De krant voor de Jeugd
LEIDSCH DAGBLAD - Tweede Blad
Zaterdag 20 September 1941
Het sprookje van de steen
met den baard
CORRESPONDENTIE
Natte vacantiedag
Een grappig verhaal uit West-Indië
Oplossingen
Goede oplossingen
RAADSELS
ANEKDOTEN
Beste raadselnichtjes en -neefjes,
Ja, nu gaan jullie allen, groteren en kleineren,
weer naar school. Aan alle vacanties is een
eind gekomen; voor velen zijn die dagen zelfs
al weer in het vergeetboek geraakt. De Septem
bermaand zet in met mooi weer; het is wel
een hard gelag, dat het goede weer komt. nu
allen weer aan het werk zijn en er nog maar
weinig van kunnen genieten. De maanden
Augustus en September hebben zich vergist en
hadden moeten omwisselen! Maar, zoals ik
vorige keer reeds schreef, jullie moeten er in je
vrije uurtjes nog zoveel mogelijk van profiteren.
Wie zorgt er voor nieuwe anekdoten? De
raadselvoorraad is nog groot, maar de anek
doten zijn gauwer „op". En dat vrolijke hoekje
in onze krant wil niemand missen! Ik zie dus
graag nieuwe van Jullie.
En allen aan het oplossen, hoor. Het is weer
echte raadseltijd, nu de vacanties voorbij zijn.
Nieuwelingen zijn hartelijk welkom.
Nu volgen de briefjes.
Ans Voorma Jij hebt niet te klagen over
je vacantie. Wat vrolijke uitstapjes maakte jij!
Groet Corrie van mij.
Fransje Dorrepaal Jullie hebben het ge
troffen met Je rondvaart. Dat was een vrolijk
troepje op de boot!
Janny v. Kampenhout Gelukkig, dat Moe
der opknapt. En prettig voor mij, dat je ook
nog tijd vond voor de raadsels. Je kent je
vriendin al lang.
Nelly v, d. Mey Natuurlijk is er voor jou
een plaatsje; hartelijk welkom. Jullie zijn
trouwe vriendinnen. Gezellig, dat jullie dit nu
ook samen doen.
Anny Bekooy Je maakte toch nog een aar
dig uitstapje in de vacantie. Voel je je al thuis
op de nieuwe school?
Nellie de Wilde Bedankt voor Je ingezonden
raadseltje.
Zusjes Verlind Beiden bedankt voor jullie
anekdoten.
Wim Verlind Nu kun jij je voorstellen, hoe
Klein Duimpje zich altijd moest voelen bij de
anderen
Tineke Brandt Ik zou maar gauw een aar
dige naam voor je konijntje bedenken. Ik had
al begrepen, dat je „merk" bedoelde in plaats
van „soort".
Truusje v. Weizen Het was toch prettig, om
uit logeren te zijn. Al was het nog veel prettiger
geweest, als ook het weer had meegewerkt.
Pim v. Weizen Voor vissen was het wel
goed weer. Dat heb je gemerkt aan de goede
vangst.
Rie Brandt Wat een pracht-cadeau gaf jij
je Moeder! Dat kun jij nu doen zeker! Ja. nu
ben ik weer nieuwsgierig naar Ellie's verjaar
dag.
Annetje de Ligny Jullie zijn heel gauw
thuis uit school. Zo'n verregende vacantie had
den jullie nog nooit. Veel opgelost, hoor!
Nelly en Babs de Ligny Vertellen jullie
maar. hoe het bevalt in de nieuwe klas.
Ali Stlkkelorum Ilc hoop spoedig te den
ken aan wat je vraagt. Jan blijft echt mee
leven met onze krant vanuit de verte.
Koos Stikkelorum Er gebeuren veel nieuwe
dingen in jouw leven deze weken. Ik denk wel,
dat Je alles heel prettig vindt.
