LEIDSCH DAGBLAD - Tweede Blad Vrijdag 8 Augustus 1941 Het bolsjewisme staat op voor den laatsten wanhoopsstrijd AKKER'TJES De financieele toestand der Gemeenten De afspraak in de Parklaan Ooggetuige verslag van een S.S. man Razende Kiespijn 400 zijn er thans op een Rijksbijdrage aangewezen AGENDA Winterhulp Nederland RECHTZAKEN VRAGENRUBRIEK FEUILLETON De SS-man Egil Hartmannlid van de com pagnie van oorlogscorrespondenten der SS, vijfde afdeeling, schrijft van het Oostelijke front, dd. 21 Juli: Vele bijzonderheden wijzen er op, dat wij voor beslissende gebeurtenissen staan op het Oostelijke oorlogstooneel. Ondanks het feit, of juister gezegd, omdat wij in de eerste linies liggen, is het moeilijk zich een samen vattend beeld te vormen van de ontwikke ling van den oorlog aan dit front, dat het langste is, dat de wereld ooit heeft aan schouwd. Het is overigens heelemaal niet zoo gemakkelijk om oorlogscorrespondent te. zijn in een ver land. Iedere dag kan nieuwe verrassingen brengen, die de berekeningen overhoop gooien of doen verouderen. Er zijn ook maar enkelen, die werkelijk weten, wat er aan den gang is. Wij anderen moeten onze conclusie trekken uit de troepenbewe gingen aan beide kanten, uit de troepen verplaatsingen, uit hetgeen wij hooren etc. DE ROODE HORDEN WORDEN OPEENGEDREVEN. Het optreden van het Duitsche leger in het Oosten is zonder groote hinderpalen van stapel geloopen. De bolsjewistische legers zijn voortdurend aan het terugtrek ken geweest en iedere poging tot een tegen aanval is verslagen met de kracht en de strijdvaardigheid, die het Duitsche leger en den Duitschen soldaat van tegenwoordig kenmerken. Dit droeg er intusschen toe bij. dat wij de roode horden ongeveer gekre gen hebben, waarheen wij ze wilden heb ben. Zoowel de tanks als de gemotoriseerde divisies, gesteund door het luchtwapen, hebben hun wiggen gedreven in den kolos en de daarop volgende troepen hebben den bres nog verbreed. De ring is spoedig ge sloten. De zwaartepunten in het gebied rondom de bestuurscentra van de bolsjewistische heerschappij schijnen zich te vormen in Moskou, Leningrad, Kiew en Odessa. In deze sectoren hébben de bolsjewisten geweldige legers geconcentreerd. De sovjet-generaals zijn in het nauw gedreven en Moskou voelt zich gerechtvaardigd, nog niet versleten commissarissen naar het front te zenden ter aflossing van de oude, die niet bij machte zijn den troepen de noodige strijdvaardig heid in te boezemen. Practisch beteekent dat. dat wreeder en meedoogenloozer sla vendrijvers de Sovjet-jeugd een kansloozen en stelligen dood in drijven. HET BINNENLANDSCHE FRONT MOET GERUSTGESTELD WORDEN Stalin en zijn trawanten weten als geen ander welk een gevaar er opgeleverd wordt door het bdnnenlandsche front. Wij, die zijn communisme in de practijk hebben gezien, hebben geen enkele moeite hem te begrij pen. Maar er zijn ook zekere grenzen aan de vraag, hoe ver men het geduld van het volk kan uitputten. Daarom kan aangenomen worden, dat het Sovjetleger zich thans gereed maakt voor een laatsten. het verloop van den oorlog bepalenden wanhopigen strijd, niet alleen om militaire redenen. En daarom is het natuurlijk, dat de verde diging rondom de belangrijkste centra van het Sovjetrijk moet zijn geconcen treerd. Een onderdrukt volk en de in standhouding van het dalende moreel bij de troepen maken een rustpoos in den terugtocht noodzakelijk. Er zijn ook andere, belangrijke rede nen, die voor de