BINNENLAND Ons Kort Verhaal LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 31 Mei 1941 Derde Blad No. 24901 82sfe Jaargang Ned. Indië en Japan VRAGENRUBRIEK MOEILIJKHEDEN MET IW BELASTINGEN? Hoogstraten's Boekhoudbureau, Cronesteinkade 20, Leiden, Telef. 25754 Het ringetje LAND- EN TUINBOUW Gemengd Nieuws ONDERHANDELINGEN IN KRITIEK STADIUM. Domei meldt uit Tokio: In een commentaar op het „hoogst kritieke stadium" dat bereikt is in de onderhande lingen te Batavia wordt in de bladen van het Asaho Sjimboen concern geschreven, dat het bestuur van Nederlandsch Indiè na de ineenstorting van Nederland een houding aan den dag heeft gelegd, uitgaande naar het streven naar een rationeele aanpassing der economische betrekkingen met Japan. Later werd de Nederlandsch Indische hou ding echter strakker, waarbij een krachtige economische druk gestadig werd uitgeoefend door Groot-Brittannië en de Vereenigde Staten tegen Japan. In September j.l. zond de Japansche regeerirtg Isjizo Kobayasji, den minister van handel en industrie, als specialen afgezant naar Batavia voor het voeren van economische onderhandelingen met de Nederlandsch Indische autoriteiten voor de wederaanpassing van de economi sche betrekkingen tusschen de beide landen langs vreedzame wegen. Kenkisji Josjizawa, de vroegere minister van buitenlandsche zaken, is in December j.l. naar Batavia ge zonden door de Japansche regeering als op volger van Kobayasji, die naar Tokio was teruggekeerd, na een gedeeltelijke overeen komst Aiet het Nederlandsch Indische be stuur tot stand te hebben gébracht. De anti-Japansche houding van het Nederlandsch Indische bestuur is van dien aard, aldus de genoemde bladen, dat het weigert in strijd met zijn belofte, materialen aan Japan te leveren. Tien dagen zijn verstreken zonder eenig antwoord van de Nederlandsche regeering sedert de vice minister van buitenlandsche zaken, Ohasji, den Nederlandschen gezant, generaal Pabst, op 19 Mei uitnoodigde een bezoek te brengen aan het departement van buitelandsche zaken en de Nederlandsche regeering verzocht haar houding jegens Japan te herzien. De Asahi Sjimboen voegt hieraan toe: de uiterst delicate toestand kan zich ontwik kelen al naar gelang van het antwoord der Nederlandsche regeering, dat binnen afzien- baren tijd kan komen. De Kokoemin Sjimboen verklaart, dat Japan gedwongen zou kunnen worden „be langrijke besluiten te nemen" op grond van de komende stappen van Nederlandsch Indië met inbegrip van een terugroepen van den Japanschen specialen afgezant, Kenkisji Yosjizawa, uit Batavia. Onnoodig te zeggen aldus het blad dat eehige derde mogendheden achter de anti-Japansche houding staan, welke wordt aangenomen door Nederlandsch Indië. Alle verantwoor delijkheid voor de gevolgen eener mogelijke mislukking van de besprekingen te Batavia moet echter gedragen worden door Neder landsch Indië. Het blad gelooft, dat Japan zal overgaan tot volledigen opbouw van een sfeer van gemeenschappelijke welvaart in groot Oost Azië op een andere wijze. Nader meldt het D.N.B. uit Tokio: De onderhandelingen zijn definitief op het doode punt aangekomen. Men ziet van Japansche zijde geen mogelijkheid meer om deze situatie, gezien de houding der Neder landsch Indische autoriteiten, te wijzigen. Deze autoriteiten moeten beschuldigd wor den, zoo zegt Domei, van onoprechtheid en volkomen afhankelijkheid van Engeland en Amerika. De Nederlandsche delegatie, die de econo mische onderhandelingen met Japan leidt, heeft bekend gemaakt, dat het Nederlandsch Indië onmogelijk is een beslissend antwoord op de Japansche voorstellen nog in den loop van