BINNENLAND - ïwee'de Blad Donderdag 5 Juni 1941 Het overlijden van den ex-keizer Tentoonstelling over voeding in dezen tijd W. J. M. Linden overleden De Nationale Jeugdstorm MOEILIJKHEDEN MET IW BELASTINGEN? Hoogstraten'» Boekhoudbureau, Crönesteinkade 20, Leiden, Telef. 25754 AGENDA Winterhulp Nederland FEUILLETON Sonate Pathétique MAANDAG BIJZETTING TE DOORN. Omtrent de laatste uren van den vroege- ren keizer wordt nog gemeld, dat na een tijdelijke verbetering tijdens het weekeinde, welke een volledig herstel deed verwachten, er Dinsdag in de late avonduren een aan merkelijke verergering in den toestand vas Wilhelm II ontstond. Door een longen- embolie ontstond een snel verval van krachten, dat het van nature sterke lichaam van den patient verzwakte en een diepe be wusteloosheid veroorzaakte, waaruit de vroegere keizer niet meer ontwaakte. Na de schijnbare verbetering van eenige dagen geleden, welke bij den patient den wensch deed opkomen, het ziekbed te ver laten, was een reeks der naaste bloedver wanten, zooals de zoons van Wilhelm II, weer uit Doorn vertrokken, zoodat zij de laatste uren niet aan het ziekbed konden doorbrengen. Toen de dood intrad waren aan het ziekbed aanwezig de gemalin van den keizer, prinses Hermine, zijn dochter, de hertog-in van Brunswijk, prins Louis Fer dinand, kleinzoon, en prinses Henriette, de gemalin van prins Franz Jozef, eveneens een kleinzoon. De tijding van het overlijden van den vroegeren keizer heeft in het dorp Doorn groote ontroering onder de bevolking ver wekt, daar Wilhelm II veel voor de plaats gedaan heelt. (Reeds geplaatst in een deel van onze vorige oplage). Het D.N.B. meldt: De bijzetting van het stoffelijk overschot van den ex-keizer geschiedt aanstaanden Maandagmorgen in de slotkapel van Doorn, die voor deze gelegenheid provisorisch wordt ingericht. Volgens den wensch van den overledene is de kring der deelnemers beperkt tot de naaste familie. Toch wordtn ook enkele delegaties uit Duitschland ver wacht. e a De Führer heeft de gemalin van ex-kei- zer Wilhelm II en den kroonprins telegra fisch zijn deelneming betuigd. De Duitsche bladen wijden groote aan dacht aan het overlijden van den Duit- schen ex-keizer. In uitvoerige artikelen wordt de levensloop van Wilhelm II met de politieke gebeurtenissen van zijn tijd geschilderd. Daarbij verklaart men, dat de politiek van Wilhelm n er niet in is ge slaagd het web van Engeland's omsinge ling te verscheuren. In dit verband be toogt de Deutsche Allgemeine Zeitung, dat in 1914 geen sprake geweest kan zijn van Duitsche schuld aan den oorlog. Steeds herhaalde pogingen om met Engeland tot een vergelijk te komen strandden, zoo schrijft het blad, omdat Engeland nooit bereid was ondubbelzinnig zijn standpunt te bepalen. De Engelschen hebben door hun houding in voorjaar en zomer 1939 bij een overeenkomstige situatie nogmaals be vestigd, waarom het hun ook destijds te doen was: Duitschland beletten zich te verheffen en het vernietigen. „Na den wereldoorlog", zoo vervolgt het blad, „heeft Wilhelm II den opbouwarbeid van den Führer met bewondering en gloeiende hoop voor de toekomst van het Duitsche volk gevolgd". De Berliner Börsenzeitung schrijft: „Het is beter niet te onderzoeken hoe schuld en noodlot in de buitenlandsche politiek van het Wilhelminische tijdperk dooreenge- strengeld waren. Vast staat in ieder geval, dat de leidende Duitsche staatslieden uit de periode voor den wereldoorlog een poli tiek van illusies hebben gevolgd tegenover het gevaar van het Engelsche streven naar