BINNENLAND
GEMENGD NIEUWS
LEIDSCH DAGBLAD - Tweede Blad
Hmêm, 25 Augustus 1941
De afspraak in de
Parklaan
Nieuwe besturen der
gemeenten
Rotterdamsche beurs
nadert haar voltooiing
De aangifte van Joodsch
grondbezit
Op bon 33 drie kilogram
aardappelen
De groenteprijzen
Moord op een 19 jarigen
jongeman te Delft
AGENDA
Winterhulp Nederland
FEUILLETON
700RL00PIG NOG GEEN BENOEMING
VAN RAADSLIEDEN.
Uit een brief, in opdracht van den
commissaris-generaal voor bestuur en
justitie door den secretaris-generaal van
binnenlandsche zaken gericht aan de
burgemeesters blijkt, dat het benoemen
van raadslieden der gemeente tot nader
orde achterwege dient te blijven, aldus
lezen we in de Gemeentestem.
Uit dezen brief blijkt voorts nog het vol
gende: De burgemeesters behooren voor-
loopig niet .over te gaan tot het ontslaan
van leden van den gemeenteraad uit hun
functies in bestuursorganen van privaat
rechtelijke lichamen, in welke een gemeente
deelneemt en in bestuursorganen van
rechtspersoonlijkheid bezittende lichamen
of commissies, ingesteld ter behartiging van
de gemeenschappelijke belhngen van twee
of meer gemeenten.
Tot nader order dienen in officieelen
vorm ook geen vorderingen te worden ge
richt tot particulieren om den burgemeester
in bepaalde aangelegenheden, rakend het
bestuur van de gemeente, van raad te
dienen.
De zittende wethouders behooren niet te
worden ontslagen dan nadat het toezicht
houdende orgaan terzake zijn instemming
heeft betuigd.
De nieuwe beurs te Rotterdam, de koop
manstempel met een oppervlakte van 13.000
vierkante meter, nadert thans haar vol
tooiing. Verschillende gedeelten waren reeds
in den loop van het laatste jaar in gebruik
genomen, doch dit geschiedde alles zonder
eenige feestelijkheid. Zoo werden b.v. nog
tijdens de werkzaamheden de groote beurs-
zaal en de veilingzaal in gebruik genomen.
De ais concertzaal bedoelde ruimte is thans
tijdelijk dienstbaar gemaakt aan de cineac
en als zaal voor tooneel en voordrachts
kunst.
Tevens is hier een beurscafé onderge
bracht. De indeeling van het couwwerk van
den inmiddels overleden architect Staal, is
zeer practisch en voldoet ruimschoots aan
hooge eischen. Binnenkort zaï ook een beurs-
klok boven den ingang de beursbezoekers ter
beurze roepen. Het klokketorentje is ver
sierd r.iet vier leeuwen, die door den Rot
terdamschei: beeldhouwer Leendert Bolle
ontworpen en uitgevoerd zijn. In het toren
tje hangen vier kleine en een groote klok.
Op de laatste is een gedicht van Antonie
Donker aangebracht: „Standvastig is het
wisselend getij, weerklinke uit bronzen
borst een forsch geluid Verwachting boven
tij'lijk noodgeschrei, lui' goede tijden in, lui'
slechte uit".
Het Rijkscommissariaat maakt bekend:
Met de aanduiding „Grundstück" in de
Verordening 154/11 van den Rijkscommis
saris voor het bezette Nederlandsche gebied
worden zoowel bebouwde als onbebouwde
terreinen bedoeld. Derhalve valt ook het
huizenbezit onder de genoemde verorde
ning.
De secretaris-generaal van het departe
ment van Landbouw en Visscherlj maakt
onder verwijzing naar hetgeen terzake reeds
is medegedeeld, bekend, dat gedurende het
tijdvak van heden tot en met Zaterdag 30
Augustus de met „33 reserve" gemerkte bon
ONVOLDOENDE MEDEWERKING DER
GROSSIERS.
Van bevoegde zijde werd bij navraag ter
persconferentie verklaard, dat dadelijk ra-
dat de marktprijzen voor groente officieel
vastgesteld waren, een onderzoek werd in
gesteld naar de haperingen, die er in de
distributie bleken te ontstaan.
