasting wordt geheven.
Onder mousseerenden druivenwijn worden ver
staan alle, geheel of gedeeltelijk, uit druiven
bereide wijnen, welke per liter meer alcohol dan
10 gram bevatten en waaruit koolzuur bij het
ontsluiten van de verpakking bruisend ont
snapt. Onder mousseerenden vruchtenwijn wor
den verstaan alle uit andere vruchten dan drui
ven bereide wijnen, welke aan de in den vori-
gen zin genoemde voorwaarden voldoen.
De belasting bedraagt per:
moussee- moussee-
rende rende
druiven- vruchten
wijn: wijn:
1/4 flesch (inhoudende
ongeveer 0,2000 liter f. 0.60 f.0.30
1/2 liter (inhoudende
ongeveer 0,375 liter) f. 1.12% f. 0.55
1/1 flesch (inhoudende
ongeveer 0.750 liter) f. 2.25 f. 1.12%
1 literflesch (inhoudende
ongeveer 1 liter) f. 3.f. 1.50
Voor grootere flesschen wordt de belasting be
rekend in evenredigheid van het voor een liter
flesch verschuldigde bedrag.
Bij besluit van den secretaris-generaal van
het departement van sociale zaken zijn de on
dernemingen of organisaties in België en
Frankrijk, welke de sociale verzekeringen der
by haar werkzame Nederlandsche arbeiders op
gedragen hebbenaa n de stichting „de centrale
onderlinge Brussel" gelijk gesteld met in Neder
land gevestigde ondernemingen of organisaties.
Deze geiykstelling treedt in werking met in
gang van den dag waarop de stichting de
sociale verzekering der betreffende onderne
ming of organisatie overneemt.
Verder is bepaald, dat voor de arbeiders, in
dienst van vorenbedoelde ondernemingen en or
ganisaties, de tydeiyke uitkeering der ongeval
lenverzekering bedraagt: bij een uurloon van
56 cent of minder f. 3.50 per dag; by een uur
loon van 57 cent tot en met 60 cent f. 3.75 per
dag: by een uurloon van 61 cent tot en met
60 cent f. 4.— per dag; by een uurloon van
67 cent of meer f. 4.50 per dag. Voor arbeiders
met vast week- of maandloon bedraagt de ty-
deiyke uitkeering 80 pCt van het bruto-loon.
Aan de arbeiders wordt ook een vergoeding
verstrekt voor vacantiebonnen over volle kalen-
derweken, waarover tydelyke uitkeering wordt
verleend.
Deze vergoeding bedraagt: by een uurloon
van 56 cent of minder f. 0.92 per week; by een
uurloon van 57 cent tot en met 60 cent f. 1.02
per week; by een uurloon van 61 tot en met
66 cent f. 1.12 per week; by een uurloon van
67 cent of meer f 1.16 per week. Voor de her
leiding van week- of maandloonen tot uur-
loonen wordt de week geteld op 50. de maand
op 200 uren.
Het dagloon voor de berekening der premlën
wordt gesteld op het bruto-loon, door den ar
beider verdiend.
KAN VERKREGEN WORDEN NA BETALING
DER BELASTING 1941.
Voor het inwisselen van de luister vergunnin
gen van de 1.164.059 radio-ontvangtoestellen, die
op 1 October j.l. by den P.T.T, waren opgegeven,
is, met het oog op de grootte van dit aantal, een
lange termijn gesteld, n.l van heden tot 12
Maart a.s., d.i. ruim drie maanden, zy, die
zegels hebben geplakt, dienen op den daarvoor
vastgestelden dag de oude vergunning by een
postinrichting in te ruilen tegen een vergunning
1942. Wie via postrekening zyn verplichtingen
heeft voldaan over 1941, ontvangt over de post
zyn luistervergunning, waarna hij volgend jaar
wederom op postrekening 400200 het verschul
digde bedrag kan storten.
Houders van de zg. groene luistervergunning,
dat zyn zy, die vrijgesteld zyn van de verplich
ting tot het betalen van de luisterbydrage voor
een ontvangtoestel moeten niet in December,
zooals op de groene kaart vermeld staat, maar
eerst in Januari op een postinrichting een
formulier gaan halen om in te vullen. Wie tot
nog toe geen vrijstelling had, maai- meent daar
voor in 1942 in aanmerking te komen, moet be
ginnen te betalen, maar kan eveneens een for
mulier invullen.