Joodsch-bolsjewistische menschenslachters van belang zijn. Zoo o.m. wel het gevaarlijkste wapen, dat er bestaat: de honger Voor de roode machthebbers gaat het er n.l. alleen om zooveel mogelijk mil- lioenen soldaten naar de slachtbank te leiden - de ravitailleering speelt daarbij een ondergeschikte rol. Wij vinden dagelijksch nieuwe bewij zen hiervoor en het is een merkwaardig toeval, dat juist op het oogenblik, dat ik dit schrijf, een lange colonne krijgs gevangenen naast ons blijft staan. Zij zijn pas vanmorgen gevangen genomen en worden thans op onze vrachtauto's die ons nieuwe ravitailleering hebben gebracht, naar achter gebracht. Uitge hongerd hebben zij geleefd en uitge hongerd worden zij den dood inge dreven. Deze gevangenen zijn ontzettend ver hongerd. Dagenlang hebben zij zonder eenige verzorging aan het front gelegen. Wij geven hun brood van ons eigen rant-, soen en op de dichtopgepakte wagens ont staat een fel gevecht. Allen willen nader- bijdringen. Opgeschrikt door de luide kre ten, komen de arme boeren toegesneld met melk en brood en de tooneelon die zich voor ons afspelen zijn onbeschrijfelijk. De gevangenen gedragen zich als wilde dieren. Ik herinner mij in dit verband een andere episode in het begin van den oorlog. Wij haalden uit een bosch wel 2000 man. Zij stonden opgesteld op een weg aan den kant van een aardappelveld. Een hunner neemt plotseling een koenen sprong naar het veld en trekt eenige aardappelplanten uit den grond. De anderen zien, dat er niets ge beurt en al spoedig heeft het geheele trans port een aantal aardappelplanten in de hand en eet er vergenoegd van. Zoo be handelen de machthebbers in het Kremlin hun boeren, arbeiders en soldaten. Honger lijdende hebben z(j geleefd, hongerig wor den zij den dood in gejaagd. De oorlog heeft overigens in menig op zicht een ander karakter gekregen. Ik denk daarbij niet alleen aan de groote troepen verplaatsingen an beide kanten van het front, maar ook aan vele andere dingen, die in dit geweldige spel eigenlijk slechts als kleinigheden kunnen worden be schouwd. Van de franctireurs, die in den eersten tijd zeer enerveerend waren, merkten wij nog nauwelijks iets, ondanks den oproep van Moskou: „Mannen en vrouwen, allen te wapen!" Dat is een feit vol beteekenis en kenmerkt den ongebreidelden greep van het bolsjewisme naar het volk. DE SOLDATEN WORDEN DE VUUR LINIE INGEDREVEN. Een andere zaak is, dat wij thans ook vaak groote gevechtseenheden ontmoeten en dat de strijd een meer verbitterden vorm heeft aangenomen. De bolsjewistische artil lerie ontwikkelt ook een belangrijk leven diger activiteit. Men ziet niet meer zoo vaak. dat kanonnen en munitie na eenige schoten in den steek worden gelaten. De resten van het luchtwapen der Sovjets schijnen zich ook te concentreeren voor een laatsten strijd, door onze colonnes en stel lingen te bombardeeren. Maar alleen, wan neer zij zich veilig voelen voor onze jagers, die zij vreezen als de pest! De tegenstand, dien wij tot dusver heb ben aangetroffen, heeft velen gebracht tot verwondering over den bolsjewistischen soldaat en het valt ons moeilijk zijn men taliteit te begrijpen. Dat komt, omdat hij zoo verschillend strijdt, vooral de laatste dagen. Wij hebben voorbeelden beleefd, dat be trekkelijk kleine strijdkrachten de over hand krijgen, of veel sterkere vijandelijke strijdkrachten gevangen kunnen nemen. Zulke gelegenheden waren er genoeg en een onderbroken stroom van" gevangenen wordt