omsingeling. Zpo werd de Duitsche bewe gingsvrijheid op het gebied van de buiten- landsch epolitiek steeds meer bemerkt tot dat Duitschland in 1914 onder de ongun stigste omstandigheden zondei sterke bond- genooten gedwongen werd tot den strijd om zijn bestaan". TE DEN HAAG OFFICIEEL GEOPEND. In de toonzaal van het gemeentelijk gas bedrijf te Den Haag vond hedenmorgen de officieele opening plaats van de tentoon stelling „Voeding in dezen tijd". Een wel komstwoord werd gesproken door den directeur-generaal' van de voedselvoorzie ning, ir. Louwes, die verklaarde dat deze tentoonstelling een reeks exposities opende, die in verscheidene plaatsen zal worden ge houden en die geheel gewijd is aan de voeding van dezen tijd. Na de vertegen woordigers van verschillende Nederland- sche en Duitsche instanties te hebben be groet, bracht spreker hulde aan de com missie van voorbereiding voor hetgeen zij in zulk een korten voorbereidingstijd tot stand heeft gebracht. De directeur-gene raal eindigde zijn rede met de hoop uit te spreken, dat het rijksbureau ook voor de volgende tentoonstellingen, in andere plaatsen, een beroep op aller medewerking zou mogen doen. De secretaris-generaal van het departe ment van landbouw en visscherij, dr. H. M. Hirschfeld, hield darana de openingsrede, waarin hij er den nadruk op legde dat ter tentoonstelling aanschouwelijk wordt voorgesteld, hoe wij, tot behoud van onze volkskracht, door een juiste samenstelling en bereiding van de maaltijden het groot ste rendement kunnen verkrijgen zoowel van de bij de distributie ter beschikking gestelde als van de vrije voedingsmiddelen. In het vertrouwen, dat de tentoonstel ling door alle lagen van de bevolking zal worden bezocht, en daardoor zal bijdragen tot een verruiming van de kennis omtrent een doelmatige voeding, wat vooral in de zen bijzonderen tijd heel noodig is, ver klaarde dr. Hirschfeld de tentoonstelling voor geopend. De directeur-generaal van de volksge zondheid, dr. C van den Berg, werd vervol gens het woord gevoerd over „Voeding en Volksgezondheid". Spreker stelde in het licht, dat wij vooral in Nederland in de laatste tientallen jaren op het gebied der volksgezondheid groote successen konden boeken. Ons land is daar bij gekomen op een peil, dat door. geen en kel land wordt geëvenaard. Tot slot sprak mej. E. Mesdag, directrice van de huishoudschool, die zich met de technische verzorging der tentoonstelling heeft belast, over het karakter en de strek king van de expositie. DISTRIBUTIE VAN VLEESCH EN VLEESCHWAREN. De secretaris-generaal van het departe ment van landbouw en visscherij vestigt er nogmaals met nadruk de aandacht op, dat de met „een rantsoen vleesch" ge merkte bonnen, welke onbeperkt geldig zijn, recht geven op het koopen van een heel rantsoen vleesch (honderd gram, been in begrepen) of een heel rantsoen vleeschwa- ren, dus op een hoeveelheid, welke twee maal zoo groot is als kan worden gekocht tegen afgifte van een genummerden bon van de vleeschkaart. Evenzoo geeft met „een rantsoen vleeschwaren" gemerkte bon recht op het koopen van een heel rantsoen vleeschwaren, dus op een hoe veelheid, welke tweemaal zoo groot is als kan worden gekocht tegen afgifte van de voor vleeschwaren bestemde genummerde bonnen van de vleeschkaart, die slechts op een half rantsoen vleeschwaren recht geven. Reserve luit.