De strijd in Syrië VRIJDAG 13 JUNI 1941 No. 24911 De Duitsche oorlogssuccessen op den Balkan Verduisteren 82ste Jaargang Tegenstrijdige berichten Uit Engeland Straf voor springstuaanslag Het Japansch-Russisch verdrag Dansen op Woensdag, Zaterdag en Zondag toegestaan Verspreide berichten Ruim 587.000 gevangenen 22.03 uur 5.16 uur EERSTE BLAD Feiten van den dag LEIDSCH DAGBLAD Directeur: J. W. Henny DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Hoofdredacteur: B. W. Menkhorst. Leiden Pl.vorv.: K. Been. Lelde- PRIJS DER ADVERTENTIES 32 ets. per regel voor advertenties uit Leiden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad zijn gevestigd. Andere advertenties 37 ets. per regel. Minimum 5 regels. - Verplicht bewijsnummer 5 ets. - Incassokosten volgens postrecht. „Kleine Advertenties" (hoogstens 30 woorden) uitsluitend bij vooruitbetaling, alleen 's Woensdags en 'sZaterdags 55 ets. - Voor toezending van brieven wordt 10 ets. berekend. Bureau Witte Singel no. 1, hoek Noordeindsplein Telef. nrs. Directie en Administratie 25041 (2 lijnen) Redactie 21507 Postcheque- en Girodienst no. 57055 - Postbus nö. 54 PRIJS DEZER COURANT Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn: per 3 maanden2.47 per week0.19 Franco per post 2.47 per 3 maanden portokosten (voor binnenland 0.80 per 3 mnd.) Omtrent de militaire operaties in Syrië deelt het Fransche ministerie van oorlog mede, dat op 12 Juni de strijdkrachten van den tegenstander, die Woensdag de Litani hadden overschreden ,ten Zuiden van Saida tot staan zijn gebracht. Een aanval van pantserafdeelingen op de Fransche stellin gen benoorden Merz Ajoem werd afgesla gen. Ten Oosten van het Hermongebergte heeft de tegenstander, ten Zuiden en Zuid Oosten van Kissoeje, ondanks de krachtig ste aanvallen de Fransche verdedigingsstël- lingen niet kunnen indrukken. In den loop van den elfden Juni heeft het Fransche luchtwapen zijn actie tegen vij andelijke colonnes en concentraties voer tuigen voortgezet, welke vooral bij Sana- mein ten Zuiden van Kissoeje zware ver liezen leden. In den nacht van 11 op 12 Juni heeft het Britsche luchtwapen de haven van Beiroet zonder resultaat gebombardeerd. In het communiqué wordt vermeld, dat Engelsche vlooteenheden door fel artillerie vuur de actie der te land opereernde vijan delijke troepen blijven steunen. (D.NJ3.) o De Engelsche berichtendienst meldt ech ter, dat Britsche afdeelingen in Syrië Merz- Ajoem hebben bezet. Het D. N. B. meldt nader uit Vichy: In militaire kringen alhier werd gister middag de door de Engelschen gemelde in neming van Saida nog niet bevestigd. Men geeft evenwel toe, dat de positie van de Franschen in dezen sector moeilijk is ge worden. De Fransche verliezen worden hoog genoemd. Verder spreekt men in bevoegde Fransche kringen de in het buitenland in omloop zijnde beweringen tegen, dat Damascus door Britsche troepen zou "zijn ingenomen en dat de Britsche strijdkrachten in den frontsec tor van Libaneesche kust geen Franschen tegenstand ontmoeten. De Amerikaansche gezant te-Vichy, admi raal Leahr, heeft een onderhoud met maar schalk Pétain gehad, Laval is naar Parijs teruggekeerd. De Sovjet-gezant te Ankara is voor rap port naar Moskou. FRANSCHE SCHEP GETORPEDEERD. De Fransche admiraliteit deelt mede, dat het Fransche tankschip Alberta op. de Mid- dellandsche Zee door een Engelsche duik boot is getorpedeerd. Het schip werd be schadigd, doch is niet gezonken. HET MINISTERIE VAN VOORLICHTING. Het D.N.B. meldt vit New-York: Chur chill heeft, volgens een bericht van een Amerikaansch