V
r
Dubbele slag van Brjansk
en Wjasma nadert
zijn einde
De tweede Winterhulp-periode
ingezet
Verduisteren:
82ste Jaargang
DONDERDAG 10 QtmiZ 1941
No. 25018
Victorie Duitschland wint voor
Europa op alle fronten
Bolsjewieken ten Noorden van Brjansk onder
zeer zware en bloedige verliezen verpletterd
Groote massa der Duitsche strijdkrachten
thans reeds vrij voor overige operaties
.J
Goebbels over den
oorlog
Doorbraak door
verdedigingslinie
van Odessa
Toespraken van de heeren Frederiks en Piek
Vele nooden roepen om
leniging
„Onze oorlogsinvaliden,
nu en straks"
Verspreide berichten
18.44 uur
8.08 uur
LEIDSCH
DAGBLAD
Directeur: J. W. Henny
Telel Directie en Administratie
25041 (2 lijnen!
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Telef. Redactie 31507.
Hoofdredacteur: B. W. Menlchorst, Lelden
Pl.verv.: K. Been, Leider
Het opperbevel der Duitsche weermacht maakte gisteren
bekend:
De dubbele slag van Brjansk en Wjasma nadert het
einde. In den loop van heden zijn ook de strijdkrachten, die
ten Noorden van Brjansk zijn ingesloten, onder zeer zware,
bloedige verliezen voor den tegenstander verpletterd.
De zuivering van het boschgebied ten Zuiden van
Brjansk van de aldaar omsingelde overblijfselen der ver
slagen vijandelijke legers heeft nog voortgang.
De groote massa der Duitsche strijdkrachten, die hebben
deelgenomen aan dezen geweldigen doorbraak- en omsin
gelingsslag, is reeds vrijgekomen voor de voortzetting van
de operaties.
Tot nog toe zijn 560.000 gevangenen bijeengebracht en
888 vechtwagens en 4133 stukken geschut buitgemaakt of
vernietigd.
Het D.N.B. geeft nog volgende aanvullingen:
Op 14 October hebben de bolsjewieken in den
sector van een Duitsch legercorps in het Zuiden
van het Oostelijk front verscheidene tegen
aanvallen ondernomen. Door gebruik te maken
van de zwaarste pantserwagens probeerden de
bolsjewieken den gestadigen Duitschen op-
marsch te remmen, waarbij zij met zware ver
liezen werden afgeslagen. De Duitsche troepen
vernietigden vele bolsjewistische pantserwagens
en maakten talrijke gevangenen.
In den Noordelijken sector van het Oostelijk
front ondernamen vrij sterke bolsjewistische
stoottroepen op 14 October pogingen om een
meer over te steken, dat gelegen was tusschen
de Duitsche en de Sovjet-stellingen. De actie
werd echter door de Duitsche troepen tijdig be
merkt en met zware verliezen voor den vijand
verijdeld.
Duitsche gevechtsvliegtuigen hebben in den
nacht van 14 op 15 October met succes de
bolsjewistische hoofdstad Moskou aangevallen.
Talrijke zware bommen vielen op belangrijke
militaire doelen. Bij het vertrek namen de
Duitsche vliegers een groot aantal zware bran
den waar.
Roemeensche artillerie heeft gisteren met
succes Odessa beschoten. Roemeensche ge
vechtsvliegtuigen bombardeerden tegelijkertijd
de havens en werven. De Roemeensche bom
men richtten groote verwoestingen aan.
STRIJD TEGEN RUSLAND BESLIST.
MAAR NOG NIET GEËÜTOIGD.
Geen blokkade kan het Rijk meer uithonge
ren en wat de materialen betreft, blijkt onze
positie thans veel sterker te zijn, dan die onzer
tegenstanders, zoo heeft dr. Goebbels voor een
te Berlijn gehouden bijeenkomst der N.SJDA.P.
gezegd. De vijand, zoo vervolgde hij, heeft
steeds meer ondervonden, dat het Rijk zoowel
militair als economisch onoverwinnelijk is ge
worden: dank zij den heldenmoed der Duitsche
soldaten beschikt de Sovjet-unie thans niet
meer over een leger met eenige aanvalskracht
van beteekenis. Toch is het niet uitgesloten,
dat het overschot der bolsjewistische divisies
nog een tijd lang een volkomen nutteloozen en
wanhopigen tegenstand zal bieden. De oorlog
tegen de Sovjetunie is wel beslist, maar nog
niet afgeloopën; wel heeft het Duitsche volk
de rustige zekerheid, dat het uit het Oosten
dreigende gevaar definitief is afgewend.
