De strijd in het Oosten
82 ste Jaargang
VRIJDAG 21 NOVEMBER 1941
No. 25049
Generaal Weygand met
pensioen
Leidsche
Gemeentebegrooting 1942
Luchtgevecht
bij Leningrad
De spanning in het
Verre Oosten
Verspreide berichten
r
Met Duitschland tegen
het kapitalisme
-J
STADSNIEUWS
De uitgeweken Nederlandsche
regeering te Londen
Verklaring van Pétain
Het Diaconessenhuis
Een nieuw geluid in het
Oosten
EERSTE MAD
Bk Nummei bevat TWEE Maden
Een tekort van ƒ788.961
LEIDSCH
DAGBLAD
Directeur: J. W. Henns,
Directie en Administratie
25Ü41 (2 HJïfên)
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Telef. Redactie 2-1507.
Lorst, Leidei)
mm
Het D-N.B. meldt:
De bolsjewieken hebben geprobeerd met be
hulp van luchttransporten troependeelen uit
het ingesloten Leningrad naar elders te brengen -
9P 19 November stegen twee zwermen Duitsche
jagers op met de opdracht deze transportvluch-
ten te verhinderen. De Duitsche vliegtuigen be
reikten het Sovjet-vlieg veld juist toen twaalf
transportvliegtuigen, waaronder verscheidene
viermotorige toestellen en de daarbij behoorende
jagers waren opgestegen en zich boven het vlieg
veld verzamelden. De Duitsche jagers gingen
terstond tot den aanval over en schoten weldra
vijf transportvliegtuigen neer. De bolsjewieken
hadden het vliegveld bijzonder zwaar met lucht
doelartillerie beschermd, die uit alle stukken
vuurde. Desondanks voerden de Duitsche jagers
hun aanval uit, vernietigden in scheervlucht
nog een ander op de grond staand transport
vliegtuig en schoten in luchtgevechten drie Sov
jet-jagers neer. Na de uitvoering van den aan
val, waarvan in totaal negen vijandelijke vlieg
tuigen het slachtoffer werden, keerde de Duit
sche formatie zonder eigen verliezen naar de
thuishaven terug
Gisteren zijn de besprekingen te Washington
met Koesocroe voortgezet, maar officieel zwijgt
men over het verloop.
De Japansche regeering heeft haar gezant in
Panama opdracht gegeven opnieuw bij de Pa-
nameesche regeering een ernstig protest in te
dienen wegens de door haar genomen anti-Ja-
pansche maatregelen. De regeering van Panama
heeft, naar men van Japansche zijde verklaart,
tot dusverre nog op het Japansche protest van
8 November geantwoord, noch haar optreden
tegenover de in Panama wonende Japanners
ongedaan gemaakt of verzacht
De buitengewone zitting van het Japansche
parlement heeft alle kwesties, die op de agenda
stonden, behandeld.
Volgens Domei werden verschillende maat
regelen genomen om de positie van Japan in
geval van oorlog tegen iedere eventualiteit te
waarborgen Het Lagerhuis is daarna op reces
gegaan, het Hoogerhuis zal heden met de ge
bruikelijke plechtigheden worden gesloten.
(DJN.B.)
IRAK WILLIGT BRITSCHE EISCHEN IN.
De Iraksche regeering heeft de volgende
eischen van de Britsche militaire autoriteiten in
hun geheel ingewilligd:
Het Iraksche leger zal geen gemotoriseerde
eenheden meer hebben, geen kanonnen en zware
machinegeweren, geen pantserwagens, geen
luchtmacht en ook geen verkenningsvliegtuigen
of vliegtuigen voor de burgerluchtvaart.
