IlfDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Zaterdag 21 Juni 1941
De ondergang van Rome
gevolg van ontrouw aan het
platteland
AVONTUREN VAN BARON VAN MUNCHHAUSEN
Het verleden gezien door nieuwe oogen
Waarde van Ion Griekschen staat werd overschat
GEVEILDE PERCEELEN
kKUN/T IN LETTEREN,
dr.
Begrafenis
Johan Wagenaar
RADIO
Onze telefoonnummers:
Directie en
4dministratie25041
Redactie No. 21507
(Slot).
In 480 voor Christus leverden Grieken
èn Perzen tegen elkander den befaamden
zeeslags bij Salamis. De Grieken wonnen.
Zij vernietigden de macht van het Perzi
sche Rijk, dat over tal van bondgenooten
beschikte en redden daardoor de Grieksche
cultuur. Dit leerden wij. dit leeren de leer
lingen der middelbare scholen ook in on
zen tijd nog. De moderne historicus legt
het zwaartepunt elders.
De Grieksche cultuur die werd niet
zoo bijzonder bedreigd. In de eerste plaats
waren de Perzen een indo-Germaansch
volk, dus een broedervolk van de Grieken.
De Perzische cultuur kon dan ook een ver
gelijking met de Grieksche zeer goed door
staan. Maar bovendien waren de Perzen
geen volk, dat de cultuur van andere vol
keren onderdrukte. Er woonden veel Grie
ken in Klein Azië, in Perzië dus, maar
hun cultureele leven bloeide als nimmer
te voren. De moderne historicus begint
dan ook langzamerhand den slag bij Sa
lamis minder belangrijk te vinden, maar
schenkt meer waarde aan de overwinnin
gen, die Gelon van Syracus in hetzelfde
jaar op de Karthagers behaalde en de
overwinning van Gelons opvolger Hieron
zes jaar later op de Etruskers bij Cumae.
Daar werd door de jongere volkeren inder
daad de Europeesche cultuur gered.
DE GRIEKSCHE SAMENLEVING.
Aan den Griekschen staat, die zeer zeker
wel bij Salamis gered werd, kent de mo
derne historicus minder waarde toe. Wh
hebben in onzen tijd te veel beleefd van
hetgeen de Grieken tusschen Solon en Al-
ciblades beleefden! Wij zien de schaduw
kanten van de Grieksche maatschappij
scherper dan onze voorouders, voor wie een
volksvergadering nog het symbool van pe-
litieke vrijheid was. De moderne historicus
ziet in de twee eeuwen tusschen Solon en
Alciblades een groote worsteling tusschen
de massa en den grooten eenling, waarin
de eenling de nederlaag lijdt. In den poli-
tieken wetgever van Athene, Solon, zien
wij niet langer een der grootste gestalten
der oudheid.
„Hij verdeelde," zoo schrijft de Frank-
futer Zeltung, de heerschappij tusschen
het bezit en de massa, maar heeft daar
mede geen organische wetgeving gevon
den. En wij vermogen in zijn ontzegging,
in zijn verre zijn van eerzucht en macht-
roes geen geluk meer voor Athene te zien.
Hij had de mogelijkheid om zich tot heer
van Athene te maken: hij heeft haar ver
zuimd Wellicht heeft hij dat gedaan om
dat hij „te bescheiden" was, maar juist
die bescheidenheid veroordeelt hem in onze
oogen. Daarbij heeft hij geweten wat hij
deed; des te erger voor hem. Onze vade
ren wij bedoelen daarbij de breede la
gen der ontwikkelden, niet der geleerden
hebben nauwelijks gehoord van het be
dachtzame woord, waarmede hij eens de
Atheners toesprak:
Ieder van u is sluw als een vos, maar
als massa hebt ge een beperkt verstand."
Geen enkele moderne psycholoog heeft de
verandering van den intelllgenten eenling
te midden van de massa scherper herkend
dan Solon; hij heeft echter niet naar zijn
inzicht gehandeld. In datgene wat hij
deed ligt reeds de storm der volksverga-
deringen tegen den ver-zienden blik van
den grooten eenling besloten. Tegen dezen
stormloop zijn zij dan allen bezweken, voor
en na Salamis, de overwinnaars in de
°roote slagen en de wijze staatslieden, tot
zich ten slotte over Athene de heerschap
pij verbreidde van het luie, naar nieuwig
heden en geld hunkerende, luimige, zelf
zuchtige en kortzichtige plebs. Zou het
daartoe niet gekomen zijn, dan zou de
menschheid overigens armer geweest zijn,
zonder een leer van eeuwig geldende
kracht Ook in dit. opzicht zijn de Grieken
een „klassiek" volk geweest. Zij hebben
aan de wereld na hen bewezen, dat men
het hoogste kunstverband en het fijnste
cultureele leven paren kan aan politiek
onverstand."