In de eerste plaats leidde dit tot den
indruk, dat de grossiers in vele gevallen
niet voldoende medewerking betoonden.
Mogelijk ook werkt het veilingssysteem nog
niet geheel waterdicht en wordt buiten de
veiling om tegen hoogere prijzen verkocht,
wat natuurlijk den winkelier en In laatste
instantie de huisvrouw in het gedrang
brengt.
Verder hebben de ongunstige weersom
standigheden een rol' gespeeld. Er kwam
weinig groente aan de markt en dit ver
oorzaakte haperingen.
Het ergste is evenwel, dat sommigen
met een zeer behoorlijke winstmarge
toch geen genoegen nemen. Het moet
ontoelaatbaar worden genoemd, dat de
groenten tegen dergelijke hooge prijzen
worden aangeboden als geschied is.
Vooral de volksgroepen, die het minst
draagkrachtig zijn, kunnen er zoodoen
de niet aankomen. Het staat absoluut
vast, dat ais ieder zich aan de royaal
vastgestelde winstmarges houdt, een
ruime winst voor iederen betrokkene
mogelijk is.
Zijn er klachten, men brenge ze te be-
voegder plaatse, doch kringen in de groen-
tenwereld die objectief denken, verzekeren
dat de richtprijzen behoorlijk zijn. En men
moet er van uitgaan, dat vooral thans in
het groenteseizoen ook "de minst draag-
krachtigen onzer bevolking in de gelegen
heid moeten zijn om van de versche groen
ten te profiteeren en men niet kan door
gaan met ridicule prijzen voor de eenvou
digste groenten te vragen.
TERAARDEBESTELLING LUITENANT-
GENERAAL J. H. CARSTENS.
Op Nieuw Eik en Duinen te Den Haag is
Zaterdagmiddag onder groote belangstelling
teraardebesteld het stoffelijk overschot van
den gep. luitenant-generaal J. H. Carstens,
Tot hen, die den overledene op het kerkhof
de laatste eer kwamen bewijzen, behoorden
o m. de oud-minister van het departement
van defensie, dr. J. C. van Dijk, de gep.
luitenant-generaals A. van Mens. de gep.
generaal-majoors G. J. A. A. baron van
Heemstra, J. .1. Leverland, W. Hackstroh,
U. J. W. Roldanus, D. C. M. André de la
Porto en K. S. Oudendijk, voorts de heer
B. R. P. F. Hasselman, hoofd van het afwik
kelingsbureau van het departement van
defensie en de heer C. P. van Ginkel. oud
secretaris-generaal van het departement
van defensie.
In den stoet kwamen om. mede de gep.
luitenant-generaal Nauta Pieter en de gep.
generaal-majoor A. M. Geesink.
Het was de uitdrukkelijke wensch van
den overledene, dat er niet werd gesproken.
De oudste broer heeft aan de groeve een
kort woord van dank gesproken.
DE OPLEIDING TOT TRICHINE
ONDERZOEKER.
De hoofdinspecteur van de volksgezond
heid heeft bepaald, dat in het jaar 1941 de
opleiding tot trichine-onderzoeker zal ge
schieden in de openbare slachthuizen te
Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Gronin
gen, Utrecht, Eindhoven, Heerlen en En
schedé.
WETTIGING VAN NATUURLIJKE
KINDEREN VAN NEDERLANDSCHE
MILITAIREN.
In het Zaterdag verschenen Verordenin
genblad is opgenomen een besluit van den
secretaris-generaal van het departement
van justitie betreffende wettiging van kin
deren van Nederlandsche militairen.
Hierin wordt bepaald dat een natuurlijk
kind. dat door zijn vader niet erkend is,
niettemin op de wijze, voorzien in artikel
329 van het Burgerlijk Wetboek, kan worden
gewettigd, mits:
1 de vader een Ncderlandsch militair was,
die ten gevolge van krijgsverrichtingen,
welke tusschen 9 en 21 Mei 1940 in Neder
land of België hebben plaats gehad, is
overleden, en
2 de vader voornemens was met de moeder
een huwelijk aan te gaan.
De wettiging heeft dc rechtsgevolgen, be
paald bij artikel 333 van het Burgerlijk
Wetboek.
