De strijd in het Oosten
De komende volksche
Hoogeschool
DONDERDAG 20 NOVEMBER 1941
No. 25048
Autobus te water gereden
82sfe Jaargang
Duitsche vorderingen
De spanning in het
Een radiorede
van Herbert Hoover
Oosten
Het civiele bestuur van Oost-Europa
De Diplo acht de instelling
ervan van historische
beteekenis
EERSTE BLAD
Een brandpunt der
wetenschap
Vijftien personen verdronken
Leiden dient een centrum van jonge volksche
cultuur te worden
Onderhoud met
prof. van Genechten
Verduisteren:
Met Duitschland tegen
het kapitalisme
VJ
17.41 uur
9.11 uur
LEIDSCH
DAGBLAD
Directeur: J W Benny
Telet. Directie en Administratie
26041 (2 lijnen)
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Telef. Redactie 21607.
Hoofdredacteur: BW. Men ft horst. Lelden
Pl.verv K Been Lelden.
In aanvulling op het weermachtsbericht van
gisteren verneemt het D.N.B.:
Het weermachtsbericht maakt alleen melding
van het feit, dat de gevechtshandelingen aan
het Oostelijk front ook verder met succes ver-
loopen, zonder daarbij nauwkeuriger plaatsaan
duiding te geven. Uit de beschikbare berichten
blijkt, dat de gevechtshandelingen betrekking
hebben op het gebied van Moskou, dat van Le
ningrad, op De Krim en het Zuid-Oosten van
het Ladogameer. De vernietiging van 171 pant
serwagens, waarvan melding wordt gemaakt,
komt neer op de vernietiging van bijna zes
bolsjewistische pantserdivisies binnen drie da
gen. Ongeveer even groot is het verlies aan
bolsjewistische luchtstrijdkrachten. In zes da
gen gingen daarvan 232 vliegtuigen verloren.
In denzelfden tijd gingen slechts 24 Duitsche
toestellen aan het Oostelijk front verloren. Het
geringe Duitsche verlies toont aan dat de Duit
sche luchtmacht in den strijd niet op dien af
weer stuit, die overeenkomt met de getallen
der bolsjewistische luchtmacht, waarvoor zoo
sterk propaganda is gemaakt. Het verlies van
meer dan 15.000 bolsjewistische vliegtuigen,
waarvan de Führer op 8 November mededeeling
deed, doet zich hier gevoelen.
Uit verdere berichten blijkt, dat de Duitsche
actie krachtig wordt voortgezet en alle bols
jewistische pogingen door tegenaanvallen de
Duitsehers te stuiten, worden verijdeld, onder
zware verliezen.
DE „PASSIONARIA VAN ODESSA".
Het D.NB, meldt uit Boekarest:
De methoden, waarmede de joodsch-commu-
nistische vrouwelijke commissaris Haretz Boris,
die van de bolsjewisten den naam „Passionaria
van Odessa" had gekregen, in Odessa heeft ge
regeerd, worden duidelijk uit een door de pers
gepubliceerd frontbericht.
Haretz Boris was in de laatste dagen voor de
verovering van Odessa gouverneur van de stad
en bekleed met buitengewone volmachten. Zij
liet den voormaligen commandant van de stad,
die de stad wilde overgeven, doodschieten en
talrijke bewoners, waaronder 200 moeders, die
hadden verlangd dat haar kinderen zouden
worden weggevoerd, terechtstellen. Op haar
bevel moesten kinderen, vrouwen en grijsaards
in de straten barricades opwerpen. Haretz Boris
is met een uit Odessa gevlucht schip om het
leven gekomen.
ENGELSCHE GRAVEN GESCHONDEN.