Gerda Teljeur Jij wordt handig met al dat
naaien, breien en borduren. Je vriendinnetjes
vergeten jou niet!
Anny Feynenbulk Nu kun Jij vooruit met
je pianostudie. En voor alles hard werken, om
je doel te bereiken.
Paul RLenstra Nu ben je dan toch aan de
gang op school; het duurde jou wel wat al te
lang! Wat kunnen jullie al fietsen, zulke af
standen l
Atze v. d. Kooi Ik geloof, dat je toch ge
noten hebt in het kamp, al was je nog een
groen. Nu is ook die heerlijke week alweer
herinnering. Maar Je hebt er een voor altijd
waardevol aandenken van meegekregen.
Bea v. d. Kool Natuurlijk heb je genoten.
Er was daar zoveel te beleven.
Wim Rienstra Ik schrok eerst ook van de
kamp-revolutieMaar toen ik verder las, merkte
ik gelukkig, dat ik er een beetje invloog, net
als jullie! Ondanks de regenbuitjes, werd het
een heerlijke kampweek. Ik begrijp volkomen,
dat er nu voor Jou van raadsels oplossen niet
meer komt. Je hebt het toch mooi lang vol
gehouden en ik heb ook een prettige herinne
ring aan al Jouw trouwe briefjes. Ik wens je
nu succes bU Je verdere studie, en hoop dooi
de anderen (en in je vacanties!) nog eens over
je te horen.
Rudolf David Dat werd een fijne Zondag
in Utrecht. Je kimt al vlug een wijsje uit je
blokfluit toveren. Lacht Brammet je nu met 3
tandjes?
Jo v. 't Zelfde Hartelijk welkom. Je weet
nu de weg. Je broertje mag ook meedoen. Ben
je familie van mijn raadselnichtje Jarrnie?
Olga Derksen Gelukkig, dat je een prettig
tochtje had naai- Amsterdam. Wat kreeg jij
weer veel moois! Voel Je Je al thuis op de
nieuwe school?
Marietje Lagerwij Er was veel belangstel
ling voor de boot. Eigenlijk meer. dan Je lief
was! Je kon haast geen stap doen zonder regen
in die vacantiedagen.
Geertje v. Kuyvenhoven Nu tref je het
beter met je raadsel; bedankt voor dit. Gezellig,
zo samen naar school te gaan: het nieuwe te
gemoet!
Cob a v. d. Burg Hartelijk welkom; er kun
nen altijd nieuwe nichtjes bij in onze kring,
hoor. Heette je zusje niet Martha? Groet haar
van mij. Bedankt voor je ingezonden raadsels.
Loes v. Veggel JU hebt al wéér wat moois:
er schijnt geen eind aan te komen. Dat was nog
een mooi afscheid van de oude school.
Nellie Dorrepaal Zo ben jij de school al
weer haast door. Doe nog maar extra je best,
dat laatste jaar. Wat een heerlijke dag hadden
Jullie met elkaar in de vacantie! Toevallig, dat
jullie juist die bijzondere vogel zagen.
Koos Flam an Zo goed als jü kan ik niet
zwemmen, hoor. Maar ik zou me wel zelf kun
nen redden.
Aukje v d. Walle Nu krijg ik weer prettig
schoolnieuws. Bijna alle kinderen vinden het
na. zo'n lange vacantie fijn op school. Ik be
grijp. dat jij graag meer peren aan de boom
had gezien.
Jan v. d. Walle Ik heb wel gezien, hoe
prettig jij aldoor buiten speelde. En, ls Je eigen
Juffrouw ook verhoogd?
Nellie Trap Jij hebt toch een goede vacan
tie gehad, ondanks het slechte weer. Wat was
het heerlijk in die tuin van je Tante! Je hebt
knap genaaid thuis.
Corrie v. Weizen Je hebt nu echt „jonge
dames-postpapier", met mooie gevoerde enve
loppen er bij. Die Zondag werd natuurlijk een
heerlijke dag.
