De strijd in het Oosten De komende volksche Hoogeschool DONDERDAG 20 NOVEMBER 1941 No. 25048 Autobus te water gereden 82sfe Jaargang Duitsche vorderingen De spanning in het Een radiorede van Herbert Hoover Oosten Het civiele bestuur van Oost-Europa De Diplo acht de instelling ervan van historische beteekenis EERSTE BLAD Een brandpunt der wetenschap Vijftien personen verdronken Leiden dient een centrum van jonge volksche cultuur te worden Onderhoud met prof. van Genechten Verduisteren: Met Duitschland tegen het kapitalisme VJ 17.41 uur 9.11 uur LEIDSCH DAGBLAD Directeur: J W Benny Telet. Directie en Administratie 26041 (2 lijnen) DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Telef. Redactie 21607. Hoofdredacteur: BW. Men ft horst. Lelden Pl.verv K Been Lelden. In aanvulling op het weermachtsbericht van gisteren verneemt het D.N.B.: Het weermachtsbericht maakt alleen melding van het feit, dat de gevechtshandelingen aan het Oostelijk front ook verder met succes ver- loopen, zonder daarbij nauwkeuriger plaatsaan duiding te geven. Uit de beschikbare berichten blijkt, dat de gevechtshandelingen betrekking hebben op het gebied van Moskou, dat van Le ningrad, op De Krim en het Zuid-Oosten van het Ladogameer. De vernietiging van 171 pant serwagens, waarvan melding wordt gemaakt, komt neer op de vernietiging van bijna zes bolsjewistische pantserdivisies binnen drie da gen. Ongeveer even groot is het verlies aan bolsjewistische luchtstrijdkrachten. In zes da gen gingen daarvan 232 vliegtuigen verloren. In denzelfden tijd gingen slechts 24 Duitsche toestellen aan het Oostelijk front verloren. Het geringe Duitsche verlies toont aan dat de Duit sche luchtmacht in den strijd niet op dien af weer stuit, die overeenkomt met de getallen der bolsjewistische luchtmacht, waarvoor zoo sterk propaganda is gemaakt. Het verlies van meer dan 15.000 bolsjewistische vliegtuigen, waarvan de Führer op 8 November mededeeling deed, doet zich hier gevoelen. Uit verdere berichten blijkt, dat de Duitsche actie krachtig wordt voortgezet en alle bols jewistische pogingen door tegenaanvallen de Duitsehers te stuiten, worden verijdeld, onder zware verliezen. DE „PASSIONARIA VAN ODESSA". Het D.NB, meldt uit Boekarest: De methoden, waarmede de joodsch-commu- nistische vrouwelijke commissaris Haretz Boris, die van de bolsjewisten den naam „Passionaria van Odessa" had gekregen, in Odessa heeft ge regeerd, worden duidelijk uit een door de pers gepubliceerd frontbericht. Haretz Boris was in de laatste dagen voor de verovering van Odessa gouverneur van de stad en bekleed met buitengewone volmachten. Zij liet den voormaligen commandant van de stad, die de stad wilde overgeven, doodschieten en talrijke bewoners, waaronder 200 moeders, die hadden verlangd dat haar kinderen zouden worden weggevoerd, terechtstellen. Op haar bevel moesten kinderen, vrouwen en grijsaards in de straten barricades opwerpen. Haretz Boris is met een uit Odessa gevlucht schip om het leven gekomen. ENGELSCHE GRAVEN GESCHONDEN. Het D.N.B. meldt uit Helsinki: Het geïllustreerde Finsche weekblad Hakka- peliitta onthult in een artikel, dat het opschrift draagt „geïllustreerde brief aan den aartsbis schop van Canterbury" een staaltje van graf schennis door de bolsjewisten, dat. zegt het blad, vooral de Engelschen moet interesseeren, daar het betrekking heeft op graven van En gelschen. In het jaar 1919 kruiste de Engel- sche torpedoboot jager Verulam voor Kroonstad om met andere schepen de Sovjetvloot te be waken. Het schip liep op een zijner eigen mij nen en de bemanning vond een laatste rust plaats op het kleine Finsche eiland Koivisto. Bij den dwangvrede van Moskou 1940 werd dit eiland aan de Sovjet-unie afgestaan. Toen de Finnen het heroverden, bevonden zij, dat de graven der Engelschen door de bolsjewist-en vernield waren, zooals uit de bijgevoegde foto's blijkt, stuk geslagen en voor een deel als bouwmateriaal gebruikt. Met het oog op dit getuigenis