Het D.N.B. meldt uit Helsinki:
Het geïllustreerde Finsche weekblad Hakka-
peliitta onthult in een artikel, dat het opschrift
draagt „geïllustreerde brief aan den aartsbis
schop van Canterbury" een staaltje van graf
schennis door de bolsjewisten, dat. zegt het
blad, vooral de Engelschen moet interesseeren,
daar het betrekking heeft op graven van En
gelschen. In het jaar 1919 kruiste de Engel-
sche torpedoboot jager Verulam voor Kroonstad
om met andere schepen de Sovjetvloot te be
waken. Het schip liep op een zijner eigen mij
nen en de bemanning vond een laatste rust
plaats op het kleine Finsche eiland Koivisto.
Bij den dwangvrede van Moskou 1940 werd dit
eiland aan de Sovjet-unie afgestaan. Toen de
Finnen het heroverden, bevonden zij, dat de
graven der Engelschen door de bolsjewist-en
vernield waren, zooals uit de bijgevoegde foto's
blijkt, stuk geslagen en voor een deel als
bouwmateriaal gebruikt.
Met het oog op dit getuigenis verklaart het
blad er zeer verwonderd over te zijn, dat men
in de Engelsche kerken thans bidt voor het
succes van de bolsjewistische wapenen en dat
het hoofd der Anglicaansche kerk zelf de
doodsvijanden van het christendom in bescher
ming heeft genomen. „Is het christendom", al
dus vraagt het blad, „een marktwaar gewor
den, welker waarde afhankelijk is van de po
litieke situatie?"
INCIDENT AAN GRENS VAN MANDSJOEKWO
Op 16 November is een bolsjewistische eenheid
veertig kilometer ten Noordwesten van Mands-
joeli op Mandsjoertjsch gebied doorgedrongen.
De Mandsjoerijsche grenswacht opende het vuur,
Twee bolsjewisten werden gevangen genomen,
één sneuvelde.
De Mandsjoerijsche autoriteiten hebben op 18
November bij den bolsjewistischen consul-gene
raal te Charbin op energieke wijze geprotesteerd.
Zij legden er den nadruk op, dat het militaire
karakter van dit incident niet kan worden ver
geleken met de vroegere schendingen, die een
gevolg waren van een vergissing. (D.NB,).
De vroegere Amerikaansche president, Her-
bert Hoover, heeft een radiorede gehouden,
waarin hij o.a het volgende zeide:
De meerderheid van het Amerikaansche volk
is tegen het uitsturen van een Amerikaansch
expeditiecorps, zoowel naar Afrika als naar
Europa. Een dergelijke onderneming zou niet
alleen een nuttelooze verspilling beteekenen van
Amerikaansche menschenlevens, doch zou ook
tevens de economische vrijheid in de Vereenigde
Staten in gevaar brengen. De vraag, of Amerika
door een vereeniging met de Engelsche strijd
krachten een militairen ommekeer in Europa
zou kunnen verwekken, beantwoordt Hoover
met ernaar te verwijzen, dat de sovjet-unie met
haai* 10 millioen soldaten, 20.000 tanks en even-
zoovele vliegtuigen op eigen bodem en achter
vestingwerken, het Duitsche leger niet heeft
kunnen overwinnen. Het uitsturen van een
Amerikaansch expeditiecorps naar Europa zou
ditmaal niet kunnen geschieden op de manier
als in den wereldoorlog. Toen heeft men de
troepen etappegewijs naar Europa kunnen over
sturen, ditmaal zou men echter een overwel
digende gevechtseenheid van vijf tot acht mil
lioen Amerikaansche soldaten behalve de Brit-
sche strijdkrachten op eens noodig hebben. Al
leen aan de scheepstonnage voor een dergelijk
transport zou vijf jaar lang gewerkt moeten
worden. Doch daarvan afgezien gelooft geen
enkele militaire deskundige, dat eën dergelijk
leger, al kwam het ook over den Atlantischen
Oceaan, kans zou hebben in Europa aan land
te gaan.
De voornaamste vraag, die het Amerikaansche
volk zich derhalve stelt, is, wat een optreden
van Amerikaansche hulpkrachten tegen den
Europeeschen oorlog zou bewerkstelligen. Het
schrikbeeld, dat Hitier het Westelijke halfrond
zou kunnen binnenvallen, moet van de hand
gewezen worden als een propaganda, die men
slechts in het leven geroepen heeft om het
Amerikaansche volk op een oorlog voor te be
reiden.