Dik v. Weizen Ja. het was een bijzondere
dag voor jullie allen. En prettig!
Drietal v. d. Pluym Deze maand volgt de
oudste, E. on voor de datum moet je twee
dagen bij die van Nlco's verjaardag optellen
We hopen, dat zij het beter treft. Dank voor
jullie goede wensen; het is echter nog niet ge
heel in orde. Ja, nu neemt het schoolwerk Jullie
weer geheel in beslag
Piëta Burger Hartelijk dank voor je mooie
kaart,
Adrl Schipper JU bent verwend! En hier
volgt dar» mijn cadeautje voor je:
Wees bij al Je levenswerk.
Geduldig, rein en sterk.
Houd daarbij dan goeden moed,
In voor- en tegenspoed
Truus Laman Je behoort dus bij de gro
teren. Maar schrijf elke keer je leeftijd er bij,
Nettie Boerendonk Daarvoor moet je nog
even geduld hebben!
Lien Vis Je anekdote vind ik voor de
krant niet geschikt. Jullie hebben je zo nog
best geamuseerd in het bos. Groet de tweeling
van mij terug.
Kora Key Gelukkig, dat de regen Je pleizier
niet bedorven heeft. Nu is het weer prettig op
school. Wel drukker in de 5de klas zeker?
Jannie v. 't Zelfde Het spijt mij werkelijk,
dat het lichtblauwe bruidsmeisje niet even naar
mij toegekomen is. Ik had haar wat gfaag ge
zien! Het werd natuurlijk een onvergetelijke
dag. Nu v/eer ijverig werken In de 3de klas.
Joke de Vos Ik begrijp, dat jü pleizier
hebt in het borduren van zo'n groot kleed. Je
weet, die 2 weken duren mij eingenlijk ook te
lang. Maar er is nu niets aan te doen. Jullie
zangstudie belooft weer wat!
Rie de Vos Allereerst bedankt voor je
prachtige kaart Wat aardig, dat je zo aan mij
dacht! Je hebt een heerlijk gezond leventje
gehad. Dat had je ook nodig, hè! Nu kun je er
weer goed tegen.
Bianca Horstmann Hartelijk dank voor je
mooie kaart. Het bevalt jou goed in de vijfde
klas, dat merk ik wel. Als ik je weer geregeld
zie, komt er ook een versje in jouw album. Help
het mij maar onthouden.
Loes Horstmann Jü ook bedankt voor jouw
aandeel in de kaart. Je kreeg practische ca-
deaux op je verjaardag; die komen van pas op
de nieuwe school
Bernard v. Vliet Wens je zuster van harte
beterschap van mij.
Marti Bakker Jij hebt nog fijn vacantie-
nieuws. Jij dürfde in de Dierentuin. Feliciteer
Riet en Dik met de verjaardag. Jij weet wel,
hoe welkom zü zullen zijn in onze kring. Wat
wordt je zusje een lekkere dikkerd!
Toni Neuteboom Die laatste week in Aug.
was vol afwisseling voor jou. Je bent zeker blij.
dat je voorlopig nog door moogt leren.
Afke Neuteboom Goed schoolnieuws, hoor!
Nu kun jij voorlopig fijn stappen!
Annie v. d. Vos Nee. ik weet niemand, voor
wat jij vraagt. Wij zitten al voor hetzelfde ge
val als jij. Ik zou ze toch nog maar bewaren.
Ella Meinema Ach, ach, wat was dat toch
een natte vacantie! Wij kwamen ook een keer
zo nat aan. als jij nu beschreef! Niet lekker,
hèMaai- we nemen dit maar op de koop toe, en
willen er onze uitstapjes niet om missen. Zo
waren er nog veel feestdagen voor jullie. Nu
maar flink aan de slag thuis.
Rudi Arkeveld Jij hebt al weer een vrolijke
dag gehad.
