De strijd in het Oosten
r"n
BINNENLAND
WOENSDAG 19 NOVEMBER 1941
No. 25047
De herdenking der sancties
82ste Jaargang
Zuid-Leningrad ontruimd
Dr. Frank over het
gouvernement-generaal
De spanning in het
Verre Oosten
Met Duitschland tegen
het kapitalisme
Verspreide berichten
Waarom met Duitschland
tegen het kapitalisme?
Nieuwe burgemeesters
Het ijzer van den ploeg
EERSTE BLAD
Betoog van Alfieri
Vaste brandstoffen voor
kamerverhuurders en
pensionhouders
LEIDSCH
DAGBLAD
Directeur: J W Henny
Teler Directie en Administratie
25041 (2 Itlnen
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Telef Redactie 21507
Hoofdredacteur: B W.Meckhorst. Lelden
Pl.verv K BeeD Leld«V
De Duitsche troepen zetten geregeld hun ac
tie voort. De luchtmacht vooral is krachtig in
actie.
Het bombardement op de voor den oorlog
belangrijke installaties, de bewapeningsfabrie
ken en ravitailleeringscentra van Leningrad
heeft de omsingelde bolsjewisten, naar van mi
litaire zijde wordt medegedeeld, gedwongen het
De reeks lezingen 1941/1942 over militaire en
militair-economische onderwerpen is in de Ber-
w w lijnsche universiteit door den gouverneur-gene-
Zuidelyke deel van de stad geheel te ontruimen vaal rijksminister dr. Frank geopend met een
Onder den druk van de catastrofale toestanden betoog over het gouvernement-generaal. Behalve
zijn in de afgeloopen dagen opnieuw talrijke
inwoners naar de Duitsche troepen overgeloo-
pen. Zfj hebben o.a. verteld dat de wijk Kirov tot
aan de Narwa-poort wegens gevaar voor instorten
van de zwaar geteisterde industrieele gebouwen
moest worden ontruimd. De geheele buurt is in
een terrein vol met kraters veranderd. Het groot
ste deel der burgerbevolking in deze wijk is naar
elders overgebracht. Verder is op het onbebouw
de terrein op het Westelijke deel van het Kes-
towski- en Dekabristen-Eiland een groot barak
kenkamp voor de vluchtelingen opgericht, waar
in hoofdzakelijk de vluchtelingen uit de omge
ving van Leningrad zijn ondergebracht.
De voorhoede van een Duitscne divisie heeft
gisteren in den middensector van het Oostelijke
front een vrij groote plaats veroverd De tegen
aanval der teruggeslagen bolsjewieken bezweek
in het vuur van Duitsche artillerie en machine
geweren.
SOVJET-ANTWOORD ONBEVREDIGEND.
De Japansche minister van buitenlandsche za
ken, Togo, heeft, volgens Domei, op een vraag
voor de begrotingscommissie van het Lagerhuis
verklaard, dat de Japansche regeering het ant
woord der Sovjet-Unie op het Japansche protest
inzake den ondergang van de „Kehi Maroe" niet
heeft aanvaard
Wy hebben het antwoord der Sovjet-Unie
van de hand gewezen, aldus de minister, daar
de aangevoerde redenen onvoldoende zyn.
De Sovjets beweren, zoo zeide Togo verder,
dat de mijnen in de wateren by Wladiwostok
gelegd zyn, om de van Italië en Duitschland
dreigende gevaren af te wenden. Onafhankeiyk
van de beweringen der Sovjets bereidt Japan
alle maatregelen voor met betrekking tot de
kwestie van de drijvende mijnen in de Japan
sche territoriale wateren.
Voorts werd aan Togo gevraagd, wat het
leger en de marine dachten van de drijvende
mijnen in de Japansche territoriale wateren.
Minister-president Tojo antwoordde: „het le
ger is op iedere eventualiteit voorbereid".
De minister van marine, Sjimada verklaar
de: „de Japansche regeering heeft al haar
voorbereidingen voltooid om aan iedere ver
andering in den toestand het hoofd te kunnen
bieden."
J
DE REIS VAN KOEROESOE.