-kolonel W. J. M, Linden, die gisteren te Den Haag is overleden, was een aldaar bekende persoonlijkheid, die zich op verschillende gebieden verdienstelijk heeft gemaakt. De heer Linden werd geboren op 2 Januari 1880 te Rotterdam. Hij bezocht in de Maasstad de H.B.S., bezocht vervolgens de cadettenschool en de militaire academie. In 1902 werd de lieer Linden tweede luite nant der infanterie bij het Ned.-Indische leger, en 2 jaar later werd hij als zoodanig overgeplaats naar het Nederl. leger, In 1907 werd hij benoemd tot eerste luitenant der infanterie en werd in 1913 gedetacheerd bij de 2e afdeeling van het toenmalige de partement van oorlog. Bij het uitbreken van den wereldoorlog werd hij opgenomen in den staf van de 4e infanteriebrigade. In 1917 werd hij bevorderd tot kapitein en in 1923 gepensionneerd, in welk jaar hij be noemd werd tot redacteur van het kort ver slag der Tweede Kamer, In 1928 volgde zijn bevordering tot reserve majoor en in 1934 tot reserve luit-kolonel. De overledene is om, geweest secretaris van de Nederland- sche vereeniging „Ons Leger", van de Ne- derlandsche vereeniging Volksweerbaarheid en van de Nederlandsche vereeniging van scherpschutters. Ook is hij voorzitter ge weest van den Ned. krachtsport-bond. Ver der maakte hij deel uit van het Ned. Olym pisch Comité. De heer Linden heeft ver schillende publicaties uitgegeven, zoo o.m. een gids in .iustitieele zaken in 1915, verder een publicatie over onze neutraliteit 1916 1917 en een gedenkboek over de Olympische spelen Amsterdam van-1929. uitgegeven in 1930. ONGEVALLENVERZEKERING VOOR NEDERLANDSCHE ARBEIDERS IN NOORD-FRANKRIJK, Blijkens een besluit van den secretaris generaal van het departement van sociale zaken worden de in Nederland gevestigde werkgeyers, die werken uitvoeren in het bezette Fransche gebied ten aanzien van het geheele complex dier werkzaamheden geacht een verzekeringsplichtig bedrijf uit te oefenen, dat is ingedeeld in gevaren- klasse 35, met toewijzing van gevarencijfer 40. In afwijking van het bepaalde in de ongevallenwet 1921 is risico-overdracht ten aanzien van deze werken uitgesloten. De werkgevers zijn verplicht de loonlijs ten, welke zij ter plaatse, waar de werk zaamheden worden verricht, aanhouden voor de Duitsche weermacht, of een af schrift daarvan, toe te zenden aan of ter beschikking te stellen van den raad van arbeid te 's-Gravenhage. Deze raad van arbeid is belast met de vaststelling en de inning der prerpiên. get dagloon voor berekening der pre- mien wordt voor alle werklieden, werk zaam in bovenbedoeld gedeelte der onder nemingen, vastgesteld op f.8, de Zonda gen inbegrepen, indien op Zondag gewerkt wordt. In afwijking van de desbetreffende be palingen der ongevallenwet 1921, bedraagt de tijdelijke uitkeering voor arbeiders, werkzaam bij de bedoelde werken, wier uurloon 60 cent of meer, doch minder dan 70 cent bedraagt, f.5 per. dag, voor arbei ders, wier uurloon 70 cent of meer be draagt, f. 6 per dag, de Zondagen daarbij inbegrepen, indien op Zondag gewerkt wordt, en voor arbeiders met een vast week- of maandloon 80 pCt. van het vaste loon in guldens. 1 Aan bouwvakarbeiders, die op uurloon werkzaam zijn, wordt, gedurende de eer ste 6 weken, ook een vergoeding voor va- cantiebonnen verstrekt over volle kalender- weken, waarover tijdelijke uitkeering wordt gegeven. Deze vergoeding wordt bij een uurloon van 6070 cent f. 1.12 per kalenderweek, bij een uurloon van 70 cent of meer f. 1.16 per kalenderweek. Deze verordening wordt geacht op 1 Ja nuari 1941 in werking te zijn getreden. Het A.NP. meldt: Op de persconferentie te Den Haag heeft de propagandaleider van den Nationalen Jeugdstorm, de heer H. Raitgers, een uit eenzetting gegeven over beteekenis