BURENRUZIE BRACHT HET
AAN DEN DAG.
Daders van inbraken te Wapenveld
en omstreken gepakt.
Dank zij een burenruzie, waarbij beide
partijen ten aanzien van eikaars antece
denten geen blad voor den mond namen,
heeft de politie licht kunnen brengen in
een reeks van inbraken, die den laatsten
tijd te Wapenveld en omgeving gepleegd
zijn in villa's, aldus de Crt.
De plaatselijke politie en de marechaus
see hebben naar aanleiding van hun gege
vens allereerst een onderzoek ingesteld ten
huize van den arbeider J. v. d. B, In diens
woning en in den grond bij het huis werden
verschillende van de inbraken afkomstige
voorwerpen gevonden, zooals fietsbanden,
koffie, thee, chocolade, cacao en jam.
Verder werden nog gearresteerd J. W. H.,
wiens arrestatie men in verband bracht met
de inbraak in de chocoladefabriek te Ernst,
J. R., diens beide zoons en J. N.
Ook bij R. heeft men met succes het ge-
heele erf omgespit, en heel wat gestolen
waar uit den grond gehaald.
H. en v. d. B. bekenden reeds in de cho
coladefabriek te Ernst te hebben ingebroken
BENZINE-DIEFSTAL TE SOEST.
De handel ging over verschillende
schijven.
Uit een opslagplaats in de gemeente Soest
is een groote hoeveelheid benzine gestolen.
van de bonkaart „Diversen" recht geeft op I De handel is over verschillende schij/ven
het koopen van 3 K.G. aardappelen. gegaan en ten slotte kocht de firma B. al
hier 20.000 liter. Hiervan zijn echter slechts
twee vaten afgeleverd. De rest zal vermoe
delijk wel niet volgen, want er is door de
politie een onderzoek ingesteld. Een der
firmanten B. en ook de voerman, die de
benzine vervoerde, zijn reeds verhoord.
De Crt.
ENGELSCHE LUCHTAANVALLEN.
In den nacht van Vrijdag op Zaterdag
vlogen slechts enkele Engelsche vliegtuigen
boven ons land. Door bommen werd aan
2 woonhuizen glasschade teweeggebracht.
Ernstiger was, dat een visschersboot in volle
zee door een Engelsch vliegtuig werd aan
gevallen en binnengaats gesleept is met de
lijken van den visscher en zijn zoon aan
boord, die door bomsplinters gedood waren.
VERGIFT IN HET MEEL.
Het is de gewoonte, dat de landbouwers
die over het zelf verbouwde graan voo\hun
dagelijksch brood mogen beschikken, iede
ren dag een hoeveelheid meel voor dat
brood aan hun bakker geven. Deze week
gebeurde het te Haaften (Geld.), dat een
landbouwer in plaats van het broodmeel
een zakje vergift, hem verstrekt om aard
appelen te bespuiten, aan den bakker gaf.
De bakker bemerkte wel de vergissing, doch
er schijnt toch een hoeveelheid vergift door
het brood gekomen te zijn.
Bij degenen, die het brood genuttigd heb
ben, werden verschijnselen van onpasselijk
heid geconstateerd. Eenige buurtbewoners
moesten zich onder behandeling van een
dokter stellen. Noodlottige gevolgen heeft
deze vergissing gelukkig niet gehad.
TWEE STUDENTEN DE DADERS?
Vrijdagavond ongeveer half acht zag
een jongen een gevulden jutezak drijven
in den nabij de spoorbaan naar Den
Haag gelegen vijver van het Agneta-
park te Delft. De jongen waarschuwde
de politie, die een onderzoek instelde. De
zak bleek het lijk te bevatten van den
19-jarigen H. de Man, wonende aan de
Buitenwatersloot te Delft.
De commissaris van politie te Delft
verzoekt, als verdacht van dezen moord,
opsporing, aanhouding en voorgeleiding
van Jan van Blerkom, zich ook noe
mende Jan Verhagen, geboren te Vlis-
singen op 2 Januari 1918, student te
Delft en van Charles James Courtney
Hugenholtz, geboren in Borculo op 23
Maart 1915, eveneens student te Delft.