persagentschap uit Londen, Lord Beaverbrook opdracht gegeven de tal rijke klachten over het ministerie van voorlichting te onderzoeken. Dit onderzoek, zoo wordt verder in dit bericht gezegd, zal een belangrijke koersverandering en eventueel ook een mutatie in het ministe rie van voorlichting ten gevolge hebben. De klachten zijn ontstaan door een aantal benoemingen voor het New-Yorksche bu reau van den Britschen voorlichtingsdienst David Bowes Lyon, een broeder van de koningin, zou ook benoemd zijn. Het Fo reign Officie heeft zijn veto over deze be noeming uitgesproken. EEN TOESPRAAK VAN CHURCHILL. "Het D.N.B. meldt: Voor vertegenwoordigers vai de domi nions en de in Engeland verblijf houdende emigrantenregeeringen van België, Noor wegen, Polen enz. heeft minister-president Churchill in het oude St. Jamepalace een rede uitgesproken, waarin hij o.m. zeide: De laatste dagen is in het bestek van een anti-Duitsch streven in Amsterdam-Zuid een misdadige springstofaanslag gepleegd op een dienstinstantie van de Duitsche weermacht, waarbij persoonlijke en mate rie ele schade is ontstaan. De uitvoering van den aanslag doet een nauwkeurige bekendheid met de plaatse lijke omstandigheden veronderstellen. Het onderzoek van de Duitsche „Sicherheitspo- llzei" heeft uitgewezen, dat de verantwoor delijkheid voor den misdadigen aanslag rust op de in Amsterdam-Zuid wonende Joden in 't bijzonder op de uit Duitsch- land hierheen gekomen Joodsche emigran ten die sedert maanden een systemati sche en voortdurende toenemende anti- Duitsche activiteit ontwikkeld hebben. Op grond hiervan heeft de „General- Kommissar für das Sicherheitswesen" krachtens de verordening 33/40 van den Rijkscommissaris op het intrekken van ver mogens, bevel gegeven tot inbeslagneming van het stamvermogen („Gruridvermogen") van een aantal Joden. Tegelijkertijd zijn talrijke Joden m het bijzonder Joden die uit Duitschland ge ëmigreerd zijn gearresteerd. Zij worden naar een arbeidskamp gebracht. men kan niet zeggen, hoe het verloop van dezen oorlog verder zal zijn, aangezien hij zich meedoogenloos over steeds breedere gebieden uitstrekt. Engeland weet, dat deze oorlog hard zal zijn en verwacht, dat hij lang zal duren. De hoofdstukken en we derwaardigheden van den oorlog kunnen noch voorspeld noch afgemeten worden. Engeland zal er naar streven te land en ter zee met alle middelen weerstand te bieden. Het zal ook voor de hoogste be proevingen al was het ook een inval in het eigen land, niet terugschrikken. De oorlog zal worden voortgezet tot de overwinning is behaald. Het D.N.B. meldt uit Tokio: Het Japansche ministerie van buiten- landsche zaken publiceert de belangrijkste punten van het tusschen Japan en Sovjet- Rusland gesloten handelsverdrag. Deze overeenkomst behelst de meest-begunsti- gings.-clausule voor de in- en uitvoerrech ten, voor scheepvaart en vrachten, voor douane-aangelegenheden, voor tonnage rechten en voor loodsen. De overeenkomst heeft naar gemeld, een geldigheid van vijf jaar. De overeenkomst over den buitenland- schen handel en de betalingsprocedure, die voorloopig voor een jaar is gesloten, be paalt, dat de handel tusschen de belde contracteerende staten op compensatieba sis berust, d.w.z., dat de totale hoogte van exporten en importen moet worden ge compenseerd. In het eerste jaar exporteert Japan naar Rusland voor 30 millioen yen ruwe zijde, zijden cocons, machines, waar onder werktuigmachines, kamperfoelie, enz. De invoer van Rusland ter hoogte van hetzelfde bedrag bestaat o.a. uit petroleum, mangaanertsen, platina en