De strijd in het Oosten r"n BINNENLAND WOENSDAG 19 NOVEMBER 1941 No. 25047 De herdenking der sancties 82ste Jaargang Zuid-Leningrad ontruimd Dr. Frank over het gouvernement-generaal De spanning in het Verre Oosten Met Duitschland tegen het kapitalisme Verspreide berichten Waarom met Duitschland tegen het kapitalisme? Nieuwe burgemeesters Het ijzer van den ploeg EERSTE BLAD Betoog van Alfieri Vaste brandstoffen voor kamerverhuurders en pensionhouders LEIDSCH DAGBLAD Directeur: J W Henny Teler Directie en Administratie 25041 (2 Itlnen DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Telef Redactie 21507 Hoofdredacteur: B W.Meckhorst. Lelden Pl.verv K BeeD Leld«V De Duitsche troepen zetten geregeld hun ac tie voort. De luchtmacht vooral is krachtig in actie. Het bombardement op de voor den oorlog belangrijke installaties, de bewapeningsfabrie ken en ravitailleeringscentra van Leningrad heeft de omsingelde bolsjewisten, naar van mi litaire zijde wordt medegedeeld, gedwongen het De reeks lezingen 1941/1942 over militaire en militair-economische onderwerpen is in de Ber- w w lijnsche universiteit door den gouverneur-gene- Zuidelyke deel van de stad geheel te ontruimen vaal rijksminister dr. Frank geopend met een Onder den druk van de catastrofale toestanden betoog over het gouvernement-generaal. Behalve zijn in de afgeloopen dagen opnieuw talrijke inwoners naar de Duitsche troepen overgeloo- pen. Zfj hebben o.a. verteld dat de wijk Kirov tot aan de Narwa-poort wegens gevaar voor instorten van de zwaar geteisterde industrieele gebouwen moest worden ontruimd. De geheele buurt is in een terrein vol met kraters veranderd. Het groot ste deel der burgerbevolking in deze wijk is naar elders overgebracht. Verder is op het onbebouw de terrein op het Westelijke deel van het Kes- towski- en Dekabristen-Eiland een groot barak kenkamp voor de vluchtelingen opgericht, waar in hoofdzakelijk de vluchtelingen uit de omge ving van Leningrad zijn ondergebracht. De voorhoede van een Duitscne divisie heeft gisteren in den middensector van het Oostelijke front een vrij groote plaats veroverd De tegen aanval der teruggeslagen bolsjewieken bezweek in het vuur van Duitsche artillerie en machine geweren. SOVJET-ANTWOORD ONBEVREDIGEND. De Japansche minister van buitenlandsche za ken, Togo, heeft, volgens Domei, op een vraag voor de begrotingscommissie van het Lagerhuis verklaard, dat de Japansche regeering het ant woord der Sovjet-Unie op het Japansche protest inzake den ondergang van de „Kehi Maroe" niet heeft aanvaard Wy hebben het antwoord der Sovjet-Unie van de hand gewezen, aldus de minister, daar de aangevoerde redenen onvoldoende zyn. De Sovjets beweren, zoo zeide Togo verder, dat de mijnen in de wateren by Wladiwostok gelegd zyn, om de van Italië en Duitschland dreigende gevaren af te wenden. Onafhankeiyk van de beweringen der Sovjets bereidt Japan alle maatregelen voor met betrekking tot de kwestie van de drijvende mijnen in de Japan sche territoriale wateren. Voorts werd aan Togo gevraagd, wat het leger en de marine dachten van de drijvende mijnen in de Japansche territoriale wateren. Minister-president Tojo antwoordde: „het le ger is op iedere eventualiteit voorbereid". De minister van marine, Sjimada verklaar de: „de Japansche regeering heeft al haar voorbereidingen voltooid om aan iedere ver andering in den toestand het hoofd te kunnen bieden." J DE REIS VAN KOEROESOE. De Japansche minister van buitenlandsche zaken, Togo, heeft in het Lagerhuis verklaard, dat Koeroesoe, de pas