deze week te geven. Er werd ge weigerd een nadere verklaring af te leggen. LOONKORTING EN AFHALEN VAN PERSOONSBEWIJS. NEDERLANDSCHE BEDRIJFSLEIDERS IN DUITSCHLAND. Een aantal Nederlandsche bedrijfsleiders, die zich momenteel op uitnoodiging van het Duitsche arbeidsfront op een reis in Duitschland bevinden, arriveerde in de Zwabisohe gouwhoofdstad Augsburg, om daar het nationaal-socialistisch modelbe- drijf Bemberg te bezichtigen. Na verder de wereldberoemde gouden zaal van het Augsburgsche raadhuis te heb ben bezocht, verlieten de bedrijfsleiders Augsburg, om de reis voort te zetten. Te voren was reeds een bezoek aan Neu renberg gebracht. Daar werden de partij- terreinen met hun gebouwen en de K.D.F.- st-ad bezocht, alsook een aantal modelbe- drijven en eenige gebouwen der oude stad, o.a. het raadhuis. „VREUGDE EN ARBFJD'r NAAR NOORD-FRANKRIJK. Een zeer groot aantal Nederlandsche ar beiders heeft werk gevonden in Noord- Frankrijk. Zij bevinden zich dikwijls op plaatsen, waar weinig verstrooiing is en bovendien missen zij het contact met hun vaderland. „Vreugde en Arbeid" heeft nu een plan gemaakt, dat, nadat eenige dagen geleden overleg is gepleegd met de werkgevers in vder dienst de arbeiders in Noord-Frank- hjk werkzaam zijn, waarschijnlijk spoedig tot uitvoering zal kunnen worden gebracht. Ongeveer eind Juni zal een cabaretgroep, dertien leden sterk, een tournee maken door de steden en dorpen, langs de kam pen en barakken in Frankrijk, waar zich de Nederlandsche arbeiders bevinden. DE DISTRIBUTIE. Van bevoegde zijde deelt men ons mede, dat de afschaffing van de gewoonte, om bonnen nog eenige dagen na afloop van de distributieperiode, voor welke zij zijn geldig verklaard, te laten gebruiken geen verderee beperking voor den consument beduidt. Deze maatregel vindt zijn uitslui tend motief in administratieve redenen, n.l. dat het bij het vrij groot aantal artikelen, dat onder de distributieregeling valt, samen ongeveer dertig, allengs zoowel voor het Publiek als voor den detaillist zeer moeilijk tterd hierin orde op zaken te houden. Eenige administratieve vereenvoudiging tterd dringend gewenscht. De persdienst van het N.V.V. meldt: Het N.V.V. ontving de laatste dagen ver schillende klachten van arbeiders, wier loon niet werd uitbetaald voor het verlet, dat zij voor het in ontvangst nemen van het persoonsbewijs moesten maken. Het N. V.V. vestigt er daarom in dit verband de aandacht op van de werkgevers, dat het hier een door de overheid opgelegde ver plichting betreft en dus op artikel 1638c ten derde van het burgerlijk wetboek van toepassing is. Dit artikel zegt, dat de ar beider zijn aanspraak op het naar tijds ruimte vastgestelde loon voor een korten naar billijkheid te berekenen tijd, behoudt, wanneer hij, hetzij tengevolge van de ver vulling eener door wet of overheid zonder geldelijke vergoeding opgelegde verplich ting, welke niet in zijn vrijen tijd kan ge schieden. hetzij tengevolge van zeer bijzon dere, buiten zijn schuld ontstane omstan digheden, verhinderd is geweest zijn arbeid te verrichten. Het is ten aanzien van het bovenvermel de duidelijk, dat deze doorbetaling van het loon door het college van rijksbemiddelaars niet als loonsverhocging wordt beschouwd. Het N.V.V. dringt er dan ook bij de werk gevers ten sterkste op aan, dat zij in dit opzicht den arbeider niet te kort doen en hem het voor het afhalen van het per soonsbewijs noodzakelijke verlet, gewoon doorbetalen. C. S. F. te O. - Als geweigerd wordt te be talen, hebt u slechts door het instellen van een rechtsvordering kans, dat door rechterlijke uit spraak de huurder tot