ROME EN DE GEVOLGEN VAN
DEN STRIJD TEGEN CARTHAGO.
Wat zegt de moderne historicus van het
Romeinsche Rijk met zijn middelpunt
Rome?
Ten overstaan van notaris B. H. Stumpel
te Leiden:
Het winkelhuis en erf met afz. boven
woning te Leiden Ouc.e Vest 1G3/I03a in bod
f. 390G kooper de ntei G. de Wolff q.q. te
Oegstgeest voer f. 4225
Het huis en erf met afz. bovenwoning te
Leiden Prins Fredc-vikstraat 14/14a, in bod
f.3800 kooper de heer C. J. van der Zeeuw
q.q. te Leiden voor: f. 3801.
Het huis en erf te Leiden Waardgracht 14
in bed f. 2800 kooper de heer P. IJsselmuiden
q q te S.issenheim voor: t 3C00
Het hois en ?:f te ,e-on le Binne est-
gracht 24 in bod: f.500, kooper de heer D.
A. Smit q.q. te Leiden voor: f.575.
Het huis met werkplaats, schuur en tuin
te Leiden Bloemistenlaan 14 in bod: f,3600,
kooper de heer G. Bergers q.q. te Leiden voor
f. 3601.
Ten overstaan van notaris A. A. van
Haaften te Leiden:
Het huis en erf met grooten tuin te Oegst
geest Dorpsstraat. 82 in bod f 3500, kooper
de heer J. Zitman q.q. te Leiden voor f. 3520.
Het winkelhuis met afzonderlijk boven
woning en erf te Leiden Sint Jorlssteeg 13/
13a in bod: f. 3000 kooper de heer H. Niepoth
q.q. te Leiden voor f. 3000.
Ook dit is een vraag, die alleszins gemo
tiveerd is, omdat er over het oude Rome
zóóveel bekend is, dat men eigenlijk aan
zou mogen nemen, dat de opvattingen om
trent de historie van dit geweldige we
reldrijk welhaast vast zouden staan.
Rome was oorspronkelijk een nietige
huizenkern aan de oevers van den Tiber,
een boerendorp, omringd door vruchtbare
akkers. Hoe kan verklaard worden, dat
deze stad de heerscheres der aarde werd?
Velen hebben dezen opbloei verklaard
door te zeggen, dat Rome een handelsstad
werd, een handelsstad van geweldige be-
teekenls.
De moderne historicus zegt evenwel, dat
wereldgeschiedenis geen stadsgeschiedenis
is (zooals Oswald Spengler -nog verklaar
de), maar boerengeschiedeenis.
De Romeinen waren van oorsprong boe
ren. Zij dankten daaraan hun voortreffe
lijke karaktereigenschappen. Hun volhou
den ondanks tegenslagen, hun verstandige
wetgeving, de wijsheid van hun buiten-
landsche politiek spruiten voort uit hun
boersche wezen. De senatoren moesten
herhaaldelijk van achter de ploeg worden
weggeroepen, om hooge ambten te kun
nen aanvaarden!
Rome streed zijn grooten strijd tegen
Carthago. De Carthagers waren niet van
indo-Germaansehen oorsprong, maar van
semietischen aard. Doordat Rome Carthago
overwon, werd de lndo-Germaansche cul
tuur behouden. Maar daar staat tegenover,
dat deze strijd tegen Carthago geweldige
offers heeft gekost, geweldige verliezen
aan menschenlevens. De menschen, die
sneuvelden, waren boeren. En het is merk
waardig. dat Juist ten tijde van den beslis-
senden strijd tegen Hannibal de ontvol
king begint van het Romeinsche platte
land In dien tijd ontstaat het groot-grond-
bezit in steeds toenemende mate gaan
de boeren naar de steden, vestigen zich
daar, verliezen hun boersche karakter.