Hannie de Wekker Moeders feestdag is niet
onopgemerkt voorbij gegaan! Wil Je Moeder
nog van mij gelukwensen en haar hartelijk dan
ken voor haar briefje? Wat een heerlijke bloe
mentuin hadden jullie die dagen in huis!
Suusje de Wekker Allereerst hartelijk ge
feliciteerd met je verjaardag. Daarover zul je
wel veel te vertellen hebben. Van Moeders
feestdag heb jij ook goed meegenoten. Dat werd
flink laat! Met zwemmen maken jullie vorde
ringen! Wat hebben jullie een snoezig poesje!
Simon v. Meygaarden Je. vindt het na
tuurlijk fijn bij een Meester. Bedankt voor je
beide raadseltjes.
Paul Mizée Alleen een hartelijk groetje.
Lientje Mokkenstorm Nu zullen jullie wel
weer trouw schrijven. De vacantietijd brengt
nogal eens hinder nissen voor de raadsels! Haast
je maar niet met je boek; het blijft toch van
jezelf.
Annetje Mokkenstorm Gelukkig, dat het
niets ernstigs was met je hiel. Wat hebben
jullie de konijntjes aardig gedoopt!
Ansje Bruné Hoe vond je het wel op de
trap. die je vanzelf naar boven bracht? Die
middag gaf nog een fijn napretje van de va
cantie..
Zusjes de Nie Jij ging laat naar bed die
eerste schooldag. Ria. Maar met een blij gevoel
over het nieuwe diploma zeker? En Nini oefent
zich zeker ijverig?
Lydia Botermans Je bent echt op familie
bezoek geweest die laatste dagen van de va
cantie. Gaat het met het nichtje in Den Haag
wat beter?
Gertje Braster Het is een vrolijk boek, dat
Moeder voor je heeft meegebracht. Ik zie wel,
dat Jij graag uit vissen gaat later.
Rietje Goutier Nog hartelijk gefeliciteerd
met je verjaardag. Ben je weer helemaal in
orde? Schrijf er eens over.
Hiermede ben ik aan het eind gekomen. Ik
herhaal nog eens. vooral voor nieuwelingen,
die willen gaan meedoen: Insturen naar Bu
reau Leidsch Dagblad of naar Wasstraat 38.
liefst vóór Maandagmorgen 9 uur, uiterlijk tot
Dinsdagmorgen 9 uur. Tot de volgende keer.
Allen hartelijk gegroet door jullie Raadsel
tante,
Mevr. M. J. BOTERENBROOD.
'"/iüfti—
Grauwe, grauwe wolkenlucht,
't Regent pijpestelen!
Elk, die nu vacantie heeft,
Moet zich wel vervelen,
D&cht je dat? Geen sprake van!
En de sjoelbak dan?
Op de zolder staat hij klaar,
Sleep hem vlug naar binnen,
Leg hem op de tafel neer.
Dan kan 't spel beginnen.
Uit de weg, ik raak 'm hoor!
Alles vliegt er door!
Buiten giert en loeit de wind,
Binnen is het joelen!
Heel de lange middag door
Zijn we fijn aan 't sjoelen.
Straks krijgt wie 't het beste kon
'n Koekje zonder bon!
MARIE MICHON.
Voor ik met dit sprookje begin, moet ik
jullie vertellen, dat het Neger-Engelse
woord voor sprookje „Anansie-torie" is.
Letterlijk vertaald betekent dit: spinver-
haal. Dit komt omdat de spin In de meeste
van die verhaaltjes die de West-Indische
negerkinderen elkaar vertellen, de hoofd
rol vervult. Die spin wordt altijd afgeschil
derd als een lui, hebzuchtig en slim diertje
dat altijd ten koste van de andere dieren
tracht te leven.
In deze Anansie-torie zul je zien, hoe
boontje ik bedoel Anansie tenslotte
om zijn loontje komt.