Er wordt de nadruk opgelegd, dat de speciale
„controledienst luistervergunning", die tot dus
verre meestal met waarschuwingen volstond by
overtredingen, geleideiyk tot het treffen van
krachtiger maatregelen zal overgaan.
HAAGSCHE POLITIERECHTER.
Kind aan gezag onttrokken.
B. K. uit Leiden was door de politie gevraagd
of hij iets wist over een minderjarig knaapje,
dat gezocht werd. K. wist van niets, maar later
bleek dat hy het kind by iemand had gebracht
Zelfs had hy den vader van het kind geprobeerd
f. 200 afhandig te maken, onder belofte dan te
zeggen waar het kind zich bevond. Maar nu
stond hy terecht wegens onttrekken van het
k|nd aan het ouderlijk gezag en de Officier
eischte tegen hem zes weken gevangenisstraf.
De politierechter veroordeelde tot een maand
gevangenisstraf.
HAAGSCHE GERECHTSHOF.
Diefstal van benzine.
Uit het depot van den Opbouwdienst by Leid-
schendam verdween een vry belangryke hoe
veelheid benzine, die gestolen bleek te zyn door
een lid van dezen dienst. Een inwoner van
Leidschendam had enkele malen benzine ge
kocht, in totaal 170 liter, en wegens heling moest
hy terecht staan. Hy werd veroordeeld tot drie
maanden gevangenisstraf. In hooger beroep be
toogde verdachte in de meening te hebben ver
keerd, dat het benzine uit de zwarte handel was.
De proc.-generaal kon dat niet gelooven, en vor
derde nu vier maanden gevangenisstraf, zooals
de officier had geëischt.
Een blijmoedige romaD
door
WILHELM LICHTENBERG.
(Vertaling vaD Max van Straten).
Copyright L P O (G, L Weisz). A'dam.)
(30
Rafafela- stond op. „Dan spyt het me wer
kelijk mynheer
Campagna liet haar tot de deur gaan, toen
beval hij: ,HU]f!"
„Daldini ls dus weer geëngageerd?"
De kleine man was eveneens opgestaan. En
plotseling was er in zyn tenor een wonderlyk
bastimbre. „Signorina! U kunt staan noch loo-
pen op het tooneel. Uw stem zit als een slecht
gesneden paletot. Maar op het punt van af
persingen evenaart u een geroutineerde zange
res."
„Het spyt me werkehjkRaffaela wend
de zich opnieuw naar de deur.
„Halt!" riep Campagna. En toen, na een
vreeselyke pauze: „Ik moet voor uw chantage
wijken. Alleen al wegens Amerika. Goed brengt
u mij dien Daldini! Hy mag dan In Godsnaam
verder biljetten uitdeelen en tweede tenor pie
pen."
„Dank u, signor Campagna! De repetitie met
maestro AlbertI houd ik daarna."
Raffaela ging weer de piazza op. Ze was blU
en gelukkig. Want nu hoefde zij alleen Riccardo
nog maar te vinden. Ze vroeg de oude Leopar-
di's naar hem. maar die haalden onverschillig
him schouder op. Grobetty staarde haar weer
met verglaasde oogen aan, zonder antwoord te
kunnen geven, en noch de directrice, noch La-
briola. niemand wist, waar Riccardo zich op
hield. Raffaela zocht de heele plaats af, de
avond kwam steeds nader en de tyd drong
steeds meer. Op het laatst zocht het heele ge
zelschap, de kleine Manrico inbegrepen, naar
den verdwenen tweeden tenor. Riccardo bleef
onvindbaar. En Raffaela vreesde reeds, dat hy.
een vroegeren trein genomen had.
Om zeven uur begonnen de leden van de sta-
gione voor alle zekerheid het tooneel op te bou
wen omdat er nog steeds hoop leefde op het
doorgaan van de geredde benefice-ontvangst.
Om 19.46 zou Riccardo's trein gaan, en h|j
had gemeend, dat hy al een half uur eerder op
het station zou zyn. Raffaela liep er iets na
zevenen heen, maar Riccardo was niet te vin
den'. Kwart over zeven nog niet, eindelyk
kort voor half acht verscheen hy met zyn
koffertje.