betaling verplicht wordt. Misschien valt u in de termen voor kostelooze behandeling of tegen verminderd tarief. J. v. G. te V. - Ook ten opzichte van den nieuwen eigenaar is het huurcontract geldig. Als de huur op schrift voor een bepaalden tijd is aangegaan, eindigt de overeenkomst op den vast- gestelden tijd. Het sluiten van het contract was geoorloofd. Tracht de zaak in der minne te schikken, des noods door het betalen van eenige schadeloos stelling. Koor van slaboontjes: „Meiregen, maak dat ik grooter word, Grooter word, Groot zijn dat min ik zoo zeer". LOONBELASTING, OMZETBELASTING, INKOMSTEN- en VERMOGENSBELASTING. 3484 (Ingez. Med.) DOOR ABLOVA. Het oude huis, van den grooten weg af nog juist even te zien tusschen de hooge boomen, is leeg gekomen. Het zal niet lang meer duren of de klimop zal over de ramen kruipen en het onkruid de nu nog gladde gazons overwoekeren. „Te koop of te huur." Met het groote witte bord, dat de oude Jochems bij het hek in den grond geslagen heeft, is het onherroepelijke gebeurd: het huis, het oude, goede, vertrouwde huis zal door een ander bewoond worden. Het heeft den jongen mijnheer veel moeite gekost om tot dit besluit te komen. Maar wat haalt het aan om het alleen te blijven bewonen? Jochems, de tuinman, is al zoo oud, dat hij toch spoedig gepension- neerd zou moeten worden. De huishoudster en de meisjes hebben al, toen de oude mevrouw zoo ziek lag, naar een andere be trekking omgekeken. Het koetshuis en de koetsierswoning staan al lang leeg. Wat bleef er anders voor hem over? Was het al niet uit piëteit geweest, dat hij met zijn moeder het te groote huls was blijven bewonen? Den laatsten dag doet de jonge mijn heer nog een keer de ronde. Hij gaat pein zend en ziet aandachtig om zich heen. Het is heel stil in huis de anderen zijn van morgen vertrokken en toch is het vol van stemmen uit het verleden. Frank loopt door de lange gangen en de oude hooge kamers. Er is geen vertrek of het wekt weemoedige herinneringen in hem op. Zijn eigen kamer ziet uit op den groo- ten tuin met den vijver, waarin vroeger de zwanen dreven. Op den drempel van het leege vertrek staande ziet hij vreemd ont roerd naar de doode muren, den kalen vloer. Hier was het eigen plekje van den kleinen jongen tot scholier, van scholier tot volwassen man. Hier heeft hij op een stillen avond, voor het raam, het moeilijke besluit genomen om al dit liefs te gaan verlaten. Het laatst gaat hij naar de kamer van zijn moeder aan den voorkant. Zacht ont sluit hij de deur. De zon schijnt naar bin nen. Hij ziet haar zitten, dicht bij het ven ster, zooals ze daar in de laatste jaren, daar ze moeilijk ter been was, nagenoeg den geheelen dag zat. Het grijze hoofd, ge bogen over een handwerkje; het opheffen, wanneer hij binnen kwam. Haar goede, warme oogen, die hem zoo dierbaar wa ren. Haar zachte bevende hand die hem over het haar streek, als was hij een kleine jongen Voorbij, denkt Frank. Hij sluit de voor deur, haalt zijn two-seater uit de garage en rijdt door het hek naar buiten. Nog een keer blijft hij staan en kijkt om naar het verleden, dat daar, door de late middagzon beschenen, tusschen het groen omhoog rijst. De flat in de stad is modern gemeubi leerd met stalen meubelen. Het kost hem wel wat moeite om daaraan te wennen en in stilte verlangt hij menigmaal naar de gezellige warme sfeer van de ouderwetsche dingen thuis. Frank is als jongen, bij ge brek aan omgang met andere kinderen, wat eenzelvig geweest en dat heeft hij in latere jaren behouden. Het kost Lubbers, den eenigen vriend in de stad. dan ook genoeg moeite om hem eens uit zijn doen te halen