benoemde byzondere am bassadeur te Washington, geen nieuwe instruc ties van zyn regeering heeft meegekregen, daar de Japansch-Amerikaansche onderhandelingen op gelijken grondslag zullen worden voortgezet. Koeroesoe kent overigens de door den minis ter-president bekendgemaakte drie grondbegin selen van de Japansche politiek. De speaker van het Lagerhuis, Jadanji Na- kajima, vroeg vervolgens aan den minister van buitenlandsche zaken, hoe de vooruitzichten zyn voor de onderhandelingen tusschen Japan en de Ver. Staten en welke uitwerking zy zouden heb ben op art. 3 van het driemogendhedenpact. Togo antwoordde hierop: „Het is niet mogelijk de toekomstige ontwik keling der onderhandelingen tusschen Japan en de Ver. Staten te voorspellen. Haar verhouding tot art. 3 van het driemogendhedenpact moet gezien worden in het licht van den bestaanden toestand. Ik wensch af te zien van de beant woording eener dergebjke hypothetische vraag" (D.N.B.) TSJANG KAI SJEK WIL EEN SPOEDIGE BESLISSING IN CHINA. Het D.NB, meldt uit Sjanghai: Volgens een bericht uit Tsjoengking heeft Tsjang Kai Sjek bij de opening van de zitting van den politieken volksraad verklaard, dat het Chineesch-Japansche conflict voor den aanvang van het voorjaar moet zyn geëindigd. Als motief voerde hy aan, dat men kan verwachten, dat de toestand van het democratisch front in het voorjaar slechter zal zyn. Hy drong aan op een snel ingrijpen van Engeland en de Vereenigde Staten ten bate van China, dat reeds vier jaar gevochten heeft. Hij sprak de hoop uit. dat de zending van Koeroesoe te Washington zou mis lukken. talrijke vertegenwoordigers van staat, partij en weermacht waren aanwezig de Italiaansche am bassadeur, de Hongaarsche gezant, de Burgaar- sche gezant, de Finsche gezant en vertegenwoor digers van den Japanschen ambassadeur alsmede van de gezanten van Slowakije, Roemenië en Mandsjoekwo. Dr. Frank ging tn zyn rede ervan uit. dat het gouvernement-generaal een deel der vervulling is van een eeuwenlangen strijd om de herovering van het gebied, dat sinds een eeuw na de tijd rekening vervuld werd van Duitsche cultuur. Het Weichselgebied, aldus dr. Frank, behoort aan Duitschland en blijft thans bij Duitschland. De taak van het gouvernement-generaal was, in dit gebied orde, veiligheid en bedrijfsleven te her stellen. Dr. Frank weidde daarna uit over het opbouwende werk in dit gebied, waar verschei dene oorlogvoerende legers overheen getrokken zijn. Er zijn wegen aangelegd, spöorlynen her steld en uitgebreid, de fabrieken ziin weer op vollen gang en de oogst is geheel binnengehaald. Uiteraard gaat alle zorg ook uit naar den Volks- duitscher, die onder Poolsch regiem een waar martelaarschap heeft beleefd. De graven van duizenden en nog eens duizenden vermoorde Duitschers zijn een aanmaning, om nooit te ver geten. welke misdaden hier bedreven zyn. Wan neer het thans gelukt is. zoo besloot dr. Frank, de noodzakelijkheid van Duitsche leiding in dit gebied te dogn- gelden, de arbeidende Duitsche bevolking te voeden en het bedrijfsleven van dit door den oorlog zwaar geteisterde gebied te her stellen. dan bewijst dit de juistheid der wegen, welke het Duitsche bestuur in het gouverne ment-generaal is opgegaan. (D.N.B.) NIEUWE OPPERBEVELHEBBER VAN DE TROEPEN IN ENGELAND. Het Engelsche ministerie van oorlog maakt bekend, naar uit Londen wordt gemeld dat sir James Harshall Cornwall, de opperbevelheb ber van de Britsche troepen in Egypte, is be noemd tot opvolger van generaal sir Robert Gordon Finlayson als opperbevelhebber van het