verklaart het blad er zeer verwonderd over te zijn, dat men in de Engelsche kerken thans bidt voor het succes van de bolsjewistische wapenen en dat het hoofd der Anglicaansche kerk zelf de doodsvijanden van het christendom in bescher ming heeft genomen. „Is het christendom", al dus vraagt het blad, „een marktwaar gewor den, welker waarde afhankelijk is van de po litieke situatie?" INCIDENT AAN GRENS VAN MANDSJOEKWO Op 16 November is een bolsjewistische eenheid veertig kilometer ten Noordwesten van Mands- joeli op Mandsjoertjsch gebied doorgedrongen. De Mandsjoerijsche grenswacht opende het vuur, Twee bolsjewisten werden gevangen genomen, één sneuvelde. De Mandsjoerijsche autoriteiten hebben op 18 November bij den bolsjewistischen consul-gene raal te Charbin op energieke wijze geprotesteerd. Zij legden er den nadruk op, dat het militaire karakter van dit incident niet kan worden ver geleken met de vroegere schendingen, die een gevolg waren van een vergissing. (D.NB,). De vroegere Amerikaansche president, Her- bert Hoover, heeft een radiorede gehouden, waarin hij o.a het volgende zeide: De meerderheid van het Amerikaansche volk is tegen het uitsturen van een Amerikaansch expeditiecorps, zoowel naar Afrika als naar Europa. Een dergelijke onderneming zou niet alleen een nuttelooze verspilling beteekenen van Amerikaansche menschenlevens, doch zou ook tevens de economische vrijheid in de Vereenigde Staten in gevaar brengen. De vraag, of Amerika door een vereeniging met de Engelsche strijd krachten een militairen ommekeer in Europa zou kunnen verwekken, beantwoordt Hoover met ernaar te verwijzen, dat de sovjet-unie met haai* 10 millioen soldaten, 20.000 tanks en even- zoovele vliegtuigen op eigen bodem en achter vestingwerken, het Duitsche leger niet heeft kunnen overwinnen. Het uitsturen van een Amerikaansch expeditiecorps naar Europa zou ditmaal niet kunnen geschieden op de manier als in den wereldoorlog. Toen heeft men de troepen etappegewijs naar Europa kunnen over sturen, ditmaal zou men echter een overwel digende gevechtseenheid van vijf tot acht mil lioen Amerikaansche soldaten behalve de Brit- sche strijdkrachten op eens noodig hebben. Al leen aan de scheepstonnage voor een dergelijk transport zou vijf jaar lang gewerkt moeten worden. Doch daarvan afgezien gelooft geen enkele militaire deskundige, dat eën dergelijk leger, al kwam het ook over den Atlantischen Oceaan, kans zou hebben in Europa aan land te gaan. De voornaamste vraag, die het Amerikaansche volk zich derhalve stelt, is, wat een optreden van Amerikaansche hulpkrachten tegen den Europeeschen oorlog zou bewerkstelligen. Het schrikbeeld, dat Hitier het Westelijke halfrond zou kunnen binnenvallen, moet van de hand gewezen worden als een propaganda, die men slechts in het leven geroepen heeft om het Amerikaansche volk op een oorlog voor te be reiden. Ten slotte stelde Hoover de vraag, wat er van de Amerikaansche vrijheid zou moeten terecht komen, wanneer de Vereenigde Staten een langdurigen overzeeschen oorlog zouden gaan voeren. Thans reeds is het Amerikaansche volk verontrust over de verminderde vrijheid in Amerika. Hoover besloot zijn betoog met op te merken, dat vele Amerikanen de verdenking koesteren dat zij niet de waarheid vernomen hebben. (D.NB.). De Japansch-Amerikaansche besprekingen te Washington duren voort, maar officieele kringen weigeren zich uit te laten. Dientengevolge komen allerlei gissingen tot uiting, maar veel waarde ls daaraan nog niet toe te kennen. Majoor Kametaro Tominaga van de persaf- deeling van het Japansche leger heeft de kwestie van de omsingeling van Japan in het Zuiden besproken. Hij constateerde daarbij, dat deze anti-Japan- sche omsingeling geschiedt onder leiding van de Vereenigde Staten, die de landen in het Westen van den Stillen Oceaan tegen Japan ophitsen. Nederlandsch-Indië, Malakka, Britsch-Indië, Birma en Tsjoengking zijn niets dan trekpoppen van de Vereenigde Staten. Zij