De Japansche minister van buitenlandsche
zaken, Togo, heeft in het Lagerhuis verklaard,
dat Koeroesoe, de pas benoemde byzondere am
bassadeur te Washington, geen nieuwe instruc
ties van zyn regeering heeft meegekregen, daar
de Japansch-Amerikaansche onderhandelingen
op gelijken grondslag zullen worden voortgezet.
Koeroesoe kent overigens de door den minis
ter-president bekendgemaakte drie grondbegin
selen van de Japansche politiek.
De speaker van het Lagerhuis, Jadanji Na-
kajima, vroeg vervolgens aan den minister van
buitenlandsche zaken, hoe de vooruitzichten zyn
voor de onderhandelingen tusschen Japan en de
Ver. Staten en welke uitwerking zy zouden heb
ben op art. 3 van het driemogendhedenpact.
Togo antwoordde hierop:
„Het is niet mogelijk de toekomstige ontwik
keling der onderhandelingen tusschen Japan en
de Ver. Staten te voorspellen. Haar verhouding
tot art. 3 van het driemogendhedenpact moet
gezien worden in het licht van den bestaanden
toestand. Ik wensch af te zien van de beant
woording eener dergebjke hypothetische vraag"
(D.N.B.)
TSJANG KAI SJEK WIL EEN SPOEDIGE
BESLISSING IN CHINA.
Het D.NB, meldt uit Sjanghai:
Volgens een bericht uit Tsjoengking heeft
Tsjang Kai Sjek bij de opening van de zitting
van den politieken volksraad verklaard, dat het
Chineesch-Japansche conflict voor den aanvang
van het voorjaar moet zyn geëindigd. Als motief
voerde hy aan, dat men kan verwachten, dat
de toestand van het democratisch front in het
voorjaar slechter zal zyn. Hy drong aan op een
snel ingrijpen van Engeland en de Vereenigde
Staten ten bate van China, dat reeds vier jaar
gevochten heeft. Hij sprak de hoop uit. dat de
zending van Koeroesoe te Washington zou mis
lukken.
talrijke vertegenwoordigers van staat, partij en
weermacht waren aanwezig de Italiaansche am
bassadeur, de Hongaarsche gezant, de Burgaar-
sche gezant, de Finsche gezant en vertegenwoor
digers van den Japanschen ambassadeur alsmede
van de gezanten van Slowakije, Roemenië en
Mandsjoekwo.
Dr. Frank ging tn zyn rede ervan uit. dat het
gouvernement-generaal een deel der vervulling
is van een eeuwenlangen strijd om de herovering
van het gebied, dat sinds een eeuw na de tijd
rekening vervuld werd van Duitsche cultuur. Het
Weichselgebied, aldus dr. Frank, behoort aan
Duitschland en blijft thans bij Duitschland. De
taak van het gouvernement-generaal was, in dit
gebied orde, veiligheid en bedrijfsleven te her
stellen. Dr. Frank weidde daarna uit over het
opbouwende werk in dit gebied, waar verschei
dene oorlogvoerende legers overheen getrokken
zijn. Er zijn wegen aangelegd, spöorlynen her
steld en uitgebreid, de fabrieken ziin weer op
vollen gang en de oogst is geheel binnengehaald.
Uiteraard gaat alle zorg ook uit naar den Volks-
duitscher, die onder Poolsch regiem een waar
martelaarschap heeft beleefd. De graven van
duizenden en nog eens duizenden vermoorde
Duitschers zijn een aanmaning, om nooit te ver
geten. welke misdaden hier bedreven zyn. Wan
neer het thans gelukt is. zoo besloot dr. Frank,
de noodzakelijkheid van Duitsche leiding in dit
gebied te dogn- gelden, de arbeidende Duitsche
bevolking te voeden en het bedrijfsleven van dit
door den oorlog zwaar geteisterde gebied te her
stellen. dan bewijst dit de juistheid der wegen,
welke het Duitsche bestuur in het gouverne
ment-generaal is opgegaan. (D.N.B.)
NIEUWE OPPERBEVELHEBBER VAN DE
TROEPEN IN ENGELAND.
