BINNENLAND 82sie Jaargang ZATERDAG 8 NOVEMBER 1941 No. 25038 Dr. Goebbels over den oorlog Strijden tot de zege Uit het Verre Oosten Verspreide berichten Met Duitschland tegen het bolsjewisme De tentoonstelling van bolsjewistisch propagandamateriaal Couponboekjes voor ziekenfondspremie Ziekteverzekering EERSTE BLAD Ons volk is ons hoogste goed Het scheuren van grasland LEIDSCH DAGBLAD Directeur: J.W.Henny Telef Directie en Administratie 25041 (2 lijnen 1 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Telef. Redactie 31507. Hoofdredacteur: B. W. Menkhorst, Lelden Pl.verv.: K. Been. Lelden. In „Das Reich" wijdt minister Goebbels een beschouwing aan de politieke en historische achtergronden van dezen oorlog. Het is begrijpelijk, aldus schrijft hij, dat in den loop van een historische worsteling, waarin het zijn of niet zijn van geheele volken op het spel staat, de eigenlijke aanleiding meer en meer in het vergeetboek raakt. Hoe klein lijkt thans, in vergelijking met de gigantische afmetingen van dezen strijd, het vraagstuk van Augustus 1939: de stad Dantzig zou weer aan het Duitsche rijk komen en door de corridor zou een corridor komen. Deze meer dan bescheiden Duitsche eischen werden door onze vijanden afgewezen en zelfs gebruikt als aanleiding voor den oorlog, en als een aardbeving schudde tengevolge van deze cynische uitdaging de groote schok ons continent. Goebbels geeft dan een opsomming van ..alle oude Europeesche vraagstukken, die nooit of on voldoende tot oplossing zijn gekomen" en die door dezen oorlog ter tafel zijn gekomen. De volgende vraagstukken kwamen in het geding: 1. Dat Versailles dit werelddeel nog steeds in zijn ketenen hield: 2. Dat de afstervende plutodemocraten het socialistische Duitschland, dat met zijn toene mend geboortecijfer op een veel te kleine ruimte was opeengedrukt, in een wurgenden greep hielden; 3. Dat de jonge spilmogendheden van de rijk dommen en grondstoffen der aarde uitgesloten en daardoor tot een langzame verkwijning en volksdood veroordeeld waren. 4. Dat Engeland met behulp van zijn trawanten op ieder gewenscht oogenblik onrust en oproer op het vasteland kon veroorzaken; 5. Dat in het Oosten de sovjet-unie 170 mil- lioen menschen veroordeelde tot een ellendig bestaan om een bolsjewistische weermacht op te bouwen, waarmede zij zich bij de groote crisis op het vasteland kon storten, met de vaste be doeling, in een barbaarsche volkenrevolutie de laatste pijlers van het economische, maatschap pelijke en cultureele leven van Europa ten val te brengen. Voor al deze vraagstukken, aldus vervolgt Goebbels. breekt in dezen oorlog de vervaldag aan, of wij willen of niet. Elders in zijn artikel schrijft de minister: „de kans, die het Duitsche volk thans is geboden, is de grootste, maar ook de laatste. Dat moeten wij ons van dag tot dag en van uur tot uur voor oogen houden. Wi) kunnen overwinnen en wij zullen overwinnen. Laat ons dan aan het werk gaan en strijden en arbeiden, tot de zege ons is. Laat ons niet meer vragen, wanneer zij komt. Laat ons er liever voor zorgen, dat zij komt. Dan zal eenmaal het uur komen, waarop het lot zich voor ons buigt en ons volk en degenen, die met ons vochten, den lauwerkrans op de slapen zal drukken. (D.N.B.). DE REIS VAN KOEROESOE. De Japansche pers is eenstemmig van mee ning. dat de uitzending van Koeroesoe naar Washington de laatste poging van Japan vormt om een Japansch-Amerikaansche regeling tot stand te brengen. De bladen verklaren, dat Japan geen haarbreed zal afwijken van zijn doeleinden, vooral in de Stille Zuidzee. Naar het D.N.B. uit Washington verneemt, heeft president Roosevelt meegedeeld, dat men voornemens is de te Peking. Tientsin en Sjang hai gelegerde Amerikaansche troepen terug te trekken. Hij merkte op, dat over dit plan niet met de Japansche regeering is beraadslaagd. In