BINNENLAND
- ïwee'de Blad
Donderdag 5 Juni 1941
Het
overlijden van den
ex-keizer
Tentoonstelling over
voeding in dezen tijd
W. J. M. Linden overleden
De Nationale Jeugdstorm
MOEILIJKHEDEN MET IW BELASTINGEN?
Hoogstraten'» Boekhoudbureau, Crönesteinkade 20, Leiden, Telef. 25754
AGENDA
Winterhulp Nederland
FEUILLETON
Sonate Pathétique
MAANDAG BIJZETTING TE DOORN.
Omtrent de laatste uren van den vroege-
ren keizer wordt nog gemeld, dat na een
tijdelijke verbetering tijdens het weekeinde,
welke een volledig herstel deed verwachten,
er Dinsdag in de late avonduren een aan
merkelijke verergering in den toestand vas
Wilhelm II ontstond. Door een longen-
embolie ontstond een snel verval van
krachten, dat het van nature sterke lichaam
van den patient verzwakte en een diepe be
wusteloosheid veroorzaakte, waaruit de
vroegere keizer niet meer ontwaakte.
Na de schijnbare verbetering van eenige
dagen geleden, welke bij den patient den
wensch deed opkomen, het ziekbed te ver
laten, was een reeks der naaste bloedver
wanten, zooals de zoons van Wilhelm II,
weer uit Doorn vertrokken, zoodat zij de
laatste uren niet aan het ziekbed konden
doorbrengen. Toen de dood intrad waren
aan het ziekbed aanwezig de gemalin van
den keizer, prinses Hermine, zijn dochter,
de hertog-in van Brunswijk, prins Louis Fer
dinand, kleinzoon, en prinses Henriette, de
gemalin van prins Franz Jozef, eveneens
een kleinzoon.
De tijding van het overlijden van den
vroegeren keizer heeft in het dorp Doorn
groote ontroering onder de bevolking ver
wekt, daar Wilhelm II veel voor de plaats
gedaan heelt.
(Reeds geplaatst in een deel van
onze vorige oplage).
Het D.N.B. meldt:
De bijzetting van het stoffelijk overschot
van den ex-keizer geschiedt aanstaanden
Maandagmorgen in de slotkapel van Doorn,
die voor deze gelegenheid provisorisch
wordt ingericht. Volgens den wensch van
den overledene is de kring der deelnemers
beperkt tot de naaste familie. Toch wordtn
ook enkele delegaties uit Duitschland ver
wacht.
e a
De Führer heeft de gemalin van ex-kei-
zer Wilhelm II en den kroonprins telegra
fisch zijn deelneming betuigd.
De Duitsche bladen wijden groote aan
dacht aan het overlijden van den Duit-
schen ex-keizer. In uitvoerige artikelen
wordt de levensloop van Wilhelm II met
de politieke gebeurtenissen van zijn tijd
geschilderd. Daarbij verklaart men, dat de
politiek van Wilhelm n er niet in is ge
slaagd het web van Engeland's omsinge
ling te verscheuren. In dit verband be
toogt de Deutsche Allgemeine Zeitung, dat
in 1914 geen sprake geweest kan zijn van
Duitsche schuld aan den oorlog. Steeds
herhaalde pogingen om met Engeland tot
een vergelijk te komen strandden, zoo
schrijft het blad, omdat Engeland nooit
bereid was ondubbelzinnig zijn standpunt
te bepalen. De Engelschen hebben door
hun houding in voorjaar en zomer 1939 bij
een overeenkomstige situatie nogmaals be
vestigd, waarom het hun ook destijds te
doen was: Duitschland beletten zich te
verheffen en het vernietigen. „Na den
wereldoorlog", zoo vervolgt het blad, „heeft
Wilhelm II den opbouwarbeid van den
Führer met bewondering en gloeiende hoop
voor de toekomst van het Duitsche volk
gevolgd".