(D.N.B.)
TURKSCHE GENERAALS NAAR BERLIJN.
Op uit nood iging van de Duitsche regeering
hebben twee Turksche generaals zich van Istan-
boel naar Berlijn begeven, om deel te nemen
aan een studiereis naar het Oostelijk front.
(D.NB.)
BOLSJEWISTISCHE ZELFKRITIEK.
Het D.N.B. meldt uit Stockholm:
De Sovjet-berichtendienst geeft een artikel
van een secretaris van het districtseomité der
communistische partij weer, waarin o.a. wordt
gewezen op hef dreigende gevaar, dat boven
de Sovjetunie hangt en vooral op de gebreken,
in de productie van bepaalde bedrijven aan den
dag zjjn getreden
Deze bedrijven zijn er niet in geslaagd, aldus
het artikel, zich op voet van oorlog te reorga-
seeren. Onverschilligheid en lichtzinnigheid ne
men hand over hand toe. Als voorbeeld wordt
een fabriek aangehaald, waar een derde der
machines voor het gebruik ongeschikt is, vol
gens zeggen wegens gebrek aan arbeidskrachten.
De agitatoren van de partij-organisatie moe
ten onvoorwaardelijk overleg plegen met de
arbeiders en de bedrijfsleiders, want het succes
van de productie hangt af van het toezicht van
de partij en haar agitatoren Het work moet op
militaire wijze worden verricht. Lichtzinnigheid
en zorgeloosheid zijn misdaden, als men in aan
merking neemt, dat de vijand op weg is naar
de levenscentra van de Sovjet-Unie.
ENGELSCHE PERSSTEMMEN.
Engeland en de Ver. Staten kunnen met hun
leveranties aan de Sovjets voor het oogenblik
niet vervangen, wat de Sovjet-Unie aan mate
riaal verliest, zoo schrijft de Times. Bovendien
ontbreken de vervoermogelijkheden.
Even pessimistisch uit de Daily Mail zich. die
verklaart, dat de uit de Sovjet-Unie in Engeland
ontvangen berichten van dag tot dag ernstiger
worden. Het blad komt tot de opmerkelijke uit
spraak, dat twijfel aan de Duitsche militaire pu
blicaties „het toppunt van waanzin" is. Men moet
zich liever op het ergste voorbereid houden om
naderhand niet te worden verrast, als het een
feit wordt. De Sovjet-Unie bevindt zich inder
daad in doodelijk gevaar. Hysterisch gepraat over
een invasie benevens de eisch, dat Engeland een
tweede militaire front moet vormen, schaadt
slechts. Het blad verlangt tot slot een verklaring
van Churchill over de feitelijke leveranties van
Engeland aan de Sovjet-Unie.
De Daily Mail publiceert voorts een caricatuur
onder het opschrift „het arsenaal der
democratieën". Deze caricatuur stelt een
geweldig, modern fabriekscomplex voor
vervaardiging van auto's, ijskasten en kauwgum-
mi voor. Naast dit complex symboliseert een
klein hutje de Amerikaansche oorlogsindustrie.
Tevens bevat het blad een artikel van Negley
Farson, die aan de hand van uitlatingen van de
Amerikaansche pers en het congres constateert,
dat in Juni 1941 niet één tank naar Engeland
gezonden is. Farson citeert voorts den senator
Byrd, die op 22 Augustus verklaarde, dat het
Amerikaansche defensieprogramma voor 1941
voorziet in de productie van luchtdoelkanonnen
van 9 cM. in een tempo van vier per maand.
Farson schrijft, dat de onbeteekenende tankpro
ductie zelfs geen fractie van de behoefte van het
Amerikaansche leger dekt. Op 15 Juni verklaarde
Byrd, dat da Vereenigde Staten slechts 128 lichte
tanks,bezaten, een tank van middelbare grootte
en geen enkele zware. Hij zeide voorts dat de
productie van afweergeschut niet eens symbolisch
genoemd kan worden in vergelijking met de be
hoefte der Amerikaansche kustverdediging en
dat de Amerikaansche weermacht meer vliegtui
gen noodig had dan de Vereenigde Staten konden
produceeren.