achter het front weggebracht. Maar wij be leven ook gevallen, die ons verrassen, ja waarlijk verschrikken. Zoo b.v. een paar dagen geleden, toen een van onze batail- lons door een sterke vijandelijke eenheid werd aangevallen. Reeks na reeks werd door onze ma chinegeweren weggemaaid. De op hen volgende, stormende soldaten stierven op de reeds gesneuvelden, in een oog wenk had een geheel regiment opge houden te bestaan. Wij zagen hoe zij op onze tanks sprongen, zoodat wij hen, den een na den ander, er van af moes ten schieten, en wij hebben gezien, hoe zij zich door deze zware oorlogsmachi nes lieten overrijden. Waarom? Waar vandaan hebben zij plot seling dezen ongewonen „strijdlust" gekre gen? Dat alles heeft maar heel weinig met strijdlust uit te staan. Men moet een vijand nooit onderschatten. Ook den Russischen soldaat niet, maar zonder twijfel moet men dezen wanhoopsstrijd aan andere motieven toeschrijven. Den soldaten wordt een schrikbeeld ingeboezemd, n.l. dat allen, die in gevangenschap geraken, vermoord wor den. Maar dit argument is nu verouderd en de soldaten weten dat het een leugen is. De werkelijke reden is, dat de sovjet-generaals en commissarissen weten, dat hun noodlot heeft geslagen. Zij staan voor de vraag: zijn of niet zijn. De soldaten worden voor waarts gedreven en voor hen is dus het probleem eenvoudig: vóór hen dreigt de dood, maar er is een kans achter hen is de dood voor hen zeker. JA, WIJ KOMEN! De bolsjewisten zullen in hun doods angst wel geheel in verwarring zijn geko men. Anders kan men zich de dwaze propa ganda, die zij trachten over te brengen op de Duitsche soldaten, niet verklaren. Boven het geheele front hebben zij vlugschriften neergeworpen, waarin zij vrijgeleide, goede verzorging, enz., beloven. Wij. die onze doo- de kameraden hebben gezien, nadat zij langdurig door de roode beulen waren mis handeld! Wij, die het communisme in de practijk hebben gezien, hoe het volk wordt uitgehongerd en geterroriseerd tot het af daalt tot een dierlijk stadium! Wij. die ge zien hebben, hóe verloopen en verhongerd de soldaten er uit zien. „Komt tot ons!" roept Moskou in zijn vlugschriften. Ja wij komen! Doe dan lwéé dingen. Neem 'n "AKKERTJE" om rustig ron der pijn te kunnen slapen en ga morgen naar Uw tandarts. helpen direct! 1106 (Ingea a/led.) Nu de tijd weer nadert dat de gemeenten haar begrootingen voor het volgende jaar moeten vaststellen, heeft het A.N.P. zich tot het departement van binnenlandsche zaken gewend ten einde een overzicht te verkrijgen van den huidigen financieelen toestand. Bedroeg het aantal gemeenten, dat op een rijksbijdrage is aangewezen, tot voor kort omstreeks 350, thans is dit aantal ge stegen tot 400. Het zijn in de eerste plaats de grootere gemeenten, welke met moeilijk te dekken tekorten te kampen hebben. De oorzaken van deze nieuwe stijging der moeilijkheden liggen voor een deel in de grootere uitgaven voor politie, brandweer en luchtbescherming. Voor Rotterdam en Amsterdam komt hierbij nog het stilliggen van de havenbedrijven. Meer dan de helft van het totale tekort komt dan ook voor rekening van Rotterdam en Amsterdam samen. HET RIJK STELT 50 MILLIOEN BESCHIKBAAR. Het rijk heeft thans het bedrag, dat be schikbaar gesteld wordt voor noodlijdende gemeenten verhoogd tot 50 millioen gulden. Dit geldt voor 1941. Vroeger was voor dit doel beschikbaar ongeveer 32 millioen. Op gemerkt dient te worden, dat de financie ring van den wederopbouw