IlfDSCH DAGBLAD - Derde Blad Zaterdag 21 Juni 1941 De ondergang van Rome gevolg van ontrouw aan het platteland AVONTUREN VAN BARON VAN MUNCHHAUSEN Het verleden gezien door nieuwe oogen Waarde van Ion Griekschen staat werd overschat GEVEILDE PERCEELEN kKUN/T IN LETTEREN, dr. Begrafenis Johan Wagenaar RADIO Onze telefoonnummers: Directie en 4dministratie25041 Redactie No. 21507 (Slot). In 480 voor Christus leverden Grieken èn Perzen tegen elkander den befaamden zeeslags bij Salamis. De Grieken wonnen. Zij vernietigden de macht van het Perzi sche Rijk, dat over tal van bondgenooten beschikte en redden daardoor de Grieksche cultuur. Dit leerden wij. dit leeren de leer lingen der middelbare scholen ook in on zen tijd nog. De moderne historicus legt het zwaartepunt elders. De Grieksche cultuur die werd niet zoo bijzonder bedreigd. In de eerste plaats waren de Perzen een indo-Germaansch volk, dus een broedervolk van de Grieken. De Perzische cultuur kon dan ook een ver gelijking met de Grieksche zeer goed door staan. Maar bovendien waren de Perzen geen volk, dat de cultuur van andere vol keren onderdrukte. Er woonden veel Grie ken in Klein Azië, in Perzië dus, maar hun cultureele leven bloeide als nimmer te voren. De moderne historicus begint dan ook langzamerhand den slag bij Sa lamis minder belangrijk te vinden, maar schenkt meer waarde aan de overwinnin gen, die Gelon van Syracus in hetzelfde jaar op de Karthagers behaalde en de overwinning van Gelons opvolger Hieron zes jaar later op de Etruskers bij Cumae. Daar werd door de jongere volkeren inder daad de Europeesche cultuur gered. DE GRIEKSCHE SAMENLEVING. Aan den Griekschen staat, die zeer zeker wel bij Salamis gered werd, kent de mo derne historicus minder waarde toe. Wh hebben in onzen tijd te veel beleefd van hetgeen de Grieken tusschen Solon en Al- ciblades beleefden! Wij zien de schaduw kanten van de Grieksche maatschappij scherper dan onze voorouders, voor wie een volksvergadering nog het symbool van pe- litieke vrijheid was. De moderne historicus ziet in de twee eeuwen tusschen Solon en Alciblades een groote worsteling tusschen de massa en den grooten eenling, waarin de eenling de nederlaag lijdt. In den poli- tieken wetgever van Athene, Solon, zien wij niet langer een der grootste gestalten der oudheid. „Hij verdeelde," zoo schrijft de Frank- futer Zeltung, de heerschappij tusschen het bezit en de massa, maar heeft daar mede geen organische wetgeving gevon den. En wij vermogen in zijn ontzegging, in zijn verre zijn van eerzucht en macht- roes geen geluk meer voor Athene te zien. Hij had de mogelijkheid om zich tot heer van Athene te maken: hij heeft haar ver zuimd Wellicht heeft hij dat gedaan om dat hij „te bescheiden" was, maar juist die bescheidenheid veroordeelt hem in onze oogen. Daarbij heeft hij geweten wat hij deed; des te erger voor hem. Onze vade ren wij bedoelen daarbij de breede la gen der ontwikkelden, niet der geleerden hebben nauwelijks gehoord van het be dachtzame woord, waarmede hij eens de Atheners toesprak: Ieder van u is sluw als een vos, maar als massa hebt ge een beperkt verstand." Geen enkele moderne psycholoog heeft de verandering van den intelllgenten eenling te midden van de massa scherper herkend dan Solon; hij heeft echter niet naar zijn inzicht gehandeld. In datgene wat hij deed ligt reeds de storm der volksverga- deringen tegen den ver-zienden blik van den