en mee uit te krijgen. Niet veel heeft Frank uit het oude huis kunnen meenemen. Een enkel schilderij, waaraan bijzondere herinnering verbonden is; wat portretten, wat kleine souvenirs. Maar er is één ding bij, dat hem bijzonder dierbaar is. Een ouderwefcsch gouden ringe tje, dat vroeger zijn grootmoeder, daarna zijn moeder gedragen heeft. Ja, zoolang het hem heugt ziet hij het gouden slangetje met spitse kopje aan zijn moeders vinger. Het hoorde zij haar zooals haar lieve ocgen en zachte handen. Kort voor haar ziekte alsof ze een voorgevoel had heeft ze het van haar vinger geschoven en het hem gegeven. „Zooals vóór mij grootmoeder het droeg, zoo hoop ik dat eenmaal je vrouw het zal dragen, jongen." Op stille avonden haalt Frank het sie raad uit zijn portefeuille en beziet het met ontroerde aandacht. Al is het oude huis dan verloren, dit kostbare stukje van het ver leden draagt- hij altijd bij zich. Het wordt winter; dan volgen de lente en de zomer. Hij gaat 's Zondags wel met Lubbers en diens vrouw naar buiten, zeilen op het meer. En dan komt de dag, dat hij des avonds met grooter devotie dan anders het ringetje te voorschijn haalt. Hij ziet liet in gedachten aan den slanken vinger van een meisje, dat hij nu al maandenlang op hun Zondagsche uitstapjes heeft ont moet. Een week daarna laat hij zijn vrienden alleen gaan. Des Zondags rijdt hij met zijn auto naar het oude dorp. Het huis staat nog steeds te huur. Te oud en niet modern qenoeg voor den tegenwoordigen tijd, denkt hij bitter. Hij dwaalt In gedachten door den tuin en om het huis heen, terwijl de eerste herfstbladeren al geluidloos naar beneden dwarrelen, en ziet de toekomst vóór zich. Lise en hij, hier, in het oude huisIs er heerlijker gedachte mogelijk? Hij ziet het bewoond, levend, met kinderstemmen en vroolijk gezang gevuld zooals vroeger en ontroerd staart hij naar de blinde ramen, alsof dat alles al werkelijkheid geworden is. Denzelfden avond neemt hij zijn besluit. „Mag ik heel eerlijk zijn?" zegt Lubbers aarzelend, wanneer Frank het hem verteld heeft. „Ikgeloof niet dat Lise geheel en al bij jou zal passen. Neem me niet kwalijk, dat ik je dat zoo zeg, beste jon gen. Is ze niet wat oppervlakkig? Zullen jullie, jouw gevoelige aard in aanmerking nemend, wel harmonieeren?" „Je kent haar niet," zegt Frank opge wekt. „Anders zou je dat niet beweren. Ik geloof, dat we heel gelukkig zullen zijn." „Ik hoop het van harte," antwoordt Lub bers warm. De herfst komt met donkere, winderige avonden, wervelende bladerstormen en drenserige regens. Waarom aarzelt Frank nog? Eindelijk, op zekeren avond, als Lise en hij voor den open haard op zijn kamer zitten, doet Frank wat hij den laatsten tijd a) honderd keer in gedachten beleefd heeft. Hij haalt eerbiedig het ringetje uit zijn portefeuille en schuift het aan haar vin ger. In dit voor hem plechtige oogenblik is het alsof het grijze hoofd van zijn moe der hem uit het schemerduister lachend toeknikt. „Wat een aardig dingetje," zegt Lise. Hij vertelt haar, terwijl het knappende houtvuur dansende schaduwen op de mu ren werpt, de geschiedenis van het sieraad, dat hem zoo dierbaar is. Het oude huis gaat weer leven in zijn gedachten; hij beleeft zijn jeugd, wordt ouder, studeertMaar altijd wanneer hij thuis komt is daar ook de zachte moederhand met het gouden rin getje. „Zooals vóór mij grootmoeder het droeg, zoo hoop ik dat eenmaal je vrouw het zal dragen," herhaalt hij ontroerd. „En nu, Lise „Wat een aardig dingetje," zegt ze nog eens; ze schuift het van haar vinger en bekijkt het. „Een slangetjegrappig." De droom van het oude huis zal niet ln vervulling