meststoffen. Naar Domei meldt, is in de Japansch- Russische handelsovereenkomst een goe- derenruil ter waarde van 60 millioen yen per jaar bepaald. In handelskringen verwacht men, dat deze nieuwe overeenkomst een sterke prik kel zal zijn voor de ontwikkeling van de handelsbetrekkingen tusschen beide lan den en tevens naar het Japansche persbu- Het rijkscommissariaat deelt het vol gende mede: De bekendmaking van 7 April j.I. van den commissaris-generaal voor den veiligheidsdienst inzake het verbod van openbaar vermaak wordt op grond van de verordening van den rijkscommis saris nr. 20-1941 met onmiddellijken ingang zoodanig gewijzigd, dat tot na der order telkens op Woensdag, Zater- daj en Zondag in den tijd van 1623 uur met in achtnemen van de in ieder bijzonder geval te verleenen goedkeu ring, openbaar dansvermaak weer toe gelaten kan worden. reau meent, de te Moskou gevoerde onder handelingen over een definitief visscherij- verdrag tusschen Japan en de Sovjet-Unie gunstig zal beïnfluenceeren. Op de grens- afbakening tusschen Mantsjoerije en bui- ten-Mongolië verwacht men al evenzeer een gunstigen invloed. ANTONESCU WEER THUIS. De Roemeensche ..staatsleider Antonescuis van zijn bezoek aan Duitschland te Boeka rest teruggekeerd. ENGELSCHE SCHEEPSVERLEEZEN. De Britsche berichtendienst deelt het ver lies van de oorlogsschepen „Terror" en „La dy Bird" mede. Beide schepen zijn tijdens een gevechtshandeling aan de Eybisch'e kust vernietigd. De „Terror" was een in 1916 van stapel geloopen, zwaar gepantserde monitor, met een waterverplaatsing van 7200 ton en een snelheid van 12 mijl. Hij werd in der tijd gebouwd voor de beschieting van de Vlaam- sche kust. De ,Lady Bird" was een rivierka nonneerboot van 625 brt. met een snelheid van 14 mijl. Ook dit schip was in 1916 van stapel geloopen, oorspronkelijk voor de Do- nau bestemd, maar tijdens den wereldoor log in Mesepotamië gebruikt. In het tweede deel van het samenvattend rapport van het opperbevel der Duitsche weermacht, waarin de oorlogssuccessen te gen Engeland in de eerste maanden van dit jaar behandeld worden, kan men o.a. lezen: Tijdens de gevechten in de Middelland- sche Zee en in Noord-Afrika, die in het eefste deel van dit rapport zijn beschre ven, had de situatie op den Balkan zich ontwikkeld in een richting, die noodzake lijk scheen te maken, dat de Duitsche weermacht ook in dit gebied ingreep. Be gin Maart marcheerden derhalve met toe stemming van de Bulgaarsche regeering Duitsche legerformaties onder opperbevel van generaal-veldmaarschalk List Bulga rije binnen. Tevens werden sterke forma ties vliegers onder generaaL-.vlieger Frei- herr von Richthofen daarheen getranspor teerd, terwijl Duitsche luchtdoel-artilleris ten te zamen met den Bulgaarschen lucht afweer de bescherming van de Duitsche strijdkrachten en van het Bulgaarsche souvereiniteitsgebied tegen aanvallen uit de lucht op zich namen. Ter bescherming van de Roemeensche en Bulgaarsche kust langs de Zwarte Zee werd Duitsche marine artillerie in dienst gesteld. TEGEN JOEGO SLAVIË. In de tweede helft van Maart trok het leger van List naar de Bulgaarsch-Griek- sche grens om zoo noodig te rechter tijd te kunnen optreden tegen de Britsche opera- tiegroep, die in Noord-Griekenland werd gevormd. De poging van Engeland om zich op den Balkan te nestelen was o.a. geba seerd op de hoop Joegoslavië voor zich te kunnen winnen. Het streven van de Duit sche politiek gedurende een lange reeks van jaren om vriendschappelijke betrek kingen met Joegoslavië tot stand te brengen leidde inderdaad tenslotte 