Heel lang geleden woonden de viervoe
tige dieren, de insecten en vogels niet in
holen of nesten, doch ze hadden hutten ln
het bos gebouwd. Ook Anansie woonde in
een planken hutje aan de rand van een
groot bos. Nu gebeurde het eens, dat de
regens niet op tijd vielen en het veldgewas
nog goed af; hij was alleen een beetje ver
suft van de smak.
„Ik ga geen stap verder, Anansie," zei
hij. „Wat jij doet, moet jij weten, maar mij
krijg je niet mee." En de Kapassie keerde
naar zijn hut terug.
Anansie die uit alles munt wist te slaan,
ging aan het nadenken. Als de Kapassle
geen schild om zijn lijf had gehad, ja, dan
was hij zeker doodgevallen endan had
den wij weer een week te eten gehad. Ha!
Ik weet het! Ik heb een reuzeplan, nu vlug
naar huis terug!
Zo vlug als hij met zijn vermoeide benen
maar lopen kon, ging het nu huiswaarts.
„Heb je wat te eten meegebracht?" was
het eerste wat Akoeba vroeg.
„Neen," zei Anansie, „maar ik beloof jul
lie voor de komende tijd volop, als je maar
doet, wat ik zeg. De kinderen gaan direct
naar den smid en bestellen twaalf ijzeren
staven, twee meter lang, met een scherpe
punt eraan. En dan bij den kuiper twaalf
houten vaten. Zeg maar, dat ik over een
z,.HuyiStv.
Na een paar uur kwam ze het gordeldier tegen.
verschroeide zodat er weldra hongersnood
heerschte in het land. Anansie wist niet,
hoe hij voor zijn vrouw Akoeba en zijn
twaalf kindertjes aan eten moest komen.
Op zekere morgen zei hij tegen zijn
vrouw: „Ik zal vandaag maar naar het
eind van het bos lopen om te zien of ik iets
eetbaars kan vinden.'' Zo gezegd, zo gedaan.
Anansie ging op pad en kwam na een
uren de Kapassie (gordeldier) tegen.
„Hallo," zei Anansie tegen hem, „waar
gaat de reis naar toe?"
„Ik zoek wat te eten," zei de Kapassie.
„Ik toevallig ook. Zullen we dan maar
samen gaan?"
„Top," zei de Kapassie, „twee zien meer
dan eén, hè?"
Na een uurtje tevergeefs gezocht te heb
ben naar iets dat op voedsel leek, kwamen
ze aan een beekje. Langs de kant lag een
grote keisteen, enAnansie kon zijn
ogen niet geloven.die steen had een
mooie, sneeuwwitte baard.
„Kijk." zei Anansie, „wat een mooie steen
is dat, hè?"
„Ja, en wat een prachtige baard
De Kapassie had geen tijd meer de zin
te eindigen, want toen hij het woordje
„baard" uitsprak, werd hij metershoog de
Lucht ingesmakt en kwam met een harde
plof weer beneden. Dank zij z'n gordel, die
als een pantser om zijn lijf sloot, liep het
week alles betaal. Ieder van jullie brengt
een vat mee naai- huis, dat kan heel mak
kelijk, want je rolt het met de staaf over
de weg. Ingerukt, om twaalf uur moeten
jullie terug zijn."
De kleine Anansies vonden het wel een
rare boodschap, maar gingen toch maar.
Klokke twaalf waren ze terug, elk met een
vat en een staaf.
„Goed zo," zei Vader, „en nu gaan we ver
huizen." Hij pakte het huisraad op een kar
retje en daar ging het. Toen ze bij het beekje
aankwamen, zei Anansie tegen zijn vrouw
en kinderen: „Het is ten strengste verboden
in de nabijheid van deze steen het woord...
o wee! daar had ik het bijna zelf gedaan."