De Berliner Börsenzeitung schrijft: „Het
is beter niet te onderzoeken hoe schuld en
noodlot in de buitenlandsche politiek van
het Wilhelminische tijdperk dooreenge-
strengeld waren. Vast staat in ieder geval,
dat de leidende Duitsche staatslieden uit
de periode voor den wereldoorlog een poli
tiek van illusies hebben gevolgd tegenover
het gevaar van het Engelsche streven naar
omsingeling. Zpo werd de Duitsche bewe
gingsvrijheid op het gebied van de buiten-
landsch epolitiek steeds meer bemerkt tot
dat Duitschland in 1914 onder de ongun
stigste omstandigheden zondei sterke bond-
genooten gedwongen werd tot den strijd
om zijn bestaan".
TE DEN HAAG OFFICIEEL GEOPEND.
In de toonzaal van het gemeentelijk gas
bedrijf te Den Haag vond hedenmorgen de
officieele opening plaats van de tentoon
stelling „Voeding in dezen tijd". Een wel
komstwoord werd gesproken door den
directeur-generaal' van de voedselvoorzie
ning, ir. Louwes, die verklaarde dat deze
tentoonstelling een reeks exposities opende,
die in verscheidene plaatsen zal worden ge
houden en die geheel gewijd is aan de
voeding van dezen tijd. Na de vertegen
woordigers van verschillende Nederland-
sche en Duitsche instanties te hebben be
groet, bracht spreker hulde aan de com
missie van voorbereiding voor hetgeen zij
in zulk een korten voorbereidingstijd tot
stand heeft gebracht. De directeur-gene
raal eindigde zijn rede met de hoop uit te
spreken, dat het rijksbureau ook voor de
volgende tentoonstellingen, in andere
plaatsen, een beroep op aller medewerking
zou mogen doen.
De secretaris-generaal van het departe
ment van landbouw en visscherij, dr. H. M.
Hirschfeld, hield darana de openingsrede,
waarin hij er den nadruk op legde dat
ter tentoonstelling aanschouwelijk wordt
voorgesteld, hoe wij, tot behoud van onze
volkskracht, door een juiste samenstelling
en bereiding van de maaltijden het groot
ste rendement kunnen verkrijgen zoowel
van de bij de distributie ter beschikking
gestelde als van de vrije voedingsmiddelen.
In het vertrouwen, dat de tentoonstel
ling door alle lagen van de bevolking zal
worden bezocht, en daardoor zal bijdragen
tot een verruiming van de kennis omtrent
een doelmatige voeding, wat vooral in de
zen bijzonderen tijd heel noodig is, ver
klaarde dr. Hirschfeld de tentoonstelling
voor geopend.
De directeur-generaal van de volksge
zondheid, dr. C van den Berg, werd vervol
gens het woord gevoerd over „Voeding en
Volksgezondheid".
Spreker stelde in het licht, dat wij vooral
in Nederland in de laatste tientallen jaren
op het gebied der volksgezondheid groote
successen konden boeken. Ons land is daar
bij gekomen op een peil, dat door. geen en
kel land wordt geëvenaard.
Tot slot sprak mej. E. Mesdag, directrice
van de huishoudschool, die zich met de
technische verzorging der tentoonstelling
heeft belast, over het karakter en de strek
king van de expositie.
DISTRIBUTIE VAN VLEESCH EN
VLEESCHWAREN.
De secretaris-generaal van het departe
ment van landbouw en visscherij vestigt
er nogmaals met nadruk de aandacht op,
dat de met „een rantsoen vleesch" ge
merkte bonnen, welke onbeperkt geldig zijn,
recht geven op het koopen van een heel
rantsoen vleesch (honderd gram, been in
begrepen) of een heel rantsoen vleeschwa-
ren, dus op een hoeveelheid, welke twee
maal zoo groot is als kan worden gekocht
tegen afgifte van een genummerden bon
van de vleeschkaart. Evenzoo geeft met
„een rantsoen vleeschwaren" gemerkte
bon recht op het koopen van een heel
rantsoen vleeschwaren, dus op een hoe
veelheid, welke tweemaal zoo groot is als
kan worden gekocht tegen afgifte van de
voor vleeschwaren bestemde genummerde
bonnen van de vleeschkaart, die slechts
op een half rantsoen vleeschwaren recht
geven.