De Iraksche vliegers zullen niet meer ten
volle bewapend zijn. doch slechts nog geweren
en lichte machinegeweren bezitten. Het tegen
woordige aantal Iraksche troepen zal geleidelijk
worden verminderd. De Iraksche troepen zullen
in gebieden worden gestationneerd, welke het
Engelsche opperbevel voorschrijft. De controle
op vliegvelden, versterkingswerken en verkeers
wegen zal door de Britsche autoriteiten worden
uitgeoefend. De munitie en al het materiaal
van het Iraksche leger zullen al naai- gelang
van de behoefte ter beschikking worden gesteld
van het Britsche leger. De Britsche troepen in
Irak zullen naar believen worden versterkt, zon
der dat de Iraksche regeering zich daarover zal
mogen uitspreken. (D.N3.)
25.000 AMERIKAANSCHE TECHNlfcl
IN BRITSCHEN DIENST.
Volgens een bericht van den Engelschen
nieuwsdienst is Woensdag te Londen bekend
gemaakt, dat 25.000 Amerikaansche technici in
den Britschen technischen dienst worden aan
gesteld. Nog vóór Kerstmis zouden zij met hun
taak beginnen Deze Amerikaansche technici
zouden niet aan de oorlogswetten onderworpen
zijn en geen wapendienst behoeven te verrich
ten. (DN.B.)
MINISTERS WELTER EN
STEENBERGHE AFGETREDEN.
Naar men uit Londen meldt zijn om niet nader
genoemde redenen twee leden van het kabinet
der geëmigreerde Nederlandsche regdering op
14 October op eigen verzoek afgetreden, name
lijk de minister van koloniën, de heer Ch. J. I.
M. Weiter en de minister van handel, bedrijven
en scheepvaart, mr. M. P. C. Steenberghe. De
heer Steenberghe was ook minister van land
bouw en visscherij ad interim en minister van
financiën ad interim.
Tot minister van koloniën is benoemd dr. H.
J. van Mook, directeur van het departement
van economische zaken te Batavia. Tot minis
ter van handel, bedrijven en scheepvaart is be
noemd de heer P. A. Kerstens, lid van den
Volksraad in Nederlandsch Indië.
Dr. .H. J. van Mook bekleedt sinds medio 1937
de functie van directeur van het departement
van economische zaken, te Batavia. De heer P.
A. Kerstens is reeds jarenlang, lèider der Indi
sche katholieke partij. Hij vermocht in die
functie niet altijd de eenheid in die partij te
bewaren. Reeds eenmaal kwam het tot een
breuk in deze partij, voornamelijk als gevolg
van zijn gebrek aan tact en soepelheid. De heer
Piet Kerstens kan niet anders beschouwd wor
den dan als een politieke figuur.
Gisteravond is officieel bekend gemaakt, dat
de algemeen gedelegeerde der Pransche regee
ring in Afrika, generaal Weygand, met pen
sioen is gegaan.
Een andere officieele mededeeling zegt. dat
de functie van algemeen gedelegeerde der Fran-
sche regeering in Afrika wordt opgeheven en
wordt omgezet, in een permanent secretariaat-
generaal, dat direct staat onder den vice-presi
dent en gevestigd is te Algiers. Dc voormalige
medewerker van generaal Weygand, vice-admi-
raal Fenard, wordt tot secretaris-generaal be
noemd.
Bij een decreet, dat heden in de Staatscou
rant verschijnt, wordt in Fransch-Afrika een
opperbevel voor Noord-Afrika ingesteld, waar
mede generaal Juin, die tot nu toe het opperbe
vel heeft gevoerd over de landstrijdkrachten in
Marokko, wordt belast. Ook wordt een opperbe
vel voor Fransch West-Afrika ingesteld, dat zal
worden opgedragen aan generaal Barraud, die
tot nu toe opperbevelhebber is geweest van de
landstrijdkrachten in Fransch West-Afrika.
.Naar van bevoegde Fransche zijde wordt
medegedeeld, heeft generaal Weygand Vichy
verlaten om zich naar een stad in Zu.» ^Frank
rijk te begeven, waar hij rust zal nemen (DNB)
Generaal Weygand heeft naar aanleiding van
zijn aftreden een boodschap gericht tot de
Fransche hooge commissarissen, residenten en
gouverneurs-generaal in Fransch Afrika. Hij
spreekt daarin zijn dank uit voor hun medewer
king. De boodschap eindigt met de woorden:
..Dank zij u wordt de eenheid met den maar
schalk, het staatshoofd met den dag hechter;
zij is de garantie voor onze toekomst. Beijvert u
er voor. dat allen haar in loyaliteit en discipline
trouw blijven."