grooten eenling besloten. Tegen dezen stormloop zijn zij dan allen bezweken, voor en na Salamis, de overwinnaars in de °roote slagen en de wijze staatslieden, tot zich ten slotte over Athene de heerschap pij verbreidde van het luie, naar nieuwig heden en geld hunkerende, luimige, zelf zuchtige en kortzichtige plebs. Zou het daartoe niet gekomen zijn, dan zou de menschheid overigens armer geweest zijn, zonder een leer van eeuwig geldende kracht Ook in dit. opzicht zijn de Grieken een „klassiek" volk geweest. Zij hebben aan de wereld na hen bewezen, dat men het hoogste kunstverband en het fijnste cultureele leven paren kan aan politiek onverstand." ROME EN DE GEVOLGEN VAN DEN STRIJD TEGEN CARTHAGO. Wat zegt de moderne historicus van het Romeinsche Rijk met zijn middelpunt Rome? Ten overstaan van notaris B. H. Stumpel te Leiden: Het winkelhuis en erf met afz. boven woning te Leiden Ouc.e Vest 1G3/I03a in bod f. 390G kooper de ntei G. de Wolff q.q. te Oegstgeest voer f. 4225 Het huis en erf met afz. bovenwoning te Leiden Prins Fredc-vikstraat 14/14a, in bod f.3800 kooper de heer C. J. van der Zeeuw q.q. te Leiden voor: f. 3801. Het huis en erf te Leiden Waardgracht 14 in bed f. 2800 kooper de heer P. IJsselmuiden q q te S.issenheim voor: t 3C00 Het hois en ?:f te ,e-on le Binne est- gracht 24 in bod: f.500, kooper de heer D. A. Smit q.q. te Leiden voor: f.575. Het huis met werkplaats, schuur en tuin te Leiden Bloemistenlaan 14 in bod: f,3600, kooper de heer G. Bergers q.q. te Leiden voor f. 3601. Ten overstaan van notaris A. A. van Haaften te Leiden: Het huis en erf met grooten tuin te Oegst geest Dorpsstraat. 82 in bod f 3500, kooper de heer J. Zitman q.q. te Leiden voor f. 3520. Het winkelhuis met afzonderlijk boven woning en erf te Leiden Sint Jorlssteeg 13/ 13a in bod: f. 3000 kooper de heer H. Niepoth q.q. te Leiden voor f. 3000. Ook dit is een vraag, die alleszins gemo tiveerd is, omdat er over het oude Rome zóóveel bekend is, dat men eigenlijk aan zou mogen nemen, dat de opvattingen om trent de historie van dit geweldige we reldrijk welhaast vast zouden staan. Rome was oorspronkelijk een nietige huizenkern aan de oevers van den Tiber, een boerendorp, omringd door vruchtbare akkers. Hoe kan verklaard worden, dat deze stad de heerscheres der aarde werd? Velen hebben dezen opbloei verklaard door te zeggen, dat Rome een handelsstad werd, een handelsstad van geweldige be- teekenls. De moderne historicus zegt evenwel, dat wereldgeschiedenis geen stadsgeschiedenis is (zooals Oswald Spengler -nog verklaar de), maar boerengeschiedeenis. De Romeinen waren van oorsprong boe ren. Zij dankten daaraan hun voortreffe lijke karaktereigenschappen. Hun volhou den ondanks tegenslagen, hun verstandige wetgeving, de wijsheid van hun buiten- landsche politiek spruiten voort uit hun boersche wezen. De senatoren moesten herhaaldelijk van achter de ploeg worden weggeroepen, om hooge ambten te kun nen aanvaarden! Rome streed zijn grooten strijd tegen Carthago. De Carthagers waren niet van indo-Germaansehen oorsprong, maar van semietischen aard. Doordat Rome Carthago overwon, werd de lndo-Germaansche cul tuur behouden. Maar daar staat tegenover, dat deze strijd tegen Carthago geweldige offers heeft gekost, geweldige verliezen aan menschenlevens. De menschen, die sneuvelden, waren boeren. En het is merk waardig. dat Juist ten tijde van den beslis- senden strijd tegen Hannibal