Reserve luit.-kolonel W. J. M, Linden, die
gisteren te Den Haag is overleden, was een
aldaar bekende persoonlijkheid, die zich op
verschillende gebieden verdienstelijk heeft
gemaakt. De heer Linden werd geboren op
2 Januari 1880 te Rotterdam. Hij bezocht in
de Maasstad de H.B.S., bezocht vervolgens
de cadettenschool en de militaire academie.
In 1902 werd de lieer Linden tweede luite
nant der infanterie bij het Ned.-Indische
leger, en 2 jaar later werd hij als zoodanig
overgeplaats naar het Nederl. leger, In
1907 werd hij benoemd tot eerste luitenant
der infanterie en werd in 1913 gedetacheerd
bij de 2e afdeeling van het toenmalige de
partement van oorlog. Bij het uitbreken
van den wereldoorlog werd hij opgenomen
in den staf van de 4e infanteriebrigade. In
1917 werd hij bevorderd tot kapitein en in
1923 gepensionneerd, in welk jaar hij be
noemd werd tot redacteur van het kort ver
slag der Tweede Kamer, In 1928 volgde zijn
bevordering tot reserve majoor en in 1934
tot reserve luit-kolonel. De overledene is
om, geweest secretaris van de Nederland-
sche vereeniging „Ons Leger", van de Ne-
derlandsche vereeniging Volksweerbaarheid
en van de Nederlandsche vereeniging van
scherpschutters. Ook is hij voorzitter ge
weest van den Ned. krachtsport-bond. Ver
der maakte hij deel uit van het Ned. Olym
pisch Comité. De heer Linden heeft ver
schillende publicaties uitgegeven, zoo o.m.
een gids in .iustitieele zaken in 1915, verder
een publicatie over onze neutraliteit 1916
1917 en een gedenkboek over de Olympische
spelen Amsterdam van-1929. uitgegeven in
1930.
ONGEVALLENVERZEKERING VOOR
NEDERLANDSCHE ARBEIDERS IN
NOORD-FRANKRIJK,
Blijkens een besluit van den secretaris
generaal van het departement van sociale
zaken worden de in Nederland gevestigde
werkgeyers, die werken uitvoeren in het
bezette Fransche gebied ten aanzien van
het geheele complex dier werkzaamheden
geacht een verzekeringsplichtig bedrijf uit
te oefenen, dat is ingedeeld in gevaren-
klasse 35, met toewijzing van gevarencijfer
40. In afwijking van het bepaalde in de
ongevallenwet 1921 is risico-overdracht
ten aanzien van deze werken uitgesloten.
De werkgevers zijn verplicht de loonlijs
ten, welke zij ter plaatse, waar de werk
zaamheden worden verricht, aanhouden
voor de Duitsche weermacht, of een af
schrift daarvan, toe te zenden aan of ter
beschikking te stellen van den raad van
arbeid te 's-Gravenhage. Deze raad van
arbeid is belast met de vaststelling en de
inning der prerpiên.
get dagloon voor berekening der pre-
mien wordt voor alle werklieden, werk
zaam in bovenbedoeld gedeelte der onder
nemingen, vastgesteld op f.8, de Zonda
gen inbegrepen, indien op Zondag gewerkt
wordt.