politieke kringen acht men dit voornemen een symptoom van het kritieke stadium, waar in de betrekkingen tusschen Amerika en Japan zich thans bevinden. Alle Australische schepen worden terstond, volgens Associated Press tegen aanvallen be wapend. DE RAMP MET DE KEBI MAROE. Het Japansche departement van buitenland- sche zaken deelt in een officieel communiqué mede, dat de naam van het op een Sovjetmijn geloopen en gezonken Japansche schip Kebi Maroe luidt en niet zooals tot dusver gemeld Kibi Maroe. Naar Domei meldt worden volgens door het gouvernement-generaal van Korea ontvangen berichten nog 118 opvarenden van de Kebi Maroe vermist. Tevens wordt echter gemeld, dat 281 opvarenden gered zijn, terwijl men van 23 opvarenden weet, dat zij zijn omgekomen. Een der geredden heeft verhaald, dat het schip in minder dan dertig minuten tijds na de explosie is gezonken. De minister van marine. Sjimada. zeide. dat er van 1 Aug. tot 4 October door booten van de Japansche vlootpatrouille 69 drijvende Sov jet-mijnen in de wateren van Korea zijn aan getroffen. De minister van buitenlandsche za ken. Togo, heeft het kabinet meegedeeld, dat zijn departement Donderdag den bolsjewisti- schen ambassadeur Smetanin een scherp pro test in veiband met het incident van de Kebi Maroe heeft doen toekomen. BERLIJN OVER LITWINOF'S BENOEMING. Het A.NP. meldt uit Berlijn: Ten aanzien van de benoeming van Litwinof tot Sovjet-ambassadeur te Washington in plaats van Oemanski is men hier van meening, dat FinkeLstein klaarblijkelijk over meer geweten loosheid beschikt dan de huidige functionaris om de Ver. Staten tot grootere leveranties en zoo mogelijk tot deelneming aan den oorlog te bewegen. Ook kan men hier de meening hooren verkondigen, dat alvast een der bolsjewistische bonzen op deze wijze een goed heenkomen heeft gevonden, tegen den tijd dat de grond in de Sovjet-unie te heet onder hun voeten wordt. DE AFFAIRE-BELMONTE. Het D.NJB. meldt uit Buenos Aires: Een Boliviaansch blad publiceert merkwaar dige bijzonderheden omtrent de herkomst van den brief, die werd toegeschreven aan den Bo- liviaanschen luchtvaartattaché te Berlijn, Bel- monte, en die gericht was aan den Duitschen gezant te Bolivia. Naar men zich zal herinne ren, poogde deze brief Duitschland te compro- mitteeren en heeft Belmonte destijds ondub belzinnig verklaard, dat hij een vervalsching was. Uit La Paz wordt nu gemeld, dat bedoeld blad een open brief heeft gepubliceerd van voormalige politieke arrestanten en van leden van de nationaal-revolutionnaire beweging aan den gewezen minister van buitenlandsche za ken, Ostria Gutierrez. De onderteekenaars, on der wie ook afgevaardigden, beschuldigden Gu tierrez van laster wegens de aanklachten, die deze bij een z.g. ..Naziputsch" tegen hen had ingediend. De nationalisten eischen tevens op heldering over de herkomst van den myste- iieuzen brief van Belmonte. De Boliviaansche presidentieele kanselarij heeft daarop een verklaring afgelegd, volgens v/elke de maatregelen tegen de nationalisten zijn genomen krachtens eenstemmig besluit van den ministerraad van 19 Juli jJ. Omtrent den beruchten brief merkt de verklaring op, dat dit document destijds door het gezantschap van ,.een bevriende mogendheid" op het ministerie van buitenlandsche zaken is afgegeven. Dit mi nisterie heeft slechts zijn plicht gedaan door den president en de ministers daarvan in ken nis te stellen. OM ONS BEHOUD. De vijanden van het Christendom hadden eenige maanden geleden een plezierigen dag. De oorlog tusschen Duitschland en Rusland was ontbrand en natuurlijk zou Rusland winnen. Daarmee zouden de zegeningen van het bolsje wisme over Europa uitgestort worden en het Christendom zou in dien zondvloed vergaan. De vijanden van het Christendom wreven in hun handen Helaas voor hen is die droom van korten duur