hadden hun lot gelegd in de handen van Engeland en de Ver eenigde Staten en hun zelfbewustzijn als Aziaten vergeten. Hoewel eenerzijds het wezen van het anti-Japansche omsingelingsfront duidelijk is, aldus Tominaga, zou het anderzijds verkeerd zijn zich door de propaganda der vijandig gezinde landen te laten intimideeren. (D.N.B.). Het A.N.P. meldt uit Berlijn: De vorming van een Rijksministerie voor de bezette gebieden en het oprichten van de Rijks commissariaten Oostland en Oekraine vormen daden van de hoogste politieke en historische beteekenis, aldus de Deutsche Diplomatisch-po- litische Korrespondenz Want terwijl de Duit sche legers den oorlog tegen het bolsjewisme tot aan de totale vernietiging voorzetten, worden die gebieden, die bevrijd zijn van het systeem, dat een hoon was voor de Europeesche cultuur en beschaving, geplaatst op nieuwe bestuurs rechtelijke grondslagen. Door het feit. dat Duitschland deze taak op zich neemt, bewijst het op de duidelijkste wijze zijn verantwoorde lijkheidsbesef. De gebieden, die zoodoende weer opgenomen worden in het Europeesche conti nentale verband, krijgen hierdoor weer hun door de natuur opgelegde taak te vervullen, waaraan zij totdusver onttrokken waren. In de zelfde mate, waarin de Westelijke deelen van het oude Russische rijk de ravitailleering van Europa zullen versterken, zal ook de op hoog peil staande industrie dien graad van levens mogelijkheid en beschaving geven, die haar onder het bolsjewisme totaal ontzegd was. De ondraaglijke toestand zal afgeloopen zijn, waar in de Sovjetunie zich van Europa afzonderde, hetgeen tengevolge had, dat de Europeesche in dustriestaten in een strategisch-politiek on houdbare, oeconomisch hoogst bedenkelijke po sitie werden gedrongen, terwijl tenslotte de topografisch zoowel als geografisch tot Europa behoorende bevolkingsmassa's steeds meer ver vreemdden van de cultuur van het Avondland. De onoverkomelijke muur. die tusschen de volks massa's der Sovjetunie en Europa was opgericht is thans definitief omvergehaald. Het venster, dat Peter de Groote eens aan den Europeeschen kant had geopend, doch dat door de bolsjewisten weer dichtgemetseld werd, hebben de Duitsche troepen tot een breede poort verbreed. Van historisch standpunt uit gezien gebeurde dit nog net bijtijds. Dit gebeurde op het oogen- blik, waarop de Duitsche overwinning in het Oosten geconsolideerd is, terwijl het bolsjewisme van zijn kant bij zijn aftocht naar centraal- Azië alleen puinhoopen achterlaat en wil achter laten. Deze ontwikkeling schrijdt onophoudelijk voort Het einde is de bevrijding van Oost- Europa. Het doel van al de volken, die thans voor de vernietiging van het bolsjewisme strijden is ook op deze plaats de nieuwe ordening van Europa zoo snel mogelijk in te voeren. De aanblik, dien de puinhoopen, de afgebrande steden, de stroomen vluchtelingen en de uitge hongerde menschen bieden, is niet in overeen stemming met de ethische opvatting van het nieuwe Europa. Het zou gemakkelijk geweest zijn om deze bevolking aan haar lot over te laten en haar zelf de gevolgen van het bolsjewistische systeem te laten dragen, doch het nationaal-socialisti- sche Duitschland, dat wraak noch leedvermaak kent en welks doel op het gebied van de bul- tenlandsche politiek zich in het volle besef van zijn verantwoordelijkheid beweegt in de rich ting van een nieuwe, betere orde en een duur- zamen vrede, wenscht in het Oosten van Europa evenmin een chaos als in het Westen. Daarom behoort het tot de taak van het nieuwe burger lijke bestuur om al het puin op te ruimen, dat de bolsjewistische heerschappij bij den aftocht van het bolsjewistische leger in het reusachtige gebied tusschen de Finsche golf en de Zwarte Zee heeft achtergelaten. Het feit, dat de leiding van dit bestuur in handen ligt van een Rijks minister, doet de beteekenis uitkomen van deze taak, welke niet beperkt blijft tot de meest noodzakelijke opruimingswerkzaamheden, doch den herbouw