In afwijking van de desbetreffende be
palingen der ongevallenwet 1921, bedraagt
de tijdelijke uitkeering voor arbeiders,
werkzaam bij de bedoelde werken, wier
uurloon 60 cent of meer, doch minder dan
70 cent bedraagt, f.5 per. dag, voor arbei
ders, wier uurloon 70 cent of meer be
draagt, f. 6 per dag, de Zondagen daarbij
inbegrepen, indien op Zondag gewerkt
wordt, en voor arbeiders met een vast
week- of maandloon 80 pCt. van het vaste
loon in guldens. 1
Aan bouwvakarbeiders, die op uurloon
werkzaam zijn, wordt, gedurende de eer
ste 6 weken, ook een vergoeding voor va-
cantiebonnen verstrekt over volle kalender-
weken, waarover tijdelijke uitkeering wordt
gegeven.
Deze vergoeding wordt bij een uurloon
van 6070 cent f. 1.12 per kalenderweek,
bij een uurloon van 70 cent of meer f. 1.16
per kalenderweek.
Deze verordening wordt geacht op 1 Ja
nuari 1941 in werking te zijn getreden.
Het A.NP. meldt:
Op de persconferentie te Den Haag heeft
de propagandaleider van den Nationalen
Jeugdstorm, de heer H. Raitgers, een uit
eenzetting gegeven over beteekenis en deol,
organisatie, werkwijze en toekomst van den
nationalen jeugdstorm, benevens over den
geest, welke in den Jeugdstorm heerscht.
Spreker verzekerde:
le. dat de jeugdstorm geen politieke orga
nisatie is of zal worden;
2e. dat er in den jeugdstorm geen poli
tieke scholing wordt gegeven;
3e. dat het den leden van den jeugdstorm
in dienst verboden is over politiek te
spreken
4e. dat in antwoord op de vraag, in welke
richting de geestelijke vorming van de jeugd
tot burger en burgeres in den jeugdstorm
in beginsel dan wèl gaat, gezegd kan wor
den, dat hierbij de uitgangspunten gelden:
dat in een geestelijk gezond volk geen
binmenlandscbe politiek moest bestaan,
hoogstens een buitenlandsche politiek en
dat religieuze gevoelens en de belijding
daarvan geëerbiedigd en geschraagd moe
ten worden, doch tevens, dat deze gevoelens
zoo heilig zijn, dat zij nimmer mogen wor
den tot en misbruikt als politieke argu
menten,
5e. dat het waarlijk niet voor niets is, dat
de jeugdstorm de Nationale Jeugdstorm
heet.
De sporten en spelen, die de jeugdstorm
beoefent, zijn ingesteld op het aankweeken
van echte kameraadschap, die leidt tot een
onvoorwaardelijke trouw aan elkander; an
ders gezegd tot het bevorderen van den
troepgeest boven de individueele prestaties.
Van de verschillende bestaande diensten
noemde spreker: lichamelijke opvoeding,
vliegsport, watersport, kampeeren en veld
werk, meisjesaangelegenheden, geneeskun
dige zorg, vorming, ledenregistratie, gelde
lijk beheer, voorlichting, het jeugdstorm-
blad „De Stormmeeuw", foto, film, radio,
persdienst. Speciale aandacht vroeg spr.
voor de afd. geneeskundige zorg. Door dezen
dienst worden alle jongens en meisjes
„doorgelicht" en de resultaten daarvan
worden in een kaartsysteem aangebracht.
Van welk enorm belang dit is voor ons ge
heele volk moge blijken uit het feit, dat
■gemiddeld 1 pet. van de stormers en storm-
sters onder dokters- en specialisten-behan
deling gesteld moet worden of naar sana
toria verwezen dient te worden. Dat deze
geneeskundige behandeling onderdeel
van het jeugdstormwerk een onsohat-
baren invloed zal hebben op de volksgezond
heid, spreekt vanzelf. Reeds thans worden
de voorbereidingen getroffen om de orga
nisatie van den jeugdstorm voor de komende
jaren op te bouwen.