geweest. De woeste horden van den Oral kregen slaag, zooals nog nooit in de wereldgeschiedenis een volk slaag had gekregen. Het Duitsche wapen in Duitsche hand sloeg den vijand neer en redde de Christelijke beschaving in Europa. De droom van de vijanden van het Christendom eindigde in een pijnlijk ontwaken. Voor elk fatsoenlijk mensch was die droom een nachtmerrie, die verdween, toen het Duitsche leger zegevierend opmarcheerde in het kille land van de misdaad. Wij. goede Nederlanders, juich ten. V/at zou ons kleine volk hebben uitgericht tegen den heidenschen gruwel der stompzinnige massa's, die Judas eeren als weldoener der menschheid en den mensch degradeeren tot een moordlustig roofdier? Wij, goede Nederlanders, juichten, toen het bloedige monster van den Oeral teruggedreven werd. Want wij weten, dat bolsjewisme beteekent hoon aan het Christendom, schaamtelooze zeden in en buiten het gezin, hopelooze armoede, ont- eering van den arbeid, lichamelijke en geestelijke slavernij onder den knoet van een bende ge- wetenlooze machthebbers, die het wreede Russi sche abattoir dachten uit te breiden over heel Europa. Wij zijn dankbaar, dat God het Duitsche volk van knechtschap heeft bevrijd en het een Führer heeft gegeven, die sterk staat tegen alle kwaadwillige machten. Met Duitschland te strij den tegen de bolsjewistische massa's, dat is de plicht van elk beschaafd volk, hoeveel te meer van ons volk, dat één in afkomst en wezen is met het groote broedervolk. Jonge Nederlanders, die kracht en karakter hebt, schaart U onder de vanen van den Führer in den heiligen strijd tegen de Russische mis daad. En gij, die niet mee kunt, weet wel, dat, ter wijl gij rustig slaapt, honderduizenden hun leven wagen ook voor U. God smeedt de volkeren van Europa aaneen. Dat is hard, maar het is grootsch en goed. Het is het behoud van de Europeesche Christelijke beschaving. Het is ook Uw behoud. Als ge dit verstaat, kent. ge ook Cw plicht. Dr. J. SMIT. TOESPRAKEN DER HEEREN OOSTERBAAN EN GOEDEWAAGEN. By de opening van de tentoonstelling van bolsjewistisch propagandamateriaal in het zaaltje van „De Schouw" aan de Heerengracht 56 te 's-Gravenhage, waren met den secretaris generaal van het departement van volksvoor lichting en kunsten, prof. dr. Goedewaagen, aanwezig onder andere de gevolmachtigde van den leider der NBB. voor Zuid-Holland, baron van Haersolte van Haerst, de procureur-gene raal bij het Haagsche gerechtshof, prof. dr. van Genechten, leider van het opvoederégilde. en de W. A. heerbanleider majoor Feenstra, zoomede eenige hoofdambtenaren van genoemd departement. De heer N. Oosterbaan, hoofd van de afdee- ling algemeene propaganda bij het departement van volksvoorlichting en kunsten, commissaris van „De Schouw", merkte in zijn inleidend woord op, dat naast het Nederlandsche, vooral het Duitsche boeken- en propagandamateriaal hier een belangrijke plaats inneemt, omdat men juist in Duitschland aan den lijve heeft onder vonden, wat de bolsjewistische agitatie heeft uitgericht. In Duitschland toch werd tot 1933 geen enkele poging nagelaten om het commu nisme te propageeren, en in Nederland is het nog lang daarna de groote meerderheid van het volk geweest, die niet heeft willen inzien welk een gevaarlijke activiteit de Komintern ver richtte. De „braintrust" van deze agitatie vormden de Joden, want zij waren de drijvende kracht van het communisme, zoowel hier te lande als overal elders, waar zij het rasbewustzyn der volkeren konden vertroebelen en de verdeeld heid konden bewerkstelligen. Het is aan Adolf Hitler te danken, dat in 1933 in Duitschland daar paal en perk aan werd gesteld en dat het Duitsche leger thans in het overige Europa het bolsjewistische gevaar voor een groot deel heeft doen wyken. Aan Mussert zal het te danken zijn, indien Nederland straks een belangrijke