Hij nam toen een stokje en schreef het
woord „baard" Hn het zand. „Denk erom, ver
gis je nooit, want anders moet je sterven."
De kinderen beloofden het en daarna werd
vlug een hutje gebouwd en gingen ze weer
naar bed.
De volgende morgen was het eerste werk
twaalf diepe kuilen te graven. De staven
werden op een rijtje in de grond geplant,
dat alleen de scherpe punt eruit stak. Hier
over werden wat droge blaren gelegd en de
zaak was klaar.
Anansie liep toen het bospad weer op. tot
hij een dier tegenkwam. Het was een hert,
dat met zijn tong uit zijn bek liep.
„Warm weertje, vriend hert," zei de spin.
„Ik heb een reuzenhonger, maar nog meer
dorst," zei het hert. „Weet je misschien een
beekje hier ln de buurt?"
Dat was juist wat Anansie wilde, het hert
naar de steen lokken.
„Ik ben hier goed bekend," zei hij, „en ik
zal je naar een prachtplek brengen, waar
het water ijskoud is."
Toen ze bij de steen aankwamen, zei het
toert verbaasd: „Wat is dat voor een rare
steen met een baard?"
En tjoep! daar ging hij de lucht in en
kwam precies op een der scherpe punten
neer. Het beestje was op slag dood.
De hele spinnenfamilie aan de arbeid om
het hert te villen en in te zouten. Daar wa
ren de vaten voor bestemd, snap je! Anan
sie en zijn gezin aten hun buikjes rond en
vonden het een reuzeleventje.
Elke dag herhaalde zich het spelletje, de
vaten waren gauw gevuld, een koper in de
stad was vlug gevonden, de schuld aan den
smid en den kuiper was betaald en Akoeba
bewaarde de rest in een oude kous.
Het glnd maanden goed, elke dag was er
minstens één slachtoffer. Maar... de kruik
gaat zolang te water tot ze breekt Eens op
een dag kwamen twee konijnen het pad af-
gehuppeld. Het waren de ouders van een
jong konijntje, dat verdwaald was. Ze liepen
naar hun zoontje te zoeken.
„Vraag jij even aan Anansie of hij ons
zoontje niet gezien heeft," zei het moeder
konijn, „ik heb een doorn in mijn voet en
haal hem er eerst even uit."
Anansie had niet ln de gaten, dat er twee
konijntjes waren. Hij lokte vader konijn
naar de steen, met het bekende gevolg.
Maar intusschen was moeder konijn onge
merkt naderbij gekomen en had alles gezien.
Ze hield zich in het struikgewas een uurtje
schuil en kwam toen recht op Anansie af.
„Ha!" dacht deze, „de zaken gaan goed.'
„Goedenmiddag, Anansie." zei moeder ko
nijn, „heb je mijn man ook gezien?"
„Neen, mevrouwtje, maar wilt u hier niet
even wat uitrusten, bij deze steen is het
heerlijk koel." En hij bracht haar naar de
haardsteen. Het konijntje deed net of zo de
baard niet zag en d.e spin werd al wat onge
duldig.
„Vindt u het geen mooie steen, mevrouw?"
vroeg 'hij toen.
„Ja," zei het konijntje.
„Ziet u niets bijzonders aan de steen?"
vroeg de spin weer.
„Neen, het is toch een doodgewone steen,
Wat ls er voor bizonders aan?"
„Doodgewoon noemt u dat? Ziet u niet,
wat de steen heeft?"
„Neen," zei het konijn, „ik zie heus niets.'
„Ik zal u op weg helpen," zei Anansie toen,
dan zegt u het mij maar na. De steen heeft
een b
„De steen heeft een bzei het konijn.
„Wat bent u toch dom," zei de spin weer,
„de steen heeft een ba
„De steen heeft een baherhaalde het
konijn.
„U mag het woord gerust voluit zeggen,
ik help u alleen maar, de steen heeft een
baa
„De steen heeft een baazei moeder
konijn.