commando West (Brittannië). Generaal Gordon Finlayson treedt op 24 November uit zijn functie wegens het bereiken van de leeftydsgrens. (D.N.B.) IRAK BREEKT MET FRANKRIJK EN JAPAN. Het D.N.B. meldt uit New York: De Amerikaansche pers publiceert een be richt van United Press, volgens hetwelk de Iraksche regeering bekend heeft gemaakt, dat de diplomatieke betrekkingen met Frankryk en Japan zyn verbroken. De Iraksche regeering, zoo wordt in het bericht gezegd, motiveert de zen stap met de nauwe betrekkingen der bei de mogendheden met de landen van de spil tijdens den opstand in Irak. De gezantschappen van Frankrijk en Japan in Bagdad zyn ter stond gesloten en de gezant van Irak te Vlchy is teruggeroepen. Het kapitalisme is naast en met het bolsje wisme de grootste vijand van het Christendom. „Gij kunt God niet dienen en den Mammon". De Mammon is hier de gewetenlooze zucht naar gewin, die den arbeid niet meer als hoogste ont- plooiing van den mensch beschouwt, maar al leen uitbuit als een middel tot vermeerdering van persoonlyke winst. Tegen dit kapitalisme stelt het Christendom den arbeid. Arbeiden is: Gods schepping hier op aarde voortzetten. Arbeiden is: het meest gelijken op God. Hij is immers: de actus purus, de steeds werkende daad zonder ooit op te houden. Daarom zyn de arbeiders de eigeniyke Goden zonen. want zij zetten het scheppingswerk van hun Vader voort en gelijken het meest op Hem. Maar het kapitalisme heeft den arbeid van zyn verheven voetstuk afgestooten. Arbeid was geen adel meer, maar zware slaverny. Als ideale toestand werd beschouwd, dat men niet meer behoefde te werken. Zoo werden Gods bedoelingen met de schepping totaal omgekeerd.' Is het dan wonder, dat de wereld vast moest loopen? Is het wonder dat er een toestand ont stond op deze wereld, zooals er nog nooit een in de wereldgeschiedenis is geweest? En de oorzaak van deze verwarring en al deze ellende was het kapitalisme. Daarom moeten wy strijden tegen dit kapita lisme. Daarom mogen wy niet ophouden tot dit stelsel totaal kapot is gebeukt. Dat zyn wy ver plicht als Christenen. Waarom moeten wij dezen strijd voeren sa men met Duitschland? Omdat Hitier de man is geweest, die Gods bedoelingen weer duidelyk heeft gemaakt in de practyk. Geheel zijn stelsel is gebouwd op de gedachte, dat de arbeid de voornaamste factor is in het wereldgebeuren. Is het geen schande voor onze kerken, dat zy zoo lang dit kapita lisme geduld hebben? Zeker, zy konden met ge weld niets uitrichten. Maar waarom scharen zy zich nu dan niet achter hem, die het ln zyn macht heeft, om den arbeid over geheel Europa weer in eere te herstellen? Duitschland heeft den stryd aangebonden te gen het bolwerk van het kapitalisme, tegen En geland. Daar zyn de moderne marteltuigen uit gevonden, zooals „time is money". Met deze spreuk werden de arbeiders opgedreven tot een razend werktempo, zoodat zy vóór hun tyd ver sleten Met deze spreuk werden zy onder den mangel gelegd, zoodat alle energie uit hen ge wrongen werd en zy daarna als uitgeperste ci troenen op de mestvaalt der werkloosheid wer den gegooid. Wat doen wy in dezen gigantischen strijd tegen het monster van het kapitalisme? Durven wy ons nog langer een christeiyke natie te noemen, als wy niet met Duitschland mee vechten tegen dit kapitalisme? „Gij kunt God niet dienen en den Mammon". Daarom, als wy zoo trotsch zyn op onze chris telijke natie, schudden wy alle vooroordeelen van ons af en strijden MET DUITSCHLAND TEGEN HET KAPITALISME. Th. de L. Het rijkscommissariaat deelt mede: De