„Voor het te laat is", aldus besluit Farson zijn
artikel, „moet het Britsche volk begrijpen, dat
de Sovjet-Unie Engeland niet zal redden, dat de
Britten echter in een buitengewoon moeilijke
positie zullen komen, indien het er om gaat de
Sovjet-Unie te redden".
Met betrekking tot den toestand in de Sovjet-
Unie schrijft Lidell Hart in de Daily Mail het
volgende:
De hevigheid, waarmede de gevechtshandelin
gen in den reeds zestien weken durende veldtocht
verloopen, heeft ongetwijfeld een meer nadeelige
uitwerking gehad op de Sovjets dan op de Duit-
schers. Aan een zoo groot front als het bolsje
wistische is het van het begin af duidelijk ge
weest, dat de Duitschers met hun technische wa
pens veel geringere verliezen leden dan de Sov
jets. Als verdere moeilijkheid kwam hierbij nog,
dat door den Duitschen opmarsch de achter-
waartsche verbindingen der Sovjets steeds slech
ter werden. De mogelijkheid voor de Sovjets om
reserves van het eene gevechtsgebied naar het
andere te gooien, was zeer beperkt. Een miliitaire
onderneming van de Engelschen 'op het continent
wijst Lidell Hart van de hand en verklaart, dat
de Sovjets hiermede niet gediend zouden zijn en
dat de kansen op succes van de Engelschen
uiterst gering zijn, wanneer er in het geheel van
kansen gesproken kan worden.
DE STAD STAAT IN BRAND.
Het Roemeensche weermachtbe-
richt meldt:
„Onze troepen zijn door de verde
digingslinies van Odessa heengebro
ken. De vijand trekt zich over het
geheele front terug. Gnjljakovo,
Dalnjk en Tararsa bevinden zich
sedert 8,00 uur in onze handen.
Onze gevechten worden voortgezet.
Odessa brandt.
Finsche spoorwegartillcrie in vuurgevecht op Kareiische landengte.
(Or bis-Holland)
De stichting Winterhulp-Nederland heeft
haar tweede actietijdvak ingezet met een bij
eenkomst van genoodigden en medewerkers ln
Pulchri Studio te 's-Gravenhage.
De groote zaal was geheel bezet. Het podium
was met het embleem van de WJH.N., het kla
verblad, en met de Nederlandsche driekleur
kwistig versierd.
In zijn welkomstwoord richtte de directeur-
generaal, de heer C. Piek, zich in het bijzonder
tot den voorzitter van het landelijk eere-comité,
mr. dr. K. J. Frederiks, secretaris-generaal van
het departement van binnenlandsche zaken, tot
ir. R. A. Verwey en prof. mr. J. Schrieke, secre
tarissen-generaal resp. van sociale zaken en
van justitie, jhr. mr. dr. H. A. van Karnebeek
en mi*. Backer, commissarissen der provincies
Zuid- en Noord-Holland, prof. ir. C. L. van der
Bilt, wnd. burgemeester van 's-Gravenhage, mr.
P. C. J. M. Hamer, hoofdcommissaris van po
litie te "s-Gravenhage, die met een groep onbe
kend geblevenen het initiatief tot de stichting
Winterhulp had genomen, en tot de heeren
Eftger en Muller als vertegenwoordigers van het
rijkscommissariaat.
Het Nederlandsch orkest ,,'s-Gravenhage"
onder leiding van den heer Nico Verhoeff,
bracht eenige klassieke nummers ten gehoore.
REDE VAN DR. FREDERIKS.
Mr. dr. K. J. Frederiks hield hierna de vol
gende rede:
Toen het verzoek tot mij gericht werd, op
dezen avond een kort inleidend woord te spre
ken, heb ik gemeend, als voorzitter van het
eere-comité voor de Winterhulp-Nederland, aan
dit verzoek te moeten voldoen. Te meer achtte
ik dit mijn plicht, omdat dit woord zal zijn
een aansporing tot het beoefenen van welda
digheid in den moeilijken tijd, die zich reeds
aankondigt. Ik spreek daarbij de verwachting
en den wensch uit, dat mijn woord, ook buiten
de muren van deze zaal zal worden gehoord
en verstaan door het Nederlandsche volk.