Generaal Weygand heeft naar aanleiding van
zijn pensionneering de volgende dagorder gericht
tot het Fransche leger in Afrika:
Officieren, onder-officieren en soldaten dei
bewapende strijdkrachten van Fransch-Afrika
Het was de laatste Lrotsch en de laatste vreugde
van mijn militair leven aan uw hoofd te zijn ge
steld. Op het oogenblik, dat ik u verlaat, richt
ik tot u mijn afscheidsgroet. Blijft evenals voor
heen uw heerlijke traditie, uw eed op de vlag
trouw, blijft sterk, gedisicplineerd en eensgezind
achter uw chef, den maarschalk. Die houding
rechtvaardigt iedere hoop. Alleen door haar kar
die hoop worden verwezenlijkt. Ik nijg met eer
bied voor uw vlaggen en standaarden. Het har'
omhoog! (D.N3.).
Het decreet over de afschaffing van den post
van algemeen gedelegeerde der regeering in
Fransch-Afritai wordt door een rapport van het
staatshoofd maarschalk Pétain ingeleid.
Bij de instelling van dezen post op 6 Septem
ber 1940, zoo luidt het rapport, was het doel,
door een actieve coördinatie de veiligheid te
I garandeeren van de gebieden, die het meest
rechtstreeks werden bedreigd, te weten Ma
rokko. Tunis en Senegal, voorts het economisch
stelsel van de bezittingen te verbeteren, ten
einde op die wijze de bevolking, zoowel kolo
nisten als inlanders, tegen de uitwerking van
de blokkade te beschermen, alsmede om de
veranderingen en aanpassingen in te voeren,
die in den geest der nationale revolutie noodig
waren en ten slotte om de sterk verminderde
militaire strijdkrachten met Jiet oog op de
Veiligheid van alle bezittingen te verdeeleu.
De missie, welke generaal Weygand als alge
meen gedelegeerde der regeering in Fransch-
Afrika sinds meer dan een jaar heeft vervuld,
heeft thans voldoende resultaten opgeleverd,
zoodat de uitzonderingspositie van den algemeen
gedelegeerde kan worden afgeschaft en dit zon
der nadeel voor de reeds bestaande politieke en
bestuursorganisaties. Nu deze taak is vervuld,
zou deze positie het gevaar met zich brengen,
dat zij in de toekomst eenerzajds het initiatief
der autoriteiten van de bezittingen zou belem
meren en anderzijds de betrekkingen van deze
autoriteiten met het centrale bestuur zou be
moeilijken. (D.N.B.).
Ter gelegenheid van het aftreden van generaal
Weygand publiceert de Fransche regeering een
door het staatshoofd maarschalk Pétain onder-
teekende dagorder aan de natie, waarin Wey-
gands verdiensten worden geroemd en de voor
naamste daden uit zijn militaire loopbaan in d°
herinnering worden teruggeroepen. „Als roem
rijk officier," zoo luidt de dagorder, „heeft ge
neraal Weygand Frankrijk 56 jaar gediend. In
de tijden van succes en in de uren der beproe
ving heeft hij karaktereigenschappen en be
kwaamheden aan den dag gelegd, die de grootste
voorbeelden der Fransche militaire traditie
v/aardig zijn." (D.N.B.).
40 JAAR AAN DEN WITTE SINGEL.
In den intiemen kring van bést-uur, doktoren
en verplegend personeel, voor zoover niet door
dienst verhinderd daarbij aanwezig te zijn, is
dezer dagen op eenigszins feestelijke wijze het
feit herdacht, dat 40 jaar geleden het Diacones
senhuis aan den Witte Singel werd betrokken,
nadat het Huis op 27 Februari 1897 door eenige
particulieren in een perceel aan het Plantsoen
was opgericht en aldaar sindsdien gehuisvest ge
wéést.