Het Engelsche ministerie van oorlog maakt
bekend, naar uit Londen wordt gemeld dat
sir James Harshall Cornwall, de opperbevelheb
ber van de Britsche troepen in Egypte, is be
noemd tot opvolger van generaal sir Robert
Gordon Finlayson als opperbevelhebber van het
commando West (Brittannië). Generaal Gordon
Finlayson treedt op 24 November uit zijn functie
wegens het bereiken van de leeftydsgrens.
(D.N.B.)
IRAK BREEKT MET FRANKRIJK
EN JAPAN.
Het D.N.B. meldt uit New York:
De Amerikaansche pers publiceert een be
richt van United Press, volgens hetwelk de
Iraksche regeering bekend heeft gemaakt, dat
de diplomatieke betrekkingen met Frankryk en
Japan zyn verbroken. De Iraksche regeering,
zoo wordt in het bericht gezegd, motiveert de
zen stap met de nauwe betrekkingen der bei
de mogendheden met de landen van de spil
tijdens den opstand in Irak. De gezantschappen
van Frankrijk en Japan in Bagdad zyn ter
stond gesloten en de gezant van Irak te Vlchy
is teruggeroepen.
Het kapitalisme is naast en met het bolsje
wisme de grootste vijand van het Christendom.
„Gij kunt God niet dienen en den Mammon".
De Mammon is hier de gewetenlooze zucht naar
gewin, die den arbeid niet meer als hoogste ont-
plooiing van den mensch beschouwt, maar al
leen uitbuit als een middel tot vermeerdering
van persoonlyke winst.
Tegen dit kapitalisme stelt het Christendom
den arbeid.
Arbeiden is: Gods schepping hier op aarde
voortzetten. Arbeiden is: het meest gelijken op
God. Hij is immers: de actus purus, de steeds
werkende daad zonder ooit op te houden.
Daarom zyn de arbeiders de eigeniyke Goden
zonen. want zij zetten het scheppingswerk van
hun Vader voort en gelijken het meest op Hem.
Maar het kapitalisme heeft den arbeid van
zyn verheven voetstuk afgestooten. Arbeid was
geen adel meer, maar zware slaverny.
Als ideale toestand werd beschouwd, dat men
niet meer behoefde te werken. Zoo werden Gods
bedoelingen met de schepping totaal omgekeerd.'
Is het dan wonder, dat de wereld vast moest
loopen? Is het wonder dat er een toestand ont
stond op deze wereld, zooals er nog nooit een
in de wereldgeschiedenis is geweest?
En de oorzaak van deze verwarring en al deze
ellende was het kapitalisme.
Daarom moeten wy strijden tegen dit kapita
lisme. Daarom mogen wy niet ophouden tot dit
stelsel totaal kapot is gebeukt. Dat zyn wy ver
plicht als Christenen.
Waarom moeten wij dezen strijd voeren sa
men met Duitschland?
Omdat Hitier de man is geweest, die Gods
bedoelingen weer duidelyk heeft gemaakt in de
practyk. Geheel zijn stelsel is gebouwd op de
gedachte, dat de arbeid de voornaamste factor
is in het wereldgebeuren. Is het geen schande
voor onze kerken, dat zy zoo lang dit kapita
lisme geduld hebben? Zeker, zy konden met ge
weld niets uitrichten. Maar waarom scharen zy
zich nu dan niet achter hem, die het ln zyn
macht heeft, om den arbeid over geheel Europa
weer in eere te herstellen?
Duitschland heeft den stryd aangebonden te
gen het bolwerk van het kapitalisme, tegen En
geland. Daar zyn de moderne marteltuigen uit
gevonden, zooals „time is money". Met deze
spreuk werden de arbeiders opgedreven tot een
razend werktempo, zoodat zy vóór hun tyd ver
sleten Met deze spreuk werden zy onder den
mangel gelegd, zoodat alle energie uit hen ge
wrongen werd en zy daarna als uitgeperste ci
troenen op de mestvaalt der werkloosheid wer
den gegooid. Wat doen wy in dezen gigantischen
strijd tegen het monster van het kapitalisme?
Durven wy ons nog langer een christeiyke natie
te noemen, als wy niet met Duitschland mee
vechten tegen dit kapitalisme?