Ten slotte stelde Hoover de vraag, wat er van
de Amerikaansche vrijheid zou moeten terecht
komen, wanneer de Vereenigde Staten een
langdurigen overzeeschen oorlog zouden gaan
voeren. Thans reeds is het Amerikaansche volk
verontrust over de verminderde vrijheid in
Amerika. Hoover besloot zijn betoog met op te
merken, dat vele Amerikanen de verdenking
koesteren dat zij niet de waarheid vernomen
hebben. (D.NB.).
De Japansch-Amerikaansche besprekingen te
Washington duren voort, maar officieele kringen
weigeren zich uit te laten. Dientengevolge komen
allerlei gissingen tot uiting, maar veel waarde ls
daaraan nog niet toe te kennen.
Majoor Kametaro Tominaga van de persaf-
deeling van het Japansche leger heeft de kwestie
van de omsingeling van Japan in het Zuiden
besproken.
Hij constateerde daarbij, dat deze anti-Japan-
sche omsingeling geschiedt onder leiding van de
Vereenigde Staten, die de landen in het Westen
van den Stillen Oceaan tegen Japan ophitsen.
Nederlandsch-Indië, Malakka, Britsch-Indië,
Birma en Tsjoengking zijn niets dan trekpoppen
van de Vereenigde Staten. Zij hadden hun lot
gelegd in de handen van Engeland en de Ver
eenigde Staten en hun zelfbewustzijn als Aziaten
vergeten. Hoewel eenerzijds het wezen van het
anti-Japansche omsingelingsfront duidelijk is,
aldus Tominaga, zou het anderzijds verkeerd zijn
zich door de propaganda der vijandig gezinde
landen te laten intimideeren. (D.N.B.).
Het A.N.P. meldt uit Berlijn:
De vorming van een Rijksministerie voor de
bezette gebieden en het oprichten van de Rijks
commissariaten Oostland en Oekraine vormen
daden van de hoogste politieke en historische
beteekenis, aldus de Deutsche Diplomatisch-po-
litische Korrespondenz Want terwijl de Duit
sche legers den oorlog tegen het bolsjewisme tot
aan de totale vernietiging voorzetten, worden
die gebieden, die bevrijd zijn van het systeem,
dat een hoon was voor de Europeesche cultuur
en beschaving, geplaatst op nieuwe bestuurs
rechtelijke grondslagen. Door het feit. dat
Duitschland deze taak op zich neemt, bewijst
het op de duidelijkste wijze zijn verantwoorde
lijkheidsbesef. De gebieden, die zoodoende weer
opgenomen worden in het Europeesche conti
nentale verband, krijgen hierdoor weer hun
door de natuur opgelegde taak te vervullen,
waaraan zij totdusver onttrokken waren. In de
zelfde mate, waarin de Westelijke deelen van
het oude Russische rijk de ravitailleering van
Europa zullen versterken, zal ook de op hoog
peil staande industrie dien graad van levens
mogelijkheid en beschaving geven, die haar
onder het bolsjewisme totaal ontzegd was. De
ondraaglijke toestand zal afgeloopen zijn, waar
in de Sovjetunie zich van Europa afzonderde,
hetgeen tengevolge had, dat de Europeesche in
dustriestaten in een strategisch-politiek on
houdbare, oeconomisch hoogst bedenkelijke po
sitie werden gedrongen, terwijl tenslotte de
topografisch zoowel als geografisch tot Europa
behoorende bevolkingsmassa's steeds meer ver
vreemdden van de cultuur van het Avondland.
De onoverkomelijke muur. die tusschen de volks
massa's der Sovjetunie en Europa was opgericht
is thans definitief omvergehaald. Het venster,
dat Peter de Groote eens aan den Europeeschen
kant had geopend, doch dat door de bolsjewisten
weer dichtgemetseld werd, hebben de Duitsche
troepen tot een breede poort verbreed.