de ontvol king begint van het Romeinsche platte land In dien tijd ontstaat het groot-grond- bezit in steeds toenemende mate gaan de boeren naar de steden, vestigen zich daar, verliezen hun boersche karakter. Daar vormden zij langzamerhand een ont worteld proletariaat. Rome werd een stads volk, met luxe voor weinigen en ellende voor velen. Deze tegenstelling vergiftigde het leven van de Romeinsche natie. Was dat noodzakelijk? Wellicht was de ineen storting van Rome vermeden, als de Ro meinen hun grond waren trouw gebleven, ais de massa boer gebleven was. Zie daar enkele gedachten, die bij den modernen Duitschen historicus veld win nen, gedachten, die wij in een uitvoerig artikel van de Frankfurter Zeltung om schreven vonden en waaraan wij een en ander ontleenden. Wij leven in een tijd, waarin zeer veel verandert. Het zou vreemd geweest zijn, als juist de historie niet veranderd was in haar inzichten. Ook de geschiedenis krijgt een ander beeld: het verleden -wordt ge zien door nieuwe oogen I (Nadruk verboden). GROOTE BELANGSTELLING. Onder buitengewoon groote belangstel ling is gisteren op Oud Ek en Duinen te 's-Gravenhage het stoffelijk overschot van den bekenden componist dr. Johan Wage naar ter aarde besteld. Onder de aanwezigen bevonden zich o.a.: dr. T. Goedewaagen, secretaris-generaal van het departement van volksvoorlichting en kunsten, J. G. Goverts, hoofd van de af- deeling muziek aan het departement, mr. J. A. N. Patijn, oud-minister van buitenland- sche zaken en oud-burgemeester van 's-Gravenhage, mr. J. P. Fockema Andreae, oud-commissaris van de provincie Gronin gen en oud-burgemeester van Utrecht, C. van Keeken, namens het departement van opvoeding, wetenschap en cultuurbescher ming, mr. G. A. van Haeften, voorzitter van het conservatorium te 's-Gravenhage, de gep. generaals jhr. A. G. Sickinge en jhr. Wittert, baron R. A. van Hardenbroek van Hardenbroek, mr. S. J. R. de Monchy, oud burgemeester van 's-Gravenhage, prof. ir. C. L. van der Bilt, waarnemend-burgemees ter van 's-Gravenhage, vergezeld van jhr. mr. Six, lid van den commissie van toezicht op het conservatorium en H. Robin, secre taris van de commissie voor de kunst-sub sidies, C. R. T. baron Krayenhoff, eerelid van Toonkunst, mr. C. J. Feith, oud-secre taris-generaal van het departement van onderwijs, kunsten en wetenschappen, mr. A. J. Labouchere, namens Toonkunst, con servatorium en Utrechtsoh Stedelijk orchest te Utrecht, mr. G. Scholten, na mens het bestuur vanjiet Residentie-orkest dr. P. van Anrooy, mr. A. Adama Zijlstra, namens de maatschappij Zeebad Scheve- ningen Wouter Hutschenruytei;, oud-diri gent van het U.S.O. en oud-directeur van de muziekschool van Toonkunst te Rotter dam, J. R. Snoeck Henkemans, mr. J. P. A. Francois, Willem Pijper, directeur van het Rotterdamsche conservatorium, J. P. J. Wierts, dr. Knuttel, directeur van den dienst van kunsten en wetenschappen van gemeente 's-Gravenhage, dr. Rudolf Mengelberg, dr. P. Cromheim, algemeen secretaris van Toonkunst, gep. kolonel Walaerdt Sacré, Willem Andriessen, Hugo van Dalen en D. Balfoort, hoofdconserva tor bij het gemeentelijk museum te 's-Gra venhage. In de rouwkapel bracht de heer Adr. Engels eenige koralen van J. S. Bach op het orgel ten gehoore, waarna dr. Goedewaagen secretaris-generaal van het departement van volksvoorlichting en kunsten een rede uitsprak. REDE Dr. GOEDEWAAGEN. Wanneer ik aan de'baar