De voorzitter van het bestuur, prof. dr. J. N.
Bakhuizen van den Brink heeft daarbij een
overzicht gegeven van de stichting en den ge-
stadigen groei van de inrichting.
De bijeenkomst werd verder opgeluisterd door
zang van mevrouw Harder, terwijl mevrouw O,
C. D. IdeuburgSiegenbeek van Heukek>m een
interessante en met lichtbeelden geïllustreerde
causerie hield over Zuid-Afrika.
Aan alle aanwezigen werd eën passende blij
vende herinnering aan dezen dag aangeboden
in den vorm van eenige teksten en spreuken,
welke eveneens werden uitgefelkt aan alle pa
tiënten en het verdere personeel.
VEREENIGING TOT IJSBESTRIJDING.
De jaarvergadering.
Bovengenoemde -vereeniging hield gistermid
dag in café-restaurant ,,'t Schuttershof" een le
denvergadering, welke bij ontstentenis wegens
verhindering van den voorzitter, den heer J. W.
Bonda, werd gepresideerd door den heer L, A.
Mennes. Deze heette de aanwezige leden harte
lijk welkom, waarna de secretaris-penningmees
ter, de heer H. R. Troost de notulen der vorige
vergadering voorlas, welke ongewijzigd werden
vastgesteld. Aan zijn jaarverslag ontleenen wij
de( mededeeling, dat de gevolgen van den stren
gen winter 1940'41 met vele middelen werden
bestreden, zulks temeer waar de voedselvoor
ziening het open houden van het vaarwater
noodzakelijk maakte. Er werd daartoe regelma
tig samengewerkt met den Rijkswaterstaat, ter
wijl de financiering mogelijk was door de stich
ting van een garantiefonds, waartoe een 18-tal
gemeentebesturen in het district der Kamer van
Koophandel voor Rijnland geldelijken steun
verleende. Een ijsbreker was van 22 December
tot 11 Februari nagenoeg dagelijks in dienst.
Ondanks de daaraan verbonden kosten ad f 1900
behoefde slechts 38% van het garantiefonds,
zijnde een bedrag van f. 1600 te worden aange
sproken en werd er nog f.360 winstgemaakt.
Er traden niet minder dan 32 nieuwe leden toe.
waardoor het ledental thans is gestegen tot 75.
De inkomsten bedroegen, inclusief een begin-
saldo van f.700 ruim f.3000, dè uitgaven onge
veer f.2000.
Op advies van den heer Mennes, die de boek
houding controleerde, werd den heer Troost on-
FANATISCHE EENZIJDIGHEID EN
WERKELIJKHEID SZIN.
(Van onzen politieken medewerker).)
BIJ het beoordeelen van den huldigen toe
stand moet men steeds uitgaan van het wezen
der nationaal-socialistische idee. Stelt men
zich op die basis, dan valt het velen gemakkelij
ker zich een juist oordeel te vormen over den
strijd, welke thans wordt gevoerd. Het nationaal-
socialisme heeft de vaan van de eer van den
arbeid in de ééne hand, terwijl de andere hand
het zwaard hanteert.
Deze nationaal-socialistische gedachte geeft
dus wel duidelijk aan, dat een kracht de ver
loren waardigheid moet terugwinnen; eerst dan
zal naar beste weten en kunnen arbeid aan de
instandhouding van het geheel mogelijk zijn.
Een fanatische eenzijdigheid, die er in den
laatsten tijd in vele reactionnaire kringen
heerscht. was dan ook niet in staat een vol
komen begrip voor de worsteling tusschen de
goede en duivelsche machten in het Oosten van
Europa aan den dag te leggen. Thans evenwel
moet men met nuchtere oogen in het streven
van de nieuwe ordening in Europa een zuiveren
werkelijkheidszin bespeuren. In de eene hand
het zwaard, in de andere hand de vaan van de
eer van den arbeid, zoo moet men den grooten,
heroïeken strijd zien.