Van historisch standpunt uit gezien gebeurde
dit nog net bijtijds. Dit gebeurde op het oogen-
blik, waarop de Duitsche overwinning in het
Oosten geconsolideerd is, terwijl het bolsjewisme
van zijn kant bij zijn aftocht naar centraal-
Azië alleen puinhoopen achterlaat en wil achter
laten. Deze ontwikkeling schrijdt onophoudelijk
voort Het einde is de bevrijding van Oost-
Europa. Het doel van al de volken, die thans
voor de vernietiging van het bolsjewisme strijden
is ook op deze plaats de nieuwe ordening van
Europa zoo snel mogelijk in te voeren.
De aanblik, dien de puinhoopen, de afgebrande
steden, de stroomen vluchtelingen en de uitge
hongerde menschen bieden, is niet in overeen
stemming met de ethische opvatting van het
nieuwe Europa.
Het zou gemakkelijk geweest zijn om deze
bevolking aan haar lot over te laten en haar
zelf de gevolgen van het bolsjewistische systeem
te laten dragen, doch het nationaal-socialisti-
sche Duitschland, dat wraak noch leedvermaak
kent en welks doel op het gebied van de bul-
tenlandsche politiek zich in het volle besef van
zijn verantwoordelijkheid beweegt in de rich
ting van een nieuwe, betere orde en een duur-
zamen vrede, wenscht in het Oosten van Europa
evenmin een chaos als in het Westen. Daarom
behoort het tot de taak van het nieuwe burger
lijke bestuur om al het puin op te ruimen, dat
de bolsjewistische heerschappij bij den aftocht
van het bolsjewistische leger in het reusachtige
gebied tusschen de Finsche golf en de Zwarte
Zee heeft achtergelaten. Het feit, dat de leiding
van dit bestuur in handen ligt van een Rijks
minister, doet de beteekenis uitkomen van deze
taak, welke niet beperkt blijft tot de meest
noodzakelijke opruimingswerkzaamheden, doch
den herbouw voor oogen heeft volgens Europee
sche maatstaven en begrippen. De vervulling van
deze taak staat geheel onafhankelijk van het
verdere verloop en den duur van dezen oorlog.
Want aan den eenen kant duldt de toestand,
waarin deze Oostelijke gebieden zijn aangetrof
fen. geen uitstel, en aan den anderen kant mag
ook de oorlog geen beletsel zijn voor die jonge
krachten van het nieuwe Europa, die in weer
wil van alle vijanden en afgunstigen het con
tinent willen opbouwen. Er wordt begonnen met
een werk, dat voor de toekomst van de wereld
in het algemeen en van Europa in het bijzonder
nauwelijks van minder beteekenis zal zijn dan
vroeger de openstelling van nieuwe werelddeelen
door Europeesche energie.
Dit Nummei bevat TWEE Bladen
MOGE SPOEDIG VAN LEIDEN WEER
EEN ROEP UITGAAN TOT VER
OVER ONZE GRENZEN.
Een ernstig ongeluk heeft zich vanochtend in de vroegte even voorbij
Capelle aan den IJssel voorgedaan. Een autobus van den dienst van Gebr. Stam
te Krimpen aan den IJssel, welke een dienst Krimpen aan den IJsselGouda
onderhoudt, en die te kwart over zeven uit Krimpen vertrok, is even voorbij
Capelle aan den IJssel van den dijk gereden en in het water gestort. Van de
dertig passagiers zijn vijftien personen onder wie verscheidene kinderen
verdronken. Onder de slachtoffers bevindt zich de bestuurder van den auto, de
heer Cor Stam.
In trouwe wapenbroederschap strijden de Duit
sche en Spaansche soldaten tegen den bolsje
wistischen vijand. Borden en aanwijzingen bij
een parkeerplaats.