Daar vormden zij langzamerhand een ont
worteld proletariaat. Rome werd een stads
volk, met luxe voor weinigen en ellende
voor velen. Deze tegenstelling vergiftigde
het leven van de Romeinsche natie. Was
dat noodzakelijk? Wellicht was de ineen
storting van Rome vermeden, als de Ro
meinen hun grond waren trouw gebleven,
ais de massa boer gebleven was.
Zie daar enkele gedachten, die bij den
modernen Duitschen historicus veld win
nen, gedachten, die wij in een uitvoerig
artikel van de Frankfurter Zeltung om
schreven vonden en waaraan wij een en
ander ontleenden.
Wij leven in een tijd, waarin zeer veel
verandert. Het zou vreemd geweest zijn,
als juist de historie niet veranderd was in
haar inzichten. Ook de geschiedenis krijgt
een ander beeld: het verleden -wordt ge
zien door nieuwe oogen I
(Nadruk verboden).
GROOTE BELANGSTELLING.
Onder buitengewoon groote belangstel
ling is gisteren op Oud Ek en Duinen te
's-Gravenhage het stoffelijk overschot van
den bekenden componist dr. Johan Wage
naar ter aarde besteld.
Onder de aanwezigen bevonden zich o.a.:
dr. T. Goedewaagen, secretaris-generaal
van het departement van volksvoorlichting
en kunsten, J. G. Goverts, hoofd van de af-
deeling muziek aan het departement, mr. J.
A. N. Patijn, oud-minister van buitenland-
sche zaken en oud-burgemeester van
's-Gravenhage, mr. J. P. Fockema Andreae,
oud-commissaris van de provincie Gronin
gen en oud-burgemeester van Utrecht, C.
van Keeken, namens het departement van
opvoeding, wetenschap en cultuurbescher
ming, mr. G. A. van Haeften, voorzitter van
het conservatorium te 's-Gravenhage, de
gep. generaals jhr. A. G. Sickinge en jhr.
Wittert, baron R. A. van Hardenbroek van
Hardenbroek, mr. S. J. R. de Monchy, oud
burgemeester van 's-Gravenhage, prof. ir.
C. L. van der Bilt, waarnemend-burgemees
ter van 's-Gravenhage, vergezeld van jhr.
mr. Six, lid van den commissie van toezicht
op het conservatorium en H. Robin, secre
taris van de commissie voor de kunst-sub
sidies, C. R. T. baron Krayenhoff, eerelid
van Toonkunst, mr. C. J. Feith, oud-secre
taris-generaal van het departement van
onderwijs, kunsten en wetenschappen, mr.
A. J. Labouchere, namens Toonkunst, con
servatorium en Utrechtsoh Stedelijk
orchest te Utrecht, mr. G. Scholten, na
mens het bestuur vanjiet Residentie-orkest
dr. P. van Anrooy, mr. A. Adama Zijlstra,
namens de maatschappij Zeebad Scheve-
ningen Wouter Hutschenruytei;, oud-diri
gent van het U.S.O. en oud-directeur van
de muziekschool van Toonkunst te Rotter
dam, J. R. Snoeck Henkemans, mr. J. P. A.
Francois, Willem Pijper, directeur van het
Rotterdamsche conservatorium, J. P. J.
Wierts, dr. Knuttel, directeur van den
dienst van kunsten en wetenschappen van
gemeente 's-Gravenhage, dr. Rudolf
Mengelberg, dr. P. Cromheim, algemeen
secretaris van Toonkunst, gep. kolonel
Walaerdt Sacré, Willem Andriessen, Hugo
van Dalen en D. Balfoort, hoofdconserva
tor bij het gemeentelijk museum te 's-Gra
venhage.
In de rouwkapel bracht de heer Adr.
Engels eenige koralen van J. S. Bach op het
orgel ten gehoore, waarna dr. Goedewaagen
secretaris-generaal van het departement
van volksvoorlichting en kunsten een rede
uitsprak.
REDE Dr. GOEDEWAAGEN.
Wanneer ik aan de'baar van dezen groo
ten toonkunstenaar enkele woorden wil
wijden aan dit rijke leven, dan doe ik dit
in het besef, dat de mensch wel van ons is
heengegaan, de stof wel tot stof is terug
gekeerd, maar dat de geest van dezen
mensch nog leeft in zijn werken, in zijn
muziek, en daar nog lang zal blijven voort
leven.