In het bolsjewisme waren de machten dei-
duisternis vereenigd. De bedoeling dezer mach
ten was niet anders dan een volkomen vernieti
ging der Europeesche staten, om ten slotte het
bolsjewisme de mogelijkheid te schenken, Euro
pa te veroveren. De Duitsche weermacht en de
met haar verbondenen, hebben deze macht vol
komen gebroken en het tijdstip van de alge-
heele ineenstorting van het bolsjewistische bol
werk is nabij. In een gebied van duizenden
kilometers is het bevrijdingsleger met het
zwaard in de hand opgerukt, de tegenstand
werd gebroken en een terrein, dat wacht op
zijn volledige ontplooiing, ligt braak.
ACHTER de troepen, die het zwaard han-
teeren, komen thans zij. die de vaan van de
ïer van den arbeid met zich voeren.Hun groote
doel is, op de puinhoopen van het bolsjewisme
.de grondslagen te leggen voor een nieuwe toe
komst.
Het materialistische bolsjewisme heeft veel
vernietigd, doch de bodem van het land bleef
intact. Een normaal leven zal moeten terug-
keeren, terwijl een vruchtbaarheid en een loyale
ontwikkeling de eerste grondslagen zullen zijn
voor een spoedige ontplooiing.
„Een Oost-Europa met zijn rijkdom aan na
tuurlijke schatten en ertsen zal niet meer tegen
Europa worden gemobiliseerd, doch in dienst
gesteld worden van ons werelddeel", zoo kon
digde Adolf Hitler in zijn rede tar herdenking
van den negenden November in München aan.
De Führer was ook hier weer bezield met het
vaste geloof in de wedergeboorte van het nieu
we Europa.
Weinige dagen later stelt Hitler een R*jks-
ministerie in voor de bezette gebieden in het
Oosten. Deze daad. de vervulling van het ge
sprokene bij de Feldherrnhalle in München,
waar na achttien jaar wederom getuigd werd
van de waarachtigheid van de nationaal-socia
listische idealen, is van historischen omvang.
Door het instellen van het burgerlijk bestuur
in deze bezette gebieden, wordt de mogelijkheid
geschapen, na de bevrijding van het bolsjewis
tische gevaar, een nieuw leven geboren te doen
worden.
Deze daad kan niet anders gezien worden als
een ontsluiting van het gebied, waar een onder
gang was van oude waarden. Het is de groot
heid van deze taak. die de fanatische eenzijdig
heid tot werkelijkheidszin moet brengen. Met
deze revolutie heeft Hitier slechts één doel n.l.
wederom vrijheid, arbeid, vreugde, welvaart, eer
en fatsoen onder het menschdom te brengen.
Dit verwezenlijken is slechts dan mogelijk, in
dien bolsjewisme en kapitalisme volkomen zijn
vernietigd. Aan dat groote front strijden mil-
lioenen mannen met mannelijken moed. Het is
het nieuwe geluid, dat in het Oosten klinkt, een
opbouw, een periode, die naar een nieuwen tijd
voert.
Duitschland's strijd wordt nog vaak misver
staan, maar zij, die zich kunnen los maken van
de fanatische eenzijdigheid, die alles met nega
tieve redenen bestempelt, zullen thans tot het
besef komen, wat de wil en de beslistheid van
den strijd voor de nieuwe ordening der volkeren
in werkelijkheid beteekent.
H. A. G.
der dankzegging voor zijn accuraat beheer en
vele verrichte werkzaamheden décharge ver
leend.
De heer L. A. Mennes, die periodiek aftrad,
werd bij acclamatie als bestuurslid herkozen.
Besloten werd wederom de medewerking dei-
gemeentebesturen in te roepen voor de stichting
van een garantiefonds van f. 5000.
De contributie werd op het oude peil gehand
haafd.