25 Maart tot de toetreding van de Joegoslavische regeering tot het driemogendhedenverdrag. Maar de coupe van gewetenlooze Servische samenzweerders in den nacht van 26 op 27 Maart deed dit succes van de Duitsche po litiek te niet en dwong tot onverwijlde mi litaire maatregelen. Nog den 27sten Maart gaf de Fuehrer bevel thans de voorberei dingen te treffen ter verbrijzeling van Joegoslavië en tegelijkertijd ten aanval op het Engelsche expeditiecorps in Grieken land. Leger en luchtwapen werden hier door volstrekt bij verrassing voor een nieu we, geweldige taak gesteld. Ondanks groote moeilijkheden in de voorziening slaagde men er evenwel in deze zoo spoedig mees ter te worden, dat de Fuehrer het begin van den aanval op 6 April kon bepalen. Nog voor het einde der eerste week van den veldtocht zoo vervolgt het rap port kon meer dan de helft van het Joegoslavische leger vernietigd geacht wor den. De Kroatische troepen legden de wapens neer. Een 10 April opgevangen niet gecodeerd radiobericht van den Joe- goslavischen opperbevelhebber bewees, dat hem reeds op dit tijdstip de leiding van zijn troepen volkomen ontglipt was. Tot de ontbinding van het Servische leger heeft het luchtwapen door snelle verplettering van de Joegoslavische vliegertroepen, on middellijk ingrijpen in den strijd op den grond en voortdurende aantasting van de vijandelijke verbindings- en ravitaillee- ringswegen in hooge mate bijgedragen. Overigens heeft het Servische leger na de eerste zware slagen nog slechts geringe standvastigheid getoond. Kort daarop wordt ook aan de Servische hoofdstad het noodlot voltrokken. Generaal-oberst von Kleist hield 13 April in de vroegte aan het hoofd van zijn pantsertroepen zijn intocht in de Servische hoofdstad. Het rapport schetst dan de afzonderlijke phasen van den Balkan-veldtocht, den aanval op het Grieksche verdedigingsfront aan de Bulgaarsche grens, den opmarsch uit het gebied ten Zuiden van Sofia in de richting van Skoplje, de verovering van de heerschappij in de lucht boven Joegoslavië, de doorbraak door de in verdiepingen bo ven elkaar aangelegde en in de rotsen uit gehouwen versterkingen van de z.g. Meta- xas-linie, den aanval uit de streek ten Noordwesten van Sofia op Nisj, het con centrische oprukken naar Belgrado, den intocht in Agram na de inneming van de Karawankenpassen en de verovering van de overgangen over de rivieren Moer en Drau, het contact met de Italiaansche troe pen in Noord- en Zuid-Joegoslavië. Tijdens deze gebeurtenissen was een Hongaarsch leger tusschen Drau en Thaiss opgerukt naar Osijek en na de doorbraak door verscheiden vijandelijke grensstellin gen tot aan den Donau aan weerskanten van Neusatz. De laatste overblijfselen van het Joegoslavische leger, die nog tot vech ten in staat waren, trokken zich als op de vlucht terug in het gebied rondom Sera- jewo en in het Boschnisch-Montenegrijn- sche bergland. Uit Karlstadt, via den be nedenloop van den Sau en uit het gebied tusschen Belgrado en Nisj zaten snelle Duitsche troepen den vijand op de hielen. Den 15den April werd Serawejo bereikt. Twee dagen later namen Italiaansche ge motoriseerde strijdkrachten, die"van het Noorden en Zuiden langs de Dalmatische kust waren opgerukt, Mostar, Ragusa en Cattaro in. Op den avond van den 17den April werd na onderhandelingen, die gedu rende twee dagen te Belgrado en Sera- jowe waren gevoerd, de onvoorwaar delijke capitulatie van de geheele Joe goslavische weermacht onderteekend. TEGEN GRIEKENLAND. Met de verplettering van Joegoslavië in een veldtocht van nog geen twaalf dagen