plaats in het nieuwe Europa krijgt. Spreker dankte allen, die aan de voorberei ding dezer tentoonstelling hebben medegewerkt en die hiermede de leus ,.met Duitschland tegen het bolsjewisme" duidelijker tot het Nederland sche volk doen spreken. Prof. dr. Goedewaagen zeide, zich over de totstandkoming dezer tentoonstelling zeer te hebben verheugd, omdat zij het streven van zijn departement zoo uitnemend vertolkt. De ideologische achtergrond van wat wij thans be leven wordt hier duidelijk waarneembaar. Het is het humanisme, het individualisme met de leus: „individualisten aller landen, vereenigt u." Voor den humanist geldt alleen het parool: ..waar ik het goed heb, daar is mijn vader land." Sovjet-Rusland leeft nog altijd in den geest van Dsjengis Khan. Zijn bolsjewistische propaganda was er op gericht, de verhoudingen der christenen te ondermijnen om daarna des te gemakkelijker te kunnen heerschen. Deze tentoonstelling biedt den aandachtigen beschou wer een kijk op de agitatie der bolsjewisten, waarbij steeds de Jood een parasiteerende men taliteit aan den dag legt. Belangrijk is vooral de camouflage, waarvan het bolsjewisme zich bediende, ook in ons land door de vele commu nistische mantelorganisaties. Doch tegelijk met het aanzwellen dier pro paganda is in Europa de tegenwaarde ontstaan, waardoor onze tijd een epische gedaante heeft verkregen. Spreker gaf uiting aan de hoop, dat zeer velen door deze tentoonstelling zullen worden overtuigd van de gevaren, die zich achter het communisme verschuilen. Rtftlino is genomen. Een der groote machinehallen van het hoogovenbedryf ..Stalinu' 6 tP.K. Arndt-Hoffmann). VERKRIJGBAAR BIJ RADEN VAN ARBEID EN BEDRIJFSVEREENIGINGEN. De Staatscourant bevat thans een beschik king van den secretaris-generaal van Sociale Zaken, waarbij nadere regelen worden aangege ven voor het verkrijgbaar stellen van de cou ponboekjes voor de ziekenfondspremie, die de werkgevers zich moeten aanschaffen om bij iedere loonbetaling. te beginnen met Zaterdag 22 November, aan de werknemers de coupons te kunnen uitreiken, die. in verband met de in gehouden premie, aan hen zijn verschuldigd. Bij elk uitvoeringsorgaan van de wettelijke ziekteverzekering 'de Raden van Arbeid cn de bedrijfsvereenigingen) worden voor de werkge vers, wier onderneming haar zetel heeft binnen het gebied van hei uitvoeringsorgaan, of die daarvan lid zijn, legen betaling verkrijgbaar gestelde boekjes, inhoudende dagcoupons, week- coupons of maandcoupons. Men zal hierbij kun nen kiezen tusschen boekjes, inhoudende dui zend dag- of duizend weekcoupor.s, waarvoor resp honderd en vijfhonderd gulden verschul digd zal zijn, terwijl ook boekjes met honderd en tweehonderd maandcoupons verkrijgbaar worden gesteld tegen den prijs van onderschei denlijk f 250 en f 500. Bovendien zullen bij de postkantoren cou ponboekjes van kleineren omvang in omloop worden gebracht, namelijk met honderd dag coupons voor tien gulden, twintig dagcoupons voor twee gulden, honderd weekcoupons voor vijftig gulden, twintig weekcoupons voor tien gulden en tien maandcoupons voor vijf en twin tig gulden BIJ ELKE BETALING EEN COUPON. De werkgever is verplicht, bij elke uitbetaling van dag-, week- of maandloon aan een arbeider die v erzekeringsplichtig is ingevolge de ziekte wet. dezen onderscheidenlijk een dag-, week- of maandcoupon voor ziekenfondspremie ter hand te stellen, nadat op de voorzijde van die coupon duidelijk in letters of in cijfers met inkt is ge schreven of gedrukt de datum van afgifte van de coupon aan den arbeider en aan de achter zijde naam en adres van den werkgever. Ook moet de werkgever op de voorzijde van de laatste coupon voor ziekenfondspremie, welke aan een uit zyn dienst ontslagen arbeider door hem wordt ter hand gesteld, duidelijk met inkt het ontslag alsmede den datum van ingang