commissaris-generaal voor bestuur en justitie heeft op grond van -paragraaf 3 van verordening no. 108/40 (vierde verordening over byzondere bestuursrechterlyke maatregelen) te zamen met paragraaf 4, artikel 1 van verorde ning no. 3/40 over het uitoefenen van de re- geeringsbevoegdheid in Nederland tot burge meester benoemd: den adjunct-commies van de provinciale kanselarij van Groningen, R. W. Keiser tot burgemeester van Wirisum; den secre taris van de Haze- en Zypepolder J. D. Rlgters, tot burgemeester in Zuid- en Noord-Schermer. EEN DIEPE VORE WORDT DOOR HET LAND GETROKKEN. (Van onzen politieken medewerker) BEHOEFTE bestaat er aan een nieuwe binding, aan een eigeniyke bewustwor ding. Indien wy ons bewust zyn van de groote taak, welke wy tegenover ons volk en ons vaderland te vervullen hebben, dan zullen wij moeten komen tot een binding tusschen het individu en de gemeenschap. Alle m hebben tot taak de handen ineen te slaan en gezamenlyk te werken, zoodat den velen moeilykheden, ont staan door de huidige constellatie, het hoofd kan worden geboden. Allen, arbeiders van hoofd en hand, van hoog tot laag, onverschillig op welke posten zy in den lande geplaatst zyn, zy hebben tot taak dit volk te dienen en zulks te doen in over eenstemming met het verelschte en onontbeer- hjk noodzakeiyke volkseigenbewustzyn. De stof, waarmede wy in het verleden ingeënt waren, neeft ons doen vervreemden van de vele groote en vooral hooge waarden, welke ons volk bezat. Deze waarden hadden ons volk in het verleden gebracht naar een periode van ryke geestelyke en materieele ontwikkeling. In die dagen leefde er in dat Nederlandsche volk een spontane geest, een geest naar kennis en licht, maar die daarenboven uitging naar een hooger verlan gen; het was een geest, die in werkelijkheid zocht naar de diepere waarden van de men- schelyke ziel. Door vele invloeden is er in dat volk een matelooze geestelijke vervlakking ge komen. Thans evenwel moet men zich weer bewust worden van die oud-vaderlandsche deugden, welke voor die vervlakking in de plaats moeten komen, want aan deze vervlak king is die oude wereld geheel en al ten gronde gegaan. Het is de historie van ons Nederland sche volk, welke zulks vereischt, want deze be hoort ongetwyfeld tot de rijkste histories, die een volk zich denken kan. Onze Nederlandsche volksaard dient intact te worden gehouden, want de specifiek Nederlandsche gewoonten, die kunnen alleen de voorwaarden scheppen tot volledige zelfontplooiing. Ons geheele wezen en onze Instelling op ons volk moeten aange wend worden om een werkeiyke eendracht te verkrygen, teneinde ten slotte de oud-vader landsche deugden wederom bewust te worden. GEZAMENLIJK moeten wy de schouders onder het groote nationale werk zetten. Schouder aan schouder moeten wy staan, dat zy de leuze, welke ons allen dient te be zielen. Steeds weer hebben wy ons voor oogen te houden, dat het belang van het volk, waar toe wij behooren. zulks vereischt. In dat ver- Oit Nummei bevat TWEE Bladen leden zyn er groote dingen tot stand gekomen, waarvan immers een roep uitging tot ver over onze landsgrenzen. De resultaten van dezen arbeid zyn met gouden letters in de annalen onzer geschiedenis genoteerd. Daaraan hadden wy onze beteekenis in de wereld te danken. Na een intermezzo van halfslachtigheid, van negativisme, ja in vele gevallen van ondermy- ning, moeten wy thans weer gezamenlyk het opbouwende werk ter hand nemen. Dit werk zal met succes verzekerd zyn, indien negati visten en positivisten bereid zyn de handen aan den