Het vaderland, dat ons zoo na aan het hart
ligt, beleeft een zwaren, duisteren tijd, niet al
leen op politiek, maar ook op maatschappelijk
gebied. Men moet echter door de slagschaduwen
van den tijd weten heen te zien. En dan zie ik
aan de zonnezijde van dit tijdsgewricht, dat
het Nederlandsche volk zichzelf gebleven is.
zichzelf bewust de pandhouder te zijn van een
groot verleden en verplicht tegenover het voor
geslacht dat pand weer onbevlekt over te geven
aan de kinderen van het heden, die de traditie
zullen voortzetten. Wanneer ik die houding zich
zie handhaven in het Nederlandsche volk, dan
voel ik in mij een, ik geloof rechtmatigen trots
Nederlander te zijn.
Het saamhoorigheidsgevoel, dat thans nog
sterker zich uit dan in het verleden moet zich
ook demonstreeren in positieven, opbouwenden
zin.
Dezen winter zal heel veel leed verzacht
moeten worden, velen nooden zullen luide
roepen om leniging. Door alle eeuwen heen
is het Nederlandsche volk bekend geweest
om zijn zin voor weldadigheid. Het staat
daarin bij geen ander volk achter. Zonder
te offeren aan nationale overschatting
moge ik zeggen, dat het steeds aan de spits
heeft gestaan. Bij elke ramp, bjj iederen
nood heeft ons volk met milde hand gege
ven. zonder zich af te vragen wie door de
ramp, door den nood getroffen werd.
Laat dit ook nu zoo zijn en wanneer
dezen winter de nood grimmig aan dc deu
ren klopt, dan is mijn oproep: weest mild
dadig in wijden kring, geeft met ruime
hand aan hen, die U na staan. Weest in
dachtig aan wat Uw vaderen deden en wat
zij ons als erfgoed hebben nagelaten.
In het midden van de weldadigheidscam
pagne, die voor de deur staat, staat de Winter
hulp-Nederland.
Mij moet nu een diep ernstig woord over de
lippen.
Vraagstukken van openbare orde zijn nooit
simpel, maar vaststaat voor alle tijden, dat
nimmer een redelijke solutie kan worden ver
kregen, wanneer men zich niet stelt op den
bodem van de realiteit.
Bij het probleem van de Winterhulp hebben
wij rekening te houden met meerdere realitei
ten. Een concreet feit nu is. dat wij op het
oogenblik hebben te aanvaarden, dat de Win
terhulp Nederland er is, Hoe men zich ook
tegenover de stichting stelt, vaststaat, dat zij
het eenige kanaal is waarlangs het sociale werk
van de georganiseerde weldadigheid mag worden
beoefend. En nu staat men voor de vraag hoe
denkt men den nood het hoofd te bieden, in
dien dit kanaal niet gebruikt wordt.
Het gebruik maken van het kanaal stuit nu
echter op moeilijkheden. En deze moeilijkheden
vinden haar oorsprong weer in concrete feiten,
die men niet als een struisvogel voorbij kan gaan.
Een psychologisch volkomen begrijpelijke trek
bij, ik denk wel elk volk, welks land een bezet
ting draagt, is wantrouwen. Zulk een wantrou
wen wordt te gevaarlijker, wanneer het wortel
schiet in een nuchter, zakelijk volk als het onze.
Onloochenbaar nu Is in ons volk een stemming,11
Max Blokzijl spreekt hedenavond van 1&.45
tot 20.00 uur voor de microfoon van den Ne-
derlandschen omroep (Hilversum 2) over „On
ze oorlogsinvaliden -nu en straks".
OVER GELOOFSVERVOLGING
GEËMIGREERDE RUSSISCHE BISSCHOP
IN DE SOVJET-UNIE.