„Gij kunt God niet dienen en den Mammon".
Daarom, als wy zoo trotsch zyn op onze chris
telijke natie, schudden wy alle vooroordeelen
van ons af en strijden
MET DUITSCHLAND TEGEN
HET KAPITALISME.
Th. de L.
Het rijkscommissariaat deelt mede:
De commissaris-generaal voor bestuur en
justitie heeft op grond van -paragraaf 3 van
verordening no. 108/40 (vierde verordening over
byzondere bestuursrechterlyke maatregelen) te
zamen met paragraaf 4, artikel 1 van verorde
ning no. 3/40 over het uitoefenen van de re-
geeringsbevoegdheid in Nederland tot burge
meester benoemd: den adjunct-commies van de
provinciale kanselarij van Groningen, R. W.
Keiser tot burgemeester van Wirisum; den secre
taris van de Haze- en Zypepolder J. D. Rlgters,
tot burgemeester in Zuid- en Noord-Schermer.
EEN DIEPE VORE WORDT DOOR HET
LAND GETROKKEN.
(Van onzen politieken medewerker)
BEHOEFTE bestaat er aan een nieuwe
binding, aan een eigeniyke bewustwor
ding. Indien wy ons bewust zyn van de
groote taak, welke wy tegenover ons volk en
ons vaderland te vervullen hebben, dan zullen
wij moeten komen tot een binding tusschen het
individu en de gemeenschap. Alle m hebben tot
taak de handen ineen te slaan en gezamenlyk
te werken, zoodat den velen moeilykheden, ont
staan door de huidige constellatie, het hoofd
kan worden geboden.
Allen, arbeiders van hoofd en hand, van
hoog tot laag, onverschillig op welke posten zy
in den lande geplaatst zyn, zy hebben tot taak
dit volk te dienen en zulks te doen in over
eenstemming met het verelschte en onontbeer-
hjk noodzakeiyke volkseigenbewustzyn. De stof,
waarmede wy in het verleden ingeënt waren,
neeft ons doen vervreemden van de vele groote
en vooral hooge waarden, welke ons volk bezat.
Deze waarden hadden ons volk in het verleden
gebracht naar een periode van ryke geestelyke
en materieele ontwikkeling. In die dagen leefde
er in dat Nederlandsche volk een spontane
geest, een geest naar kennis en licht, maar die
daarenboven uitging naar een hooger verlan
gen; het was een geest, die in werkelijkheid
zocht naar de diepere waarden van de men-
schelyke ziel. Door vele invloeden is er in dat
volk een matelooze geestelijke vervlakking ge
komen. Thans evenwel moet men zich weer
bewust worden van die oud-vaderlandsche
deugden, welke voor die vervlakking in de
plaats moeten komen, want aan deze vervlak
king is die oude wereld geheel en al ten gronde
gegaan. Het is de historie van ons Nederland
sche volk, welke zulks vereischt, want deze be
hoort ongetwyfeld tot de rijkste histories, die
een volk zich denken kan. Onze Nederlandsche
volksaard dient intact te worden gehouden,
want de specifiek Nederlandsche gewoonten, die
kunnen alleen de voorwaarden scheppen tot
volledige zelfontplooiing. Ons geheele wezen
en onze Instelling op ons volk moeten aange
wend worden om een werkeiyke eendracht te
verkrygen, teneinde ten slotte de oud-vader
landsche deugden wederom bewust te worden.
GEZAMENLIJK moeten wy de schouders
onder het groote nationale werk zetten.
Schouder aan schouder moeten wy staan,
dat zy de leuze, welke ons allen dient te be
zielen. Steeds weer hebben wy ons voor oogen
te houden, dat het belang van het volk, waar
toe wij behooren. zulks vereischt. In dat ver-
Oit Nummei bevat TWEE Bladen
leden zyn er groote dingen tot stand gekomen,
waarvan immers een roep uitging tot ver over
onze landsgrenzen. De resultaten van dezen
arbeid zyn met gouden letters in de annalen
onzer geschiedenis genoteerd. Daaraan hadden
wy onze beteekenis in de wereld te danken.