ploeg te slaan en het blanke yzer door de nieuwe aarde te laten snyden, opdat straks een diepe en kaarsrechte vore het teeken zal zyn van een eensgezind volk, dat zich bewust is van zyn roeping in deze wereld. By een dergelyke samenwerking der groepen zal een werkeiyk gezond geheel kunnen opgroeien ln het belang van de geheele Nederlandsche volks gemeenschap. THANS is het tydstip voorby, waarin men een ontbinding heeft tot in alle geledin gen der maatschappy. Daarvoor trede in de plaats een streven van waarachtigheid en zelfrespect tegenover het geheele volk! Ons volk is een gezond volk, dat met belde beenen op de realiteit staat en daarom er zich van bewust is, dat het er met een afzydig staan tegenover de ontwikkeling van heden niet komt. Nederland heeft een kans, het heeft de groote kans om zich in te schakelen ln het Europeesch bestel, dat thans bezig is zich te heroriënteeren. Een nieuwe tyd is aangebroken. Dat staat vast. Enkele groepen, ja zelfs landen, houden dezen nieuwen tyd niet tegen. Alles gaat door, ook deze nieuwe tyd. Zelfs zonder Nederland zal deze nieuwe tyd zich voltrekken, maar dan zal ons land daarin geen enkel aan deel hebben. Het zal dan worden meegesleurd in de groote gebeurtenissen, die de wereld be roeren. Gelukkig valt een kentering in ons volk waar te nemen. Voor velen is het nieuwe niet nieuw meer, terwyl voor velen ook het 1 oorbye voor by is. Alleen voor die laatste groep is de be wustwording van dat nieuwe nog niet geheel aanwezig. Maar het begint reeds te gloren; men zou kunnen zeggen, dat een nieuwe dageraad wordt aanschouwd. De Tyd gaat voort, het yzer van den ploeg trekt de vore diep door het muffe land en woelt de aarde om. De vruchtbare bodem ligt open en wacht op het jonge zaad, dat ter ontkie ming in dezen schoot moet worden geworpen. H. A. G. De „Voelkische Beobachter" bevat ter gele genheid van den zesden verjaardag der sanc ties een hoofdartikel van den Ita)liaanschen Spaansch gebied en ten slotte aan alle fronten, waar onze soldaten schouder aan schouder met de Duitsche kameraden stryden tegen den ge- meenschappehjken *yand. In die Novembermaand van 1935 begrepen slechts één staatshoofd en één enkel volk geheel amhosMHwip fp Rwliih ninn Alfieri Daarin en ZOnder eeniS VOOrbehOUd or.Ze positie: Adolf c-mbassadeur te Berlyn, Dino Alfieri. Daarin Wiflpr pn hpf Tlnitcrh wordt onder het opschrift „Itaüê's weg' de "ltler en net natlonaal socialistische Duitsch- ontwikkeling op buitenlandsch-politiek gebied In de Universiteits-bibliotheek aan het Singel te Amsterdam werd onder belangstelling van vele Duitsche en Nederlandsche autoriteiten de tentoonstelling „Het Duitsche wetenschappelyke boek" geopend. De vertegenwoordiger van Dr. Wimmer, Dr. Putlar, tydens zyn rede. (Folygoon-Sagers) van Italië sedert den 18den November 1935. den dag der sancties, als volgt geschilderd: De terugkeer van den 18den November is voor het fascistische Italië een zeer gedenkwaardige dag Zes jaren zyn verloopen sedert den dag. waarop in Genève een laffe meerderheid be sloot Italië economisch te belegeren. Ons volk, dat naast het bevriende, verbonden Duitsch land van Adolf Hitler aangetreden staat voor een geweldigen beslissenden stryd, herdenkt vandaag den verjaardag der sancties. Op par ty by eenkomsten gedenken de zwarthemden de zen dag met een tweeledig doel. aan den eenen kant willen zij zichzelf herinneren met gerecht vaardigden trots aan de prestaties van het fas cistische leger, die met de overwinning werden bekroond. Dit leger veroverde onder