voor oogen heeft volgens Europee sche maatstaven en begrippen. De vervulling van deze taak staat geheel onafhankelijk van het verdere verloop en den duur van dezen oorlog. Want aan den eenen kant duldt de toestand, waarin deze Oostelijke gebieden zijn aangetrof fen. geen uitstel, en aan den anderen kant mag ook de oorlog geen beletsel zijn voor die jonge krachten van het nieuwe Europa, die in weer wil van alle vijanden en afgunstigen het con tinent willen opbouwen. Er wordt begonnen met een werk, dat voor de toekomst van de wereld in het algemeen en van Europa in het bijzonder nauwelijks van minder beteekenis zal zijn dan vroeger de openstelling van nieuwe werelddeelen door Europeesche energie. Dit Nummei bevat TWEE Bladen MOGE SPOEDIG VAN LEIDEN WEER EEN ROEP UITGAAN TOT VER OVER ONZE GRENZEN. Een ernstig ongeluk heeft zich vanochtend in de vroegte even voorbij Capelle aan den IJssel voorgedaan. Een autobus van den dienst van Gebr. Stam te Krimpen aan den IJssel, welke een dienst Krimpen aan den IJsselGouda onderhoudt, en die te kwart over zeven uit Krimpen vertrok, is even voorbij Capelle aan den IJssel van den dijk gereden en in het water gestort. Van de dertig passagiers zijn vijftien personen onder wie verscheidene kinderen verdronken. Onder de slachtoffers bevindt zich de bestuurder van den auto, de heer Cor Stam. In trouwe wapenbroederschap strijden de Duit sche en Spaansche soldaten tegen den bolsje wistischen vijand. Borden en aanwijzingen bij een parkeerplaats. (Orbis-Holland) De belangrijke rede, welke prof. dr. R. van Genechten Zaterdag op den landdag van het Nationaal-socialistisch Studentenfront te Utrecht over het onderwerp „Een jong Nederland in een jong Europa" heeft gehou den, heeft een redacteur van het A.N.P. aan leiding gegeven aan prof. van Genechten een nadere uiteenzetting van den in die rede ontwikkelden gedachtengang te vragen. Prof. van Genechten, die zich hiertoe bereid toonde, antwoordde op de vraag hoe hij over de sluiting van de Leidsche Universiteit dacht, dat hij daaraan een symbolische beteekenis als definitieve afsluiting van een voorbijgegane periode hecht. Reeds sinds lang werden in de humanistische cultuur, die in Leiden een bolwerk vond, verstarrings- en degeneratie verschijnselen waargenomen. Daarover behoeft men zich niet te verwonderen, daar een dergelijke ontwikkeling zich steeds bij ondergaande culturen voordoet. Een van die verschijnselen was de wijze, waarop het hoogleeraren-corps vaak werd aangevuld. Ongetwijfeld zijn er nog geleerden van naam in dat corps, maar het was voor ieder, die eenigszins was ingewijd, in de laatste jaren duidelijk, dat de benoeming van hoogleeraren in hooge mate een familievraagstuk was geworden, waarbij zonen, schoonzonen, broers, zwagers en neven van professoren den voorrang hadden, terwijl verder in zeer sterke mate politieke overwegingen golden als het lidmaatschap der vrijmetselarij en dergelijke. De resultaten waren er dan ook naar. Er zijn in de laatste jaren dikwijls zeer onbe kwame personen tot hoogleeraar benoemd, wier benoeming in deskundige kringen hoon gelach deed ontstaan, terwijl plagiaat her haaldelijk voorkwam, zonder dat tegen de plagieerende hoogleeraren maatregelen wer den genomen Daarbovenuit ging echter, dat aan de universiteit geen geestelijke eenheid bestond. Iedereen ging zjjn eigen gang, de eene hoog leeraar sprak den anderen tegen, elke een heid in cultuur was zoek. Hoewel deze geest aan alle universiteiten tiert, was hij te Leiden erger dan elders. Dat kwam ook tot uiting in de geestelooze en vol komen instinctieve bestrijding van het nieuwe, welke daar door meerdere hoogleeraren plaats vond. Er waren natuurlijk gelukkig ook ande ren, maar de bestrijding door de verpolitiekte hoogleeraren geschiedde op een kleinzielige en soms laaghartige wijze. Wat te zeggen bijvoor beeld van een hoogleeraar, die in de oorlogs dagen tot een medicus, die zeide, dat hij ook Duitsche gekwetsten