en deol, organisatie, werkwijze en toekomst van den nationalen jeugdstorm, benevens over den geest, welke in den Jeugdstorm heerscht. Spreker verzekerde: le. dat de jeugdstorm geen politieke orga nisatie is of zal worden; 2e. dat er in den jeugdstorm geen poli tieke scholing wordt gegeven; 3e. dat het den leden van den jeugdstorm in dienst verboden is over politiek te spreken 4e. dat in antwoord op de vraag, in welke richting de geestelijke vorming van de jeugd tot burger en burgeres in den jeugdstorm in beginsel dan wèl gaat, gezegd kan wor den, dat hierbij de uitgangspunten gelden: dat in een geestelijk gezond volk geen binmenlandscbe politiek moest bestaan, hoogstens een buitenlandsche politiek en dat religieuze gevoelens en de belijding daarvan geëerbiedigd en geschraagd moe ten worden, doch tevens, dat deze gevoelens zoo heilig zijn, dat zij nimmer mogen wor den tot en misbruikt als politieke argu menten, 5e. dat het waarlijk niet voor niets is, dat de jeugdstorm de Nationale Jeugdstorm heet. De sporten en spelen, die de jeugdstorm beoefent, zijn ingesteld op het aankweeken van echte kameraadschap, die leidt tot een onvoorwaardelijke trouw aan elkander; an ders gezegd tot het bevorderen van den troepgeest boven de individueele prestaties. Van de verschillende bestaande diensten noemde spreker: lichamelijke opvoeding, vliegsport, watersport, kampeeren en veld werk, meisjesaangelegenheden, geneeskun dige zorg, vorming, ledenregistratie, gelde lijk beheer, voorlichting, het jeugdstorm- blad „De Stormmeeuw", foto, film, radio, persdienst. Speciale aandacht vroeg spr. voor de afd. geneeskundige zorg. Door dezen dienst worden alle jongens en meisjes „doorgelicht" en de resultaten daarvan worden in een kaartsysteem aangebracht. Van welk enorm belang dit is voor ons ge heele volk moge blijken uit het feit, dat ■gemiddeld 1 pet. van de stormers en storm- sters onder dokters- en specialisten-behan deling gesteld moet worden of naar sana toria verwezen dient te worden. Dat deze geneeskundige behandeling onderdeel van het jeugdstormwerk een onsohat- baren invloed zal hebben op de volksgezond heid, spreekt vanzelf. Reeds thans worden de voorbereidingen getroffen om de orga nisatie van den jeugdstorm voor de komende jaren op te bouwen. Gezien het ideaal van den jeugdstorrp, n.l. één eensgezinde Nederlandsche jeugd, zal het duidelijk zijn aldus eindigde de heer Rutgers dat wij ons de toekomst van ons vaderland alleen kunnen zien met één jeugdorganisatie, door den staat ge machtigd tot alle jeugdwerk. Een jeugd organisatie dus, die niet meer, zooals vroe ger het geval was, leeft en werkt bij de ,gra- tie van haar begunstigers en de groepjes of soms wel kliekjes die achter haar stonden, maar een jeugdorganisatie, die ge dragen wordt door. het vertrouwen en het geloof van het geheele Nederlandsche volk. GEEN VERWIJTEN AAN DEN KOLENHANDELAAR. De bond van Ned. handelaren in brand stoffen schrijft ons: Blijkens bekendmaking van den secreta ris-generaal in de bladen mogen geen brandstoffen meer worden afgeleverd op de bonnen en toewijzingen, welke aan ver bruikers zijn verstrekt en welke dienden voor verwarming in het stookseizoen 1940- 1941. Desondanks komen nog vele verbruikers om aflevering te verlangen op de bonnen welke zij destijds tijdig bij de handelaren hebben ingediend, zooals bijvoorbeeld de bonnen 15, 16 en 17. Wij vestigen er na drukkelijk de aandacht op, dat de hande- LOONBELASTING, OMZETBELASTING, INKOMSTEN, en VERMOGENSBELASTING. 