„Och, wat bent u toch flauw, mevrouw.
Baa is toch het woord niet? De steen heeft
een baar
„De steen heeft een baarzei het
konijn.
Ja, wat moest de spin nu beginnen? Nog
maar één letter en het konijn zou de lucht
ingesmeten worden, maar ze was zo dom!
Weet Je wat, dacht Anansie, ik zal het ver
boden woord heel vlug uitspreken, mis
schien, dat de steen het niet hoort en ik van
de dood gespaard blijf.
„Ik zal je nu precies zeggen, wat de steen
heeft, zeg je het me dan direct na?"
„Ja," zei het konijn.
„Nou dan, luister goed. De steen heeft een
baard
Maar of hij nu het woord baard niet vlug
genoeg had uitgesproken, hij ging ook fijn
de lucht in en kreeg een punt tussen de
ribben.
„Je hebt je verdiende loon, valse spin," zei
moeder konijn, „ik zal nu met. je vrouw ~n
kinderen afrekenen."
Maar Akoeba had uit het raam alles ge
zien. Ze vluchtte met al haar kinderen het
bos uit en woont sindsdien in de wonineen
der mensen.
MORINE VAN DER LINDEN.
der raadsels uit het vorige nummer.
1. Een bloembed.
2. Zuidbroek; Zuid. broek.
3. I. Spreken is zilver zwijgen is goud.
2. Na regen komt zonneschijn.
3. Berouw komt na de zonde.
4. Klinge, Linge, Inge.
5. De Sneeuwkoningin; wenen, in, knus, koe,
de, Wies, g.
6. Leem, meel.
7. Leerdam; leer. dam.
8. Gaspitten (oliepitten).
der raadsels ontvangen van:
Rudolf David, Jo van't Zelfde, Olga Derksen,
Marietje Lagerwij, Sofietje Lagerwij, Geertje
Kuyvenhoven, Coba v. d. Burg, Loes v. Veggel,
Nellie Dorrepaal, Koos Flaman, Aukje v. d.
Walle. Jan v. d. Walle, Nellie Trap, Corrie van
Weizen, Dik v. Welzen, Jannie d. Pluym,
Koos v. d. Pluym, Nico v. d. Pluym, Anny
Schipper, Adri Schipper, Tiny de Goederen,
Truus Laman, Nettie Boerendonk, Maartje
Stavleu. Lien Vis, Kora Key, Jannie v. 't Zelfde,
Joke de Vos, Loes Horstmann, Marietje van
Vliet, Bernard v. Vliet, Ans Voorma, Fransje
Dorrepaal, Ineke Voorbij, H. C. Hollema, Rietje
Bleuze, Janny v. Kampenhout, Nelly v. d, Mey,
Ansje Eichhorn, Anny Bekooy, Pim Metselaar,
Nellie de Wilde, Tineke Brandt, Coba Verlind,
Elsje Verlind, Wim Verlind, Truusje v. Welzen.
Pim v. Welzen, Rie Brandt, Annetje de Ligny,
Nelly de Ligny, Babs de Ligny, Ali Stikkelorum,
Koos Stikkelorum, Gerda Teljeur, Anny Fey
nenbulk. Annie v. d. Vos, Paul Rienstra, Atze
v. d. Kooi, Bea v. d. Kooi, Wim Rienstra, Marti
Bakker. Toni Neuteboom, Afke Neuteboom, Ella
Meinema, Elsje Boterenbrood, Ineke Boteren-
brood, Nico Optendrees, Dickie Optendrees,
Rudi Arkeveld, Simon v. Meygaarden. Paul
Mlzée, Lientje Mokkenstorm, Annetje Mokken
storm, Ansje Bruné, Nini de Nie, Ria de Nie,
Lydia Botermans. Hansje Boterenbrood.