Geenszins wil ik het werk van den orga
nist, den dirigent, den paedogoog gering
achten: zooals zijn groote voorganger Jan
Pieterszoon Sweelinck de „Duitsche* orga
nistenmaker" werd genoemd, zou, na
eeuwen van onvruchtbaarheid, Johan
Wagenaar de „Nederlandsche componisten-
maker" kunnen worden geheeten. In den
veelzijdigen opbloei van de Nederlandsche
scheppende toonkunst van de laatste de-
cennfe is hij een van de belangrijkste figu
ren geweest, aan wien het gegeven was,
voor vele jonge componisten een mentor te
zijn, hen in te wijden in de groote kunst,
hen te leeren hoe zij aan hun muzikale ge
dachten vorm konden geven.
Hoe groot deze verdienste ook zij, to<?h
ziet het Nederlandsche volk in Johan Wa
genaar op de eerste plaats den componist.
Als componist heeft hij den heelen rijkdom
van zijn wezen in zijn werken Weerspiegeld.
„Zooals in alle kunst, is in muziek absolute
eerlijkheid een levenswoorwaarde", schreef
hij op zijn zevenstigsten verjaardag. Zelf is
hij dit devies steeds trouw geweest. En zoo
zijn al zijn werken geworden tot eerlijke
bekentenissen van hetgeen in hem leefde:
de speelschheid, de humor, de fijne ironie
van zijn opera's, de diepe ernst van zijn
orgelwerken, de ridderlijkheid, de verbeel
dingskracht en de gevoeligheid van zijn
symfonische gedichten en ouvertures.
Wagenaar heeft den weg naar het hart
van ons volk gevonden met zijn meester
werken; zij zijn bezit van het volk gewor
den en hiermede heeft hij zich een monu
ment geschapen, dat steeds een getuigenis
zal zijn van zijn grootheid en zijn eerlijke
muzikantennatuur.
Bij zijn 70sten verjaardag sprak hij den
wensoh uit, dat er meer Nederlandsche
muziek in de concertzalen zou klinken. Ik
beschouw dit als zijn laatsten wil en ik zal
zorg dragen, dat deze wil van een groot Ne
derlander in vervulling zal gaan. Daartoe
zal ook zijn geest steeds bij ons blijven
leven.
De tweede spreker was mr. G. A. van
Heeften, die in zijn toespraak deed uitko
men, dat dr. Wagenaar een zeer belangrijke
plaats heeft ingenomen als directeur van
het rijksconservatorium voor muziek, na
mens hetwelk spreker aanwezig was. Allen,
die hem kenden, aldus spr., kwamen onder
de bekoring van zijn rijken geest. De ge-
dachtensfeer van Wagenaar beperkte zich
niet tot een belangrijk onderdeel, doch
omvatte alle onderdeelen van de muziek.
Spr. herinnerde aan den belangrijken
Utrechtschen tijd van dr. Wagenaar, die
daar organist van de Domkerk, directeur
van de muziekschool en leider van het koor
van Toonkunst was. De literaire faculteit
van de Utrechtsche universiteit verleende
hem het doctoraat honoris causa. Te
Utrecht ontstond zijn eerste toonzetting.
Zeer veel overredingskracht is er noodig
geweest om hem te bewegen naar Den Haag
te komen, want Wagenaar en Utrecht
waren één geworden. Voorts merkte spr.
o.a. op, dat Wagenaar ons een reeks van
kunstschatten heeft nagelaten. Zijn woord
had gezag in de rijkscommissie voor het
conservatorium en in de gemeentelijke
commissie voor de kunstsubsidies, in welke
commissies hij zitting had.
De Maatschappij tot bevordering van de
Toonkunst kende hem bij haar honderd
jarig bestaan het eerelidmaatschap toe. De
figuur van dr. Johan Wagenaar zal in onze
herinnering blijven voortleven als die van
een groot Nederlander, aldus spr.
Daarna heeft een broeder van den over-
ledéne nog de verdiensten van Johan
Wagenaar in korte trekken nader ge
schetst.
Hierna werd de baar grafwaarts gedra
gen, terwijl langs het pad dat de stoet
volgde, een trombonekwartet, het werk
Grave, een compositie van dr. Wagenaar,
ten gehoore bracht.
