BINNENLAND GEMENGD NIEUWS LEIDSCH DAGBLAD - Tweede Blad Hmêm, 25 Augustus 1941 De afspraak in de Parklaan Nieuwe besturen der gemeenten Rotterdamsche beurs nadert haar voltooiing De aangifte van Joodsch grondbezit Op bon 33 drie kilogram aardappelen De groenteprijzen Moord op een 19 jarigen jongeman te Delft AGENDA Winterhulp Nederland FEUILLETON 700RL00PIG NOG GEEN BENOEMING VAN RAADSLIEDEN. Uit een brief, in opdracht van den commissaris-generaal voor bestuur en justitie door den secretaris-generaal van binnenlandsche zaken gericht aan de burgemeesters blijkt, dat het benoemen van raadslieden der gemeente tot nader orde achterwege dient te blijven, aldus lezen we in de Gemeentestem. Uit dezen brief blijkt voorts nog het vol gende: De burgemeesters behooren voor- loopig niet .over te gaan tot het ontslaan van leden van den gemeenteraad uit hun functies in bestuursorganen van privaat rechtelijke lichamen, in welke een gemeente deelneemt en in bestuursorganen van rechtspersoonlijkheid bezittende lichamen of commissies, ingesteld ter behartiging van de gemeenschappelijke belhngen van twee of meer gemeenten. Tot nader order dienen in officieelen vorm ook geen vorderingen te worden ge richt tot particulieren om den burgemeester in bepaalde aangelegenheden, rakend het bestuur van de gemeente, van raad te dienen. De zittende wethouders behooren niet te worden ontslagen dan nadat het toezicht houdende orgaan terzake zijn instemming heeft betuigd. De nieuwe beurs te Rotterdam, de koop manstempel met een oppervlakte van 13.000 vierkante meter, nadert thans haar vol tooiing. Verschillende gedeelten waren reeds in den loop van het laatste jaar in gebruik genomen, doch dit geschiedde alles zonder eenige feestelijkheid. Zoo werden b.v. nog tijdens de werkzaamheden de groote beurs- zaal en de veilingzaal in gebruik genomen. De ais concertzaal bedoelde ruimte is thans tijdelijk dienstbaar gemaakt aan de cineac en als zaal voor tooneel en voordrachts kunst. Tevens is hier een beurscafé onderge bracht. De indeeling van het couwwerk van den inmiddels overleden architect Staal, is zeer practisch en voldoet ruimschoots aan hooge eischen. Binnenkort zaï ook een beurs- klok boven den ingang de beursbezoekers ter beurze roepen. Het klokketorentje is ver sierd r.iet vier leeuwen, die door den Rot terdamschei: beeldhouwer Leendert Bolle ontworpen en uitgevoerd zijn. In het toren tje hangen vier kleine en een groote klok. Op de laatste is een gedicht van Antonie Donker aangebracht: „Standvastig is het wisselend getij, weerklinke uit bronzen borst een forsch geluid Verwachting boven tij'lijk noodgeschrei, lui' goede tijden in, lui' slechte uit". Het Rijkscommissariaat maakt bekend: Met de aanduiding „Grundstück" in de Verordening 154/11 van den Rijkscommis saris voor het bezette Nederlandsche gebied worden zoowel bebouwde als onbebouwde terreinen bedoeld. Derhalve valt ook het huizenbezit onder de genoemde verorde ning. De secretaris-generaal van het departe ment van Landbouw en Visscherlj maakt onder verwijzing naar hetgeen terzake reeds is medegedeeld, bekend, dat gedurende het tijdvak van heden tot en met Zaterdag 30 Augustus de met „33 reserve" gemerkte bon ONVOLDOENDE MEDEWERKING DER GROSSIERS. Van bevoegde zijde werd bij navraag ter persconferentie verklaard, dat dadelijk ra- dat de marktprijzen voor groente officieel vastgesteld waren, een onderzoek