persoon lijke aansporing van den Duce op 5000 K.M. afstand van het moederland een imperium. Aan den anderen Kant willen zij anderen, die niet zoo een goede herinnering hebben als wy. er aan herinneren, wie destijds vyand of vriend is geweest. Den achttienden November 1935 werd Italië in Geneve veroordeeld door denzelfden Volken bond. die zoogenaamd behoeder van interna tionale orde en rechtvaardigheid was, doch die integendeel, zich buigend voor de gewelddadig heid der plutokratièën, niet aarzelde onwettige maatregelen te nemen, om te beproèven een iong en arm. een prachtig jong en trotsch op syn armoed zijnd volk. te worgen. Twee-en- vijftig staten sloten zich bij deze schandelijke poging aan, groote en kleine landen, nabye, doch ook zeer ververwijderde landen, wier be langen door ons optreden in Abessynië ook niet in het geringste geschonden of op een of andere wyze in gevaar werden gebracht. Maar de geschiedenis der volken kan niet door artikelen afgedwongen of aan de groene tafel beslist worden. Geschiedenis is beweging, voor uitgang, leven. Voor dit leven moet men iets durven, ook wanneer daarmee zware offers harde stryd verbonden zijn. Offers en stryd zyn het Ita.iaansche volk waarlyk niet bespaard gebleven. Men kan wel zeggen, dat het zich sedert den 18en November 1935 bijna onafgebroken in oorlog bevindt, eerst op Ethiopisch grondgebied, vervolgens op Hitier en het nationaal-socialistische Duitsch land. Zy voelden .et alleen de gemeenschap- pehjkheid van het lot op grond der belevenissen, waardoor het Duitsche volk zyn nationale een heid had verworven en op gTond der noodzake- lykheden, die voor het Duitsche evenals voor het Italiaansche volk bestonden, om zich de toekomst te verzekeren Zy waren er echter ook van overtuigd, dat de beide revoluties, de na tionaal-socialistische en de fascistische, de voor waarden hadden geschapen voor een diepgaan de en duurzame Duitsch-Italiaansche solidari teit. De Führer heeft meermalen aan dit alles herinnerd, het laatst nog op den 9den Novem ber, toen hy met onvergetelijke woorden de lots- gemeenschap met Italië naar .oren bracht. De sancties waren ook voor Duitschland een alarmsignaal. „De 18e November", zoo zeide Mussolini vandaag een jaar geleden, „is een be slissende datum in de geschiedenis van Europa." Het was de eerste en definitieve poging tot een stormloop op breede basis ondernomen vanuit de oude wereld, vertegenwoordigd door den Volkenbond met zijn egoïstische motieven en verouderde ideologieën, die door de nieuwe en jonge krachten van Italië en Duitschland werd overwonnen. Op dien dag begon de scheiding, het zich tegenover elkander plaatsen, en de stryd, die na de compromissen van Muenchen, die de democratieën zich alleen lieten welgeval len met het doel tyd te winnen, uitliep op een door Frankryk en Engeland aan Duitschland verklaarden oorlog." Wat verder? Het conflict is zeker niet ver oorzaakt door het een of ander tydperk of den een of anderen plaatselyk begrensden eisch, waarvan de rechtmatigheid streng genomen, nauwelyks kon worden aangevochten. Het had diepere, verder reikende wortels. Reeds toen. den 18den Noverber 1935, moest men er op voorbereid zyn. want reeds toen had men im mers gezien, wat een volk, dat niets bezat, dat echter toch, om zyn kinderen te kunnen voe den deel moest hebben aan de rykdommen der en wereld, verw-achten kon van een huichelach tige Internationale vergadering, die buigingen maakte voor de bezittende staten. Italië werd in Genève gelykgesteld met Abessynië, dat in 1923 slechts