Bij de rondvraag werden verscheidene wen-
schen geuit, terwijl werd gewezen op de drin
gende noodzaak om ten bate van de voedsel
voorziening het vaarwater ook in den komen
den winter open te houden, nu het vervoer in
verband met de beperking van het verkeer op
den weg in nog meerdere mate dan in den vori-
gen winter het geval was, is aangewezen op de
waterwegen.
Hierna volgde sluiting der vergadering.
De Eercprüs van den Führer voor de zweef-
vliegsport in 1938. - Een barnsteenen schaal,
vervaardigd bij de „Staatlichen Bernstein-
Manufaktur" in Koningsbergen.
(Barleben-Stapfj^
Met betrekking tot de begrooting. voor 19£2
geeft de burgemeester de volgende toelichtin
gen, mede in vergelijking met 1941:
Wat de begrooting 1941 betreft, wordt in her
innering gebracht, dat zij aanvankelijk dooi
den Gemeenteraad in de vergadering van 24
Februari 1941 werd vastgesteld met een onge
dekt tekort van f. 280.221.waarbij was gere
kend op de heffing van opcenten op de ge
meentefondsbelasting en 170 opcenten op de
personeele belasting.
Inmiddels was verschenen het besluit van de
Secretarissen-Generaal van de Departementen
van Financiën en van Binnenlandsche Zaken tot
regeling van de gevolgen voor het jaar 1941 voor
de provinciën, het gemeentefonds en de ge
meenten van de vervanging van de tot toen be
staande belastingen naar het inkomen door één
enkele inkomstenbelasting. Deze regeling kwam
in het algemeen hierop neer, dat de geldende
uitkeeringen uit het Gemeentefonds gehand
haafd bleven en dat de gemeenten uit dat Fonds
een uitkeering kregen gelijk aan de opbrengst
van de tot dusver geheven opcenten op de ge
meentefondsbelasting, terwijl ingevolge nadere
uitvoeringsvoorschriften aan die gemeenten,
welke met de feitelijke opcenten-heffing over
1940/'41 niet meer konden uitkomen en die nog
de mogelijkheid gehad zouden hebben het aan
tal op te voeren, eveneens uit dit Fopds, een
bijdrage kon worden verleend tot ten hoogste
het bedrag, dat de nog niet geheven opcenten
voor onze gemeente dus 20 hadden kun
nen opbrengen. Aan dit laatste was echter o.m.
de voorwaarde verbonden, dat voor de perso
neele belasting de tarieven werden opgevoerd
tot driemaal de hoofdsom. Om voor bedoelde
bijdrage in aanmerking te komen, moesten mits
dien de opcenten op de personeele belasting als
nog tot 200 worden verhoogd. In verband met
een en ander werd de begrooting 1941 nader
gewijzigd bij besluit van den Gemeenteraad van
13 Maart 1941.
Het tekort van f. 2-80.221.dat inmiddels nog
door den ingevoerden duurtetoeslag was geste
gen tot f340.221.kon daarbij worden vermin
derd tot f. 33.930.voornamelijk door een in-
tusschen mogelijk gebleken hoogere raming van
de uitkeering per inwoner uit het Gemeente
fonds, door de verhooging van de opcenten op
de personeele belasting tot 200 en door het uit
trekken van de bedoelde bijdrage ad f. 116.450.-,
gelijk aan de opbrengst van 20 opcenten op de
v roegere gemeentefondsbelasting.
Voor het jaar 1942 werden ten aanzien van
een en ander nog geen voorzieningen door de
Regeering getroffenovereenkomstig de van het
Departement van Binnenlandsche Zaken bij
circulaire van 13 September 1941 ontvangen
aanwijzingen is er bij de samenstelling van de
nieuwe begrooting van uitgegaan, dat voor 1942
soortgelijke regelingen zullen geldep als voor
1941. De op deze basis opgemaakte begrooting.
waarin derhalve ook weder zijn opgenomen 200
opcenten op de personeele belasting cn een
extra-bijdrage uit het Gemeentefonds terzake
van de vroegere marge van 20 opcenten op de
voormalige gemeentefondsbele.sting, wijst een te
kort aan van f. 788.961.—dit resultaat is der
halve aanmerkelijk ongunstiger dan dat dei-
nader gewijzigde begrooting 1941. De oorzaak
hiervan is gelegen in het feit, dat verschillende
uitgaven en inkomsten bleven stijgen, resp. da
len, zonder dat de gemeente daarop eenigen
invloed van beteekenis kan uitoefenen; trou
wens, naar te verwachten valt, zal door dezelfde
oorzaak ook de rekening 1941 straks een on
gunstiger beeld vertoonen dan de (gewijzigde)
begrooting van dat jaar.