werd in gesteld naar de haperingen, die er in de distributie bleken te ontstaan. In de eerste plaats leidde dit tot den indruk, dat de grossiers in vele gevallen niet voldoende medewerking betoonden. Mogelijk ook werkt het veilingssysteem nog niet geheel waterdicht en wordt buiten de veiling om tegen hoogere prijzen verkocht, wat natuurlijk den winkelier en In laatste instantie de huisvrouw in het gedrang brengt. Verder hebben de ongunstige weersom standigheden een rol' gespeeld. Er kwam weinig groente aan de markt en dit ver oorzaakte haperingen. Het ergste is evenwel, dat sommigen met een zeer behoorlijke winstmarge toch geen genoegen nemen. Het moet ontoelaatbaar worden genoemd, dat de groenten tegen dergelijke hooge prijzen worden aangeboden als geschied is. Vooral de volksgroepen, die het minst draagkrachtig zijn, kunnen er zoodoen de niet aankomen. Het staat absoluut vast, dat ais ieder zich aan de royaal vastgestelde winstmarges houdt, een ruime winst voor iederen betrokkene mogelijk is. Zijn er klachten, men brenge ze te be- voegder plaatse, doch kringen in de groen- tenwereld die objectief denken, verzekeren dat de richtprijzen behoorlijk zijn. En men moet er van uitgaan, dat vooral thans in het groenteseizoen ook "de minst draag- krachtigen onzer bevolking in de gelegen heid moeten zijn om van de versche groen ten te profiteeren en men niet kan door gaan met ridicule prijzen voor de eenvou digste groenten te vragen. TERAARDEBESTELLING LUITENANT- GENERAAL J. H. CARSTENS. Op Nieuw Eik en Duinen te Den Haag is Zaterdagmiddag onder groote belangstelling teraardebesteld het stoffelijk overschot van den gep. luitenant-generaal J. H. Carstens, Tot hen, die den overledene op het kerkhof de laatste eer kwamen bewijzen, behoorden o m. de oud-minister van het departement van defensie, dr. J. C. van Dijk, de gep. luitenant-generaals A. van Mens. de gep. generaal-majoors G. J. A. A. baron van Heemstra, J. .1. Leverland, W. Hackstroh, U. J. W. Roldanus, D. C. M. André de la Porto en K. S. Oudendijk, voorts de heer B. R. P. F. Hasselman, hoofd van het afwik kelingsbureau van het departement van defensie en de heer C. P. van Ginkel. oud secretaris-generaal van het departement van defensie. In den stoet kwamen om. mede de gep. luitenant-generaal Nauta Pieter en de gep. generaal-majoor A. M. Geesink. Het was de uitdrukkelijke wensch van den overledene, dat er niet werd gesproken. De oudste broer heeft aan de groeve een kort woord van dank gesproken. DE OPLEIDING TOT TRICHINE ONDERZOEKER. De hoofdinspecteur van de volksgezond heid heeft bepaald, dat in het jaar 1941 de opleiding tot trichine-onderzoeker zal ge schieden in de openbare slachthuizen te Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Gronin gen, Utrecht, Eindhoven, Heerlen en En schedé. WETTIGING VAN NATUURLIJKE KINDEREN VAN NEDERLANDSCHE MILITAIREN. In het Zaterdag verschenen Verordenin genblad is opgenomen een besluit van den secretaris-generaal van het departement van justitie betreffende wettiging van kin deren van Nederlandsche militairen. Hierin wordt bepaald dat een natuurlijk kind. dat door zijn vader niet erkend is, niettemin op de wijze, voorzien in artikel 329 van het Burgerlijk Wetboek, kan worden gewettigd, mits: 1 de vader een Ncderlandsch militair was, die ten gevolge van krijgsverrichtingen, welke tusschen 9 en 21 Mei 1940 in Neder land of België