Gezien het ideaal van den jeugdstorrp,
n.l. één eensgezinde Nederlandsche jeugd,
zal het duidelijk zijn aldus eindigde de
heer Rutgers dat wij ons de toekomst
van ons vaderland alleen kunnen zien met
één jeugdorganisatie, door den staat ge
machtigd tot alle jeugdwerk. Een jeugd
organisatie dus, die niet meer, zooals vroe
ger het geval was, leeft en werkt bij de ,gra-
tie van haar begunstigers en de groepjes
of soms wel kliekjes die achter haar
stonden, maar een jeugdorganisatie, die ge
dragen wordt door. het vertrouwen en het
geloof van het geheele Nederlandsche volk.
GEEN VERWIJTEN AAN DEN
KOLENHANDELAAR.
De bond van Ned. handelaren in brand
stoffen schrijft ons:
Blijkens bekendmaking van den secreta
ris-generaal in de bladen mogen geen
brandstoffen meer worden afgeleverd op
de bonnen en toewijzingen, welke aan ver
bruikers zijn verstrekt en welke dienden
voor verwarming in het stookseizoen 1940-
1941.
Desondanks komen nog vele verbruikers
om aflevering te verlangen op de bonnen
welke zij destijds tijdig bij de handelaren
hebben ingediend, zooals bijvoorbeeld de
bonnen 15, 16 en 17. Wij vestigen er na
drukkelijk de aandacht op, dat de hande-
LOONBELASTING, OMZETBELASTING, INKOMSTEN, en VERMOGENSBELASTING.
3660 (Insez. Ilea.)
HEDEN.
Nomateg (Binnenvestgracht 21)
Spr. HL
Heymans. 8 uur nam.
Vrijdag.
Evang. Luth. Kerk: Interkerkelijke bijeen
komst. Spr. ds. Vossers en ds. Bieger. 8 u. nam.
Schuttershof: Leerlingenuitvoering Muziek
school Mij. voor Toonkunst. 7% uur nam.
ÜlOÜCOi'ËN
t 18 Jaar; 14 Jaar; 5 alle leefljden.
Luxor-theater: „Merijntje Gijzens Jeugd"
Dagelijks nam. 2 en 8 u. Pinksterdagen 3—7
uur doorl. voorstelling.
Lido-theater: „Meine Tante, deine Tante"
Dagelijks 8.15 uur nam.; 's Zondags te 21/4,
4.30 en 81/4 u. Woensdag en Zaterdag ma-
- tinée 2.30 uur.
Trianon-theater: „Theo op het huwelijkspad" 5
Dagelijks 2 en 8 uur. 's Zondags en 2de Pink
sterdag van 26.30 uur doorl, voorstelling.
Casino-theater: „De wildernis roept"
Dagelijks 8 uur. Woensdag en Zaterdag ook
2% uur Pinksterdagen te 2, 4% en 8 uur.
Rex-theater: „De baas in huis"
Dagelijks 2 en 8 uur nam.; Zondag en 2de
Pinksterdag 2—4*6 uur doorl. voorstelling.
Nova-theater (Katwijk aan Zee): Nam. 8 uur.
Vrijdag en Zaterdag „Amerikaansche ont
knooping". Zondbg gesloten. Vanaf Maandag
„Amsterdam bij nacht". 2de Pinksterdag te 2,
4 1/4 en 8 uur nam.
De avond-, nacht- en Zondagsdienst der apo
theken te Leiden wordt van Maandag 2 Juni 8
uur tot Zaterdag 7 Juni 8 uur waargenomen door
de apotheek „Tot Hulp der Menschheid". Hooi
gracht 48, Tel. 21060, dc Doeza-apotheek, Doeza-
straat 31, Tel. 21313 en te Oegstgeest door: de
Oegstgeestsche Apotheek, Wilhelminapark 8, tel.
26274.
LüCÏTrTEMPERATTTTJR.
9 uur voorm.: I6V2 gr. C. (62 gr. F.).
WATERTEMPERATUUR.
Zweminrichting „De Zijl"
19 gr. Celsius.