van Rotterdam hier buiten valt. Het bedrag van 50 millioen dekt niet het gezamenlijk gemeentelijk tekort, maar wel een groot deel daarvan. Het spreekt van zelf dat het rijk aan de gemeenten, welke op rijksbijdragen zijn aangewezen, de noo dige eischen stelt ten aanzien van een ge zond financieel beheer. Het belastinggebied dier gemeenten dient dan ook ten volle te worden aangesproken en de noodige zuinig heid moet worden betracht. Dezer dagen hebben de gemeentebesturen bericht gekregen van de regeling, welke ontworpen is om de noodlijdende gemeen ten in beteekenende mate te hulp te komen. In het bijzonder is ernaar gestreefd, den steun aan te passen aan de behoeften, ten einde vooral daar te kunnen helpen, waar de nood het grootst is. Daartegenover moet het gemeentelijk beleid aan strenge eischen van soberheid voldoen. WELKE GEMEENTEN VOOR STEUN IN AANMERKING KOMEN. Voor steun komen in de eerste plaats in aanmerking de gemeenten, welke haar be grooting met een tekort hebben moeten vaststellen, doch, ware de gemeentefonds belasting gehandhaafd, nog gelegenheid zouden hebben gehad, die tekorten te ver minderen of weg te werken door verhooging van het aantal opcenten op die belasting. Aannemelijk moet echter zijn gemaakt, dat de heffing van opcenten op de overige be lastingen tot redelijke bedragen is opge voerd en met name het tarief van de per- soneele belasting zoo is ingericht, dat een opbrengst wordt verkregen, gelijk aan drie maal de hoofdsom bij heffing volgens het wettelijke tarief in de klasse, waarin de ge meente is gerangschikt. Geen bezwaar zal worden gemaakt tegen verlagingen van het wettelijke tarief voor koffiehuizen e.d. wel ke afwijkingen ook den noodlijdenden ge meenten in vorige jaren zijn toegestaan Eveneens is vastgesteld een regeling voor de resteerende begrootjngstekorten der bovenbedoelde gemeenten en die der ove rige gemeenten. De bedoeling is, dat deze gemeenten 50 pCt. van het tekort, vermin derd met een zeker percentage van dè be lasting-capaciteit als bijdrage ontvangen, EXTRA-TEGEMOETKOMINGEN. De secretarissen-generaal van binnen landsche zaken en van financiën overwegen nog de mogelijkheid van het verstrekken van een extra tegemoetkoming aan de zwaarst belaste gemeenten. Het ligt in beginsel in het voornemen, deze extrategemoetkoming te verleenen aan gemeenten, welker tekort 40 pCt. van de som der belastingopbrengsten overtreft. Zij zal dan een zeker percentage bedragen van het tekort voor zoover het de bedoelde 40 pCt. te boven gaat. Alle bijdragen worden verstrekt a fonds perdu. Nagegaan zal worden of het beleid, dat de gemeenten hebben gevoerd, getuigt van een volledige afstemming op de tegen woordige financieele situatie der overheids kassen en of de gemeentebesturen'derhalve eenerzijds allé maatregelen hebben geno men. welke noodzakelijk zijn om tot de on vermijdelijke beperking der uitgaven te geraken en anderzijds alle medewerking hebben verleend om de van hoogerhand aangegeven saneeringsmaatregelen door te voeren. HEDEN. Oegstgeest (Geversstr. 