gaan. Dagen achtereen wacht Frank op de vraag die ze hem stellen moet. Maar Lise vraagt niets. Wanhopig maakt hij toespe lingen. Tevergeefs. Ja, moet hij na een week zichzelf bekennen, Lubbers heeft toch gelijk gehad. Wij passen niet bij elkaar. Ik «ou haar ongelukkig maken en zij mij. Nog een keer gaat hij naar het dorp; voor den laatsten keer dwaalt hij door de stille, verlaten kamers. Een afscheid voor goed. Dan rijdt hij naar den notaris en zegt, dat hij met het bod, dat deze hem een paar dagen geleden gedaan heeft, ac- coord gaat. Hij zet zijn handteekening. Het oude huis is verkocht. Thuis gekomen schrijft hij Lise een af scheidsbrief. Het zal haar niet al te veel zeer doen, weet hij opeens met pijnlijke zekerheid. En dan bergt hij het gouden ringetje.dat zij dien avond achteloos op tafel liet liggen en dat zij nimmer miste, met een teeder gebaar in zijn portefeuille. (Auteursrecht voorbehouden). (Nadruk verboden). VRAGEN EN ANTWOORDEN. Vraag: Ik teel dezelfde hoeveelheid aard appelen als in het vorige jaar, n.l. 20 Aren. Moet ik daarvan in het a.s. najaar van inleveren? J. H. de W. te H. Antwoord: U doet het best in dezen in uw plaats van inwoning bij de officieele crisis instanties ten gemeentehuize te informeeren Het is moeilijk te zeggen, welke bepalingen t.z.t zullen gelden. Vragen op tuinbouwgebied aan de Redactie onder motto „Tuinbouw". ALS SCHILDER VERMOMD. Inbrekerslist. Een familie in Badhoevedorp heeft dezer dagen, naar de Tel. meldt, bezoek gehad van een inbreker, wien het aan brutaliteit niet ontbreekt. De man had zich in het werkpak van een huisschilder gestoken en men zou aan zijn witte overall met de noodige verf- vlekken en aan de manier, waarop hij den verfkwast hanteerde, niet zeggen dat hij tot het inbrekersgilde behoorde in plaats van tot het schildersgilde. Bewoners van Bad hoevedorp, die hem om een villaatje van een bekende familie in het dorp zagen scharre len en met kennersblik zoowel de voor- als de achterzijde van het huis zagen opnemen, meenden niet anders dan dat het huis een goede beurt zou krijgen. Niemand schonk er aandacht aan, dat do schilder aan de ach terzijde een keukenruit uit het kozijn sneed en vervolgens snel naar binnen glipte. „Ze ker binnenwerk," dachten de buren. De kruideniersbediende, die tijdens het schildersbezoek aankwam om boodschap pen te brengen, vond het wel vreemd, dat hij langer dan gewoonlijk moest wachten en ten slotte, toen de voordeur openging, een schilder voor zich zag staan, die hem zeer vriendelijk te woord stond. „Is mevrouw niet thuis?" informeerde de bediende. „Neen, man, je hebt het slecht getroffen, ze is net de deur uit, maar ze komt weer gauw terug. Zet het mandje met de bood schappen daar maar neer, dan vindt ze het straks wel. Ik zal haar in ieder geval zeg gen, dat je er geweest bent." En dezen viendelijken raad gaf de schil der met zijn verfkwast in de hand zoo rustig, dat de bediende geen oogenblik argwaan kreeg. Hij gaf het mandje met de bood schappen over en vroeg den onbekende of hij aan mevrouw wilde zeggen, dat hij de theebonnen den volgenden dag wel zou ko men halen. „Komt in orde hoor," zei de schilder, die de voordeur sloot en binnen weer „aan het werk" ging. Toen mevrouw thuiskwam, was de schilder al verdwenen en met hem alle costuums van haar man, dassen, boorden, zakdoeken, alsmede de kostbare pakjes thee, die de kruidenier net had gebracht. In de woning was alles overhoop gehaald en waren verschillende deuren geforceerd. DOOVE MAN OVERREDEN. Op den onbewaakten overweg onder Voor stonden bij Zutphen is de 68-jarige doove landbouwer H. Barmentloo