Na een intermezzo van halfslachtigheid, van
negativisme, ja in vele gevallen van ondermy-
ning, moeten wy thans weer gezamenlyk het
opbouwende werk ter hand nemen. Dit werk
zal met succes verzekerd zyn, indien negati
visten en positivisten bereid zyn de handen
aan den ploeg te slaan en het blanke yzer door
de nieuwe aarde te laten snyden, opdat straks
een diepe en kaarsrechte vore het teeken zal
zyn van een eensgezind volk, dat zich bewust
is van zyn roeping in deze wereld. By een
dergelyke samenwerking der groepen zal een
werkeiyk gezond geheel kunnen opgroeien ln
het belang van de geheele Nederlandsche volks
gemeenschap.
THANS is het tydstip voorby, waarin men
een ontbinding heeft tot in alle geledin
gen der maatschappy. Daarvoor trede in
de plaats een streven van waarachtigheid en
zelfrespect tegenover het geheele volk!
Ons volk is een gezond volk, dat met belde
beenen op de realiteit staat en daarom er zich
van bewust is, dat het er met een afzydig
staan tegenover de ontwikkeling van heden niet
komt. Nederland heeft een kans, het heeft de
groote kans om zich in te schakelen ln het
Europeesch bestel, dat thans bezig is zich te
heroriënteeren. Een nieuwe tyd is aangebroken.
Dat staat vast. Enkele groepen, ja zelfs landen,
houden dezen nieuwen tyd niet tegen. Alles
gaat door, ook deze nieuwe tyd. Zelfs zonder
Nederland zal deze nieuwe tyd zich voltrekken,
maar dan zal ons land daarin geen enkel aan
deel hebben. Het zal dan worden meegesleurd
in de groote gebeurtenissen, die de wereld be
roeren.
Gelukkig valt een kentering in ons volk waar
te nemen. Voor velen is het nieuwe niet nieuw
meer, terwyl voor velen ook het 1 oorbye voor
by is. Alleen voor die laatste groep is de be
wustwording van dat nieuwe nog niet geheel
aanwezig. Maar het begint reeds te gloren; men
zou kunnen zeggen, dat een nieuwe dageraad
wordt aanschouwd.
De Tyd gaat voort, het yzer van den ploeg
trekt de vore diep door het muffe land en woelt
de aarde om. De vruchtbare bodem ligt open
en wacht op het jonge zaad, dat ter ontkie
ming in dezen schoot moet worden geworpen.
H. A. G.
De „Voelkische Beobachter" bevat ter gele
genheid van den zesden verjaardag der sanc
ties een hoofdartikel van den Ita)liaanschen
Spaansch gebied en ten slotte aan alle fronten,
waar onze soldaten schouder aan schouder met
de Duitsche kameraden stryden tegen den ge-
meenschappehjken *yand.
In die Novembermaand van 1935 begrepen
slechts één staatshoofd en één enkel volk geheel
amhosMHwip fp Rwliih ninn Alfieri Daarin en ZOnder eeniS VOOrbehOUd or.Ze positie: Adolf
c-mbassadeur te Berlyn, Dino Alfieri. Daarin Wiflpr pn hpf Tlnitcrh
wordt onder het opschrift „Itaüê's weg' de "ltler en net natlonaal socialistische Duitsch-
ontwikkeling op buitenlandsch-politiek gebied
In de Universiteits-bibliotheek aan het Singel
te Amsterdam werd onder belangstelling van
vele Duitsche en Nederlandsche autoriteiten de
tentoonstelling „Het Duitsche wetenschappelyke
boek" geopend. De vertegenwoordiger van Dr.
Wimmer, Dr. Putlar, tydens zyn rede.