hebben plaats gehad, is overleden, en 2 de vader voornemens was met de moeder een huwelijk aan te gaan. De wettiging heeft dc rechtsgevolgen, be paald bij artikel 333 van het Burgerlijk Wetboek. BURENRUZIE BRACHT HET AAN DEN DAG. Daders van inbraken te Wapenveld en omstreken gepakt. Dank zij een burenruzie, waarbij beide partijen ten aanzien van eikaars antece denten geen blad voor den mond namen, heeft de politie licht kunnen brengen in een reeks van inbraken, die den laatsten tijd te Wapenveld en omgeving gepleegd zijn in villa's, aldus de Crt. De plaatselijke politie en de marechaus see hebben naar aanleiding van hun gege vens allereerst een onderzoek ingesteld ten huize van den arbeider J. v. d. B, In diens woning en in den grond bij het huis werden verschillende van de inbraken afkomstige voorwerpen gevonden, zooals fietsbanden, koffie, thee, chocolade, cacao en jam. Verder werden nog gearresteerd J. W. H., wiens arrestatie men in verband bracht met de inbraak in de chocoladefabriek te Ernst, J. R., diens beide zoons en J. N. Ook bij R. heeft men met succes het ge- heele erf omgespit, en heel wat gestolen waar uit den grond gehaald. H. en v. d. B. bekenden reeds in de cho coladefabriek te Ernst te hebben ingebroken BENZINE-DIEFSTAL TE SOEST. De handel ging over verschillende schijven. Uit een opslagplaats in de gemeente Soest is een groote hoeveelheid benzine gestolen. van de bonkaart „Diversen" recht geeft op I De handel is over verschillende schij/ven het koopen van 3 K.G. aardappelen. gegaan en ten slotte kocht de firma B. al hier 20.000 liter. Hiervan zijn echter slechts twee vaten afgeleverd. De rest zal vermoe delijk wel niet volgen, want er is door de politie een onderzoek ingesteld. Een der firmanten B. en ook de voerman, die de benzine vervoerde, zijn reeds verhoord. De Crt. ENGELSCHE LUCHTAANVALLEN. In den nacht van Vrijdag op Zaterdag vlogen slechts enkele Engelsche vliegtuigen boven ons land. Door bommen werd aan 2 woonhuizen glasschade teweeggebracht. Ernstiger was, dat een visschersboot in volle zee door een Engelsch vliegtuig werd aan gevallen en binnengaats gesleept is met de lijken van den visscher en zijn zoon aan boord, die door bomsplinters gedood waren. VERGIFT IN HET MEEL. Het is de gewoonte, dat de landbouwers die over het zelf verbouwde graan voo\hun dagelijksch brood mogen beschikken, iede ren dag een hoeveelheid meel voor dat brood aan hun bakker geven. Deze week gebeurde het te Haaften (Geld.), dat een landbouwer in plaats van het broodmeel een zakje vergift, hem verstrekt om aard appelen te bespuiten, aan den bakker gaf. De bakker bemerkte wel de vergissing, doch er schijnt toch een hoeveelheid vergift door het brood gekomen te zijn. Bij degenen, die het brood genuttigd heb ben, werden verschijnselen van onpasselijk heid geconstateerd. Eenige buurtbewoners moesten zich onder behandeling van een dokter stellen. Noodlottige gevolgen heeft deze vergissing gelukkig niet gehad. TWEE STUDENTEN DE DADERS? Vrijdagavond ongeveer half acht zag een jongen een gevulden jutezak drijven in den nabij de spoorbaan naar Den Haag gelegen vijver van het Agneta- park te Delft. De jongen waarschuwde de politie, die een onderzoek instelde. De zak bleek het lijk te bevatten van den 19-jarigen H. de Man, wonende aan de Buitenwatersloot te Delft. De commissaris van politie te Delft verzoekt, als verdacht van dezen