daarvan vermelden. Een op vorenstaande wijze afgegeven coupon voor ziekenfondspremie levert het bewijs op, dat over de loonperiode, eindigende op den dag, ver meld op de coupon, de halve ziekenfondspremie, welke ingevolge het ziekenfondsbesluit voor re kening van den verzekerde komt, op diens loon over die periode is ingehouden. INLEVERING VAN DE COUPONS. De verzekerde levert de door hem van den werkgever ontvangen coupon in bij dengene, die daartoe door het algemeen ziekenfonds, waarbij hij is ingeschreven, is gemachtigd. Daarvoor ontvangt hij dan een bewijs, dat hij aan de op hem rustende verplichting heeft voldaan. De werkgever moet halfjaarlijks, tegelijk met de premiebetaling volgens de ziektewet, aan het uitvoeringsorgaan van de wettelijke ziektever zekering, ook de premie betalen, die. ingevolge het ziekenfondsbesluit, verschuldigd is wegens de verzekering van den arbeider, die in het afgeloopen halve jaar in zijn dienst was. De schutbladen van de couponboekjes, die in dat halve jaar gebezigd zijn voor de uitreiking van de ziekenfondscoupons aan de bi) hem in dienst zijnde arbeiders, worden door den werk gever bij evengenoemde premie-betaling over gelegd, waarbij dan het waardebedrag, dat op deze schutbladen staat vermeld, na te zijn bij- eengeteld, bij de betaling in mindering gebracht kan worden De werkgever is bevoegd couponboekjes voor ziekenfondspremie, welke nog alle of een ge deelte van de oorspronkelijke aanwezige coupons bevatten, in te leveren bij een uitvoeringsorgaan van de wettelijke ziekteverzekering, waarbij voor elke nog in het couponboekje aanwezige dag-, week of maandcoupon onderscheidenlijk f. 0.10 f 050 en f. 2.50 wordt terugbetaald. WERKNEMERS BIJ DE DUITSCHE WEER MACHT, DE WAFFEN-S.S. EN DE DUITSCHE ORDE- EN VEILIGHEIDSPOLITIE. Met de inwerkingtreding op 1 November van het tweede uitvoeringsbesluit, dat op grond van het ziekenfondsenbesluit is uitgevaardigd, wordt aan de onder de ziektewet vallende werkne mers en hun gezinnen door de algemeene zie kenfondsen geneeskundge, tandheelkundige en verloskundige hulp verstrekt, terwijl zij ook aanspraak hebben op ziekenhuisverpleging, me dicijnen, toepassing van uitwendige geneeswij zen en andere verstrekkingen, alsede uitkeering bij overlijden. Daarmede is in de ziekenverzor ging van den werknemer een belagrijke verbe tering bereikt. Een bijzondere regeling is echter nog noo- dig voor de door de Duitsche weermacht, de Waffen-SB. en de Duitsche orde- en veiligheids politie aangestelde werknemers, wier aantal weliswaar niet groot is, doch welke takken van dienst geen werkgevers zijn in den zin van het Nederlandsche ziekenfondsenbesluit. Gedurende hun dienstbetrekking bij deze instellingen zou den bedoelde werknemers dus niet de voordee- len van het ziekenfondsenbesluit genieten. Evenwel hebben de genoemde Instellingen maatregelen getroffen, opdat de bij haar in dienst zijnde werknemers dezelfde ziekenver zorging ontvangen als werknemers bij Neder landsche werkgevers. Deze werknemers worden mitsdien, in plaats van bij een algemeen zie kenfonds in den zin van het tweede uitvoe ringsbesluit betreffende het zekenfondsenbeslult 'verordening 201/41). verzekerd bij de Duitsche Krankenkasse, Raamweg 90, Den Haag. De werknemers van de Duitsche weermacht, de Waffen-S.S. en de Duitsche orde- en veiligheidspolitie zyn, zonder dat de ver- zekeringsplichtigen zich individueel behoe ven aan te melden, gezamenlijk voor den duur van hun dienstbetrekking bjj genoem de Krankenkasse verzekerd; deze werkne mers mogen zich dus niet aanmelden bü een algemeen ziekenfonds. De algemeene ziekenfondsen mogen aanmeldingen van deze arbeiders niet aannemen. De werknemers by de Duitsche weermacht, de Waffen-S.S. en de Duitsche orde- en vei ligheidspolitie krijgen, in geval van ziekte, voor zichzelf of voor hun