uit Tonden onder een losse locomotief geraakt. Het slacht offer was terstond dood. GEVAARLIJK SPEELGOED. Gisterochtend beging de 16-jarige M. H. te Boxtel de onvoorzichtigheid een projec tiel, dat hij had gevonden, te demonteeren. Het voorwerp ontplofte en de knaap werd aan het onderlichaam zoo ernstig gewond, dat hij in hopeloozen toestand naar het ziekenhuis is vervoerd. (N.R.Crt.) ZAANDAMSCHE RECHERCHE DOET GOEDE VANGSTEN. Autoladingen gestolen goederen in beslag genomen. Arresteerde de Zaandamsche recherche eergisteravond een drietal Zaandammers, dat zich schuldig gemaakt had aan diefstal en heling van partijen olie, toebehoorende aan de oliefabrieken het Hart en de Zwaan, gisteren sloeg zij een nog beteren slag. Zij legde do hand op den dertigjarigen Zaan dammer K„ die ongeveer een jaar lang in Zaandamsche zaken inbraken gepleegd heeft. Bij een huiszoeking in zijn woning kon de politie eenige autoladingen gestolen goederen terugvinden. De collectie varieerde van een kachel en een naaimachine tot doozen laurierdrop. K. bekende reeds een tiental inbraken. Van verscheidene heeft de politie nimmer aangifte gekregen. DRIE PEUTERS WILDEN NAAR FRANKRIJK. De oudste was zeven jaar. Drie broertjes uit Deri^Bosch, van wie de oudste zeven jaar, de middelste vier en de jongste drie jaar oud was, zijn op weg ge weest naar Frankrijk, ten einde daar hun vader te bezoeken, die daar werkzaam is. Zij vonden het zoo erg, dat ze hun vader in langen tijd niet hadden mogen zien, dat ze besloten naar hem toe te gaan en hem mee terug te brengen. Gedrieën zijn de kinderen op stap gegaan, nadat ze op initiatief van den oudste hun spaarpotten er aan hadden gewaagd.. Naar' hun meening met voldoende geld op zak om de verre reis te maken, kochten ze aan het station een perron kaartje en klommen in den eersten trein den beste, die er aan kwam. Een controleur maakte echter onverwacht een einde aan de uitvoering van hun kor date plan, want toen hij de perronkaartjes zag en vroeg, wat de peuters wilden, wist hij al heel spoedig, wat hem te doen stond. Het drietal, tranen met tuiten schreiend, werd naar het bureau van den stationschef ge bracht. De groote man met de roode pet en de gouden biezen prees het trio om hun liefde, maar bracht het tevens aan het ver stand, dat kleine kinderen beter doen met bij moeder thuis te blijven dan vader in een vreemd land te gaan zoeken. Hij waarschuwde de politie, die de kna pen weer bij moeder bracht. DE SLUIKHANDEL IN ROGGE. Het onderzoek in de zaak van den sluik handel in rogge met als doel groote hoe veelheden in België binnen te smokkelen, heeft tot nieuwe arrestaties geleid. De opsporingsambtenaren en marechaus sees hebben nog twee personen aangehou den, die betrokken zijn bij het koopen te gen hooge prijzen van rogge te St. Michiels gestel en Berlicum en In verband met den verkoop van roggemeel aan bakkers. Thans is op twee Tilburgenaren de hand gelegd, terwijl verwacht kan worden, dat nog meer personen zullen worden gear resteerd. In totaal zitten thans reeds acht personen in verzekerde bewaring. Het ge- heele complot zal zich voor den economl- schen rechter te Den Bosch hebben te ver antwoorden. HIJ AARZELDE BIJ HET OVERSTEKEN VAN EEN STRAAT. Op de Oldenzaalschestraat te Hengelo werd de 64-jarige B. Hobbelink uit Enschedé, na een bezoek per fiets aan zijn zoon, door een auto gegrepen en gedocd. Bij het op rijden van de .straat weifelde de man, wilde terugkeeren, doch werd door den snelrijden den auto gegrepen en in een sloot geslin gerd. Het slachtoffer was onmiddellijk dood.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 9