moord, opsporing, aanhouding en voorgeleiding van Jan van Blerkom, zich ook noe mende Jan Verhagen, geboren te Vlis- singen op 2 Januari 1918, student te Delft en van Charles James Courtney Hugenholtz, geboren in Borculo op 23 Maart 1915, eveneens student te Delft. Voor dengene, die aanwijzingen kan geven, welke leiden tot aanhouding en opsporing van de daders, wordt een be looning van vijfduizend gulden in uit zicht gesteld. Uit het onderzoek is gebleken, dat De Man, die een opgewekte, levenslustige jon geman was, op een beestachtige wijze is vermoord. Laf en onverhoeds' moet hij zijn neergeslagen. Hij had een vrij open wond bij de linkerslaap, waardoor ook een mid- denoorbloeding is ontstaan. Door dezen slag moet de jonge man zeker het bewustzijn hebben verloren. Daarna zijn hem beide beenen bij elkaar gesnoerd en wel op des kundige wijze met een z.g. zeemansknoop. Dit laatste is wel zeer typeerend, omdat een der verdachten, n.l. Hugenholtz, behalve een bekende roeier ook een bekende zeiler is. Om het bloed te stelpen heeft men het slachtoffer kleeren om het hoofd gewonden, daarna.de handen over de borst gelegd en een jutezak tot aan het middel over het hoofd getrokken. Tevoren was hem nog een omstreeks vijf kilo zware steen om den hals gebonden. Het touw was eveneens met een zeemansknoop aan den steen bevestigd. De politie is overtuigd, dat de moord bin nenshuis in de buurt van het Agnetapark heeft plaats gehad. Het touw, waarmee de vermoorde gebonden was, was n.l. geheel schoon, hetgeen uiteraard niet het geval zou zijn, wanneer de moord in deze regen achtige periode buiten zou zijn gepleegd. Na den moord moet het slachtoffer naar den vijver zijn gedragen en daarin zijn ge worpen. Dat de moord werd gepleegd in den nacht van 14 op 15 Augustus wordt afgeleid uit den toestand, waarin het lijk verkeerde en uit het feit, dat een der verdachten na 15 en de andere na 13 Augustus niet meer in Delft is gezien. Bovendien heeft de ver moorde op 14 Augustus des avonds om acht uur zijn woning verlaten en is hij daarin niet teruggekeerd. Het slachtoffer was oor spronkelijk bankwerker van beroep, diende daarna bijl de marine, was eenigen tijd telefonist bij den evacuatiedienst en was sedert een half jaar zonder werk. De politie deelde mede, dat het hier geen politieken moord betreft. De be weegredenen zijn echter onbekend, maar de politie is overtuigd, dat de beide stu denten, wier opsporing is verzocht, de daders zijn. Het signalement van J. van Blerkom luidt: lengte 1.75 a 1.80 meter, vrij schraal postuur, donkerblond kort ge knipt haar, donkerblonde wenkbrauwen, bijzonder bruine gelaatskleur, blauwe oogen, stevigen neus. Hij loopt met eenigszins groote passen. Het signalement van J. C. J. Hugen holtz luidt: lengte 1.90 meter, vrij breed postuur, lichtblond haar, gezonde ge laatskleur, blauwe oogen, gave tanden. Bij het onderzoek is komen vast te staan, dat de verdachte J. C. J. Hugenholtz op Zaterdag j.l. om ongeveer 18.15 uur, zijn tijdelijke verblijfplaats te Voorburg heeft verlaten en per fiets naar onbekende be stemming is vertrokken. Hij was toen ge kleed in een effen grijs costuum met don kere streep, en had een vrij smengen grijzen deukhoed op. Voorts bleek het, dat hij heeft HEDEN Haarlemmerstraat 48a: Bijbellezing o.l.v. den heer Bartclmeyer. 