13): Gem. Gods. 7% uur nam. DIVERSEN s Dinsdags: lste Binnenvestgracht 22: Ge legenheid tot Inenting tegeD typhus en dlph- terle 11—3 uur. s Dinsdags: Oude Rijn 44c: Prot. Bureau voor Sociale Adviezen 7—8 uur nam sDinsaag. Mare 13: Medisch Opvoedkundig Bureau 9%—11 uur voorm Arbeidsbeurs (Levendaal): Iedere derde Dins dag der maand consultatiebureau voor onvol- waardigeD 35 uur nam s Donderdags Wfjkgebouw „Bethesdft" (Hoef- straat 4446) Consultatiebureau voor Alcoho listen 8 UUT nam s Vrtldags Inst voor Praeventleve Genees kunde Wassenaarscheweg 56: Consultatiebureau v Beroepskeuze 45 hilOSOOPEN. t 18 jaar: 14 laar; f alle leeftijden. Lux or-theater: „Geld is niet alles S Dagelokt nam 2 eo H uir iondag 27 uur doorl voorstelling Lido-theater: „Met geheime opdracht" t Dagelijks 8.15 uur nam.; 'sZondaga te 21/4, 4.30 en 81/4 u woensdag eD Zaterdag ma- tlnée 2.30 uur Trianon-theater: „Serenade" Dageiyks 2 en d uur s Zondags van 2—6.30 uur doorl voorstelling. Casino-theater: .Moeder" t Dagelijks 8 uur Woensdag en Zaterdag ook 2% uur Zondags te 2 en 8 uur nam Rex-theater: „Alles beeft voor mijn comman do" 5 Dagelijks 2 en 8 uur nam.: Zondag 2—6*4 uur doorl voorstelling. Nova-theater (Katwijk aan Zee): Nam, 8 uur „Wintersport en minnebrieven" (Zondags ge sloten). De avond-, nacht- en Zondagsdienst der apotheken te Leiden wordt van Zaterdag 2 Augustus 20 uur tot Zaterdag 9 Augustus 8 uur waargenomen door de apotheek Kok, Rapen burg 9, tel. 24087 en de apotheek „Tot Hulp der Menschheid", Hooigracht 48, tel. 21.060. Te Oegstgeest door de Oegstgeestsche Apo theek, Wflhelminapark 8, tel. 26274. LUCHTTEMPERATUUR. 9 uur voorm.: 11 gr. C. (52 gr. F.)'. WATERTEMPERATUUR. Zweminrichting ..De Z|P" Voormiddags 12 uur: 16% gr. C. Gironummer van de W.H.N. 5553. De Bank van de WJBLN. Is Kas- vereeniging N. V. Amsterdam, Postgironummer 877. Stort op 5553 of 877. Ge brengt gelnk in veler leven. V. te L. Lisse, Leiden, Utrecht, tot Ede (zie hier boven), daarna rechtsaf na station Ede, rechtstreeks naar Wolfheze. Totaal 108 KM. J. J. v. 'O. te L. Leiden, Alphen, Bodegraven Woerden. Linschoten, Montfoort. IJsselstein, Vianen, Hagestein, Zijderveld, Schoonrewoerd. Totaal 68 K.M. VERVALSCHING VAN DISTRIBUTIE BONNEN. Veertien dagen geleden stonden voor de Haarlemsche rechtbank een 32-jarige tee kenaar en zijn 20-jarige geliefde terecht wegens valschheid in geschrifte en poging tot oplichting. De teekenaar die een betrek king had bij een fabriek, vond, dat hij te weinig verdiende en probeerde het daarom eens in den kettinghandel. Oip aan koffie te komen vervalschte hij distributiebonnen, doch de knoeierij werd terstond ontdekt, toen zijn geliefde deze bonnen in een win kel trachtte in te wisselen. De officier van justitie had tegen den teekenaar tien maanden en tegen het meisje acht maan den gevangenisstraf geëischt. De recht bank veroordeelde den teekenaar heden tot zes maanden en het meisje, dat boven dien nog terecht stond wegens diefstal van een fiets, tot acht maanden gevangenis straf. CRIMINEELE ROMAN door JAN DOMANS. (3 Het was een wondermooie avond dien eenentwintigsten Maart. Als de belofte van dien avond verwezenlijkt werd zou het een schitterend voorjaar worden. De boomen waren nog kaal en nu in den avond kon je de rijpe op springen staande knoppen niet zien maar je róók de frissche lentegeuren al. Dat verbeeldde Paul zich tenminsten. Het zachte schijnsel der maan verhoog de nog de poëzie van dezen avond. Door de kruinvertakkingen van de hooge iepen werd de maan onder het wandelen telkens zichtbaar en dat gaf iets vertrouwds. In dit zachte violetblauwe licht moest zelfs het hardste gemoed week feestend worden, vond Paul. Het meisje vóór hem scheen echter on verschillig voor de bekoring van de ont wakende lente. Steeds maar liep ze voort, hét hoofd omlaag, door de lanen en langs de banken, waarvan er maar