in den Volkenbond was opgenomen op voorwaarde, dat het de slaverny afschafte, een voorwaarde, waarvoor het zich wel wachtte VOOR DE MAANDEN DECEMBER EN JANUARI. De secretaris-generaal van het departement van Handel, Nyverheid en Scheepvaart maakt bekend, dat kamerverhuurders en pensionhou ders, die hun huis met haarden en kachels ver warmen, dezer dagen op nader door den plaat- seiyken distrlbutiedlenst te bepalen tydstippen by dezen dienst een aanvrage kunnen indienen ter verkrijging van vaste brandstoffen voor het verwarmen van de door hen verhuurde vertrek ken. gedurende December 1941 en Januari 1942. In den loop van Januari a.s. zal voorts de ge legenheid worden opengesteld vaste brandstof fen voor verwarming van verhuurde kamers gedurende de maanden Februari en Maart aan te vragen. Voor het stookseizoen 1941/'42 zullen daarna geen brandstoffen voor dit doel meer worden beschikbaar gesteld. Personen, die kamers verhuren of een pension houden en hun huizen door middel van centrale verwarming verwarmen, hebben reeds het hun toegewezen aantal bonnen voor verwarming voor het geheele stookseizoen ontvangen en deze te vervullen. Voor dit Ethiopië traden 52 staten in het strydperk tegen een volk van dichters en helden, dat evenals het Duitsche de wereld onmeteiyke cultuurschatten heeft ge schonken. Indien dit alles toentertyd Italië niet af schrikte, indien het de Afrikaansche onderne ming voortzette met een dapperheid, die men alleen in het zekere bewustzyn van eigen recht en eigen prestatievermogen aan den dag kan leggen, dan kunnen thans nog veel minder Duitschland en Italië, die door den wil van den Duce en den Fuehrer en voor den gemeen- schappelyken stryd van belde volken schouder aan schouder vechten, door de vyandigheid van diegenen geïntimideerd worden, die openlyk te gen hen te velde zyn getrokken, of door de in triges van diegenen, die gelooven hen op ge- vaarloozer wyze en met grooter kans op winst ten onder te kunnen brengen. Zy allen vergissen zich enorm. In de eerste plaats kunnen zy de weerstandskracht van ons volk niet meten. Ons volk heeft de laatste 25 jaar meer gevochten dan uitgerust, het is een volk, dat door offers gehard is en thans eens gezind en gesloten als één man onder het bevel van den Duce staat. Met den vasten wil dezen beslissenden stryd voor eigen lot en voor dat van Duitschland, Europa en de geheele wereld tot het laatst toe uit te vechten en zich definitief de plaats onder de zon te veroveren, waarop het een heilig, onaanvechtbaar recht heeft. Thans is liet Italiaansche volk, dat trouw achter zyn soldaten-koning staat, bezield door henzelfden geest als zes jaar geleden Door de ervaring gehard, staat het thans tot den laat- sten man voor den stryd der bevrijding. Terugziend op den 18en November 1935 her denken wij de vijanden met en zonder masker, doch ook den grooten vriend van toen en bond genoot van thans, met wien wy zonder onder breking den stryd zullen voortzetten, vast be sloten. ook verder de zwaarste offers op ons te nemen, in de overtuiging, dat wij niet alleen voor ons, doch ook voor onze kinderen en klein- I kinderen stryden. om door de overwinning van onze vlaggen niet alleen onzen volken vrade en welvaart te verzekeren, doch ook de sociale rechtvaardigheid en de geestelyke en politieke vernieuwing in een Europa, dat zich opnieuw bewust is van zyn eeuwenoude waardigheid en cultureele missie ln de wereld. (A.NP.) kunnen derhalve noch dezer dagen, noch in Januari een nieuwe aanvrage indienen, behalve indien by hen personen