Voor dengene, die aanwijzingen kan
geven, welke leiden tot aanhouding en
opsporing van de daders, wordt een be
looning van vijfduizend gulden in uit
zicht gesteld.
Uit het onderzoek is gebleken, dat De
Man, die een opgewekte, levenslustige jon
geman was, op een beestachtige wijze is
vermoord. Laf en onverhoeds' moet hij zijn
neergeslagen. Hij had een vrij open wond
bij de linkerslaap, waardoor ook een mid-
denoorbloeding is ontstaan. Door dezen slag
moet de jonge man zeker het bewustzijn
hebben verloren. Daarna zijn hem beide
beenen bij elkaar gesnoerd en wel op des
kundige wijze met een z.g. zeemansknoop.
Dit laatste is wel zeer typeerend, omdat
een der verdachten, n.l. Hugenholtz, behalve
een bekende roeier ook een bekende zeiler is.
Om het bloed te stelpen heeft men het
slachtoffer kleeren om het hoofd gewonden,
daarna.de handen over de borst gelegd en
een jutezak tot aan het middel over het
hoofd getrokken. Tevoren was hem nog een
omstreeks vijf kilo zware steen om den
hals gebonden. Het touw was eveneens met
een zeemansknoop aan den steen bevestigd.
De politie is overtuigd, dat de moord bin
nenshuis in de buurt van het Agnetapark
heeft plaats gehad. Het touw, waarmee de
vermoorde gebonden was, was n.l. geheel
schoon, hetgeen uiteraard niet het geval
zou zijn, wanneer de moord in deze regen
achtige periode buiten zou zijn gepleegd. Na
den moord moet het slachtoffer naar den
vijver zijn gedragen en daarin zijn ge
worpen.
Dat de moord werd gepleegd in den nacht
van 14 op 15 Augustus wordt afgeleid uit
den toestand, waarin het lijk verkeerde en
uit het feit, dat een der verdachten na 15
en de andere na 13 Augustus niet meer in
Delft is gezien. Bovendien heeft de ver
moorde op 14 Augustus des avonds om acht
uur zijn woning verlaten en is hij daarin
niet teruggekeerd. Het slachtoffer was oor
spronkelijk bankwerker van beroep, diende
daarna bijl de marine, was eenigen tijd
telefonist bij den evacuatiedienst en was
sedert een half jaar zonder werk.
De politie deelde mede, dat het hier
geen politieken moord betreft. De be
weegredenen zijn echter onbekend, maar
de politie is overtuigd, dat de beide stu
denten, wier opsporing is verzocht, de
daders zijn.
Het signalement van J. van Blerkom
luidt: lengte 1.75 a 1.80 meter, vrij
schraal postuur, donkerblond kort ge
knipt haar, donkerblonde wenkbrauwen,
bijzonder bruine gelaatskleur, blauwe
oogen, stevigen neus. Hij loopt met
eenigszins groote passen.
Het signalement van J. C. J. Hugen
holtz luidt: lengte 1.90 meter, vrij breed
postuur, lichtblond haar, gezonde ge
laatskleur, blauwe oogen, gave tanden.
Bij het onderzoek is komen vast te staan,
dat de verdachte J. C. J. Hugenholtz op
Zaterdag j.l. om ongeveer 18.15 uur, zijn
tijdelijke verblijfplaats te Voorburg heeft
verlaten en per fiets naar onbekende be
stemming is vertrokken. Hij was toen ge
kleed in een effen grijs costuum met don
kere streep, en had een vrij smengen grijzen
deukhoed op. Voorts bleek het, dat hij heeft
HEDEN
Haarlemmerstraat 48a: Bijbellezing o.l.v. den
heer Bartclmeyer. 8 uur nam.
Hooglandsche Kerk:
ma. 8 1/4 uur.
Orgelconcert. Felke As-
Dinsdag.
Jeruèl: BUbelbespreking te 7% uur nam.
Schouwburg: „Mooie Juultje van Volendam".
V/s uur nam.
Stationsweg 12: Aandeelhoudersverg. N. V.
Leidsche Duinwatermij. 11% uur voorm,
DAGELIJKS
Pieterskerkgracht 9: Tentoonstelling Ars
Aemula Naturae, 10—17 uur (tot 1 September).