Zweminrichting „Poelmeer".
20 gr, Celsius.
Gironummer van de W. H. N.
5 5 5 3.
De Bank van de W.H.N. IsKas-
vereeniging N. V. Amsterdam,
Postgironummer
8 7 7.
Stort op 5553 of 877.
Ge brengt geluk in veler leven.
laren thans op deze bonnen niet meer mo
gen afleveren. Zoowel handelaren als af
nemers waren in de veronderstelling, dat
de aflevering op deze bonnen alsnog zou
kunnen plaats vinden, aangezien het pu
bliek is aangeraden de bonnen voor den
vervaldag bij de kolenhandelaren in te le
veren, ook indien op de bonnen niet aan
stonds brandstoffen konden worden afge
leverd.
Nu aan den handel deze aflevering ver
der is verboden, bestaat bij sommige afne
mers de neiging, dit den handelaren te
verwijten. De handelaren staan hier even
wel voor hetzelfde feit als de afnemers, die
hun bonnen reeds hebben ingeleverd, doch
daarop nog geen brandstoffen ontvingen,
omdat hun leveranciers daartoe nog niet bij
machte waren. Men dringe dan ook niet
meer bij de handelaren aan op levering en
bedenke, d£t ook zij er onkundig van wa
ren, dat een afleveringsverbod als boven
bedoeld zou worden uitgevaardigd.
STEENEN BIJL GEVONDEN.
Een inwoner van De Wijk bij Meppel
heeft in een perceel turfveen in het nabu
rige Koekangeveld op vrij groote diepte een
fraaien steenen bijl gevonden. Naar ver
luidt zijn reeds liefhebbers verschenen, die
den vinder daarvoor een goeden prijs heb
ben geboden, doch deze wil het vele dui
zenden jaren oude voorwerp niet van de
hand doen.
Door OCTAVUS ROY.
(33
Frenzy begon in zijn benauwdheid te pro-
testeeren: „Hoor nou eens, Joe al dat
gezwam over Fauna en mij is niks als mal
ligheid."
Joe's stem liep over van zelfopoffering.
„Nee dat is niks as de waarheid. Ik ben
maar een arme ongelukkige veldneger, met
niet eens geen werk, en ze geeft niks om
me. En daarom daarom doe ik d'r an jou
over."
„Hè, watte?" hijgde Frenzy.
„Ze is van jou. Mijn hart doet pijn
maar ik geef d'r an jou. En, vrind Gillings,
wee-je gebeente as je d'r niet goed be
handelt! Dan zal ik je al je kiezen in je
keel stampen!"
„Maar Joe ze is juist gek op jou!"
„Ik weet, wat ik zeg. Ik ben maar een
arme
„Dat weet ik wel; dat heb je daarnet al
gezegd. Maar ik wed, as jij een baan had,
zou ze je dalijk om je hals vliegen
„Ik zal zorgen, dat ze krijgt wat ze heb
ben wil. -Pas jij maar goed op d'r; ik zal
wel op jou passen."
Joe strompelde weg, overweldigd door zijn
opofferende daad, en Frenzy zat met de ge
bakken peren! Het liep hem koud over zijn
rug. Hij werd eenvoudig gedwongen met
Fauna te trouwen! Joe Herring kon op
vliegen me» zijn edelmoedigheid. r?e heer
Gillings wv wanhopig en rampzalig onge
lukkig.
Hij zag Gregg's auto de oprijlaan inrijden
en haastte zich er heen. Gregg stapte uit,
keek Frenzy aan en vroeg: „Wat scheelt
jou? Je trekt een gezicht als een oorwurm."
„Zoo voel ik me nèt, m'neer Gregg". Een
nieuwe gedachte schoot hem door het
hoofd een inspiiiatie. Hij vroeg: „M'neerr
Gregg, weet U hier niet een geschikt baan
tje, een baantje waar een man op trouwen
kan?"