(Folygoon-Sagers)
van Italië sedert den 18den November 1935.
den dag der sancties, als volgt geschilderd:
De terugkeer van den 18den November is voor
het fascistische Italië een zeer gedenkwaardige
dag Zes jaren zyn verloopen sedert den dag.
waarop in Genève een laffe meerderheid be
sloot Italië economisch te belegeren. Ons volk,
dat naast het bevriende, verbonden Duitsch
land van Adolf Hitler aangetreden staat voor
een geweldigen beslissenden stryd, herdenkt
vandaag den verjaardag der sancties. Op par
ty by eenkomsten gedenken de zwarthemden de
zen dag met een tweeledig doel. aan den eenen
kant willen zij zichzelf herinneren met gerecht
vaardigden trots aan de prestaties van het fas
cistische leger, die met de overwinning werden
bekroond. Dit leger veroverde onder persoon
lijke aansporing van den Duce op 5000 K.M.
afstand van het moederland een imperium.
Aan den anderen Kant willen zij anderen, die
niet zoo een goede herinnering hebben als wy.
er aan herinneren, wie destijds vyand of vriend
is geweest.
Den achttienden November 1935 werd Italië
in Geneve veroordeeld door denzelfden Volken
bond. die zoogenaamd behoeder van interna
tionale orde en rechtvaardigheid was, doch die
integendeel, zich buigend voor de gewelddadig
heid der plutokratièën, niet aarzelde onwettige
maatregelen te nemen, om te beproèven een
iong en arm. een prachtig jong en trotsch op
syn armoed zijnd volk. te worgen. Twee-en-
vijftig staten sloten zich bij deze schandelijke
poging aan, groote en kleine landen, nabye,
doch ook zeer ververwijderde landen, wier be
langen door ons optreden in Abessynië ook
niet in het geringste geschonden of op een of
andere wyze in gevaar werden gebracht.
Maar de geschiedenis der volken kan niet door
artikelen afgedwongen of aan de groene tafel
beslist worden. Geschiedenis is beweging, voor
uitgang, leven. Voor dit leven moet men iets
durven, ook wanneer daarmee zware offers
harde stryd verbonden zijn.
Offers en stryd zyn het Ita.iaansche volk
waarlyk niet bespaard gebleven. Men kan wel
zeggen, dat het zich sedert den 18en November
1935 bijna onafgebroken in oorlog bevindt, eerst
op Ethiopisch grondgebied, vervolgens op
Hitier en het nationaal-socialistische Duitsch
land. Zy voelden .et alleen de gemeenschap-
pehjkheid van het lot op grond der belevenissen,
waardoor het Duitsche volk zyn nationale een
heid had verworven en op gTond der noodzake-
lykheden, die voor het Duitsche evenals voor
het Italiaansche volk bestonden, om zich de
toekomst te verzekeren Zy waren er echter ook
van overtuigd, dat de beide revoluties, de na
tionaal-socialistische en de fascistische, de voor
waarden hadden geschapen voor een diepgaan
de en duurzame Duitsch-Italiaansche solidari
teit. De Führer heeft meermalen aan dit alles
herinnerd, het laatst nog op den 9den Novem
ber, toen hy met onvergetelijke woorden de lots-
gemeenschap met Italië naar .oren bracht.
De sancties waren ook voor Duitschland een
alarmsignaal. „De 18e November", zoo zeide
Mussolini vandaag een jaar geleden, „is een be
slissende datum in de geschiedenis van Europa."
Het was de eerste en definitieve poging tot een
stormloop op breede basis ondernomen vanuit
de oude wereld, vertegenwoordigd door den
Volkenbond met zijn egoïstische motieven en
verouderde ideologieën, die door de nieuwe en
jonge krachten van Italië en Duitschland werd
overwonnen. Op dien dag begon de scheiding,
het zich tegenover elkander plaatsen, en de
stryd, die na de compromissen van Muenchen,
die de democratieën zich alleen lieten welgeval
len met het doel tyd te winnen, uitliep op een
door Frankryk en Engeland aan Duitschland
verklaarden oorlog."