De aartsbisschop van de geëmigreerde Rus
sische Orthodoxe kerk voor Europa, Euloge, die
te Parijs zijn zetel heeft, heeft een toespraak
gehouden tot journalisten, waarin hij er aller
eerst den nadruk op legde, niet aan politiek te
doen, doch uitsluitend Christelijke waarheden
te verkondigen. De verantwoordelijkheid voor
de onderdrukking van den godsdienst in de
Sovjet-Unie moet worden gezocht bij de bols
jewistische regeering. Het Russische volk neemt
ten deele zonder te weten wat het doet, aan
deze vervolgingen deel. Het Sovjet-regiem, zoo
constateerde de aartsbisschop, heeft de kerk
onteigend en van al haar rechten beroofd, het
uitgeven van kerkelijke boeken verboden, de
bibliotheken en kloosters verwoest of tot ge
vangenissen gemaakt en de geestelijken de
straat opgejaagd, zoodat zij uit bedelen moes
ten gaan. De laatste twintig jaar zijn in de
Sovjet-Unie honderd bisschoppen, 10.000 pries
ters en tien millioen geloovigen het slachtoffer
van de geloofsvervolging geworden. (D.NJ3.)
DE DRUK OP AFGANISTAN.
De correspondent van het A.NP. te Berlijn
meldt:
Naar wij vernemen, is men alhier volkomen
op de hoogte van den druk den laatsten tijd
door Engeland en de Sovjets op Afganistan ge
oefend. In buitenlandsche kringen twijfelt men
er aan, of deze mogendheden in Kaboel een
even gemakkelijk spel zullen hebben als in
Iran, dat veel kwetsbaarder was.
Hoewel eveneens geheel door Engelsch en
Bolsjewistisch gebied omgeven, is Afganistan
toch door zijn ontoegankelijkheid tot langdu
riger weerstand in staat. Dat men hier aan de
volkomen neutraliteit van Kaboel gelooft, blijkt
ook uit een telegram van den Führer aan den
Afgaanschen koning op zijn verjaardag.
DE VOEDSELVOORZIENING IN FRANKRIJK
Invoering van de doodstraf?
Het D.N.B. meldt uit Parijs:
Vice-president admiraal Darlan, die op het
oogenblik in Parijs vertoeft, heeft in een rede
verklaard, dat de regeering alles zal doen om
de voedselvoorziening van de bevolking te waar
borgen. De sluikhandel zal met alle middelen
bestreden en de bestaande strafbepalingen zul
len in afzienbaren tijd verscherpt worden. Men
overweegt de doodstraf in te voeren op misda
den tegen de voedselvoorziening.
DE AMERIKAANSCHE NEUTRALITEITSWET
De commissie voor de buitenlandsche politiek
van het Huls van Afgevaardigden in de V. St.
heeft den eisch van Roosevelt tot veranderen
van de neutraliteitswet in zooverre aangeno
men, dat Amerikaansche koopvaardijschepen
bewapend kunnen worden. Het voorstel zal, vol
gens Associated Press waarschijnlijk Donder
dag in de voltallige vergadering van het Huis
van Afgevaardigden in behandeling worden
genomen. (D.NJB.)
MAATREGELEN IN JAPAN.
Twee keizerlijke decreten bepalen, dat alle
scholieren van instellingen van hooger onder
wijs en universiteiten in Japan hun studies op
de scholen, resp. universiteiten drie maanden
vroeger dan normaal zullen beëindigen, om.
voorzoover hun leeftijd en gezondheidstoestand
dit toelaten, in de weermacht te worden opge
nomen of hun krachten anderzins in dienst van
de natie te stellen. Door dezen maatregel wordt,
naar uit een officieele mededeeling blijkt, reke
ning gehouden met den bijzonderen toestand,
waarin Japan zich op het oogenblik bevindt.
Een andere bepaling voorziet in de inschake
ling van alle mannelijke en vrouwelijke arbeids
krachten en wel van vrouwen in den leeftijd
van 16 tot 25 jaar, behalve de gehuwde vrou
wen, en van alle mannen tusschen 16 en 19 jaar.
daar op verschillende gebieden, vooral in de
voor de nationale verdediging belangrijke takken
van industrie een gebrek aan arbeidskrachten
bestaat. (D.N.B.).
die de Winterhulp-Nederland op zijn zachts uit
gedrukt niet welgezind is. Maar dan zeg ik tot
het Nederlandsche volk: blijf bij Uw oordeel toch
altijd staan op den bodem van de nuchterheid en
de zakelijkheid, die het kenmerk van ons volk is.
vertroebel de verhoudingen niet door overdrij
ving, misken niet de lessen der historie.