ÖIUSCOFEN
r 18 Jaar: 14 laar: alle leef*\Jden
Luxor-theater: „De kribbebbter" I
uageujx* ti:-.m i en b u n aondag 2—7 uur
doorl voorsrelltng
Lido-theater: „Monika"
Dagelijks «jö uur nam.; 's Zondags te 21/4,
4.30 en 8 1/4 u Wgcnsdas en Zaterdag ma
tinee 2 30 uur
Trianon-theater: „Huwelijk szwendelaar t
Dagenjks i en d uur Zondags van Z6.30
uur doorl voorstelling
Casino-theater: „Was ik maar nooit getrouwd" t
Dagelijks 8 uur Woensdag en Zaterdag ook
2% uur Zondag? te 2 en 8 uur nam
Rex-theater: „Het dolende hart" t
DageiUks 2 en 8 uur nam Zundag 2—6% uur
doorl voorstelling
Nova-theater (Katwijk-aan-Zee)Nam. 8 uur,
„Geprolongeerde echtgenoot" (Zondags ge
sloten).
De avond-, nacht en Zondagsdienst der
apotheken te Leiden wordt van Zaterdag 23
Augustus 20 uur tot Zaterdag 30 Augustus 8 uur
waargenomen door: de Apotheek „Tot Hulp der
Menschheld", Hooigracht 48, Tel. 21060; de
Doeza-Apotheek, Doezastraat 31, Tel. 21313.
Te Oegstgeest door: de Oegstgeesteche
Apotheek, Wilhelmtnapark 8, Tel. 26274.
LUCHTTEMPERATUUR.
9 uur voorm.: 15 gr. C. (59 gr. F.).
WATERTEMPERATUUR.
Zweminrichting ,De ZU1"
12 uur 'smidd.: 18 gr. C.
Gironummer van de W. H.N.
5553.
De Bank van de W.H.N. ls Kas-
vereeniging N. V. Amsterdam.
Postgironummer
8 77.
Stort op 5553 of 877.
Ge brengt gelok in veler leven.
vergeten zijn distributiebescheiden mede te
nemen. Met het oog hierop zou de politie er
prijs op stellen indien zij werd gewaar
schuwd, wanneer een met het signalement
overeenkomend persoon tracht levensmid
delen enz. zonder bonnen te verkrijgen.
VAN DE DERDE VERDIEPING
GEVALLEN.
Kind bleef ongedeerd.
Tot groote ontsteltenis van de omwonen
den is gistermiddag te ongeveer half vijf
een 2-jarig jongetje, dat in een woning aan
de 3e Oosterparkstraat te Amsterdam voor
het open raam op de derde verdieping zat,
naar beneden gevallen. Iedereen dacht be
neden slechts het kind dood te zullen aan
treffen, doch wonder boven wonder bleek
de kleine geen letsel van beteekenis te heb
ben gekregen. Niettemin heeft de Geneesk.
Dienst het kindje naar het O.L.V. Gasthuis
gebracht, waar het voorloopig ter observatie
is opgenomen.
CRIMINEELE ROMAN
door
JAN DOMANS
(17
Argeloos vertelde „Blonde Marie" dit
alles aan haar nieuwen vriend, dien zij
rekende tot het gilde te behooren.
Wat gelukkig, dacht Ferd, dat Paul en
hij de locale sfeer zoo goed hadden weten
te treffen, omdat hij anders niets te weten
gekomen zou zijn. Maar tegelijkertijd be
dacht hij ook, dat de vrouw naast hem
een domheid beging en dat haar groot ge
vaar dreigde, als de rooftocht door hun
toedoen aan het licht zou worden gebracht
en het uitkwam welk een groot aandeel
„Blonde Marie" daarin had.
Een reden temeer om haar later uit
deze omgeving weg te halen. t
Zwarte Karei zelf was bij het drinkge
lag waarmede het welslagen van den roof
overval gevierd werd, niet tegenwoordig
geweest. Als hij er geweest was, zou „Man
ke Nelis" het wel uit zijn hoofd gelaten
hebben om te vertellen hoeveel de buit
bedragen had. 'want voor den Hoofdman
waren ze allen bang als de dood,
Zwarte Karei werd door deze lieen, die
voor niemand vrees koesterden, maar
uiterst bijgeloovig waren, als een soort
toovenaar beschouwd, die met zijn oogen
allen naar zijn wil kon dwingen.