komen Inwonen op kamers, waarvoor zy in het geheel nog geen extra rantsoen hebben ontvangen. Alle aanvragen moeten worden ingediend door den kamerverhuurder, resp. pensionhouder op formulieren md 121, welke by de plaatse lijke distributiediensten, eveneens op nader door dezen dienst bekend te maken tydstippen, verkrygbaar zullen zyn. De bonnen zullen wor den uitgereikt aan den kamerverhuurder of pensionhouder, uitteraard echter slechts voor verwarming van de verhuurde vertrekken, dus ten behoeve van den kamerbewoner of pension gast. In verband met de klantenbinding in den kolenhandel moeten de brandstoffen betrokken worden by den leverancier, by wien de kamer verhuurder of pensionhouder is ingeschreven. De aanvragen mogen uitsluitend worden in gediend voor vertrekken, die worden verwarmd door middel van haarden en kachels, welke met vaste brandstoffen worden gestookt. Het extra-rantsoen zal wederom drie bonnen, elk voor een eenheid vaste brandstoffen bedragen. Met deze drie eenheden dient men derhalve gedurende de maanden December en Januari toe te komen. Per kamerbewoner of per gast zal in geen geval voor meer dan één kamer een extra rant soen worden verstrekt. Iemand, die meer dan één kamer heeft gehuurd, komt slechts ln aan merking voor brandstof voor één van deze ka mers. Bovendien zal, indien verschillende per sonen samenwonen op een of meer gehuurde kamers slechts ten behoeve van één van hen een extra-rantsoen worden verstrekt. Voor in wonende ouders, kinderen, klein-, pleeg- en stiefkinderen en overige familieleden zullen geen extra brandstoffen beschikbaar worden gesteld, behalve indien het daarby een volko men normafe verhuur van kamers betreft en derhalve de betrokkenen uit eigen inkomsten een normalen huur- of penslonprys betalen. Dit zal uiteraard slechts bij hooge uitzondering het geval zijn en zal dan ook op doorslaggevende wijze ten genoegen van den plaatseiyken distrl butiedlenst moeten worden aangetoond. Voor ingekwartierde Duitsche militairen mo gen geen extra brandstoffen worden aange vraagd, daar zy reeds de bescheiden daarvoor ontvangen hebben. Voorts wordt er de aandacht op gevestigd, dat na 1 December a.s. geen aanvragen meer in behandeling zullen worden genomen. Ook met eventueele mutaties in de maanden De cember en Januari kan geen rekening worden gehouden. In verband hiermede wordt aange raden om. indien men gedurende deze maan den op kamers wil gaan wonen of van pension wil veranderen, er zich ter dege van te over tuigen dat de verhuurder over brandstoffen be schikt. De toestand op 1 December 1941 is dus be slissend voor de vraag, of voor December en Januari een extra-rantsoen kan worden ver strekt, Derhalve is het verboden om voor per sonen. die op 1 December 1941 niet by den ver huurder op kamer wonen, of in pension zyn, vaste brandstoffen aan te vragen. P. BON t Te Heemstede is op 68-jarigen leeftyd over leden de heer P. Bon, directeur van de N/V. Oliefactory Pieter Bon Czn. te Zaandam, rijks- deskundige voor de provincie Noord-Holland volgens de nieuwe Motor- en rywlelwet. De heer Bon was een bekende figuur in de paardensport, automobiel- en zeilwereld. Hy was bestuurslid van de Nederlandsche harddraverij en renvereeniging in Den Haag, heeft op z°il- wedstryden met de U-klasser „Walta" zeer veel prijzen gewonnen en hecri vr.. naar Monte Carlo en Marokko meegereden. Ook in scheepvaartkringen was de heer Bon goed bekend en hy was een trouw bezoeker van de Amsterdamsche koopmansbeurs.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 1