was voor het leger 'van generaal-veldmaar schalk List een veilige grondslag gelegd voor de verdere operaties tegen Grieken land. Op zijn rechtervleugel was reeds 10 April een gemotoriseerde afdeeling de Grieksche grens overgetrokken en tot bij Fiorina opgerukt. Langs de kust bewogen zich pantserstrijdkrachten tot op de hoogte van den Olympus voorwaarts. In Albanië schikte de Italiaansche linkervleugel zich ten aanval en nam 15 April Goritsa. Om vangrijke vernielingen van wegen en brug gen en door regen en sneeuw overdekte wegen bemoeilijkten op het geheele front den opmarsch der verbonden troepen. Bij Kastoria aan het gelijknamige meer en aan weerskanten van den Olympus poog den taai vechtende achterhoeden den haas tigen terugtocht van de Britsche troepen maar. hun inschepingshavens, te dekken. Onder den versterkten druk van beide vleu gels van het aanvalsfront begon de tegen stander 18 April te wijken. Ook voor het Noordelijk deel van het Italiaansche front in Albanië begon de vijand onder ontbin dingsverschijnselen te wijken. Omstreeks twintigduizend Grieken, die probeerden via het Pindosgebergte te ontkomen, gaven zich over aan de Duitsche troepen. Een pantser divisie nam 19 April het knooppunt van wegen Larissa in, een andere rukte bij hard nekkige achtervolging via Trikkala tot Lama op. Terwijl berg- en snelle troepen alleszins sterke Britsche strijdkrachten bij Volos versloegen, drong de Leibstandarte Adolf Hitler door het Pindosgebergte over den bijna 1500 meter hoogen pas van Mat sovo door tot Janina. Hierdoor was den uit Albanië terugtrekkenden Griekschen strijd krachten de eenige terugweg afgesneden. Den 23sten April capituleerden de door Duitsche en Italiaansche troepen ingeslo ten legers van Macedonië en Epirus onder eervolle voorwaarden. Op den historischen bergpas van Thermopilae bij Molos deden deelen van de eenige Duitsche pantserdivi sies, die nog contact met den vijand had den, met doeltreffenden steun van Stuka's een inval in de sinds maanden uitgebreide vijandelijke stellingen en openden den weg voor de pantserstrijdkrachten. Binnen wei nige dagen was deze laatste verdedigings linie van den vijand, die door terreinsom standigheden bijzonder sterk was, bedwon gen. In een rustelooze achtervolging werd 25. April Thebe bereikt. TWee dagen later trokken de eerste Duitsche troepen de Grieksche hoofdstad binnen, nadat reeds den dag tevoren Duitsche valschermtroepen de stad Korinthe en'jlen Isthmus vanuit de lucht in bezit genomen en daardoor de eenige verbinding over land tusschen Noord- en Zuid-Griekenland gewaarborgd hadden, benevens den bijzonder belangrij ken zeeweg door het Kanaal van Korinthe. Hierbij werden meer dan 900 Britten ert 1450 Grieken gevangen genomen en tevens een groote hoeveelheid oorlogstuig buitge maakt. Ten Westen van het Pindosgebergte be reikte de Leibstandarte in een onstuimigen opmarsch de golf van Patras en bracht den overgang over de zee-engte in haar macht. Op den Peloponesos rukten, aanvankelijk valschermtroepen en vervolgens ook gemo toriseerde troepen onverwijld op te'; de ha vens Argos en Kalamai en namen vele dui zenden Britten en uiteengejaagde Serviërs van hedenavond tot morgenochtend De maan komt hedennacht om 0.46 uur op om morgen ochtend om 11.08 weer onder te gaan. gevangen, die er niet meer in geslaagd wa ren over zee te vluchten. Onderdeelen van het leger van List sta ken tijdens deze operaties op gereedge maakte schepen in zee en namén de Egei- sche eilanden Thasos, Samothrake, Lemnos, Mytilene en Chios benevens talrijke klei nere