3660 (Insez. Ilea.) HEDEN. Nomateg (Binnenvestgracht 21) Spr. HL Heymans. 8 uur nam. Vrijdag. Evang. Luth. Kerk: Interkerkelijke bijeen komst. Spr. ds. Vossers en ds. Bieger. 8 u. nam. Schuttershof: Leerlingenuitvoering Muziek school Mij. voor Toonkunst. 7% uur nam. ÜlOÜCOi'ËN t 18 Jaar; 14 Jaar; 5 alle leefljden. Luxor-theater: „Merijntje Gijzens Jeugd" Dagelijks nam. 2 en 8 u. Pinksterdagen 3—7 uur doorl. voorstelling. Lido-theater: „Meine Tante, deine Tante" Dagelijks 8.15 uur nam.; 's Zondags te 21/4, 4.30 en 81/4 u. Woensdag en Zaterdag ma- - tinée 2.30 uur. Trianon-theater: „Theo op het huwelijkspad" 5 Dagelijks 2 en 8 uur. 's Zondags en 2de Pink sterdag van 26.30 uur doorl, voorstelling. Casino-theater: „De wildernis roept" Dagelijks 8 uur. Woensdag en Zaterdag ook 2% uur Pinksterdagen te 2, 4% en 8 uur. Rex-theater: „De baas in huis" Dagelijks 2 en 8 uur nam.; Zondag en 2de Pinksterdag 2—4*6 uur doorl. voorstelling. Nova-theater (Katwijk aan Zee): Nam. 8 uur. Vrijdag en Zaterdag „Amerikaansche ont knooping". Zondbg gesloten. Vanaf Maandag „Amsterdam bij nacht". 2de Pinksterdag te 2, 4 1/4 en 8 uur nam. De avond-, nacht- en Zondagsdienst der apo theken te Leiden wordt van Maandag 2 Juni 8 uur tot Zaterdag 7 Juni 8 uur waargenomen door de apotheek „Tot Hulp der Menschheid". Hooi gracht 48, Tel. 21060, dc Doeza-apotheek, Doeza- straat 31, Tel. 21313 en te Oegstgeest door: de Oegstgeestsche Apotheek, Wilhelminapark 8, tel. 26274. LüCÏTrTEMPERATTTTJR. 9 uur voorm.: I6V2 gr. C. (62 gr. F.). WATERTEMPERATUUR. Zweminrichting „De Zijl" 19 gr. Celsius. Zweminrichting „Poelmeer". 20 gr, Celsius. Gironummer van de W. H. N. 5 5 5 3. De Bank van de W.H.N. IsKas- vereeniging N. V. Amsterdam, Postgironummer 8 7 7. Stort op 5553 of 877. Ge brengt geluk in veler leven. laren thans op deze bonnen niet meer mo gen afleveren. Zoowel handelaren als af nemers waren in de veronderstelling, dat de aflevering op deze bonnen alsnog zou kunnen plaats vinden, aangezien het pu bliek is aangeraden de bonnen voor den vervaldag bij de kolenhandelaren in te le veren, ook indien op de bonnen niet aan stonds brandstoffen konden worden afge leverd. Nu aan den handel deze aflevering ver der is verboden, bestaat bij sommige afne mers de neiging, dit den handelaren te verwijten. De handelaren staan hier even wel voor hetzelfde feit als de afnemers, die hun bonnen reeds hebben ingeleverd, doch daarop nog geen brandstoffen ontvingen, omdat hun leveranciers daartoe nog niet bij machte waren. Men dringe dan ook niet meer bij de handelaren aan op levering en bedenke, d£t ook zij er onkundig van wa ren, dat een afleveringsverbod als boven bedoeld zou worden uitgevaardigd. STEENEN BIJL GEVONDEN. Een inwoner van De Wijk bij Meppel heeft in een perceel turfveen in het nabu rige Koekangeveld op vrij groote diepte een fraaien steenen bijl gevonden. Naar ver luidt zijn reeds liefhebbers verschenen, die den vinder daarvoor een goeden prijs heb ben geboden, doch deze wil het vele dui zenden jaren oude voorwerp niet van de hand doen. Door OCTAVUS ROY. (33 Frenzy begon in zijn benauwdheid te pro- testeeren: „Hoor nou eens, Joe al dat gezwam over Fauna en mij is niks als mal ligheid." Joe's stem liep over van zelfopoffering. „Nee dat is niks as de waarheid. Ik ben maar een arme ongelukkige veldneger, met niet eens geen werk, en ze geeft niks om me. En daarom daarom doe ik d'r an jou over." „Hè, watte?" hijgde Frenzy. „Ze is van jou. Mijn hart doet pijn maar ik geef d'r an jou. En, vrind Gillings, wee-je gebeente as je d'r niet goed be handelt! Dan zal