Vorige keer te laat ontvangen van Gertje
Braster.
voor allen om uit te kiezen; de groteren
vier; de kleineren drie goede oplossingen
Let wel: De oplossing van raadsel I mag voor
twee goede oplossingen tellen.
I.
Ingezonden door Piet de Ru.
Mijn geheel is een spreekwoord van 50 letters.
33, 48, 49. 12 is een grote man; 4. 10, 11. 13
een dier; 45, 46 een lidwoord; 35, 30, 16, 17 is
een melkgevend dier; 37. 7, 8, 18 een huisdier;
2. 3, 36, 50, is het tegenovergestelde van niets;
1, 38, 19. 50 is een kind zonder ouders; onder
een 9, 10, 20, 14, 22 slaap je; 47, 15. 40 is minder
dan één; 4, 21. 31 9 is een lichaamsdeel, 39. 27, 25
is een ogenblik; 44; 43, 44 is speelgoed; 26, 5, 32
dient om af te sluiten; 23, 34 is een persoonlijk
voornaamwoord; 28. 25, 19. 24 is een vis; 27, 29
een getij; 6 een medeklinker; 42, 41, 19, 11 be
tekent beest.
n.
Ingezonden door Marijtje van Rijn.
Welke zegswijze lees je hieruit?
Itu ed rupdples,
Si ed lehe
enkd er ana,
eze notstaan.
m.
Ingezonden door Ingeborg Rosdijk.
Welk water is onthoofd nog een water?
TV.
Welke overeenkomst is er tussen thee en een
ouderwetse deurbel?
V.
Ingezonden door All Stikkelorum.
Welke school gebruikt geen boeken?
VI.
Ingezonden door Paul Rienstra.
Ik ben een plaats in Nederland van 10 letters
1, 2, 3, 4, 5 is een vervoermiddel. 6, 7. 8, 9 ls
een naam; 1, 2. 7, 8 een lichaamsdeel; 3, 6. 7, 8
een vorm van het werkwoord gaan; 3, 4, 9, 10
betekent niet één.
vn.
Ingezonden door Piëta Burger.
Eerst kruip ik op frisse bladen.
Die mij dag aan dag verzaden.
Dan verberg lk mij voor 't licht,
In een huisje nauw en dicht.
EindeUjk zie Je mij herleven,
En vrij als een vogel zweven.
Ingezonden door Koos v. d. Velden.
Oom tot studerend neef: „Hoe laat sta je op,
neef, nu jij gauw examen moet doen?"
Neef: „Zodra de eerste stralen van de zon
mijn kamer binnenkomen."
Oom verheugd: „Fijn, dat is dan zeker nogal
vroeg, hè?"
Neef: „Dat gaat nogal, oom. Mijn kamer ligt
op het Westen."
Ingezonden door Liesje Moerman.
Vader tot rokend zoontje: „Je moest je scha
men. Heb je mij op jouw leeftijd wel zien
roken?"
Ingezonden door Suusje de Wekker.
Een jongen moest voor zijn vader een boord
kopen. Jongetje tegen winkelier: „Heeft u ook
een boord voor mijn vader?"
Winkelier: „Ja; zeker net zo een als ik heb?"
Jongetje: „Nee, alstublieft een schone!"
Ingezonden door Peter Westerbeek.
De veelvraat.
Caro, de hond van de familie Smits, is een
erge vraat. Niets eetbaars is veilig voor hem.
„Frits," zegt mevrouw Smits tegen haar
zoontje, „waar is dat stuk taart, dat nog van
gisteren over was?"
„Dat heeft Caro gestolen."
„Zo, en wie heeft hem dan de sleutel van de
kast gegeven?"
Ingezonden door Jan Kooien.
Hoe hij ze vond.
Baron: „Hendrik, ln mijn bureau zijn
Huisknecht: Gigaren, Baron!"
Baron (verbaasd) „Hoe heb Je die gevonden?
Huisknecht: „Uitstekend, Baron".
2—2