eilanden in bezit. Italiaansche strijd krachten maakten zich meester van de Ionische eilanden en van den Dodekanesos uit tevens van de Cycladen. Door de operaties van het leger, die vol gens de aanwijzingen van den Führer en opperbevelhebber der weermacht geleid werden door den opperbevelhebber van het leger, generaal-veldmaarschalk von Brau- chitsch, en den chef van den generalen staf, general-oberst Halder, werd in samen werking met onderdeelen van het Italiaan sche en Hongaarsche leger in een veldtocht van drie weken met een minimum aan strijdkrachten een volledige overwinning bevochten. Van de gereedgehouden forma ties van het leger nam slechts tweederde aan den strijd deel, tegen de Britten stre den slechts vijf formaties, waaronder drie pantserdivisies, waarvan er een nog tijdens de operaties in reserve gehouden en als niet meer noodig teruggetrokken werd. Het aantal der gevangenen, die in deze gevechten door Duitsche troepen gemaakt zijn, bedraagt volgens een nog niet voltooide telling aan Serviërs 6298 officieren en 337864 man, aan Britten 324 officieren en omstreeks 1900 man, aan Grieken omstreeks 8000 officieren en 21.000 man, in totaal dus meer dan 14.600 officieren en 558.700 man. De in gevangenschap geraakte soldaten van Duitsche en geallieerde nationaliteit zijn hierbij niet meegeteld. Zij werden, evenals de Grieken, in de gelegenheid gesteld, zich naar hun vaderland te be geven. Voor zoover tot dusver geteld werden buitgemaakt meer dan 1500 stukken geschut, omstreeks 600.000 handvuurwapenen, honderden gepant serde en andere auto's en een ontelbare hoeveelheid oorlogstuig van anderen aard benevens groote voorraden van allerlei slag. De voorbereiding en de uitvoering van den veldtocht op den Balkan stelden de hoogste eischen aan leiding en troep. Pant serformaties streden in een terrein, dat tot dusver voor den strijdwagen onbegaanbaar geacht werd. Gemotoriseerde troepen van het leger en de Wapen-SS achtervolgden den tegenstander dag en nacht door het moeilijkste bergterrein, dikwijls over dikbe- sneeuwde of bevroren wegen. Bergdivisies toonden bij herhaling op bijzondere wijze wat zij waard waren bij de doorbraak door stellingen, die door de natuurlijke gesteld heid sterk en sinds maanden uitgebreid waren en door den tegenstander taai ver dedigd werden. Voor den strijd in het hoog gebergte onvoldoende uitgeruste infanterie divisies volbrachten bij dikwijls zware ge vechten unieke marschprestaties. Het lucht wapen onder opperleiding van den rijks maarschalk maakte het den tegenstander door snelle vernietiging van zijn vliegertroe pen en handhaving van de superioriteit in de lucht tijdens den geheelen veldtocht on mogelijk het stelselmatige verloop van de eigen operaties uit de lucht te verhinderen. Bijzonder groote successen boekten forma ties gevechtsvliegtuigen en Stuka's door voortdurende aanvallen op de vijandelijke transportschepen op zee rondom Grieken land. De stelselmatige aftocht van de Brit ten werd hierdoor belet en de Engelsche scheepsruimte zeer zwaar getroffen. Dil Nummei bevat TWEE Bladen Binnenland Nieuwe distributiebonnen aangewezen. (2e Blad). De wederopbouw van verwoeste boerderijen (2e Blad). Moord te Rijsbergen. (Gemengd, 2e Blad). De regeling der brandstoffen-distributie. (Ie Blad). Navordering van commissarisbelasting. (Ie Blad) Buitenland Het opperbevel der Duitsche Weermacht over den strijd op den Balkan en op Kreta. (Ie Blad). De strijd in Syrië. (Ie Blad). ZIE VOORTS „LAATSTE BERICHTEN" EERSTE BLAD.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 1