Van de nadeelige verschillen tusschen de be
grootingen 1942 en 1941 kunnen als voornaam
ste de volgende worden genoemd.
De rekening 1940 heeft in hoofdzaak even
eens tengevolge van de tijdsomstandigheden,
een exploitatietekort van f. 251.266.—dat ten
laste van den dienst 1942 komt, waartegenover
de begrooting 1941 kon worden geopend met een
batig saldo van den dienst 1939 ad f. 134.812.—,
hetgeen derhalve een ongunstig verschil uit
maakt van niet minder dan f. 386.078.—. Meer
benoodigd is verder o.a. voor: rente en aflos
sing van geldleeningen rond f. 85.000.—, zulks in
verband met plaats gehad hebbende consolidatie
van kasgeldleeningen en nog te sluiten vaste- en
kasgeldleeningenvoor politie f. 20.000.—voor
namelijk wegens uitbreiding van het personeel;
voor fabricage-uitgaven, waarbij uiteraard met
het prijspeil rekening was te houden f. 32.200.-;
voor verpleging van arme krankzinnigen
f. 19.600.— en voor subsidie aan den Gemeente
lijken Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon
f. 60.000.—welke beide stijgingen geen nadere
verklaring behoeven; voor de exploitatie van de
Centrale Keukens f. 17.500.voor onvoorziene
uitgaven f. 45,000.ten behoeve van de ver
schuldigde vereveningsheffing en het aandeel in
de ziekenfondspremie, welke de gemeente in het
algemeen voor haar arbeidscontractanten heeft
te betalen. Daarnaast staan belangrijk lagere
inkomstenposten, waarvan wel in de eerste
plaats is te noemen de winst van de Lichtfa
brieken. die f. 90.500.bij de raming van 1941
achterblijft, uiteraard mede onder invloed van
de tijdsomstandigheden; zoolang door den oor
logstoestand allerlei maatregelen ten aanzien
van prijspeil en rantsoeneering van het ver
bruik noodzakelijk blijken, zullen vanzelfspre
kend deze beperkingen zich weerspiegelen in de
cijfers der bedrijfsbegrootingen. Voorts moet het
verlies vén hét Openbaar Slachthuis f. 17.000.—
hooger worden uitgetrokken, omdat aan de be
grooting 1941 een extra bate van f. 20.000 we
gens de toen te verwachten.meerdere winst over
1940 kon worden ten goede gebracht: vervol
gens liepen de marktgelden met f. 14.000— en
andere belastingen met f. 27.000.terug :n
kan er thans door den kapitaaïdlenst geen uit
keering meer ter zake van het Fonds voor
Stadsverbetering en Sociale Doeleinden plaats
hebben, uit welken hoofde de begrooting 1941
als restantbedrag f25.000.— ontving. Behalve
de genoemde, zijn er nog tal van andere posten
aan te wijzen met hoogere uitgaven of lagTe
ontvangsten, die elk op zichzelf weliswaar niet
zoo groote bedragen uitmaken, maar die geza
menlijk toch een zeer aanzienlijke som vormen.
En hiertegenover kan slechts als eenige mee
valler van beteekenis worden vermeld een hoo
gere raming van de uitkeering uit het Ge
meentefonds met f. 81.026.doordat thans van
het uitkeeringsjaar 1939/'40 kan worden uitge
gaan, dat gunstiger was dan hét uitkeerings
jaar 1938/'39.