Onder de kransen waren er van de com
missie van toezicht op het rijksconservato
rium, van het hoofdbestuur van de Maat
schappij voor Toonkunst, van leerlingen ca
oud-leerlingen van het rijksconservatorium
voor muziek, van het bestuur van het Con
certgebouw te Amsterdam, van het depar
tement van volksvoorlichting en kunsten,
van de orkestlieden van de Arnhemsche
Orkest-Vereenging en van het bestuur van
het Residentie-orkest.
Een familielid heeft voor de betoonde be
langstelling bedankt.
UITVOERING HOHE MESSE TE HAARLEM
Men verzoekt ons mede te deelen:
Het is de C.O.V. te Haarlem gelukt, in
samenwerking met de Directie der Noord-
Zuid-Hollandsche Tramweg Maatschappij
bij hooge uitzondering van de betreffende
autoriteiten toestemming ie verkrijgen
vóór en na afloop van het concert op
Vrijdag 27 Juni a.s. extra trams en bussen
te laten rijden.
Extra trams voor dp richting Heemstede,
Leiden en tusschengelegen haltes zullen
komen te staan tegenover het Stadhuis.
Deze vertrekken 22.02 vanaf station Haar
lem.
Een gned jager moet zich altijd weten te behelpen. Dat is altijd
mijn devies geweest en dat paste ik ook toe op den avond toen ik,
jagend in een bosch in Polen, mij plotseling den weg versperd zag
door een monsterachtig grooten beer. Vruchteloos doorzocht ik
m'n zakken naar kruitIk vond niets anders dan een tweetal
vuursteenen. Zonder lang na te denken slingerde ik êén dezer
steenen in den gapenden muil van den beer, zoodat deze achter in
z'n keel uitkwam, hetgeen het monster allerminst scheen te
VOOR ZONDAG 22 JTJNL
Hilversum I, 415,5 M. (8.00 Gewnde muziek
gr.pl.) 8.30 BNO: Nieuwsberichten 8.45
Gram.muziek 11.15 Bach-cantate 12.00
Rococo-octet (In de pauzes: Nederlandsche
liedjes) 12 45 BNO: Nieuws- en economische
berichten 1.00 Nederlandsch Verbond voor
Sibbekunde: Vragenbeantwoording 1.15 Het
Nederlandsoh Pianoduo en gr am .muziek 2.00
De Romancers en de Harmony Sisters 2.45
Dialoog 3.20 Ensemble Amende 4.00
Gram.muziek 4.45 Zang met pianobegeleiding
en grammUziek 5.15 Grammuziek 5.30
Voor de jeugd 6.00 Grammuziek 6.10 „Die
Front reicht ihrer Heimat jetzt die Hand" voor
leden van de Duitsche Weermacht 8.00 BNO:
Nieuwsber 8.15 Spiegel van den dag 8.30
Rotterdamsch Philharmonisch Orkest en so
liste 9.00 Grammuziek met toelichting
9.30 Berichten (Engelsch) 9.45 „By de knor
hanen en bi) de beesten" 10.00—10.15 BNO:
Engelsche uitzending: „An American sees Hol
land".
Hilversum II, 301, 5 M. (Alleen voor radio-
centrales met een lijnverbinding) 8.00 Gram.
muziek (8.308.45 BNO: Nieuwsberichten)
9.00 Studio-Vroegdienst (voorbereid door het
Vrijz. Prot Kerkcomité) 10.00 Zondagmoregn
zonder zorgen 12.00 Cyclus „Kent gij Uw
Bijbel?" (Gr.pl. voorbereid door d^ Christ.
Radio-Stichting) 12.15 Kinderkoor „De Me
rels" 12.45 BNO: Nieuws- en economische
berichten 1.00 De Melodisten en solist
1.30 Ensemble Bandi Balogh 2.00 Cyclus „U
en de muziek" 2.15 Utrechtsch Stedelijk Or
kest, solist en grammuziek 4.00 Ned. Hcrv.
Kerkdienst (voorbereid door de Christ. Radio-
Stichting) 5.30 ANP: Sportuitslagen 5.35
De Ramblers 6.00 Declamatie 6.20 Groot
Amusementsorkest 6.45 Sport van den dag
7.10 Gevarieerd programma 8.00 BNO:
Nieuwsberichten 8.15 Grammuziek 8,30
Omroeporkest, gemengd operette-koor en soils-
ton 9.30 Radiotooneel 10.00 BNO: Nieuws-
berievhten; sluiting.