8 uur nam. Hooglandsche Kerk: ma. 8 1/4 uur. Orgelconcert. Felke As- Dinsdag. Jeruèl: BUbelbespreking te 7% uur nam. Schouwburg: „Mooie Juultje van Volendam". V/s uur nam. Stationsweg 12: Aandeelhoudersverg. N. V. Leidsche Duinwatermij. 11% uur voorm, DAGELIJKS Pieterskerkgracht 9: Tentoonstelling Ars Aemula Naturae, 10—17 uur (tot 1 September). ÖIUSCOFEN r 18 Jaar: 14 laar: alle leef*\Jden Luxor-theater: „De kribbebbter" I uageujx* ti:-.m i en b u n aondag 2—7 uur doorl voorsrelltng Lido-theater: „Monika" Dagelijks «jö uur nam.; 's Zondags te 21/4, 4.30 en 8 1/4 u Wgcnsdas en Zaterdag ma tinee 2 30 uur Trianon-theater: „Huwelijk szwendelaar t Dagenjks i en d uur Zondags van Z6.30 uur doorl voorstelling Casino-theater: „Was ik maar nooit getrouwd" t Dagelijks 8 uur Woensdag en Zaterdag ook 2% uur Zondag? te 2 en 8 uur nam Rex-theater: „Het dolende hart" t DageiUks 2 en 8 uur nam Zundag 2—6% uur doorl voorstelling Nova-theater (Katwijk-aan-Zee)Nam. 8 uur, „Geprolongeerde echtgenoot" (Zondags ge sloten). De avond-, nacht en Zondagsdienst der apotheken te Leiden wordt van Zaterdag 23 Augustus 20 uur tot Zaterdag 30 Augustus 8 uur waargenomen door: de Apotheek „Tot Hulp der Menschheld", Hooigracht 48, Tel. 21060; de Doeza-Apotheek, Doezastraat 31, Tel. 21313. Te Oegstgeest door: de Oegstgeesteche Apotheek, Wilhelmtnapark 8, Tel. 26274. LUCHTTEMPERATUUR. 9 uur voorm.: 15 gr. C. (59 gr. F.). WATERTEMPERATUUR. Zweminrichting ,De ZU1" 12 uur 'smidd.: 18 gr. C. Gironummer van de W. H.N. 5553. De Bank van de W.H.N. ls Kas- vereeniging N. V. Amsterdam. Postgironummer 8 77. Stort op 5553 of 877. Ge brengt gelok in veler leven. vergeten zijn distributiebescheiden mede te nemen. Met het oog hierop zou de politie er prijs op stellen indien zij werd gewaar schuwd, wanneer een met het signalement overeenkomend persoon tracht levensmid delen enz. zonder bonnen te verkrijgen. VAN DE DERDE VERDIEPING GEVALLEN. Kind bleef ongedeerd. Tot groote ontsteltenis van de omwonen den is gistermiddag te ongeveer half vijf een 2-jarig jongetje, dat in een woning aan de 3e Oosterparkstraat te Amsterdam voor het open raam op de derde verdieping zat, naar beneden gevallen. Iedereen dacht be neden slechts het kind dood te zullen aan treffen, doch wonder boven wonder bleek de kleine geen letsel van beteekenis te heb ben gekregen. Niettemin heeft de Geneesk. Dienst het kindje naar het O.L.V. Gasthuis gebracht, waar het voorloopig ter observatie is opgenomen. CRIMINEELE ROMAN door JAN DOMANS (17 Argeloos vertelde „Blonde Marie" dit alles aan haar nieuwen vriend, dien zij rekende tot het gilde te behooren. Wat gelukkig, dacht Ferd, dat Paul en hij de locale sfeer zoo goed hadden weten te treffen, omdat hij anders niets te weten gekomen zou zijn. Maar tegelijkertijd be dacht hij ook, dat de vrouw naast hem een domheid beging en dat haar groot ge vaar dreigde, als de rooftocht door hun toedoen aan het licht zou worden gebracht en het uitkwam welk een groot aandeel „Blonde Marie" daarin had. Een reden temeer om haar later uit deze omgeving weg te halen. t Zwarte Karei zelf was bij het drinkge lag waarmede het welslagen van den roof overval gevierd werd, niet tegenwoordig geweest. Als hij er geweest was, zou „Man ke Nelis" het wel uit zijn hoofd gelaten hebben om te vertellen hoeveel de buit bedragen had. 