weinig onbe zet waren. Eindelijk bleef ze staan op een schilder achtig bruggetje boven den vijver, waar men overdag dartele goudvisschen kon be wonderen en statige zwanen. Paul ging zit ten op een bank in de nabijheid, waar hij haar gemakkelijk in het oog kon houden, zonder zelf direct te worden opgemerkt. Hij zag hoe ze haar handtaschje opende en daar iets uitnam, dat ze peinzend be keek. Zou daar de sleutel liggen van wat voor Paul nog een mysterie was? Ze hield het voorwerp lang in de hand en maakte toen opeens een beweging, alsof ze het wilde wegwerpen. Maar dat was ze blijk baar toch niet van plan geweest, want toen het voorwerp, dat Paul zulk een nieuwsgie righeid inboezemde, haar bij die onwille keurige beweging uit de hand schoot en in het water viel, uitte ze een zachten ver schrikten kreet en daalde haastig den wal naast het bruggetje af, om het weer op te visschen. Dit was een mooie en ongezochte gele genheid voor Paul, om haar zijn hulp aan te bieden en hij greep deze dan ook met beide handen aan. Hij deed alsof hij toevallig langs kwam wandelen en haar daar aan den waterkant naar iets zag zoeken. Kan ik u misschien helpen, juffrouw? Even aarzelde ze. Dan scheen ze te be denken, dat ze het verlorene toch niet zon der hulp terug zou kunnen krijgen. Als u wilt graag, meneer. Ik heb een fleschje met medicijnen in het water laten vallen en ik kan er zóó niet bij Paul glimlachte heimelijk om dat leu gentje. Alweer een bewijs, dat zijn „mis- daad"-theorie juist was. Het fleschje lag gelukkig niet ver van den kant en Paul had het spoedig. De eige nares greep er haastig naar, maar Paul trok zijn hand terug. Zou het niet beter zijn, juffrouw, als ik het maar weer in het water terugwierp0 vroeg hij. Met een ruk keek ze op naar Paul die een half hoofd grooter was hoewel ook hetv meisje niet tot de kleinsten behoorde. Paul las in haar groote oogen verbaasd- heidj angst en boosheid. Het laatste kreeg de overhand na lange seconden, waarin geen van beiden een woord sprak. Paul, die aan de wisselende gelaatsuit drukking het geheele proces van die op elkaar volgende stemmingen kon volgen, kon een glimlach niet weerhouden en juist op dit oogenblik keek zij hem recht in de oogen. Die glimlach was te sterk voorvhaar, de spanning brak en zij lachte een aller- liefsten lach terug. Ik dacht heusch een oogenblik, dat u in ernst sprak, maar u maakt natuurlijk maar een grapje Dan moet ik u helaas teleurstellen juffrouw, want ik verzeker u, dat ik in vol len ernst sprak, antwoordde Paul, nu weer ernstig. De bijna vroolijke uitdrukking op het ge laat tegenover hem verstrakte plotseling, maar angst en verbazing voerden nu den boventoon. Ik weet meer van u dan u denkt, juf frouwals u een oogenblikje rustig met mij wilt opwandelen of op een bank wilt gaan zitten, zal ik u alles uitleggen. Ik hoop dat u mij wilt vertrouwen. Een oogenblik aarzelde ze, daarna ging ze zonder een woord te spreken naar de bank, welke Paul zooeven verlaten had. Toen ze gezeten waren, deed Paul zijn verhaal: het gehoorde op het café-terras en hoe dat zijn nieuwsgierigheid had op gewekt, zijn besluit om meer van het ge val te willen weten en hoe hij nu hier ge komen en haar gevolgd was. En nu, juffrouw, zoo besloot hij,staat het aan u te beslissen of u mij in vertrou wen wilt nemen of niet. Maar eerst moet ik weten of u mijn verhaal gelooft en of u overtuigd is van mijn goede bedoelingen. Als dat niet het geval is. als u me