van dezen groo ten toonkunstenaar enkele woorden wil wijden aan dit rijke leven, dan doe ik dit in het besef, dat de mensch wel van ons is heengegaan, de stof wel tot stof is terug gekeerd, maar dat de geest van dezen mensch nog leeft in zijn werken, in zijn muziek, en daar nog lang zal blijven voort leven. Geenszins wil ik het werk van den orga nist, den dirigent, den paedogoog gering achten: zooals zijn groote voorganger Jan Pieterszoon Sweelinck de „Duitsche* orga nistenmaker" werd genoemd, zou, na eeuwen van onvruchtbaarheid, Johan Wagenaar de „Nederlandsche componisten- maker" kunnen worden geheeten. In den veelzijdigen opbloei van de Nederlandsche scheppende toonkunst van de laatste de- cennfe is hij een van de belangrijkste figu ren geweest, aan wien het gegeven was, voor vele jonge componisten een mentor te zijn, hen in te wijden in de groote kunst, hen te leeren hoe zij aan hun muzikale ge dachten vorm konden geven. Hoe groot deze verdienste ook zij, to<?h ziet het Nederlandsche volk in Johan Wa genaar op de eerste plaats den componist. Als componist heeft hij den heelen rijkdom van zijn wezen in zijn werken Weerspiegeld. „Zooals in alle kunst, is in muziek absolute eerlijkheid een levenswoorwaarde", schreef hij op zijn zevenstigsten verjaardag. Zelf is hij dit devies steeds trouw geweest. En zoo zijn al zijn werken geworden tot eerlijke bekentenissen van hetgeen in hem leefde: de speelschheid, de humor, de fijne ironie van zijn opera's, de diepe ernst van zijn orgelwerken, de ridderlijkheid, de verbeel dingskracht en de gevoeligheid van zijn symfonische gedichten en ouvertures. Wagenaar heeft den weg naar het hart van ons volk gevonden met zijn meester werken; zij zijn bezit van het volk gewor den en hiermede heeft hij zich een monu ment geschapen, dat steeds een getuigenis zal zijn van zijn grootheid en zijn eerlijke muzikantennatuur. Bij zijn 70sten verjaardag sprak hij den wensoh uit, dat er meer Nederlandsche muziek in de concertzalen zou klinken. Ik beschouw dit als zijn laatsten wil en ik zal zorg dragen, dat deze wil van een groot Ne derlander in vervulling zal gaan. Daartoe zal ook zijn geest steeds bij ons blijven leven. De tweede spreker was mr. G. A. van Heeften, die in zijn toespraak deed uitko men, dat dr. Wagenaar een zeer belangrijke plaats heeft ingenomen als directeur van het rijksconservatorium voor muziek, na mens hetwelk spreker aanwezig was. Allen, die hem kenden, aldus spr., kwamen onder de bekoring van zijn rijken geest. De ge- dachtensfeer van Wagenaar beperkte zich niet tot een belangrijk onderdeel, doch omvatte alle onderdeelen van de muziek. Spr. herinnerde aan den belangrijken Utrechtschen tijd van dr. Wagenaar, die daar organist van de Domkerk, directeur van de muziekschool en leider van het koor van Toonkunst was. De literaire faculteit van de Utrechtsche universiteit verleende hem het doctoraat honoris causa. Te Utrecht ontstond zijn eerste toonzetting. Zeer veel overredingskracht is er noodig geweest om hem te bewegen naar Den Haag te komen, want Wagenaar en Utrecht waren één geworden. Voorts merkte spr. o.a. op, dat Wagenaar ons een reeks van kunstschatten heeft nagelaten. Zijn woord had gezag in de rijkscommissie voor het conservatorium en in de gemeentelijke commissie voor de kunstsubsidies, in welke commissies hij zitting had. De Maatschappij tot bevordering van de Toonkunst kende hem bij haar honderd