Wat verder? Het conflict is zeker niet ver
oorzaakt door het een of ander tydperk of den
een of anderen plaatselyk begrensden eisch,
waarvan de rechtmatigheid streng genomen,
nauwelyks kon worden aangevochten. Het had
diepere, verder reikende wortels. Reeds toen.
den 18den Noverber 1935, moest men er op
voorbereid zyn. want reeds toen had men im
mers gezien, wat een volk, dat niets bezat, dat
echter toch, om zyn kinderen te kunnen voe
den deel moest hebben aan de rykdommen der
en wereld, verw-achten kon van een huichelach
tige Internationale vergadering, die buigingen
maakte voor de bezittende staten. Italië werd
in Genève gelykgesteld met Abessynië, dat in
1923 slechts in den Volkenbond was opgenomen
op voorwaarde, dat het de slaverny afschafte,
een voorwaarde, waarvoor het zich wel wachtte
VOOR DE MAANDEN DECEMBER EN
JANUARI.
De secretaris-generaal van het departement
van Handel, Nyverheid en Scheepvaart maakt
bekend, dat kamerverhuurders en pensionhou
ders, die hun huis met haarden en kachels ver
warmen, dezer dagen op nader door den plaat-
seiyken distrlbutiedlenst te bepalen tydstippen
by dezen dienst een aanvrage kunnen indienen
ter verkrijging van vaste brandstoffen voor het
verwarmen van de door hen verhuurde vertrek
ken. gedurende December 1941 en Januari 1942.
In den loop van Januari a.s. zal voorts de ge
legenheid worden opengesteld vaste brandstof
fen voor verwarming van verhuurde kamers
gedurende de maanden Februari en Maart aan
te vragen. Voor het stookseizoen 1941/'42 zullen
daarna geen brandstoffen voor dit doel meer
worden beschikbaar gesteld.
Personen, die kamers verhuren of een pension
houden en hun huizen door middel van centrale
verwarming verwarmen, hebben reeds het hun
toegewezen aantal bonnen voor verwarming
voor het geheele stookseizoen ontvangen en
deze te vervullen. Voor dit Ethiopië traden 52
staten in het strydperk tegen een volk van
dichters en helden, dat evenals het Duitsche
de wereld onmeteiyke cultuurschatten heeft ge
schonken.
Indien dit alles toentertyd Italië niet af
schrikte, indien het de Afrikaansche onderne
ming voortzette met een dapperheid, die men
alleen in het zekere bewustzyn van eigen recht
en eigen prestatievermogen aan den dag kan
leggen, dan kunnen thans nog veel minder
Duitschland en Italië, die door den wil van den
Duce en den Fuehrer en voor den gemeen-
schappelyken stryd van belde volken schouder
aan schouder vechten, door de vyandigheid van
diegenen geïntimideerd worden, die openlyk te
gen hen te velde zyn getrokken, of door de in
triges van diegenen, die gelooven hen op ge-
vaarloozer wyze en met grooter kans op winst
ten onder te kunnen brengen.
Zy allen vergissen zich enorm. In de eerste
plaats kunnen zy de weerstandskracht van ons
volk niet meten. Ons volk heeft de laatste 25
jaar meer gevochten dan uitgerust, het is een
volk, dat door offers gehard is en thans eens
gezind en gesloten als één man onder het bevel
van den Duce staat. Met den vasten wil dezen
beslissenden stryd voor eigen lot en voor dat van
Duitschland, Europa en de geheele wereld tot
het laatst toe uit te vechten en zich definitief
de plaats onder de zon te veroveren, waarop
het een heilig, onaanvechtbaar recht heeft.
Thans is liet Italiaansche volk, dat trouw
achter zyn soldaten-koning staat, bezield door
henzelfden geest als zes jaar geleden Door de
ervaring gehard, staat het thans tot den laat-
sten man voor den stryd der bevrijding.
Terugziend op den 18en November 1935 her
denken wij de vijanden met en zonder masker,
doch ook den grooten vriend van toen en bond
genoot van thans, met wien wy zonder onder
breking den stryd zullen voortzetten, vast be
sloten. ook verder de zwaarste offers op ons te
nemen, in de overtuiging, dat wij niet alleen
voor ons, doch ook voor onze kinderen en klein-
I kinderen stryden. om door de overwinning van
onze vlaggen niet alleen onzen volken vrade
en welvaart te verzekeren, doch ook de sociale
rechtvaardigheid en de geestelyke en politieke
vernieuwing in een Europa, dat zich opnieuw
bewust is van zyn eeuwenoude waardigheid en
cultureele missie ln de wereld. (A.NP.)
kunnen derhalve noch dezer dagen, noch in
Januari een nieuwe aanvrage indienen, behalve
indien by hen personen komen Inwonen op
kamers, waarvoor zy in het geheel nog geen
extra rantsoen hebben ontvangen.