Maar van den anderen kant richt ik mij tot de
leiders van de Winterhulp-Nederland om hen op
het hart te binden zoo reëel te zijn, dat zij be
grijpend staan tegenover de gevoelens, die in het
Nederlandsche volk leven. Treden zij die gevoe
lens tegemoet niet alleen met woorden maar met
daden, die zoo oneindig meer waard zijn dan het
schoonste woord.
Maar er is meer. In dat licht van de gevoelens
ln het Nederlandsche volk moeten de leiders van
de Winterhulp-Nederland ook de moeilijke positie
zien van de Nederlandsche burgemeesters. De
Nederlandsche burgemeesters verrichten hun
zware taak in dezen ernstigen tijd op een wijze,
den hoogsten lof waardig. Beter dan wie ook kan
ik daarover oordeelen, die nu reeds bijna ander
half jaar aan het hoofd sta van het Nederland
sche bestuursapparaat. Zij moeten leiding geven
bU hun arbeid voor de Winterhulp evenzeer als
in het uitgebreide veld van hun bestuurstaak.
Maar bij het geven van die leiding moeten zij
zich ook steeds voor oogen houden de massieve
ware staatsmanswijsheid, dat kracht niet ge
schraagd door beleid, gedoemd is in onvrucht
baarheid onder te gaan. Miskennen zij dezen
primairen regel van publieke gezagsuitoefening
dan boeten zij in, het onmisbaar vertrouwen van
hun burgerij. De leiders van de Winterhulp-
Nederland. die zich reeds zoo veel arbeid in de
maanden, die achter ons liggen, hebben getroost,
mogen zich deze realiteit klaar voor oogen stellen
Van belde zijden is een goede wil noodig om te
komen tot een resultaat, dat waard is ernaar te
streven, waar zoo groote belangen op spel staan.
Met dezen wensch, dat alle Nederlanders zich
hiervan bewust zijn, wil ik mijn Inleidend woord
besluiten.
UITEENZETTING VAN DEN HEER PIEK.
De heer C. Piek, directeur-generaal der W.H.
N. zette ten slotte ln een uitvoerige rede de
resultaten van de winterhulp-actie in het af-
geloopen tijdvak uiteen. In alle gemeenten
werd de winterhulp onder leiding van de bur
gemeesters verricht. Intusschen is een aan
vang gemaakt met een blok-, wijk- en buurt-
schaps-organlsatie.
De inzamelingen en vrijwillig toegezon
den bijdragen leverden een totaal van
f. 7.200.000 op. Per week worden twee- k
driehonderdduizend loten voor de Winter
hulp verkocht. Alleen aan aardapelen werd
aan behoeftigen een hoeveelheid verstrekt
overeenkomende met den inhoud van een
aaneengesloten rij vrachtauto's van 's-Gra
venhage tot Leiden. Er werden 316.000 por
ties warm voedsel verstrekt, voor ruim
f. 5.179.000 aan waardebonnen, voorts gif
ten en goederen in natura tot een totaal
van f. 6.144.000.
Aan de speldjes ls veel zorg besteed, waar
door meer handwerk kon worden verkregen,
dat vreugde bracht aan degenen die ze ver
vaardigden.
Iedere burgemeester kan getuigen, wat de
Winterhulp doet: ieder helpen, die in nood
verkeert.
Wie aan de zuiverheid van de Winterhulp-
werkzaamheden twijfelt, wete, dat de W.H.N.
in een glazen huis zit en dat ieder volledige
inzage daarin kan verkrijgen. Crltiek zal er
altijd blijven. De medewerkers van de Winter
hulp stellen daartegenover telkens opnieuw de
daad, wetende, dat honderdduizenden in Ne
derland daarop wachten.
Spr. eindigde zijn rede met de plechtige per
soonlijke verzekering, dat alle Winterhulpwerk
uitsluitend ten goede komt aan onze behoeftige
landgenooten.
van hedenavond
tot morgenochtend
De maan kwam heden op te
2.34 uur en ging onder te 16.56 uur.