'want voor den Hoofdman waren ze allen bang als de dood, Zwarte Karei werd door deze lieen, die voor niemand vrees koesterden, maar uiterst bijgeloovig waren, als een soort toovenaar beschouwd, die met zijn oogen allen naar zijn wil kon dwingen. Ferd veronderstelde, toen hij dit vernam, dat hij over een hypnotische macht be schikte, die hem ook zijn overwicht op An nette bezorgd had. Hij gaf zijn gezellin voorzichtig te kennen, dat hij wel eens kennis wilde maken met dezen geweldige, maar zij keek hem verschrikt aan. Het zou je ongeluk zijn, zei ze. Allen, die met hem in aanraking komen, zijn ver loren. Ferd haalde ongeloovig zijn schouders op. Hoe zoo dan? wilde hij weten. Hij brengt ze in zijn macht, zoodat het zijn willooze slachtoffers zijn, waar hij mee doet, wat hij wil en den een of anderen dag stort hij ze in het ongeluk. Maar Ferd toonde zich koppig. En toch wilde ik wel eens naar zijn hoofdkwartier toe, al was het alleen maar om eens te zien, waar dat monster woont. Och, doe dat niet, smeekte ze Ferd met een klank in haar toon die hem trof. Ben je mal! Hij doet me niets; ik ben er toch zelf bij en als het een mensch van vleesch en bloed is, ben ik voor niemand bang, snoefde Ferd. Kom, we gaan erheen! Blonde Marie zag wel in, dat hij zich toch niet liet weerhouden en gaf haar te genstribbelen op met een schouderophalen, alsof ze wilde zeggen: Nu, dan moet je het zelf maar weten. Ferd wenkte Paul, die in druk gesprek was geraakt met een vriendin van Marie, die hem nu bij een arm greep en samen met hem op Ferd's tafeltje afkwam. Kom, maat, zei Ferd, we stappen es op en nemen de dames mee. Ik weet een plekje waar het nog veel gezelliger is in een allerprettigst gezelschap. Een oogen- blik later begaven de vier zich naar het hol van den leeuw, het hoofdkwartier van Zwarte Karei aan het Kolkje. Dit hoofdkwartier bleek een luguber lo- gementje te zijn. genaamd „In den sultan van Turkije". De beide vrienden voelden een diepe walging in zich opkomen bij het aanschouwen van het hier aanwezige trieste gezelschap, dat tot de alleronderste lagenvan de Amsterdamsche samenleving behoorde. Men ademde hier eerst recht ln de zwoele atmosfeer der misdaad. Die kerels waren stuk voor stuk in staat een medemensch te vermoorden. Ferd en Paul drongen echter hun af schuw terug en deden zich voor alsof zij nooit in. een andere omgeving dan deze verkeerd hadden. Zij speelden hun gevaar lijk spel met waar meesterschap. Maar zij wisten, dat het hun dood kon beteekenen als zij ook maar één oogenbllk uit hun rol vielenHun gezellinnen hielpen hen trouwens prachtig over het critieke mo ment van het binnenkomen heen. Zij trokken haar begeleiders bij een ta feltje, waar nog eenige plaatsen onbezet waren. Kennis maken was onnoodig; vrien den van Blonde Marie en Belze Anna (Paul's „dame") werden geaccepteerd zon der naar hun naam en afkomst te vragen en een rondje deed de rest. De stemming was op dit uur, het was bijna middernacht, het hoogtepunt gena derd. Het rijkelijk geconsumeerde gerste nat begon zijn uitwerking ,te krijgen. Het gelukte Ferd dan ook vrij spoedig het ge sprek te brengen op het thema, dat allen aanwezigen na aan het hart lag, roof en plundering. De blufverhalen weïden hier nog een graadje meer aangedikt dan in het vorige kroegje, zooals alles hier een graadje erger was. Het hoofdonderwferp, en dit was Ferd en Paul niet onaangenaam, vormde het geval van Daelen. De meeningen waren hierover nogal verdeeld. Over het algemeen vond men het onvoorzichtig, dat de bankier neergeslagen was en de