gezinsleden een ziektebe- wijs van het bureau, waarvan zij hun loon ont vangen. Zij kunnen op dit ziekte-bewijs ge neeskundige, tandheelkundige en verloskundige hulp, ziekenhuis-verpleglng en uitkeering bij overlijden ontvangen. Bepaald is, dat deze werknemers minstens dezelfde verstrekkingen aan genees- en verlos kundige hulp en uitkeering bij overlijden ont vangen als alle andere onder de ziektewet val lende werknemers in Nederland op grond van het ziekenfondsenbesluit. Dienovereenkomstig wordt van het loon der werknemers bij de Duitsche weermacht, de Waffen-S.S. en de Duitsche orde- en veilig heidspolitie dezelfde ziekenfondspremie inge houden als van alle andere onder de ziektewet vallende werknemeers. zijnde 2 pCt. van het loon. Harerzijds betaalt de Duitsche weermacht, de Waffen-S.S. en de Duitsche orde- en veilig heidspolitie, evenals de Nederlandsche werkge vers, ook een zelfde bijdrage voor de zieken verzorging van haar werknemers. In geval van ziekte of bij sterfgevallen moe ten de betrokken werknemers zich dus wenden tot het bureau van de Duitsche weermacht, de Waffen-S.S. en de Duitsche orde- en veilig heidspolitic. waarvan zij hun loon ontvangen en niet tot de algemeene ziekenfondsen, waar bij zij niet verzekerd worden en waarbij zij zich dus ook niet hebben aan te melden. DE AMSTERDAMSCHE WETHOUDER J. H. VAN DER BEND OVERLEDEN. In den nacht van Dinsdag op Vrijdag is te Amsterdam na een vrij langdurige ziekte, op 48- jarigen leeftijd overleden de heer J. H van der Bena. wethouder van de afdeeling openbare gezondheid en ziekenhuiswezen, alsmede van den burgerlijken stand en het bevolkingsregis ter aldaar. Vóór zyn benoeming tot wethouder, welke 10 Maart van dit jaar geschiedde, heeft de heer Van der Bend vele jaren zijn praktijk als arts uitgeoefend. VERSPREIDE BERICHTEN. Tijdens de ziekte van jhr. Van Karnebeek zal mr. E J. M. H. Bolsius. lid van Ged. Staten, de functie van commissaris der provincie waar nemen. De audiënties gaan gewoon door. Dit Nummei beval TWEE Bladen (Van onzen politieken medewerker). VOOR Duitschland en het Duitsche volk legt men in Nederland een warme sym pathie aan den dag. Iedere Nederlander met een gevoel van realiteit zal bewonde ring hebben voor het Duitsche volk, dat na een tijdsbestek van acht Jaren, onder leiding van Adolf Hitler, is gekomen tot een niveau, dat nog nimmer door een ander volk in de geschiedenis is bereikt. De nationaal socialistische idee. welke in Duitschland als de staatsidee geldt, heeft er in ons land velen toe gebracht dit Duitschland on sympathiek tegenover te staan. Doch ook thans, nu menig landgenoot in de gelegenheid is gesteld van nabij met dit jonge Duitschland kennis te maken, begint deze houding zich te wijzigen en hebben velen inderdaad een open oog gekregen voor den toestand, zooals die thans bij ons buur- volk heerscht. Men ziet de vele goede dingen, die er in Duitschland zijn bereikt. Indien er in een bepaalde wereldbeschouwing, zooals hier het nationaal socialisme, verschillende punten zijn, waarover men het roerend eens is. dan komt men ook over de doelstellingen, die nu nog wat „vreemd" aandoen. Eeuwen geleden waren wü, Nederlanders, ons meer bewust van de verbondenheid met het Duitsche rijk. Toen sprak de verbondenheid sterker en was er geen sprake van een toestand, zooals deze zich heden voordoet. Maar deson danks spreekt deze stem nog in vele Nederlan ders bijzonder duidelijk. Verheugend is het daarom te kunnen constateeren, dat het aantal landgenooten, dat zich bewust gaat worden van deze verbondenheid, grooter wordt. Het is de historisch gegroeide en nimmer te scheiden ver bondenheid, de verbondenheid, die zich in de nabije toekomst zal moeten ontplooien tot een volkomen gemeenschap van twee nauw aan el kaar verv/ante volkeren. Toen Nederland in de zestiende eeuw uit dit