„Wou je trouwen, Frenzy?"
„Nee, m'neerr, nee Ikke niet. Een vriend
van me. U weet wel: de lange Joe Her
ring."
„O zoowil je hem dus helpen?"
vroeg Gregg,
„Zoo zou je het kunnen zeggen, m'neerr
Gregg. Al wilt U alleen maar zeggen dat
U naar een baantje wilt uitkijken
„Goed, Frenzy. Ik zal mijn best doen."
Frenzy dacht: „Hanou kan ik tegen
Joe zeggen, dat meneer Gregg zei, dat-ie
vast wel een baantje voor hem weet. Mis
schien zegt-ie het wel aan Fauna. Misschien.
De nood maakt vindingrijk: alweer schoot
hem iets te binnen. „Willie Thomas, de
grondknecht van de golfclub is dood: zou
dat niet wat wezen?"
„Misschien
Meer had Frenzy niet noodig. Hij voelde
er niets voor, Joe Herring te helpen, of
Fauna. En hij wist wel dat zijn baas wel
andere dingen aan zijn hoofd had, en hun
gesprek onmiddellijk zou vergeten. Maar
nu had hij iets om op door te gaan. Hij zag
zichzelf al: hij zou Joe en Fauna warm
maken voor dat idee. Een grondknechten-
baantje met twaalf dollar per week en een
huisje. Getrouwd zijn was een- voorwaarde.
Ideaal voor een jong stel. Frenzy grijnsde
alweer. „Ik zal ze uitleggen, dat ze er eerst
voor getrouwd moeten wezen. En als Joe
dan het baantje niet krijgt.Verdorie
laat ik ook eens lol oip Joe hebben!"
Gregg was naar binnen gegaan en de
woonkamer binnengeloopen. Hij was moe
en onrustig en zenuwachtig. Zijn moeder
nam hem zwijgend op, terwijl hij een pijp
greep en begon te stoppen. Hij plofte zwaar
neer ineen stoel tegenover haar, en nu
zei ze eindelijk: „Je bent vroeg terug."
„JaLynn wilde me niet ontvangen."
Zijn mond stond strak. „Ze liet zeggen, dat
ze zich niet goed voelde.... dat ze hoofd
pijn had."
„Dat is meer dan waarschijnlijk, hè."
„Dat weet ik wel.maar ik had haar
willen spreken." Hij beet hevig op de steel
van zijn pijp. „Het was vandaag een el
lendige dag."
Mevrouw Stuart knikte. Ze vroeg be
grijpend: ..Wilde je wat praten, jongen?"
Hij glimlachte dankbaar. „Moeder, je bent
toch een eenig menschl" Hij bleef een
oogenblik aarzelen. „Ik zou U twee dingen
willen vertellen. Ten eerste, hoe ik Lynn
ontmoet heb
„Dat heb ik me al eens eerder afge
vraagd."
„Maar toch hebt U er niet naar willen
vragen. Zoo bent U nu eenmaal. Maar juist
daarom wil ik het U vertellen."
Hij vertelde de heele geschiedenis, een
voudig en zonder franje, en verzweeg niets.
Toen hij er mèe klaar was. bleef ze een
poosje zwijgen, en zei eindelijk: „Dat is dus
één van de dingen, die je wilde vertellen.
Wat. is het tweede?"
Hij keek haar in de oogen. „Ik houd van
Lynn Harrison."
Zij toonde geen verwondering, en als ze
al eenige vrees voelde, dan liet ze er niets
van blijken. Ze zei alleen: „Dat wist(ik na
tuurlijk al. En zij
„Ik denk onder andere omstandig
heden
„Dus zij geeft ook om jou." Mevrouw
Stuart was voorzichtig, moederlijk voorzich
tig. „Wat valt daaraan te doen, jongen?"
„Ik weet het niet. Ik wilde U om hulp
vragen
Alles wat wij samen weten," zei zij, „is
bij elkaar nog maar zoo weinig."