zou verzorgen. ,rragender- wijs het advies richtte: „Maar die laat gij toch dood gaan?" Bovendien hielden verschillende hoogleeraren zich bezig met de uitgifte van ge heime gedrukte pamfletten. In dezen geest werden inderdaad de jonge studenten opgeleid. In Leidsche studentenkringen heeft men zich dan ook aan verschillende misdrijven schuldig gemaakt, die wel gedeeltelijk een vlegelachtig karakter droegen, maar die toch dikwijls op volkomen zedelijke degeneratie wezen, zooals bijvoorbeeld brandstichting. Voor het Nederlandsche volk had de Leid sche instelling reeds lang elke beteekenis verloren. Het is een geluk te achten, dat nu eindelijk dit horzelnest is uitgebrand. Van de welwillendheid, die men betoond heeft door nog tot 20 November gelegenheid te geven tot het afleggen van examens, is met volkomen gebrek aan ernst misbruik gemaakt. Eiken dag toch staan er heele reeksen van examens in de krant, terwijl ingewijden zeggen, dat de can- didaten aan de eischen. die behoorden gesteld te worden, niet voldeden. Dit is nu eenmaal moeilijk te beoordeelen, maar duidelijk blijkt het misbruik daaruit, dat velen tot de examens zijn toegelaten, die sinds hun vorige examen on mogelijk de practica kunnen hebben vervuld, welke voor een examen vereischt zijn. Het spreekt vanzelf, dat de professoren, die hierin de hand hebben gehad, zich aan overtreding hebben schuldig gemaakt. Het is te hopen, dat maatregelen zullen worden getroffen, opdat de menschen, met der gelijke bullen gewapend, niet op het Neder landsche volk zullen worden losgelaten. Wij, nationaal-socialisten, hopen nu, dat Lei den binnen korten tijd uit zijn asch zal herrij zen als een volksche universiteit, dat wil zeg gen een universiteit, waar de wetenschap in dienst van het volk wordt gesteld. Ik verheug mij, aldus prof. Van Genechten, er zeer over, dat Maandagochtend de secretaris generaal van het Departement van Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbescherming op de ten toonstelling van Duitsche wetenschap te Am sterdam hetzelfde standpunt heeft Ingenomen. Het beteekent echter natuurlijk iets geheel anders dan de verpolitiekte wetenschap, waar bij men, zooals het vroeger het geval was, be noemingen deed omdat iemand een bepaalde politieke opvatting had. Wij hopen, dat aan deze herrezen univer siteit zal worden gedoceerd in een nieuwen geest, waarbij eenheid van beschouwing zal worden verkregen doordat het besef bestaat, dat alles moet worden beschouwd van het volk als één geheel uit. Dit zal natuurlijk in de eerste plaats leiden tot een veranderde opvatting in de juridische en literaire faculteiten, doch het zal ook in de medische en natuurweten schappelijke faculteiten niet zonder invloed blijven. Het is trouwens niet alleen door hetgeen er gedoceerd wordt, dat de nieuwe universi teit zich van de vroegere zal onderscheiden, maar zeker nog meer door den nieuwen stijl, die er heerscht. Zoowel de docenten als de studenten zul len zich daar moeten gevoelen als dragers (Van onzen politieken medewerker). Leiden's academie werd ruim driehonderd Jaar geleden gesticht door Willem van Oranje en was de draagster van het toenmalige huma nisme. Den laatsten tyd kon de Leidsche uni versiteit zich niet meer op dat hooge niveau handhaven en kwam zij te vervallen in een negativisme, dat de voorbode bleek te zijn van haar ondergaan. Eenmaal was 'het een academie, waarvan een roep uitging, een hoogeschool, die de jonge menschen vormde voor het verdere leven, opdat zij eenmaal de leidende posten in den lande konden innemen. Thans is deze academie defi nitief gesloten, de laatste weken was alleen nog een geweldige toeloop tot de examens merkbaar. Overigens een zeer eigenaardig verschijnsel. De lange lijsten van geslaagden duldden hierop. Prof. dr. R. van Genechten zeide dezer dagen, dat de hoogescholen fabrieken voor het behalen van diploma's waren geworden inplaats van werkplaatsen voor de vorming van de zich steeds vernieuwende