Ferd veronderstelde, toen hij dit vernam,
dat hij over een hypnotische macht be
schikte, die hem ook zijn overwicht op An
nette bezorgd had. Hij gaf zijn gezellin
voorzichtig te kennen, dat hij wel eens
kennis wilde maken met dezen geweldige,
maar zij keek hem verschrikt aan.
Het zou je ongeluk zijn, zei ze. Allen,
die met hem in aanraking komen, zijn ver
loren.
Ferd haalde ongeloovig zijn schouders op.
Hoe zoo dan? wilde hij weten.
Hij brengt ze in zijn macht, zoodat
het zijn willooze slachtoffers zijn, waar hij
mee doet, wat hij wil en den een of anderen
dag stort hij ze in het ongeluk.
Maar Ferd toonde zich koppig.
En toch wilde ik wel eens naar zijn
hoofdkwartier toe, al was het alleen maar
om eens te zien, waar dat monster woont.
Och, doe dat niet, smeekte ze Ferd
met een klank in haar toon die hem trof.
Ben je mal! Hij doet me niets; ik ben
er toch zelf bij en als het een mensch van
vleesch en bloed is, ben ik voor niemand
bang, snoefde Ferd. Kom, we gaan erheen!
Blonde Marie zag wel in, dat hij zich
toch niet liet weerhouden en gaf haar te
genstribbelen op met een schouderophalen,
alsof ze wilde zeggen: Nu, dan moet je het
zelf maar weten.
Ferd wenkte Paul, die in druk gesprek
was geraakt met een vriendin van Marie,
die hem nu bij een arm greep en samen
met hem op Ferd's tafeltje afkwam.
Kom, maat, zei Ferd, we stappen es
op en nemen de dames mee. Ik weet een
plekje waar het nog veel gezelliger is in
een allerprettigst gezelschap. Een oogen-
blik later begaven de vier zich naar het hol
van den leeuw, het hoofdkwartier van
Zwarte Karei aan het Kolkje.
Dit hoofdkwartier bleek een luguber lo-
gementje te zijn. genaamd „In den sultan
van Turkije". De beide vrienden voelden
een diepe walging in zich opkomen bij het
aanschouwen van het hier aanwezige
trieste gezelschap, dat tot de alleronderste
lagenvan de Amsterdamsche samenleving
behoorde.
Men ademde hier eerst recht ln de zwoele
atmosfeer der misdaad. Die kerels waren
stuk voor stuk in staat een medemensch
te vermoorden.
Ferd en Paul drongen echter hun af
schuw terug en deden zich voor alsof zij
nooit in. een andere omgeving dan deze
verkeerd hadden. Zij speelden hun gevaar
lijk spel met waar meesterschap. Maar zij
wisten, dat het hun dood kon beteekenen
als zij ook maar één oogenbllk uit hun rol
vielenHun gezellinnen hielpen hen
trouwens prachtig over het critieke mo
ment van het binnenkomen heen.
Zij trokken haar begeleiders bij een ta
feltje, waar nog eenige plaatsen onbezet
waren. Kennis maken was onnoodig; vrien
den van Blonde Marie en Belze Anna
(Paul's „dame") werden geaccepteerd zon
der naar hun naam en afkomst te vragen
en een rondje deed de rest.
De stemming was op dit uur, het was
bijna middernacht, het hoogtepunt gena
derd. Het rijkelijk geconsumeerde gerste
nat begon zijn uitwerking ,te krijgen. Het
gelukte Ferd dan ook vrij spoedig het ge
sprek te brengen op het thema, dat allen
aanwezigen na aan het hart lag, roof en
plundering.
De blufverhalen weïden hier nog een
graadje meer aangedikt dan in het vorige
kroegje, zooals alles hier een graadje erger
was.
