Roltrappen voor de Maastunnel - Onderscheiding voor generaal Rommel
82;ie JaargangLEiDSCH DAGBLADTweede Blad
Sonate Pathétique
FEUILLETON
GROOTE BELANGSTELLING bestond er voor de jaarlijksche paardenmarkt in Opmeer.
Door een speciale commissie wordt elk paard getaxeerd, waarna het voor dien prijs ver
kocht kan worden. Een der paarden wordt opgemeten. (Folygoon)
DE BELANGSTELLING VOOR DE HERALDIEK neemt toe, zoo vertelde
ons de heer J. C. P. W. A. Steenkamp te den Haag, kolonel der Artillerie b.d.,
die eerstdaags zijn 60-jarig jubileum herdenkt als verzamelaar van heraldieken.
Vooral oude wapens, waarvan de heer Steenkamp een groote verzameling
heeft, genieten zijn bijzondere belangstelling. Tevens bezit de heer Steenkamp
een verzameling van ongeveer 200.000 familiewapens en hij is voor hen, die iets
van hun familiewapen willen weten, steeds een vraagbaak. De heer Steenkamp
bij zijn wapenverzameling in zijn „museum". (Polygoon)
DE BEKENDE ACTRICE Marie v. Wester
hoven vierde Dinsdag haar 84en verjaardag.'
Zij kreeg veel'bloemen, maar ook een origineel
cadeau, n.l. 2 blikjes zalm, 1 blikje- sardines
en 1 busje cacao. (Polygoon)
EEN OMVANGRIJK WERK is het stellen van de machinerieën voor de roltrappen in de
roltrappenschacht van de Maastunnel te Rotterdam. Via de roltrappen zullen voetgangers
en wielrijders in de tunnel afdalen. De montagewerkzaamheden onder in de tunnel,, de
plaats waar de roltrappen eindigen. (Polygoon)
VAN HET STRIJDTOONEEL IN NOORD-AFRIKA. Duitsche en
Italiaansche vliegers, die dagelijks gemeenschappelijk tegen den vijand
strijden, in trouwe kameraadschap op een vliegveld bij Tripolis.
(Orbis-Holland)
SPOREN VAN DEN STRIJD IN NOORD-AFRIKA.
EEN HUIS IN EEN NOORD-AFRIKAANSCH PLAATSJE,
WAAROM HEVIG GESTREDEN IS. (Scherl)
HOOGE ITALIAANSCHE ONDERSCHEIDING VOOR GENERAAL ROMMEL.
Generaal Gariboldi overhandigt den opperbevelhebber van het Duitsche
Afrikakorps het „Comtur-kruis van de orde van het Huis Savoye". (Holland),
door OCTAVUS ROY.
(27
Winthrop ging plotseling tot wat anders
over, en Jason Marsh begon een anderen
kijk op hem te krijgen. Die man was lang
geen sufferd; hij vestigde de aandacht op
een punt, en als hij er de juryleden flink
met den neus op geduwd had, liet hij het
er bij. De officier vervolgde poeslief:
„Frenzy, waar was je op den avond van
den acht en twintigsten November om
streeks middernacht?"
„Ik was op mijn kamer."
„Waar is dat?"
„Achter het huis waar m'neer Gregg
woont."
„Vertel me eens, wat er gebeurd is."
Frenzy keek ongelukkig, en de officier
moest hem op gang helpen: „Kom, ga ver
der. Vertel eens op."
„Nou m'neerr De heer Gillings zat
zichtbaar in de knoei. „Fauna zei tegen me,
dat we maar moesten trouwen, enne
„Dat bedoel ik niet. Ik heb het alleen
over deze geschiedenis."
„Ooh!" Frenzy zuchtte van opluchting en
begon af te'ratelen: „Nou, ik hoorde juf
frouw Lynn vreeselijk gillen en
„Waar was ze?"
„Boven in haar kamer. In m'neerr Stuart's
huis. En ik rende er heen en
„Waar zag je juffrouw Harrison?"
„Boven aan de trap, en ze was vreeselijk
zeemelappig."
Er werd gelachen en de rechter hamerde
om stilte.
„Ze was dus zenuwachtig. Wat gebeurde
er verder?"
„Ik dacht dat ze niet goed was en ik
holde de trap op. En ze zei: „Frenzy, iets
verschrikkelijks Anders zei ze niet,
m'neerr. En ze wees naar de kamer. En
toen Frenzy's oogen rolden. „Daar lag
mevrouw Andrews op den grond."
„Zei ze nog iets?"
„Ja, m'neerr. Ze zei, juffrouw Lynn zei:
„Mevrouw Andrews is dood. Ze is vermoord.
En ze zei: „Ga m'neerr Gregg roepen
vlug."
„En wat deed je toon?"
„Nou, m'neerr Lee: u weet wat ik ge
daan heb. Ik heb gerend, gevlogen. Ik heb
m'neerr Gregg geroepen, iedereen geroepen"
„Hmm." Winthrop stond een oogenblik in
peinzende houding. „Had je tevoren niets
gehoord geen schot, geen twist of zoo
iets?"
„Nee, m'neerr ik heb niets gehoord."
„Heb je op dat oogenblik daar ook nie
mand anders in huis gezien?"
„Nee, m'neerr. Zeker niet." Frenzy sprak
nu weer met beslistheid. „Niemand anders
dan hun beiden. En mevrouw Andrews was
dood."
„U kunt den getuige overnemen", zei Lee
Winthrop en Jason Marsh stond op. Zijn
stem klonk geruststellend, toen hij vroeg:
„Frenzy, je zei daarnet, dat je van New-
York naar Karn™ Was gereden met mijn
heer Stuart, -juffrouw Harrison en juffrouw
Toby. Klopt dat?"