(Orbis-Holland)
De belangrijke rede, welke prof. dr. R. van
Genechten Zaterdag op den landdag van het
Nationaal-socialistisch Studentenfront te
Utrecht over het onderwerp „Een jong
Nederland in een jong Europa" heeft gehou
den, heeft een redacteur van het A.N.P. aan
leiding gegeven aan prof. van Genechten een
nadere uiteenzetting van den in die rede
ontwikkelden gedachtengang te vragen.
Prof. van Genechten, die zich hiertoe bereid
toonde, antwoordde op de vraag hoe hij over de
sluiting van de Leidsche Universiteit dacht, dat
hij daaraan een symbolische beteekenis als
definitieve afsluiting van een voorbijgegane
periode hecht. Reeds sinds lang werden in de
humanistische cultuur, die in Leiden een bolwerk
vond, verstarrings- en degeneratie verschijnselen
waargenomen. Daarover behoeft men zich niet
te verwonderen, daar een dergelijke ontwikkeling
zich steeds bij ondergaande culturen voordoet.
Een van die verschijnselen was de wijze, waarop
het hoogleeraren-corps vaak werd aangevuld.
Ongetwijfeld zijn er nog geleerden van naam in
dat corps, maar het was voor ieder, die eenigszins
was ingewijd, in de laatste jaren duidelijk, dat
de benoeming van hoogleeraren in hooge mate
een familievraagstuk was geworden, waarbij
zonen, schoonzonen, broers, zwagers en neven
van professoren den voorrang hadden, terwijl
verder in zeer sterke mate politieke overwegingen
golden als het lidmaatschap der vrijmetselarij
en dergelijke.
De resultaten waren er dan ook naar. Er
zijn in de laatste jaren dikwijls zeer onbe
kwame personen tot hoogleeraar benoemd,
wier benoeming in deskundige kringen hoon
gelach deed ontstaan, terwijl plagiaat her
haaldelijk voorkwam, zonder dat tegen de
plagieerende hoogleeraren maatregelen wer
den genomen
Daarbovenuit ging echter, dat aan de
universiteit geen geestelijke eenheid bestond.
Iedereen ging zjjn eigen gang, de eene hoog
leeraar sprak den anderen tegen, elke een
heid in cultuur was zoek.
Hoewel deze geest aan alle universiteiten
tiert, was hij te Leiden erger dan elders. Dat
kwam ook tot uiting in de geestelooze en vol
komen instinctieve bestrijding van het nieuwe,
welke daar door meerdere hoogleeraren plaats
vond. Er waren natuurlijk gelukkig ook ande
ren, maar de bestrijding door de verpolitiekte
hoogleeraren geschiedde op een kleinzielige en
soms laaghartige wijze. Wat te zeggen bijvoor
beeld van een hoogleeraar, die in de oorlogs
dagen tot een medicus, die zeide, dat hij ook
Duitsche gekwetsten zou verzorgen. ,rragender-
wijs het advies richtte: „Maar die laat gij toch
dood gaan?" Bovendien hielden verschillende
hoogleeraren zich bezig met de uitgifte van ge
heime gedrukte pamfletten.
In dezen geest werden inderdaad de jonge
studenten opgeleid.
In Leidsche studentenkringen heeft men zich
dan ook aan verschillende misdrijven schuldig
gemaakt, die wel gedeeltelijk een vlegelachtig
karakter droegen, maar die toch dikwijls op
volkomen zedelijke degeneratie wezen, zooals
bijvoorbeeld brandstichting.
Voor het Nederlandsche volk had de Leid
sche instelling reeds lang elke beteekenis
verloren. Het is een geluk te achten, dat nu
eindelijk dit horzelnest is uitgebrand.