jarig bestaan het eerelidmaatschap toe. De figuur van dr. Johan Wagenaar zal in onze herinnering blijven voortleven als die van een groot Nederlander, aldus spr. Daarna heeft een broeder van den over- ledéne nog de verdiensten van Johan Wagenaar in korte trekken nader ge schetst. Hierna werd de baar grafwaarts gedra gen, terwijl langs het pad dat de stoet volgde, een trombonekwartet, het werk Grave, een compositie van dr. Wagenaar, ten gehoore bracht. Onder de kransen waren er van de com missie van toezicht op het rijksconservato rium, van het hoofdbestuur van de Maat schappij voor Toonkunst, van leerlingen ca oud-leerlingen van het rijksconservatorium voor muziek, van het bestuur van het Con certgebouw te Amsterdam, van het depar tement van volksvoorlichting en kunsten, van de orkestlieden van de Arnhemsche Orkest-Vereenging en van het bestuur van het Residentie-orkest. Een familielid heeft voor de betoonde be langstelling bedankt. UITVOERING HOHE MESSE TE HAARLEM Men verzoekt ons mede te deelen: Het is de C.O.V. te Haarlem gelukt, in samenwerking met de Directie der Noord- Zuid-Hollandsche Tramweg Maatschappij bij hooge uitzondering van de betreffende autoriteiten toestemming ie verkrijgen vóór en na afloop van het concert op Vrijdag 27 Juni a.s. extra trams en bussen te laten rijden. Extra trams voor dp richting Heemstede, Leiden en tusschengelegen haltes zullen komen te staan tegenover het Stadhuis. Deze vertrekken 22.02 vanaf station Haar lem. Een gned jager moet zich altijd weten te behelpen. Dat is altijd mijn devies geweest en dat paste ik ook toe op den avond toen ik, jagend in een bosch in Polen, mij plotseling den weg versperd zag door een monsterachtig grooten beer. Vruchteloos doorzocht ik m'n zakken naar kruitIk vond niets anders dan een tweetal vuursteenen. Zonder lang na te denken slingerde ik êén dezer steenen in den gapenden muil van den beer, zoodat deze achter in z'n keel uitkwam, hetgeen het monster allerminst scheen te VOOR ZONDAG 22 JTJNL Hilversum I, 415,5 M. (8.00 Gewnde muziek gr.pl.) 8.30 BNO: Nieuwsberichten 8.45 Gram.muziek 11.15 Bach-cantate 12.00 Rococo-octet (In de pauzes: Nederlandsche liedjes) 12 45 BNO: Nieuws- en economische berichten 1.00 Nederlandsch Verbond voor Sibbekunde: Vragenbeantwoording 1.15 Het Nederlandsoh Pianoduo en gr am .muziek 2.00 De Romancers en de Harmony Sisters 2.45 Dialoog 3.20 Ensemble Amende 4.00 Gram.muziek 4.45 Zang met pianobegeleiding en grammUziek 5.15 Grammuziek 5.30 Voor de jeugd 6.00 Grammuziek 6.10 „Die Front reicht ihrer Heimat jetzt die Hand" voor leden van de Duitsche Weermacht 8.00 BNO: Nieuwsber 8.15 Spiegel van den dag 8.30 Rotterdamsch Philharmonisch Orkest en so liste 9.00 Grammuziek met toelichting 9.30 Berichten (Engelsch) 9.45 „By de knor hanen en bi) de beesten" 10.00—10.15 BNO: Engelsche uitzending: „An American sees Hol land". Hilversum II, 301, 5 M. (Alleen voor radio- centrales met een lijnverbinding) 8.00 Gram. muziek (8.308.45 BNO: Nieuwsberichten) 9.00 Studio-Vroegdienst (voorbereid door het Vrijz. Prot Kerkcomité) 10.00 Zondagmoregn zonder zorgen 12.00 Cyclus „Kent gij Uw Bijbel?" (Gr.pl. voorbereid door d^ Christ. Radio-Stichting) 12.15 Kinderkoor „De Me rels" 12.45 BNO: Nieuws- en economische berichten 1.00 De Melodisten en solist 1.30 Ensemble Bandi Balogh 2.00 Cyclus „U en de muziek" 2.15 Utrechtsch Stedelijk Or kest, solist en grammuziek 4.00 