ongelukkige toe valligheid van het brandje werd oprecht betreurd. De les, die er uit getrokken werd, was: je kunt nooit voorzichtig genoeg zijn! Eén van het gezelschap, een onguur twpe, dat tot alles in staat scheen, voerde oen boventoon. En de anderen erkenden in dit speciale geval zijn meerderheid, want hij was er persoonlijk bij betrokken ge weest. Het was Manke Nelis, lid van de bende van Zwarte Karei. Het was maar goed voor hem, dat zijn chef niet aanwezig was, want anders had hij wel eens een lee- lijken tik over de vingers kunnen krijgen. Hij was een snoever eerste klasse. Hij was zóó onvoorzichtig in zijn zucht om groot te doen, dat het Ferd verwonderde hoe Ka- rel zoo iemand in zijn gezelschap kon dul den. Vermoedelijk was hij specialist in één of ander onderdeel van „het vak" en kon Zwarte Karei hem daarom niet missen. Van Blonde Marie vernam hij, dat zijn veronderstelling juist was. Niemand kon zoo bekwaam als Manke Nelis een brand kast openbreken. Maar ook niemand was zoo gevaarlijk, want als hij dronken was, flapte hij er alles uit. Karei liet hem dan ook zelden alleen, maar die was al een paar dagen weg, op zoek naar een meisje, dat hem verraden had. Hij zocht Annette, begrepen Ferd en Paul in plotselingen angst. Voorzichtig informeerde Paul wat dat voor een meisje was.... Niemand kon het hun vertellen, het was er geen van den Zeedijk. Karei werd vanavond terugver wacht, maar hy was nog niet teruggeko men, vertelde Manke Nelis. Nauwelijks had hij het gezegd of de deur ging open en in de opening stond Zwarte Karei, de koning van de Amsterdamsche onderwereld, groot en machtig, terwijl het geroezemoes verstomde in eerbiedig ont zag voor den leider. Even stond hij onbeweeglijk, genietend van Óen indruk, dien zijn verschijnen maakte. Toen kam hij, met een onverschil ligen groet naderbij en onmiddellijk voe lend, dat Manke Nelis weer te loslippig was geweest, kwam hij op het tafeltje af, waar aan ook Ferd en Paul gezeten waren. Manke Nelis kromp onder zijn strakken blik ineen, schuldbewust. Ben je weer aan het doorslaan ge weest schurk bromde Karei en toen met een donkeren blik op de beide vreemde lingen: „Wie zijn dat" Ja, wie waren ze? Niemand, die het wist, want naar hun namen was niet gevraagd. Blonde Marie redde de situatie. Vrienden van mij en Belze Anna. Zwarte Karei deed of hij met deze vage verklaring genoegen nam, maar een flik kering in zijn oogen bewees Ferd en Paul, dat hij hen nog niet vertrouwde en dat zij op hun hoede moesten zijn. Deze man stond intellectueel ver boven het andere rapalje. Dat bemerkte men dadelijk. Zijn krachtige persoonlijkheid zou zich doen gelden in ieder milieu en vooral onder dit blufferig boe ven volk je, dat onder krachtige leiding zich tot alles gebruiken liet. Karei dankte zijn bijnaam aan zijn dicht ravenzwart haai* en hij zou bepaald een knap type zijn geweest als zijn gelaat niet werd ontsierd door twee diepe groeven, die van de neusvleugels omlaag liepen en een norsche, ontevreden uitdrukking aan zijn gezicht gaven. Daarbij keek hij zoo somber uit zijn donkere oogen, dat men niet naar een meer intieme kennismaking met hem verlangde Vrienden had Zwarte Karei dan ook niet, maar wel werd hij gevreesd, om dat zijn krachtige wil zich wist 'te doen gelden, als het moest met geweld. (Nadruk verboden) (Wordt vervolgd) i 2—2

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 6