„Jawel m'neerr, baas: precies zoo. Dat
zei ik."
„Als jé zegt, juffrouw Toby, wie be
doel je daarmee?"
Frenzy zei verwonderd: „Nou m'neerr
Jason juffrouw Toby Fuller bedoel ik."
„Juist: juffrouw Toby Fuller. Vertel eens,
Frenzy wanneer heb je juffrouw Fuller
het laatst gezien?"
„Ik, baas? Nou, dat is gemakkelijk genoeg.
Ik heb haar niet gezien sinds den avond,
dat mevrouw Andrews vermoord werd."
„Wallace Andrews."
Een gemompel van medelijden ging door
de rechtszaal, toen Wally naar voren kwam.
Hij was ouder geworden. Zijn guitige oog
opslag, zijn lichte tred waren verdwenen;
niets herinnerde meer aan den Wally An
drews van een paar weken geleden.
Hij liep met gebogen hoofd naar de ge
tuigenbank. Gregg zag, hoe hij dezen gang
haatte en vreesde; hoe hij het als een
bittere taak beschouwde die hem was opge
legd. En Gregg keek aan hem voorbij naar
dé beklaagdenbank, waar Lynn zat.
Ook Lynn had het te kwaad. Ze klemde
haar handen stijf ineen, haar oogen waren
naar den vloer geslagen en haar mond stond
strak. Hij wist dat zij hier het allermeest
tegenop zag onverschillig wat ze al dan
niet gedaan had omdat zij diep zijn ver
driet meevoelde.
Na de inleidende vragen, begon Winthrop
met zachte stem:
„Mijnheer Andrews, zoudt u ons willen
vertellen wat er dien avond gebeurd is?"
Wally bevochtigde zijn lippen. „Er was
een barbecue en een dansavond op de Club.
Het was alles heel vroolijk en zonder def
tigheid."
„Was uw vrouw daar ook?"
„Ja Madge was er ook bij."
„Vertelt u verder alstublieft."
„Madge scheen zich goed te amuseeren.",
Hij aarzelde een oogenblik, voor hij verder
ging: „Zij was erg populair."
„Juist. Gelooft.u mij, mijnheer Andrews,
het spijt mij als ik oude wonden moet open
rijten, maar het moet. Hebt u dien avond
soms iets iets ongewoons opgemerkt?'
„Ik wist niet dat het ongewoon was op
dat oogenblik."
„Wilt u zich nader verklaren?"
„Madge, mijn vrouw, zat langen tijd in
de veranda van het Clubhuis te praten met
juffrouw Harrison."
„Hoe laat was dat?"
„Tusschen etven en middernacht."
„Weet u, waarover ze spraken?"
„Nee. Ik wilde het Madge gaan vragen."
Hij streek met de hand over zijn oogen
maar ik heb Madge nooit meer ge
sproken."
„Hebt u eenig idee, waarover zij spra
ken?"
Jason Marsh protesteerde tegen-de vraag
en kreeg zijn protest toegewezen.
Lee Winthrop knikte en ging voort: „Wat
gebeurde er toen, mijnheer Andrews?"
„Kort na middernacht wilde ik mijn
vrouw roepen. Zij was nergens te vinden.
Iemand Vertelde mij, dat zij met juffrouw
Harrison was weggegaan. Ik vond dat
vreemd, maar dacht er niet verder bij na."
„En daarna?"
„De knecht van Stuart kwam hard aan-
loopen en zei dat er iets gebeurd was.
Iedereen ging kijken, ik ook."
„En u vond
Wally's mond vertrok. „Mijn vrouw was
vermoord."
Winthrop liet dat goed bezinken, en stond
stil en onbewegelijk, tot de stilte bijna on
dragelijk werd. Toen haalde hij een doosje
te voorschijn, waaruit hij tergend lang
zaam, bewust van het dramatisch effect, de
broche en het snoer parels haalde. Hij leg
de ze in. de palmen van zijn handen, liep
op Wally toe en vroeg kalm:
„Kent u deze sieraden, mijnheer An
drews?"
„Ja. Die waren van mijn vrouw."
„Wanneer hebt u ze het laatst gezien?"
Wally aarzelde en zei toen zorgvuldig
overwogen: „In den nacht dat mijn vrouw
gedood werd."
„Waar?"
„In de slaapkamer van juffrouw Harri
son in Stuart's huis."
„Wanneer had u deze juweelen vóór dien
nacht het laatst gezien?"
„Ongeveer twee weken te voren. Mijn
vrouw had ze gedragen op een partij óp
Long Island, waar wij heen geweest waren".
„Is er dien avond soms iets bijzonders
gebeurd?"
„Ja...."
De persbanken werden wakker. Sue Man
ning zei: „Eindelijk komt er wat", en de
collega's knikten stilzwijgend.
„Dien avond, terwijl wij naar huis reden,
werden wij op Long Island beroofd. Ge
woonlijk stop ik 's avonds nooit, als iemand
zijn hancl opsteekt. Maar dien avond kwam
een jongedame in avond kleeding naar het
midden van den weg loopen, om onze' aan
dacht te trekken. Natuurlijk stopte ik
toen."
„Natuurlijk. En toen
„Er stond een auto op zij van den weg;
ik kon haar niet goed zien. Maar vrijwel
onmiddellijk nadat ik stilstond, kwam een
lange jongeman, ook in avondkleeding, met
een revolver op ons toeloopen, en beroofde
ons van ons geld en de juweelen."
Nadruk verboden). (Wordt vervolgd)