De beer slikte enkele malen, maar meteen wierp ik het den tweeden
steen in den Dek. En ik had dezen met zooveel kracht gegooid, dat
hij den eersten trof ende beer sprong met een luiden knal uit
elkaar. Dit geval liep dus wonderlijk genoeg goed voor me af,
maar ik geef de verzekering, dat Ik hetzelfde kunststukje niet
graag voor den tweeden keer zou willen probeeren.
VOOR MAANDAG 23 JUNI.
Hilversum I, 415,5 M. 6.45 Gram.muziek
6.50 Ochtendgymnastiek 7.00 Grammuziek
7.45 Ochtendgymnastiek 8.00 BNO: Nieuws
berichten 8.15 Dagopening (voorbereid door
het Vrijz. Prot. Kerkcomité) 8.25 Gewijde
muziek (gr.pl.) 8.45 Grammuziek (9.15—9.20
Voor de huisvrouw) 11.00 Frans Wouters en
ziln orkest (11.2511.45 Declamatie) 12.00
Pianovoordracht en grammuziek 12.40 Al
manak 12.45 BNO: Nieuws- en economische
berichten 1.00 Trioconcert en grammuziek
2.00 Omroeporkest 2.30 Ensemble Bandi
Balogh 3.00 Vrouwenuitzending en gram.
muziek 3.45 Gram.muziek 4.45 Voor de
jeugd 5.15 BNO: Nieuws- economische en
beursberichten 5.30 Omroeporkest 6.15
Gram.muziek 6.30 Orgelspel 7.00 BNO:
Economische vragen van den dag 7.15 Voor
de kleuters 7.25 Rococo-octet 7.45 Poli
tiek weekpraatje 8.00 BNO: Nieuwsberichten
8.15 Spiegel van den dag 8.30 Het Wend-
ling-kwartet 9.30 Berichten (Engelsch)
9.45 Grammuziek 10.00—10.15 BNO: Engel -
ssche uitzending: „Things worth knowing about
Holland".
Hilversum II, 301,5 M. (Alleen voor radiocen
trales met een lijnverbinding) 6.45 Gram.
muziek 6.50 Ochtendgymnastiek 7.00 Gra-
mofoonmuziek 7.45 Ochtendgymnastiek
8.00 BNO: Nieuwsberichten 8.15 Grammuziek
10.00 Morgendienst (voorbereid door de
Christ Radio-Stichting) 10.20 Grammuziek
11.00 Declamatie 11.20 Zang met piano
begeleiding en gram.muziek 12.00 Berichten
12.15 Salonorkest 12.45 BNO: Nieuws- en
economische berichten 1.00 Het Amusements
orkest en solisten 2.00 Stedelijk Orkest van
Maastricht, soliste en grammuziek 4.00
Musiquette 4.30 „Papoea-muziek", causerie
met gram.platen 5.00 Voor jongens en meis
jes (voorbereid door de Christ. Radio-Stichting)
5.15 BNO: Nieuws-, economische en beurs
berichten 5.30 Gram.muziek 6.00 Gesprek
ken met luisteraars (voorbereid door het Vrijz.
Prot. Kerkcomité) 6.15 Omroep-Harmonie-
orkest 6.45 Reportage- 7.00 BNO: Friesch
praatje 7.15 Pianovoordracht 8.00 BNO:
Nieuwsberichten 8.15 Grammuziek 8.30
Ons schemeruurtje 9.20 Voor den boer
9.55 Gram.muziek 10.00 BNO: Nieuwsberich
ten, sluiting.
GEM. RADIO DISTRIBUTIEBEDRIJF.
Zondag 22 Juni.
Isle Programma: 8.0022.00 Hilversum I
22.00—24.00 Duitsch Programma.
2de Programma: 8.0022.15 Hilversum U
22.1523.00 Hollandsch Programma, uitsluitend
voor Radio Centrales 23.0024.00 Duitsch
Programma.
3de en 4de Programma: 7.00—24.00 Duitsch
Programma.
Maandag 23 Juni.
lste Programma: 6.4522.00 Hilversum I
22.0024.00 Duitsch Programma.
2de Programma: 6.45—22.15 Hilversum II
22.1523.00 Hollandsch Programma, uitsluitend
voor Radio Centrales 23.0024.00 Duitsch
Programma.
3de en 4de Programma: 6.4524.00 Duitsch
Programma.
(2 lijnen)
2—3 i