Alle aanvragen moeten worden ingediend
door den kamerverhuurder, resp. pensionhouder
op formulieren md 121, welke by de plaatse
lijke distributiediensten, eveneens op nader
door dezen dienst bekend te maken tydstippen,
verkrygbaar zullen zyn. De bonnen zullen wor
den uitgereikt aan den kamerverhuurder of
pensionhouder, uitteraard echter slechts voor
verwarming van de verhuurde vertrekken, dus
ten behoeve van den kamerbewoner of pension
gast. In verband met de klantenbinding in den
kolenhandel moeten de brandstoffen betrokken
worden by den leverancier, by wien de kamer
verhuurder of pensionhouder is ingeschreven.
De aanvragen mogen uitsluitend worden in
gediend voor vertrekken, die worden verwarmd
door middel van haarden en kachels, welke
met vaste brandstoffen worden gestookt. Het
extra-rantsoen zal wederom drie bonnen, elk
voor een eenheid vaste brandstoffen bedragen.
Met deze drie eenheden dient men derhalve
gedurende de maanden December en Januari
toe te komen.
Per kamerbewoner of per gast zal in geen
geval voor meer dan één kamer een extra rant
soen worden verstrekt. Iemand, die meer dan
één kamer heeft gehuurd, komt slechts ln aan
merking voor brandstof voor één van deze ka
mers. Bovendien zal, indien verschillende per
sonen samenwonen op een of meer gehuurde
kamers slechts ten behoeve van één van hen
een extra-rantsoen worden verstrekt. Voor in
wonende ouders, kinderen, klein-, pleeg- en
stiefkinderen en overige familieleden zullen
geen extra brandstoffen beschikbaar worden
gesteld, behalve indien het daarby een volko
men normafe verhuur van kamers betreft en
derhalve de betrokkenen uit eigen inkomsten
een normalen huur- of penslonprys betalen. Dit
zal uiteraard slechts bij hooge uitzondering het
geval zijn en zal dan ook op doorslaggevende
wijze ten genoegen van den plaatseiyken distrl
butiedlenst moeten worden aangetoond.
Voor ingekwartierde Duitsche militairen mo
gen geen extra brandstoffen worden aange
vraagd, daar zy reeds de bescheiden daarvoor
ontvangen hebben.
Voorts wordt er de aandacht op gevestigd,
dat na 1 December a.s. geen aanvragen meer
in behandeling zullen worden genomen. Ook
met eventueele mutaties in de maanden De
cember en Januari kan geen rekening worden
gehouden. In verband hiermede wordt aange
raden om. indien men gedurende deze maan
den op kamers wil gaan wonen of van pension
wil veranderen, er zich ter dege van te over
tuigen dat de verhuurder over brandstoffen be
schikt.
De toestand op 1 December 1941 is dus be
slissend voor de vraag, of voor December en
Januari een extra-rantsoen kan worden ver
strekt, Derhalve is het verboden om voor per
sonen. die op 1 December 1941 niet by den ver
huurder op kamer wonen, of in pension zyn,
vaste brandstoffen aan te vragen.
P. BON t
Te Heemstede is op 68-jarigen leeftyd over
leden de heer P. Bon, directeur van de N/V.
Oliefactory Pieter Bon Czn. te Zaandam, rijks-
deskundige voor de provincie Noord-Holland
volgens de nieuwe Motor- en rywlelwet.
De heer Bon was een bekende figuur in de
paardensport, automobiel- en zeilwereld. Hy was
bestuurslid van de Nederlandsche harddraverij
en renvereeniging in Den Haag, heeft op z°il-
wedstryden met de U-klasser „Walta" zeer veel
prijzen gewonnen en hecri vr..
naar Monte Carlo en Marokko meegereden.
Ook in scheepvaartkringen was de heer Bon
goed bekend en hy was een trouw bezoeker van
de Amsterdamsche koopmansbeurs.