niet ver trouwt. is het beter, dat) ik maar dadelijk wegga, maarik dacht, dat u een vriend noodig had.... Ze knikte werktuigelijk en bleef langen tijd voor zich uit zitten staren. Ik ge loof ufluisterde ze eindelijk. Ik dank u, ik wist, dat u me gelooven zoudt. En nu moet" u, vervolgde hij, me eerst eens alles openhartig vertellen, op dat we kunnen overleggen wat ons te doen staat. Ik vind het erg aardig van u, meneer. Ik heet Paul Meylers. En ik heet Annette, Annette van Ooyennu kennen we elkaar tenminste. Je kimt zoo moeilijk vertrouwelijk worden met iemand, wiens naam je nog niet eens kent, lachte ze zenuwachtig. Wat dat vertrouwelijk worden betreft, vervolgde ze nu weer ernstig, dat is een andere kwestie. Het gaat hier namelijk niet om iets heel gewoons maar om een ernstige zaak, zooals u trouwens al ver moed hebt. Uw vermoeden is helaas juist. het gaat om een misdaad. Maar ik geloof ik had liever, dat u er buiten bleef.het is heel erg gevaarlijk voor u, wanneer u meer te weten komt dan nu. Ik heb eigenlijk al te veel gezegd met toe te geven, dat het iets misdadigs betrof. Dat hebt u zeker, zei Paul, want nu hebt u meer dan ooit mij gesterkt in het voornemen u te helpen, met of tegen uw zin. Werkelijk, Annette, als ik je zoo noe men mag, het is beter dat je me nu alles vertelt, dan bega ik tenminste geen dom heden als (je me dringt je te helpen tegen je zin; en zeg dan alsjeblieft je tegen mij en niet dat stijve u, ik tutoyeer je maar, nu ik medeplichtig word. Annette streek zich met de hand over de oogen. Ze zweeg geruimen tijd. Toen sprak ze" Het is misschien ook wel goed. dat ik iemand heb. dien ik vertrouwen kan, maar maarik durf niet, het is zoo ge vaarlijk En denk je dan, trachtte Paul haar aarzeling te overwinnen, dat jij als meisje alleen wel tegen die gevaren opgewassen bent? Het moet toch een veel veiliger ge voel zijn, dunkt me. te weten, dat in het ergste geval er nog een buitenstaander is, die je op de een of andere manier mis schien helpen kan*... een buitenstaander dieveel sympathie voor je heeft en je graag helpen wil. Ik, ikantwoordde Annette, nu ook het minder stijve „je" gebruikend, ik ken je nog nauwelijks en in een zoo gevaar lijke onderneming als de mijne is, mocht ik je eigenlijk niet betrekken, omdat je niet weet. waaraan je je wilt blootstellen, ik voel dat ik je vertrouwen kan als een broer enendien heb ik zoo bit ter noodig, eindigde ze met een snik. Ik zal je alles vertellen, maar niet hier, het is hier te gevaarlijk. De boomen heb ben soms ooren en voor Karei schijnen geen geheimen te bestaan. Ze noemde nu voor het eerst den naam van den „bruut", gelijk Paul hem nog steeds betitelde. Willen we dan naar mijn kamer gaan, stelde Paul voor, het is er wel niet inge richt voor damesbezoek, maar we kunnen er toch rustig praten, zonder vrees te wor den afgeluisterd. Goed, maar laten ze ons er dan niet samen zien heengaan, je kunt nooit weten. Ik woon in de Molenstraat. Nu Is het misschien het beste, dat je de Groenstraat inloopt, daar is een apotheek, waarvan den eigenaar goed ken. Als je daar in de nabijheid bent. moet je net doen of je on wel wordt. Ik ben in de buurt en breng Je daar naar binnen; door den achteruitgang verlaten we het huis en dan zijn we zoo op mijn kamer. Ik geloof niet, lachte Paul. dat eventueele achtervolgers ons daar spoe dig zullen zoeken. (Nadruk verboden) (Wordt vervolgd! 2—2

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 6