Ned. Hcrv. Kerkdienst (voorbereid door de Christ. Radio- Stichting) 5.30 ANP: Sportuitslagen 5.35 De Ramblers 6.00 Declamatie 6.20 Groot Amusementsorkest 6.45 Sport van den dag 7.10 Gevarieerd programma 8.00 BNO: Nieuwsberichten 8.15 Grammuziek 8,30 Omroeporkest, gemengd operette-koor en soils- ton 9.30 Radiotooneel 10.00 BNO: Nieuws- berievhten; sluiting. De beer slikte enkele malen, maar meteen wierp ik het den tweeden steen in den Dek. En ik had dezen met zooveel kracht gegooid, dat hij den eersten trof ende beer sprong met een luiden knal uit elkaar. Dit geval liep dus wonderlijk genoeg goed voor me af, maar ik geef de verzekering, dat Ik hetzelfde kunststukje niet graag voor den tweeden keer zou willen probeeren. VOOR MAANDAG 23 JUNI. Hilversum I, 415,5 M. 6.45 Gram.muziek 6.50 Ochtendgymnastiek 7.00 Grammuziek 7.45 Ochtendgymnastiek 8.00 BNO: Nieuws berichten 8.15 Dagopening (voorbereid door het Vrijz. Prot. Kerkcomité) 8.25 Gewijde muziek (gr.pl.) 8.45 Grammuziek (9.15—9.20 Voor de huisvrouw) 11.00 Frans Wouters en ziln orkest (11.2511.45 Declamatie) 12.00 Pianovoordracht en grammuziek 12.40 Al manak 12.45 BNO: Nieuws- en economische berichten 1.00 Trioconcert en grammuziek 2.00 Omroeporkest 2.30 Ensemble Bandi Balogh 3.00 Vrouwenuitzending en gram. muziek 3.45 Gram.muziek 4.45 Voor de jeugd 5.15 BNO: Nieuws- economische en beursberichten 5.30 Omroeporkest 6.15 Gram.muziek 6.30 Orgelspel 7.00 BNO: Economische vragen van den dag 7.15 Voor de kleuters 7.25 Rococo-octet 7.45 Poli tiek weekpraatje 8.00 BNO: Nieuwsberichten 8.15 Spiegel van den dag 8.30 Het Wend- ling-kwartet 9.30 Berichten (Engelsch) 9.45 Grammuziek 10.00—10.15 BNO: Engel - ssche uitzending: „Things worth knowing about Holland". Hilversum II, 301,5 M. (Alleen voor radiocen trales met een lijnverbinding) 6.45 Gram. muziek 6.50 Ochtendgymnastiek 7.00 Gra- mofoonmuziek 7.45 Ochtendgymnastiek 8.00 BNO: Nieuwsberichten 8.15 Grammuziek 10.00 Morgendienst (voorbereid door de Christ Radio-Stichting) 10.20 Grammuziek 11.00 Declamatie 11.20 Zang met piano begeleiding en gram.muziek 12.00 Berichten 12.15 Salonorkest 12.45 BNO: Nieuws- en economische berichten 1.00 Het Amusements orkest en solisten 2.00 Stedelijk Orkest van Maastricht, soliste en grammuziek 4.00 Musiquette 4.30 „Papoea-muziek", causerie met gram.platen 5.00 Voor jongens en meis jes (voorbereid door de Christ. Radio-Stichting) 5.15 BNO: Nieuws-, economische en beurs berichten 5.30 Gram.muziek 6.00 Gesprek ken met luisteraars (voorbereid door het Vrijz. Prot. Kerkcomité) 6.15 Omroep-Harmonie- orkest 6.45 Reportage- 7.00 BNO: Friesch praatje 7.15 Pianovoordracht 8.00 BNO: Nieuwsberichten 8.15 Grammuziek 8.30 Ons schemeruurtje 9.20 Voor den boer 9.55 Gram.muziek 10.00 BNO: Nieuwsberich ten, sluiting. GEM. RADIO DISTRIBUTIEBEDRIJF. Zondag 22 Juni. Isle Programma: 8.0022.00 Hilversum I 22.00—24.00 Duitsch Programma. 2de Programma: 8.0022.15 Hilversum U 22.1523.00 Hollandsch Programma, uitsluitend voor Radio Centrales 23.0024.00 Duitsch Programma. 3de en 4de Programma: 7.00—24.00 Duitsch Programma. Maandag 23 Juni. lste Programma: 6.4522.00 Hilversum I 22.0024.00 Duitsch Programma. 2de Programma: 6.45—22.15 Hilversum II 22.1523.00 Hollandsch Programma, uitsluitend voor Radio Centrales 23.0024.00 Duitsch Programma. 3de en 4de Programma: 6.4524.00 Duitsch Programma. (2 lijnen) 2—3 i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 10