Nederlandsche cultuur. De verschillende symptomen dulden erop, dat deze uitspraak een zeer groote kern van waarheid bevat. Helaas, zouden wij er aan kunnen toe voegen, want een diploma geeft nog nimmer volledige zekerheid of een afgestudeerde inder daad wel die vorming bezit, die noodzakelijk ia om de leiding te aanvaarden. De Leidsche universiteit zal in de toekomst volgens prof. dr. R. van Genechten misschien nog dit jaar de politieke academie worden, dus de universiteit van de politieke wetenschap. Er is geen groote wetenschap denkbaar zon der een groote gedachte daarachter. Men moet politiek hier niet misverstaan in den zin van de oude partij politiek, doch in den juisten klassieken zin, dat de mensch een politiek levend wezen zoon polltikon is. De studenten aan deze universiteit mogen niet vervreemd geraken van het volk. Zij dienen temidden van dat volk te staan, hetgeen be reikt kan worden door den arbeidsdienst, waar door deze studenten reeds met den arbeider en den boer hebben samengewerkt en er dus geen tegenstellingen meer zijn tusschen die groepen. Immers de groote klove tusschen de verschil lende bevolkingsgroepen kan alleen maar een hinderpaal zijn om werkelijk in dienst te staan van de geheele volksgemeenschap. Het is in wezen een bouwen aan een gemeenschappelijk ideaal. Indien men deze gedachte voor staat, dan zal zoo zeide prof. dr. van Genechten in zijn rede voor het studentenfront de eene hoogleeraar den anderen hoogleeraar niet meer kunnen tegenspreken en zal de studeerende jeugd inderdaad een richtsnoer krijgen en dus niet meer zoekende zijn naar een uitweg. Er zal dan weer een werkelijk respect komen voor de wetenschap. De nieuwe academie prof. dr. van Genech ten noemde deze een academie voor het jonge Nederland en het jonge Europa die binnen kort te Leiden zal worden gesticht, zal een groote taak ten opzichte van ons Nederlandsche volk te vervullen hebben. Leiden behoeft niet bezorgd te zijn voor de toekomst, mits het zijn tijd begrijpt. Wederom kan de Leidsche universiteit een brandpunt van wetenschap worden, zooals dit het ook van ouds geweest is. Een nieuwe Phoenix zal herrijzen, kondigde Prof. van Genechten aan. Wanneer dit een feit zal zijn, dan zal in de toekomst van Leiden's universiteit wederom een roep uitgaan in het geheele land en zeker tot ver over onze grenzen. Een toekomst, mits Lelden zich bewust is van het huidige wereldgebeuren, dus zijn tijd be grijpt.... H. A. G. van hedenavond tot morgenochtend De maan kwam heden op te 10.31 uur en gaat onder te 19.30 uur van een nieuwe geestelijke orde. De geest zal zich daar niet van het volk afkeeren, maar er zich er naar toe wenden. Men zal zich niet isoleeren, maar allen studenten zal het besef worden bijgebracht, dat zij. terwijl zij studeeren, midden in het leven moeten staan. Geen plutocratische clubs meer, geen nachtelijke feestpartijen, geen afstand van de z.g. kille maatschappij, geen Jeunesse dorée, maar jonge soldaten van den geest, verplichte lichamelijke oefeningen voor docenten en stu denten, sport, een algemeene studentenveree- nigmg met een studentenleider aan het hoofd. De eischen om te worden toegelaten aan de universiteit moeten niet slechts een vol doende wetenschappelijke voorbereiding, maar ook voldoende waarborgen voor karak tereigenschappen inhouden en zij moeten stellig voldoende zekerheid bieden, dat zij zullen bijdragen tot de Nederlandsche cul tuur en dus, dat de candidaten zuiver van bloed zijn. De nieuwe tijd eischt een nieuwe leidende ploeg. Deze zal voor een deel te Leiden moeten worden gevormd. Daarom zal al het mogelijke moeten worden gedaan om door subsidies en beurzen Leiden voor financieel minder-draagkrachtigen toegankelijk te maken. Wanneer op die wijze Leiden een centrum van jonge, volksche cultuur zal worden, dan kan vandaar uit weder worden bijgedragen tot de geestelijke eenwording van het Ne derlandsche volk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 1