Het hoofdonderwferp, en dit was Ferd en
Paul niet onaangenaam, vormde het geval
van Daelen. De meeningen waren hierover
nogal verdeeld. Over het algemeen vond
men het onvoorzichtig, dat de bankier
neergeslagen was en de ongelukkige toe
valligheid van het brandje werd oprecht
betreurd. De les, die er uit getrokken werd,
was: je kunt nooit voorzichtig genoeg zijn!
Eén van het gezelschap, een onguur
twpe, dat tot alles in staat scheen, voerde
oen boventoon. En de anderen erkenden
in dit speciale geval zijn meerderheid, want
hij was er persoonlijk bij betrokken ge
weest. Het was Manke Nelis, lid van de
bende van Zwarte Karei. Het was maar
goed voor hem, dat zijn chef niet aanwezig
was, want anders had hij wel eens een lee-
lijken tik over de vingers kunnen krijgen.
Hij was een snoever eerste klasse. Hij was
zóó onvoorzichtig in zijn zucht om groot
te doen, dat het Ferd verwonderde hoe Ka-
rel zoo iemand in zijn gezelschap kon dul
den. Vermoedelijk was hij specialist in één
of ander onderdeel van „het vak" en kon
Zwarte Karei hem daarom niet missen.
Van Blonde Marie vernam hij, dat zijn
veronderstelling juist was. Niemand kon
zoo bekwaam als Manke Nelis een brand
kast openbreken. Maar ook niemand was
zoo gevaarlijk, want als hij dronken was,
flapte hij er alles uit. Karei liet hem dan
ook zelden alleen, maar die was al een
paar dagen weg, op zoek naar een meisje,
dat hem verraden had. Hij zocht Annette,
begrepen Ferd en Paul in plotselingen
angst. Voorzichtig informeerde Paul wat
dat voor een meisje was.... Niemand kon
het hun vertellen, het was er geen van den
Zeedijk. Karei werd vanavond terugver
wacht, maar hy was nog niet teruggeko
men, vertelde Manke Nelis.
Nauwelijks had hij het gezegd of de deur
ging open en in de opening stond Zwarte
Karei, de koning van de Amsterdamsche
onderwereld, groot en machtig, terwijl het
geroezemoes verstomde in eerbiedig ont
zag voor den leider.
Even stond hij onbeweeglijk, genietend
van Óen indruk, dien zijn verschijnen
maakte. Toen kam hij, met een onverschil
ligen groet naderbij en onmiddellijk voe
lend, dat Manke Nelis weer te loslippig was
geweest, kwam hij op het tafeltje af, waar
aan ook Ferd en Paul gezeten waren.
Manke Nelis kromp onder zijn strakken
blik ineen, schuldbewust.
Ben je weer aan het doorslaan ge
weest schurk bromde Karei en toen met
een donkeren blik op de beide vreemde
lingen: „Wie zijn dat"
Ja, wie waren ze?
Niemand, die het wist, want naar hun
namen was niet gevraagd.
Blonde Marie redde de situatie.
Vrienden van mij en Belze Anna.
Zwarte Karei deed of hij met deze vage
verklaring genoegen nam, maar een flik
kering in zijn oogen bewees Ferd en Paul,
dat hij hen nog niet vertrouwde en dat zij
op hun hoede moesten zijn. Deze man
stond intellectueel ver boven het andere
rapalje. Dat bemerkte men dadelijk. Zijn
krachtige persoonlijkheid zou zich doen
gelden in ieder milieu en vooral onder dit
blufferig boe ven volk je, dat onder krachtige
leiding zich tot alles gebruiken liet.
Karei dankte zijn bijnaam aan zijn dicht
ravenzwart haai* en hij zou bepaald een
knap type zijn geweest als zijn gelaat niet
werd ontsierd door twee diepe groeven, die
van de neusvleugels omlaag liepen en een
norsche, ontevreden uitdrukking aan zijn
gezicht gaven. Daarbij keek hij zoo somber
uit zijn donkere oogen, dat men niet naar
een meer intieme kennismaking met hem
verlangde Vrienden had Zwarte Karei dan
ook niet, maar wel werd hij gevreesd, om
dat zijn krachtige wil zich wist 'te doen
gelden, als het moest met geweld.
(Nadruk verboden) (Wordt vervolgd)
i
2—2