ik je al je kiezen in je keel stampen!" „Maar Joe ze is juist gek op jou!" „Ik weet, wat ik zeg. Ik ben maar een arme „Dat weet ik wel; dat heb je daarnet al gezegd. Maar ik wed, as jij een baan had, zou ze je dalijk om je hals vliegen „Ik zal zorgen, dat ze krijgt wat ze heb ben wil. -Pas jij maar goed op d'r; ik zal wel op jou passen." Joe strompelde weg, overweldigd door zijn opofferende daad, en Frenzy zat met de ge bakken peren! Het liep hem koud over zijn rug. Hij werd eenvoudig gedwongen met Fauna te trouwen! Joe Herring kon op vliegen me» zijn edelmoedigheid. r?e heer Gillings wv wanhopig en rampzalig onge lukkig. Hij zag Gregg's auto de oprijlaan inrijden en haastte zich er heen. Gregg stapte uit, keek Frenzy aan en vroeg: „Wat scheelt jou? Je trekt een gezicht als een oorwurm." „Zoo voel ik me nèt, m'neer Gregg". Een nieuwe gedachte schoot hem door het hoofd een inspiiiatie. Hij vroeg: „M'neerr Gregg, weet U hier niet een geschikt baan tje, een baantje waar een man op trouwen kan?" „Wou je trouwen, Frenzy?" „Nee, m'neerr, nee Ikke niet. Een vriend van me. U weet wel: de lange Joe Her ring." „O zoowil je hem dus helpen?" vroeg Gregg, „Zoo zou je het kunnen zeggen, m'neerr Gregg. Al wilt U alleen maar zeggen dat U naar een baantje wilt uitkijken „Goed, Frenzy. Ik zal mijn best doen." Frenzy dacht: „Hanou kan ik tegen Joe zeggen, dat meneer Gregg zei, dat-ie vast wel een baantje voor hem weet. Mis schien zegt-ie het wel aan Fauna. Misschien. De nood maakt vindingrijk: alweer schoot hem iets te binnen. „Willie Thomas, de grondknecht van de golfclub is dood: zou dat niet wat wezen?" „Misschien Meer had Frenzy niet noodig. Hij voelde er niets voor, Joe Herring te helpen, of Fauna. En hij wist wel dat zijn baas wel andere dingen aan zijn hoofd had, en hun gesprek onmiddellijk zou vergeten. Maar nu had hij iets om op door te gaan. Hij zag zichzelf al: hij zou Joe en Fauna warm maken voor dat idee. Een grondknechten- baantje met twaalf dollar per week en een huisje. Getrouwd zijn was een- voorwaarde. Ideaal voor een jong stel. Frenzy grijnsde alweer. „Ik zal ze uitleggen, dat ze er eerst voor getrouwd moeten wezen. En als Joe dan het baantje niet krijgt.Verdorie laat ik ook eens lol oip Joe hebben!" Gregg was naar binnen gegaan en de woonkamer binnengeloopen. Hij was moe en onrustig en zenuwachtig. Zijn moeder nam hem zwijgend op, terwijl hij een pijp greep en begon te stoppen. Hij plofte zwaar neer ineen stoel tegenover haar, en nu zei ze eindelijk: „Je bent vroeg terug." „JaLynn wilde me niet ontvangen." Zijn mond stond strak. „Ze liet zeggen, dat ze zich niet goed voelde.... dat ze hoofd pijn had." „Dat is meer dan waarschijnlijk, hè." „Dat weet ik wel.maar ik had haar willen spreken." Hij beet hevig op de steel van zijn pijp. „Het was vandaag een el lendige dag." Mevrouw Stuart knikte. Ze vroeg be grijpend: ..Wilde je wat praten, jongen?" Hij glimlachte dankbaar. „Moeder, je bent toch een eenig menschl" Hij bleef een oogenblik aarzelen. „Ik zou U twee dingen willen vertellen. Ten eerste, hoe ik Lynn ontmoet heb „Dat heb ik me al eens eerder afge vraagd." „Maar toch hebt U er niet naar willen vragen. Zoo bent U nu eenmaal. Maar juist daarom wil ik het U vertellen." Hij vertelde de heele geschiedenis, een voudig en zonder franje, en verzweeg niets. Toen hij er mèe klaar was. bleef ze een poosje zwijgen, en zei eindelijk: „Dat is dus één van de dingen, die je wilde vertellen. Wat. is het tweede?" Hij keek haar in de oogen. „Ik houd van Lynn Harrison." Zij toonde geen verwondering, en als ze al eenige vrees voelde, dan liet ze er niets van blijken. Ze zei alleen: „Dat wist(ik na tuurlijk al. En zij „Ik denk onder andere omstandig heden „Dus zij geeft ook om jou." Mevrouw Stuart was voorzichtig, moederlijk voorzich tig. „Wat valt daaraan te doen, jongen?" „Ik weet het niet. Ik wilde U om hulp vragen Alles wat wij samen weten," zei zij, „is bij elkaar nog maar zoo weinig." „U heeft de intuïtie van een vrouw..'