Het is de gemeente uit eigen kracht helaas
niet mogelijk om een zoo groot tekort te dek
ken. De uitgaven zijn alle met inachtneming
van de meest strikte zuinigheid begroot, waar
bij is te bedenken, dat vele en daaronder zeer
belangrijke posten vaste verplichtingen vormen,
waaraan ten eenenmale niet valt te tornen. Ook
overigens moet echter een vermindering uitge
sloten worden geacht, tenzij men de vooral in
dezen tijd noodzakelijke sociale bemoeiingen
van de gemeente inperkte en daarmede ernstige
schade toebracht aan de gemeenschapsbelan
gen; bovendien zou een zelfs ingrijpende be
snoeiing op dit gebied in verhouding tot het
begrootingsdeficit nog slechts een betrekkelijk
gering bedrag kunnen opleveren.
De inkomsten zijn eveneens zoo scherp mo
gelijk geraamd en kunnen dan ook niet worden
verhoogd. Het -is duidelijk, dat de winst van de
Lichtfabrieken één der voornaamste baten
door de huidige omstandigheden zeer nadeelig
beïnvloed wordt; kon in vroegere jaren een na
dere beoordeeling van de vermoedelijke bedrijfs
resultaten dikwijls ln aanzienlijke mate tot het
behoud van het begrootingsevenwicht bijdragen,
de toestand van dit oogenblik -1 een verhoo
ging van de uitgetrokken winst niet toe.
De gemeente-belastingen zijn reeds tot het
wettelijke maximum opgevoerd of kunnen, mede
gelet op de rijksheffingen, practnsch niet meer
worden verzwaard. Reserves of dotaties van den
kapitaaldienst, die voorheen eveneens meerma
len ten dienste stonden voor het sluitend maken
van de begrooting, kunnen thans behoudens
een beschikking over f30.000.van de reserve
van het Grondbedrijf niet meer worden aan
gewend. omdat dergelijke bijzonder middelen
zijn uitgeput. En hierbij mag men zich niet ont
veinzen, dat als gevolg van de heerschende om
standigheden het begrootingsbeeld ook voor de
naaste toekomst door allerlei onzekere factoren,
wordt beheerscht, die eer den tendenz van toe
neming van uitgaven, dan van verlichting van
lasten vertoonen.
Er is dus geen andere weg dan vaststelling
van de begrooting met genoemd tekort, welk
tekort ingevolge de desbetreffende circulaire
aan het Departement van Binnenlandsche Za
ken is medegedeeld. Blijkens die circulaire zal
na ontvangst van de opgaven van de verschil
lende gemeenten worden beslist of en in hoe
verre door het Rijk in de dekking van de tekor
ten kan worden bijgedragen of welke andere
maatregelen kunnen worden getroffen. Deze
beslissing zal mitsdien ook ten aanzien van de
begrooting onzer gemeente moeten worden af
gewacht.
Onder deze omstandigheden omtrent het per
spectief der financiën van de gemeente :n de
naaste toekomst eenigszins geconcretiseerde
aanduidingen te geven, is uiteraard niet wel
doenlijk, dit te minder waar thans nog onze
kerheid bestaat omtrent de definitieve regeling
van de financieele verhouding met het Rijk en
de rijksbelastingen blijkbaar nog steeds in heb
stadium van verdere herziening en ontwikkeling
verkeeren, bij welke beide vraagstukken immers
ook het gemeentelijk belastinggebied nauw is
betrokken.
Echter kan wèl worden gezegd, dat aan de
financiën der gemeente vooralsnog zware eischen
zullen worden blijven gesteld; dit legt den
stadsbestuurder en zijn medewerkers den plicht
op in het gemeentelijk beheer de meest moge
lijke zuinigheid en economie te betrachten, op
dat de beschikbare middelen worden gebruikt
tot het meeste profijt van de gemeenschap.
De totaal-cijfers der begrooting 1942 luiden:
Inkomsten f. 10.528.641, uitgaven f. 11.317.602 (hl
1941 f. 10.199.780 inkomsten en uitgaven).