„U heeft de intuïtie van een vrouw..'.."
„Die heeft me juist zoo aan het twijfelen
gebracht. Ik mag Lynn graag. Ik geloof in
haar. Ik weet, dat zij alles gedaan heeft om
te verhinderen, dat jij hierin gemengd
werd. Dat is alles heel mooi en heel goed.
Maar maar die getuigenverklaringen van
vandaag dat is alles heel slecht te ver
eenigen met de goede opinie, die wij over
Lynn hebben."
Gregg vroeg: „Maar denkt U dan dat zij
Madge doodgeschoten heeft?"
„Zeer zeker niet. Maar het schijnt wel
niet twijfelachtig, dat zij sedert haar acht
tiende jaar met dien Rick Norton in ver
binding gestaan heeft. En wat je me nu
verteld hebt
„Ik weet het. Wij weten, dat zij bij de
berooving op Long Island geweest is. En
zij was bevreesd, er de politie in te men
gen. Dat bewijst wel dat zij er ernstig bij
betrokken was." Hij stond op en begon
heen en weer te loopen. „Het is volkomen
ongeloofelijk. Ze is je kunt haar toch
niet voorstellen
„Feiten zijn beroerde koppige dingen,
jongen. Vindt je ook niet?"
„Ik word er bang van. Je zou gaan den
ken, dat Lynn een soort dubbele persoon
lijkheid had. We weten, dat ze met dien
man was, toen hij daar in Ohio een mis-
daa1 bedreef. We weten dat ze hem onder
dak gaf of dikwijls met hem was toen
zij geweten moet hebben, dat hij een ont
snapte gevangene was. We weten, dat zij
in dien tijd is opgetreden als tusschenper-
soon bij een kinderroof, en als lokvogel in
een straatberooving. Wij kunnen het niet
gelooven, en toch is het zoo. En het past
niet bij de rest."
„Zooals, bijvoorbeeld?"
„Dat zij van het begin af mij hierbuiten
heeft willen houden. Dat zij geweigerd heeft
met mij te trouwen. Alles even openhartig
en recht door zee. Ik kan er geen touw aan
vast knoopen en ik had gehoopt, dat U
me er mee hadt kunnen helpen."
Mevrouw Stuart schudde moedeloos het
hoofd. „Het spijt me, dat je zooveel om
haar geeft jongen. Maar dat is nu eenmaal
zoo daar valt niet aan te veranderen."
Zij bestudeerde een oogenblik nauwlettend
zijn gezicht en opperde toen: „Ik. had vroe
ger al gedacht dat Carol Faulkner
„Ik wist wel dat U dat hoopteMaar
het is Carol niet." Hij legde zijn pijp weg.
„Ik denk dat Winthrop mij voor morgen
heeft uitverkoren. Het is weinig aanlokke
lijk."
„Omdat jij Lynn hier geïntroduceerd
hebt?"
„Dat ook. Maar vooral omdat hij vragen
zal stellen vragen, waar ik niet behoor
lijk op kan antwoorden."
„Wat wil je dan zeggen?"
„Dat weet ik nog niet."
XVIII.
Gregg Stuart nam plaats in de getuigen
bank en zwoer de waarheid te zeggen, de
heele waarheid en niets dan de waarheid.
Sue Manning merkte op tegen haar buur
man: „Hij mag van mijn part leugens ver
tellen, dan vind ik het nog goed."
Spike Warren gromde: „Dat is de kwaal
van jullie onschuldige kindertjes: mooie
mannen kunnen geen kwaad doen."
Winthrop was minzaam en voorkomend,
toen hij zijn inleidende vragen stelde, en
Gregg was op zijn hoede. Hij had zich vast
voorgenomen, ieder woord zorgvuldig te
wegen en zich niet in woordvalletjes te
laten vangen. Hij had een angstig respect
voor dezen doodaaienden ondervrager.
Wordt vervolgd)
2-2