.." „Die heeft me juist zoo aan het twijfelen gebracht. Ik mag Lynn graag. Ik geloof in haar. Ik weet, dat zij alles gedaan heeft om te verhinderen, dat jij hierin gemengd werd. Dat is alles heel mooi en heel goed. Maar maar die getuigenverklaringen van vandaag dat is alles heel slecht te ver eenigen met de goede opinie, die wij over Lynn hebben." Gregg vroeg: „Maar denkt U dan dat zij Madge doodgeschoten heeft?" „Zeer zeker niet. Maar het schijnt wel niet twijfelachtig, dat zij sedert haar acht tiende jaar met dien Rick Norton in ver binding gestaan heeft. En wat je me nu verteld hebt „Ik weet het. Wij weten, dat zij bij de berooving op Long Island geweest is. En zij was bevreesd, er de politie in te men gen. Dat bewijst wel dat zij er ernstig bij betrokken was." Hij stond op en begon heen en weer te loopen. „Het is volkomen ongeloofelijk. Ze is je kunt haar toch niet voorstellen „Feiten zijn beroerde koppige dingen, jongen. Vindt je ook niet?" „Ik word er bang van. Je zou gaan den ken, dat Lynn een soort dubbele persoon lijkheid had. We weten, dat ze met dien man was, toen hij daar in Ohio een mis- daa1 bedreef. We weten dat ze hem onder dak gaf of dikwijls met hem was toen zij geweten moet hebben, dat hij een ont snapte gevangene was. We weten, dat zij in dien tijd is opgetreden als tusschenper- soon bij een kinderroof, en als lokvogel in een straatberooving. Wij kunnen het niet gelooven, en toch is het zoo. En het past niet bij de rest." „Zooals, bijvoorbeeld?" „Dat zij van het begin af mij hierbuiten heeft willen houden. Dat zij geweigerd heeft met mij te trouwen. Alles even openhartig en recht door zee. Ik kan er geen touw aan vast knoopen en ik had gehoopt, dat U me er mee hadt kunnen helpen." Mevrouw Stuart schudde moedeloos het hoofd. „Het spijt me, dat je zooveel om haar geeft jongen. Maar dat is nu eenmaal zoo daar valt niet aan te veranderen." Zij bestudeerde een oogenblik nauwlettend zijn gezicht en opperde toen: „Ik. had vroe ger al gedacht dat Carol Faulkner „Ik wist wel dat U dat hoopteMaar het is Carol niet." Hij legde zijn pijp weg. „Ik denk dat Winthrop mij voor morgen heeft uitverkoren. Het is weinig aanlokke lijk." „Omdat jij Lynn hier geïntroduceerd hebt?" „Dat ook. Maar vooral omdat hij vragen zal stellen vragen, waar ik niet behoor lijk op kan antwoorden." „Wat wil je dan zeggen?" „Dat weet ik nog niet." XVIII. Gregg Stuart nam plaats in de getuigen bank en zwoer de waarheid te zeggen, de heele waarheid en niets dan de waarheid. Sue Manning merkte op tegen haar buur man: „Hij mag van mijn part leugens ver tellen, dan vind ik het nog goed." Spike Warren gromde: „Dat is de kwaal van jullie onschuldige kindertjes: mooie mannen kunnen geen kwaad doen." Winthrop was minzaam en voorkomend, toen hij zijn inleidende vragen stelde, en Gregg was op zijn hoede. Hij had zich vast voorgenomen, ieder woord zorgvuldig te wegen en zich niet in woordvalletjes te laten vangen. Hij had een angstig respect voor dezen doodaaienden ondervrager. Wordt vervolgd) 2-2

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 6