Van de welwillendheid, die men betoond heeft
door nog tot 20 November gelegenheid te geven
tot het afleggen van examens, is met volkomen
gebrek aan ernst misbruik gemaakt. Eiken dag
toch staan er heele reeksen van examens in de
krant, terwijl ingewijden zeggen, dat de can-
didaten aan de eischen. die behoorden gesteld
te worden, niet voldeden. Dit is nu eenmaal
moeilijk te beoordeelen, maar duidelijk blijkt het
misbruik daaruit, dat velen tot de examens zijn
toegelaten, die sinds hun vorige examen on
mogelijk de practica kunnen hebben vervuld,
welke voor een examen vereischt zijn. Het spreekt
vanzelf, dat de professoren, die hierin de hand
hebben gehad, zich aan overtreding hebben
schuldig gemaakt.
Het is te hopen, dat maatregelen zullen
worden getroffen, opdat de menschen, met der
gelijke bullen gewapend, niet op het Neder
landsche volk zullen worden losgelaten.
Wij, nationaal-socialisten, hopen nu, dat Lei
den binnen korten tijd uit zijn asch zal herrij
zen als een volksche universiteit, dat wil zeg
gen een universiteit, waar de wetenschap in
dienst van het volk wordt gesteld.
Ik verheug mij, aldus prof. Van Genechten,
er zeer over, dat Maandagochtend de secretaris
generaal van het Departement van Opvoeding,
Wetenschap en Cultuurbescherming op de ten
toonstelling van Duitsche wetenschap te Am
sterdam hetzelfde standpunt heeft Ingenomen.
Het beteekent echter natuurlijk iets geheel
anders dan de verpolitiekte wetenschap, waar
bij men, zooals het vroeger het geval was, be
noemingen deed omdat iemand een bepaalde
politieke opvatting had.
Wij hopen, dat aan deze herrezen univer
siteit zal worden gedoceerd in een nieuwen
geest, waarbij eenheid van beschouwing zal
worden verkregen doordat het besef bestaat,
dat alles moet worden beschouwd van het
volk als één geheel uit.
Dit zal natuurlijk in de eerste plaats
leiden tot een veranderde opvatting in de
juridische en literaire faculteiten, doch het
zal ook in de medische en natuurweten
schappelijke faculteiten niet zonder invloed
blijven.
Het is trouwens niet alleen door hetgeen
er gedoceerd wordt, dat de nieuwe universi
teit zich van de vroegere zal onderscheiden,
maar zeker nog meer door den nieuwen stijl,
die er heerscht.
Zoowel de docenten als de studenten zul
len zich daar moeten gevoelen als dragers
(Van onzen politieken medewerker).
Leiden's academie werd ruim driehonderd
Jaar geleden gesticht door Willem van Oranje
en was de draagster van het toenmalige huma
nisme. Den laatsten tyd kon de Leidsche uni
versiteit zich niet meer op dat hooge niveau
handhaven en kwam zij te vervallen in een
negativisme, dat de voorbode bleek te zijn van
haar ondergaan.
Eenmaal was 'het een academie, waarvan een
roep uitging, een hoogeschool, die de jonge
menschen vormde voor het verdere leven, opdat
zij eenmaal de leidende posten in den lande
konden innemen. Thans is deze academie defi
nitief gesloten, de laatste weken was alleen nog
een geweldige toeloop tot de examens merkbaar.
Overigens een zeer eigenaardig verschijnsel. De
lange lijsten van geslaagden duldden hierop.
Prof. dr. R. van Genechten zeide dezer dagen,
dat de hoogescholen fabrieken voor het behalen
van diploma's waren geworden inplaats van
werkplaatsen voor de vorming van de zich
steeds vernieuwende Nederlandsche cultuur. De
verschillende symptomen dulden erop, dat deze
uitspraak een zeer groote kern van waarheid
bevat. Helaas, zouden wij er aan kunnen toe
voegen, want een diploma geeft nog nimmer
volledige zekerheid of een afgestudeerde inder
daad wel die vorming bezit, die noodzakelijk ia
om de leiding te aanvaarden.
De Leidsche universiteit zal in de toekomst
volgens prof. dr. R. van Genechten misschien
nog dit jaar de politieke academie worden,
dus de universiteit van de politieke wetenschap.