„Ben je toch gekomen?" begroette hy haar
verheugd.
„Ik heb den heelen middag al naar je ge
zocht."
„Ach ja, ik heb me ergens in de wyngaarden
verstopt. Met Lucca en de troep had ik al af
gedaan. Zelfs met jou, Maria."
Ze vertelde hem snel en opgewekt wat er
gebeurd was en dat hy nu niet meer hoefde te
vertrekken.
Riccardo schudde eigenzinnig het hoofd.
„Neen, zoo gaat het niet meer. Dat doen we
niet!"
„Riccardo!" Raffaela keek hem ontzet aan.
„Neen, neen, neen! Campagna moet eindehjk
weten, hoe hij kunstenaars moet behandelen."
„Maar hy is bereid je terug te nemen."
„Zoo? Is hij dat? Wat genadig! Maar ik ben
niet meer bereid, zoo maar terug te komen. Als
een hond, dien men eerst wegjaagt en dan
weer terug fluit."
„Wat moet er dan gebeuren?" vroeg Raf
faela wanhopig
„Campagna moet my zyn excuus aanbieden."
„Dat .doet hy nooit."
„Dan vertrek ik,"
Raffaela keek radeloos om zich heen. Einde
lyk zei ze, om tyd te winnen: „Ik zal het hem
zeggen. Maar kom dan mee! Om half negen
begint de voorstelling."
Riccardo kreeg weer een rood hoofd en
snauwde: „Hoe vaak moet ik je het nog zeggen,
dat ik geen stap meer in het ristorante Bal-
bini zet? Als Campagna wat van me wil kan
hy hier op het station komen. Er is nog een
kwartier tyd."
„Riccardo!"
Maar hy werd nog boozer. „Als je me zoo
lang aanstaart, wordt het werkelyk te laat. En
ik zeg je, dat ik in den trein stap. Zonder een
spier te vertrekken. Campagna moet hier ko
men en zyn excuus aanbieden."
Raffaela wilde nog Iets antwoorden, maar be
dacht zich, omdat er geen tyd meer te verliezen
viel. Gelukkig was het slechts vijf minuten naar
het ristorante. Campagna stond voor de deur
en wachtte met geveinsde onverschilligheid op
den berouwvollen terugkeer van Riccardo Dal
dini.
Z|i nam zyn nand en trok hem mee. „Gaat
u gauw mee naar het station."
Campagna verzette zich. „Wat heb ik op het
station te maken?"
„Kom mee kom mee!" Ze sleepte den klei
nen directeur wanhopig met zich voort, hy ver
zette zich uit alle macht, maar moest voor
haar grootere energie buigen. De menschen op
de piazza lachten om het grappige stel, maar
Raffaela hoorde en zag niets meer. Ze zag
slechts den binnenstormenden trein voor zich,
den springenden minutenwyzer van de stations
klok, hoe Riccardo in zyn coupé stapte, en hoe
de trein wegreed
Buiten adem kwamen zy op het station aan.
Inderdaad stond de eenvoudige personentrein,
dien Riccardo zich met zyn voor de witte broek
gespaarde duiten net nog kon veroorloven, voor
en stopte drie minuten In Lucca. Drie minuten,
een ontzettend korten tyd, om twee zoo door
gewinterde kemphanen te verzoenen. Riccardo
had zijn voet reeds op de treeplank gezet, maar
wachtte nog op hen.
„Daar ls hy!" riep Raffaela. „En hy is vrij
willig gekomen."
Campagna wilde levendig tegenspreken, maar
Raffaela. die nog steeds zyn hand vasthield,
trok hem byna op den grond. „U bent vrywil-
lig gekomen," schreeuwde zy hem toe. En Cam
pagna zweeg vreemd genoeg. „Vraag hem
excuus!" beval zy zoo energiek, dat de schmiere-
tyran sidderde. „Snel, snel, denk niet lang na!
De trein vertrekt. Ik zing alleen, als u hem
excuus vraagt."
„Waarvoor moet ik hem excuus vragen?"
weerstreefde Campagna opnieuw.
„Voor mijn part omdat u hem niets gedaan
heeft. Zeg in hemelsnaam iets voor het te
laat ls."
(Nadruk verboden)
(Wordt vervolgd),