groote verband met Duitschland werd losgerukt, sprak niemand minder dan Marnix van Sint Aldegonde over den gevaarlijken toestand, welke hierdoor zou komen te ontstaan. Historisch be- hooren wij in deze groote ruimte thuis. Het is de Germaansche eenheid, zooals men dat noemt. Deze eenheid, waarover de laatste maanden in velerlei verband is gesproken, heeft velen tot diep nadenken gebracht. Men kon niet aan de gedachte ontkomen, dat dit een prijsgeven van onze Nederlandsche zelfstandigheid met zich zou brengen. Bijzonder duidelijk ls er den laatsten tijd op gewezen, dat dit geenszins het geval ls. Nederland zal zijn onafhankelijkheid behouden, doch worden opgenomen in de groot-Germaan- sche levensruimte. Het is een gedachte, die niet direct door velen is begrepen en aanleiding is geweest tot veel misverstand. Nederland kan niet het eiland blijven temidden van het geheel. Ook Nederland kan en mag niet het slachtoffer wor den van het imperialistische streven van Enge land. De laatste Jaren was onze Nederlandsche politiek zuiver op Engeland afgestemd en an nexeerde daarmede zichzelf. Het probeerde zich los te maken van het geheel, waarop het was aangewezen, zooals trouwens ook door de historie wordt bevestigd. Een volk als het Nederlandsche dient zyn blik verder te richten en zich rekenschap te geven van de toekomst. De idee levensruimte is ook voor Nederland van groot belang. De toekomst zal dit bewijzen, want een land, dat niet in staat is een goede en gezonde bevolkingspolitiek te voeren en geen maatregelen neemt om de op brengst van zijn bodem toereikend te doen zyn voor zijn geheele bevolking zal vroeg of laat hier van de dupe worden. Het is uitsluitend de natuurlijke groei der vol keren, die wy niet in den weg kunnen en mogen staan, omdat dit een ontplooiing van ons eigen volk zou tegen gaan. De welvaart van ons volk dient steeds het hoogste goed te zijn, dat er voor ons kan bestaan. En het volk zelf. zoo zeide Adolf Hitler eens. Is de eeuwige oorsprong en de eeuwige bron, die altyd weer leven geeft. H. A. G. DE NEDERL. HEIDE-MAATSCHAPPLI ZAL IN DE NABIJHEID VAN DE GROOTE STEDEN GRASLAND SCHEUREN. De regeeringscommissaris voor de bodempro ductie maakt het volgende bekend: Het is van de grootste beteekenis, dat er een groote oppervlakte grasland wordt gescheurd, vooral ook op niet te grooten qfstand van de groote steden en andere bevolkingscentra. Vele landbouwers, die wel over geschikten grond beschikken, zijn echter niet in de gele genheid om dit werk zelf te verrichten, aange zien de noodige paarden, werktuigen en de noodzakelijke ervaring hun ontbreken. Vooral wordt hierbij gedacht aan de streken met uit sluitend veehouderijbedrijf, waar men den ak kerbouw niet kent. Het ligt nu in de bedoeling van de over heid om ook dezulken in de gelegenheid te stellen een gedeelte van hun land te scheu ren en wel door de geheele exploitatie met inbegrip van het scheuren, het betalen en het oogsten van de producten te laten ver richten door de Nederlandsche Hcide-Maat- schappij. Als vergoeding voor het beschikbaar stel len van dien grond, zal (indien het perceel wordt aangenomen) f. 500, inclusief de scheurpremie per H.A. worden verstrekt, terwijl de landbouwer geen verdere kosten zal hebben. De producten komen dan echter niet te zijner beschikking. In gevallen, waarin het scheuren door den boer kan worden verricht, zal deze werkzaam heid apart worden betaald, terwijl ook alle an dere werkzaamheden, die door hem eventueel verricht worden, extra zullen worden vergoed. In een in de bladen opgenomen officieele pu- blicatie is bekend gemaakt op welke wijze de genen. die hun grond voor het scheuren door de Nederlandsche Heide-Maatschappij beschik baar wenschen te stellen, dien aan die maat- schappy kunnen opgeven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 1