Er is geen groote wetenschap denkbaar zon
der een groote gedachte daarachter. Men moet
politiek hier niet misverstaan in den zin van
de oude partij politiek, doch in den juisten
klassieken zin, dat de mensch een politiek
levend wezen zoon polltikon is.
De studenten aan deze universiteit mogen
niet vervreemd geraken van het volk. Zij dienen
temidden van dat volk te staan, hetgeen be
reikt kan worden door den arbeidsdienst, waar
door deze studenten reeds met den arbeider en
den boer hebben samengewerkt en er dus geen
tegenstellingen meer zijn tusschen die groepen.
Immers de groote klove tusschen de verschil
lende bevolkingsgroepen kan alleen maar een
hinderpaal zijn om werkelijk in dienst te staan
van de geheele volksgemeenschap. Het is in
wezen een bouwen aan een gemeenschappelijk
ideaal. Indien men deze gedachte voor staat,
dan zal zoo zeide prof. dr. van Genechten in
zijn rede voor het studentenfront de eene
hoogleeraar den anderen hoogleeraar niet meer
kunnen tegenspreken en zal de studeerende
jeugd inderdaad een richtsnoer krijgen en dus
niet meer zoekende zijn naar een uitweg. Er
zal dan weer een werkelijk respect komen voor
de wetenschap.
De nieuwe academie prof. dr. van Genech
ten noemde deze een academie voor het jonge
Nederland en het jonge Europa die binnen
kort te Leiden zal worden gesticht, zal een
groote taak ten opzichte van ons Nederlandsche
volk te vervullen hebben.
Leiden behoeft niet bezorgd te zijn voor de
toekomst, mits het zijn tijd begrijpt. Wederom
kan de Leidsche universiteit een brandpunt van
wetenschap worden, zooals dit het ook van ouds
geweest is.
Een nieuwe Phoenix zal herrijzen, kondigde
Prof. van Genechten aan. Wanneer dit een feit
zal zijn, dan zal in de toekomst van Leiden's
universiteit wederom een roep uitgaan in het
geheele land en zeker tot ver over onze grenzen.
Een toekomst, mits Lelden zich bewust is van
het huidige wereldgebeuren, dus zijn tijd be
grijpt....
H. A. G.
van hedenavond
tot morgenochtend
De maan kwam heden op te
10.31 uur en gaat onder te 19.30 uur
van een nieuwe geestelijke orde. De geest
zal zich daar niet van het volk afkeeren,
maar er zich er naar toe wenden.
Men zal zich niet isoleeren, maar allen
studenten zal het besef worden bijgebracht, dat
zij. terwijl zij studeeren, midden in het leven
moeten staan. Geen plutocratische clubs meer,
geen nachtelijke feestpartijen, geen afstand van
de z.g. kille maatschappij, geen Jeunesse dorée,
maar jonge soldaten van den geest, verplichte
lichamelijke oefeningen voor docenten en stu
denten, sport, een algemeene studentenveree-
nigmg met een studentenleider aan het hoofd.
De eischen om te worden toegelaten aan
de universiteit moeten niet slechts een vol
doende wetenschappelijke voorbereiding,
maar ook voldoende waarborgen voor karak
tereigenschappen inhouden en zij moeten
stellig voldoende zekerheid bieden, dat zij
zullen bijdragen tot de Nederlandsche cul
tuur en dus, dat de candidaten zuiver van
bloed zijn.
De nieuwe tijd eischt een nieuwe leidende
ploeg. Deze zal voor een deel te Leiden
moeten worden gevormd. Daarom zal al het
mogelijke moeten worden gedaan om door
subsidies en beurzen Leiden voor financieel
minder-draagkrachtigen toegankelijk te
maken.
Wanneer op die wijze Leiden een centrum
van jonge, volksche cultuur zal worden, dan
kan vandaar uit weder worden bijgedragen
tot de geestelijke eenwording van het Ne
derlandsche volk.